Atatürk over de Democratie. OUDERS! DANSEN LEERT K DANS-Instituut H. Kwekkebooro Petroieumwinning op Venezuela. N DONDERDAG 16 SEPTEMBER 1937 HAARLEM'S DAGBLAD 8 Is de wereld er sterk genoeg voor? AMAL ATATURK had in 1930 zyn experiment met de democratie ge waagd en hij was teleurgesteld. De Turken wisten haar nog niet te ge bruiken en meenden, dat zij gelijk stond met anarchie. Zoo werd het experiment ontijdig afgebroken en wordt Turkije weer volgens dictatoriale principes bestuurd. Atatürk's wil is wet. Evenals alle dictatoren beschikt hij over alle machtsmiddelen, wat hij doet hoeft door geen mensch goedgekeurd te worden, vrouwe Justitia is zijn privé-secretaresse. die altijd gereed staat om haar fiat uit te spreken over zijn maatregelen. Doch Atatürk is nooit dictator geweest, om dat hij de democratie verachtte. Hij heeft niet eerst een democratisch staatsbestel genadeloos vernietigd om zijn regime te kunnen grond vesten. Willekeur en onderdrukking heersch- ten in het oude Turkije, de ambtenaren ken den slechts één doel: zich te verrijken ten koste van het volk. Houdt men daarmede re kening, wanneer men den huidigen toestand beschouwt, dan moet ieder toegeven dat Ata türk's dictatuur een zegen voor het land is geweest. Atatürk is geen dictator, die heerscht tot grooter eigen glorie. Hij heerscht ten be hoeve van zijn land en volk, persoonlijke eer laat hem koud. Niet dat hij bescheiden is: zelf heeft hij een standbeeld voor zich laten oprichten. Doch de Oostersche mentaliteit is een andere dan de Westersehe. Het Turksche volk, van ouds gewend zijn heerschers god delijke eer te bewijzen, beschouwt iets derge lijks als volkomen normaal, het zou het zelfs bevreemdend vinden als het anders was. Zijn studeerkamer is in nieuw-zakelijken stijl gehouden, stalen meubelen, tafels met helkleurige bladen; zachte kussens met fleu rig Turksch borduurwerk, die in deze omge ving ietwat uit den toon vallen. Tijdens het gesprek ondergaat Atatürk's gelaat een merk waardige verandering. Bij de eerste begroeting was zijn gezicht vermoeid en grauwbleek, die pe lijnen groefden zich om den mond en de oogen. Hij is zes en vijftig jaar, doch op dat moment zou men hem voor iemand van achter in de zestig houden. Doch terwijl hij praat en zoo nu en dan aan zijn glas wijn nipt, ver dwijnen de rimpels als lijnen, die door een spons uitgewischt worden, de oogen worden jonger, de stem frisscher en krachtiger. Hij spreekt vloeiend Fransch, zonder eenig vreemd accent. Glad geschoren, Europeesch in kleeding en manieren, zou men werkelijk kunnen denken, dat Kamal uit het Westen komt. Ziet Atatürk Europa als een lichtend voorbeeld? Ja en neen. Ja, wat betreft de technische vooruitgang en vrijheid. Neen, voorzoover de Europeesche democratie betreft. Democratie op zich zelf keurt hij niet af, maar de ervaringen, die hij in zijn eigen land heeft opgedaan, hebben hem voorzichtig gemaakt: hij vraagt zich af of de wereld reeds sterke beenen genoeg heeft om deze weelde te kunnen dragen. De democratie", en hij glimlacht met een tikje zelfspot en wat laatdunkendheid, „de democratie is goed. Zij is nuttig. Een ideaal om voor te strijden. Maar zal men haar ooit in volmaaktheid kunnen toepassen? Was het oude Griekenland, dat men zoo graag als voorbeeld stelt, een zuivere democratie? In geenen deele! Alle burgers hadden er stem recht, zeer zeker, maar niet iedereen was bur