HET HOOGSTE RECHT Een hulde voor de vorstin. FEUILLETON Naar het Amerikaansch van MILDRED DANNING. .(Nadruk verboden.) 6) Zij wendde zich tot Lloyd en kuste hem zacht. „Lloyd, jongen", fluisterde ze. Lloyd staarde haar aan. „Ja! „Lloyd, ik heb er over nagedacht, maar ik geloof dat het 't beste is, als ik naar rechter Kent ga, om hem een en ander uit te leggen. „Ja, zoodat hij mijn toelage inhoud, hè?" Lloyd schudde ongeduldig haar arm van zich af en stond op. „En om telkens als ik hem zie, een predi katie te krijgen? Ik begrijp niet hoe je het in je hoofd haalt om met alles naar dien ouden gek te loopen." Virginia aarzelde een oogenblik, zij kende Lloyd genoeg, om te weten, dat deze manier van praten op een naderende instemming wees, maar zij moest tactvol te werk gaan,. „Weet je beste jongen," antwoordde ze. „Ik ben bang dat hij er toch van zal hooren en vind je dan ook niet, dat 't beter is, dat ik het hem vertel? Ik kan 't zoo uitleggen, dat hij begrijpt hoe een en ander zich toegedragen heeft, zie je en dan zal hij niet zoo slecht over je denken." 't Kan me niets schelen, wat hij denkt" barstte Lloyd uit. Virginia gaf den moed niet op. ,,'t Kan je wel schelen, jongen," hield ze aan, „want als Marchall ernstig gewond is, zal jij in moeilijkheden komen en rechter Kent is dan de eenige persoon, die ons kan helpen. Zie je dat niet in?" Virginia was ervan overtuigd, dat de oude heer van de.zaak hooren zou in zijn quali- teit van rechter, maar het was nu niet het ge schikte moment, om dat Lloyd onder het oog te brengen. Lloyd keerde zich af en liep eenige malen de kamer op en neer. Toen wendde hij zich tot Virginia. „Goed dan", zei hij. „Ga maar naar hem toe en flap er alles uit als je dat niet laten kunt. Als jij 't niet doet, zal een ander het wel doen". Weer keerde hij zich een oogenblik af. „Een vrouw kan het nu eenmaal niet laten om, als er iets gebeurd is, er over te kletsen", voegde hij er aan toe. Virginia stond op. „Schitterend", sprak ze, „ik zal morgenochtend vroeg naar hem toe gaan en ik zal mijn best doen hem de zaak van jou kant te laten bekijken. Lloyd!" Ze wachtte, half hopend op een enkel tee- ken van dankbaarheid of waardeering. Lloyd ging naar de deur en opende die. „Vooruit dan, als 't moet", voegde hij haar on beschoft toe. „Ga nu maar liever weg, want ik wil naar bed." En daarmee moest Virginia zich tevreden stellen. Toen zij zich den volgenden morgen vlug naar het witte huis spoedde, knikkend en glimlachend, ondanks haar angst, naar de ne gers, die haar passeerden, kon zij nauwelijks gelooven, dat dit het huis was, waar zij den vorigen dag met zulke andere gevoelens was heen gegaan. Haar hart was toen overvol, wat het nu ook was, maar gisteren was 't- boordevol van geluk geweest en vol vertrou wen, hoe het nieuws, wat zij hem te vertel len hadden gehad zou worden opgevat. En nu? Ze herinnerde zich de woorden van den rechter, „Ja, meisjelief, ik geloof, dat ik dat doen zou, de wet is heilig", en ze haastte zich voort, opgejaagd door een angst en bange voorgevoelens. Als de man eens dood was?" Maar ze wilde daar zelfs niet aan denken dat kon gewoonweg niet. Jonathan, de butler, deed haar open, ging zinder een woord te zeggen opzij, om haar voorbij te laten, want de oude neger was op zijn manier een philosoof. Hij kende 't leven en zag aan haar gezicht, dat dit geen tijd was voor zijn gewonen vriendelijken groet. Hij liet haar zonder iets te zeggen voorbij en Virginia haastte zich naar de eetkamer, waar de rechter rustig en een beetje verstrooid als altijd ,aan zijn ontbijt zat. Een oogenblik stond zij op den drempel, niet wetend hoe te beginnen. Toen keek de rechter op en zag haar. „Virginia? Goedenmorgen, wel wat is er aan de hand, m'n kind?" Virginia aarzelde. Maar ze moest 't zeg gen. Lloyd wachtte thuis op haar of mis schien waren ze hem al komen halen. „Meneer Kent er is ik heb moeilijk heden De rechter ging naar haar toe, streelde haar met den rug van zijn hand over de wang. En plotseling verborg Virginia haar gezicht aan zijn schouder en begon zacht te schreien. Ze voelde zich opeens zoo moe. Maar na een oogenblik beheerschte ze zich en keek hem aan. „Het is Lloyd", zei ze. „Gis teravond is hij gaan rijden en de merrie sloeg op hol. Hij reed in een veld om Hilda tot staan te brengen en reed een man onderstebo ven." „Reed hij een man ondersteboven, kindje? Bij avond?" „Ja de man kwam naar hem toe en viel on beschoft tegen hem uit, toen reed Lloyd hem van de been. Hij