De Indische padvinders op bezoek bij H. M. de
Koningin op 't Loo.
Buiten haar kringen
Het Indische contingent en de contingenten Curagao en Saba van de Wereld- gen gr00t aantal padvinders arriveerde Dinsdag te Amsterdam voar Het Italiaansche s.s. .Mongioia", dat op de Middellandsche Zee door
jamboree zijn Dinsdag door H. M. de Koningin op het paleis t Loo ontvangen. bezoek aan hoofdstad. Een groep op een der gemeente- een bommenwerper werd aangevallen. Inzet: kapitein Franco Solari,
Op de cour van het paleis inspecteerde Hare Majesteit de padvinders en ponten over het IJ slachtoffer van het bombardement
onderhield zich met hen
H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana onderhielden zich, na
afloop van de opvoering van het lichtspel door het Ned. Indisch pad
vinderscontingent op het paleis 't Loo, met de medewerkenden
In training voor de Europeesche
roeikampioenschappen. De Italiaan
sche twee-met-stuurman oefent op
de Amsterdamsche Boschbaan
De Tsjecho-Slowaaksche vier-met-stuurman op de Amsterdamsche
Boschbaan In training voor de Europeesche roeikampioenschappen
n de groote diner-zaal van het Koninklijk paleis 't Loo heeft het Ned. Indisch
padvinderscontingent Dinsdag Yoor H. M. de Koningin en H. K. H. Prinses Juliana
het lichtspel .de vijf geschenken aan den sultan' opgevoerd. Een der scènes
FEUILLETON
door HERMAN ANTONSEN.
18)
Ze keek het atelier rond, of ze gisteren
niets vergeten had en ging toen heen. De
portier was nog op zijn dooie gemak bezig
de trap te herstellen. Hij keek op.
„U hebt bezoek gehadzeker van uw
verloofde, niet?" vroeg hij.
Onwillekeurig moest Terry toch lachen.
,,'n Aardige, knappe jongen", vond de por
tier. „Ik hoop maar, dat u het goed met hem
vinden kunt".
„Och, dat zal wel gaan", antwoordde
Terry.
„Nou, dat is leuk. Aardige jonge meisjes en
aardige jongelui behooren vriendelijk tegen
elkaar tè zijn, Goeden morgen, miss".
Hoewel hij de plank glad misgeslagen had,
voelde Terry zich toch bijzonder opgelucht,
toen ze op de Avenue een taxi aanriep. Ze
liet zich naar het kantoor van oom Peter
rijden.
„Wel, jonge dame, wat is er vandaag van
je dienst?" vroeg de oude heer ibarsch.
„Wie zijn uw zaakgelastigden, oom Peter?"
vroeg ze.
„Burberry en Drumanse". antwoordde hij.
„Hoe dat zoo?"
„U kunt zeker nu en dan niet een zaakje
door Conaway Conaway laten opknappen,
wel?"
,Jk dacht niet. dat ze Jonge dames er op
uit stuurden, om klanten te werven".
„Er werkt een jonge man op hun kantoor
Hij heeft juist voor Tad Woodwring een zaak
je gewonnen en
„Daar heb ik van gehoord. De jonge Red
ding. Ken je hem?"
„U moet me niet zooveel vragen, oom Pe
ter. Maar als u hem eens een zaakje
„Hm! Ik dacht, dat je met den jongen
Suthers ging trouwen".
„Dat is ook zoo".
„Je maakt het me wel lastig, jonge dame,
met al je geheimzinnig gedoe", gromde hij.
„Nou, ik zal eens kijken, wat ik doen kan".
„En ik heb dat atelier niet meer noodig,
oom Peter. Ik wou de huur opzeggen".
„Je zult de huur moeten blijven doorbe
talen, jonge dame. Het is nu een slechte tijd,
om een anderen huurder te vinden".
„Natuurlijk", zei ze. „Maar, dat ik het ooit
gehuurd hebt, dat blijft toch een geheimpje
voor altijd tusschen u en mij niet waar?"
