Films Elephant Boy RADIO OPRUIMING Padvindersrevue Het hooge Noorden Zij die gehoorzaamd moet worden. rz PROGRAMMA RADIO-MOORS N.V., Kruisstr. 38, Tel. 14609 Litteraire Kantteekeningen. ZATERDAG 31 JULI 1937 HAARLEM'S DAGBLAD 8 Grappige padvinders film met hopman Ralph Reader. ktmti beeld uit de knappe film „Een lied van de aarde", vervaardigd door de productiegroep van Sven Nolan. De Jamboree is een geschenk voor Neder land en de Padvindersfilm „The Gang Show" is een geschenk aan Haarlem en omgeving. En die lenige, watervlugge, talentvolle, jonge acteur met het expressieve gezicht. Ralph Reader, is een geschenk aan de filmkunst. Wij hebben aan deze film „The Gang Show" al een uitvoerige bespreking gewijd en wij kunnen dusvolstaan met te constateeren dat deze padvindersrol- Rembrandt prent Vrijdag in het Rembrandt Theater bij een wel flink gevulde,1 maar helaas toch niet gehéél bezette zaal (dat moet anders worden in de komende Jamboree- week!) een daverend en verdiend succes had. Niet alléén door het fascineerende spel van Reader, maar ook door dat van de andere medewerkenden, allen Londensche Padvin ders, die met een losheid en een entrain spelen dat het een lust is om te zien. Aan het eind van de voorstelling klonk luid en lang applaus en daarmede werd ook Ralph Reader weer begroet, toen hij als middelpunt van een aardig geënsceneerd Padvinderskamp optrad en zijn songs ten beste gaf op zijn leutige manier. Ook Zaterdag zal het publiek nog van het persoonlijk optreden van Reader kunnen genieten. Werkelijk: ieder die voelt voor de Padvin dersbeweging en ieder die meeleeft met het vooral voor deze streek zoo groot gebeuren: de Jamboree, moet „The Gang Show" gaan zien. Geen plaats mag de komende week in het Rembrandt Theater onbezet blijven. Ook al omdat het bijprogramma zoo uit stekend is, waarvan wij in het bijzonder de aandacht willen vestigen op „Trooping the Colour", de eerste groote parade voor den tegenwoordigen koning van Engeland, die als kleurenfilm iets heel bijzonders is. geïmponeerd door den grootschen opzet, door de geweldige monteeringen, die aan de scènes zooveel kracht bijzetten. Rider Haggard's verhaal moge zeer onwaar schijnlijk klinken, maar heeft elk van ons er tenslotte niet eens behoefte aan de kille rea liteit voor een oogenblik vaarwel te zeggen en een wijle te toeven in het land der droomerij? Is het niet een verkwikking te kunnen weg zinken in deze fantastische romantiek, waar in het onmogelijk en het onbegrijpelijke aan vaardbaar wordt? Zoo dient ge een film als „She" te bezien en zoo zult ge haar ook onge twijfeld ook kunnen waardeeren. De muzikale begeleiding neemt een voor name plaats in. Het emotioneele karakter van verschillende scènes wordt door het or chestrate accompagnement in niet geringe mate opgevoerd, gelijk dit bijvoorbeeld het geval is bij het lugubere offerfeest in den Hal der Koningen, een der boeiendste gedeel ten van den roman. Randolph Scott, Helen Gahagan en Helen Mack spelen de hoofdrollen van deze film, die zeer zeker de belangstelling van het filmmin- nend publiek zal weten te trekken. In het voorprogramma it behalve het jour naal o.a. een klucht opgen men met Betty Gr able als „star". In de