1 Over dieren. D T NT S D A G 13 JULI 1937 HAAHLEM'S DAGBLAD 5 VOOR DEN- -POLITIERECHTER Een bijzondere landlooper. Als regel zijn landloopers lieden, die hun domicilie veelal in Veenhuizen hebben en zoo om de een, twee of drie jaar met vacan- tie gaan. Als goede vacantiegangers hebben ze een spaarpotje gemaakt, waarvan ze op de voor hen aangenaamste wijze profiteeren, wat beteekent, dat ze de centen goeddeels in jenever omzetten, want hoe goed de be handeling in Veenhuizen ook moge zijn, een ding missen zij er in het oog, en dat is de borrel. Wanneer we dus zeggen, dat de landloo per aangeschoten was, zou ieder denken, dat hij de landlooperstraditie getrouw was ge bleven. Toch is dat niet zoo, want aange schoten beteekent in dit geval, dat een re volverkogel door veldwachter Collignon af gevuurd, de aardigheid had gehad zich in 's landloopers zitvlak te dringen. Hij was dus aangeschoten, als een haas of konijn. Men begrijpt, dat Collignon niet uit aar digheid den landlooper als schietschijf had gebruikt, maar hij had daar zijn goede reden voor. De landlooper toch had in den nacht met een zaklantaarn in de hand, een schaar en een beiteltje in den zak, om het huis van den dominee te Halfweg gespeurd, na onge nood den tuin te zijn binnengedrongen en toen de veldwachter dit met de goede orde te Halfweg niet in overeenstemming vond en daarover met den speurder wilde spreken, had deze zich zoo snel verwijderd, dat alleen een revolverkogel hem kon inhalen, maar die had dan ook meteen aan de hardlooperij een eind gemaakt. De landlooper had nog meer bijzonderhe den. Daar was eerst de pet van buitenge wone afmetingen, die al direct het vermoe den wekte, dat de drager uit het land van Pallieter kwam en als we hem hoorden spre ken van: „menier de voorzitter" en: „ik zijn ierder in Holland geweest", dan bleef er geen twijfel over; 't was een stamverwant van over de grens. Maar hij was, zei hij, meer dan stamver want. want zijn vader was een Hollander en hij mocht dan Belg zijn, zijn hart hing aan Holland, waarover hij zijn vader altijd met zoo groote liefde had hooren spreken. Onge lukkig was het. wat hem aangaat, een een zijdige liefde, want toen hij als hij verder in zoet Vlaamsch vertelde in 1935 een bezoek aan Rotterdam had gebracht en zijn intrek had genomen in een hotelletje op den Schiedamschen dijk, was er politie gekomen en had hem zonder veel plichtplegingen over de grens gebracht. Dat was dan ook de reden geweest, waar om hij het op een loopen zette, toen hij Col lignon zag en niet stilhield toen die hem aanriep en waarschuwingsschoten loste, zoo dat er tenslotte ean kogel aan te pas moest komen. Nu stond hij voor landlooperij terecht, dat wil zeggen, dat hij weer op de nominatie stond om naar Vlaanderen te worden ge bracht. De Officier zei, het zeer op prijs te stellen, dat onze zuidelijke broeders met lof over Holland spreken; dat streelt onze nationale ij delheid, maar als er Vlaamsche broeders zijn, die hier 's nachts met zaklantaarns om de huizen sluipen, hebben we die toch maar liever niet. Veldwachter Collignon, die voor 't hekje stond, bekeek met bijzondere belangstelling een vulpen, die zich bij den inventaris van den vreemdeling bevond en zei toen: ,„Die is gestolen en staat gesignaleerd in het politie blad. Kijk u maar; een barstje onder den dop. Die moet in Abcoude gestolen zijn". Hoe kom je er aan? vroeg de politierech ter den verdachte en deze antwoordde, de vulpen te Amsterdam op de markt voor „een gulden en een half" te hebben gekocht. De politierechter schatte de