Boldoot
Eau de Cologne i
üv|
WOENSDAG 7 JULI 1937
H A A E L E M'S DAGBLAD
5
Haarlem, hoofdstad van
Noord-Holland.
Waaraan dankt Haarlem dat
voorrecht?
Een belangrijke studie van de gemeente-
archivaresse.
In het Jaarboek der vereeniging „Haer-
ïem" heeft mej. Dr. g. h. Kurtz, gemeente-
archivaresse van Haarlem, een uitvoerige en
interessante studie geschreven over de vraag
waaraan Haarlem (boven Amsterdam) het
voorrecht dankt tot hoofdstad der provincie
te zijn verkozen.
Er zijn zoo Ibegint zij haar studie i—
soms zaken, die men als vanzelfsprekend
aanvaardt, doch die bij nadere beschouwing
toch niet zoo logisch zijn en, als men naar
de oplossing daarvan zoekt, blijkt deze ook
niet zoo eenvoudig te vinden. Tot dergelijke
zaken behoort de vraag waarom Haarlem de
hoofdstad van Noord-Holland is.
In den tijd der Republiek der Vereenigde
Nederlanden bestond een Noorderkwartier,
zijnde het gedeelte van Holland ten Noor
den van het IJ, waartoe dus de steden Am
sterdam en Haarlem niet behoorden. Het
college van de Gecommitteerde raden van
het Noorderkwartier vergaderde te Hoorn,
dat van het zuiderkwartier in Den Haag. On
der de Bataafsche Republiek ontstonden er
8 departementen. Haarlem behoorde tot het
departement van Texel, dat zich van het
Vlie tot den Ouden Rijn uitstrekte, zoodat
zelfs de stad Leiden er onder viel. Van dit
departement werd Alkmaar de hoofdstad.
Haarlem streefde er toen naar den zetel van
't departementaal gerechtshof te krijgen, om
dat dit toen van meer beteekenis was dan
het administratieve departementale bestuur.
Haarlem kreeg inderdaad het gerechtshof.
Voor de huisvesting daarvan werd het Raad
huis op de Groote Markt voor f 25.000 door
het stadsbestuur verkocht. Voor de onder
brenging van het Raadhuis werd in 1799 een
heerenhuis in de Jansstraat gekocht, alsook
eenige perceelen in de Morinnesteeg.
De staatsgreep van 1801 bracht aan het
bestaan van dit gerechtshof een einde. In
1803 betrok het stadsbestuur weer het Raad
huis op de Groote Markt, waarvoor als ver
goeding aan het rijk een aantal schilderijen
door de gemeente werden afgestaan.
Daarna werd ongeveer weer de oude indee
ling van de gewesten ingevoerd, het depar
tement Holland bleef daarbij ongesplitst.
Toen in 1306 Lodewijk Napoleon koning
van Holland geworden was deden weldra ge
ruchten de ronde, dat men het gewest Hol
land wilde splitsen in een Noordelijk en een
Zuidelijk gedeelte. Als zetel van het bestuur
van Noord-Holland aarzelde men tusschen
Amsterdam en Haarlem. De regeering van
Haarlem achtte het toen gewenscht moeite
te doen den koning tot haar begunstiging te
bewegen „ten einde haar verloren luister
eenigszins op te beuren, aan de vervallen
welvaart een vernieuwing van bestaan te
geven en door de vermeerdering van huisge
zinnen de ledig staande huizen door nieuwe
lnwoonders te vervullen, mitsgaders de vaste
eigendommen, die thans, door gebrek aan
genoegzame inwoonders en verval van be
staan, tot spotprijzen zijn gedaald, wederom
tot een behoorlijke waarde te doen aan
groeien". In een request aan den koning
werd gezegd: „Er bestaat hier ter stede niets
't welk een algemeene tak van handel of be
drijf genoemd kan worden, waaruit haar in
gezetenen kunnen bestaan. Vandaar het
amoveeren der huizen, terwijl de kapitalen
zeer verminderd zijn. De schoonste gebou
wen worden verkocht als burgerwoningen;
lands- en stadslasten zullen weldra niet meer
opgebracht kunnen worden. Door de steeds
hoogere lasten, gevolg van de vele armlas
tigen. is er ook geen hoop. dat menschen die
elders kapitaal vergaard hebben, zich te
Haarlem zullen vestigen ter wille van de
ligging en mooie omstreken, zoodat de stad
meer en meer ontvolkt zal worden.
