De nieuwe Pachtwet
De economische toestand eind Juli.
NDISCHE KINDEREN.
IE1'-
JH/5
VRIJDAG 20 AUGUSTUS 1937
HAARDE M'S DAGBLAD
Nieuwe rechten en plichten
I" 1932 werden de beide wetsontwerpen
oor een nieuwe regeling van de pacht
•oor de Eerste Kamer verworpen. Door
deze beslissing bleef een onbevredigende
toestand bestaan, doordat de bestaande rege
ling der pacht verouderd en onhoudbaar
bleek te zijn. De Regeering voelde zich dan
ook verplicht nogmaals de totstandkoming
van een nieuwe regeling van de pacht te moe
ten bevorderen. Op 31 Mei 1937 is de nieuwe
Pachtwet tot stand gekomen.
De belangrijke punten waarom het gaat be
treffen
1. Het zoogenaamde „continuatierecht'
2. De vergoeding voor door den pachter
aangebrachte verbeteringen.
3. Het tegengaan van buitensporige pacht
overeenkomsten.
4. De berechting van pachtzaken in verband
met de pachtcommissies.
De voornaamste bezwaren tegen de oude
regeling zijn in hoofdzaak de volgende:
a. het gebruiksrecht van den pachter is te
weinig vast.
b. de pachtsommen worden in sommige
streken van het land te hoog opgedreven.
c. de pachter draagt het geheele risico van
het bedrijf.
d. hij kan niet rekenen op vergoeding voor
door hem aangebrachte verbeteringen.
We zullen tljans de belangrijkste punten
onder oogen zien.
Het Continuatierecht.
De bezwaren, welke tegen het continuatie
recht zijn aangevoerd, culmineeren hierin, dat
de rechtsband tusschen verpachter en pach
ter, onder omstandigheden, kan blijven voort
bestaan ook na verloop van den tijd, waarvan
de overeenkomst is gesloten, en dat tegen den
wil van den verachter. Zij, die deze bezwaren
opperen, zien in deze ongewilde verlenging
een ongeoorloofde aantasting van het eigen
domsrecht.
Anderzijds zijn er velen in den lande, die
een versterking van de rechtspositie van den
pachter, in den zin van het continuatierecht,
als verreweg het voornaamste element van
een wijziging van het pachtrecht beschouwen
en die van een nieuwe regeling van de pacht
zonder dit element geen of ter nauwer-
noods eenig heil verwachten.
Bij de nieuwe Pachtwet is gestreefd naar
een vorm, welke eenerzij ds aan de wenschen
der pachters tegemoet komt en anderzijds in
mindere mate aanleiding geeft tot de beden
kingen, welke de tegenstanders van het con
tinuatierecht koesteren. De pachtovereen
komst zal, behoudens enkele uitzonderingen,
gelden voor onbepaalden tijd. Zij kan te allen
tijde door een der partijen worden opgezegd
met een opzeggingstermijn van V/2 jaar. Heeft
de verpachter opgezegd, dan kan de pachter
een uitspraak van den rechter uitlokken. De
rechter zal de opzegging slechts ongedaan
maken, wanneer de eindiging der overeen
komst in strijd zou zijn met de billijkheid. De
pachter zijnerzijds mag er dus op rekenen,
dat de pacht zal voortduren, indien hii zich
behoorlijk gedraagt en de eindiging der over
eenkomst onbillijk ware. Des pachters
„rechtspositie" is dan afdoende gewaarborgd,
maar ook aan de rechten van den verpachter
wordt niet te kort gedaan. De verpachter kan
de overeenkomst opzeggen al zal, bij verzet
van den pachter, de zaak door den rechter
moeten worden getoetst. En zoowel pachter
als verpachter kunnen bij den rechter tus-
schentijds wijziging van de pachtvoorwaarden
en met name verlaging of verhooging van den
pachtprijs vorderen. Nimmer zal het kunnen
voorkomen, dat partijen gedurende een lange
reeks van jaren gebonden zijn aan de bepa
lingen van een onveranderlijk pachtcontract.
