Aspirin Kunst in Haarlem en daarbuiten. Neef Hendrik doet examen. WOENSDAG 16 JUNI 1937 HAARLE M'S DAGBLAD 3 Opstapjongen uit tram gevallen. IS a met een paal in botsing te zijn geweest. Lijk in een sloot gevonden. Een controleur van de Noord- en Zuid- Hollandsehe Tram kwam Dinsdagmiddag toen hij in Broek in Waterland op de tram stapte, tot de ontdekking, dat de 18-jarige opstapjongen. C. E. van Batum, zich niet op zijn post "bevond. Onmiddellijk werd aan een ongeluk gedacht. De controleur reed met de tram tot Amsterdam, waarna hij met een anderen wagen de route AmsterdamVolen- dam afging. Ter hoogte van Monnikendam ontdekte de man plotseling den opstapjon gen, die met het hoofd voorover in een sloot lag. Deze bleek inmiddels te zijn gestikt. Bij een -uitvoerig onderzoek werden aan één der ijzeren palen langs de baan. waaraan de electrische geleidingen bevestigd zijn, hoofdharen van den jongen gevonden en te vens bloedsporen. De jongen heeft dus ver moedelijk het hoofd buiten het balcon gesto ken, waarbij ihij in aanraking 'is gekomen met een paal en bewusteloos is geslagen. Veertien meter verder werd het slachtoffer van de tram in een sloot geslingerd waar men hem vond, toen de levensgeesten reeds geweken waren. „Reiger" heeft lichte motor storing. Het K.L.M.-toestel „Reiger" gezagvoer der iG-eysendorffer heeft op de uitreis, door lichte motorstoring, een tusschenlan- ding moeten maken te Jhansi, dat gelegen is tusschen Allahabad ien Jodhpoer. Het euvel schijnt evenwel spoedig hersteld te kunnen worden. Men verwacht dan ook, dat het toestel, na enkele uren oponthoud, de reis naar Rangoon, waarheen het op weg was, zal kunnen voortzetten, Tunnelbouw te Rotterdam begonnen. Burgemeester spreekt een rede uit. Na langdurige technische voorbereiding is Dinsdag te Rotterdam aan het feit. dat nu met den eigenlijken bouw van den tunnel wordt begonnen, officieele aandacht besteed. Aan de Heuvellaan met uitzicht op de plaats waar de tunnel onder de rivier komt, heeft de burgemeester van Rotterdam, in tegenwoor digheid van den minister van Waterstaat, jhr. O. C. A. van Lidth de Jeude, en verschillende genoodigden van het gemeentebestuur een rede jehouden. In het bijzonder verheugde het de burgemeester. dat de minister van Waterstaat gelegenheid heeft gevonden om aanwezig te zijn. Het deed hem leed, dat op het laatste oogénblik minister Colijn verhinderd werd om te komen. Minister Colijn heeft als minister van Waterstaat a.i. in Maart 1935 den grond slag gelegd voor de medewerking van het rijk zonder welke Rotterdam dit werk niet tot uit voering had kunnen brengen en minister van Lidth de Jeude heeft vervolgens met zijn ambtgenoot van Financiën, minister Oud, die eveneens verhinderd was om tegenwoordig te zijn, de medewerking van het rijk in een de finitieven vorm weten te gieten. De namen van deze drie ministers zullen aan dit, voor Rotterdam zoo hoogst belangrijke werk te allen tijde verbonden blijven. „WEENEN AAN DE VECHT". Het' comité voor den weldadigheïdsavond „Weenen aan de Vecht" verzoekt mededeeling, dat alle maatregelen genomen zijn om bij min der gunstige weersgesteldheid het feest toch ongestoord voortgang te doen vinden. De be zoekers kunnen er dus verzekerd van zijn, dat het terrein in het park. waar concert en „Heurigen" plaats vinden geheel tegen slecht weer beschut is. Het is het comité verder aan genaam te kunnen berichten, dat det Phohi een deel van het concert en de „Heurigen" met behulp van het Phïlips-Miller systeem vastlegt en dat den volgenden