9 April 1807 kwam het bericht dat Haar
lem aangewezen was als verblijfplaats van
de departementale administratie, terwijl ook
verschillende maatregelen ter verbetering
van de Haarlemsche industrieën in het
vooruitzicht werden gesteld.
Maar toen eischte de regeering voor de
huisvesting het Raadhuis op de Groote
Markt. Dat viel den Haarlemmers niet mee.
Ze hebben zich tegen dat plan verzet, o.a. op
grond dat het stadsbestuur niet de 50 gulden
kon betalen om de gemeentelijke admi
nistratie van de Groote Markt over te bren
gen naar de Jansstraat. De stad bood nog
voor het gouvernement een groot heeren
huis op de Groote Markt aan, maar daarte
gen bestonden bezwaren. Tenslotte nam de
regeering genoegen met het gebouwencom
plex in de Jansstraat voor den zetel van het
gouvernement. 2 Juni 1807 werd de Land
drost plechtig te Haarlem geïnstalleerd.
Bij de inlijving bij het groote Fransche
keizerrijk kwam Haarlem te liggen in het
departement van de Zuiderzee (ongeveer
Noord-Holland en Utrecht omvattend). Dit
duurde tot 1813 toen het vreemde Juk werd
afgeworpen en Oranje weer werd ingehaald.
De president-burgemeester David Hoeuff,
pleitte er in 1814 in Den Haag voor om
Haarlem weer hoofdstad van de provincie
Noord-Holland te maken, opdat de zoo zeer
verarmde stad weer wat zou kunnen op
halen. Er waren in dien tijd in Haarlem vele
werkloozen, huizen werden afgebroken om
dat er geen bewoners voor waren.
De poging slaagde. Haarlem werd weer
gouvernementsstad. Als gouverneur kwam
A. W. N. van Tets van Goudriaan. Als dank
bood de gemeente aan den gouverneur een
bank in de Groote Kerk aan.
Eerst bij de Grondwet van 1840 werd
Haarlem officieel aangewezen als hoofdstad
der provincie Noord-Holland. De toestand is
sindsdien onveranderd gebleven.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIOCENTRALE OP DONDERDAG
8 JULI.
IProgr. 1: Hilversum II.
Progr 2: Hilversum I.
Progr. 3: 8.00 Keulen. 10.50 Parijs Radio.
12.35 Brussel Vlaamsch. 2.20 Parijs Radio. 3.35
Londen Regional. 4.20 Keulen. 5.20 Brussel
Fransch. 5.50 Keulen. 7.20 Brussel Vlaamsch;
7.50 London Regional. 8.20 Keulen. 9.20 Rome.
Progr. 4: 8.00 Brussel Vlaamsch. 9.20 Lille;
9.50 Pauze. 10.35 London Regional. 2.50 Droit-
wich.. 6.20 Diversen. 6.40 Brussel Fransch. 7.00
Droitwich.
Pyogr. 5: 8.00—7.00 Diversen. 7.— Eigen gra-
mofóonplaten concert: orgel- en marsch-
muziek: 1. Vorwarts.... Marsch. Odeon Or
kest; 2. Round about Regent street, Scott
Wood; 3. Hot Dog, Sydney Torch; 4. Blackpool
Song Mixture. Reg. Dixon: 5. Naval Marsch,
Grenadier Guards; 6. Blackpool Song Mixture,
Reg. Dixon: 7. The Storm, Reg. Dixon; 8. The
open air brigade, Scott Wood: 9. Dixon
Request Medley. Reg. Dixon; 10. Dance of the
blue Marionettes, Sydney Torch; 11. Military
March, Grenadier Guards.
