Doodelijk ongeluk
te Alkmaar
KONING VOETBAL GAAT WEER REGEEREN
Het nationale Honkbal negental
slaat België met 53
bij de grasbaanraces
Meer dan duizend menschen woonden den
wedstrijd Nederland-België, die Zondagmid
dag op het E.D.O.-terrein plaats vond, bij. De
Belgen, die om half twee aanwezig zouden zijn,
stuurden om half vier bericht, dat zij om
kwart over vier pas konden arriveeren. Op
onthoud aan de grens, gevolgd door panne wa
ren de oorzaken van het feit, dat om kwart
voor vijf eindelijk de wedstrijd kon aanvangen.
In dien tijd hadden slechts enkele tientallen
het wachten opgegeven. De groote massa ge-
duldigen werd beloond met een op hoog peil
staanden wedstrijd.
In het Nederlandsche negental hadden geen
veranderingen plaats gehad, zoodat achter
eenvolgens aan slag verschenen: Schijvenaar,
Meenhorst, Van der Putten, Lammers, Wilders.
Van der Schalie, Van den Heuvel Rijnders, Har-
tog en Baas.
In het Belgische negental was één wijziging
gekomen, zoodat nu ook Caluwé stond opge
steld. Achtereenvolgens sloegen: Verschueren,
Caluwé, Payne, Van Mol, Van Oostrom, Bres-
seleers, Gillet, Van Looy en Van de Velde. Voor
Nederland stond Lammers den geheelen wed
strijd op de werpplaat. Zooals uit de cijfers
blijkt is zijn succes niet groot geweest. Slechts
vijf maal heel hij succes gehad met drie slag.
Er tusschen door wierp hij slechts tweemaal I
vier wijd, doch de overige keeren werd hij
vaak geslagen. Nu waren de slagen der Belgen I
HA'AKL'EM'S DAGBEAD'
venaar op het tweede kregen er dikwijls een
te verwerken. Bijna steeds deden zij dat zon
der falen. Ook Van den Heuvel Rijnders kreeg
nogal wat ballen in zijn richting, soms zelfs
heel moeilijke. Hij verwerkte ze echter op keu
rige wijze. Ook Lammers had eenige keeren
succes met een aangooi naar het eerste honk.
Jammer was dat Meenhorst, de Nederland
sche korte stop, nogal eens faalde. Van de vier
fouten, die door de Hollanders gemaakt zijn,
komen er drie op zijn rekening.
Overigens ging de bal ook vaak het verre
veld in. Maar ook daar deden de spelers hun
plicht. Vooral Van der Putten was goed in
vangen.
Voor de Belgen wierp den geheelen wed
strijd Juul van Mol. Schij venaar en Meen
horst, die als eersten tegenover hem stonden,
wisten hem te raken. Maar daarna is er niet
veel meer geslagen. In totaal brachten de
Hollanders het tot slechts vijf honkslagen. Van
Mol verstaat de kunst afwisselend te gooien.
Meestal gooit hij een rechten bal. maar die
gaat zoo formidabel hard dat hij den meesten
spelers te snel gaat. De meeste Hollanders
prijkten dan ook met een slaggemiddelde van
nul. Schijvenaar wist in vier beurten twee
maal raak te slaan. Hartog, Meenhorst en
Wilders elk één keer. Wel werd nog eenige
keeren een tik gegeven, waardoor de bal in het
verre veld kwam, maar ook daar deden de
spelers hun plicht, Schijvenaar, Van der Put
ten en Baas waren ieder éénmaal het slacht
offer. Van der Schalie kroop in de tweede in
nings door het oog van een naald toen de
rechtsvelder de geboden vangkans miste.
Van de vijf runs der Hollanders werden er
drie in de eerste en tweede innings gemaakt.
Het eerste ontstond door den tweehonkslag
van Meenhorst, waardoor Schijvenaar, die ook
door een honkslag was gaan loopen, scoren
kon. Het tweede en derde punt ontstond in de
tweede innings. Van der Schalie en Heuvel
Rijnders profiteerden beiden van een fout in
het Belgische veldwerk. Door die fout kwam
Van der Schalie zelfs op het derde honk, zoo
dat hij van de volgende fout kon profiteeren
om binnen te komen. Door scherp honkloopen
zorgde Heuvel Rijnders voor het derde punt,
dank zij de vangkans die J. Baas aan Payne
bood.
Hierna kwam Van Mol er echter beter in en
ging het scoren veel moeilijker. Het duurde
tot de vijfde inning eer weer een punt ge
maakt werd. Schijvenaar kwam door een
honkslag op de honken er, een goede tik van
Van der Putten, die echter in het verre veld
uitgevangen werd, zorgde dat hij binnen
kwam. Pas in de achtste beurt kwam het vijf
de punt binnen. Nu sloeg Wilders raak. Hoe
wel niet zonder gevaar kwam hij toch op het
derde honk terecht. Hierna profiteerde hij er
van dat de Belgische achtervanger een 'bal
liet doorschieten.