Willekeurige verbeteringen en veranderin
gen worden tegengegaan; eindiging en veran
dering met objectieven grondslag worden daar
entegen bevorderd. De verpachter zal zorgvul
dig behooren te zijn in de keuze van den
pachter. Hij zal, indien hij den pachter niet
goed kent, wellicht goed doen, allereerst een
proef overeenkomst voor den tijd van één jaar
te sluiten.
De vergoeding voor door den pach
ter aangebrachte verbeteringen.
Ingeval de pacht langer dan een jaar ge
duurd heeft, is de verpachter bij het einde der
pachtovereenkomst gehouden den pachter
een billijke vergoeding te geven voor de verbe
teringen, die door dezen inde laatst verloopen
10 jaren aan het gepachte zijn aangebracht.
Deze vergoeding kan niet overtreffen het
bedrag, waarmede de waarde van het gepach
te bij het einde der pachtovereenkomst ten
gevolge .van de aangebrachte verbeteringen is
verhoogd. De vergoeding wordt lager gesteld,
naarmate de pachter de vruchten van de aan
gebrachte verbeteringen reeds heeft kunnen
genieten. Een voorbeeld moge dit verduide
lijken. Neem eens aan, dat een pachter voor
f 500 kosten heeft gemaakt om het goed te
verbeteren; het goed is daardoor aan
zienlijk in waarde gestegen; het brengt
veel meer op. Die kosten kunnen
misschien f 500 bedragen hebben, maar de
verbeteringen kunnen een waarde hebben van
f 2000. Nu is het de bedoeling mogelijk te ma
ken, den pachter niet alleen de verschotten,
die hij heeft gehad, de f 500, die hij heeft
moeten uitleggen, te vergoeden, maar ook
hem ten goede te doen komen een stuk al
thans van de waardevermeerdering.
Voorts moet de verpachter een verminde
ring van den pachtprijs gedoogen, wanneer
gedurende een pachtjaar of een pachtseizoen
tengevolge van buitengewone omstandighe
den de opbrengst van het bedrijf aanzienlijk
minder is geweest, dan bij het aangaan dei-
overeenkomst te verwachten was.
Een verlaging van den prijs van de voort
brengselen van het bedrijf, alsmede omstan
digheden, die aan de schuld van den pachter
të wijten zijn of waarvan hij de gevolgen re
delijkerwijs had kunnen voorkomen of die
hem persoonlijk betreffen, komen niet als
buitengewone omstandigheden in aan
merking.
Het recht van den pachter tot vermindering
van den pachtprijs vervalt 6 maanden na het
eindigen van het pachtjaar of het pachtsei
zoen, waarover de pachtprijs verschuldigd is.
Het tegengaan van buitensporige
pachtovereenkomsten.
De verpachter moet een wijziging van de
pachtvoorwaarden en met name een vermin
dering en de pachter een verhooging
van den pachtprijs voor de toekomst gedoo
gen, indien zulk een wijziging, in verband met
veranderde omstandigheden, door de goede
trouw wordt gevorderd.
Een vordering hiertoe kan eerst worden ge
daan wanneer sedert het aangaan der pacht
overeenkomst een jaar is verstreken. De
vordering moet bij den rechter aanhangig
worden gemaakt tenminste een jaar vóór den
aanvang van het eerste pachtjaar, waarop zij
betrekking heeft.
Nu de pachtovereenkomst voor onbepaalden
tijd wordt aangegaan is het duidelijk, dat zich
nieuwe omstandigheden kunnen voordoen,
waarin ongewijzigde handhaving van de voor
waarden der overeenkomst onredelijk zoude
Beslag gelegd op een Engelsch
schip.
