De nieuwe Pachtwet De economische toestand eind Juli. NDISCHE KINDEREN. IE1'- JH/5 VRIJDAG 20 AUGUSTUS 1937 HAARDE M'S DAGBLAD Nieuwe rechten en plichten I" 1932 werden de beide wetsontwerpen oor een nieuwe regeling van de pacht •oor de Eerste Kamer verworpen. Door deze beslissing bleef een onbevredigende toestand bestaan, doordat de bestaande rege ling der pacht verouderd en onhoudbaar bleek te zijn. De Regeering voelde zich dan ook verplicht nogmaals de totstandkoming van een nieuwe regeling van de pacht te moe ten bevorderen. Op 31 Mei 1937 is de nieuwe Pachtwet tot stand gekomen. De belangrijke punten waarom het gaat be treffen 1. Het zoogenaamde „continuatierecht' 2. De vergoeding voor door den pachter aangebrachte verbeteringen. 3. Het tegengaan van buitensporige pacht overeenkomsten. 4. De berechting van pachtzaken in verband met de pachtcommissies. De voornaamste bezwaren tegen de oude regeling zijn in hoofdzaak de volgende: a. het gebruiksrecht van den pachter is te weinig vast. b. de pachtsommen worden in sommige streken van het land te hoog opgedreven. c. de pachter draagt het geheele risico van het bedrijf. d. hij kan niet rekenen op vergoeding voor door hem aangebrachte verbeteringen. We zullen tljans de belangrijkste punten onder oogen zien. Het Continuatierecht. De bezwaren, welke tegen het continuatie recht zijn aangevoerd, culmineeren hierin, dat de rechtsband tusschen verpachter en pach ter, onder omstandigheden, kan blijven voort bestaan ook na verloop van den tijd, waarvan de overeenkomst is gesloten, en dat tegen den wil van den verachter. Zij, die deze bezwaren opperen, zien in deze ongewilde verlenging een ongeoorloofde aantasting van het eigen domsrecht. Anderzijds zijn er velen in den lande, die een versterking van de rechtspositie van den pachter, in den zin van het continuatierecht, als verreweg het voornaamste element van een wijziging van het pachtrecht beschouwen en die van een nieuwe regeling van de pacht zonder dit element geen of ter nauwer- noods eenig heil verwachten. Bij de nieuwe Pachtwet is gestreefd naar een vorm, welke eenerzij ds aan de wenschen der pachters tegemoet komt en anderzijds in mindere mate aanleiding geeft tot de beden kingen, welke de tegenstanders van het con tinuatierecht koesteren. De pachtovereen komst zal, behoudens enkele uitzonderingen, gelden voor onbepaalden tijd. Zij kan te allen tijde door een der partijen worden opgezegd met een opzeggingstermijn van V/2 jaar. Heeft de verpachter opgezegd, dan kan de pachter een uitspraak van den rechter uitlokken. De rechter zal de opzegging slechts ongedaan maken, wanneer de eindiging der overeen komst in strijd zou zijn met de billijkheid. De pachter zijnerzijds mag er dus op rekenen, dat de pacht zal voortduren, indien hii zich behoorlijk gedraagt en de eindiging der over eenkomst onbillijk ware. Des pachters „rechtspositie" is dan afdoende gewaarborgd, maar ook aan de rechten van den verpachter wordt niet te kort gedaan. De verpachter kan de overeenkomst opzeggen al zal, bij verzet van den pachter, de zaak door den rechter moeten worden getoetst. En zoowel pachter als verpachter kunnen bij den rechter tus- schentijds wijziging van de pachtvoorwaarden en met name verlaging of verhooging van den pachtprijs vorderen. Nimmer zal het kunnen voorkomen, dat partijen gedurende een lange reeks van jaren gebonden zijn aan de bepa lingen van een onveranderlijk pachtcontract. Willekeurige verbeteringen en veranderin gen worden tegengegaan; eindiging en veran dering met objectieven grondslag worden daar entegen bevorderd. De verpachter zal zorgvul dig behooren te zijn in de keuze van den pachter. Hij zal, indien hij den pachter niet goed kent, wellicht goed doen, allereerst een proef overeenkomst voor den tijd van één jaar te sluiten. De vergoeding voor door den pach ter aangebrachte verbeteringen. Ingeval de pacht langer dan een jaar ge duurd heeft, is