8.00—12.00 Diversen.
De Luclitvaartopleidiiig in
Nederland.
Propagandafilm voor de opleiding
tot verkeersvlieger en radio-
telegrafist.
Bestemd voor de Middelbare Scholen.
In opdracht van den Luchtvaartdienst van
het Departement van Waterstaat, de Kweek
school voor de Zeevaart te Amsterdam, de
K. L. M. en de N.V. Nationale Luchtvaart-
school wordt door den Fototechnischen
Dienst van de K. L. M. een film vervaardigd
van de Rijksopleiding tot Bestuurder van
Verkeersvliegtuigen en tot Radio-telegrafist.
Dinsdagmiddag was de Nederlandsche pers
op Schiphol genoodigd om daar het eerste
deel van deze film te komen bekijken. Hoe
wel men natuurlijk uiteraard na een deel
van een film moeilijk over de geheele film
een oordeel kan vellen, schijnt het ons noch
tans toe dat de heeren A. de Wit en H. Wee-
ner, die respectievelijk de fotografie en het
scenario van deze film verzorgden in hun
eersten opzet de film is bestemd als pro
paganda materiaal voor de hoogste H. B. S.
klassen zeer zeker geslaagd zijn.
De heer J. A. Aler vertelde namens de com
missie van voorbereiding een en ander over
het doel van dit propaganda-filmpje, dat
nog eens den nadruk wil leggen op de moge
lijkheden die voor de H. B. S.'er open liggen
om bij- de Luchtvaart te komen hetzij als
verkeersvlieger, hetzij als radio-telegrafist.
Wordt voor de opleiding tot verkeersvlieger
een diploma van de H. B. S. B vereischt, waar
bij vooral gelet wordt op de wis- en natuur
kundecijfers, voor radio-telegrafist is een di
ploma M. U. L. O. of 3-jarige H. B. S. vol
doende.
De opleiding wordt begonnen met dé les
sen te volgen aan de Kweekschool voor de
Zeevaart te Amsterdam, terwijl een zware
medische keuring voorafgaat.
Nu zoo menig gediplomeerd H. B. S.'er
voor de zoo uiterst moeilijke keuze staat
„Wat nu?" is deze opleiding misschien een
uitkomst; eventueele gegadigden willen wij
nog wel verklappen dat sollicitaties, die voor
het einde van deze week in het bezit zijn
van den Commandant van de Kweekschool
voor Zeevaart nog voor de opleiding 1937
meetellen.
Over de nog in „statu nasoendi" verkee-
rende opleidingsfilm kunnen we na de ge
maakte opmerkingen kort zijn, wij schorten
ons definitief oordeel liever op tot wij de ge
heele film aanschouwd hebben. Hiermee wil
echter niet gezegd zijn dat dit eerste deel
niet alleszins voortreffelijke momenten had.
Uit de gemaakte opmerkingen, de heeren
critici werden verzocht ditmaal hun critiek
meteen na de vertooning te laten hooren,
bleek wel dat niet ieder over dit eerste deel
tevreden was. Hoofdzakelijk betroffen deze
opmerkingen echter niet de film zelf, doch
meer de montage. Zonder twijfel heeft de
voortreffelijke foto-technische staf van de
K. L. M. deze opmerkingen ter harte geno
men en zal vóór de film in zijn geheel ver
toond wordt nog wel het een en ander ver
anderd worden.
Niettegenstaande echter deze meerendeels
goedmoedige critiek, gaf dit eerste deel reeds
alle hoop. dat de „Luchtvaartopleiding in
Nederland" een film zal worden die volko
men aan de haar gestelde eischen zal vol
doen en die de populariteit die de opleiding
tot verkeersvlieger en radio-telegrafist onder
de jeugd reeds geniet, nog zal doen toene
men. Deze eerste voorstelling werd verder
bijgewoond door vele K. L. M. en militaire
autoriteiten.