dag uitzendt naar Indië en via de Ravag naar Oostenrijk. Dit laatste beschouwt het comité ais een beleefdheid aan de Oostenrijksche autoriteiten, die onvermoeid hebben bijgedragen tot het slagen van den avond. Het bedrag, dat den penningmeester thans voor weldadige doeleinden ter beschik king staat, bedraagt ruim f 40.000. Loting voor den dienstplicht. Op Maandag 38 Juni a.s. De loting ter bepaling van de ingeschreve ne, die in elke gemeente of in elke groep van gemeenten het eerst in aanmerking komt om tot gewoon dienstplichtige te worden bestemd, heeft in het openbaar plaats voor de lichting 1939 op Maandag 28 Juni 1937, des namiddags om 2 uur, te 's-Gravenhage, in de „Rolzaal" Binnenhof 8. Benoemd zijn in de commissie, bedoeld in art. 10, tweede lid, der Dienstplichtwet voor hetg houden van de loting voor de lichting tot lid, tevens voorzitter, mr. R. W. J. C de Menthon Bake, raadsheer in 'den Hoogen Raad, te 's-Gravenhage; tot lid, tevens plaatsvervangend voorzitter, M. Belzer, luitenant-generaal, lid van het Hoog Militair Gerechtshof, te 's-Gravenhage; tot lid, Th. Sanders, lid van de Algemeene Rekenkamer, oud-directeur van de Staats loterij, te 's-Gravenhage. AMSTERDAMSCH CONSERVATORIUM. Ter vervulling van de vacature mevrouw J. Dresden-Dhont, is benoemd tot hoofdleerares voor zang aan het Amsterdamsch conserva torium mevrouw B. Mastenbroek—Seroen te Amsterdam, die tevens benoemd is tot leerares aan de muziekschool van het Amsterdamsch conservatorium. NOTARIS WEGENS FRAUDE VEROORDEELD. De Roermondsehe rechtbank heeft Dins dag uitspraak gedaan in de zaak van den 65- jarigen oud-notaris te Gemert A. F. J. V.. te gen wien de officier van justitie op 1 Juni j.l. zes maanden gevangenisstraf met aftrek van voorarrest had geëischt wegens verduis tering van een bedrag van f 5000 ten na- deele van een tweetal clienten. De rechtbank veroordeelde den verdachte tot een gevan genisstraf van negen maanden met aftrek van preventieve hechtenis. Minister Slotemaker op het Jamboree-terrein. Tevreden over den voortgang der werkzaamheden. De minister van Onderwijs, K. en W., prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine bracht Dinsdag middag een bezoek aan het terrein, waar de Wereldjamboree zal worden gehouden van 29 Juli tot 8 Augustus. De minister werd vergezeld door den regee- ringsgedelegeerde, ir. J. F. van Hoytema. De voorzitter van het bestuur der stichting We reldjamboree 1937. generaal H. Behrens. was bij aankomst op het huis Teylingerbosch ter ontvangst aanwezig en geleidde den minister door de prachtige lanen, bosschen en velden, waar straks de padvinders uit alle deelen dei- wereld hun tenten zullen opslaan. De gebouwen van het marktterrein, het postkantoor, de bank, het persgebouw, enz. na deren vpor een deel reeds hun voltooiing. De minister toonde zich zeer voldaan over de keuze van het terrein en over den voort gang der uitvoeringswerkzaamheden. MAARSCHALK PéTAIN BIJ MINISTER COLIJN 's-GRAVENHAGE, 15 Juni. De Fransche maarschalk Pétain, die als particulier een bezoek aan ons land brengt, is hedenmorgen door minister Colijn op het departement van koloniën ontvangen. KONINKLIJKE NEDERLANDSCHE BRANDWEERVEREENIGING. Congres te Eindhoven. Gisteren is het congres van de Koninklijke Nederlandsche Brandweervereeniging te Eindhoven begonnen, waartoe afgevaardig den uit alle deelen des lands en zelfs zwaar ge- uniformde branabestrijders uit België naar de lichtstad zijn gekomen. Onder presidium van jhr. mr. J. M. van Beyma werd Dinsdagochtend in „Amicitia" met de jaarvergadering begonnen. De secre taris, de heer van der Meulen bracht het jaar verslag uit, waaruit o.m. bleek, dat 59 ge meenten en brandweren in het afgeloopen jaar tot de vereeniging zijn toegetreden, waartegenover 16 gemeenten en brandweren bedankten. Zeven aangesloten gemeenten werden als zoodanig opgeheven. Het ledental steeg van 562 tot 598. Voor het geheele land is de toestand thans zoo, dat slechts 52,79 pet. van de gemeenten lid zijn met een bevolkingspercentage van 79.11 het aantal provinciale bonden heeft het maximum bereikt, nu ook sedert 27 Mei 1936 de provincie Drente tot oprichting van een bond overging. Het totaal aantal individueele leden viel terug van 169 tot 141. In den loop van 1936 zijn door de vereeni ging 170 onderscheidingen voor langdurigen brandweerdienst verleend. De penningmeester, de heer J. J. Haarsel- horst legde rekening en verantwoording van zijn beheer over, waaruit bleek, dat de reke ning sloot met een bedrag van f 7334,39. Het batig saldo bedraagt f 722,65, de begrooting werd vastgesteld op f 6860. In de bestuursvacature ir. H. B. J. Aikema werd de heer P. de Graaf uit Den Haag ge kozen. Na afloop van de ochtendbijeenkomst vereenigden de congressisten zich aan een koffiemaaltijd in hotel Royal. In de middagvergadering welke in „Apollo- lust" werd gehouden hield de heer C. Gor dijn Jr., een populaire causerie over: „Brand weer en luchtbescherming", waarin hij o.m. de lessen aan de instructeurs besprak. Zeker, daf moei gauw nog even vertelt} worden, ook al regent en siorml hef. En als U dan verkouden wordt, vraag niet, hoe dat komt, maar neem direct HET PRODUCT VAN VERTROUWEN! (Adv. Ingez. Med.) Algemeen bestuur A. N. W. B. Het algemeen bestuur van den Kon, Ned. Toeristenbond A.N.W.B. heeft in het Ame rican-hotel te Amsterdam, onder voorzit terschap van den heer Edo J. Bergsma zijn zomervergadering gehouden. In zijn openingswoord heeft de voorzitter hulde gebracht aan de nagedachtenis van den nestor van het algemeen bestuur den heer B. W. Kraake te Arnhem, wiens overlij den voor den A.N.W.B. een smartelijk verlies beteekent en wiens trouwen steun en mede werking het bestuur in dankbaarheid blijft gedenken. De heer Kolfschoten, burgemeester van Edam heeft daarna, onder instemming der vergadering, een hartelijken gelukwensch gericht tot den voorzitter den heer Edo J. Bergsma, ter gelegenheid van diens 75sten verjaardag. De balans over 1936 werd goedgekeurd en aan het dagelijksch bestuur werd decharge verleend. Besloten werd de voorziening in de vacatu res in het algemeen bestuur voorloopig aan te houden. Tot stemgerechtigden werden gekozen, in af- deeling III (Zuid-Holland), wegens het over lijden van den heer W. G. de Knokke van der Meulen te Voorburg en in afd. VII (Gelder land), wegens vertrek naar het buitenland van den heer E. Goppel te Velp, de heeren mr. H. J. Santman te Rotterdam en P. A. Rutgers, bondsconsul te Nijmegen. Bij de besprekingen ter vergadering werd o.m. geconstateerd, dat de bondsorganen „Toerïstenkampioen", „Autokampioen" en „Waterkampioen" zich een blijvende plaats in het bondsieven hebben veroverd en zich verheugen in een toegewijden, zich steeds uitbreidenden lezerskring. CRÈME een weldaad vrsnr (Jwhuid (Adv. Ingez. Med.) Ministers Colijn en De Graeff bij de Koningin. HM. de Koningin, die Dinsdag middag van het paleis Het Loo naar 's Gravenhage is vertrokken, heeft Dinsdagavond op Huis ten Bosch in audiëntie ontvangen de ministers dr. H. Colijn en jhr. mr. A. C. D. de Graeff. Voortvluchtig kantoorhouder der posterijen aangehouden. De sedert Maandagmorgen voortvluchtige kantoor-houder der posterijen, D. L. te Bedum, is gisteravond door de marechaussee in Em- mercompascuum aangehouden. Toen L. de politiemannen zag naderen, sprong hij in het water, doch werd er spoedig uitgehaald De aangehoudene, die in zeer overspannen toestand verkeerde, is naar het academisch ziekenhuis te Groningen vervoerd. N.V. Verzekeringsbank „Victoria" - Amsterdam. 