1
Over dieren.
D T NT S D A G 13 JULI 1937
HAAHLEM'S DAGBLAD
5
VOOR DEN-
-POLITIERECHTER
Een bijzondere landlooper.
Als regel zijn landloopers lieden, die hun
domicilie veelal in Veenhuizen hebben en
zoo om de een, twee of drie jaar met vacan-
tie gaan. Als goede vacantiegangers hebben
ze een spaarpotje gemaakt, waarvan ze op
de voor hen aangenaamste wijze profiteeren,
wat beteekent, dat ze de centen goeddeels
in jenever omzetten, want hoe goed de be
handeling in Veenhuizen ook moge zijn, een
ding missen zij er in het oog, en dat is de
borrel.
Wanneer we dus zeggen, dat de landloo
per aangeschoten was, zou ieder denken, dat
hij de landlooperstraditie getrouw was ge
bleven. Toch is dat niet zoo, want aange
schoten beteekent in dit geval, dat een re
volverkogel door veldwachter Collignon af
gevuurd, de aardigheid had gehad zich in
's landloopers zitvlak te dringen. Hij was dus
aangeschoten, als een haas of konijn.
Men begrijpt, dat Collignon niet uit aar
digheid den landlooper als schietschijf had
gebruikt, maar hij had daar zijn goede reden
voor. De landlooper toch had in den nacht
met een zaklantaarn in de hand, een schaar
en een beiteltje in den zak, om het huis van
den dominee te Halfweg gespeurd, na onge
nood den tuin te zijn binnengedrongen en
toen de veldwachter dit met de goede orde
te Halfweg niet in overeenstemming vond en
daarover met den speurder wilde spreken,
had deze zich zoo snel verwijderd, dat alleen
een revolverkogel hem kon inhalen, maar
die had dan ook meteen aan de hardlooperij
een eind gemaakt.
De landlooper had nog meer bijzonderhe
den. Daar was eerst de pet van buitenge
wone afmetingen, die al direct het vermoe
den wekte, dat de drager uit het land van
Pallieter kwam en als we hem hoorden spre
ken van: „menier de voorzitter" en: „ik zijn
ierder in Holland geweest", dan bleef er
geen twijfel over; 't was een stamverwant
van over de grens.
Maar hij was, zei hij, meer dan stamver
want. want zijn vader was een Hollander en
hij mocht dan Belg zijn, zijn hart hing aan
Holland, waarover hij zijn vader altijd met
zoo groote liefde had hooren spreken. Onge
lukkig was het. wat hem aangaat, een een
zijdige liefde, want toen hij als hij verder
in zoet Vlaamsch vertelde in 1935 een
bezoek aan Rotterdam had gebracht en zijn
intrek had genomen in een hotelletje op den
Schiedamschen dijk, was er politie gekomen
en had hem zonder veel plichtplegingen over
de grens gebracht.
Dat was dan ook de reden geweest, waar
om hij het op een loopen zette, toen hij Col
lignon zag en niet stilhield toen die hem
aanriep en waarschuwingsschoten loste, zoo
dat er tenslotte ean kogel aan te pas moest
komen.
Nu stond hij voor landlooperij terecht, dat
wil zeggen, dat hij weer op de nominatie
stond om naar Vlaanderen te worden ge
bracht.
De Officier zei, het zeer op prijs te stellen,
dat onze zuidelijke broeders met lof over
Holland spreken; dat streelt onze nationale
ij delheid, maar als er Vlaamsche broeders
zijn, die hier 's nachts met zaklantaarns om
de huizen sluipen, hebben we die toch maar
liever niet.
Veldwachter Collignon, die voor 't hekje
stond, bekeek met bijzondere belangstelling
een vulpen, die zich bij den inventaris van
den vreemdeling bevond en zei toen: ,„Die is
gestolen en staat gesignaleerd in het politie
blad. Kijk u maar; een barstje onder den
dop. Die moet in Abcoude gestolen zijn".
Hoe kom je er aan? vroeg de politierech
ter den verdachte en deze antwoordde, de
vulpen te Amsterdam op de markt voor „een
gulden en een half" te hebben gekocht.
De politierechter schatte de waarde op
twee kwartjes en meende, dat de man een
slechten koop had gedaan.
De man vertelde verder, dat hij, behalve
uit liefde voor Holland, ook naar hier was
gekomen om werk te zoeken: dat hij heel
geen kwade bedoelingen had gehad en met
zijn zaklantaarn gezocht had naar een plekje
om uit te rusten, want zijn voeten hadden
hem zeer gedaan vanwege zijn nieuwe schoe
nen.