De inbraak in de
Metropoolbank.
door HUGHIE McCOY.
De Hoofdcommissaris van Washington werd
uit zijn zoetste droomen gewekt. Onbekende
daders hadden een inbraak in de Metropool-
bank gepleegd, een brandkast aangeboord en
een zeer groot bedrag aan geld gestolen.
„Ongehoord!" bromde de hoofdcommissaris.
„Alweer een inbraak! En nogwel in de groot
ste bank der stad". Hij kleedde zich vlug aan
en spoedde zich naar het hoofdbureau.
„Mannen", begon hij, nadat hij de meest
beproefde rechercheurs in zijn kamer had
verzameld, „mannen, het is u welbekend, dat
wij den laatsten tijd geen enkele der gepleeg
de inbraken tot klaarheid konden brengen.
Ik wil nu niet onderzoeken, waar dat aan ligt,
aan de handigheid der inbrekers of wel aan
jullie ongeschiktheid. Maar zooveel wil ik jul
lie nu wel zeggen: ontdekt ge ook nu de in
brekers niet, dan zet ik jullie, met z'n allen,
op straatNu geef ik jullie den raad mij
goed te verstaan en je naar mijn woorden te
richten. Dank u".
Een paar uur later belde de minister van
Justitie op: „Meneer de hoofdcommissaris! Ik
heb zoojuist van den bankroof gehoord. Hoe
staat het met het onderzoek?.... Nog geen
spoor?Ik hoop, dat het er niet zoo mee
zal gaan als met de laatste groote inbraken!
Meneer de hoofdcommissaris, ik verwacht bin
nen vier en twintig uur de arrestatie van de
daders, want anders zal ik mij genoodzaakt
zien, u ongevraagd op pensioen te stellen. Be
grijpt u mij nu goed en richt u naar mijn
woorden".
Toen liet de hoofdcommissaris twee recher
cheurs bij zich komen en zeide tot hen: „Jullie
beiden gaan terstond naar een der beruchte
lokalen der achterbuurt en brengt mij een
ladelichter, 'n zakkenroller, een kwartjesvin
der, een inbreker of zooiets. Hoofdzaak is, dat
het een man is, waarmee men verstandig pra
ten kan. Maar gaat 'n beetje vriendelijk met
hem om!"
De rechercheurs gingen hoofdschuddend op
weg. In een van de achterbuurtspelonken trof
fen zij een oude-bekende aan, die bij zijn vak-
jenooten onder den naam van „de gevlekte"
bekend was. Zij hielden hem aan, zetten hem
beleefd in een auto en leverden hem in het
hoofdbureau af.
„Waarde vriend", zoo begon het politiehoofd,
„je hebt er zeker al van gehoord, dat de Me
tropoolbank vannacht leeggeroofd is, niet
waar?"
„Ja-ja", stamelde de vagebond. „Maar, mijn
heer de commissaris, ik bezweer u, dat ik een
aantal getuigen kan brengen, die verklaren
kunnen, dat
.Maar vriendje", viel de commissaris hem
lachend in de rede. „op jou valt ook niet de
minste verdenking. De zaak ligt heel anders
Wat ik van jou wensch is het volgende: Be
ken, dat je de inbraak gepleegd hebtJa.
goed, ik weef wel, dat het niet zoo is, ik wil
Geur
Frischheid
Verkwikking
Wonderlijk hoe de loomheid ver-
vliegt na zoo'n paar verkwikkende
druppels Eau de cologne BOLDOOT1 b-j
Heerlijk die geur, die U zoo J
vliegensvlug weer fit maakt, die U ||j
zoo verfrischt, dat U alle warmte, alle ff
stof, alle vermoeidheid snel vergeet!