de verpachter bij het einde der pachtovereenkomst gehouden den pachter een billijke vergoeding te geven voor de verbe teringen, die door dezen inde laatst verloopen 10 jaren aan het gepachte zijn aangebracht. Deze vergoeding kan niet overtreffen het bedrag, waarmede de waarde van het gepach te bij het einde der pachtovereenkomst ten gevolge .van de aangebrachte verbeteringen is verhoogd. De vergoeding wordt lager gesteld, naarmate de pachter de vruchten van de aan gebrachte verbeteringen reeds heeft kunnen genieten. Een voorbeeld moge dit verduide lijken. Neem eens aan, dat een pachter voor f 500 kosten heeft gemaakt om het goed te verbeteren; het goed is daardoor aan zienlijk in waarde gestegen; het brengt veel meer op. Die kosten kunnen misschien f 500 bedragen hebben, maar de verbeteringen kunnen een waarde hebben van f 2000. Nu is het de bedoeling mogelijk te ma ken, den pachter niet alleen de verschotten, die hij heeft gehad, de f 500, die hij heeft moeten uitleggen, te vergoeden, maar ook hem ten goede te doen komen een stuk al thans van de waardevermeerdering. Voorts moet de verpachter een verminde ring van den pachtprijs gedoogen, wanneer gedurende een pachtjaar of een pachtseizoen tengevolge van buitengewone omstandighe den de opbrengst van het bedrijf aanzienlijk minder is geweest, dan bij het aangaan dei- overeenkomst te verwachten was. Een verlaging van den prijs van de voort brengselen van het bedrijf, alsmede omstan digheden, die aan de schuld van den pachter të wijten zijn of waarvan hij de gevolgen re delijkerwijs had kunnen voorkomen of die hem persoonlijk betreffen, komen niet als buitengewone omstandigheden in aan merking. Het recht van den pachter tot vermindering van den pachtprijs vervalt 6 maanden na het eindigen van het pachtjaar of het pachtsei zoen, waarover de pachtprijs verschuldigd is. Het tegengaan van buitensporige pachtovereenkomsten. De verpachter moet een wijziging van de pachtvoorwaarden en met name een vermin dering en de pachter een verhooging van den pachtprijs voor de toekomst gedoo gen, indien zulk een wijziging, in verband met veranderde omstandigheden, door de goede trouw wordt gevorderd. Een vordering hiertoe kan eerst worden ge daan wanneer sedert het aangaan der pacht overeenkomst een jaar is verstreken. De vordering moet bij den rechter aanhangig worden gemaakt tenminste een jaar vóór den aanvang van het eerste pachtjaar, waarop zij betrekking heeft. Nu de pachtovereenkomst voor onbepaalden tijd wordt aangegaan is het duidelijk, dat zich nieuwe omstandigheden kunnen voordoen, waarin ongewijzigde handhaving van de voor waarden der overeenkomst onredelijk zoude Beslag gelegd op een Engelsch schip. Op het Engelsche stoomschip „Dynamo" van de Ellerman Wilson Line Ltd. te Hull, komende van Antwerpen en bestemd voor Londen, is, in verband met een aanvaring, welke een dei- schepen van deze lijn heeft gehad, beslag ge legd ter reede van Vlissingen. Het schip is in de haven van Vlissingen binnengebracht. zijn, waarin wijziging dus door de goede trouw wordt gevorderd. Tijdelijke veranderingen ko men hierbij niet in aanmerking; de wijzigin gen moeten zoodanig zijn. dat althans ver wacht mag worden, dat zij van min of meer blijvenden aard zijn. De wijziging moet door de goede trouw worden gevorderd, in verband met veranderde omstandigheden. Hierbij wordt uiteraard allereerst aan objectieve, rechtstreeks ter zake dienende omstandighe den, zooals wijzigingen in het prijspeil van producten, gedacht. Maar ook andere om standigheden kunnen in aanmerking komen. Indien bijv. het levenspeil in het algemeen, of in een bepaalde streek, stijgt, is het denk baar, dat de goede trouw vordert, dat aan den pachter een grooter deel van de op brengst van den bodem wordt toegekend. De berechting van pachtzaken in vel band met de pachtcommissies. De behandeling der pachtzaken zal plaats hebben door de pachtkamer van het kanton