ger. Dat waren er slechts weinigen, een klein percentage. Hier, in Turkije, heeft iedereen, vrouw of man, gelijk stemrecht voor de ver kiezing der leden van de Nationale Vergade ring. Zij kunnen invloed uitoefenen op het be stuur van het land. Onze wetgeving is ge maakt naar democratische voorbeelden. Ik noem bijvoorbeeld het burgerlijk wetboek, ge heel naar Zwitsersch model ontworpen. Maai den beslissenden invloed mag het volk niet in handen houden. Het is er hier niet, en als ik zie wat er in den laatsten tijd van sommi gen uwer Europeesche democratieën geworden is. geloof ik, dat het daar grootendeels hetzelf de is het is er nog niet rijp genoeg voor. Het kan en mag deze verantwoordelijkheid nog niet dragen. Durft u een kind den sleutel van een kast met vergiften in handen geven? Slechts een kleine groep is tot regeeren in staat, het gansche volk, neen. nog niet". De president maakt een korte pauze. Uit een fraai bewerkte doos presenteert hij een sigaret, een échte Turksche. Dan gaat hij ver der, en zijn stem is doceerend geworden als stond hij weer het latijnsche alphabet uit te leggen: „De menschheid kijkt te veel naar het mo ment, naar de nietige, snel voorbijgaande se conde der eeuwigheid. Uit star conservatisme hangt zij aan verouderde tradities en dat is fout. Maar het is evenzeer fout als het half- ontwikkelde volk in zoogenaamde vooruit strevendheid met begrippen gaat goochelen, die het niet verstaat, en een verantwoorde lijkheid eischt, die het niet dragen kan. Het is een verheven, een grootsche taak. om het rijp te maken voor die verantwoordelijk heid. Alles, wat daarvoor gedaan kan worden, wordt hier gedaan. Maar wij moeten verder kijken dan het heden. Wij moeten trachten de lijn te vinden en te volgen, die door de geschiedenis der menschheid loopt. Van het begin der geschiedenis, sinds de mensch op aarde kwam tot ongeveer de zesde eeuw voor Christus was de kindschheid van het mensch- dom. Toen begon, met de Grieksche filosofie met Boeddha. Lao-tse en Confucius een nieuw tijdperk: de puberteit. Dit tijdperk is niet af gesloten in zes en twintig eeuwen, en niet in honderd eeuwen wellicht. We zijn nog maar in het begin. Nu weet u wat de puberteitsjaren voor het individu beteekenen. Het is een roe rige tijd. vol opstand en hartstochtelijk verzet, vol blinde aanhankelijkheid tevens; een episode waarin men zoekt naar eigen zelfstan digheid. Het individu heeft in deze periode van zijn leven leiding noodig, een vaste hand, die het behoedt voor ontsporingen, die veel ellende kunnen brengen. Zoo ook de mensch heid thans. Zij moet geleid worden door de weinigen, die thans reeds het einddoel zien. ,Deze beschouwingswijze is niet ontmoedi gend, integendeel. Zij leert over het voorbij gaande heenzien in een verre, zeer verre toe komst, waarin de menschheid volgroeid zal zijn. Ik twijfel er niet aan of wij zullen, bin nen afzienbaren tijd wellicht, nog genoeg van deze puberteitsopstandigheïd te zien en te ondervinden krijgen. Maar dat is alles voorbij gaand, het leidt onzen weg naar omhoog, naar een volgroeider stadium. Een weg van vallen en opstaan. Maar een weg, die gegaan moet worden. En de weinigen, die een stukje menschheid onder hun leiding hebben, zij heb ben de taak van den volwassene tegenover den puber te vei-vullen: hem voor ontsporing te behoeden en tot innerlijke zelfstandigheid te brengen. Dat is een zware en moeilijke