HET HOOGSTE RECHT FEUILLETON Naar het Amerikaansch van MILDRED DANNING. (Nadruk verboden.) 11) „Hoe is het gegaan, mijn jongen?" vroeg hij met effen stem. „Waren zewa^ het erg moeilijk?" Jackson zag met een plotseling liefhebbend begrijpen op hem neer. „Hè vader, hebt u zich ongerust gemaakt? Ik ik geloof, dat het in orde is. Ik heb geen flater begaan, zoover ik weet." De rechter zweeg een poosje en begon ka rakteristiek over een ander onderwerp zon der den loop van zijn gedachten te verande ren. ,,'t Is niet prettig om van je vrienden af scheid te moeten nemen hè?" Ik herinner me, hoe vervelend en saai ik alles vond, het eerste jaar nadat ik klaar was." 't Is natuurlijk altijd jammer, den band met je vrienden te moeten verbreken, maar", voegde Jackson er veel beteekenend aap toe „bedenk eens, waarvoor ik thuis kom. Daar is niets mee te vergelijken!" De rechter lachte. „Om hard te werken en weinig uit te gaan, hè jongen?" Jackson's thuiskomst was een groot evene ment voor hem. Zijn vreugde zou echter niet half zoo groot zijn geweest, als zijn zoon er niet in gedeeld had, want er lag een diep gevoel van genegenheid achter zijn grimmig uiterlijk. Zijn zoon zou den eindelijk bij hem blijven en hem bij zijn werk behulpzaam zijn en als het God behaagde, het werk voortzetten en de wet eerbiedigen, zooals zijn vader het voor hem gedaan had. De lunch was dezen dag een groot succes, niettegenstaande het gemis van het knapperi ge spek, dat Jackson niet scheen te missen. Gedurende den maaltijd maakten beiden plannen voor de toekomst; welk vertrek Jack- ton in huis zou krijgen voor studeerkamer én waar hij in de stad kantoor zou houden, dicht bij dat van rechter Kent natuurlijk. De rechter roerde de zaak van Lloyd en Marchall niet aan. Hij wist, dat Jackson dien middag Virginia zou gaan bezoeken en hij vond het beter, dat zij hem zelf het nieuws- vertelde. Bovendein was de rechter heimelijk bang, dat hij zou moeten bekennen dat hij Marshall met zijn eigen geld schadeloos ge steld had, terwijl Virgmia in de meening ver keerde dat haar eigen toelage daarvoor vol doende was geweest. Dus vond hij het beter om erover te zwijgen. Na de lunch deed Jackson zijn best, om geduldig met zijn vader over het examen te praten, maar de rechter voelde, dat zijn ge dachten ergens anders waren en gaf al gauw voor, dat hij aan het werk moest waarop hij zich in zijn studeerkamer terugtrok. Jackson pakte zijn hoed van de kapstok en ging ver langend en uiterst tevreden met zich zelf en de geheele wereld op weg naar Virginia. De oude tuin van Fairfax was dien middag gelijk een paradijs. Met de armen om elkaar heen wandelden ze samen rond, terwijl ze elkaar duizend en één dingen te vertellen had den. Ze waren met zijn beiden, meer begeer den ze op het oogenblik niet. De zon scheen door de takken van de oude boomen, de paden in 't grasveld met fluweelig licht beschijnend. Nu en dan zweefde een vlinder over hun pad, van den eenen naar den anderen bloem. En de heele tuin, warm stil en afgelegen, ver verwijderd van het drukke leven, scheen een plek alleen aan bloemen, vogels en zonneschijn gewijd. En terwijl de twee geliefden daar ronddoolden, werden ze stil, omdat het leek alsof zij, alleen in de gafcote wereld, de vredigheid van dit alles mochten genieten, 't Was voor hen beiden een wondermooie middag, waaraan zij de volgende weken met een folterend gevoel van verlies terugdachten. De schaduwen werden langer en langer en eindelijk liepen ze naar huis terug. Ze zouden elkaar dien avond weerzien, want ze waren beiden op een bal genoodig'd, dat in de buurt gegeven zou wor den, maar toch draalden ze met het afscheid. Zou er ooit weer zoo'n volmaakte dag komen, vroegen ze zich af. 's Avonds na het eten, toen Jackson klaar stond om naar Virginia's huis te gaan, kwam Jonathan binnen en melddde, dat Lloyd Fairfax hem spreken wilde en in de hall wachtte. Jackson sprong op en ging met een plotseling gevóel van onrust naar hem toe. Virginia had gemeend, dat de rechter Jackson van Lloyd en Marshall verteld had, en toen hij er niet over begon, had zij ook gezwegen. Zoo kwam het, dat Jackson niet wist, wat Lloyd laad uitgehaald nadat hij was wegge gaan. Hij had Lloyd's manier van doen aan broederlijke jaloezie toegeschreven en er niet meer over gedacht. „Hallo Jack" begon de laatste. „Een van Mlake's bedienden is juist nadat jij wegging komen zeggen, dat het met Helen minder goed is. Virginia is er heen, om op haar te passen, zoodat ze van avond niet naar het bal kan." Lloyd grinnikte en nam een briefje uit zijn zak. „Ik heb haar beloofd, je boodschap over te brengen, omdat zij er op stond, dat ik met jou naar het bal zou gaan, maar ze wilde je toch schrijven." Jackson was diep teleurgesteld, maar hij opende het briefje en nadat hij het