waarde op twee kwartjes en meende, dat de man een slechten koop had gedaan. De man vertelde verder, dat hij, behalve uit liefde voor Holland, ook naar hier was gekomen om werk te zoeken: dat hij heel geen kwade bedoelingen had gehad en met zijn zaklantaarn gezocht had naar een plekje om uit te rusten, want zijn voeten hadden hem zeer gedaan vanwege zijn nieuwe schoe nen. Een landlooper met nieuwe schoenen en zeere voeten, een zaklantaarn, een vulpen en een beiteltje neen, dat is toch je ware landlooper niet en de Officier wilde hem dan ook niet naar Veenhuizen hebben, maar vroeg alleen 6 dagen hechtenis en dan: adieu! De politierechter was het er mee eens en de would-be-landlooper bedankte „menier de voorzitter" blij, dat hij er met zes dagen af kwam. Hij had al eens 8 maanden voor diefstal en 6 maanden voor poging tot diefstal ge had Rakjehoekema. De politierechter vroeg of dit volapük was, maar de juffrouw, die beweerde, dat een an dere juffrouw dat tegen haar had gezegd en er zich vreeselijk beleedigd door had gevoeld vond dit blijkbaar een deel van de gewone omgangstaal, van de omgangstaal dan in de buurt van de Jodenbreestraat te Amsterdam, want schoon partijen nu in Zandvoort ver blijven, is het niet onwaarschijnlijk, dat ze uit genoemde buurt stammen. Er was nog een uitdrukking gebezigd, die den politierechter vreemd in de ooren klonk; ditmaal door de juffrouw die door rakje hoekema beleedigd was. Zij had tegen de andere juffrouw gezegd: „gesmatte jodin", wat ook al weer aan 't Waterlooplein doet denken. Om te kunnen beoordeelen of rakjehoe kema en gesmatte jodin beleediging inhiel den, moest de politierechter er eerst de ver taling van hebben en zoo hoorden we dan, dat het eerste zooveel zou beteekenen, als vuilpoes en het tweede als afvallige. We wil len even verduidelijken, dat rakjehoekema eigenlijk gelezen moet worden: rak(zuiver- je-,hoeken-(van de kamer)-maar. dus: „maak je huis beter schoon", 't Is dus geen volapük, ook geen Hebreeuwsch, maar Hollandsch. Van „gesmatte" kennen we geen afleiding, dat brengen we dus maar onder het Water- loopleinsch. De juffrouw, die gesmatte jodin had ge zegd. moest daardoor terechtstaan en boven dien voor het feit, dat zij de toegesprokene in het gezicht had gespuwd en dat zou men niet verwacht hebben van de juffrouw in haar zeegroen koket costuum, met haar hoedje dernier cri, haar voile, haar witte kaphandschoenen, haar hooggehakte witte sandaalschoentjes. Zeegroene toiletjes beteekenen dus nog geen welgemanierdheid. De Officier zei. dat hij nu nog een boete zou eischen, maar dat het uit moest zijn met schelden en spuwen, want dat er anders wel eens gevangenisstraf kon volgen. Dezen keer vroeg hij f 10 boete. De" juffrouw was van oordeel, dat eigenlijk de andere juffrouw terecht moest staan en er meineeden waren afgelegd, maar de poli tierechter geloofde er niets van en gaf de ge vraagde boete. Nieuw logement van liet Leger des Heils. De officiëele opening. Eenigen tijd geleden hebben wij reeds bij zonderheden gemeld over 't nieuwe goedkoope logement van 't Leger des Heils waarmede het gebouw aan het Spaame is uitgebreid. Maan dagmiddag had de opening plaats, die door vele belangstellenden werd bijgewoond. De bijeenkomst stond onder leiding van den maatschappelijk secretaris, luitenant kolonel J. p. Rawie, die, nadat een openings lied was gezongen en brigadier J. C. Bakker in gebed was voorgegaan, een inleidend woord sprak, waarin hij den aanwezigen hartelijk welkom heette. Onder dezen bevonden zich de heeren W. J. B, van