De betooverde Villa. Met groote be langstelling volgde Z. K,H. Prins Bern- hard op den start- toren op het haven hoofd te den Helder de zeilwedstrijden van de marine sloepen welke Za terdag werden gehouden De Engelsche zwemmer Deane, die winnaar werd van den jaarlijkschen Scheldebeker-wedstrijd, en thans definitief in het bezit kwam van de trofee, wordt door den burgemeester van Vlissingen met zijn zege gelukgewenscht Het nieuwe motor passagier- en vrachtschip der K.P.M., de .Tegelberg" is Zaterdag van de helling der Ned. Scheepsbouw Mij. te Amsterdam tewater gelaten. Mej. Tegelberg, kleindochter van den man naar wien het schip genoemd is, verrichtte de tewaterlating Dezer dagen is men tot de ontdekking gekomen dat de Zuidelijke muur van de Groote of St. Laurenskerk te Alk maar, die uit de 15e eeuw dateert, dreigt in te storten. De kerkvoogdij heeft voorloopig alle diensten in het gebouw verboden, terwijl de omgeving is afgezet Een interessante opname tijdens den zeilwedstrijd van de marinesloepen op de reede van Nieuwediep, welke Zaterdag werden gehouden, en bijgewoond werden door Z. K. H. Prins Bernhard Een wedstrijd voor auto's, dateerend uit 1900, werd dezer dagen te Parijs gehouden. De passagiere in bovenstaand vehikel was met haar oud-modisch costuum geheel in den stijl gebleven Ter gelegenheid van Zijn bezoek aan Den Helder werd aan Z. K. H. Prins Bernhard in de Marineclub een diner aangeboden. De Prins in gesprek met vice-admiraal T. L. Kruys FEUILLETON Naar het Engelsch bewerkt door J. R. VAN RIJN. (Nadruk verboden). 29) Toen ze de deur achter zich had dichtge daan, begon hij: „Heb je gehoord wat mevrouw King zei. dat Miller haar hierheen had gebracht, naar niet binnen wou komen? Het was natuurlijk alleen een voorwendsel om weer om het huis te sluipen". „Zoolang jij hier bent, mag hij sluipen zoo veel hij wil", was het wederwoord. Je bent warempel al even erg als Ellen, Julian. Die doet ook niets liever dan op dien armen man hakken. Vanmiddag vertelde ze honderduit, dat mijnheer Miller gisteren een spoorboekje kocht, en zei, dat hij naar Maxton ging en later let wel, nu komt de klap op de vuur pijl werd hij vóór Queen's Hotel in Led lington gezien! Diep verdorven, hè? En om de maat van zijn schanddaden vol te maken: toen hij Bronson zag, vluchtte hij binnen Als dat nu niet de beroemde vloek van een schuldig geweten is, weet ik het niet". „Wat voerde Bronson in Ledlington uit?" „Dat kan ik je tot mijn spijt niet vertel len. Volgens Ellen zat hij in een Rolls Royce" „Nog meer drama's in Ledlington?". lachte Julian. „O ja, mevrouw King had bodoschappen gedaan, dat schijnt Ellen immoreel te vin den. in verband met de trage betalingen aan haar vriendin Eliza". jtmaihfil's toon werd opeens weer ernstig. „Julian", zei ze, „ben je echt van plan in die kamer te gaan slapen?" „Slapen weet ik niet, ik ga er in ieder ge val den nacht doorbrengen. Waarom?" „Omdat ik liever had, dat je het niet deed. Ik wou maar, dat je naar je oude kamer ging. Toe, lach nu niet, Julian, ik meen het echt-'. Julian lachte niet meer. „Vind je het voor mij te riskant, terwijl het voor jou niet hinderde?", wilde hij we ten. Amabel'-s stem trilde zenuwachtig. Van nacht, Julian, 't was zóó verschrikkelijk Ik ben vroeger nooit werkelijk bang ge weest Haar kleur veranderde terwijl ze sprak, haar oogen waren wijd open, star. Julian deed onwillekeurig een stap vooruit. Die angstige, smeekende blik sprak tot hem. zooals nog niets tot hem gesproken had. „Amabel", klonk het heesch, Amabel, lieve ling Zijn zachte stem trilde. Hij legde de handen op haar schouders en sprak door, snel ademend: „Amy, ik kan niet. hebben, dat je zoo kijkt. Je weet, hoe 't met mij gesteld is en ik geloof, dat je ook van mij houdt..... ik kan me er niet in vergissen. Laten we trouwen en den heelen boel hier laten voor wat het is. We „Julian, Julian", kwam Amabel's antwoord, heel zacht. Haar oogen sloten zich en hij voelde hoe ze beefde. Een seconde later waren zijn armen om haar heen en ze kusten el kaar een lange kus, zoet van herinnering en hoop. Stil was het oude huis. In beiden was dat ondefinieerbare, huiverend-ontroerde gevoel van terugkeer. Lange jaren van eenzame lagen en nu, aan het einde deze thuiskomst? Langen tijd spraken ze geen van tweeën Het volmaakte oogenblik was genoeg HOOFDSTUK XXIX. Het was laat, toen Amabel naar haar kamer ging. Er was zooveel te bepraten ge weest na die lange oogenblikken van zwijgen, Julian drong er op aan, dat ze den volgenden dag het huis zou verlaten en bij de Berkeley's intrekken en dat ze de week daarop zouden trouwen. „Dat is te vlug", had ze gezegd. „Ik moet eerst naar Daphne schrijven entoe, kijk niet zoo, ik voel echt een plicht tegenover George, buiten die twehonderd pond nog". „Maar