Een landlooper met nieuwe schoenen en
zeere voeten, een zaklantaarn, een vulpen en
een beiteltje neen, dat is toch je ware
landlooper niet en de Officier wilde hem dan
ook niet naar Veenhuizen hebben, maar
vroeg alleen 6 dagen hechtenis en dan:
adieu!
De politierechter was het er mee eens en
de would-be-landlooper bedankte „menier de
voorzitter" blij, dat hij er met zes dagen af
kwam.
Hij had al eens 8 maanden voor diefstal
en 6 maanden voor poging tot diefstal ge
had
Rakjehoekema.
De politierechter vroeg of dit volapük was,
maar de juffrouw, die beweerde, dat een an
dere juffrouw dat tegen haar had gezegd en
er zich vreeselijk beleedigd door had gevoeld
vond dit blijkbaar een deel van de gewone
omgangstaal, van de omgangstaal dan in de
buurt van de Jodenbreestraat te Amsterdam,
want schoon partijen nu in Zandvoort ver
blijven, is het niet onwaarschijnlijk, dat ze
uit genoemde buurt stammen.
Er was nog een uitdrukking gebezigd, die
den politierechter vreemd in de ooren klonk;
ditmaal door de juffrouw die door rakje
hoekema beleedigd was. Zij had tegen de
andere juffrouw gezegd: „gesmatte jodin",
wat ook al weer aan 't Waterlooplein doet
denken.
Om te kunnen beoordeelen of rakjehoe
kema en gesmatte jodin beleediging inhiel
den, moest de politierechter er eerst de ver
taling van hebben en zoo hoorden we dan,
dat het eerste zooveel zou beteekenen, als
vuilpoes en het tweede als afvallige. We wil
len even verduidelijken, dat rakjehoekema
eigenlijk gelezen moet worden: rak(zuiver-
je-,hoeken-(van de kamer)-maar. dus: „maak
je huis beter schoon", 't Is dus geen volapük,
ook geen Hebreeuwsch, maar Hollandsch.
Van „gesmatte" kennen we geen afleiding,
dat brengen we dus maar onder het Water-
loopleinsch.
De juffrouw, die gesmatte jodin had ge
zegd. moest daardoor terechtstaan en boven
dien voor het feit, dat zij de toegesprokene
in het gezicht had gespuwd en dat zou men
niet verwacht hebben van de juffrouw in
haar zeegroen koket costuum, met haar
hoedje dernier cri, haar voile, haar witte
kaphandschoenen, haar hooggehakte witte
sandaalschoentjes.
Zeegroene toiletjes beteekenen dus nog
geen welgemanierdheid.
De Officier zei. dat hij nu nog een boete
zou eischen, maar dat het uit moest zijn met
schelden en spuwen, want dat er anders wel
eens gevangenisstraf kon volgen. Dezen keer
vroeg hij f 10 boete.
De" juffrouw was van oordeel, dat eigenlijk
de andere juffrouw terecht moest staan en
er meineeden waren afgelegd, maar de poli
tierechter geloofde er niets van en gaf de ge
vraagde boete.
Nieuw logement van liet Leger des
Heils.
De officiëele opening.
Eenigen tijd geleden hebben wij reeds bij
zonderheden gemeld over 't nieuwe goedkoope
logement van 't Leger des Heils waarmede het
gebouw aan het Spaame is uitgebreid. Maan
dagmiddag had de opening plaats, die door
vele belangstellenden werd bijgewoond.
De bijeenkomst stond onder leiding van
den maatschappelijk secretaris, luitenant
kolonel J. p. Rawie, die, nadat een openings
lied was gezongen en brigadier J. C. Bakker
in gebed was voorgegaan, een inleidend woord
sprak, waarin hij den aanwezigen hartelijk
welkom heette. Onder dezen bevonden zich
de heeren W. J. B, van Liemt, loco-burge
meester en wethouder voor de werkloosheids-
zorg, S. C. de Haas van Dorsser, directeur van
Maatschappelijk Hulpbetoon, mr. dr. W. p.
Vis. voorzitter van den Armenraad, mr. J. N.