Liemt, loco-burge meester en wethouder voor de werkloosheids- zorg, S. C. de Haas van Dorsser, directeur van Maatschappelijk Hulpbetoon, mr. dr. W. p. Vis. voorzitter van den Armenraad, mr. J. N. J. E. Heerkens Thijssen, voorzitter van den Reclasseeringsraad mr. E. J. W. Top, politie rechter, mr. C. Blankevoort, secretaris van de afdeeling Haarlem van het Nederlandsche Genootschap tot zedelijke verbetering der ge vangenen en B. Vlas, commandant van het Leger des Heils. De heer Rawie vertelde, dat het idee van het karakter der verbouwing uitgegaan was van commandant Vlas. Hij bracht hem daarvoor hartelijk dank, alsmede Commandant Bouwe Vlas. voor den financieelen steun dien het hoofd kwartier had verleend. Spreker gaf den wensch te kennen, dat de uitbreiding aan haar doel zou mogen beantwoorden en hoopte dat het Leger mocht voortgaan op den weg van den vooruitgang. Nadat de officieren van het Maatschap pelijk departement zich In een kwartet had den doen hooren, hield de heer Van Liemt een korte toepraak. Hij bracht een woord van dank en gelukwensch namens het gemeente bestuur, dat belangstelling heeft voor den arbeid van het Leger des Heils. Spreker wist zich doordrongen van het goede werk, dat in de afgeloopen 25 jaar is verricht. Hij hoopte, dat God's zegen op dit werk mocht blijven rusten en dat de beteekenis van dien arbeid zou ihogen doordringen tot allen, die zich moreel en financieel voor het Leger in teresseeren. GENEESKRACHTIGE ZOUTWATERBRONNEN voor lijders aan Kheumatiek, Ischias, enz. Met succes werden ook hardnekkige gevallen behandeld 1A7R» "M»UL.4CYl. ll VI 3rDE LUXE CUCH 4PUJTSEN N.V. GEBR. H. F. KIMMAN wagenweg 8—10 plein 23—25 telefoon 13850 telefoon 11578 (Adv. Ingez. Med.) Mr. dr. Vis, die hierna het woord nam. zeide gaarne aan de uitnoodlging op deze plechtigheid aanwezig te zijn, gevolg te heb ben gegeven. Het Leger des Heils is een instel ling, die van groot belang is en de Armen raad weet dat des te beter, omdat hij de trait d'union vormt tusschen het sociale werk dat in Haarlem verricht wordt. De Armen raad is getuige geweest van den heilzamen arbeid van het Leger. Spreker hoopte, dat de totstandkoming van de uitbreiding een aansporing mocht vormen voor allen, die het Leger des Heils hun steun willen verleenen, Vervolgens sprak de heer De Haas van Dorsser, die zijn vreugde over de nieuwe uit breiding tot uitdrukking bracht. Zoolang hij zijn tegenwoordige functie vervult heeft hij aangenaam met het Leger samengewerkt. De verhouding was altijd uitstekend, onge twijfeld tot heil van de menschen, wien het liefdadigheidswerk ten goede komt. Spreker hoopte, dat de verbetering er toe zou mogen bijdragen, diegenen, die totnogtoe weiger achtig stonden tegenover het gebruikmaken dezer instelling, tot andere gedachten te brengen. Met zijn hartelijke felicitaties en den wensch, dat de goede verstandhouding tusschen zijn dienst en het Leger mocht blijven voortbestaan, eindigde spreker zijn rede. Als laatste voerde commandant Bouwe Vlas het woord. Hij gaf een uitvoerig over zicht van den geestelijken en maatschappe- lijken arbeid, dien 't Leger des Heils sinds 'zijn ontstaan verricht heeft. Het Leger kan alles „goedkoop" doen o.a. omdat de officieren bereid zijn hun taak te vervullen zonder daarvoor een hooge belooning te vragen. Maar daarnaast heeft spreker ook het geloof, dat het werk goed gebeurt, hetgeen blijkt uit de verklaringen van de autoriteiten, die met het Leger in aanraking komen en van hen, voor wie de arbeid geschiedt. De commandant dankte tenslotte, allen, die