1936 een gunstig jaar geweest. In de dezer dagen gehouden jaarlijksche vergadering van aandeelhouders werd het ver slag over het jaar 1936 uitgebracht. Wij ontleenen hieraan het volgende. Het afgeloopen jaar is voor ons gunstig ge weest. In 1936 werd aan kapitaalsverzekeringen f 9.828.066,25 en aan renteverzekeringen f34.658,40 afgesloten, zoodat de rente op de gebruikelijke wijze met 10 vermenigvuldigd de totale inschrijving f 10.174.650.25 heeft be dragen (v. j. f9.679.423,10). De afschrijvingen bedroeg f7.342.536,(v. j. f 8.464.486.60). Het is verblijdend te constateeren, dat aan de eene kant de toevoer van nieuwe verzeke ringen grooter, aan de andere kant het bedrag aan afschrijvingen belangrijk lager is geweest dan in 1935, zoodat de netto-toename van f2.832.114,25 aanmerkelijk beter is geweest dan die in 1935, te weten f 1.214.936,50. Het verzekerd bedrag steeg van f 83.210.652,75 tot f86.042.767. Premiereserve. De premiereserve bedraagt f 16.838.781,58 (v. j. f 16.025.693,27). Rente. Van de premie-reserve werd een be drag van f 13.078.979,95 met een rentevoet van 31/2 pet. en een bedrag van f3.759.801,63 met met rentevoet van 4 pet. berekend. De gemiddelde in de premie-reserve gebe zigde rentevoet bedraagt 3.59 pet. De gemiddel de van de beleggingen gekweekte interest over het jaar 1936 bedroeg 4.733 pet., hetgeen een overrente van 1.143 pet. geeft. De hieruit voort vloeiende rentewinst was f 259.253,98. De financieele resultaten waren ook dit jaar bevredigend. De nettowinst bedraagt f404.641,08 (v. j. f 455.472,06!/2). Wij stellen u voor dit saldo als volgt te be stemmen: Te reserveeren voor Dividend- en Tantième belasting f 20.000. Storting in de extra reserve f 169.393,89. Storting in de reserve geldbeiegghq f 91.327,19. Gratificatiën aan beambten f 50.000, Dividend en Tantièmes f73.920. Onze maatschappij beschikt over de navol gende waarborgen op 31 December 1936: Extra reserve f 1.205.034,70 Reserve geldbelegging f 862.750,62 Statutaire reserve f 50.000, De reserves vormen derhalve een extra waarborg van f 2.117.785,32 zijnde 12 V2 pet. van de premie-reserve. Wybrand Hendriks. Soepuitdeeling te Haarlem. Uit de verzameling I. M. C. Hoog. Van den Haarlemsehen schilder Wybrand Hendriks, die voor zijn tijd. rond het jaar 1800, zeker een der meest béteekenende kun stenaars was, komt zoo langzamerhand een niet onaardig gedeelte van zijn arbeid weer binnen Haarlem's veste terug. Wij hebben hier het vorige jaar het zeer mooie Vermeer achtige schilderijtje gereproduceerd en be sproken waarop het kantklossend vrouwtje en de rookende man zijn voorgesteld, toen dat voor het Frans Halsmuseum was aange kocht. Zeer binnenkort zullen wij een buitenge meen fraai stadsgezicht bespreken waarop eveneens voor Haarlem de hand is gelegd en vandaag brengen we onzen lezers een af beelding van een Haarlemsche soepuitdee ling. uit de rijke verzameling van den heer Hoog. die als aquarelleer en teekenkunst eveneens wel tot het mooiste werk van Hen driks te rekenen zal zijn. Vóór we haar artis tieke verdiensten