J. E. Heerkens Thijssen, voorzitter van den
Reclasseeringsraad mr. E. J. W. Top, politie
rechter, mr. C. Blankevoort, secretaris van
de afdeeling Haarlem van het Nederlandsche
Genootschap tot zedelijke verbetering der ge
vangenen en B. Vlas, commandant van het
Leger des Heils. De heer Rawie vertelde, dat
het idee van het karakter der verbouwing
uitgegaan was van commandant Vlas. Hij
bracht hem daarvoor hartelijk dank, alsmede
Commandant Bouwe Vlas.
voor den financieelen steun dien het hoofd
kwartier had verleend. Spreker gaf den
wensch te kennen, dat de uitbreiding aan
haar doel zou mogen beantwoorden en hoopte
dat het Leger mocht voortgaan op den weg
van den vooruitgang.
Nadat de officieren van het Maatschap
pelijk departement zich In een kwartet had
den doen hooren, hield de heer Van Liemt
een korte toepraak. Hij bracht een woord van
dank en gelukwensch namens het gemeente
bestuur, dat belangstelling heeft voor den
arbeid van het Leger des Heils. Spreker wist
zich doordrongen van het goede werk, dat
in de afgeloopen 25 jaar is verricht. Hij
hoopte, dat God's zegen op dit werk mocht
blijven rusten en dat de beteekenis van dien
arbeid zou ihogen doordringen tot allen, die
zich moreel en financieel voor het Leger in
teresseeren.
GENEESKRACHTIGE
ZOUTWATERBRONNEN
voor lijders aan
Kheumatiek,
Ischias, enz.
Met succes werden
ook hardnekkige
gevallen behandeld
1A7R» "M»UL.4CYl.
ll VI 3rDE LUXE CUCH 4PUJTSEN
N.V. GEBR. H. F. KIMMAN
wagenweg 8—10 plein 23—25
telefoon 13850 telefoon 11578
(Adv. Ingez. Med.)
Mr. dr. Vis, die hierna het woord nam.
zeide gaarne aan de uitnoodlging op deze
plechtigheid aanwezig te zijn, gevolg te heb
ben gegeven. Het Leger des Heils is een instel
ling, die van groot belang is en de Armen
raad weet dat des te beter, omdat hij de
trait d'union vormt tusschen het sociale werk
dat in Haarlem verricht wordt. De Armen
raad is getuige geweest van den heilzamen
arbeid van het Leger. Spreker hoopte, dat
de totstandkoming van de uitbreiding een
aansporing mocht vormen voor allen, die het
Leger des Heils hun steun willen verleenen,
Vervolgens sprak de heer De Haas van
Dorsser, die zijn vreugde over de nieuwe uit
breiding tot uitdrukking bracht. Zoolang hij
zijn tegenwoordige functie vervult heeft hij
aangenaam met het Leger samengewerkt.
De verhouding was altijd uitstekend, onge
twijfeld tot heil van de menschen, wien het
liefdadigheidswerk ten goede komt. Spreker
hoopte, dat de verbetering er toe zou mogen
bijdragen, diegenen, die totnogtoe weiger
achtig stonden tegenover het gebruikmaken
dezer instelling, tot andere gedachten te
brengen. Met zijn hartelijke felicitaties en
den wensch, dat de goede verstandhouding
tusschen zijn dienst en het Leger mocht
blijven voortbestaan, eindigde spreker zijn
rede.
Als laatste voerde commandant Bouwe
Vlas het woord. Hij gaf een uitvoerig over
zicht van den geestelijken en maatschappe-
lijken arbeid, dien 't Leger des Heils sinds
'zijn ontstaan verricht heeft. Het Leger kan
alles „goedkoop" doen o.a. omdat de officieren
bereid zijn hun taak te vervullen zonder
daarvoor een hooge belooning te vragen. Maar
daarnaast heeft spreker ook het geloof, dat
het werk goed gebeurt, hetgeen blijkt uit
de verklaringen van de autoriteiten, die met
het Leger in aanraking komen en van hen,
voor wie de arbeid geschiedt. De commandant
dankte tenslotte, allen, die van hun sympa-
tieke belangstelling hadden doen blijken.
Gemeenschappelijk werd nog een slotzang
gezongen, waarna de chef- secretaris kolonel
A. C. Beekhuis, in het dankgebed voorging.
De aanwezigen werden hierop in de gelegen
heid gesteld het nieuwe logement in oogen-
schouw te nemen.
Tot hen, die de opening bijwoonden behoor
den, behalve de reeds genoemden, nog de
heeren J. G. A. Klein namens den R.K.
Reclasseeringsraad en R. de Blaauw, directeur
van het Huis van Bewaring.