van hun sympa- tieke belangstelling hadden doen blijken. Gemeenschappelijk werd nog een slotzang gezongen, waarna de chef- secretaris kolonel A. C. Beekhuis, in het dankgebed voorging. De aanwezigen werden hierop in de gelegen heid gesteld het nieuwe logement in oogen- schouw te nemen. Tot hen, die de opening bijwoonden behoor den, behalve de reeds genoemden, nog de heeren J. G. A. Klein namens den R.K. Reclasseeringsraad en R. de Blaauw, directeur van het Huis van Bewaring. (Adv. Ingez. Med.) examens handenarbeid De minister van Onderwijs, K. en W. brengt ter kennis van belanghebbenden, dat, behou dens onvoorziene omstandigheden, het examen ter verkrijging van een akte van bekwaam heid in handenarbeid o.m. zal worden gehou den te Haarlem in het gebouw van de Rijks kweekschool voor onderwijzers en onderwij zeressen, Leidsche vaart 220, op alle werkda gen gedurende het tijdvak van 28 Juli tot en met 21 Augustus a.s., aanvangende des voor middags om 9 uur. 1ste H. B. S. B. T oelatinssexamens. Geslaagd voor het toelatingsexamen tot de 1ste klasse: H. L. Baum, Nella Boon, Aagtje van der Burg, Hedwig P. de Jonge, J. Klerk. Elisabeth D. J. Kruijt, Elly Leupen. Hetty A. v. Nikk. Kuijper. Alida H. Reijers. C. H. de Ridder, Car- la F. Trupp, J. W. Damiaans, J. M. den Hartog, F. L. Ossendorp, J. Seyffert, R. de Vita, R. van Waard, I. Molenaar, F. van der$Veide, B. Bot man, G. B. J. Sorgdrager, H. van de Lint, L. A. Metz, F. N. R. van de Vijver, J. A. van Ek, J. Scholten, J. Brouwer, W. Annaert, Hildegard Baumann, C. Chr. Uylenhoed, W. J. Zwaag, Johanna C. de Beer, W. G. Jansen, Maria C Revalk. K. van der Heide, J. H. Wagenmakers, P, Fr. Abbink Spaink, J. Bakker, R. Cransberg, E. W. Dopheide N. J. W. Easton, M. Han, Th. G. Klay. H. Koster, J. J. Kraft, Margaretha W. Sickler, Wopke van der Veen, J. A. J. Veenen- bos, Marianne M. Graaff, A. B. Hettema, Ellie van der Kaay, Maria A. T. Kikkert, J. H. Mul der, R. J. Smit. Antje E. Steenhuis, Wanda E. de Visser, H. Bitter, Geertruida Hermann, Jo> hanna H. Thürkow, J. W. Schisimel, L. J. Gra ven, H. C. Nijboer, F. Wafelbakker, C. Uidam, Thea K. van Asperen, J. G. Wijkhuizen, E. Pra- ger, R. Koiter, Geertruida C. M, Nijsen, Ge. rarda A. Brands, A. Joustra, H. G. Kappert, F. W. J. Wilde. Overgangsexamens. Bevorderd, waaronder eenige leerlingen voor waardelijk. Bevorderd naar de 2de klasse: Hans Appelman, Henjo Bellaart, Albert van Brederode. Puk Fris, Carel van Gelderen. Eddy Goode, Margot Halm, Wim Hermes, Heleentje Hofstede Koopman, Pim Hooning, Frits Jans sen, Kees Klerk, Frans King, Geer Pregel, Flip van Rhijn, Jan Vercruijsse. Simon Verheus, Robby Vunderink, Kees Willem-ze, Frans van Amerongen, Joop In den Bosch, George Dup- ker, Robert Eikenboom, Ben Hooghoudt, Piet Kamstra, Tjebbo de Koningh, Henk de Langen. Sieka Lantinga. Dolf van Leesten, Jan Martin, Henk Mooiweer, Jan Pet, Jan Poot, Günther Simon, Toosje van der Sleen, Joke Sperwer, Hans Staal, Wolfgang Weisz, Mineke v. Liere. Hans Carpentier Alting, Ab Groustra, Gerrit Harmsen. Freddy Hoogewoning, Jaap de Jong, Bob Nebbeling, Ine Nijsen, Bé van Ommen. Johan van Oyen, Henk Prinsen Geerligs, Cor Schuurmans, Jan Sikkema, Henk Steensma, Erik Warendorf, Dick van Woerkom, Magda van der Zouwe, Jan Koers. Wim Weriich. Bevorderd naar de 3e klasse: Jan Bais, Albert Beens, Andrïes Boer, Wiesje Dalmeijer, Hans Dopheide, Wieb Dorsman, Henk van Eendenburg, Jan Hoge- weg, Guus Hooyen, Willy Ingerman, Carla Jansen, Jurjen de Jong, Henk Krug. Freek Lennings, Otto Lettinga, Warner Lubberink, Max Polak. Lody