Na de inname van Santander.
HET HOOGSTE RECHT
.Zoo leerden ze het mij vroeger ook".
Mr. van Lanschot, burgemeester van
Den Bosch, helpt een tweejarig meisje
bij het sprietloopen tijdens de kinder
spelen in zijn gemeente
De ontscheping van Japansche troepenafdeelingen
na aankomst per oorlogsschip te Sjanghai
Japansch stuk geschut
wordt getransporteerd, om in
stelling gebracht te worden
voor de gevechten nabij
Tientsin
Te Nijkerk is Woensdag een ruiterdag en concours hippique gehouden.
Een overzicht tijdens de prijsuitreiking aan de Neuderuiters uit Nijkerk
Nida Senlf, Olympisch zwemkampioene
en Schetter, Ned. recordhouder op de
100 meter borstcrawl, hebben zich
verlootd
reikt aan den voorzitter, prof. L. A. van Royen, het eerelidmaat
schap uit tijdens de herdenking van het 90-jarig bestaan van het
Instituut te Den Haag
De nieuwe burgemeester van Broek op Langendijk, de heer H. Schelhaas,
wiens installatie Woensdag plaats vond, werd door de bevolking feestelijk
ingehaald waarna hem een groote zanghulde werd gebracht
Japansche troepenafdeelingen voor Tientsin worden
per trein naar de plaats van bestemming gediri
geerd. Een foto bij het .inladen" der groepen
Nog dagelijks arriveeren in Santander groote troepen
afdeelingen der Spaansche nationalistische strijdkrachten,
welke door de bevolking hartelijk verwelkomd worden
FEUILLETON
Naar het Amerikaansch
van
IVIILDRED DANNING.
(Nadruk verboden.)
7)
„Maar ik beloof je, als geld hem kan terug
houden, een vervolging in te stellen, ik dat
deel van de toelage, dat je gespaard hebt, ge
bruiken zal en als er meer noodig is, zal ik dat
wel ergens vinden, maar ik kan niet aan het
geld komen, dat ik jullie later in zijn geheel
moet overhandigen. Dat begrijp je toch?"
„Ja, ik geloof van wel, antwoordde Virginia"
maar wat gebeurt er, als hij daar niet mee te
vreden is? Moet Lloyd dan
Ze brak af, niet in staat dat vreeselijke
woord uit te spreken.
De Pairfaxen waren een zeer oude familie,
waarvan Lloyd de eenige mannelijke nakome
ling was. Er waren militairen, rechters en een
voudige landeigenaars onder geweest; goede
ruiters en drinkers soms, maar nooit had een
man den naam, die hij droeg, geschandvlekt.
En familietrots en traditie leefden in dit
meisje even sterk als in de meeste Zuidelijke
families.
„Kindlief", hernam de rechter, als hij er op
staat, een aanklacht in te dienen, dan moet
hij dat doen, en Lloyd moet zich verdedigen,
als ieder ander. Als hij tegen de wet gezondigd
heeft, moet hij de consequenties aanvaarden.
De wet is onomkoombaar, meiske!" voegde hij
cr aan toe. „Al gold het mijn eigen zoon dan
zou dat nog geen verschil maken. Dat weet je
toch, is 't niet?"
Virginia richtte zich hoog op. „Ja," zei ze,
„dat weet ik".
Toen legde ze haar handen op zijn beide
schouders en keek hem aan. „Maar u doet uw
best voor hem, niet waar?" pleitte ze.
„Ja," beloofde hij ik zal doen wat ik
kan
Hij legde den arm om Virginia's schouders
en samen liepen ze naar de deur
maar op dat moment vloog de deur open en
een, woest met de oogen rollende negerin,
stormde de kamer binnen. Ze aarzelde even
toen zij den rechter zag, daarna liep ze op Vir
ginia toe en greep haar hand.
„Juffrouw Ginia", riep ze. „Ze zijn om mijn
heer Lloyd gekomen. Ze hebben hem mee
genomen. De hemel behoede ons!"
Ze barstte in tranen uit, zonder Virginia's
hand los te laten.
Virginia stond stil, keek bleek van angst,
den rechter aan, die somber voor zich uit
staarde tot de schreiende negerin opnieuw
uitbarstte.
„Mijnheer Lloyd riep tegen me„Ga het
juffrouw Glnia vertellen", en toen ben ik
hier naar toe geloopen om het u te zeggen.
Maar ze hebben hem te pakken en zullen hem
nooit meer loslaten!"
„Dank je Sarah", slaagde Virginia er ten
slotte in te zeggen. „Ga nu maar gauw naar
huls en maak je niet zoo ongerust. Rechter
Kent weet er alles van, hij zal ons helpen.
„Ga nu maar!"
„Ja, juffrouw Ginia", klonk het onderwor
pen. ,',Maar dat tuig van Marshall heeft een
klacht tegen hem ingediend, en we zullen
hem nooit meer terug zien."
Toen stond ze op en verliet snikkend de ka-
mer- ij
„Je moest nu maar naar huls gaan", zei de
rechter plotseling, „dan ga ik met de
Marshall's praten, om te onderzoeken wat er
gedaan kan worden. Als hun eerste woede wat
bekoeld is, zullen zij de zaak misschien an
ders beschouwen." Maar dit zei hij alleen om
het meisje te bemoedigen, want als Marshall
ernstig gewond was
Virginia bedankte hem na een oogenblik
van stilte en ging langzaam huiswaarts. De
rechter, die tegen zijn taak opzag, gaf Jona
than order, zijn paard voor te brengen en
reed naar Marshali's huisje, dat even buiten
de stad gelegen was.