wildernissen van Alaska. Het heeft eenigen tijd geduurd, voordat de fillm de natuur ontdekte. Maar toen men een maal zag, welk een prachtig en bovendien zeer goedkoop décor de natuur leverde, heeft men er zich met veel enthousiasme op geworpen, en al waren de eerste producten verre van volmaakt, er ging een nieuw ar beidsveld open, met schier onbegrensde moge lijkheden. Frans Hals Sindsdien kunnen we eigenlijk twee soorten films onder scheiden, n.l. die waarin de natuur slechts gebruikt werd als achtergrond van het verhaal, en die. waarin de natuur zelf. in al haar vormen- en soortenrijkdom gefilmd is. Tot de eerste categorie behooren vrijwel alle speelfilms, waarin buitenopnemingen voorkomen en het hangt maar van den gang Een scène uil de „Toendra", een film uit het Hooge Noorden van Amerika. (Frans Hals). Verfilming van het boek van Sir Rider Haggard. Jaren geleden is van den beroemden roman van Sir Riden Haggard „She" al een filmbewerking verschenen. Dat was nog in de „stomme" pe riode en vermoedelijk zullen weinigen zich deze rolprent uit den film-oertijd en haar hoofdvertolkster Betty Blythe nog herinne ren. Wie den inhoud van het boek kent, zal be grijpen, dat de stof zich buitengewoon goed voor verfilming leent en dat een her-bewer king als „talkie" het eveneens zal „doen", juist omdat het geluid een prachtig middel is om het mysterieuze karakter van de film nog te accentueeren. Sir Rider Haggard heeft in „Zij, die gehoor- aamd. moet worden" zijn antasie den vrijen loop ge- LUXOr iten. Gevalt als het ware van de eene gebeurtenis in e andere en de film laat u dat alles haarfijn beleven. Ge trekt mee met den jongen Engelschman Leo Vincey naar het geheimzinnige land Kor ergens in het on herbergzame binnenland van Kamschatka, ge beleeft zijn ontmoeting met de mystieke heerscheres. die de Vlam 'van het Eeuwige Le ven bewaart en de huiveringwekkende scènes, die zich om haar heen afspelen, en ge wordt van het verhaal en het artistieke inzicht van den regisseur af, welke rol de natuur in de film gaat spelen. Een heel mooi voorbeeld van deze soort films was „Jonge Harten", waarin Otto van Nijenhoff een ruim, maar voortref felijk gebruik had gemaakt van het Texelsche landschap. De tweede soort films is veel zeldzamer. Da aiwan kennen we slechts het vaak voor treffelijke smalfilmwerk van amateurs, we kennen de aardige vogelfilms van den heer A. Burdet, en verder heeft vooral de Ufa zich jaren'lang bezig gehouden met het vervaar digen van dit soort films, en soms filmisch voortreffelijke, doch even vaak biologisch hoogst bedenkelijke producten afgeleverd. Doch deze soort films mocht de fldefde van het groote publiek niet verwerven, zij werden vertoond in Zondagochtendvoorstellingen e.d. voor een zeer speciaal publiek. Daarom heeft men naar een tusschenvorm gezocht beseffende dat de natuur het pu bliek toch moest trekken en deze gevonden in films als „Sequoia", „Trader Horn" en de bekende Tarzanserie. Films, waarin aan de natuur een zeer belangrijke plaats is inge ruimd, waarin soms enkele minuten lang het leven van een zich onbespied wanenden klei nen boschbewoner wordt gevolgd, om dan pTotseling weer terug te grijpen naar het ver haal, de meestal