taak.. Maar een grootsche. Zij, die hem vervullen moeten, mogen er dankbaar voor zijn en zich hem waardig toonen". p een van de pleinen van Ankara staat een ruiterstandbeeld van den president. Het staart in de verte, met speurenden blik, Zoekend naar de teekenen, die zullen aange ven dat de menschheid volwassen zal zijn ge worden? Maar de oogen van het standbeeld zijn blind. K. ANDR. (Nadruk verboden Alle rechten voorbehouden). SLACHTOFFER VAN EIGEN ONVOORZICHTIGHEID. Op den Oostzanerdijk te Amsterdam, na bij de grens der gemeente Zaandam werd Woensdag tegen den middag door eigen on- vorzichtigheidAeen 40-jarige Zaandammer J S. door een uit Krommenie afkomstige auto aangereden. In zeer zorgwekkende toestand werd de man naar het Binnengasthuis te Amsterdam vervoerd, waar hij later is over leden. KORPS MOTORDIENST LICHTING 1938. Volgens de Indeelingsbeschikking 1938 zul len bij het korps voor de lichting 1938 worden ingelijfd 471 dienstplichtigen, t.w. 20 voor de officiersopleiding; 1 voor de ooleiding tot onderofficier-administrateur: 167 voor de le ploeg en 283 voor de 2e ploeg. Hiervan zal de eerste ploeg. 167 man, op 18 October a.s. onder de wapenen komen. Wijzigingen in de steunregeling. Heden of morgen zal vermoedelijk over het departement van Sociale Zaken een cir culaire aan de gemeentebesturen uitgaan, waarin enkele wijzigingen in de steunrege ling voor werkloozen zullen worden aange kondigd. Volgens „Het Volk" zullen deze wij zigingen betrekking hebben op inwonende gezinsleden boven 21 jaar, aan wie een kleine ondersteuning zou worden gegeven. Tevens zou de verstrekking van kleeding, schoeisel en dekking in den komenden winter eenigs- zins verruimd worden, terwijl ook nog eenige andere wijzigingen zouden worden aange bracht. Knoeierijen bij conservenfabriek en exportslacliterij. Afval, welke voor destructiebedrijf bestemd was, gebruikt. Een conservenfabriek en exportslachterij in het Westland moet zich op groote schaal aan knoeierijen hebben schuldig gemaakt. De fabriek, welke tamelijk nauw verbonden is met het slachthuisbedrïjf te Poeldijk, moet voortdurend de beschikking hebben gehad over de afvaltonnen, waarin afgekeurde en oneetbare vleeschresten lagen, die voor het destructiebedrijf te Overschie bestemd wa ren. Bij het maken van gehakt in blik moet men uit deze tonnen longen, nieren en nog minder eetbare bestanddeelen hebben ge haald. Zelfs moeten koppen en nekken van varkens in het gehakt zijn gedraaid. Toen het debiet van gehakt in blik begrijpelijker wijs snel verminderde, is de fabriek soep in blik gaan vervaardigen. Daarbij moet men varkenspooten, welke al eenige jaren in de pekel hadden gelegen en beschimmeld wa ren, hebben afgewasschen en door de soep hebben gekookt. Om den keurmeester te misleiden had men een heel systeem van maatregelen uitge dacht, waardoor het vrijwel onmogelijk was de knoeierijen te ontdekken. De zaak is aan het licht gekomen doordat enkele leden van het personeel verhoord werden over ontduikingen, welke vroeger hebben plaats gehad. Bij dit verhoor hebben zij verklaringen afgelegd, welke de ernstige misstanden aan het licht brachten. De fa briek zou zich ook vroeger reeds aan knoeie rijen hebben schuldig gemaakt. WILLY FRITSCH NAAR ONS LAND. Naar wij vernemen, staat het thans vast. dat de bekende Duitsche filmacteur Willy Fritsch op 22 September a.s. naar ons land zal komen. Op 22 en 23 Sept. zullen opnemingen voor „Gewitterflug zu Claudia" op Schiphol worden gemaakt, den volgenden dag zal men op Croy don voor dezelfde film opnemingen verrich ten. 