Let op, dat er op Uw flacon BOLDOOT
staat, - als waarborg voor echtheid! J
IMPÉRIALE 25 ct. en hooger.
VÉRITABLE 20 ct. en hooger.
NEDERLANDSCH FABRIKAAT.
(Adv. ingez. Medj
alleen maar, dat je de schuld op je neemt. Je
wordt dan gearresteerd en twee of drie dagen
vastgehouden natuurlijk slechts voor den
vorm. begrijp dat goed. Je kunt dat snap je
zóó eten en drinken en doen wat je wilt.
Dan laat ik je vrij en betaal je diensten met
tien briefjes van honderd dollarBegre
pen?"
„De gevlekte" overlegde de zaak een oogen-
blik met zichzelf. „Als meneer de hooge com
missaris mij belooft, dat alles gebeuren zal
zooals hij zegt, dan ga ik met het voorstel ac-
coord".
Chr. Boeren- en Tuindersbond.
De jaarvergadering te Haarlem.
Dinsdagmiddag twee uur werd de jaarver
gadering van den Christ. Boeren- en Tuin-
dersbond in de Gemeentelijke Concertzaal
voortgezet.
Aan de orde kwamen besprekingen naar
aanleiding van het referaat van Dr. A. A. van
Rhijn over: „De naaste economische toekomst
van onzen Nederlandschen land- en tuinbouw",
waarvan de voornaamste bijzonderheden in
ons vorig nummer werden gepubliceerd.
De heer Biesheuvel uit Haarlemmerliede
is het er mee eens, dat de landbouwers dooi
de crisismaatregelen van de regeering voor den
ondergang gered zijn. Maar daarmee is dan
ook volgens hem alles gezegd. De landbouwers
hebben nog zooveel meer noodig. De akker
bouwers hebben zoo weinig van de crisis
maatregelen genoten. Zij hebben geen ver
hoogden prijs voor hun producten kunnen
verkrijgen, maar wel moesten zij meer betalen
voor hun machinerieën, gereedschappen, enz.
De heer Haverkamp uit Kampen heeft
tot genoegen gemerkt, dat de leden van den
Chr. Boeren- en Tuindersbond veel waardee
ring hebben voor wat de regeering en de heer
Van Rhijn voor de tuin- en landbouwers heb
ben gedaan. Zij wenschen dan ook niet mee
te doen met de matelooze critiek. die nogal
eens vernomen wordt. Spreker vroeg echter,
hoe het met den afbouw van de crisismaat
regelen verder zal gaan. We moeten weer de
richting van „zelf doen" uit. Er moet echter
een basis gevonden worden, waarop gesteund
kan worden. Die basis is onze regeering.
De heer De Putter uit Axel merkte op,
dat niet alle crisis-maatregelen op korten ter
mijn in werking gesteld moesten worden. De
teeltbeperking heeft de prijzen wel omhoog
doen gaan, maar de winst ging toch verloren,
omdat men een aantal kalveren niet in den
handel mocht brengen.
De heer Kamper uit Kampen was van
oordeel, dat de landbouw-organisaties bij het
in leven roepen van de crisismaatregelen niet
voldoende gehoord zijn. Volgens hem is de
akkerbouw niet genoeg gesteund. De aard
appelteelt is tegenwoordig tot een derde van
vroeger beperkt. De tarweprijs is niet in over
eenstemming met de opbrengst van den oogst.
Hij vraagt daar maatregelen tegen.
De heer Borst uit Veur zegt, dat nu aan
de practijk eens een kans gegeven moet wor
den. Het is nu volgens hem de beste tijd om
zelf het bedrijf ter hand te nemen. Hiermede
kan een belangrijke besparing worden ver
kregen.
De heer Sonnevelt uit Woerden zegt,
dat de teeltbeperking ten opzichte van de melk
geheel is mislukt. De productiekosten zijn nog
steeds te hoog.