gerecht. De pachtkamer bestaat uit den kanton rechter als voorzitter en twee niet tot de rechterlijke macht behoorende personen, die deskundig zijn ten aanzien van de verhoudin gen op pachtgebied. Van de uitspraken van de pachtkamer staat beroep open op het gerechtshof te Arnhem. Ten slotte zij nog meegedeeld, dat pacht overeenkomsten, die -op 1 Januari 1936 reeds van kracht waren, door het oude recht be- heerscht zullen blijven gedurende den tijd, waarvoor zij waren aangegaan, doch uiterlijk tot 1 Jnuari 1943; overeenkomsten, die op 1 Januari 1936 nog niet van kracht waren, blij ven nog gedurende 2 jaren na de inwerking treding der nieuwe Pachtwet door het oude recht beheerscht. A. OVER Amersfoort. Verscli brood bij 't ontbijt op 31 Augustus. In verband met de viering van den ver jaardag van HM. de Koningin zal op 31 Augustus a.s. in de broodbakkerijen in alle gemeenten des lands om 3 uur des voormid- dags met den bakkersarbeid begonnen mogen worden. Om 7.30 uur des voormiddags mogen de bakkers de bakkerij met het versche brood verlaten, om dan van 8 uur af met den ver koop of aflevering te beginnen. OUD-MINISTER SLINGENBERG BIJ PHILIPS. Donderdag heeft oud-minister mr. M. Slin- gen berg met zijn echtgenoote een bezoek ge bracht aan de Philips-fabrieken te Eindhoven. De gasten werden in de commissariskamer ontvangen door dr. A. F. Philips en lunchten daarna op huize .,De Laak". In den middag werd de polykliniek bezich tigd, waarna een rondgang volgde door de Jongens Nijverheidsschool, de metaalwaren- fabriek en de philite- en glasfabrieken. In het ontspanningsgebouw werd de T.B.C.-film ver toond. Tenslotte werd de thee gebruikt op de golflinks PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO CENTRALE OP ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1937. Progr. I. Hilversum I. Progr. II. Hilversum II. Progr. III. 8.00 Keulen. 10.50 Parijs Radio. 12.20 Ned. Brussel. 2.35 Keulen. 3.35 Fransch Brussel. 4.20 Keulen. 5.20 Fransch Brussel. 6.30 Keulen. 7.20 Londen Regional. 7.40 Deutsch- landsender. 8.00 Parijs Radio. 8.20 Keulen. 10.20 Fransch Brussel. Progr. IV. 8.00 Ned. Brussel. 9.20 Diversen. 10.35 Droitwich. 4.35 Londen Regional. 5.20 Ned. Brussel. 6.00 Droitwich. Pro gr .V. 8.00—7.00 Diversen. 7.00—8.00 Eigen Gramofoonplatenconcert: Verzoekprogramma. ".0012.00 Diversen. IS n 1936 bevatte Haarlem's Dagblad 45303 „Groentjes". Dit jaar worden het er zeker weer meer, want in het eerste halfjaar werden er al 24117 geplaatst. HET AUTO-ONGEVAL AAN DEN SLAPERDIJK. Doordat twee kinderen plotseling spelend den weg overstaken, was de bestuurder van een bestelauto genoodzaakt het stuur om te gooien, waardoor de wagen kantelde en de bestuurder uit de cabine geslingerd werd. Verschillende gunstige voorwaarden voor aanhouding der opleving. Chineesche vluchtelingen verlaten de gevechtszone te Sjanghai om in het binnenland veiliger plaatsen op te zoeken. Aantal werkloozen nog een duister punt. Wanneer men de dagelijksche indexcijfers van aandeelenkoersen, samengesteld aan de beurzen van Amsterdam, Londen en New- York voor de eerste zes maanden van het jaar met elkaar vergelijkt, is een treffend verschil te zien. Londen vertoont een door- loopende daling, Amsterdam en New-York vertoonen een maximum in Maart, gevolgd door een daling, welke echter voor Amster dam in Mei ophoudt, voor New-York tot in Juni doorgaat. Het koerspeil is te Amster dam niet weer gezonken tot het prijspeil van Januari, terwijl het in New-York sinds einde April daaronder is gebleven. Pas in de eerste helft van Juli is ojj alle drie de beurzen een nieuwe stijging te zien (die echter ook weer voor Londen onbelangrijk is gebleven). ,De Nederlandsche Conjunctuur" (drie- maandelijksch tijdschrift van het Centraal Bureau voor de statistiek) van Augustus 1937. knoopt hieraan, in zijn overzicht van den economischen toestand, de beschouwing vast, dat naast andere, bekende factoren, tot