's Avonds zal Willy Fritsch dan echter weer naar Nederland komen, om Vrijdag en Zaterdag in het Luxor Palast te Rotterdam en het Asta Theater te Den Haag bij de eerste voorstellingen van zijn nieuwe film met Lilian Harvey „Zeven oorvijgen" aanwezig te zijn. Wenscht U zekerheid, dat Uw zoon of dochter het a.s. seizoen in PRETTIG en BESCHAAFD MILIEU wendt U dan tot het bekende NIEUWE GRACHT 98 - TELEFOON 13525 Prospectus wordt U gaarne gezonden. Aanmelding en spreekuur van 7 TOT 10 UUR N.M. ALLE GEWENSCHTE INLICHTINGEN Ned. Bond tot het redden van drenkelingen. (Adv. Ingez. Med.) Bestaat twintig jaar. Heden, 16 September, is het 20 jaar geleden, dat bovengenoemde Bond in Amsterdam werd opgericht door de 5 bestaande brigades: den Bosch, Amsterdam, Haarlem, Den Haag en Breda. Als afgevaardigden ter oprichtings vergadering waren voor Haarlem aanwezig: Mevrouw N. J. MeijerinkRijk en de heeren W. P. van Baak, L. Holzhaus, Th. Kingma en A. J. Meijerink. De heer C. F. Kellenbach, voorzitter der Amsterdamsche Reddingsbri gade. leidde de vergadering. Tot bestuursle den werden gekozen: De heeren C. F. Kellen bach, Amsterdam, voorzitter; A. J. Meije rink. Haarlem, secretaris; J. C. W. Blom, den Haag, penningmeester; Luit. J. de Waal, Bre da en J. W. van Gemen, den Bosch, commis sarissen. De Bond zocht contact met de in 1767 opge richte Maatschappij tot Redding van Dren kelingen, met den Ned. Zwembond en den Kon. Nationalen Bond voor Reddingwezen en E. H. B. O. „Het Oranjekruis". Aan een be stuurslid van elk dezer drie vereenigingen werd een zetel in den Raad van Bijstand aan geboden; voorts drie zetels voor medici en drie voor officieren van land- of zeemacht. Door woord en geschrift werd gepropageerd om belangstelling te wekken voor het doel van den bond, het bestrijden van den ver drinkingsdood. Omstreeks het ontstaan van den Bond bedroeg het aantal verdrinkings ongevallen met doodelijken afloop ruim 900 per jaar. We begrijpen dus de redenen, die tot zijn oprichting hebben geleid. De Bond groeide door het houden van de monstraties in binnenwater en aan zee; door wedstrijden in zwemmend redden; door het houden van lezingen en voordrachten, toe gelicht met lantaranplaatjes; later door het vertoonen van een uitgebreide bondsfilm en door het houden van tentoonstellingen van reddingsmaterieel enz. De Bond bestaat nu, na 20 jaar, uit bijna 100 brigades, verspreid over alle provincies van ons land. Ook in de overzeesche bezittingen werd propaganda ge voerd. Het aantal leden bedraagt thans ruim 12000. Dank zij de uitbreiding der zwemkunst (waaraan ook de Bond heeft meegeewrkti dank zij de bevordering van het zwemmend redden, het plaatsen van modern reddings materieel door Rijk. gemeente en provincie; dank zij de vermindering van het alcoholge bruik enz. is in het tijdvak van 1920 tot 1936 het aantal verdrinkingsgevallen met doode- lijken afloop gedaald tot gemiddeld 650 per jaar. Daar de Bond geen staatssubsidie geniet (de regeering waardeert het streven van den Bond zeer, maarde tijdsomstandigheden wettigen nietenz) moet de strijd gestre den worden met zeer beperkte kasmiddelen, die in hoofdzaak door de leden zelf worden opgebracht; geen enkele functie in den Bond wordt bezoldigd. Vrijwillig