Schmit Jongbloed. Clara Slager, Herman Vernout, Mientje van de Weg, Kees van der Zouwe, Adri Zuithoff, Arie van Gent. Nico Beets, Mientje Bremer, Clara Coltof, Jan Crince le Roy. Robbie v. Erpers Royaards, Jaap Goeting, Kees Kik kert, Anke Koster, Rogier Kraft, Trees Ku- batz, Ton ter Laag, Age van Leunen, Tiny Liebregs. Kees Lodewijks, Gerda Macpherson, Ernst Otter, Teun PaLs, Dolf Pfersich, Nol Terpstra. Herman Werker, Ate Vunderink. Bevorderd naar de 4de klasse: Carel van Amerongen, Frank Appelman, Lies Bakker, Wim Bijlo, Dick Daam, Jaap Freudenborg, Tilly van Geelen, Annie Jacobs, Riek de Jong, Piet van Kampen, Nelly Kikkert, Bob van Meerwijk, Eddy de Munck, Lous Muijs van de D. H. ROODHUYZEN Co. n.v. MAKELAARS SUIKER - RUBBER - KOFFIE.. CACAO per contract Amsterdamsche Liquidatiekas N.V. SUIKER. RU8BER. KOFFIE. CACAO. KATOEN, ALLÉ GRANEN ENZ. TER BEURZE VAN LONDEN, LIVERPOOL. NEW YORK, CHICAGO. WINNIPEG. ENZ. DAM 2. Telofoon No. 30012-31012 AMSTERDAM-C Bourc NI» 2. T*W. 30012 T«legramadr«i: CARLOS-AMSTERDAM ./dit (Adv. Ingez. Med.) Haverman Co. door BERT LOVEN. Mijnheer Cornells Haverman zat met een sombere uitdrukking op zijn gelaat te staren naar een schilderij, dat aan den wand hing. Het was een crayonteekening. voorstellende het levensgroote profiel van zijn eenige dochter Elly. Die sombere uitdrukking was het gevolg van een kort, maar veelbeteekenend onderhoud, dat hij dien morgen met zijn dochter gevoerd had. Het beteekende niets meer of minder dan de mededeeling van het meisje, dat zij verliefd was op een jong civiel-ingenieur, met name Jack Wessing. De jongeman zou dezen middag den officieelen stap wagen en den vader van zijn beminde de toestemming tot hun verloving vragen. Het was mijnheer Haverman, alsof de beken tenis van zijn dochter hem als zijn doodvonnis in de ooren klonk. Achttien jaar lang had hij de verzorging van zijn kind, zijn Elly, op de best denkbare wijze volbracht. Zij was nu een mooi meisje gewor den.. Haverman had zijn kind lief met zijn geheele ziel, hij verafgoodde haar en juist nu, op het oogenblik, dat hij haar voor geen geld ter we reld zou willen missen, kwam zoo'n vreemde snoeshaan haar hoofdje op hol brengen. Van daag zou de beslissende slag vallen. Neen maar.Haverman beschouwde de po ging van den jongeman als niets minder dan diefstalkinderroofeen fatsoenlijk mensch onwaardig. Iemand, die daartoe in staat was, had geen greintje gevoel van men- schelijkheid in het hart. Hoe haatte hij alle jongelieden, die, als hij met zijn lieveling wandelde, het durfden wa gen. haar een glimlach of een lonkje toe te werpen. Hemdien ingenieur, dien onver laat, over wien Elly dien morgen zoo geest driftig had gesproken, haatte hij dubbel. O, als de schurk het durfde wagen, over zijn drempel te komen, danVerschrikt vloog hij overeind, toen er gebeld werd. „Drommels, zou hij het toch wagen, ondanks mijn waarschuwing?" mompelde mijnheer. Het dienstmeisje opende de deur en diende een heer aan. die mijnheer Haverman wensch- te te spreken. Het gelaat van den ouden man was verwron gen van woede enhij nam zich voor. den bezoe ker dusdanig den mantel uit te vegen, dat hij er voorgoed voor zou bedanken, hem ooit weer met het gezeur om zijn dochter lastig te vallen. Een oogenblik later werd weer de kamerdeur geopend en op den drempel verscheen een on berispelijk gekleede jongeman, die een beleefde buiging voor den heer des huizes maakte. .