Op het Engelsche stoomschip „Dynamo" van
de Ellerman Wilson Line Ltd. te Hull, komende
van Antwerpen en bestemd voor Londen, is,
in verband met een aanvaring, welke een dei-
schepen van deze lijn heeft gehad, beslag ge
legd ter reede van Vlissingen. Het schip is in
de haven van Vlissingen binnengebracht.
zijn, waarin wijziging dus door de goede trouw
wordt gevorderd. Tijdelijke veranderingen ko
men hierbij niet in aanmerking; de wijzigin
gen moeten zoodanig zijn. dat althans ver
wacht mag worden, dat zij van min of meer
blijvenden aard zijn. De wijziging moet door
de goede trouw worden gevorderd, in verband
met veranderde omstandigheden. Hierbij
wordt uiteraard allereerst aan objectieve,
rechtstreeks ter zake dienende omstandighe
den, zooals wijzigingen in het prijspeil van
producten, gedacht. Maar ook andere om
standigheden kunnen in aanmerking komen.
Indien bijv. het levenspeil in het algemeen,
of in een bepaalde streek, stijgt, is het denk
baar, dat de goede trouw vordert, dat aan
den pachter een grooter deel van de op
brengst van den bodem wordt toegekend.
De berechting van pachtzaken in vel
band met de pachtcommissies.
De behandeling der pachtzaken zal plaats
hebben door de pachtkamer van het kanton
gerecht.
De pachtkamer bestaat uit den kanton
rechter als voorzitter en twee niet tot de
rechterlijke macht behoorende personen, die
deskundig zijn ten aanzien van de verhoudin
gen op pachtgebied.
Van de uitspraken van de pachtkamer staat
beroep open op het gerechtshof te Arnhem.
Ten slotte zij nog meegedeeld, dat pacht
overeenkomsten, die -op 1 Januari 1936 reeds
van kracht waren, door het oude recht be-
heerscht zullen blijven gedurende den tijd,
waarvoor zij waren aangegaan, doch uiterlijk
tot 1 Jnuari 1943; overeenkomsten, die op 1
Januari 1936 nog niet van kracht waren, blij
ven nog gedurende 2 jaren na de inwerking
treding der nieuwe Pachtwet door het oude
recht beheerscht.
A. OVER
Amersfoort.
Verscli brood bij 't ontbijt op
31 Augustus.
In verband met de viering van den ver
jaardag van HM. de Koningin zal op 31
Augustus a.s. in de broodbakkerijen in alle
gemeenten des lands om 3 uur des voormid-
dags met den bakkersarbeid begonnen mogen
worden.
Om 7.30 uur des voormiddags mogen de
bakkers de bakkerij met het versche brood
verlaten, om dan van 8 uur af met den ver
koop of aflevering te beginnen.
OUD-MINISTER SLINGENBERG BIJ
PHILIPS.
Donderdag heeft oud-minister mr. M. Slin-
gen berg met zijn echtgenoote een bezoek ge
bracht aan de Philips-fabrieken te Eindhoven.
De gasten werden in de commissariskamer
ontvangen door dr. A. F. Philips en lunchten
daarna op huize .,De Laak".
In den middag werd de polykliniek bezich
tigd, waarna een rondgang volgde door de
Jongens Nijverheidsschool, de metaalwaren-
fabriek en de philite- en glasfabrieken. In het
ontspanningsgebouw werd de T.B.C.-film ver
toond. Tenslotte werd de thee gebruikt op de
golflinks
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIO CENTRALE OP ZATERDAG
21 AUGUSTUS 1937.
Progr. I. Hilversum I.
Progr. II. Hilversum II.
Progr. III. 8.00 Keulen. 10.50 Parijs Radio.
12.20 Ned. Brussel. 2.35 Keulen. 3.35 Fransch
Brussel. 4.20 Keulen. 5.20 Fransch Brussel. 6.30
Keulen. 7.20 Londen Regional. 7.40 Deutsch-
landsender. 8.00 Parijs Radio. 8.20 Keulen.
10.20 Fransch Brussel.
Progr. IV. 8.00 Ned. Brussel. 9.20 Diversen.
10.35 Droitwich. 4.35 Londen Regional. 5.20
Ned. Brussel. 6.00 Droitwich.
Pro gr .V. 8.00—7.00 Diversen. 7.00—8.00 Eigen
Gramofoonplatenconcert: Verzoekprogramma.