(Adv. Ingez. Med.)
examens handenarbeid
De minister van Onderwijs, K. en W. brengt
ter kennis van belanghebbenden, dat, behou
dens onvoorziene omstandigheden, het examen
ter verkrijging van een akte van bekwaam
heid in handenarbeid o.m. zal worden gehou
den te Haarlem in het gebouw van de Rijks
kweekschool voor onderwijzers en onderwij
zeressen, Leidsche vaart 220, op alle werkda
gen gedurende het tijdvak van 28 Juli tot en
met 21 Augustus a.s., aanvangende des voor
middags om 9 uur.
1ste H. B. S. B.
T oelatinssexamens.
Geslaagd voor het toelatingsexamen tot de
1ste klasse:
H. L. Baum, Nella Boon, Aagtje van der
Burg, Hedwig P. de Jonge, J. Klerk. Elisabeth
D. J. Kruijt, Elly Leupen. Hetty A. v. Nikk.
Kuijper. Alida H. Reijers. C. H. de Ridder, Car-
la F. Trupp, J. W. Damiaans, J. M. den Hartog,
F. L. Ossendorp, J. Seyffert, R. de Vita, R. van
Waard, I. Molenaar, F. van der$Veide, B. Bot
man, G. B. J. Sorgdrager, H. van de Lint, L. A.
Metz, F. N. R. van de Vijver, J. A. van Ek, J.
Scholten, J. Brouwer, W. Annaert, Hildegard
Baumann, C. Chr. Uylenhoed, W. J. Zwaag,
Johanna C. de Beer, W. G. Jansen, Maria C
Revalk. K. van der Heide, J. H. Wagenmakers,
P, Fr. Abbink Spaink, J. Bakker, R. Cransberg,
E. W. Dopheide N. J. W. Easton, M. Han, Th.
G. Klay. H. Koster, J. J. Kraft, Margaretha W.
Sickler, Wopke van der Veen, J. A. J. Veenen-
bos, Marianne M. Graaff, A. B. Hettema, Ellie
van der Kaay, Maria A. T. Kikkert, J. H. Mul
der, R. J. Smit. Antje E. Steenhuis, Wanda E.
de Visser, H. Bitter, Geertruida Hermann, Jo>
hanna H. Thürkow, J. W. Schisimel, L. J. Gra
ven, H. C. Nijboer, F. Wafelbakker, C. Uidam,
Thea K. van Asperen, J. G. Wijkhuizen, E. Pra-
ger, R. Koiter, Geertruida C. M, Nijsen, Ge.
rarda A. Brands, A. Joustra, H. G. Kappert, F.
W. J. Wilde.
Overgangsexamens.
Bevorderd, waaronder eenige leerlingen voor
waardelijk.
Bevorderd naar de 2de klasse:
Hans Appelman, Henjo Bellaart, Albert van
Brederode. Puk Fris, Carel van Gelderen. Eddy
Goode, Margot Halm, Wim Hermes, Heleentje
Hofstede Koopman, Pim Hooning, Frits Jans
sen, Kees Klerk, Frans King, Geer Pregel, Flip
van Rhijn, Jan Vercruijsse. Simon Verheus,
Robby Vunderink, Kees Willem-ze, Frans van
Amerongen, Joop In den Bosch, George Dup-
ker, Robert Eikenboom, Ben Hooghoudt, Piet
Kamstra, Tjebbo de Koningh, Henk de Langen.
Sieka Lantinga. Dolf van Leesten, Jan Martin,
Henk Mooiweer, Jan Pet, Jan Poot, Günther
Simon, Toosje van der Sleen, Joke Sperwer,
Hans Staal, Wolfgang Weisz, Mineke v. Liere.
Hans Carpentier Alting, Ab Groustra, Gerrit
Harmsen. Freddy Hoogewoning, Jaap de Jong,
Bob Nebbeling, Ine Nijsen, Bé van Ommen.
Johan van Oyen, Henk Prinsen Geerligs, Cor
Schuurmans, Jan Sikkema, Henk Steensma,
Erik Warendorf, Dick van Woerkom, Magda
van der Zouwe, Jan Koers. Wim Weriich.
Bevorderd naar de 3e klasse:
Jan Bais, Albert Beens, Andrïes Boer,
Wiesje Dalmeijer, Hans Dopheide, Wieb
Dorsman, Henk van Eendenburg, Jan Hoge-
weg, Guus Hooyen, Willy Ingerman, Carla
Jansen, Jurjen de Jong, Henk Krug. Freek
Lennings, Otto Lettinga, Warner Lubberink,
Max Polak. Lody Schmit Jongbloed. Clara
Slager, Herman Vernout, Mientje van de
Weg, Kees van der Zouwe, Adri Zuithoff,
Arie van Gent. Nico Beets, Mientje Bremer,
Clara Coltof, Jan Crince le Roy. Robbie v.