Oom Peter staarde haar strak aan.
„Een jong meisje, dat op het punt staat te
gaan trouwen, is een groote zottin, als ze
voor haar aanstaanden man geheimen
heeft", zei hij bruusk.
„Hoor nou zoo'n wijzen, ouden vrijgezel
eens!" spotte ze.
„Misschien ben ik juist daarom wel vrij
gezel geblevenomdat niemand geheimen
voor me had. Je hoeft je toch over niets te
schamen. Of soms wel?"
„Wat denkt u wel van me, oom Peter?"
„Ik denk, dat al wat je doet, volmaakt
goed is", antwoordde hij. .Maar ik ben een
oude gek die jou kende, toen je nog in een
kruippakje zat en dingen, waarover ik mis
schien kan glimlachen, kan je man wel ern
stig opnemen. Er zit niets verkeerds in het
huren van een atelier; maar het wordt ver
dacht, als Curt er niets van weten mag. Dat
weet je net zoo goed, als ik Terry".
„Ja, dat zal wel", zei ze zuchtend.
Ze gaf oom Peter een kus op zijn voor
hoofd en verliet het kantoor. Ze had met
Curt afgesproken in het Colony restaurant te
lunchen. En een blik op haar horloge over
tuigde haar er van. dat het hoog tijd werd
er heen te gaan. In de taxi kwam ze tot 't.
besluit, dat oom Peter volkomen gelijk had
Alleen behoefde ze Curt nu beslist méér
te vertellen, dan alleen het simpele feit, dat
ze een atelier had gehuurd, om daar wat te
werken zonder gestoord te worden? Maar dat
zou onwaarheid zijn. Ze moest Curt de volle
waarheid vertellen. En daartoe was ze be
sloten, toen ze door den maitre d'hotel uit
de vestibule naar hun tafeltje werden geleid.
Toen hij hun bestelling had opgenomen,
boog ze zich naar haar verloofde toe. „Curt,
ik heb je iets te vertellen". „En ik heb je wat
te vragen", zei hij heesch. „Heb jij een atelier
gehuurd en daar nu en dan een jongen man
ontvangen onder een schuilnaam?"
IX.
Wanneer ze later over het geval nadacht,
dan vond Terry, dat die vraag van Curt een
zelfden indruk op haar gemaakt had, als het
plotseling stilstaan van een draaiende film,
midden in een spannende scène. Ze herin
nerde zich eens een momentopname van een
springend paard gezien te hebben. Ze kon
bijna niet gelooven, dat een dier, dat altijd
zulke sierlijke bewegingen maakte zoo'n af
schuwelijke houding kon aannemen.
Dien indruk had die vraag op haar ge
maakt. De kellners gingen rustig met be
dienen door; niemand hield op met eten of
praten. Maar voor Terry leek het, of heel de
wereld een oogenblik stil had gestaan en of
dat oogenblik onuitwischbaar in haar ge
heugen was geprent. Tot haar dood toe zou
ze de woedende oogen van Curt voor zich
-zien. Iedere trek van zijn gezicht stond diep
in haar geest gegrift. Het duurde slechts één
moment en toen werd alles weer gewoon, Ze
zag, dat de hand van Curt trilde en bemerk
te. dat haar adem niet stilstond. Langzaam
met de uiterste zorg, haalde ze een sigaret
uit haar kokertje te voorschijn, stak die aan
aan het vlammetje, dat een gedienstige
kellner haar aanbood en keek Curt aan.
Denkelijk waren er geen tien seconden na
het stellen van de vraag verloopen, maar het
leek haar een eeuwigheid. Ze was binnen
gekomen met het vaste voornemen, hem alles
te vertellen. Ze had venvacht, dat Curt wel
een beetje teleurgesteld in haar zou zijn.
Maar ze was er niet op voorbereid, dat hij
verachting zou toonen, omdat ze meende,
dat hij haar zou gelooven. De nederigheid die
haar vervulde toen ze het voornemen had
gemaakt alles te bekennen, verdween op slag.