vrij eenvoudige geschiedenis van een aantal menschen in de wildernis. Vooral „Sequoia", een film die hier in Haarlem enkele jaren geleden vertoond werd, was een zuiver en tevens voortreffelijk werk van dezen tusschenvorm. Ook „Toendra" behoort tot dit genre, en als bij de meeste dezer films vraagt men zich af, hoe de vervaardigers al die verschillende scènes op weten te nemen. Maar daar heeft de film criticus verder niets mee te maken, hij heeft zich slechts af te vragen, in hoeverre de ver vaardigers er in geslaagd zijn, het gestelde doel te bereiken. En dan mag „Toendra" zeker geslaagd genoemd worden. Kiplings boek verfilmd. Deze film, die vervaardigd is naar het boek van Rudyard Kipling, speelt in de binnen landen van Voor-Indië, waar Robert Flaherty ruim acht maanden met zijn staf van mede werkers verbleef om deze film op te nemen. Sabu, de kleine Inlandsche jongen, die de hoofdrol vervult, heeft een natuurlijk talent om voor de film te spelen, waardoor deze film nog in waarde stijgt. Met hun tammen olifant gaan Sabu en zijn vader met Sahib Petersen mee de jungle in om olifanten te jagen. Sabu en de olifant zijn toegewijde kameraden van elkaar, elk woord van Sabu is voor den reus een bevel, hij begrijpt zijn kleinen meester met een half woord. SaJbu's vader wordt door een tijger gedood, daarom wordt de olifant aan de hoede van een der andere mannen toevertrouwd en wordt besloten Sabu terug te zenden. De nieuwe oppasser is een wreed man, die den olifant mishandelt. Het dier, dat groot verdriet over de scheiding van zijn grooten en zijn kleinen baas heeft, wordt door die mishandeling plotseling woest, slin gert zijn plaaggeest met kracht op den grond en gaat amok maken. Alles stuift verschrikt weg voor het woedende dier, dat alles dat hem in den weg komt, vertrapt. Sabu weet den olifant weer tot kalmte en gedweeheid te brengen, maar daar het wet is in de jungle, dat een olifant, die een mensch heeft aange vallen, doodgeschoten moet worden, gaan er onder de inlanders stemmen op, die het von nis voltrokken wenschen te zien. Om dat te voorkomen vlucht Sabu stil in den nacht met zijn olifant het oerwoud in. Wanneer zijn vlucht gemerkt wordt, trekken Petersen en leden van ed expeditie er op uit om Sabu op Cinema te sporen en te redden. Als ze hem vinden en Petersen hem aangaande het lot van den olifant gerust kan stellen, is Sabu zoo geluk kig Petersen zijn groote ontdekking te kun nen meaedeelen; hij weet namelijk, de ver zamelplaats van een groote kudde olifanten. Zeker niet het minst interessante deel van de film is het drijven van de kudde wilde olifanten naar de omheining, die al zoo lang op hun komst wachtte. Sabude kleine inlander schijnt niet bang te zijn voor den kolossalen dikhuid.. (Cinema Palace). Grappig is ook het spel in het water van een van ae jonge olifantjes, dat met veel mis baar en getrompet maar voortdurend om zijn moeder zwemt, dan geeft de film ook het dan sen van een troep olifanten te zien, iets dat volgens de menschen die het weten kunnen, maar heel zelden door menschenoogen aan schouwd is. Elephant Boy is een film, die ieder die van Kipling's boeken en van jungleverhalen houdt, moet gaan zien. Het natuurlijke spel van