De heer Biemond uit Blijswijk is van oor
deel, dat de Hollandsche boter niet slechter is
dan die van Denemarken of Argentinië; dat
komt omdat geen enkel land zulke vette wei
den heeft als ons land. De kalverenbeperking
heeft ten aanzien van de melkproductie niet
voldaan.
De heer VanBerkel uit Maasland schetste
de moeilijkheden ten aanzien van den export.
Hij vroeg of men nog niet kon komen tot af
schaffing van de teeltbeperking.
De heer Van der Schans uit Haarlem
mermeer vraagt of de regeering niet kan in
grijpen. als de eieren voor den export niet
voldoende verpakt zijn.
Verder vroeg spreker of het juist is, dat de
regeering den aankoop van groenten voor het
tweede plan-Deterding heeft uitgesteld.
De heer V e e r m a n uit Boskoop bepleit meer
aandacht van de regeering voor de sierteelt.
Dr. Van Rhijn beantwoordde de verschil
lende sprekers. Het hooren van de organisaties
zou te veel bezwaren hebben ontmoet. De be
langhebbenden zijn het in eigen kring ook niet
altijd eens. De regeering moet dus den knoop
toch zelf doorhakken. Volgens spreker is de
regeeringspolitiek goed geweest. De taak van
de bedrijfsorganen kan langzamerhand uitge-
„Ik geef je mijn woord".
Een handdruk bezegelde de overeenkomst
De hoofdcommissaris wreeg zich, verblijd
over zijn gelukkigen inval, de handen.
De minister van Justitie wilde den hoofd
commissaris persoonlijk zijn meening zeggen
en reed in een auto naar het hoofdbureau.
Toen hij binnentrad snelde het politiehoofd
hem verheugd en met een diepe buiging te
gemoet. „Zooeven wilde ik uw Exc. telefonee-
ren, dat het ons. dank zij onze energieke en
omzichtige navorschingen, gelukt is ons van
den dader meester te maken".
„Werkelijk? Nu, op mijn woord, dat ver
heugt me zeer, meneer de hoofdcommissaris.
En waar is de kerel? Ik zou dien schobbejak
wel eens willen zien".
,Tot uw dienst, Excellentie, ik laat hem on
middellijk voorleiden".
Eenige oogenblikken later stond de „gevlek
te" voor den minister.
„U bent het dus. die de inbraak heeft ge
pleegd?" vroeg de minister hem.
„Tot uw dienst, Excellentie".
„Alleen of met- meer spitsboeven?"
„Geheel alleen! Ik ken mijn vak en heb
geen hulp noodig".
Z. Exc. informeerde dan uitvoerig naar de
bijzonderheden en de technisch uitvoering
der inbraak. De commissaris luisterde nerveus
naar de woorden van den „gevlekte"; nu eerst
viel het hem in, dat hij verzuimd had, hem
omtrent de nadere bijzonderheden van de in
braak in te lichten. De „gevlekte" werd ech
ter hoegenaamd niet door de vragen van den
minister in 't nauw gebracht. Hij antwoordde
zonder de minste hapering en vertelde zelfs
omstandig hoe hij de buitensloten tot smelten
gebracht en de stalen brandkast aangeboord
had
Drie dagen na de arrestatie haalde de
hoofdcommissaris den „gevlekte" persoonlijk
uit z'n cel. Hij overhandigde hem met een
warmen handdruk de beloofde tien bankjes
van honderd, dankte hem voor den bewezen
dienst en voegde daar ten afscheid nog bij.
„Ik reken op je strengste geheimhouding. Ik
hoop en vertrouw, dat het voorgevallene on
der ons blijft".
„Natuurlijk", antwoordde de „gevlekte".
De hoofdcommissaris gaf den man twee re
chercheurs mee, om de reis over de grenzen
naar Canada te vergemakkelijken. Deze ver
zocht de rechercheurs, hem eerst even naar
zijn woning te begeleiden, om wat kleeren en
eenige andere dingen te halen, die hij gaar
ne wilde meenemen. Toen de man met zijn
ouden gelapten rugzak verscheen, konden de
de rechercheurs slechts met groote moeite
het lachen laten.