„Mijnheer Haverman?" vroeg hij. terwijl zijn btyk toevallig op het groote schilderij viel, en daar een oogenblik welgevallig op bleef rusten. Deze ongepaste belangstelling maakte Ha verman zoo mogelijk nog boozer en hij brulde: „Ja. mijnheer Havermandat ben ik! Dat weet je opperbest." „Excuseer, mijnheer. Ik wilde „Schei maar uit! Ik weet heel goed, wat u wilt. Dat behoeft u mij niet te komen vertel len. Ik heb vanmorgen van de zaak kennis ge kregen. U komt en dringt hier als een misda diger binnen, om de rust en den vrede in een tot nog toe gelukkig huisgezin te verstoren wat zeg ik?te verstoren??? Te vernietigen. dat is je doel en anders niet! „Ik vraag nogmaals beleefd excuus. Ik kom om „Drommels nog toe, mijnheer!" stoof Haver man op. „Ik zeg u toch, dat ik het al weet? Waartoe die verdraaiing van uw woorden, die toch op hetzelfde neerkomen? Ik heb steeds gelukkig met mijn vrouw en eenig kind ge leefd en daar kom jij, als een torpedo mijn huis binnenvallen en „Het spijt mij werkelijk, dat ik u4en uw ge zin stoor in uw vredige rust," onderbrak de be zoeker den woedenden man. „Storen?storen?Maar man, heb je dan geen greintje menschelijk gevoel in je lijf? Kan je dan niet begrijpen met je bekrompen verstand, hoe onmenschelijk het is, een paar gelukkigen ouders hun kind te ontrooven?" „Pardon, mijnheer!" zei de ander verbaasd, „dat is in het geheel mijn bedoeling niet." „Neen, natuurlijk niet. Die praatjes ken ik. Het is hetzelfde banale zinnetje, dat alle jon gelui plegen te gebruiken." U verliest Uw dochter- niet. U kunt haar immers dagelijks zien en spreken? En dan binnensmonds „Liever heb ik, dat je wegblijft". Zoo is het immers? Dacht je, dat ik nooit iets als een huwelijkaanzoek heb meegemaakt, en dacht je, dat ik den onzin niet ken, dien de jongelui tegen de moeder en den vader van hun prooi plegen uit te kramen?" „Mijnheer", antwoordde de bezoeker kalm, „ik geloof, dat hier een komische, misschien tragische, maar in ieder geval betreurenswaar dige dwaling „Zeker!zekerhet is een betreurens waardige dwaling van de ouders, als zij aan de mooie, huichelachtige frasen van jongelui als van jouw slag geloof slaan, om dan latei- te moeten ervaren, dat hun lieve schoonzoon er op uit is, hun, behalve hun kind, ook nog een groot deel van hun inkomsten te ontroo ven. Hen in elk geval voor de bruilof tskosten te laten opdraaien. Het ishet is Haverman stikte -bijna van woede, temeer, daar de man tegenover hem al deze grofheden kalm over zijn hoofd liet gaan en voortdurend glimlachend naar hem keek. „Pardon!Ik moet zeggen, dat uw parti culiere aangelegenheden mij uitermate interes seeren maar...." „Natuurlijk, ze interesseeren u, maar verder gaan ze u niet aan, hè? Gij wenscht immers alleen mijn dochter, met al de voordeelen, daaraan verbonden, en als die verbrast zijn, dan volgt er een heel onschuldig briefje met het verzoek om alstublieft wat contanten." „Maar mijnheer Havermanik wilde en kel en alleen „Probeeren, mij te plunderen. Beken het maar gerust. U vergist u echter, als u denkt, dat ik tegen de lamp zou loopen. Of dacht u misschien Het scheen, dat dit geïnterrumpeer den be zoeker ging vervelen. ..Luister dan tenminste één enkel oogenblik naar mij", drong hij met verheffing van stem aan. „Nooit, zeg ik u! Nooit zal ik naar uw non sens luisteren. En nu moet het uit zijn hoort u? Uit moet het zijn! „Maar bekijk dan tenminste even deze pa pieren, mijnheer. Dat zijn toch geen „Papieren?Wat papierenDacht u soms, dat ik wat geef om die diploma's van tegenwoordig? Bah De bezoeker stampte ongeduldig met den voet op den grond. „Maar laat mij dan eindelijk eens uitspre ken en val mij niet herhaaldelijk in de