Charme
Recepten
RADOX
W'
Kent U Indië?
Cronjéstr. 129
DONDERDAG 23 SEPTEMBER 193?
HAARDE M'S DAGEÏAD
10
Meisjesvest
(met lange of korte mouwen)
Voor dit aardige meisjesvestje voor
een meisje van ongeveer S jaar, dat
wij op verzoek van een lezeres plaat
sen, hebben we 3 knot wol van 50
gr. noodig bij korte mouwen en 4 knot bij
lange mouwen. Voorts nog 25 gr. roode wol
en 25 gr. witte wol. De verdere kleur van het
vestje is blauw en alles is 4 draads met pen
nen no. 3.
RUG. Voor den rug zetten we 90 st. op en
breien voor het boordje 18 pennen 1 r. verdr.,
1 aver. Dan breien we 6 pennen 1 p. recht, 1
p. aver, en laten dan den blauwen draad
hangen. We breien dit vest met pennen zonder
knopjes. Nu beginnen we weer aan den rech
ten kant met den rooden draad en breien een
pen recht. De volgende pen is weer met blauw
en is weer recht en opnieuw aan den rechten
kant te beginnen, maar bij deze pen halen we
telkens den 6den st. af. Teruggaande breien
we aver, met blauw, alle steken breiende. We
zijn nu weer aan den rechten kant en nemen
een witten draad. We breien weer een pen
recht en knippen den witten draad af, zooals
we dat ook met den rooden deden. Nu weer
aan den rechten kant den blauwen draad ne
men en om de 6 st. weer een afhalen, maar
deze afgehaalde verspringt en komt dus eerst
op den 3den st. en daarna eiken 6den st. Te
ruggaande halen we, met blauw breiende, de
ze steken weer af en dan weer een rechte en
een aver, pen als boven. Dus tusschen elke ge
kleurde draad-rood-wit om en om zitten 4
blauwe toeren (2 met afgehaalde steken en 2
gewone).
Na 13 streepjes kanten we voor het armsgat
12 st. af (4-3-2-2-1) en breien den rug verder
op tot 22 streepjes. Van de overgebleven 66 st.
rijgen we de middelste 26 op een draadje en
breien aan weerskanten de 20 van den schou
der schuin op, d.w.z. van den hals af eerst 15
dan 10, dan 5 st. breien, alles natuurlijk in
patroon en dan de schouders afkanten.
LINKERVOORPAND. We zetten 50 st. op.
Nu voor het voorbiesje telkens 6 steken recht
breien, zoodat dat ribbels worden en de ove
rige 44 st. 1 recht verdr., 1 aver., als bij het
voorpand, we breien het patroon als den rug
en voor het armsgat kanten we nu 15 st. af
<5-4-3-2). De overige 36 st. breien we op tot
18 streepjes. We laten voor den hals eerst 5
staan (plus de 6 van het biesje), daarna 2-2
en 1 st. en de overige 20 st. breien we op tot
we weer 22 streepjes hebben. De schouders
breien we scheef als boven, daarna afkanten.
Qe rechterhelft breien we spiegelbeeldig
aan den linker, maar na 4 ribbels breien we
het eerste knoopsgat.: na 2 st. breien 2-st. af
kanten en die er teruggaande weer bij opzet
ten. Verder breien we de knoopsgaten met 7
ribbels tusschenruimte.
Nu nemen we de steken voor het hals
boordje op: 26 st. van de rugzijde, de steken
van den voorkant, die zijn blijven staan en
we nemen daarna van den schouder de kant
steken op en daar waar door het keeren aan
de voorzijde zoeken we 1 st. er tusschen zoodat
er totaal 70 st. op de pen staan. Na 3 ribbels
(alles recht met blauw) te hebben gebreid
maken we weer een knoopsgat, breien dan
nog 3 ribbels en kanten af. Bij stevig afkan
ten valt het boordje vanzelf rond.
MOUW. Voor den korten mouw zetten we
aan den kop beginnende 30 st. op en
breien 6 pennen, 1 pen r., 1 pen aver., telkens
van den eersten en laatsten steek 2 maken
de. Nu breien we gewoon patroon in kleuren,
telkens van den lsten en laatsten st. 2 ma
kende tot er 60 st. op de pen staan. Nu in
eenmaal voor en achter 9 st. bij opzetten
en dan met deze 78 st. doorbreien tot er van
den kop af 11 streepjes zijn. Nu breien we om
de 8 st. 2 tezamen en met de overgebleven
steken breien we het boordje: 8 toer 1 r. ver
draaid, 1 aver. Afkanten.