Toen ze over de grenzen waren, zei de boef:
.Nu ben ik toch benieuwd, wien men in
Washington in mijn plaats zal veroordeelen".
„Men zal de behandeling der zaak jaren
lang rekken; in tusschen kunnen wij misschien
wel den waren dader opsporen", antwoordde
een der speurders.
,Nee, dat is uitgesloten", zei de „gevlekte",
die thans op Canadeeschen grond stond, en
klopte beteekenisvol op zijn rugzak, „het geld
der Metropoolbank zit namelijk hierin
Nu, in ieder geval vriendelijk bedankt voor
uw vriendelijke begeleiding!" riep hij met een
veelbeteekenend lachje en maakte als de
weerlicht, dat hij wegkwam.
stippeld worden: daarmee moet niet te veel
haast worden gemaakt. Het organisatorisch
besef bij de industrie behoeft niet meer wak
ker gemaakt te worden. Ten aanzien van de
veehouderij geeft spreker er de voorkeur aan,
niet steun per koe te geven, maar in verhou
ding tot de hoeveelheid melk van de koe. Den
tarweprijs acht hij ook niet te hoog. De regee
ring is met de teeltbeperking niet te ver ge
gaan. maar heeft de noodige voorzichtigheid
betracht.
De landbouw heeft weliswaar altijd goed
selectie gehouden, maar tegenwoordig wordt
er toch nog meer geselecteerd. Wat de boter
betreft noemt spreker het juist, dat men in
Engeland de Hollandsche boter te zacht vindt.
Het zou echter overweging verdienen, boter
uit Brabant en Limburg, die harder is, naar
Engeland te exporteeren. De zachte Holland
sche boter kan men dan naar andere landen
uitvoeren. De teeltbeperking moet nog gehand
haafd worden. Ten aanzien van de verpak
king merkt spreker op, dat de Regeering
daaraan haar aandacht schenkt.
De vraag van den heer Van der Schans over
de plannen van den heer Deterding kon spie
ker niet afdoende beantwoorden. Er waren
eenige moeilijkheden gerezen, die nu uit den
weg zijn geruimd.
De toestand van de boomkweekerij is be
langrijk verbeterd, vooral door den export naar
Duitschland en andere landen. Mede dank zij
de maatregelen van de regeering staat de
boomkweekerij er tegefiwoordig niet slecht
voor. Spreker heeft tenslotte veel respect voor
de wijze, waarop werkgever en werknemer in
land- en tuinbouw met elkaar samenwerken.
De heer Van Haastert, bestuurslid van
den R.-K. Ned. Boeren- en Tuindersbond. ver
tolkte de gevoelens van vriendschap, die tus
schen deze beide organisaties altijd hebben
bestaan. Hij hoopt dat dit tot in lengte van
jaren mag voortduren. Spreker verheugt
zich over den groei van den Chr. Boeren- en
Tuindersbond; hij hoopt dat die groei blijft
voortgaan, niet alleen in de breedte, maar ook
in de diepte, gelijk een boom, die alleen
bloeien kan als zijn wortels in een goeden
vasten grond zitten.
De heer T i 1 a n u s voerde het woord namens
de Chr.-Hist. Kamerfractie; hij roemde het
hooge plan, waarop de redevoeringen gestaan
hebben. Hij achtte die nuttig, ook voor de
Kamerleden, want die moeten zich interes
seeren voor het economische leven in binnen-
en buitenland.
De heer Schoute n sprak namens de
anti-rev. Kamerclub. Ook deze fractie kijkt met
belangstelling naar het werk en den groei van
den Christ. Boeren- en Tuindersbond. In sa
menwerking kan men onder Gods zegen sla
gen.