de betere waardeering der Nederlandsche aan- deelen zal hebben bijgedragen, de opvatting „dat bij ons met ernstige belemmeringen voor het aanhouden van de hausse geen re kening behoeft te worden gehouden. Hoewel in de genoemde landen de conjunctuur reserves nog geenszins zijn uitgeput, geldt dit in sterkere mate voor'ons land, dat later aan de opleving is gaan deelnemen, waar nog slechts een betrekkelijk gering deel der werklooze arbeiders weer in het productie proces is opgenomen en waar het bedrijfs leven nog biina geen beroep heeft gedaan op de aanzienlijke kapitaalreserves, die hier nog ongebruikt liggen". Trouwens, dit geldt in zekere mate ook voor de wereldconjunc tuur in haar geheel, waar verschillende fac toren nog steeds een gunstige basis vormen Uit vlas wordt geen goud gesponnen r was eens een marskramer, die het land doortrok om zijn waren te ver- koopen. Daardoor was hij dikwijls wekenlang van huis. Thuis zat zijn •blonde dochter aan het spinnewiel en spon vlas tot garen, juist zooals de andere meisjes uit haar dorp. Als de vader op reis aan zijn dorp en zijn huis dacht, zag hij het blonde hoofd van zijn dochter voor 't open venster met-de-bloemen en dan groeide in zijn hart het trotsche geluk over het bezit van dit vlij tige kind. Zeker kon geen van de andere meisjes uit het dorp zóóveel vlas in één dag afspannen als zijn dochter. En terwijl hij zijn kramerijen verkocht moest hij het aan de klanten vertellen: „Zóó lief en zóó knap als zijn Liesel was er geen meisje in 't land. Wat? Het 1 a n d? In de heele wereld niet!" Dan trok hij verder en dacht onderweegs aan zijn kind en in de volgende buurtschap vertelde hij het verhaal opnieuw aan de koopende vrouwtjes: ,Niemand weet zóó'n fijnen draad te spin nenpure zijde spint ze uit vlas. Wat zeg ik? Zijde? Goud!" En op 't einde van zijn reis wist men het ook in de stad: „Marskra mers Liesel kan goud spinnen uit vlas!" Dat kwam den koning ter oore en omdat koningen zich steeds voor goud en de herkomst van goud interesseeren. werd de marskramers dochter op 't paleis ontboden. Daar stond ze nu: een arme verlegen Liesel, schreiend, om dat ze wel garen kon spinnen, doch geen goud "Ijk ben toch zoo benieuwd, om jullie zoon te zien", zegt mijn buurvrouw, terwijl ze aan haar koffiekopje nipt; „Uit wat je ver telt over zijn werk en zijn brieven, moet het wel een heel bijzondere jongen zijn". „Dat is hij ook" antwoord ik met trots, „niet één op de vijftig kinderen van zijn leeftijd zou het alleen-in-Holland-blijven zóó flink hebben verdragen. Wat zeg ik? Niet één op de hou der d!" „En iedere week schreef hij? Een prestatie voor een jongen van veertien". „Iedere week met de luchtmail een lange brief vol grappige belevenissen. Ook wel ern stig. ik had eigenlijk nooit gedacht, dat een jongen zoo menschelijk schrijven kon". „Ja maar, die Ted van jullie is dan ook geen gewone jongen" zegt mijn buurvrouw Ik knik: ik zou het zelf niet gezegd hebben, maar ik weet, dat het waar is. En mijn hart zwelt van geluk om 't bezit van dit knappe, vlijtige kind, dat we overmorgen na een lange gouvernement ons voor de komende jaren een standplaats met een H.B.S. heeft toebedeeld. „Hij krijgt straks mijn man als wiskunde- leeraar" zegt mijn buurvrouw, „die zal ook blij zijn met zoo'n begaafden leerling En pas een kwartier na buurvrouw's vertrek bedenk ik, dat rekenen altijd een moeilijk vak was voor onzen jongen en dat wij vaak samen hebben geploeterd over vormsommen, die maar niet wilden uitkomen. Wat, als hij straks voor een strengen wiskundeleeraar staat, beschaamd, omdat hij maar een heel gewone jongen is? "Ipn ons Paulientje pakt onderwijl haar JL/ schooltasch om voor het eerst naar school te gaan. Het is een pronkstuk van een school tasch, een cadeau van opa uit Holland, en de inhoud: een potlood, een puntenslijper, een stief je en een doosje kleurpotlood j es, lijkt een beetje schamel in de holte van die