".0012.00 Diversen.
IS n 1936 bevatte Haarlem's Dagblad
45303 „Groentjes".
Dit jaar worden het er zeker weer meer,
want in het eerste halfjaar werden er al
24117 geplaatst.
HET AUTO-ONGEVAL AAN DEN SLAPERDIJK.
Doordat twee kinderen plotseling spelend den weg overstaken, was de bestuurder
van een bestelauto genoodzaakt het stuur om te gooien, waardoor de wagen
kantelde en de bestuurder uit de cabine geslingerd werd.
Verschillende gunstige voorwaarden voor aanhouding
der opleving.
Chineesche vluchtelingen verlaten de gevechtszone te Sjanghai om in het
binnenland veiliger plaatsen op te zoeken.
Aantal werkloozen nog
een duister punt.
Wanneer men de dagelijksche indexcijfers
van aandeelenkoersen, samengesteld aan de
beurzen van Amsterdam, Londen en New-
York voor de eerste zes maanden van het
jaar met elkaar vergelijkt, is een treffend
verschil te zien. Londen vertoont een door-
loopende daling, Amsterdam en New-York
vertoonen een maximum in Maart, gevolgd
door een daling, welke echter voor Amster
dam in Mei ophoudt, voor New-York tot in
Juni doorgaat. Het koerspeil is te Amster
dam niet weer gezonken tot het prijspeil van
Januari, terwijl het in New-York sinds einde
April daaronder is gebleven. Pas in de eerste
helft van Juli is ojj alle drie de beurzen een
nieuwe stijging te zien (die echter ook weer
voor Londen onbelangrijk is gebleven).
,De Nederlandsche Conjunctuur" (drie-
maandelijksch tijdschrift van het Centraal
Bureau voor de statistiek) van Augustus 1937.
knoopt hieraan, in zijn overzicht van den
economischen toestand, de beschouwing vast,
dat naast andere, bekende factoren, tot de
betere waardeering der Nederlandsche aan-
deelen zal hebben bijgedragen, de opvatting
„dat bij ons met ernstige belemmeringen
voor het aanhouden van de hausse geen re
kening behoeft te worden gehouden. Hoewel
in de genoemde landen de conjunctuur
reserves nog geenszins zijn uitgeput, geldt
dit in sterkere mate voor'ons land, dat later
aan de opleving is gaan deelnemen, waar nog
slechts een betrekkelijk gering deel der
werklooze arbeiders weer in het productie
proces is opgenomen en waar het bedrijfs
leven nog biina geen beroep heeft gedaan op
de aanzienlijke kapitaalreserves, die hier
nog ongebruikt liggen". Trouwens, dit geldt
in zekere mate ook voor de wereldconjunc
tuur in haar geheel, waar verschillende fac
toren nog steeds een gunstige basis vormen
Uit vlas wordt geen goud gesponnen
r was eens een marskramer, die het
land doortrok om zijn waren te ver-
koopen. Daardoor was hij dikwijls
wekenlang van huis. Thuis zat zijn
•blonde dochter aan het spinnewiel en spon
vlas tot garen, juist zooals de andere meisjes
uit haar dorp. Als de vader op reis aan zijn
dorp en zijn huis dacht, zag hij het blonde
hoofd van zijn dochter voor 't open venster
met-de-bloemen en dan groeide in zijn hart
het trotsche geluk over het bezit van dit vlij
tige kind. Zeker kon geen van de andere
meisjes uit het dorp zóóveel vlas in één dag
afspannen als zijn dochter. En terwijl hij zijn
kramerijen verkocht moest hij het aan de
klanten vertellen: „Zóó lief en zóó knap als
zijn Liesel was er geen meisje in 't land. Wat?
Het 1 a n d? In de heele wereld niet!" Dan trok
hij verder en dacht onderweegs aan zijn kind
en in de volgende buurtschap vertelde hij het
verhaal opnieuw aan de koopende vrouwtjes:
,Niemand weet zóó'n fijnen draad te spin
nenpure zijde spint ze uit vlas. Wat zeg
ik? Zijde? Goud!" En op 't einde van zijn
reis wist men het ook in de stad: „Marskra
mers Liesel kan goud spinnen uit vlas!"
