02! De betooverde Villa.
Koninklijk bezoek aan Amsterdam.
FEUILLETON
Naar het Engelsch bewerkt door
J. R. VAN RIJN.
(Nadruk verboden).
2)
Amabel stond verstijfd.
„Daphne", hijgde ze met bleeke lippen, „wie
heeft je al dien onzin verteld?"
bal „Tante Agaath, dus het zal wel waar
zijn".
Na een stilte, die zeer lang scheen te
duren, ging Amabel de kamer door en be
gon de oranje gordijnen op te vouwen.
Toen ze ze weggelegd had, kwam ze terug
naar het raam en zei: „ga eens zitten,
Daffy".
Verlegen gehoorzaamde Daffy. Ze voelde
dat ze te ver gegaan was.
j „Als je nadacht, zou je zulke dingen niet
zeggen, Daphne, ik weet niet wat voor
verhalen Agaath je allemaal opgedischt heeft,
maar nu wil ik, dat je de waarheid weet.
Je herinnert je je vader niet meer, Daffy;
L'al< maar andere menschen zijn hem nog niet
vergeten. Hij heeft je geen geld kunnen na
laten, maar wel een naam, die iets zegt. Hij
kwam 's avonds bij ons en als hij met vader
zat te praten, zat ik hem stil te bewonderen.
Toen ik zeventien was, bleef hij weg. Ik be
greep niet waarom, en ik vond het naar. Op
een avond vertelde mijn moeder me, dat hij
het verstandiger vond een poosje weg te blij
ven. Hij voelde, dat hij te veel van mij ging
houden. Ik weet niet meer wat ik antwoord-
vaii de, maar ik was heel gelukkig. Het leek me
een wonder dat Iemand als Ethan Grey van
mij kon houden Zet lieten me een half jaar
wachten en toen verloofden we ons".
Amabel zweeg. Daffy zat voorovergebogen,
verlangend om meer te hooren.
„Hij moest naar een congres in Weenen",
ging Amabel eindelijk door, vlug en vast, „en
ik ging bij een schoolvriendin logeeren. Zij
woonde in bij haar getrouwden broer. Ze
waren heel lief voor me en er kwamen veel
menschen. Ik had nooit veel jongelui ontmoet
en ik vond het heerlijk. Ik geloof, 't Was alle
maal nieuw voor me".
Ze zweeg weer en haar adem ging snel. „Ze
waren allemaal zoo jong, Daffy; dat was het
hem. En één van hen werd op zoo'n onstui
mige, jonge manier verliefd op me, en dat.
dat bracht me uit mijn evenwicht. Ik zei, dat
ik m'n veroving zou verbreken en ging naar
huis met 't plan het te doen, zooals dat bij
jonge menschen gebeuren kan. Maar toen ik
thuis kwam, hoefde ik mijn verloving niet
meer te verbreken, want je vader had het al
gedaan! Hij hij had pas gehoord, dat hij
blind zou worden een oogarts in Weenen
had 't hem gezegd en hij ging regelrecht
naar mijn ouders, om het uit te maken".
„Maarik begrijp 't niet". Daphne keek
ernstig, verwonderd, maar diep belangstellend.
Amabel zat met een kleur op het gelaat en
schitterende oogen zij zag er uit als een
jong meisje het meisje, dat in haar edel
moedig enthousiasme alles gegeven had.
„O, Daffy" zie je dan niet
„Hebben ze u omgepraat?", vroeg Daphne
.Nee, nee natuurlijk niet. Denk je eens
m, wat het voor hem was. O. Daffy, wat
voelde ik me gelukkig, dat ik nog niets ge
zegd had! Dat zou afschuwelijk geweest
zijn".
„Ik begrijp er niets van", zei Daphne.
.Als je je vader beter gekend had, zou je
t gemakkelijk begrijpen", zei mevrouw Grey
oeinzend. ..Wanneer je van iemand houdt, ik
iedoel niet in den zin van verliefd zijn maar
van echte sympathie, en zoo iemand heeft
jen groot verdriet en steun noodig, dan denk
je er alleen maar aan om te helpen en je bent
dankbaar, dat je het kunt".
„O, ja", zei ze. „IJ bent van het zelfopof
ferende soort. ik niet. Maar weet u wel,
dat zelfopoffering volgens de moderne opvat
ting een ondeugd is?" Ze lachte luchtig en
sloeg een arm om haar moeders schouder.
„Toe mammie, laat me naar Egypte gaan!",
vleide ze.
Amabel zat dien avond nog laat op. Zij
maakte de gordijnen af en bleef toen met de
handen in den schoot zitten peinzen.
Daphne was haar eenig kind, maar het
meisje stond mijlen ver van haar af. En toch
hield Daphne van haar. Ook in har lastig
ste buien, als ze woedend opstoof, of met die
half medelijdende minachting keek, die nog
moeilijker te dragen was, dan bleef er toch
altijd nog die vreemde onaantastbare band
der genegenheid tusschen moeder en doch
ter.
Toen Amabel opstond, ging zij naar het
raam en keek naar buiten.
Het regende niet meer. Zacht maanlicht
tooverde zilveren plekken op den grond. Zwart
rezen de boomen omhoog. Het was heerlijk
stil.
Twintig jaren waren uitgewischt, toen Ama
bel zoo in het maanlicht keek. De drang van
jeugd was zoo sterk geweest. Een mensch kan
in het vuur der zelfverzaking staan zingen.
en tochDaphne begreep zooiets niet.
Julian had het ook niet begrepen. Het
zou niet zooveel pijn hebben gedaan als
Julian begrepen had.