mooie leeren tasch. Paulientje telt nog eens haar schoolbehoeften na: een potlood, een punten slijper, een stiefje en een doosje kleurpotlood- jes. „Het is zoo weinig" zucht ze, „je kunt wel zien, dat ik nog dom ben". Ik kijk naar het begin der wijsheid, dat voor me ligt uitge spreid; zoo begonnen wij eens allemaal. Toen groeide de kemiis aan, er kwamen schriften en boeken, er kwam inkt. Er kwamen atlassen en linealen en woordenboeken een heele encyclopaedie. Wij sjouwden er mee om, wij groeiden er mee op. En toch het allerliefste bezit bleef de simpele uitrusting; een slijper, die, met het potlood, ook de woorden wat aanpunt; een doosje krijtjes om waarheid en faatazie bij te kleuren en een stief, om on gedaan te maken „En mijn boterhammetje!" juicht Paulien tje. „Dat vult. En als jij er dan 's morgens mijn boterham in doet, heb ik lekker op school nog een stukje van t h u i s." Och, klein Paulientje, dat morgen voor 't eerst naar schoot gaat met het begin en het einde van alle kennis in je groote glimmende, gloednieuwe tasch, en steun zoekt bij een trommeltje huiselijkheid! Hoe zul j ij het latei- dragen als wij je moeten achterlaten in een vreemde stad, omdat het gouvernement ons een standplaats heeft toebedeeld waar geen scholen zijn? „Maar als ik dan thuiskom, bak je dan voor mij ook een reuzetaart?" vraagt Paulien tje jaloersch. „Vast en zeker!" „En ruim je dan ook het heele huis zoo scheiding van de boot gaan halen, omdat het keurig op? Iedere kast en ieder hoekje?" „Misschien; als jij zelf niet meer zoo'n vree- selijke rommelpot bent". Plotseling schatert Paulientje het uit: „Maar mammie toch! Ben je dan vergeten, dat Ted nog veel slordiger is dan ikke? Dat je altijd zoo boos was als hij zijn boeken niet kon vinden en a 1 zijn kleeren op een hoop lagen?" Ik moet eerst even denken. Is dat werkelijk zoo geweest? Zou het nog zoo zijn? Maar de koning was een wijs man en hij streek Liesel vriendelijk over 't haar en zei: „Schrei maar niet. kind! Ik had 't beter moe ten begrijpen. Meisjes, die goud spinnen uit vlas bestaan niet. Maar je vader had jou zóó lang niet gezien, dat hij vergat, dat je een meisje bent en geen wonderkind!" ONZE KINDEREN IN HOLLAND. Kind, je bent zoo ver van huis, Kind, hoe moet dat zijn? Met je lange vijftien jaar en je zachte babyhaar al je brani bij elkaar ben je nog zoo klein! Kind, je schrijft in eiken brief over lol en pret. maar in al dien overmoed is iets, dat me denken doet: „Gaat het werkelijk zoo goed? Huilt hij niet in bed?" Kind, ik stuurde je een blik kwee en manisan en djeroeksap, lekker frisch ook jouw eigen zoute visch als daar nu maar iemand is. die ze bakken kan! Kind, ik heb toch vaak zoo'n angst, hoe het gaat met jou. Ben je niet te dim gekleed? Heb je, zonder dat ik 't weet, soms al influenza beet met die najaarskou? Geeft mevrouw je eiken dag 's morgens warme pap? Kind, en werk je 's avonds laat? O. hoe ik die school soms haat! ....Nee, dat's domme moeders-praat Kind, word jij maar knap! Kind, en als je slapen gaat, krijg je dan een zoen? Misschien is er allerlei voor een jongen zooals jij Kind, maar schrijf je 't dan aan mij? Wil je dat nog doen? Als we eens weer samen zijn, (alles gaat voorbij ook al lijkt het zonder end) Kind. dan word je a! student. Ben jij dan zoo'n knappe vent toch nog „kind van mij?" voor de verdere ontwikkeling, indien het in derdaad gelukt een „boom" te voorkomen. Nog bijna geen prijs stijging. Er is in Nederland nog bijna geen prijs stijging van afgewerkte producten op de oude pariteit omgerekend de prijsstijging der grondstoffen is o.a. gecompenseerd door daling der loonen (eveneens op de oude pa riteit: in guldens zijn zij gelijk gebleven met slechts hier en daar kleine stijgingen) en der kapitaalrente. De cijfers van onze handelbeweging geven dan ook getuigenis van onze gunstiger ge worden exportpositie, hoewel de ontwikke ling der laatste maanden niet meer zoo snel