Hij trof de familie thuis: Jud Marshali's
vrouw, mager met ingevallen gezicht; zijn
suffig uitziende negentienjarige zoon en Jud
zelf, die nu bleek en grimmig in zijn ruwe
bedstede lag, met een norsche uitdrukking op
zijn gezicht. Zij verwachtten niet anders dan
overdonderd te worden, toen zij hoorden, wie
hij was, want iedereen kende den rechter en
wist dat Lloyd zijn pupil was tot zijn meer
derjarigheid en ze hadden zich voorgenomen
om zwijgend te luisteren naar wat hij te zeg
gen had.
De Marshall's waren van de bergen in Ken
tucky naar Harrisville gekomen en zooals bij
dat soort menschen gewoonlijk het geval
was, hadden zij meer'gemeen met de wilde die
ren uit hun bergen, wat hun houding ten op
zichte van leven en gevaar betreft dan mis
schien eenig ander volk ter wereld. De rech
ter kende zijn pappenheimers en bereidde hen
een groote verrassing.
Terwijl Jud's vrouw en zoon in zijn nabij
heid stonden, gereed om hem eventueel te
hulp te komen, vroeg de rechter allereerst
naar zijn toestand en wel op zoo'n vriende
lijke manier, dat Jud tenslotte zijn norsche
stilzwijgendheid moest opgeven. Hij ant
woordde vrij barsch dat hij wel dacht in 't le
ven te zullen blijven, niettegenstaande die
vlegel hem leelijk tegen den grond gesmakt
had.
„Ik weet het", antwoordde de rechter, „er
is ook hoegenaamd geen verontschuldiging
voor, maar ik heb nog geen bijzonderheden
gehoord, en als 't u niet te veel vermoeit, zou
ik die graag van u zelf willen vernemen. Lloyd
Fairfax is al gearresteerd, als ik me niet ver
gis; wat hij, zoover ik kan nagaan, ook ver
dient."
„Ja," hernam de man grimmig. „Lem van
hier en Jonas Lang van verderop, hebben
daarvoor gezorgd."
„O, kunt u mij nu vertellen wat er precies
gebeurd is?"
De man aarzelde een oogenblik, ging wat
overeind zitten en deed een omstandig verhaal
van hetgeen er den vorigen avond gebeurd
was.
Nu zou Marshall er om hebben willen lie
gen als 't in zijn kraam te pas kwam, maar in
dit geval was hij in zijn recht en wist dat het
beter voor hem was later niet op een leugen
betrapt te worden, daar hij ook rekening had
te houden met de getuigenis van Fairfax. Het
verhaal wat de rechter al zoo van den nor-
schen man te bed hoorde, was een vrijwel
nauwkeurige beschrijving van de gebeurtenis
en Lloyd kennende, viel het den rechter niet
moeilijk het voorgevallene te reconstrueeren.
Toen de man geëindigd had, zat de rechter
een oogenblik na te denken, daarna keek hij
Marshall weer aan.
„Er was geen verontschuldiging voor hem",
verklaarde hij. Wellicht was het een beetje
roekeloos van u, om de teugels van een ver
schrikt paard te grijpen, maar u zei dat
Lloyd de merrie sloeg en als het ware dwong,
u omver te loopen. Is dat juist?"
„Ik geloof van wel", antwoordde Marshall
droogjes.
„Neen, ik zie geen verontschuldiging voor
hem", herhaalde de rechter. „Hij zal er voor
moeten boeten. Kan ik, niet in het belang van
Lloyd, maar als vriend, ook iets voor u doen?"
„Ik geloof het niet, meneer."
„Heel goed, dan kan ik u alleen maar zeg
gen, hoe 't mij niet alleen voor u, maar ook
voor zijn zuster spijt, dat dit gebeurd is. Goe
den dag."
Marshall keek verbaasd op. „Gaat u al
weg?„
„Zeker! Ten zij ik u nag met iets kan hel
pen."
„Maar ik dacht," de man zweeg even en
keek naar zijn vrouw.
„Ja?" vroeg de rechter kalm.
„Ik dacht, dat u kwam, om over de zaak te
spreken", sprak de man en keek zijn vrouw
weer aan.
„Hij dacht, dat u gekomen was om een rege
ling te treffen", barstte juffrouw Marshall uit.
„Maar dat zal niet gaan. Hij heeft mijn man
leelijk te pakken gehad en hij verdient ervoor
aan de galg te komen."
„Hou je mond, vrouw," riep Marshall van
zijn bed uit.
,Maar u staat op uw recht, om een vervol
ging tegen hem in te stellen, is 't niet?" vroeg
de rechter.
„Zeker!"
„Nu dan zijn we uitgepraat. Waar bent u ge
wond?"
De rechter vroeg hem dit op den man af en
Jud antwoordde nog voor hij tijd had om na
te denken.
„Mijn hoofd", zei hij.
„Nergens anders?" informeerde de rechter.
„Neen," vervolgde Jud. „Ik ben geweldig
door mekaar geschud, dat is alles."
„Zoo. Dan zult p wel weer gauw in orde zijn,
tenzij een dokter constateert, dat u eenigen
tijd invalide bent, en dat zal hij niet, wel?"
brak de rechter glimlachend af.
„Neen, ik denk van niet
„Nu dan zal 't hof u alleen de werkelijke
schade toekennen, maar de aanval is niet
goed te praten en als u tot vervolging over
gaat, zult u gewroken worden, daar zal ik, als
rechter, wel voor zorgen. En wraak is zoet,
niet? Nu goeden dag, allemaal!" en de rech
ter deed een stap in de richting van de deur.
„Maar meneer!"
„Ja?"
„Wat zou u zeggenMarshall wachtte,
kreeg toen een ingeving. „Kan ik hem inplaats
daarvan niet een flinke aframmeling ge
ven?"
(Wordt yemlgd.)