liefste, was Julian's antwoord, „moeten we dan een half jaar verloofd blij ven of moeten we de wittebroodsweken door brengen met jacht op spoken?" Amabel bloosde en er lichtte een lach in haar oogen. „Dat bedoel ik niet", weerde ze af, „en ik wil ook niet koppig of eigenwijs zijn. Als Jij George die tweehonderd pond wil terug geven goedmaar ik kan niet zoo maar wegloopen, met het gevolg, dat de praatjes tienmaal zoo erg worden". „Over dat geld hoeven we in ieder geval niet meer te praten, zeg nu maar op: wan- neerf trouwen we? Ik zou morgen mijn neef Charles le Mesaurier, het opperhoofd van de recherche, een bezoek brengen. Ga je mee naar de stad? Dan koopen we tegelijkertijd een verlovingsring en zorgen voor een huwe lijksvergunning". ..Wat ben je nog een onstuimige jongen! Maar ik kan morgen heusch niet mee, miss Mïiler is er nog nee stil ik kan best een talmen dag gebruiken om aan Daphne te chrijven. Als je morgen terugbent, zal ik je en datum voorstellen". Toen Amabel naar haar kamer was, blok teerde Julian het gangetje met opeengesta pelde leunstoelen. Hij genoot bij de gedachte dat ieder, die probeerde dien kant uit te komen, leelijk zijn schenen zou stooten. voor hij iets van de barricade merkte. De lichten in de gang deed hij uit, waarna hij de vroegere slaapkamer van Amabel opzicht. Ook hier nam hij eenige voorzorgsmaatregelen. De gangdeur deed hij niet' op de knip, maar met het bureau barricadeerde hij de tusschen- deur. Hij legde een zaklantaarn bij de hand en een revolver onder zijn kussen. Toen trok hij zijn schoenen uit en ging gekleed op bed liggen. De nacht ging in volmaakte rust voorbij. Om half negen, nog vóór miss Miller zich vertoond had, vertrok hij naar de stad. De barricade was reeds opgeruimd door Jenny en Ellen, welke laatste natuurlijk de noodige opmerkingen ten beste gaf. „Net of je met stoelen en tafels een geest tegen kunt houden", mopperde ze. „De man nen maken maar een bende en wij vrouwen mogen het weer redderen". En vervolgens, aanmerkelijk minzamer vroeg ze verlof om dien middag met Eliza Moorshed naar Ledlington te gaan. Die had daar een zuster van d'r man wonen, heel goed getrouwd" met een bakker. Eliza's schoonzuster bleek hen op de thee te heb ben gevraagd. „Goed", zei Amabel. „Ga maar, als je klaar bent met de slaapkamers". Aan het ontbijt bleek, dat miss Miller dien middag ook boodschappen in Ledlington had. Ze vroeg Amabel mee te gaan, maar be rustte tevreden in het weigerend antwoord. „I zal zoowat om zeven uur terug zijn", kondigde ze aan. „Ik ga niet zoo vaak uit, dus maak ik er maar een dagje van". Julian Forsham had het druk in Londen. Hij had voor verschillende aangelegenheden te zorgen en het was niet vroeg, toen hij bij Sir Charles Le Messurier binnenstapte. „Je hebt mijn brief ontvangen?", infor- neerde hij na de wederzij dsche hartelijke begroeting. „Jaeen nogal raadselachtig epistel. Waarom stel je zooveel belang in het tele foontje van mevrouw Thompson? Je bent toch zeker niet van plan haar in de familie te brengen of zooiets?/ „Merci", verklaarde Julian met een uit drukking van walging op het gezicht. „Maar je kunt me toch feliciteeren ,ik ga binnen heel korten tijd trouwen". „Neen!", viel Charles ongeloovig uit. „Het is geen mop hoor", verzekerde zijn neef. Herinner je je nog, dat ik twintig jaar geleden verteld heb van een zekere Amabel Ferguson, Charley? Hoe ik in den put zat, omdat ze me niet trouwen wou?" „Alsjeblieft", lachte Sir Charles. „Je zat zóó zuur te boomen, dat ik nog niet begreep waarom ik je de trap niet heb afgegooid". „Nu ouwe jongen, ik heb Amabel terug gevonden, als huurster van George z'n villa en ik ben aan het probeeren, of ik haar de volgende week al mee in het bootje kan krij gen. Over het principe zijn wij het eens Sir Charles legde zijn pen, waarmee hij als naar zijn gewoonte poesen had zitten schet sen, neer en stak z'n groote hand uit. „Ju-ju, ik ben zoo blij als een kind! En Isobel zal je er waarschijnlijk voor om den hals vallen. De eenige ondeugd, die ik ooit bij haar heb kunnen constateeren is, een haast ziekelijk verlangen, alle menschen even gelukkig te zien, als wij zijn. In vollen ernst Julian, het doet me kolossaal veel plezier. Geloof mij, kerel, het is een prettige gewaar wording, een lief en vriendelijk gezicht te zien als je van je werk komt". „Zeg Charley", hernam Julian na enkele oogenblikken. „Ik heb je het nieuws gedeel telijk verteld, omdat ik er niet over zwijgen kan en jij in de eerste plaats in aanmerking komt om het te weten maar toch ook, omdat :k je raad noodig heb". „Stort je hart maar uit", waarde heer!" „Goed maar eerst een vraag: je hebt zeker nog geen tijd gehad om iets over die mevrouw Thompson uit te visschen?" (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 8