Wat nu voorviel, was zoo heel anders, dan ze
zich had voorgesteld. Ze kreeg geen gelegen
heid om haar bekentenis af te leggen. Er
werd haar een beschuldiging voor de voeten
geslingerd, die ze meer dan schandelijk vond.
Alle kleur was uit haar gelaat geweken, toen
ze zijn vraag hoorde, maar nu, onder het
rooken drong het bloed bonzend naar haar
hoofd terug. Curt was woedend, en de reden
was, dat hij haar wantrouwde. Hoe waagde
hij dat te doen? Had zij hem soms gesmeekt,
met hem te mogen trouwen? Had zij hem
maandenlang achterna geloopen?
Aan de andere zijde van de zaal zat Janie
Lee met Tom Whitely. Werktuigelijk bewoog
ze haar lippen om hen te begroeten. Wat ver
derop zaten Parker Carson en zijn vrouw.
Wat deed Parker midden op den dag in de
stad?
„Ik vroeg je iets, Terry", zei Curt, schor
van opwinding.
Nu had ze haar zelfbeheersching eindelijk
terug. Ze tikte de asch van haar sigaret af.
„Verwacht je op zoo'n vraag werkelijk nog
een antwoord, Curt?"
„Waarom niet?" vroeg hij.
„Is dat een vraag, die een man stelt aan
een vrouw, die hij lief heeft enver
trouwt?"
Hij haalde ongeduldig de schouders op.
„We staan niet op het tooneel, Terry en
we spelen niet voor een zaal met menschen",
zei hij. „We zijn gewone menschen en een
mensch is nu eenmaal geen machine, die
werkt volgens voorgeschreven regels van
ridderlijkheid en zoo meer. Ik wil weten, of
je op je atelier een anderen man ontmoet
hebt. Hi wil weten, of je dat atelier onder
een valschen naam gehuurd hebt".
.En veronderstel eens van welwat dan
nog?"
„Wat dan nog? Wat dan nog?" herhaalde
hij ongeloovig.
Ja, dat is precies, wat Ik vroeg", zei Terry
en haar toon klonk vinnig. „Wat zou dat dan
nog? Wat zou jij daaruit willen opmaken,
Curt?"
„Kun je mij dat vragen?"
„Waarom niet? We schijnen nu eenmaal
een en ander over elkaar uit te visschen. J§j
bent iets van mij te weten gekomen...,"
„Dus het waar?" riep hij uit.
„En ik ben achter iets van jou gekomen",
vervolgde ze, zonder op zijn onderbreking te
letten. „Ik bemerk, dat jij weinig vertrouwen
hebt".
„Omdat ik je naar de waarheid vraag om
trent
Ze viel hem in de rede. 1
„Omdat je woedend bent geworden, voor
dat ik je vraag nog beantwoord heb, Curt.
Als je me volkomen vertrouwde, dan zou je
niet nijdig zijn. Die vraag kon je misschien
gesteld hebbenik veronderstel, dat het
voor een man tè erg is, praatjes te hooren en
er niet op in te gaanmaar je zou niet
nijdig geworden zijn. Ten minste niet, voor
dat ik je aanklacht had toegegeven".
„Woorden, niets dan woorden, Terry", zei
hij. „Iedere man die van een vrouw houdt
en dan iets van haar hoort
„En dan vraag ik nog eenswat zem
het? Wat voor waarde hecht jij er aan,
Curt?"
„Als jij een anderen man in het geheim
ontmoet en afspraakjes met hem
.Precies", zei Terry. „Zit daar dan nood
zakelijk iets verkeerds in?"
Suthers werd doodsbleek. Terry, hoe kun
je...."
„Hoe ik dat kan zeggen? Maar het schijnt
me toch toe, Curt, dat je er iets verkeerds in
wilt zien. Duswat verlang je van me
dat ik ontken, iets verkeerds gedaan te heb
benof moet ik ontkennen, dat ik een
atelier heb gehuurd en daar wel eens met
een anderen man gesproken heb?"
(Wordt vervolgd).