gelezen had, vouwde hij het op en stak het in zijn „Wat schrijft ze,?" vroeg Lloyd. „O, niets, alleen, dat ze van avond niet gaan kan", antwoordde Jackson kortaf. „O!,' zei Lloyd, kom ga mee, ik heb geen zin om hier langer te blijven en je vader te ont moeten." „Waarom niet?" „Omdat hij natuurlijk een preek voor me klaar heeft, over die geschiedenis met Mar shall; ik hem hem sindsdien niet meer ge sproken". „Wat- was het voor een geschiedenis?" .Lieve deugd, heb je daar niets van ge hoord? Ik had gedacht, dat de rechter en Gini je daarmee direct op het lijf zouden zijn gevallen. Ga mee, dan zal ik het onder weg vertellen. Heb je een nieuwe jas aan?" „Ja gaf Jackson ten antwoord. „Ik heb hem gekocht van het geld dat mijn boeken hebben opgebracht. Kijk eens, er zit een geheim vakje in, waar ik mijn geld in bewaar, als ik dat tenminste heb". Hij zweeg, omdat hij zich plotseling zijn laatste gesprek met Lloyd herinnerde. „Lloyd ik had dien dag werkelijk geen geld, hoor!" „In orde, ga nu mee", antwoordde de ander en samen gingen ze op het pad. On weg naar het huis van de Monroe's, waar het bal gegeven zou worden, vertelde Lloyd uitvoerig, hoe Hilda er dien nacht met hem vandoor was gegaan en Marshall overreden had. Hij loog er nu juist niet om, maar per slot was die historie voorbij en hij vond, dat hij Jacksou net zoo goed een zoo gunstig mo gelijk relaas kon geven, waarop alles gebeurd was. Maar Jackson had er, nadat hij het voornaamste wist, niet veel aandacht meer voor. Hij maakte uit Lloyd's woorden op, dat deze nijdig was op rechter Kent, en dit nam hij hem natuurlijk kwalijk, maar hij wist, dat als hij ooit eenigen invloed op Lloyd moest krijgen, hij tactvol te werk moest gaan, daar om liet hij diens opmerkingen over den rech ter onbeantwoord, Bovendien waren zijn ge dachten aldoor bij een regel in Virginia's briefje. Je weet, dat ik dolgraag met je mee gegaan zou zijn", had ze geschreven, „maar Helen is erg ziek en ik moet naar haar toe, maar lief ste, zou je mij een groot pleizier willen doen? Ga dan met Lloyd en houd alsjeblieft een oogje op hem. Hij is den laatsten tijd wat vreemd geweest en ik maak me ongerust over hem, al komt hij nu in de tweede plaats, arme jongen!" Lloyd liep zwijgend naast hem en Jackson keek hem van terzijde aan. Jackson had vier jaar aan de universiteit gestudeerd, was 't laatste jaar captain van één van de teams ge weest en had daardoor wel kijk op gezichten en zoo drong het rui voor den eersten keer tot hem door, dat Lloyd een ontevreden en norsch en buitengewoon slap gezicht had, niettegen staande hij op Virginia leek. Jackson keerde zich met een bezwaard hart af. 't Was niet moeilijk te gissen hoeveel zorgen en harte- pijn zoo'n broer aan zoo'n zuster veroor zaakt had en hoeveel zorg hij haar nog geven zou. Ze bereikten zwijgend de door pilaren ge steunde portiek van het huis der Monroe's en werden in een groote mime hall gelaten. An ders dan in de meeste zuidelijke huizen, lag de trap hier niet tegenover de voordeur, maar was aan den rechterkant, tusschen den' muur van colonel Monroe's studeerkamer en dien van de balzaal gebouwd, zoodat de trap ge heel was ingesloten en de hall zelf een lang vertrek was, vanwaar men door breede dub- bale deuren in de daarachter gelegen balzaal kwam, Een ander vertrek links, was in een heerenkleedkamer herschapen en hier gingen Lloyd en Jackson uit elkaar, na hun jassen en hoeden te hebben opgehangen. (Wordt vervolgd. Dr. J. M. van Dam, gedurende vele jaren lid der medische commissie van den K.N V.B., is op 57-jarigen leeftijd te Den Haag overleden Op minzame wijze onderhield H. M. de Koningin zich met eenige Axelsche kleuters in hun typische kleedij tijdens het bezoek, dat de vorstin Maandag aan de landbouwtentoonstelling te Hulst bracht Een 18-ton zware locomotief werd te Maastricht per vrachtauto naar haar plaats van bestemming getransporteerd. Het gevaarte op de Markt Z. K. H. Prins Bernhard woonde Maandag te Deventer de oefeningen van het 4de halfregiment huzaren bij. De Prins slaat in gezelschap van den garnizoenscommandant, luit.-kolonel J. J. van Diepenbrugge, de oefeningen gade 4de halfregiment huzaren hield Maandag op het Wechelerveld te Deventer oefeningen, il_ door 2. K. H. Prins Bernhard werden Hei voorbijtrekken der huzaren Tijdens 't bezoek van H. M. de Koningin aan de landbouwtentoonstelling te Hulst werden aan de vorstin verschillende Zeeuwsche kampioenspaarden getoond Ooms, op den voet gevolgd door Kropman, wint zijn serie in de sprint bij de internationale wielerwed strijden te Heme Hill (Eng.) H. M. de Koningin heeft Maan dag te Middelburg het Koningin Emma-monument officieel ont huld. De vorstin aanschouwt na de plechtigheid het mooie gedenkteeken

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5