zijn de leden dag en nacht paraat om de helpende hand te bie den aan hen, die hulp behoeven. Bij de herdenking van het 10-jarig bestaan van den Bond schreef de secretaris van de Maatschappij tot Redding van Drenkelingen, wijlen Dr. P. H. van Eden, o.a. het volgende: „De Bond werd geboren in 1917 en in dat jaar herdacht de Mij. haar 150-jarig bestaan. Toen de» Bond werd opgericht, begrepen ve len niet recht, wat het beteekende, waar de pas geborene vandaan kwam en in welke richting hij zich zou moeten ontwikkelen. Er waren er zelfs, die dachten, dat er een con current voor de aloude Maatschappij uit zou groeien. Doch dit waren de buitenstaanders; de oprichters wisten heel goed, waar het heenging. En de bril van de „oude Tante", de maatschappij, was niet zóó beslagen ,of ook deze begreep het en zag met welbehagen de geboorte en de voorspoedige ontwikkeling van de jonge spruit. Er is ontstaan een Bond van mannen en vrouwen van de daad. In nobele gedachten zijn Maatschappij en Bond één en gaan zij hand in hand om het, vooral in ons land, zoo groote verdrinkingsgevaar zooveel maar mogelijk is te bestrijden". Hij eindigde met de woorden: „Daar de wegen van beide niet geheel samengaan, blijft toch het gemeenschappelijk doel be staan en dan is het: getrennt marschieren, vereint schlagen." Wij wenschen den Ned. Bond tot het Red den van Drenkelingen niet alleen geluk met het reeds bereikte resultaat, maar hopen ook, dat die Bond nog vele jaren zijn zegenrijk werk mag voortzetten in het belang der ge meenschap. Het tegenwoordige bestuur bestaat uit: A. A. Bierlee, voorzitter; Mej. A. Claus, le secre taresse, van Woustraat 2; Mr. A. Th. E. Kastein, penningmeester, allen te Amster dam; verder A. J. Meijerink, 2e voorzitter, Haarlem; P. A. Schwippert, 2e secretaris, den Haag; J. W. van Gemen, 2e penningsmeester, Amsterdam; H. W .E. Struve, Boskoop en J. D. Timmermans, Utrecht, commissarissen. Het derde aardolie-produceerende land. Concessies brengen 40 millioen bolivars per jaar in. a de Vereenigde Staten van Amerika en Sovjet Rusland neemt Venezuela de derde plaats in onder de aardolie- produceerende landen van de wereld, welke plaats het veroverde op Mexico. Als nummer vier op de ranglijst volgt Roemenië doch Venezuela produceert twee en een half maal zooveel als dit land. Niet minder dan ruim 77 procent van den totalen uitvoer van Venezuela komt voor rekening van de olie. De oppervlakte der aanwezige olievelden wordt er op niet minder dan 27.000 vierkante mijl geschat. De eerste bronnen werden in 1914 aangeboord, waarna de productie zich als volgt ontwikkelde. (In vaten: 42 gallons 159 L.) 1917 119.000 1927 63.000.000 1918 250.000 1928 106.000.000 1919 476.000 1929 137.472.604 1920 1.576.000 1930 136.991.770 1921 2,344.000 1931 117.122.955 1922 2.201.000 1932 116.565.482 1923 4.059,000 1933 119,003.714 1924 8.754.000 1934 137.985.264 1925 19.687.000 1935 148.523.790 1926 37.226.000 1936 155.228.982 Uit deze cijfers blijkt, dat na het recordjaar 1929, toen Venezuela circa één elfde der toenmalige wereldproductie bereikte, een pro ductie-inzinking is gevolgd, welke te beginnen met 1933 werd ingehaald, waarna in 1936 een nieuw record werd bereikt. Interessant is een vergelijking met de wereldproductiecij fers. Naar schatting vermeerderde de wereld productie van 105.019.000 ton in 1921 tot 225.632.000 ton in 1935 en 234.415.000 ton in 