gaan beschouwen willen wij even bij de voorstelling der aquarel stil staan. Dat er voor de behoeftigen in barre tijden spijzen bereid en uitgedeeld werden en bij sommige gelegenheden nog worden is bekend en in een stad als Haarlem zal men zich aan dat Liefdewerk der Spijsko- kerij wel nimmer onttrokken hebben. Wat ons echter bij deze aquarel interesseert, is de vraag: waar en wanneer had deze door Hendriks in beeld gebrachte soepuitdeeling plaats? Op beide vragen geeft de aquarel zelve geen antwoord: ze is niet gedateerd, noch draagt ze eenige plaatsaanduiding. Voor de dateering kunnen wij natuurlijk met de costuums te rade gaan, maar dat is een nog al rekbare maatstaf; immers die wijzen op een periode van 1800 tot 1831 (Hen driks' sterfjaar). De krachtige en vaste tech niek der teekening wijst er op, dat de ma ker ervan in de kracht van zijn kunnen moet zijn geweest, toen hij dit produceerde. Gaan wij daarmee accoord, dan komt onze aquarel dichter bij 1800 dan veel later, want dan is Hendriks juist een flink stuk in de vijftig en dus in den rijpsten tijd van zijn arbeid. Nu hebben we, door de vriendelijke belang stelling eener collega, een paar gegevens ter beschikking, die wat de plaats der handeling betreft, wel eenig licht kunnen ontsteken. Het gaat dus nog even over de soep, die geen kunst isal is veel wat te allen tijde als kunst gepresenteerd werd, soep geweest. Nu dan. In 1800 werd, door de liefdadig heid der burgerij een zekere som bijeenge bracht, om daarvan aan noodlijdenden, des winters en op vastgestelde dagen der week, gratis warme en voedzame spijs uit te deelen. Die spijs bestond uit een zeer smakelijke en voedzame soep, die zeer veel overeenkomst had met de zoogenaamde ..Rumfortsche soep" en de dames en heeren die zich met de uit- deeling er van belastten, werden meestal de WYBRAND HENDRIKS, 1744—1831: Soepuitdeeling in Haarlem. „Soepcommissie" genoemd. Ze verrichtten hunne werkzaamheden in het Proveniershuis, doch dat liefdadige werk werd slechts twee of drie jaar voortgezet. Doch het zou naderhand weer opgenomen worden in het „Soephuis" waar door een an dere commissie spijzen aan de armen zouden worden uitgedeeld op bonnetjes of kaartjes, die weldadige stadgenooten kochten en daar na wegschonken. Dat Soephuis stond in het Klein-Heiligland en is in 1890 gesloopt. Bij enkele oude Haar lemmers zal de benaming nog wel in het geheugen zijn blijven hangen. In vroeger eeuwen zou er „De Vlaamsche Blok" in ge vestigd geweest zijn, het vermaanhuis dei- Doopsgezinden, en ha het begin der negen tiende eeuw zou het gebouw tot huisvesting der krijgslieden gediend hebben. Het is dus zeer waarschijnlijk dat onze Wybrand Hendriks daar in 't Klein Heiligland herhaaldelijk naar zoo'n spijsuitdeeling ging kijken en er schetsen en notities maakte. Het resultaat daarvan willen wij nu nog even nader op zijn artistieke beteekenis toetsen. De losheid en levendigheid waarmee al die figuurtjes geteekend zijn wijzen al op een voor die dagen bij ons te lande ongemeene bekwaamheid niet alleen, maar ook op een speelschen geest, die te typeeren wist. Ons prentje zegt niets van de kleur en men moet ons dus maar op ons woord gelooven, als we zeggen dat die zeldzaam frisch en briljant is. Er is één schilder uit die periode buiten ons land die Hendriks met eenzelfde soort geestige figuratie voorafging: de Engelsch- man Rowlandson, maar in eeht-schilderlijke kleurkracht is Hendriks onweerspreekbaar zijn meerdere. Maar in dat aardig typeeren van bijvoorbeeld, de dames