Erpers Royaards, Jaap Goeting, Kees Kik
kert, Anke Koster, Rogier Kraft, Trees Ku-
batz, Ton ter Laag, Age van Leunen, Tiny
Liebregs. Kees Lodewijks, Gerda Macpherson,
Ernst Otter, Teun PaLs, Dolf Pfersich, Nol
Terpstra. Herman Werker, Ate Vunderink.
Bevorderd naar de 4de klasse: Carel van
Amerongen, Frank Appelman, Lies Bakker,
Wim Bijlo, Dick Daam, Jaap Freudenborg,
Tilly van Geelen, Annie Jacobs, Riek de Jong,
Piet van Kampen, Nelly Kikkert, Bob van
Meerwijk, Eddy de Munck, Lous Muijs van de
D. H. ROODHUYZEN Co. n.v.
MAKELAARS
SUIKER - RUBBER - KOFFIE.. CACAO
per contract Amsterdamsche Liquidatiekas N.V.
SUIKER. RU8BER. KOFFIE. CACAO. KATOEN, ALLÉ GRANEN ENZ. TER BEURZE
VAN LONDEN, LIVERPOOL. NEW YORK, CHICAGO. WINNIPEG. ENZ.
DAM 2. Telofoon No. 30012-31012 AMSTERDAM-C
Bourc NI» 2. T*W. 30012 T«legramadr«i: CARLOS-AMSTERDAM
./dit
(Adv. Ingez. Med.)
Haverman Co.
door BERT LOVEN.
Mijnheer Cornells Haverman zat met een
sombere uitdrukking op zijn gelaat te staren
naar een schilderij, dat aan den wand hing.
Het was een crayonteekening. voorstellende het
levensgroote profiel van zijn eenige dochter
Elly.
Die sombere uitdrukking was het gevolg van
een kort, maar veelbeteekenend onderhoud, dat
hij dien morgen met zijn dochter gevoerd had.
Het beteekende niets meer of minder dan de
mededeeling van het meisje, dat zij verliefd
was op een jong civiel-ingenieur, met name
Jack Wessing. De jongeman zou dezen middag
den officieelen stap wagen en den vader van
zijn beminde de toestemming tot hun verloving
vragen.
Het was mijnheer Haverman, alsof de beken
tenis van zijn dochter hem als zijn doodvonnis
in de ooren klonk.
Achttien jaar lang had hij de verzorging van
zijn kind, zijn Elly, op de best denkbare wijze
volbracht. Zij was nu een mooi meisje gewor
den..
Haverman had zijn kind lief met zijn geheele
ziel, hij verafgoodde haar en juist nu, op het
oogenblik, dat hij haar voor geen geld ter we
reld zou willen missen, kwam zoo'n vreemde
snoeshaan haar hoofdje op hol brengen. Van
daag zou de beslissende slag vallen.
Neen maar.Haverman beschouwde de po
ging van den jongeman als niets minder dan
diefstalkinderroofeen fatsoenlijk
mensch onwaardig. Iemand, die daartoe in
staat was, had geen greintje gevoel van men-
schelijkheid in het hart.
Hoe haatte hij alle jongelieden, die, als hij
met zijn lieveling wandelde, het durfden wa
gen. haar een glimlach of een lonkje toe te
werpen. Hemdien ingenieur, dien onver
laat, over wien Elly dien morgen zoo geest
driftig had gesproken, haatte hij dubbel. O,
als de schurk het durfde wagen, over zijn
drempel te komen, danVerschrikt vloog
hij overeind, toen er gebeld werd.
„Drommels, zou hij het toch wagen, ondanks
mijn waarschuwing?" mompelde mijnheer.
Het dienstmeisje opende de deur en diende
een heer aan. die mijnheer Haverman wensch-
te te spreken.
Het gelaat van den ouden man was verwron
gen van woede enhij nam zich voor. den bezoe
ker dusdanig den mantel uit te vegen, dat hij
er voorgoed voor zou bedanken, hem ooit weer
met het gezeur om zijn dochter lastig te vallen.
Een oogenblik later werd weer de kamerdeur
geopend en op den drempel verscheen een on
berispelijk gekleede jongeman, die een beleefde
buiging voor den heer des huizes maakte.
.„Mijnheer Haverman?" vroeg hij. terwijl zijn
btyk toevallig op het groote schilderij viel, en
daar een oogenblik welgevallig op bleef rusten.