Dat kwam den koning ter oore en omdat
koningen zich steeds voor goud en de herkomst
van goud interesseeren. werd de marskramers
dochter op 't paleis ontboden. Daar stond ze
nu: een arme verlegen Liesel, schreiend, om
dat ze wel garen kon spinnen, doch geen
goud
"Ijk ben toch zoo benieuwd, om jullie zoon
te zien", zegt mijn buurvrouw, terwijl
ze aan haar koffiekopje nipt; „Uit wat je ver
telt over zijn werk en zijn brieven, moet het
wel een heel bijzondere jongen zijn".
„Dat is hij ook" antwoord ik met trots, „niet
één op de vijftig kinderen van zijn leeftijd zou
het alleen-in-Holland-blijven zóó flink hebben
verdragen. Wat zeg ik? Niet één op de hou
der d!"
„En iedere week schreef hij? Een prestatie
voor een jongen van veertien".
„Iedere week met de luchtmail een lange
brief vol grappige belevenissen. Ook wel ern
stig. ik had eigenlijk nooit gedacht, dat een
jongen zoo menschelijk schrijven kon".
„Ja maar, die Ted van jullie is dan ook geen
gewone jongen" zegt mijn buurvrouw
Ik knik: ik zou het zelf niet gezegd hebben,
maar ik weet, dat het waar is. En mijn hart
zwelt van geluk om 't bezit van dit knappe,
vlijtige kind, dat we overmorgen na een lange
gouvernement ons voor de komende jaren een
standplaats met een H.B.S. heeft toebedeeld.
„Hij krijgt straks mijn man als wiskunde-
leeraar" zegt mijn buurvrouw, „die zal ook
blij zijn met zoo'n begaafden leerling
En pas een kwartier na buurvrouw's vertrek
bedenk ik, dat rekenen altijd een moeilijk
vak was voor onzen jongen en dat wij vaak
samen hebben geploeterd over vormsommen,
die maar niet wilden uitkomen. Wat, als hij
straks voor een strengen wiskundeleeraar
staat, beschaamd, omdat hij maar een heel
gewone jongen is?
"Ipn ons Paulientje pakt onderwijl haar
JL/ schooltasch om voor het eerst naar school
te gaan. Het is een pronkstuk van een school
tasch, een cadeau van opa uit Holland, en de
inhoud: een potlood, een puntenslijper, een
stief je en een doosje kleurpotlood j es, lijkt een
beetje schamel in de holte van die mooie
leeren tasch. Paulientje telt nog eens haar
schoolbehoeften na: een potlood, een punten
slijper, een stiefje en een doosje kleurpotlood-
jes. „Het is zoo weinig" zucht ze, „je kunt
wel zien, dat ik nog dom ben". Ik kijk naar
het begin der wijsheid, dat voor me ligt uitge
spreid; zoo begonnen wij eens allemaal. Toen
groeide de kemiis aan, er kwamen schriften
en boeken, er kwam inkt. Er kwamen atlassen
en linealen en woordenboeken een heele
encyclopaedie. Wij sjouwden er mee om, wij
groeiden er mee op. En toch het allerliefste
bezit bleef de simpele uitrusting; een slijper,
die, met het potlood, ook de woorden wat
aanpunt; een doosje krijtjes om waarheid en
faatazie bij te kleuren en een stief, om on
gedaan te maken
„En mijn boterhammetje!" juicht Paulien
tje. „Dat vult. En als jij er dan 's morgens
mijn boterham in doet, heb ik lekker op
school nog een stukje van t h u i s."
Och, klein Paulientje, dat morgen voor 't
eerst naar schoot gaat met het begin en het
einde van alle kennis in je groote glimmende,
gloednieuwe tasch, en steun zoekt bij een
trommeltje huiselijkheid! Hoe zul j ij het latei-
dragen als wij je moeten achterlaten in een
vreemde stad, omdat het gouvernement ons
een standplaats heeft toebedeeld waar geen
scholen zijn?