en heeren, die achter de balie, den aftocht der gelukkig be giftigden gadeslaan, is hij aan Rowlandson verwant. En ook voelt men in Hendriks' tee kenhand dat hij Hollander is, en als wij die vrije en toch zoo absolutut zuiver-rake ma nier van een zoldering teekenen even op den keper bekijken, dan komt het bij ons op, hoe dicht Hendriks nog bij een Ostade staat en hoe prachtig hij op de boerendeelen van onzen Bosboom vooruitloopt. Ook de ton en de bezem in den linkerhoek van ons prentje doen aan Bosboom's teekenwijs denken en wie uit aardigheid de vroegere plaatjes uit deze rubriek bewaard heeft, kan er nog een boerendeel van Bosboom uit opdiepen en daarop een dergelijke ton en bezem vinden in eenzelfden stijl gezien en weergegeven. Het kan zoo gek niet wezen of in het werk van waarlijke artisten vindt men familietrek ken; alleen zijn de afstanden wel eens wat te groot, om relaties direct vast te stellen. Slechts bij meeloopers en epigonen voelt men de relatie als een gedwongen fraaiigheid als een zwakke .Abklatsch" van een grooten broer of vriend. Zulk éen was Wybrand Hen driks zeer zeker niet. Hij ging. in een vrij dorren tijd zijn eigen gang en werd een schakel tusschen groote kunst van vóór en na hem. J. H. DE BOIS. Een halve eeuw geleden Uil Haarlem's Dagblad van 1887 16 Juni: De heer Mr. D. Jos. Jitta, lid van den gemeenteraad te Amsterdam, heeft aan den Raad een uitvoerige nota gezonden betreffende de beurskwestie. Hij keurt het plan om de beurs midden op het Damrak te zetten, sterk af en zou de verwezenlijking daarvan als een ramp voor de gemeente beschouwen. Er is, naar het inzicht des heeren Jitta, een denkbeeld, dat bij de behandeling dezer kwestie eerst later op den voorgrond is gekomen en dat nimmer in den Raad is onderzocht„het vrije verkeer tus schen het station en den Dam langs het. Damrak'. Dit denkbeeld heeft zijn sym pathie. Amsterdam heeft in het Dam rak zijn breeden, koninklijken station boulevard, dien andere steden met millioenen moeten koopen. De aesthe- tische bezwaren behandelt Mr. Jitta thans niet. „Zoodra het vaststaat" zegt hij „dat er een steenklomp in de luchtpijp van Amsterdam zal komen, is het mij moeilijk mij warm te maken voor het min of meer sierlijke van dien klomp." De heer Jitta vestigt de aandacht op de beide beursplannen van den heer W. P. W(erker) en van den heer K. van Rijsse, die beide een breeden toegangs weg naar het station openlaten. Hij somt de eigenschappen dezer beide plannen op. zonder echter thans nog een voorstel te doen. Mijn neef Hendrik is 1 Meter 73 lang. hij weegt 62 kilo, is 19 jaar oud, heeft blond haar en nette manieren. Mijn neef Hendrik houdt van voetballen, fietsen, dansen, lezen, films, skiffen, vlieg tuigen. Bernardientje van den dokter, kampee ren en griesmeelpudding met bessensap. eMn zou zoo zeggen: een normale knaap met normale genoegens, eigenschappen en zwak heden. Men zou zoo zeggen: een normale knaap met in-den-dop, een normaal toekomstig-man-in- de-maatschappij. Maar: mijn neef Hendrik zal de deur van het leven en de vensters der maatschappij voor zich gesloten vinden, wanneer hij niet kan ver tellen wat de aoristus van paideuein is, wat de subjonctif van j'aime is, wat Helena tot hare vrijers zeide, wie waar en waarom wien in het bad doodde en wanneer, wat de Maag deburger bollen zijn, wat meetkundige plaat sen, wie Caligula, en wie Cunctator. en wat beteekent trineo Danaos et vocula dantes en wie schreef Le Conscrit de Mille-huit-cent- treize en wanneer leefde Nero en wat betee