Deze ongepaste belangstelling maakte Ha
verman zoo mogelijk nog boozer en hij brulde:
„Ja. mijnheer Havermandat ben ik!
Dat weet je opperbest."
„Excuseer, mijnheer. Ik wilde
„Schei maar uit! Ik weet heel goed, wat u
wilt. Dat behoeft u mij niet te komen vertel
len. Ik heb vanmorgen van de zaak kennis ge
kregen. U komt en dringt hier als een misda
diger binnen, om de rust en den vrede in een
tot nog toe gelukkig huisgezin te verstoren
wat zeg ik?te verstoren??? Te vernietigen.
dat is je doel en anders niet!
„Ik vraag nogmaals beleefd excuus. Ik kom
om
„Drommels nog toe, mijnheer!" stoof Haver
man op. „Ik zeg u toch, dat ik het al weet?
Waartoe die verdraaiing van uw woorden,
die toch op hetzelfde neerkomen? Ik heb steeds
gelukkig met mijn vrouw en eenig kind ge
leefd en daar kom jij, als een torpedo mijn
huis binnenvallen en
„Het spijt mij werkelijk, dat ik u4en uw ge
zin stoor in uw vredige rust," onderbrak de be
zoeker den woedenden man.
„Storen?storen?Maar man, heb je
dan geen greintje menschelijk gevoel in je lijf?
Kan je dan niet begrijpen met je bekrompen
verstand, hoe onmenschelijk het is, een paar
gelukkigen ouders hun kind te ontrooven?"
„Pardon, mijnheer!" zei de ander verbaasd,
„dat is in het geheel mijn bedoeling niet."
„Neen, natuurlijk niet. Die praatjes ken ik.
Het is hetzelfde banale zinnetje, dat alle jon
gelui plegen te gebruiken." U verliest Uw
dochter- niet. U kunt haar immers dagelijks
zien en spreken? En dan binnensmonds
„Liever heb ik, dat je wegblijft". Zoo is het
immers? Dacht je, dat ik nooit iets als een
huwelijkaanzoek heb meegemaakt, en dacht je,
dat ik den onzin niet ken, dien de jongelui tegen
de moeder en den vader van hun prooi plegen
uit te kramen?"
„Mijnheer", antwoordde de bezoeker kalm,
„ik geloof, dat hier een komische, misschien
tragische, maar in ieder geval betreurenswaar
dige dwaling
„Zeker!zekerhet is een betreurens
waardige dwaling van de ouders, als zij aan
de mooie, huichelachtige frasen van jongelui
als van jouw slag geloof slaan, om dan latei-
te moeten ervaren, dat hun lieve schoonzoon
er op uit is, hun, behalve hun kind, ook nog
een groot deel van hun inkomsten te ontroo
ven. Hen in elk geval voor de bruilof tskosten
te laten opdraaien. Het ishet is
Haverman stikte -bijna van woede, temeer,
daar de man tegenover hem al deze grofheden
kalm over zijn hoofd liet gaan en voortdurend
glimlachend naar hem keek.
„Pardon!Ik moet zeggen, dat uw parti
culiere aangelegenheden mij uitermate interes
seeren maar...."
„Natuurlijk, ze interesseeren u, maar verder
gaan ze u niet aan, hè? Gij wenscht immers
alleen mijn dochter, met al de voordeelen,
daaraan verbonden, en als die verbrast zijn,
dan volgt er een heel onschuldig briefje met
het verzoek om alstublieft wat contanten."
„Maar mijnheer Havermanik wilde en
kel en alleen
„Probeeren, mij te plunderen. Beken het
maar gerust. U vergist u echter, als u denkt,
dat ik tegen de lamp zou loopen. Of dacht u
misschien
Het scheen, dat dit geïnterrumpeer den be
zoeker ging vervelen.
..Luister dan tenminste één enkel oogenblik
naar mij", drong hij met verheffing van stem
aan.
„Nooit, zeg ik u! Nooit zal ik naar uw non
sens luisteren. En nu moet het uit zijn
hoort u? Uit moet het zijn!
„Maar bekijk dan tenminste even deze pa
pieren, mijnheer. Dat zijn toch geen
„Papieren?Wat papierenDacht u
soms, dat ik wat geef om die diploma's van
tegenwoordig? Bah
De bezoeker stampte ongeduldig met den
voet op den grond.