Breien we een lange mouw, dan beginnen we
nadat we 78 st. op de pen hebben bij elk
streepje de voorste en achterste 2 st. te
zamen te breien, tot er nog 48 st. op de pen
staan; we breien de mouw tot de vereischte
lengte en dan een boord van 18 toeren. Den
kop van de mouw rimpelen we stijf in en ne
men alle ruimte op den schoudernaad.
We naaien het vestje in elkaar, strijken al
les onder een vochtigen doek en sluiten het
met witte of roode knoopen.
SP.-TH.
Zondag:
Kop Bouillon
Rissoles
Gebraden
eendvogel
Appelmoes
Aardappelen
Riz a rimpératrice
Maandag:
Filosoof
Spercieboonen
Aardappelen
Bessenvla
Dinsdag:
Tomatensoep
Varkensschijf
Sn ij boon en
Aardappelen
Appelkoekjes
Woensdag:
Groentesoep
Koud varkensvleescb
Aardappelen
Andijvie
Vanillevla met
gestoofde kwetsen
Donderdag:
Saucijsjes
Aardappelen
Bloemkool
Deensche rijst
Vrijdag
Bloemkoolsoep
Gekookte bot
Kropsla
Aardappelen
Botersaus
Rijstpannekoekj es
Zaterdag
Biefstuk
Gebakken
aardappelen
Postelein
Ketelkoek met
stroopsaus.
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Zacht gekookte eieren Broodschotel met
krenten en rozijnen
3. Boonencroquetjes
Bruine boter
Aardappelen
Prinsesseboonen
Deensche vla
4. Dikke groentesoep
Andijvie au jus
Aardappelen
Gebraden appelen.
in vuurvaste schotel
met kaassaus en ge
bakken brood
Gestoofde sla
Aardappelen
Boter
Appelpannekoeken
2. Rijst met eieren
en kerrysaus
Tomaten en kom
kommersla
Rissoles (8 stuks).
Benoodigd: 2y dL. melk, 1 ei, 75 gr. bloem,
zout, 20 gr. boter, 200 gr. kalfsvleesch, V2 ui,
10 gr. boter, pl.m. iy dL. bouillon, peper, noot
muskaat, peterselie.
Van melk, ei, bloem en wat zout een
flensjesbeslag maken en met de boter pl.m.
8 dunne flensjes bakken. Het uitje snipperen
in 10 gr. boter licht bruin fruiten, fijnge
sneden vleesch en bouillon toevoegen en
pl.m. 10 minuten zachtjes laten koken. Zoo-
ï^oodig binden met wat maizena. Dan op
smaak afmaken met de kruiden en de ge
hakte peterselie en over de flensjes ver-
deelen. Deze in vieren vouwen, en de hech
tingen plakken met wat ongeklopt eiwit.
Daarna door eiwit en paneermeel halen en
in heet frituurvet vlug bruin bakken.
Bessenvla.
•-Benoodigd: 4 eieren, 120 gram suiker, 3
dL. bessensap, 10 gr. maizena.
Het sap binden met de aangemengde mai
zena. De eidooiers in een gave pan (geen alu
minium) met de suiker kloppen, tot de mas
sa luchtig is en licht van kleur. De eiwitten
stijfkloppen. Het wat afgekoelde sap langzaam
bij de dooiers schenken, op het vuur laten
binden, dan het eiwit er zoo luchtig mogelijk
mee vermengen. Nog even nawarmen, maar
niet laten koken. Wafeltjes er bij geven.
Zacht gekookte eieren met kaassaus.
Benoodigd: 4 eieren, 3 dL. melk, 25 gr. boter
25 gr. bloem, 50 gr. gerapste kaas, zout, peper
De eieren 6 minuten koken, afspoelen en
voorzichtig pellen. Ze in een vuurvaste schotel
leggen. Van boter, bloem en melk een saus
maken, de geraspte kaas er doorroeren en
deze over de eieren heen schenken. Wat
paneermeel, vermengd met wat geraspte kaas
er over strooien, gesmolten boter er over
schenken en het schoteltje in de oven zetten
tot het bruin is.