het prachtige gebouwde jongetje, dat Sabu is en de aandoenlijke gehoorzaamheid en ver knochtheid van den kolossus aan dat kleine menschje maken het geheel nog aantrekke lijker. GEVONDEN VOORWERPEN EN DIEREN. Inlichtingen aan het bureau van politie Smedestraat, uitsluitend tusschen 11 en 13 u. Politiebureau Smedestraat: handschoenen en ceinturen, jongensjas, regenjas, kettinkje, photo's in étui, rijwielplaatje, hondenpenning, Asyl, Ridderstraat 11: honden; Zandstra, Dijk- straat 7: hond; v. Baaren, Kennemerplein 21: hond; v. d. Erf, Oranjeboomstraat 58: veilig verkeer-insigne; Asyl, Ridderstraat 11: kat ten; Kennel Fauna, Fr. Varkensmarkt: kat ten; Verwer, v. Merlenstraat 4: geldstuk; v. d. Plas, Leidschevaart 488: zakmes; Oly, Pieter Kiesstraat 73rd.; portemonnaie met inhoud; Ockeloen, Beukenstraat 23: rijwielplaatje Dekker, Jansstraat 56 zw.: rijwielplaatje: De Wilde, Slachthuisstraat 60 rd.: Lipssleutel; Steeman, Prinsessekade 14: thermometer; Nijenhuis, Friezenstraat 34: rijwieltaschje m. inhoud; Brunste, Voorhelmstraat 35: hond; v. Voort-huizen, Brouwerskade 47rd. dames- armbandhorloge; Ter Wee, Maraisstraat 14: ketting met pen voor paarden: Hirs, Eiken straat 41: meisjesmantel; Brandstra, Esch- doornstraat 8: alpinomuts; Schuurman, Oranjeboomstraat 146: parapluïe; v. 't .Hof, Van Berensteynstraat 26 zw.: portemonnaie met inhoud; Janus, Hodsonstraat 4; rijwiel plaatje; Blauwe Kruis, Oude Groenmarkt: vaatje met inhoud; Weimar, Ted. v. Berk houtstraat 116: tasch met inhoud; Louter, Geweerstr. 17: tasch met inhoud; Schrander,. Allard Piersonstraat 21: tennisracket met tennisballen; v. Bergen. Atjehstraat 70: vul potlood; Prins, Oost Indiëstraat 77: waterpas. radic it—tJ She, zii die gehoorzaamd moei worden. Helen Gahagan, in de verfilming van het beroemde boek van Sir Rider Haggard. ZONDAG 1 AUGUSTUS 1937. HILVERSUM I, 1875 M. 8.55 Vara, 10.— VPRO, 12.— AVRO, 5.— Vara. 8.0012.00 Avro. 8.55 Gramofoonmuziek. 9.00 Postduivenbe- richten. 9.05 Tuinbouwpraatje9.30 Gramofoon muziek. 9.40 Causerie „Van Staat en Maat schappij". 10.00 Ned. Herv. Kerkdienst. 11.30 Een nieuw avontuur van Alexander Konijn. 12.Orgelconcert. 12.10 Filmpraatje. 12.35 Kovacs Lajos' orkest en Orgelspel. 1.Jambo- reenieuws. 1.15 Kovacs' Lajos orkest. 2. Boekbespreking. 2.30 Orgelspel. 3.Residentie orkest en soliste. In de pauze: declamatie en Gramofoonmuziek. 4.30 Sportreportage. 5. Arbeiders-Muziekvereeniging „Crescendo" en Gramofoonmuziek. 6.Sportreportage. 6.30 Orgelspel en zang. 7.15 „Fantasia" 8.Be richten A.N.P. Mededeelingen. 8.15 Residentie orkest en solist. 9.Gramofoonmuziek. 9.15 Radiojournaal en Jamboreenieuws. 9.45 Frans Cabaret-programma. 10.15 Volkslie deren (Gr.pl.) 11.Berichten A.N.P. Hierna Benny Carter's Band 11.4012.00 Orgelcon cert. HILVERSUM II, 301 M. S.30 KRO. 9.30 NCRV. 12.15 KRO. 5.05 NCRV. 7.45—11.00 KRO. 8.30 Morgenwijdiixg. 9.30 Gewijde muziek. (Gr.pl.) 10.Godsdienstoefening van de Wereld-Jamboree. 11.15 Gewijde muziek (Gr.p.l) 12.15 KRO-orkest. 1 Boekbespreking, 1.20 De KRO-Melodisten en solist. 2.— Sportreportage en gramofoonmuziek. 2.30 Muziekcorps St. Jozef, 2.50 R.K. Dubbelkwartet Inter Nos. 3.05 Vervolg van 2.30, 2.35 Vervolg van 2..4.— Ziekenlof. 