„Maar laat mij dan eindelijk eens uitspre
ken en val mij niet herhaaldelijk in de rede,
anders zal ik tot mijn spijt genoodzaakt zijn,
het recht
Het gelaat van Haverman zwol op van woede
en schier buiten adem stotterde hij:
„Wat?U wilt mij dreigen?Ja
jaik begrijp hetu wilt zeggen, dat u
dan van het recht van een meerderjarig meis
je gebruik zult maken, om je zin door te drij
ven. Maai- ik zeg je hierbij, jongmensch, dat
mijn dochter pas over drie jaar meerderjarig
is."
De ander schoot plotseling in een onbedaar
lijke lachbui.
„Maar, mijnheer Haverman, wat heeft uw
dochter in hemelsnaam met onze zaken te
maken? Wat heeft zij voor belang bij obliga
ties en prolongaties?
„Obligaties?Prolongaties?stamelde
Haverman, „Maar wie bent u dan?"
„Ik ben de hoofdkassier van de Nationale
Bank. Ik kom u de aanüeelbewijzen brengen
van de pas opgerichte naamlooze vennoot
schap Haverman Co."
„Drommels nog toe. mijnheer!" zei de an
der met een benepen lachje. „Waarom hebt u
mij dat niet eerder gezegd, dan hadden al die
leelijke woorden achterwege kunnen blijven.
Elly Haverman en Jack Wessing hadden het
eigenaardige onderhoud in het naastgelegen
vertrek van het begin tot het einde verstaan
en beiden hoorden zij, dat de booze bui van
mijnheer Haverman, door dit intermezzo ge
heel was verdwenen. Hij lachte een hartelijken
lach.
„Nu is het tijd. fluisterde de jongeman „We
moeten het ijzer smeden, als het" heet is."
Ze slopen op hun teenen naar de deur en de
overrompeling was zoo geweldig, dat mijnheer
Haverman de nederlaag leed.
Dwars door Limburg.
Een mijner kennissen kampeerde op een
groot weiland vlak bij een boerderij in het
Zuiden van Limburg. Zij hadden mij gevraagd
een dagje dit buitenlëven te komen meemaken.
We verrasten hem op een der mooie middagen
der vorige week. De vrouw des huizes was bezig
met huishoudelijk werk en de echtgenoot
repareerde een krukje een der meubelen
die was bezweken onder den last van een zijner
huisgenooten.
De boerenkippen die ook deze nieuwe bewo
ners als hun buren beschouwden, liepen in en
uit en de koeien die in den omtrek graasden
hadden ook reeds een beleefdheidsbezoek ge
bracht, maar tot ontevredenheid der huis
vrouw, die in haar slaap was gestoord en wak
ker geworden, een koe door de kieropening van
het zeildoek van de tent zag gluren.
Wij maakten een wandeling in de omgeving,
dwars door de landerijen en door de hofsteden,
en rustten eindelijk uit in een echt Liniburgsch
restaurant. Daar kwam een wagen aangereden,
hoog beladen met huisraad. Een zwaar Belgisch
paard trok den wagen en de bewoners een
echte Limburger met echtgenoote boven op
den wagen. Naast den wagen een jongen met
een mand met vier kippen, aan de andere
zijde een jongen met een mand waarin twee
eenden, en achteraan een jongen met een
grooten grijzen kater in een kistje.
Dat is nu een echte Limburgsche verhuizing
vertelde ons de eigenaar van het restaurant,
alles gaat mee in één nacht, huisraad en
dieren, niets blijft achter. De kater loopt nog
wel eens terug naar de oude woning, maar dan
haalt een der kinderen hem terug. Zoolang tot
ook hij aan de nieuwe omgeving is gewend ge
raakt.
Het is goed dit geval eens te memoreeren;
hoe dikwijls gebeurt het niet dat dieren ach
terblijven. wanneer de bewoners zijn vertrok
ken. De verschillende houders van dieren-asyls
zouden daarvan vele verhalen kunnen doen,
van zwervende dieren, die moesten worden
opgehaald.
Laat men de huisdieren toch beschouwen
als huisgenooten. De gemoedelijke Limburger
geeft ons een voorbeeld!
Een goede wenk van Zuid-Nederland aan
de Noordelijker gelegen streken kan wellicht
nog tot goede uitwerking leiden.
SERNé.
Moer, Theo Rose, Daan Steyn Parvé, Willy
Stibbe, Jaap Struijk, Hans Thonus. Dick Tol
lenaar. Jan van der Valk. Wil Vorstman, Kees
Wafelbakker, Arnold van der Wal.