rede, anders zal ik tot mijn spijt genoodzaakt zijn, het recht Het gelaat van Haverman zwol op van woede en schier buiten adem stotterde hij: „Wat?U wilt mij dreigen?Ja jaik begrijp hetu wilt zeggen, dat u dan van het recht van een meerderjarig meis je gebruik zult maken, om je zin door te drij ven. Maai- ik zeg je hierbij, jongmensch, dat mijn dochter pas over drie jaar meerderjarig is." De ander schoot plotseling in een onbedaar lijke lachbui. „Maar, mijnheer Haverman, wat heeft uw dochter in hemelsnaam met onze zaken te maken? Wat heeft zij voor belang bij obliga ties en prolongaties? „Obligaties?Prolongaties?stamelde Haverman, „Maar wie bent u dan?" „Ik ben de hoofdkassier van de Nationale Bank. Ik kom u de aanüeelbewijzen brengen van de pas opgerichte naamlooze vennoot schap Haverman Co." „Drommels nog toe. mijnheer!" zei de an der met een benepen lachje. „Waarom hebt u mij dat niet eerder gezegd, dan hadden al die leelijke woorden achterwege kunnen blijven. Elly Haverman en Jack Wessing hadden het eigenaardige onderhoud in het naastgelegen vertrek van het begin tot het einde verstaan en beiden hoorden zij, dat de booze bui van mijnheer Haverman, door dit intermezzo ge heel was verdwenen. Hij lachte een hartelijken lach. „Nu is het tijd. fluisterde de jongeman „We moeten het ijzer smeden, als het" heet is." Ze slopen op hun teenen naar de deur en de overrompeling was zoo geweldig, dat mijnheer Haverman de nederlaag leed. Dwars door Limburg. Een mijner kennissen kampeerde op een groot weiland vlak bij een boerderij in het Zuiden van Limburg. Zij hadden mij gevraagd een dagje dit buitenlëven te komen meemaken. We verrasten hem op een der mooie middagen der vorige week. De vrouw des huizes was bezig met huishoudelijk werk en de echtgenoot repareerde een krukje een der meubelen die was bezweken onder den last van een zijner huisgenooten. De boerenkippen die ook deze nieuwe bewo ners als hun buren beschouwden, liepen in en uit en de koeien die in den omtrek graasden hadden ook reeds een beleefdheidsbezoek ge bracht, maar tot ontevredenheid der huis vrouw, die in haar slaap was gestoord en wak ker geworden, een koe door de kieropening van het zeildoek van de tent zag gluren. Wij maakten een wandeling in de omgeving, dwars door de landerijen en door de hofsteden, en rustten eindelijk uit in een echt Liniburgsch restaurant. Daar kwam een wagen aangereden, hoog beladen met huisraad. Een zwaar Belgisch paard trok den wagen en de bewoners een echte Limburger met echtgenoote boven op den wagen. Naast den wagen een jongen met een mand met vier kippen, aan de andere zijde een jongen met een mand waarin twee eenden, en achteraan een jongen met een grooten grijzen kater in een kistje. Dat is nu een echte Limburgsche verhuizing vertelde ons de eigenaar van het restaurant, alles gaat mee in één nacht, huisraad en dieren, niets blijft achter. De kater loopt nog wel eens terug naar de oude woning, maar dan haalt een der kinderen hem terug. Zoolang tot ook hij aan de nieuwe omgeving is gewend ge raakt. Het is goed dit geval eens te memoreeren; hoe dikwijls gebeurt het niet dat dieren ach terblijven. wanneer de bewoners zijn vertrok ken. De verschillende houders van dieren-asyls zouden daarvan vele verhalen kunnen doen, van zwervende dieren, die moesten worden opgehaald. Laat men de huisdieren toch beschouwen als huisgenooten. De gemoedelijke Limburger geeft ons een voorbeeld! Een goede wenk van Zuid-Nederland aan de Noordelijker gelegen streken kan wellicht nog tot goede uitwerking