kent le baobab en wat Petschaft en waar ligt Oklaltoma en noem mij eens de presidenten van de Vereenigde Staten en vertelt u mij eens, Hendrik Hendriksen, wat is het verschil tus schen de passé indéfini en het plusquamper- fectum en vervoegt u nu eens aphikneomai en hebt u De Familie egge gelezen?, dan moet u mij nü eens vertellen wie Leicester was, wat u van de Hamletfiguur deitkt en of u deze regels van Lysias kunt ontleden (tusschen twee haakjes: wie was Lysias, kunt u drie ti tels van redevoeringen van hem noemen en van wanneer tot wanneer leefde hij?), welke kleeren droeg een Romein nog méér dan een pepion en welke is de functie van de afdee- ling Contentieux van den Raad van State apropos wat is het onderscheid tusschen een Staatsraad en een Minister van Staat? juist, en draagt u mij dan eens enkele regels uit Le Cid voor, weet u waar Bogota ligt en wat is dan de hoofdstad van IJsland, nog éven: aan welke rivier ligt Madrid, wat komt er uit Finland, wie was Mucius Scaevola, wat is de categorische imperatief, hoe heet de ko ning van Siam, wat is de hoofdstad van Jodhpur, .wanneer regeerde het eerste mini sterie Thorbecke. wie was Le Sage ten Broek en vertaalt u mij dit stukje Demosthenes nog even na mij verteld te hebben wat de grond rechten zijn, waar ze vandaan kwamen, wan neer en waardóór? En wanneer mijn neef Hendrik nu nog der tig verzen Ovidius, een pagina Thackeray en een Caput Thucydides voldoende vertaalt, dan komt hij door zijn eindexamen en wan neer hij zijn eindexamen heeft en hij haalt er nog gauw even middelbaar boekhouden en middelbaar staathuishoudkunde bij. hij neemt een paar jaar les in Engelsche, Duit- sche, Fransche en Spaansche handelscorres pondentie, hij gaat nog even tikken en Steno leeren en een beetje Staathuishoudkunde en eenvoudige kennis van Poolsch, Russisch en Zweedsch, strekt tot aanbeveling, wel dan heeft mijn aardige neef Hendrik alle kans dat hij via het volontairschap (om de noodige practische kantoor- en handelsken nis op te doen) een aardig baantje krijgt in een niet groote zaak met een reuze-groote toekomst (overneming van aandeelen voor een bedrag van ten hoogste f 100.000 is ver plicht), wanneer hij tegen dien tijd tenmin ste niet de maximum-leeftijdsgrens van 26 jaar overschreden heeft. Enfinmaar dan heeft hij tenminste algemeene ontwikkelingen dan kan hij tenminste altijd overal over meepraten.... Nietwaar? MR. E. ELIAS. Necl.-Indische Padvinders naar de Jamboree. De Gouverneur-Generaal inspecteert het contingent. BATAVIA, 15 Juni (Aneta). Onder groote belangstelling inspecteerde de gouverneur- generaal hedenmorgen te half twaalf het In disch padvinders-contingent, dat morgen naar Nederland zal vertrekken om als vertegen woordigers van Indië de Jamboree bij te wo nen. Hierbij waren aanwezig de heeren van dei- Hoek. Teunissen en Tumbalaka, resp. eere voorzitter. voorzitter en lid van het hoofd bestuur van den Nederlandsch-Indischen pad- vindersbond. De hoofdcommissaris van den padvindersbond, de heer Ranneft, stelde de leiders aan den gouverneur-generaal voor, die zich uitvoerig omtrent de Jamboree liet voor lichten. Daarna overhandigde de G.G. met een toespraak de contingentsvlag aan hoofdcom missaris Ranneft. De troep marcheerde daarna af onder de tonen van het fluitorkesl en het zwaaien dei- vlaggen. Deze plechtigheid werd mede bijge woond door mevrouw van Starkenborgh. de beide freules, de algemeen secretaris,"mevr. Kiveron en freule de Villeneuve.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5