Eelko de Boer, Job Dapper. Nanning Dijk
stra, Benny Fiege, Jan. Gerbranda, Frieda
van Haften. Adri Hellïngs. Pank Hoogen-
doorn. Ton Josso, Kees Koning, Peter Kruijt
Willem Lettinga, Kees van Looy, Marius
Mauritz, Nettie Milders, Jan Mosk, Piet Olt-
hoff, Wim van Putten, Paul Schras, Mies
Troll, Fred Urbanus, Fred Vas Dias, Anneke
Warendorf, Sin-ie van de Weg, Tom Bastet,
Theo Bergman, Kees de Boer, Bob Busking,
Bep van Dusschoten, Teus van Dijk, Wim
Geldof. Wim van der Heyden, Clara de Jong,
Kees Joustra, Daan Kelderman. Rob Kirsch-
baum, Hans Knoop. Johan Kuiper. Hannie
Molenaar, Teddy Montijn, Adrie Pijl. Eppo
Schoolderman, Henri Schultz, Wicher van
der Sleen, Joke Ulsamer, Rolf van Veen, Ma
rien Wanrooy, Piet Zalm.
Bevorderd naar de 5de klasse: Fred. Alm-e-
rood, Jelke Braaksma, Loek van den Broek,
Karei Crince Le Roy, Fred, van Eendenburg.
Ab Everard, Wim van de Geer, Hans Gulde-
mond, Ab de Haan. Jaap 't Hart, Fred, Kui
pers, Mientje Lucieer, Kees v. Meeuwen, Wim
van Ree, Hans Seket, Noortje van Steenwïjk,
Karei Valken, Herman Vreedenburgh, Max
Weehuizen, Jo Berendsen, Wim van Erpers
Royaards, Dudolf ten Feld. Willem de Jong,
Kurt Kirschbaum, Olof de Lugt, Rico Meijer,
Koos v. Mieren Loovenstijn, Riet Müller.
Henk Nysen, Kees Romers, Herman Sta
rink, Frank Thooft, Wim Visser, Lenie
de Vries, Eddy Waalewijn, Emile Benard,
Herman Boekwijt, Emüe Bridié, Han Donker
sloot, Piet Eysker, Bob Fris. Willy Hout, Cobus
Kooiman. Jaap Kroon, Wim Muller, Rie Os-
tendorf, Johan den Otter, Riet. van der Put
ten. Greetje Schmit Jongbloed. Geert Sten
gel-, Max v. Til, Henk Verheus, Jan Wackwitz
Tom van der Weide, Dik Wolters,
voofeo n O e: r:
on d g.n Ljeuvv
de regeling op de groote markt.
Woensdagavond half acht zal de Groote
Markt voor alle verkeer worden afgesloten.
Auto's, die daar geparkeerd staan, moeten
voor dien tijd worden verwijderd. Fietsen aan
de hand medenemen is verboden.
De toegang tot de Groote Markt wordt
slechts verleend van de Zijlstraat uit, alle
andere toegangen zijn absoluut afgesloten.
De medewerkenden en de leden van den
Nieuwen Haarlemschen Kunstkring moeten
allen hun insigne zichtbaar dragen, aange
zien anders de toegang tot de Groote Markt
zal worden geweigerd.
Medewerkenden of leden van den N. H. K.
komen, evenals de genoodigden en verder een
ieder, die in het bezit is van een kaart, via de
Zijlstraat op de Groote Markt.
Personen, die niet in het bezit van een
kaart zijn, doen 't best om via de Riviervisch-
markt de Groote Markt te bereiken.
De regeling voor de tribune zoowel als voor
alle overige zitplaatsen is in iianden gesteld
van den Nachtveiligheidsdienst, waar ook
eventueel de kaarten verkrijgbaar zijn.
Een ieder wordt aangeraden uiterlijk vijf
minuten over acht aanwezig te zijn. omdat te
kwart over acht de vaandelstoet de Groote
Markt zal opmarcheeren voor het défilé.
Daarna zal het niet meer mogelijk zijn, de
Groote Markt te bereiken.
De vereenigingen. die aan het vaandel-dé
filé deelnemen, moeten te 7.45 uur op het
Stationsplein aanwezig zijn.
De route, welke de stoet zal nemen is als
volgt: Kruisweg. Kruisstraat, Krocht, Nieuwe
Groenmarkt. Zijlstraat.
Ongeveer tien uur Is het concert afgeloo
pen. Daarna blijven de kinderen nog even op
hun plaats, opdat aan de ouders de gelegen
heid kan gegeven worden, de kinderen even
tueel af te halen.