is geweest als in de tweede helft van het vorige jaar. Het volume van onzen uitvoer was in het afgeloopen halfjaar zelfs grooter dan in het eerste halfjaar van 1929. Dit ging, volgens een grafische voorstelling van de procentueele samenstelling van den Ne- derlandschen in- en uitvoer naar het ge wicht, gepaard met een procentueele stijging van den uitvoer van bewerkte artikelen (ge deeltelijk of geheel, van de laatste vooral de hulpstoffen: cokes, veevoeder, kunstmest). Een andere grafiek doet zien, dat de verhou ding tusschen den invoer van verbruiksgoe- deren en den uitvoer van fabrikaten thans weer ongeveer dezelfde is als in 1928 en 1929. Van 1930 tot September 1936 lag de uitvoer van fabrikaten relatief ver beneden den in voer van verbruiksgoederen. Opleving der nijverheid. Van opleving der nijverheid getuigen ook de cijfers betreffende den invoer van grond stoffen. vooral voor die industrieën, welke productiemiddelen leveren (men denke aan den scheepsbouw). Deze laatste had in het tweede kwartaal den omvang van 1930 weer vrijwel bereikt en was nog stijgende. De stijging van den invoer van grondstoffen voor de industrieën van verbruiksgoederen (die na een krachtige stijging in de tweede helft van 1936 tot boven het vorige maximum (1931) is gestegen) heeft zich echter de laat ste maanden niet meer voortgezet. In de wei-kloozenciifers komt die gunstige ontwikkeling echter slechts zwak tot uiting. De vermindering van het aantal werkloozen bedroeg, na seizoencorrectie, ten opzichte van het maximum (424.000 eind September 1936) nog slechts 66.000 en in Juni was er een stagnatie, die contrasteerde met de vrijwel onafgebroken verbetering der voor gaande maanden. De verbetering der bedrij vigheid blijkt zich echter meer en meer uit te breiden tot de industrie- en van verbruiks goederen. Ook in den landbouw en in het transnortbedrijf is de werkloosheid thans duidelijk aan het verminderen. Ten aanzien van de kapitaalmarkt wordt ongemerkt, dat hier nog weinig te zien is van nieuwe investeering. Maar uit andere cijfers blijkt wel, dat de installatie der 'nijverheid wordt uitgebreid of vernieuwd. Hiervan ge tuigen de cijfers betreffende de aanbeste dingen voor fabrieksbouw en den invoer van machines. ..Toch blijft deze geheele bewe ging nog binnen bescheiden grenzen. Beroep op de kapitaalmarkt blijkt ook nog bijna niet noodig. Deze blijft ruim. De stroom van con versies houdt aande rekeninecourant saldi bij de Nederlandsche Bank zijn een odgenblik tot bijna 600 millioen gulden ge stegen". Het conjunctuurbericht eindigt met de woorden Nieuwe factoren. „Uit het bovenstaande blijkt-, dat de con junctuurverbetering in hoofdzaak nog steeds gedragen wordt door dezelfde factoren, die reeds vóór de depreciatie werden genoemd, zoomede door de depreciatie zelf, maar dat daarnaast zich meer en meer andere facto ren daarbij aansluiten, voornamelijk de be tere positie van den landbouw en een begin van opleving van de binnenlandsche markt. De aanzienlijke kapitaalreserves, zich o.a. uitende in lage kapitaalrente en goedkoop geld zijn gunstige voorwaarden voor het aanhouden der opleving. Het groote aantal werkloozen, dat naar meer en meer blijkt voor een aanzienlijk deel niet meer in het bedrijfsleven opgenomen zal worden Mjift steeds het voornaamste duistere punt de conjunctuurontwikkeling". DE BRANDWEER RUKTE UIT. Hedenmorgen omstreeks negen uur werd brandweer gealarmeerd voor een brand in d Johannes de Breukstraat. In allerijl toog men naar het Noorden waar men de vlammen reeds boven de daken der huizen vreesde te zullen zien oplaaien. In een schuurtje van de rijwielstalling op den hoek van de Johannes de Breukstraat was evenwel slechts een baal houtwol in brand ge raakt. die met enkele emmers water kon worden gebluscht, De enkele fietsen werden in allerijl naar buiten gebracht, zoodat deze geen gevaar liepen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 7