4.55 Sportnieuws. 5.05 Evangelische Kerkdienst. Hierna Gewijde muziek (Gr.pl.) 7.45 Gramofoonmuziek. 7.50 Causerie „De liturgie en het huisgezin". 8.10 Bei-ichten A.N.P. Mededeelingen. 8.25 Gramo foonmuziek. 8.30 De Kro-Melodisten, solisten en Xylofoon-Ensemble „The Jolly Boys". 9.30 Jamboree-reportage. 10.KRO-orkest. 10.30 Berichten A.N.P. 10.4011.Epiloog. DROITWICH 1500 M. 12.50 BBC-Harmonie-orkest en solist. 1.50 Het New Georgian Trio. 2.20 Declamatie. 2.35 BBC-orkest. 3.20 E. Pini's Tango-orkest. 3.50 BBC-Zangers 4.20 Commodore Grand-orkest. 5.20 Causerie „Impressions of the Oxford Conference, 5.40 Zangvoordracht. 6.20 Film praatje. 6.35 Troise's Mandoline-orkest en solist. 7.05 BBC-Theater-orkest en solist. 8.15 Kerkdienst 9.05 Liefdadigheidsorproep. 9.10 Berichten. 9.25 Zie Brussel Vlaamsch. 10.50 Epiloog. RADIO PARIS 1648 M. 7.10, 8.20 en 10.50 Gramofoonmuziek. 11.50 Orgelconcert. 12.40 Gramofoonmuziek. 12.50 lubruille-orkest en Zang. 3.05 Zang. 5.20 Het Josse-orkest. 7.50 Vocaal kwartet en solisten. 8 35 Zang S.50 Radiotooneel 11.20—1.20 Bouillon's dansorkest. KEULEN 456 M. 6.20 Havenconcert. 8.35 Westduits Kamer I Goed spelende Philips toestellen vanaf fl. 12,50 compleet. Ziet heden de etalage bij (Adv. Ingez. Med.j orkest. 10.50 Gramofoonmuziek. 11.20 Gevar. programma. 12.20 Vliegeniersmuziekkorps. Omroepkleinorkest en solisten. 2.30 Schram- melmuziek. 3.20 Blaasconcert. 4.20 Het Ost- land-orkest. 7.10 Amusements-Sextet. 8.20 Omroeporkest. 11.0512.20 F. Hippmann en A. Robert met hun dansorkesten. In de pauze Orfelspel. BRUSSEL 322 M. 9.20 Gramofoonmuziek. 10.20 A. Felleman's orkest. 11.05 Pianovoordracht. 11.35 Gramo foonmuziek. 12.20 L. Langlois' orkest. 1.30 2.20 en 2.35 Gramofoonmuziek. 4.20 Piano voordracht. 4.40 Zang. 5.Viool voordracht, 5.20 Sportreportage. 6.35 Gramofoonmuziek 7.20 Zang. 7.35 Gramofoonmuziek. 8.20 Max Aley's orkest. 9.05 Jamboreenieuws. 9.25 Sym- phonieconcert uit Knocke m.m.v. solisten. 11.05 Gramofoonmuziek. 11.3512.20 A. Felleman's dansorkest. BRUSSEL 484 M. 9.20 Sportreportage. 10.20 Gramofoonmu ziek. 11.20 A. Felleman's oi-kest. 12.20 Gramo foonmuziek. 1.30 L. Langlois' orkest. 2.202.35 Gramofoonmuziek. 2.50 Fiano voor dracht. 3.20 Orgelconcert. 3.50 Zang. 4.20 Gramofoon muziek. 5.20 Jo Bouillon's dansorkest. De Lanigiro Hot Players. 6.20 en 7.35 Gramofoon muziek. 8.30 Gevarieerd programma. 9.05 Radiotooneel. 9.20 Symphonieconcert uit Ostende. 10.30 A. Felleman's dansorkest. 11.20 12.20 Gramofoonmuziek. DEUTSCHLANDSENDER 1571 M. 9.20 Gevarieerd concert. 10.20 Berichten. 10.501.15 Fr. Hippmann en A. Robert met hun dansorkesten. In de pauze Gramofoon muziek. Van 11.0511.20 Weerbericht. MAANDAG 2 AUGUSTUS 1937. HILVERSUM I, 1875 M. Algemeen programma verzorgd door de VARA. 10.00 v.m. VPRO. 8.00 Gramofoonplaten. 10.00 Morgenwijding. 10.20 Declamatie. 10.40 Gramofoonmuziek. 11.10 Vervolg declamatie. 11,30 Gramofoon- muziek. 12.00 „Fantasia". 12.30 Orgelspel. 1,15- 1.45 Cervolg „Fantasia". 2,00 Gramofoonmu ziek. 2.30 Zang, piano en gramofoonmu- 3.00 Declamatie. 3.30 Pianovoordracht. 4.00 Gramofoonmuziek. 4.30 Kinderuurtje. 5.00Gra- mofoonmuziek. 5.30 VARA-Groot-orkest. 6.30 Muzikale causerie, met gramofoonmuziek. 