Dat er in de zevende beurt nog een punt bij
kwam, was de schuld van Meenhorst. Honk
slagen van Caluwé en Payne zorgden er voor
dat Verschuere zelfs nog thuis kwam. Daar
mee was het totaal aantal runs bereikt, want
noch in de achtste, noch in de negende beurt
der Belgen werd meer gescoord. In beide beur
ten was de voornaamste oorzaak daarvan een
keurig dubbelspel.
In de achtste beurt zorgd Van der Schalie
door een pracht aangooi voor de eerste nul.
Toen deed Wilders een keurigen vang in het
verre veld, waardoor Van Looy uit ging. Wil
ders speelde den bal bovendien vlug naar het
eerste honk, waardoor Gillet ook nog sneuvel
de. In de negende beurt haalde van der Vel
de het eerste honk door een goeden slag. Na
hem sloeg Verschueren in de richting van
Lammers. Deze speelde den bal vlug naar het
tweede honk, waardoor Van der Velde sneu
velde. Schijvenaar maakte geen fout, wierp
snel naar het eerste honk, waar Verschueren
nog niet aangekomen was en dus viel meteen
de tweede nul. Hierna nog een goede vang
van Meenhorst en daarna was de negende beurt
der Belgen vooihij. De Hollanders stonden nog
voor en behoefden dus hun negende beurt niet
te slaan.
De cijfers der innings zijn:
Belgie: 1-0-0-0-1-0-1-0-0 totaal 3
Holland: l-2-0-0-l-0-ü-l-x totaal 5
Zondagmiddag werd op het E.D.O.-
terrein de honkbalwedstrijd Neder
landBelgië gespeeld. De Hollandsche
ploeg, die na spannenden strijd won.
V.l.n.rknielend: J. Baas. J. Hartog,
Th. van der Patten, B. Meenhorst
staande: J. Blomvliet (reserve), C. v.
d. Schalie, C. Wilders. G. Lammers. H.
Schijvenaar, F. v. Heuvel Rijnders,
R. de Mon (reserve).
MAANDAG 30 AUGUSTUS 1937
MOTORSPORT
Passier verongelukt
De baankampioenschappcn van
de K.N.M.V. die door een zeer talrijk
publiek bezocht werden en die ver
reden werden onder de meest gunstige
omstandigheden, hebben helaas een
slachtoffer geëischt, de nog jonge
Junior-renner Passier uit Leiden,
kreeg door een valpartij een zware
motor op zijn onderlichaam en werd
zoo ernstig gewond, dat hij kort na aan
komst in het ziekenhuis overleed.
Het was in de finale der juniores in de 350
c.M3. klasse, dat dit ongeluk gebeurde. Nadat
het publiek eerst al een zeer sensationeele
race van de seniores had aanschouwd, waarbij
valpartijen maar net uitbleven, -kwamen voor
genoemde finale zes renners aan den start.
De jonge Houtop Jr. nam de leiding en vlak
achter hem kwam Passier, die weer op den
voet gevo-lgd werd door Huykman.
Na een ronde wilde Passier een aanval op
Houtop wagen. In de noordelijke bocht
zwenkte Passier naar binnen, om zoo door de
binnenbocht te passeeren en Houtop te dwin
gen omhoog te gaan. Op hetzelfde moment
sloot Houtop echter gas af, waardoor zijn
vaartverminderde. Dit had echter mede
tot gevolg, dat Passier met zijn voorwiel eerst
tegen Houtop's voet reed en daarna tegen het
achterwiel van den leider. Toen kon Passier
zijn motor niet meer houden en hij viel.
Huykman zag daardoor plotseling een hin
dernis voor zich en kon den vallenden Pas
sier niet meer ontwijken. Hij viel ook en zijn
motor sloeg met een smak neer op Passier's
onderlichaam. Beide renners bleven bewuste
loos liggen en werden direct weggedragen.. Een
voorloopig medisch onderzoek wees uit, dat
overbrenging naar het ziekenhuis noodzake
lijk was.
In het ziekenhuis bleek, dat Huykman er nog
vrij goed was afgekomen. Hij bloedde welis
waar vrij hevig aan zijn mond en had eenige
hoofdwonden, terwijl hij tevens een gebroken
arm had bekomen, maar levensgevaarlijk was
geen der verwondingen. Met Passier was het
anders; hoewel hij tijdens het transport naar
het ziekenhuis nog even bij kennis was ge
komen, waren zijn inwendige verwondingen
zoo ernstig, dat hij dadelijk na aankomst
overleed.