probeerde de teugels te grij pen en dat deed de merrie schrikken." De rechter wendde zich af en keek het raam uit. Hij sprak rustig „bedoel je, dat hij in woede over den man heen reed." „Ik geloof, dat het voor een deel de schuld van Hilda was." „Wie was die man?" „Ik geloof dat het Jud Marshall was. „Was?" „Neen ik bedoel is. Zoo heet hij, geloof ik." „Was hij ernstig gewond?" „O, dat weet ik niet maar ik ben wel on gerust". Ze keek hem aan, haar handen samen ge knepen. Na een oogenblik keerde de rechter zich naar haar toe en legde liefkozend de hand op haar schouder. „Nu" zei hij. „We zullen dat samen in orde maken en ik zal je helpen zoover de wet dit gedoogt." Toen keerde hij zich af en béide. Even later kwam Jonathan binnen on rustig van zijn meester naar het meisje kij kend. „Ja, rechter Kent?" vroeg hij kalm. „Jonathan, heb jij iets gehoord over een on geluk, dat een zekeren Marshall is overko men?" „Ja meneer, ik heb er van gehoord." „O, ja? Wat heb je dan gehoord?" „Sarah, de negermeid van de Brownley's, vertelde aan Dinah, dat mijnheer Lloyd hem omver gereden heeft. „Ja en nog iets?" „Ja meneer, ze zeiJonathan, wachtte en keek Virginia aan. „Ja, ja, ga voort!" riep 't meisje. „Vertel 't gauw alsjeblieft." „En ze zeggen, dat al die Marshalls stapel gek zijn, ze willen mijnheer Lloyd naar naar „Werd Marshall ernstig gewond?" viel de rechter hem in de rede. „Ja meneer nee ik weet het niet, me neer. Ze zeggen dat hij met zijn hoofd ergens op viel en dat hij tot van morgen be wusteloos was." „Is hij nu dan weer bij kennis?" „Ja meneer hij is nu weer bij." „Dank je Jonathan. Dat is alles." De oude neger verliet de kamer zoo rustig als hij gekomen was. „Nu kindlief", zei de rechter, toen Jona than weg was, „ik moet naar dien man toe en zien of hij erg gewond is. Voor we dat we ten kunnen we niets doen. Ik ga dadelijk, maar ik geloof, dat het beter is, als je niet meegaat." „O, meneer Kent, viel Virginia hem in de rede, „als hij geld moet hebben, dan Ze zag plotseling een rimpel op zijn voorhoofd en zweeg, uit angst de zaak voor haar broer te verzwaren. „Ja, ga door", drong hij aan. „Zou hij geen schadeloosstelling moeten hebben?" vroeg ze. „Ja, als hij gewond is, is dat niet onmogelijk; maar als hij er een zaak van wil maken, dan heeft hij daar ook het recht toe en we kunnen en mogen dat niet verhinderen". Virginia verborg haar gezicht in haar han den. „O, wat een schande", snikte ze, „hij zal zoo onverschillig worden, dat niets hem meer schelen kan". „Kom, kindje", trachtte de rechter haar te troosten, we zullen zien wat we kunnen doen." Ze klampte zich aan hem vast. „Meneer Kent, als geld helpen kan, hem kan helpen te vergeven wilt u dan het mijne gebruiken? Neemt u het dan van mijn deel. Ik heb mijn toelage niet op gebruikt en als dit niet vol doende is, dan is het kapitaal er toch nog. En Lloyd's kapitaal?" „Beste kind, het kapitaal moet jullie bij je meerderjarigheid onaangetast worden ter hand gesteld." De rechter zag Virginia's wanhopig gezicht en herinnerde zich plotseling, dat hij nog wat opzij had gelegd voor een uitstapje in het najaar naar Washington. (Wordt vervolgd.) Op het „Helden der Zeeplein" te Den Helder had Dinsdag ter gelegenheid van Koninginnedag een groote parade plaats, waarbij de commandant der Marine, vice-admiraal T. L. Kruys, de troepen inspecteerde De kinderfeesten ter gelegenheid van Koninginnedag op het IJsclubterrein te Amsterdam stonden Dinsdag onder leiding van den Amsterdamschen Oranjebond. Een foto van de opvoering van het sprookje „Sneeuwwitje" Scenes uit den Napoleontischen tijd werden deze week te Fontainebleau voor een talrijk belangstellend publiek opgevoerd. Keizerin Joséphine met haar hofdames In de hoofdstad werd de viering van den verjaardag van H. M. de Koningin ingezet met koraalmuziek. Het openlucht concert op den Dam De traditioneele groote parade op het Malieveld te Den Haag ter gelegen heid van Koninginnedag werd Dinsdag door talrijke autoriteiten bijgewoond Lozé, de nieuwe chef van het Fransche H M de Koningin temidden der talrijke kinderen, die Haar op Koninginnedag ten paleize 't Loo een Protocol als o^volge^ «n Beet, de K R Bernhard Te Ruurlo had Dinsdag de onthulling en overdracht plaats van het monument, dat met medewerking van ruim 60 vereenigingen gesticht is ter herinnering aan het huwelijk van H. K. H. Prinses Juliana en Z. K. H. Prins Bernhard. Een kijkje tijdens de plechtigheid

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5