7.05 „Achter de coulissen van het circus", causerie. 7,25 Gramofoonmuziek. 7.30 Orgelspel. 8.00 Herhaling SOS-berichten. 8.03 Berichten ANP. 8.10 Gramofoonmuziek. 8.30 Viool en piano. 8.45 Declamatie. 9.00 Reportage van de 3de Arbeiders Olympiade. Antwerpen. 9.30 Ver volg concert. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Zang, piano en gramo foonmuziek. 10.30 „Fantasia". 11,1512.00 Gra mofoonmuziek. HILVERSUM n, 301 M. NCRV-uitzending. 8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde mu ziek (Gr. pi.). S.30 Gramofoonmuziek. 9.30 Ge- lukwenschen. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.30 Morgendienst. 11.00 Christ. Lectuur. 12.00 Be richten. 12,15 Gramofoonmuziek. 12.30 Orgel spel. 2.00 Gramofoonmuziek. 3.00 Tuinbouw - praatje. 3.40 Gramofoonmuziek. 3.45 Bijbel lezing. 4.45 De „Harmony Seven". 6.00 Gra mofoonmuziek. 6.30 Vragenuur. 7.00 Berich ten. 7.15 Vragenuur. 7.45 Reportage. 8.00 Be richten ANP. Herhaling SOS-berichten. 8.15 Herdenking Koningin Emma door de Harmo nie „Crescendo" Baarn. 9.15 „Waarom geld moet rollen en hoe het moet rollen", cause- rie. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.00 Berichten ANP. 10.05 Het Haarlem's Strijktrio, 10.5012.- Gramofoonmuziek. Hierna Schriftlezing. DROITWICH, 1500 M. 11.05 Orgelspel. 11.35 Gramofoonmuziek. 12.20 Militair orkest. 1.20 Gramofoonmuziek. 1.30 Sportreportage. 1.50 Orgelconcert. 2,35 „My day's work", causerie. 2.50 Pianovoor dracht. 3.20 Het Buxton Spa-orkest. 4.20 Sport ïeportages. 5.40 De Continental Players. 6.20 Berichten. 6.40 Causerie „Tricks of the trade." 6.55 Reportage Marine-Week- Portsmouth. 7.20 BBC- Harmonie-orkest. 7.50 Vioolvoordracht. 8.20 Peter Yorke en zijn Band. 8.50 Zomer- programma. 9.20 Berichten. 9.40 Buitenlands overzicht. 9.55 Cabaret. 10.20 Orgelspel. 10.50 BBC-orkest. 11.5012.20 Grosvenor House, dansoi'kest. RADIO PARIS, 1648 M 7.10, 8.50 en 10.35 Gramofoonmuziek. 12.20 Marley-orkest, en zang. 2.20 Gramofoonmu ziek. 4.05 Zang. 5.00 Gramofoonmuziek. 5.20 Gevarieerd concert. 7.2011.20 Uit Salzburg: „Don Juan" opera. In de pauze's: Instrumen taal concert. KEULEN, 456 M. 6.50 Franz Hauck's orkest. 8,50 Gramofoon muziek. 12,20 Fabrieksorkestconcert, 1.35 Ne- dersaksisch Symphonie-orkest en soliste. 2,35 Het Breslauer omroeporkest, pianoduo, een kwartet, en solisten. 4.20 Het Omroep- Amusementssextet, m.m.v. solisten. 3.30 West- duitsch weekoverzicht. 9.20 Will Glahe's dans orkest. 10.5012.20 Omroeporkest en piano trio. BRUSSEL 322 M. 12.20 Gramofoonmuziek. 1.302.20 Max Alexys' orkest. 5.20, 6.50 en 7.20 Gramofoon muziek. 8.20 J. Schnijders' orkest. 10.30—11,20 Gramofoonmuziek. Elizabeth Zernike. De oudste Zoon. A'dam Querido. De schrijver dezer aanteekeningen heeft nu eenmaal een zwak voor romans, waarin kun stenaars. maar vooral waarin kunstschilders een belangrijk gedeelte der belangstelling op- eischen. Men zal het hem wellicht willen ver geven, Hij heeft er vele, misschien zelfs te vele gekeixd en van de meest wasch-echte. dat dient er bij gezegd om niet met belangstel ling te volgen hoe schrijvers, die zich hu» hoofdfiguren plegen te construeeren uit gege vens die zij zich van her en der verzamelen, met die