Het publiek bleef onkundig van dit doodelijk
ongeluk en wist alleen, dat de renner ernstig
gewond naar het ziekenhuis was overgebracht.
De wedstrijden werden na een kleine onder
breking voortgezet.
De verrassing van den dag was wel, dat Van
Aartsen kampioen werd zoowel in de 350 als
in de 500 c.M3. klasse. In beide gevallen klopte
hij Houtop, den snellen Utrechtenaar.
De uitslagen luiden:
Juniores 350 e.M3. klasse: 1. H. v. d. Pluym
in 3 min. 2.2 sec.; J. Houtop in 3 min. 2.6 sec.
Juniores 500 -c.M. klasse: 1. J Westerop; 2.
K. Riemersma; 3. F. v. d. Kley.
Seniores tot 350 c.M3. (om het kampioen
schap) 1' en Ned. Kampioen P. van Aartsen in
2 min. 47 sec.; 2. J. C. Houtop in 2 min. 47.4
sec.; 3. L. Rehorst in 2 min. 52 sec.; 4. A.
Hartman in 2 min. 53.8 sec.
Seniores tot 500 c.M3.: 1. en kampioen P.
van Aartsen in 2 min. 43.4 sec.; 2. J. Kops in
2 min. 44 sec.; 3. G. van Dijk in 2 min. 46.2 sec.
Ook de heeren van H.P.C. werden
kampioen bij het loaterpolo-tournooi
om het kampioenschap van Haarlem.
V.l.n.r. knielend: H. Eldering, A. J.
Braam, A. ten Hacken, staande: H.
Stefels, A. Sipkema, H. Leyenaar,
D. Stam.
Overal in ons land rolt de bal weer over de voetbalvelden en het is geen
wonderdat het leder zelf ook eens wil zeggen, wat het daar nu eigenlijk
wel van denkt. De bal spreekt dus:
Mijn rust is alweer uit en 't stemt me droef,
Be sport van voet en bal is weer aan d' orde.
Ik voel het al, het wordt weer schoppen troef,
Ik ben weer aartsverschoppeling geworden.
Wij staan weer aan 't begin van 't jaargetij,
Dat met een variant door eiken jongen,
In 't lied: waar velden zijn is 't bal voor mij,
Uit volle borst met geestdrift wordt bezongen
't Is wel iets om bal-oorig van te zijn,
Mijn heele ras is weer op gang en bonst er,
Het vliegt weer heen en weer van lijn tot lijn,
Beleedigend genoemd: het bruine monster.
Ook al gedraag ik mij als spring in 't veld,
Ik moet maar steeds, met schoppen en met slagen,
Op 't veld van voetbal-eer als ware held,
Een „stuitende" behandeling verdragen.
Al kom ik dan oorspronkelijk van de koe.
Moet ik me daarom laten koe-ioneeren?
Waar moest het voetbal zonder bal naar toe,
Men mocht mij waarlijk wel wat hooger eeren,
Ik ben het altijd, die de klappen krijgt,
De eenige, die geen partij kan kiezen,
De eenige ook, die gelaten zwijgt,
Zoowel bij 't winnen als bij het verliezen.
Ik word alleen maar voor en na getrapt,
En als het uit is, in een hoek gesmeten,
Als ik gewond raak, word ik opgelapt,
Maar als het erg is, dadelijk vergeten.
'k Heb ver van een benijdenswaardig vak,
Zoo altijd aan den rolaen opgeblazen,
Men zegt: loop naar de pomp, als ik verzwak,
Ach, liep 'k nog maar als deel der koe te grazen.
Daar komt zoo'n schoen weer aan en speelt met mij,
Het leer om leer van wijlen onze moeder,
Hij is de slaaf der andere partij,
Mijn vijand nu en eenmaal toch mijn broeder.
Ik vraag het aan de drommen langs de lijn,
Die nu zoo luide bijvalskreten slaken:
Juich eens voor mij, waar goals te maken zijn,
Moet ik ze toch in laatsten opzet maken.
Ik ben toch maar de „inzet" van den strijd,
Ik moet het „doel" voor anderen bereiken,
En zonder mij, een droevig lot gewijd,
Kwam er geen mensch naar voetbalmatches kijken.
Tengevolge van den buitenge
wonen toevloed van sportnieuws
was het noodzakelijkdat een
gedeelte tot ons volgend nummer
moet blijven liggen
Na een zeer spannende wedstrijd
Van Mol op dreef
meestal ongevaarlijk. Vaak waren het korte
tikken in de richting van een binnenvelder.
Van der Schalie op het derde honk en Schij-