„Maar als ik dan thuiskom, bak je dan
voor mij ook een reuzetaart?" vraagt Paulien
tje jaloersch.
„Vast en zeker!"
„En ruim je dan ook het heele huis zoo
scheiding van de boot gaan halen, omdat het keurig op? Iedere kast en ieder hoekje?"
„Misschien; als jij zelf niet meer zoo'n vree-
selijke rommelpot bent".
Plotseling schatert Paulientje het uit: „Maar
mammie toch! Ben je dan vergeten, dat Ted
nog veel slordiger is dan ikke? Dat je altijd zoo
boos was als hij zijn boeken niet kon vinden
en a 1 zijn kleeren op een hoop lagen?"
Ik moet eerst even denken. Is dat werkelijk
zoo geweest? Zou het nog zoo zijn?
Maar de koning was een wijs man en hij
streek Liesel vriendelijk over 't haar en zei:
„Schrei maar niet. kind! Ik had 't beter moe
ten begrijpen. Meisjes, die goud spinnen uit
vlas bestaan niet. Maar je vader had jou zóó
lang niet gezien, dat hij vergat, dat je een
meisje bent en geen wonderkind!"
ONZE KINDEREN IN HOLLAND.
Kind, je bent zoo ver van huis,
Kind, hoe moet dat zijn?
Met je lange vijftien jaar
en je zachte babyhaar
al je brani bij elkaar
ben je nog zoo klein!
Kind, je schrijft in eiken brief
over lol en pret.
maar in al dien overmoed
is iets, dat me denken doet:
„Gaat het werkelijk zoo goed?
Huilt hij niet in bed?"
Kind, ik stuurde je een blik
kwee en manisan
en djeroeksap, lekker frisch
ook jouw eigen zoute visch
als daar nu maar iemand is.
die ze bakken kan!
Kind, ik heb toch vaak zoo'n angst,
hoe het gaat met jou.
Ben je niet te dim gekleed?
Heb je, zonder dat ik 't weet,
soms al influenza beet
met die najaarskou?
Geeft mevrouw je eiken dag
's morgens warme pap?
Kind, en werk je 's avonds laat?
O. hoe ik die school soms haat!
....Nee, dat's domme moeders-praat
Kind, word jij maar knap!
Kind, en als je slapen gaat,
krijg je dan een zoen?
Misschien is er allerlei
voor een jongen zooals jij
Kind, maar schrijf je 't dan aan mij?
Wil je dat nog doen?
Als we eens weer samen zijn,
(alles gaat voorbij
ook al lijkt het zonder end)
Kind. dan word je a! student.
Ben jij dan zoo'n knappe vent
toch nog „kind van mij?"
voor de verdere ontwikkeling, indien het in
derdaad gelukt een „boom" te voorkomen.
Nog bijna geen prijs
stijging.
Er is in Nederland nog bijna geen prijs
stijging van afgewerkte producten op de
oude pariteit omgerekend de prijsstijging
der grondstoffen is o.a. gecompenseerd door
daling der loonen (eveneens op de oude pa
riteit: in guldens zijn zij gelijk gebleven met
slechts hier en daar kleine stijgingen) en
der kapitaalrente.
De cijfers van onze handelbeweging geven
dan ook getuigenis van onze gunstiger ge
worden exportpositie, hoewel de ontwikke
ling der laatste maanden niet meer zoo snel
is geweest als in de tweede helft van het
vorige jaar. Het volume van onzen uitvoer
was in het afgeloopen halfjaar zelfs grooter
dan in het eerste halfjaar van 1929. Dit
ging, volgens een grafische voorstelling van
de procentueele samenstelling van den Ne-
derlandschen in- en uitvoer naar het ge
wicht, gepaard met een procentueele stijging
van den uitvoer van bewerkte artikelen (ge
deeltelijk of geheel, van de laatste vooral de
hulpstoffen: cokes, veevoeder, kunstmest).