De Voorzitter sloot de vergadering met
een woord van dank speciaal tot de drie
laatste sprekers; verder tot de debaters en ten
slotte tot Dr. Van Rhijn, die deze materie
zoo volkomen beheerscht.
De deelnemers aan deze jaarvergadering ver-
eenigden zich te half zeven aan een gemeen-
schappelijken maaltijd in Hotel „Groot Bad
huis" te Zandvoort.
fA7£. "R*" Ut. 4CYL.
1.1VI J. DE LUXE COACH 4 PLAATSEN
N.V. GEBR. H. F. KIMMAN
WAGENWEG 8—10 PLEIN 23—25
TELEFOON 13850 TELEFOON 11578
-25
578 I
(Adv. Ingez. Medj
BADHUIZEN „WITTE KRUIS" HAARLEM.
Het aantal genomen baden in de afge-
loopen maand Juni was:
Badhuis Koudenhom: mannen 934, vrou
wen 382, Werkl.baden 108. Totaal 1424.
Badhuis Leidscheplein: mannen 1225;
vrouwen 610; schoolbaden 273; werkl.baden
200. Totaal 2308.
Badhuis Schotersingel: mannen 1578; vrou
wen 636; schoolbaden 1182; werkl.baden
203. Totaal 3599.
Badhuis Hofdijkplein: mannen 1486;
vrouwen 568; schoolbaden 731; Werkl.baden
322. Totaal 3107.
Badhuis van Egmondstraatmannen 1604;
vrouwen 819; schoolbaden 1061; Werkl.baden
427. Totaal 3991.
OPERETTE.
De Haarlemsche Middenstands Operette
Vereeniging zal onder haar nieuwen dirigent
binnenkort uitvoeren „De Zigeuner Baron"
van Johan Strauss.
FAILLISSEMENTEN.
Door de Arrondissements-rechtbank te
Haarlem zijn de volgende faillissementen
uitgesproken op Dinsdag 6 Juli 1937.
H. I. Meyer, manufacturer, wonende te
Velsen N. Wijkerstraatweg 126, Curator Mr.
L. J. Venhuizen te Heemstede.
A. Castien. kamerverhuurder, wonende te
Haarlem, Kinderhuissingel 34, Curator Mr.
H. J. M. Tonino, te Haarlem.
Rechter-Commissaris in beide faillissemen
ten Mr. S. J. Pit te Haarlem.
Wegens gebrek aan actief werden opgehe
ven de faillissementen van:
W. van Driel. automobielhandelaar, wonen
de te Zandvoort, thans te Amsterdam, Post
jesweg 37, Curator Mr. A. Klein, thans te
Utrecht, Trans 12.
N. Wildschut, zonder beroep, wonende te
Santpoort, Lazer us Mullerlaan 1, Curator
Mr. G. E. Mellema, te Haarlem.
E. van der Veldt, rijwielhandelaar, wonen
de te Haarlemmermeer, Vijfhuizerdijk 181.
Curator Mr. J. Deenik, te Haarlem.
J. Dijkstra, zaakwaarnemer, wonende te
IJmuiden, gemeente Velsen, Julianakade 9,
Curatrice Mevr. L. M. I. L. van Taalingen-
Dols, te Haarlem.
L. van der Veekens, aannemer, wonende te
Zaandam, Doniastraat 76, Curatrice Mevr.
Mr. C. L. VisSanders te Haarlem
Door het verbindend worden der eenige
Uitdeelingslijst is geëindigd het faillissement
van:
J. de Graaf, smid-lasscher. wonende te
Bloemendaal, zaak drijvende te Haarlem Cu
rator Mr. L. Ali Cohen te Haarlem.
Bij arrest van het Gerechtshof te Amster
dam d.d. 23 Juni 1937 is vernietigd het fail
lissement van H. J. Nijveld, koopman, wo
nende te Beverwijk.
Curator Mr. Dr. F. A. Bijvoet, te Haartenu