1936. Van laatstgenoemde hoeveelheid produ ceerden de Vereenigde Staten van Amerika 147.700.000. Sovjet Rusland 26.700.000 en Ve nezuela 22.800.000 ton. Daarbij mag niet uit het oog verloren worden, dat de productie 1936 van Venezuela gemakkelijk 160.000.000 va ten had kunnen bedragen, ware het niet, dat in December 1936 een staking het bedrijf voor meerdere weken stopzette. Toch wordt verwacht, dat de olieproductie van Vene zuela in 1937 die van 1936 zal overtreffen. Gedurende de twintig jaren, dat Venezuela olie voortbrengt, werden 1,318.629.322 vaten geproduceerd, waarvan 1,236.502,061 vaten werden 1.318.629.322 vaten geproduceerd, waarvan 1..236,502.061 vaten werden geëx porteerd. Aan het einde van 1936 waren slechts 2.232,152 vaten in Venezuela opge slagen tegen 6.469.348 aan het einde van 1935. Van de 290 bronnen, welke in 1936 voor het eerst aan de productie deelnamen behooren 123 tot de Lago Petroleum Corporation, 104 tot de Shell-groep, 46 tot Standard Oil-groep van Venezuela en 15 tot de Mene Grande Oil Company. De belangrijkste olievelden in Venezuela liggen in de omgeving van Maracaibo. De voornaamste in bedrijf zijn de Cabinas-Lagu- nillas-. La Rosa-, Mene Grande-, El Mene-, Benitez-, Guanaco- en Ambrosio-velden. Westelijk van de stad Maracaibo liggen de La Paz- en Concepcion-velden. Voorts worden nog onderscheiden de Rio de Oro- en de Tar- ra-velden ten Westen en ten Zuiden van het meer van Maracaibo, deze zijn evenwel min der intensief in exploitatie. Hetzelfde kan gezegd worden van de Falcon-velden aan de Noordkust van Venezuela, de z.g. Cumerebo en in Oost-Venezuela van de Quiriquire-vel- den. Bij Pedermales, in de delta van de Ori noco, is een begin gemaakt met de exploitatie van de daar aanwezige bronnen. Blijkens de offlcieele statistische gege vens van Venezuela is in 1936 circa 53 pro cent der olieproductie afkomstig van de La- gunillasvelden, 22 procent van de La Rosa- en 10.7 procent van de Mene Grandevelden. Het totaal aantal oliebronnen in dit land be draagt 2592. Teneinde de beteekenis dezer belangrijke bronnen ook nog op andere wij ze te illugtreeren zij medegedeeld, dat de La- gunillas-terreinen in 1935 niet minder dan 81.54 millioen vaten produceerden tegen 72.54 millioen in 1934, dat deze cijfers voor de La Rosa-Ambrosio-groep resp.: waren 21,42 en 23,25 millioen vaten, voor het Quiriquire- areaal 19,87 en 13,72 en voor Mene Grande 15,15 en 15.33 millioen vaten. Rangschikt men de productie van olie in Venezuela naar de aldaar werkende petroleummaatschappijen en dan over de jaren 1936, 1935 en 1934, dan krijgt men het navolgende beeld, waarbij de getallen telkenmale duizendtallen vaten aan geven. 1936 1935 1934 Lago (Standard Oil) 49,722 45.463 45.081 V.O.C. Koninkl. Shell.) 38.756 37.139 35.588 Creole (Standard OU) 30.159 27.924 20.431 Gulf Oil Co. 14.613 16.696 14.293 Caribbeam (Kon. Shell' 15.756 15.151 15.325 Colon Oil (Kon. Shell i 4.636 5.136 5.964 British Controlled Oil 860 851 994 Ongeveer één derde gedeelte der totale ruwolieproductie van de Koninglijke Shell- groep wordt in Venezuela gewonnen. Deze groep, die vóór twintig jaren de grondlegger dezer industrie in Venezuela is geweest, is thans in productie voorbij gestreefd door de Standard OU Co. in hoofdzaak doordat laatst genoemde maatschappij reeds bestaandeon dernemingen in haar concern heeft opgeno men. De belangensfeer der Standardgroep