leiden. SERNé. Moer, Theo Rose, Daan Steyn Parvé, Willy Stibbe, Jaap Struijk, Hans Thonus. Dick Tol lenaar. Jan van der Valk. Wil Vorstman, Kees Wafelbakker, Arnold van der Wal. Eelko de Boer, Job Dapper. Nanning Dijk stra, Benny Fiege, Jan. Gerbranda, Frieda van Haften. Adri Hellïngs. Pank Hoogen- doorn. Ton Josso, Kees Koning, Peter Kruijt Willem Lettinga, Kees van Looy, Marius Mauritz, Nettie Milders, Jan Mosk, Piet Olt- hoff, Wim van Putten, Paul Schras, Mies Troll, Fred Urbanus, Fred Vas Dias, Anneke Warendorf, Sin-ie van de Weg, Tom Bastet, Theo Bergman, Kees de Boer, Bob Busking, Bep van Dusschoten, Teus van Dijk, Wim Geldof. Wim van der Heyden, Clara de Jong, Kees Joustra, Daan Kelderman. Rob Kirsch- baum, Hans Knoop. Johan Kuiper. Hannie Molenaar, Teddy Montijn, Adrie Pijl. Eppo Schoolderman, Henri Schultz, Wicher van der Sleen, Joke Ulsamer, Rolf van Veen, Ma rien Wanrooy, Piet Zalm. Bevorderd naar de 5de klasse: Fred. Alm-e- rood, Jelke Braaksma, Loek van den Broek, Karei Crince Le Roy, Fred, van Eendenburg. Ab Everard, Wim van de Geer, Hans Gulde- mond, Ab de Haan. Jaap 't Hart, Fred, Kui pers, Mientje Lucieer, Kees v. Meeuwen, Wim van Ree, Hans Seket, Noortje van Steenwïjk, Karei Valken, Herman Vreedenburgh, Max Weehuizen, Jo Berendsen, Wim van Erpers Royaards, Dudolf ten Feld. Willem de Jong, Kurt Kirschbaum, Olof de Lugt, Rico Meijer, Koos v. Mieren Loovenstijn, Riet Müller. Henk Nysen, Kees Romers, Herman Sta rink, Frank Thooft, Wim Visser, Lenie de Vries, Eddy Waalewijn, Emile Benard, Herman Boekwijt, Emüe Bridié, Han Donker sloot, Piet Eysker, Bob Fris. Willy Hout, Cobus Kooiman. Jaap Kroon, Wim Muller, Rie Os- tendorf, Johan den Otter, Riet. van der Put ten. Greetje Schmit Jongbloed. Geert Sten gel-, Max v. Til, Henk Verheus, Jan Wackwitz Tom van der Weide, Dik Wolters, voofeo n O e: r: on d g.n Ljeuvv de regeling op de groote markt. Woensdagavond half acht zal de Groote Markt voor alle verkeer worden afgesloten. Auto's, die daar geparkeerd staan, moeten voor dien tijd worden verwijderd. Fietsen aan de hand medenemen is verboden. De toegang tot de Groote Markt wordt slechts verleend van de Zijlstraat uit, alle andere toegangen zijn absoluut afgesloten. De medewerkenden en de leden van den Nieuwen Haarlemschen Kunstkring moeten allen hun insigne zichtbaar dragen, aange zien anders de toegang tot de Groote Markt zal worden geweigerd. Medewerkenden of leden van den N. H. K. komen, evenals de genoodigden en verder een ieder, die in het bezit is van een kaart, via de Zijlstraat op de Groote Markt. Personen, die niet in het bezit van een kaart zijn, doen 't best om via de Riviervisch- markt de Groote Markt te bereiken. De regeling voor de tribune zoowel als voor alle overige zitplaatsen is in iianden gesteld van den Nachtveiligheidsdienst, waar ook eventueel de kaarten verkrijgbaar zijn. Een ieder wordt aangeraden uiterlijk vijf minuten over acht aanwezig te zijn. omdat te kwart over acht de vaandelstoet de Groote Markt zal opmarcheeren voor het défilé. Daarna zal het niet meer mogelijk zijn, de Groote Markt te bereiken. De vereenigingen. die aan het vaandel-dé filé deelnemen, moeten te 7.45 uur op het Stationsplein aanwezig zijn. De route, welke de stoet zal nemen is als volgt: Kruisweg. Kruisstraat, Krocht, Nieuwe Groenmarkt. Zijlstraat. Ongeveer tien uur Is het concert afgeloo pen. Daarna blijven de kinderen nog even op hun plaats, opdat aan de ouders de gelegen heid kan gegeven worden, de kinderen even tueel af te halen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 7