eenigszins aparte menschensoort om springen. Louis Bouwmeester moet eens ge zegd hebben dat een kunstenaar een wezen is met een extra krul in zijn staart. Zoo wij aan nemen dat eenzelfde previlegie ook door den kunstschilder voor zicb wordt opgeëischt, dan heeft de staart der meeste schilders uit de ro mans meer van een kurketrekker dan van iets anders. Ook de vader van „de oudste zoon" is artist. En dat moet veel aannemelijk maken in dit boek, dat, hoe goed geschreven het overi gens zijn mag, geen bijzonder diepen indruk achter laat. Men heeft ergens kunnen lezen dat de zeer bekwame schrijfster met dit werk een voor haar nieuwen weg met succes heeft ingeslagen. Het is mij niet gelukt dat in te zien. Men zou eerder geneigd zijn te meenen dat het modern-artistieke milieu waarin Miel en zijn vader en zijn vrienden hier optreden, haar niet „ligt" en dat daardoor van menig vroeger boek van haar hand een gaver een heid van indruk is achtergebleven dan „De oudste Zoon" ons kon verschaffen. Het is vreemd, maar men mist een beetje het geloof dat de schrijfster zelve in dat milieu moet ge had hebben. Het zal trouwens weinig auteurs van boven de vijftig gegeven zijn zich met hart en ziel in een geheel nieuwe ideeënwereld zoodanig hx te werken dat zij er één mee zijn; zij construeeren dan wel een beeld, doch zon der daar zelf innerlijk mee verbonden te zijn; ze begeven zich op glad ijs. Aan den anderen kant moet men het' waardeeren dat zij een nieuwe taart durven aansnijden, want schrij vers van tusschen twintig en dertig die mid den in hun stof leven en die stof als het ware ondergaan, ontbreken in Holland op dit oogen blik. Miei's vader dan is schilder. Maar ook lid eener firma in „oliën en vetten" waardoor hij waarschijnlijk in de materieele mogelijkheid verkeert aan zijn zwerf- en schilderlust toe te geven zonder dat daar aanvankelijk zijn gezin onder lijdt. Gelukkig is hij niet in zijn gezins leven. Hij is voor de tweede maal getrouwd en vrouw en verwanten nemen hem, noch zijn kunst au serleux. Miel, uit het eerste huwelijk,, heeft nog wat broertjes en zusjes uit het twee de. Hij is een serieuse jongen, die eindexamen gymnasium heeft gedaan en die zich verplicht voelt de plaats des vaders in te nemen als deze voor goed met zijn schildersspullen er tus schen uit trekt. Miel gaat op het kantoor der oliën en vetten als bediende van vader's com pagnon, meneer Brucker, zitten en krijgt van dezen een salarisje, waarvan hij, om een zelf standig leven te kunnen beginnen, het huis uit gaan kan en op een eenvoudig zolderka mertje mansarde noemt zijn vader dat na tuurlijk kan gaan wonen. Die compagnie schap tusschen Miel's vader en meneer Brucker schijnt, tusschen haakjes, nog al vrij los in elkaar te zitten en de eerste daarbij niet veel in de melk te brokken te hebben. Enfin, de hoofdzaak is dat Brucker in zijn nieuwen bediende wel plezier krijgt en deze ijverig voortwerkt aan het cultiveeren van wat hij zijn plicht als oudste zoon acht. Wij zullen nu niet verder alle episoden uit dit verhaal nagaan. De ervaringen van Miel met zijn tweede moeder, met Eef, zijn zusje, die haar eigen weg vindt; met zijn vrienden, met zijn vader zelfs, aan wien hij het meest verwant