Zij kwam terug van het raam. ging naar
den haard en doofde het stervende vuur Een
stuk hout zond een waaier van vonken uit,
toen ze het aanraakte. Ze keek ernaar met
jen weemoedig glimlachje Je denkt, dat iets
lood is en opeens wiegen de vonken op -
•leete. brandende vonken Het was jaren ge-
eden, dat de gedachte aan Julian haar zoo
veel pijn had gedaan. Hoe vreemd kan de her
innering werken! Toen ze vanmorgen Julian's
naam in de Times had gezien, deed 't haar
geen zeer. Het had haar alleen verheugd, dat
zijn werk na zooveel jaren met succes was
bekroond. Zij nam de krant op en las het
stukje nog eens over:
„Wij mogen Mr. Julian Forsham gelukwen-
schen met de resultaten van zijn arbeid in
Chaldea. Het belang van zijn ontdekkingen
zullen we eerst goed beseffen, als zijn boek
verschenen is. Vóór de publicatie daarvan
wenscht Mr. Forsham geen uitvoerige mede-
deelingen aan de pers te doen. Naar wij ver
nemen, vertoeft hij op het oogenblik in
Italië".
Het onnadekende gepraat van Agaath had
Amabel legde de krant neer.
Julian's naam buiten spel gelaten om
de eenvoudige reden, dat haar zuster dien
naam niet wist. Dat was één geluk. Waarom
voelde ze dan nu die pijn? Omdat Agaath het
verleden in haar had wakker geroepen. Wat
Daphne nu van het leven vroeg, daarnaar
had ook zij eens de handen uitgestrekt
Ze had geleden, maar waarom zou Daphne
ook moeten lijden? Het was Daphne niet om
Jimmy's geld te doenhet kind hield van
den jongen, zooals zij eens van Julian had
gehouden Daarin kon haar intuïtie haar niet
bedriegen.
Er kwam langzamerhand orde in haar ge-
iachten.
„Ik zal het huis verhuren. dat helpt al
-"ts. En ik za! werk zoeken, 't een of ander
Zij zal haar kans hebben! Misschien
veet Mr. Berry wel iets
HOOFDSTUK L
Precies",, zei mijnheer Berry, „precies"
George Forsham. die tegenover hem zat.
>ogde met een "'••eiblad ?iin handteekenïne
•n gaf het papier zwijeend en met gefronste
.venkbrauwen aan den heer Berry.
,,'t Is natuurlijk een erg scheeve positie",
sprak George Forsham. „Maar dat zal ons
niet helpen omehhet huis te ver
huren".
„Staat het dan al zoo lang leeg?", vroeg de
notaris.
De deftige cliënt keek bedenkelijk.
„Sinds mijn tante Georgina gestorven ls,
dat is vier jaar geleden. Ik besloot het
kasteel en de villa beide te verhuren en dat
kostte geen moeite. Bronson huurde het
kasteel en op de villa kwamen de dames
Tulkinghorn heel rustige, nette bewoners.
Maar toen ze er veertien dagen woonden ver
trokken ze weer; ze zeiden dat het er spook
te".
„Oude dames hebben wel eens last van zenu
wen". merkte de heer Berry op.
George Forsham fronste de wenkbrauwen
nog meer.
„Hun overhaast vertrek maakte een heel
slechten indruk. Het huis is na dien tijd nog
tweemaal verhuurd, maar den eersten keer
was het maar twee dagen bewoond, den
tweeden keer nauwelijks vier en twintig uur.
Telkens kwam dat malle gerucht weer boven,
dat het er spookte. Hebt u ooit zoo'n onzin
gehoord, mijnheer Berryy Het huis, waar mijn
grootmoeder in gewoond heeft, waar tante
Georgina en tante Harriet haar heele leven
hebben doorgebrachtvrouwen met gezond
verstand't Is ongelooflijk!"
„Hebt u 't er zelf wel eens geprobeerd?",
informeerde de heer Berry.
.Maar waarde heer, ik kan er geen dienst-
oode of bediende naar toe krijgen! Er loopen
in het dorp allerlei belachelijke praatjes
geen mensch zou er willen slapen, al bood
je hem een fortuin. Mijn broer Julian en ik
zijn er een paar nachten geweest, toen hij
de laatsten keer thuis was. We zagen natuur
lijk niets. Maar dat hielp de praatjes de
wereld niet uit. Integendeel. De dorpelingen
aeweren, dat de spoken een Forsham nooit
•ets zullen doen. omdat 't zelf Forsham's
zijn!"
(Wordt vervolgd)
Het aflossen der wacht voor het Koninklijk Paleis op den Dam te
Amsterdam tijdens het vorstelijk bezoek aan de hoofdstad is een
dagelijks terugkeerend ongewoon schouwspel voor de Amsterdammers
De Koninklijke Familie bracht Woensdagmiddag na het verlaten van het
Oosterpark een bezoek aan het landgoed .Frankendael te Amsterdam,
om daar een kinderhulde in ontvangst te nemen
De uitvaart van wijlen
generaal Mola heeft met
groot ceremonieel te
Burgos plaats gehad.
De door rupsen aangetaste boomen
langs de grachten te Amsterdam wor
den nu met een speciaal poeder be
stoven
Ir. E. C. von Pritzelwitz van der Horst,
die benoemd is tot hoogleeraar in de
werktuigbouwkunde aan de Technische
Hoogeschool te Delft
Het gala-concert in het Concertgebouw te Amsterdam werd
Woensdagavond door de Koninklijke Familie bijgewoond.
H. M. de Koningin, H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins
Bernhard
Woensdagmiddag bracht de Koninklijke Familie een be
zoek aan de Openluchtschool in het Oosterpark te Am
sterdam
via
J
H. M. de Koningin maakte Woensdag een rijtoer
door de stad met als doel een bezoek aan het
opleidingsschip .Prinses Juliana". Het koninklijk
rijtuig op het Koningsplein