breidde zich in 1936 nog verder uit, in het bijzonder in het Oosten van Venezuela, waar zij een groote concessie verwierf, onder ver plichting voor de te winnen olie een groote raffinaderij te bouwen, welke de grootste van het land zal worden. Een dergelijke concessie, onder dezelfde voorwaarde, verkreeg de tot dezelfde groep behoorende Socony Vacuum voor een terrein van circa 500.000 H.A. De Gulf Oil Co is een onderdeel van de be kende Amerikaansche Mellon-groep. De be langrijkste raffinaderijen in Venezuela zijn die der Caribbean Petroleum Company te San Lorenzo (dagcapaciteit 15.000 vaten) aan het meer van Maracaibo. die der Compania de Petrolo Lago, gesticht door fusie van de West India Oil Company, met eigen raffina derij te La Arriaga, (dagcapaciteit 1400 vaten) met het bedrijf, destijds toebehoorende aan de Lago Petroleum Corporation en gelegen te La Salina (dagcapaciteit 4000 vaten) aan den westoever van het meer en als derde de raffi naderij van de Standard Oil Company of Ve nezuela bij de Quiriquire-velden, welke in stallatie in 1935 werd vergroot tot een capa citeit van circa 700 ton per dag. De twee grootste raffinaderijen van dit Venezolaan - sche product liggen evenwel op Curasao en Aruba (dagcapaciteit tezamen 400.000 vaten). Het is duidelijk, dat Venezuela er naar streeft zooveel mogelijk profijt te trekken van den rijkdom van eigen bodem. Zoo besloot de re geering in 1936 om steun te verleenen aan particulieren, die het initiatief nemen ir Venezuela petroleumraffinaderijen op te rich ten, vooral omdat al lang getracht wordt een nationale raffinaderij, zoowel in het Oosten als in het Westen te stichten. In dit verband moet men ook de opgelegde verplichting zien aan buitenlandsche concessionarissen tot den bouw of uitbreiding van raffinaderijen in Ve nezuela zelf. Toen dan ook de Venezolaan- sche dochtermaatschappij van de Koninklijke Shell in 1936 nieuwe concessie kreeg in een aantal staten van Venezuela, te weten Za- mora, Apure, Tachira, Trujillo, Zulia, Mona- gas en Anzoatequi. werden daaraan bijzon dere voorwaarden verbonden en moest deze maatschappij toestemmen in een verdubbe ling harer raffinaderij te San Lorenzo. Een dergelijke bepaling moesten ook de Standard OU Co. en de Socony Vacuum zich in 1936 la ten welgevaUen. Voor Venezuela is de ontwik keling der geheele olie-industrie een uiterst- belangrijke aangelegenheid. De inkomsten welke het land uit de verleende concessies trekt, bedragen circa 40 millioen bolivars per jaar. MOLLERUS. Het haringkuipersconflict te Vlaai-dingen. Rijksbemiddelaar adviseert de loonen te verhoogen. Woensdag had op het departement van So ciale Zaken onder leiding van den rijks bemiddelaar in het derde disctrict, prof. mr. A. C. Josephus Jitta, een bespreking plaats tusschen partijen, betrokken bij het drei gend conflict in het haringkuipersbedrijf te Vlaai-dingen. Na partijen eerst ieder afzonderlijk en vervolgens gezamenlijk gehoord te hebben, heeft de rijksbemiddelaar de patroons in overweging gegeven, de loonen te verhoogen met een percentage, dat zoo dicht mogelijk ligt bij 10 pet. Aan de arbeiders heeft de rijksbemiddelaar in overweging gegeven, het ultimatum een week op te schorten. SABOTAGE IN TEXTIELFABRIEK. Onbekende daders hebben gisternacht in de textielfabriek van de firma Kastofa van Beur den te Tilburg, de kettingen van 39 weefge touwen en van een aantal losse boomen