iswe laten ze rusten. Men leest dit boek met een zeker ge noegen dóór, omdat het telkens weer toont dat een geest van distinctie tracht door te dringen in dingen waar hij tot nu toe buiten gestaan heeft. Episodisch is het daarom ook interessanter dan als geheel, de samenhang is iel en de figuur van Reewijk, Miel's vader, is die van een onwaarschijnlijke!! praatjesma ker; als mensch al even slap als zijn schilder kunst wezen zal. Dat gesprek met Miel, als hij weer platzak thuis komt, op pag 134 vlg. is niet erg gelukkig. Miel is wel al oud voor zijn leef tijd, maar een „man" zal toch anders met zijn zoon praten, juist in den meer modernen tijd. En zoo'n pagina gaat juffrouw Zernike toch niet zoo best af, dunkt me. Tenslotte mochten de romanciers nu eens inzien dat een kunst schilder niet perse een onmaatschappelijke idealistische zwamneus is die bovendien onder hun handen altijd een beetje tocqué schijnt te moeten doen en praten. Ik geef toe dat het oneindig veel moeilijker is over nuchtere men schen een roman te schrijven, maar juist daarin muntte mej. Zernike zóó bijzonder uit, dat ik haar jongste poging geen nieuwe lau weren aan haar zeer uitmuntende reputatie zie toebrengen. Schrijven kunnen.is toch wel heel iets bijzonders, al lijkt het zoo woest-gemakke- lijk. Wie zich daarvan overtuigen wil neme eens de door Jef Last bezorgde vertaling van André Gidc. De Nieuwe Spijzen. (Wereldbibliotheek) ter hand. Zelfs door een overzetting in een an dere taal verliest een zin van een schrijver als Gide niets van zijn volheid, zijn ideeënrijkdom, zijn onverzettelijkheid van bouw. Nu geloof ik bovendien, na een oppervlakkig doorblade ren. dat de overzetting van Last uitmuntend is. Zooals ook zijn voorwoord klaar en stevig werd neergeschreven en zijn bewondering' voor Gide alle eer aandoet. Gide is geen figuur voor iedereen.... men weet heten ook geen stof voor onze aanteekeningen hier. Doch voor wie geheel vrij staat in zijn denken en hem niet in het Fransch voldoende kan ver staan zij op dit boekje de aandacht gevestigd. Dezelfde uitgeefster zond ons een Brevia rium der Vlaamsche Lyriek, welk keurig boekje zij voor Nederland exploiteert voor de Ant- werpsche Boekengilde „Die Poorte". Het fraaie deelte van bij de 250 pagina's werd saamge- steld door Marnix Gijsen en zit vol schoon heid. Dat hij ook Vondel bij de Vlaamsche Ly riek indeelt, verontschuldigt hij heel leuk: „Dat ik Vondel tot de Vlamingen heb gerekend zal, spijts de solide argumenten die men daarte gen kan aanbrengen, wel niemand verwonde ren. Een verzameling lyrische verzen is. zonder zijn werk, niet denkbaar". Allerhartelijkst maar een beetje wonderlijk blijft het desalniet temin. De Germaan Van Gogh, de Vlaam Von del.... ach, waarom eigenlijk niet, als 't zoo in 't rijm te pas komt. De groote typen der menschheid blijven immers toch wie ze zijn, „spijts" annexatiezucht of completeeringsnei- ging. J. H. DE BOIS EXAMENS HOFDACTE. Haarlem. 30 Juli. Geëxamineerd 8 m. cand. Geslaagd: de heeren H. J. Eizema, Haarlem; W. Le Fèbre. Haarlem: W. Th. Wildenberg, Den Helder; J. H. Wolkorte, de Rijp; P. A, Hinze. Aalsmeer; J. Verhagen, Haarlem.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 14