Een andere grafiek doet zien, dat de verhou
ding tusschen den invoer van verbruiksgoe-
deren en den uitvoer van fabrikaten thans
weer ongeveer dezelfde is als in 1928 en 1929.
Van 1930 tot September 1936 lag de uitvoer
van fabrikaten relatief ver beneden den in
voer van verbruiksgoederen.
Opleving der nijverheid.
Van opleving der nijverheid getuigen ook
de cijfers betreffende den invoer van grond
stoffen. vooral voor die industrieën, welke
productiemiddelen leveren (men denke aan
den scheepsbouw). Deze laatste had in het
tweede kwartaal den omvang van 1930 weer
vrijwel bereikt en was nog stijgende. De
stijging van den invoer van grondstoffen
voor de industrieën van verbruiksgoederen
(die na een krachtige stijging in de tweede
helft van 1936 tot boven het vorige maximum
(1931) is gestegen) heeft zich echter de laat
ste maanden niet meer voortgezet.
In de wei-kloozenciifers komt die gunstige
ontwikkeling echter slechts zwak tot uiting.
De vermindering van het aantal werkloozen
bedroeg, na seizoencorrectie, ten opzichte
van het maximum (424.000 eind September
1936) nog slechts 66.000 en in Juni was er
een stagnatie, die contrasteerde met de
vrijwel onafgebroken verbetering der voor
gaande maanden. De verbetering der bedrij
vigheid blijkt zich echter meer en meer uit
te breiden tot de industrie- en van verbruiks
goederen. Ook in den landbouw en in het
transnortbedrijf is de werkloosheid thans
duidelijk aan het verminderen.
Ten aanzien van de kapitaalmarkt wordt
ongemerkt, dat hier nog weinig te zien is van
nieuwe investeering. Maar uit andere cijfers
blijkt wel, dat de installatie der 'nijverheid
wordt uitgebreid of vernieuwd. Hiervan ge
tuigen de cijfers betreffende de aanbeste
dingen voor fabrieksbouw en den invoer van
machines. ..Toch blijft deze geheele bewe
ging nog binnen bescheiden grenzen. Beroep
op de kapitaalmarkt blijkt ook nog bijna niet
noodig. Deze blijft ruim. De stroom van con
versies houdt aande rekeninecourant
saldi bij de Nederlandsche Bank zijn een
odgenblik tot bijna 600 millioen gulden ge
stegen".
Het conjunctuurbericht eindigt met de
woorden
Nieuwe factoren.
„Uit het bovenstaande blijkt-, dat de con
junctuurverbetering in hoofdzaak nog steeds
gedragen wordt door dezelfde factoren, die
reeds vóór de depreciatie werden genoemd,
zoomede door de depreciatie zelf, maar dat
daarnaast zich meer en meer andere facto
ren daarbij aansluiten, voornamelijk de be
tere positie van den landbouw en een begin
van opleving van de binnenlandsche markt.
De aanzienlijke kapitaalreserves, zich o.a.
uitende in lage kapitaalrente en goedkoop
geld zijn gunstige voorwaarden voor het
aanhouden der opleving. Het groote aantal
werkloozen, dat naar meer en meer blijkt
voor een aanzienlijk deel niet meer in het
bedrijfsleven opgenomen zal worden Mjift
steeds het voornaamste duistere punt de
conjunctuurontwikkeling".
DE BRANDWEER RUKTE UIT.
Hedenmorgen omstreeks negen uur werd
brandweer gealarmeerd voor een brand in d
Johannes de Breukstraat. In allerijl toog men
naar het Noorden waar men de vlammen
reeds boven de daken der huizen vreesde te
zullen zien oplaaien.
In een schuurtje van de rijwielstalling op
den hoek van de Johannes de Breukstraat was
evenwel slechts een baal houtwol in brand ge
raakt. die met enkele emmers water kon
worden gebluscht, De enkele fietsen werden
in allerijl naar buiten gebracht, zoodat deze
geen gevaar liepen.