ver nield. De schade bedraagt honderden gul dens. De fabriek ligt als gevolg van een en ander gedeeltelijk stil. De N.V. Is tegen bedrijfs schade verzekerd. Leeren Jekkers Wollen Jekkers Olie Jekkers Manchester Jekkers vaKHHPINaMASAtH, PA AR LAAR STEEG «.TELS IX SA* (Adv. Ingez. Med.) MODESHOW van Weill—Muller. Beter weer voor hun Najaarsshow hadden de firma's Weill en Muller zich nauwelijks kunnen wenschen. De vochtige, kille koelte der laatste dagen heeft bij menigeen het verlangen naar warme kleeren en een brandende kachel doen ont staan, en zoo hebben velen reeds een warme japon, een stevige wintermantel of zelfs een bontjas weer in gebruik genomen. Daarom was het ook goed de nieuwe na jaarsartikelen der firma's Weill en Muller te aanschouwen, temeer waar hier de combinatie van warmte en vlotte lijn op uitstekende wijze verwezenlijkt was en een lust voor het oog vormde. Een bontmantel is altijd eenigszïns om vangrijk geweest, maar bij de huidige mode is alleen wat breedte in de schouders nog toegestaan; verder is de lijn ervan slank, de lengte meestal driekwart en de kraag be scheiden. Zoo kregen zelfs de mantels van het mooie, uiteraard ook kostbare, Bueno Breitschwanz een eenigszins sportief karakter. Er was een enkele Embros Lam, maar ove rigens was het een show van de beste bont soorten, Petit Gris, Veulen, Yemen, Persianer. Vooral laatstgenoemde soort was veel ge bruikt als garneering in schouderstukjes of smalle horizontale reepen. Opvallend is het, dat de mode haast uit sluitend het kortgeschoren bont ver eischt, terwijl het kleermakerswerk zooals opgestikte- en figuurnaadjes enz. ook in de bontartikelen tot uiting komt. Naast het swaggermodel was er ook een mantel van mol. met bolero en cape welke tot onder aan toe met knoopen geslo ten was en desnoods ook als japon kon wor den gedragen. Bij deze mantels behooren kleine bont mutsjes of hoedjes met een vederbos. Een kleine mof, in combinatie met een tasch, com pleteert dan het geheel. Op stoffen mantels, waaronder ook fluweel, draagt men wel een forsche bontkraag of bontgarneering, terwijl voor losse bonten veel de prachtige zilvervossen worden gabruikt. Behalve de bontmantels, stoffen mantels met bont en bontmutsjes hebben we gisteren ook nog wat japonnen gezien. Een van de meest indrukwekkende was wellicht een zwart kanten japon met een garneering van mat gouden revers en vestje, warbij een ondiepe zwarte hoed met rand en liggende veeren. Voorts was er georget met fluweel, wollen kant, een nauwsluitende schuinge- knipte, lange zwarte japon met wijde roode mouwen en een opmerkelijke verschijning in den vorm van een vaalbruine tullen japon: deze had onderaan rondom een rand van gouden bloemen en daarbij behoorde nog een lange tullen cape met kleine Maria Stuart- kraag. De hoeden zijn meerendeels nog klein, veel al zijn het ietwat hoogopgewerkte mutsjes, of wel om het hoofd sluitende kapjes met strik of veeren. Ook geheel veeren of bonten kapjes zullen er gedragen worden. Het is duidelijk dat men met den winter gestreefd heeft naar meerdere warmte, ook bij de hoedjes, zoodat die werkelijk een groot deel van het hoofd be dekken en er niet meer zoo luchtig bovenop =5 taan. Een drukbezochte, welverzorgde show. die weer menige vroinv de vraag zal hebben voor gelegd. wat zij zich voor 't komende seizoen zal aanschaffen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 14