Geroosterd of gebakken brood er bij geven.
GEEN VETPUISTJES MEER
doch een frissche gave huid door geregeld
gebruik van Radox in Uw waschwater
Bij apothekers en erkende drogisten a f0.90
per pak en f 0.15 per klein pakje.
(Adv. Ingez. Med.)
Winterkleeren van'n vorig seizoen
Het wintergoed van verleden jaar moet aan
eèn inspectie worden onderworpen.
Is de rok door het dragen niet uitgezakt?
Zijn de rokken ook soms te lang voor de
huidige mode?
Die garneering doet het dit jaar toch
eigenlijk niet meer, we moesten er eens" iets
anders opzetten.
Die ceintuur is versleten, dus er moet wat
anders op.
De corsage van onze avondjapon is volko
men platgedrukt onder onze wintermantel.
Deze sluiting is uit de mode.
Knoopen worden veel minder gedragen, we
moeten iets anders vei zinnen.
En zoo kijken wij ailes eens na en maken
plannen voor moderaiseeren en opknappen.
Zoolang het nu ceintuurs betreft, of een
rok die verkort moet worden, of een corsage
die vernieuwing vragen, gebeurt het ook al
lemaal prompt. Maar het leven is druk, er is
vaak weinig tijd om eens rustig een dag aan
naaiwerk te gaan, de naaister is alleen ge
schikt voor verstelwerk, niet voor vlot ver
anderen van een japon, of er is heelemaal
geen naaister en het plannetje van de
gemoderniseerde jurk blijft in de pen.
Iedere keer wanneer wij de kast weer eens
doorzien, valt ons oog op de japon die zoo
aardig zou kunnen worden, ais we er maar
tijd voor hadden, of ons zelf er oe tijd voor
gunden. Nu hangt zij daar, niemand heeft
er wat aan, en het volgend jaar heeft de
mot zich er misschien aai: tegoed gedaan of
de jurk is zoo hopeloos uit de mode, dat er
geen redden meer aan is.
Het kan natuurlijk zijn, dat het plannetje
tot veranderen moeilijker is. dan wij eigen
lijk kunnen uitvoeren, omdat onze naai-ca-
paciteiten te kort schieten. Het is ook mo
gelijk, dat wij er werkelijk geen tijd voor
hebben, hoewel het werkje ons zelf wel aan
lokt. Laten wij er dan echter niet te lang
over tobben: kan ik 't, of kan ik 't niet, maar
de japon, waar op deze manier toch niemand
meer wat aan heeft, opruimen. Er is altijd
wel iemand te vinden, die haar dolgraag
hebben wil, die tijd en lust heeft om er de
noodige veranderingen aan te maken, of die
haar zoo wil dragen als ze er nu nog hangt.
Wat heeft u een massa japonnen, moe
der heeft er lang zooveel niet, zegt het nichtje
tegen de tante waar ze op bezoek is.
Ja, maar ik draag er de helft niet van,
zegt tante peinzend.
Waarom niet, vraagt het kind, ze zijn
toch allemaal nog heel.
Omdat ik er niet toe kom, om ze weg te
doen, als ik ze niet meer dragen, maar ook
niet veranderen wil, antwoordt tante, en
denkt daarbij: wat gek eigenlijk, nu han
gen die kleeren hier maar, en ze voldoen
heelemaal niet aan hun bestemming.
Met nog keurige kleeren, die niet meer ge
dragen worden, is altijd wel een ander in zijn
schik, zelfs met ouderwetsch geworden jum
pers, die door een handige breister uit elkaar
gehaald worden, de wol wordt gewasschen
en een nieuw jumpertje of slipovertje wordt
er uit te voorschijn getooverd.
Laten wij daarom in dezen tijd, nu de win-
terkleeren door onze handen gaan, goed be
seffen of wij ze nog dragen zullen of niet en
ze niet domweg bewaren, enkel en alleen
omdat ze nog zoo goed zijn. Om ze daarna
nooit meer aan te trekken.
E. E. J.—P.
van lijn en detail
Kenmerken van de komende winter
mode: eenvoud van silhouet, rijkdom
van kleuren, garnecring en mate
riaal.
De wintermode is er, voorspellingen wer
den zekerheid. Reeds hebben de Parijsche
modehuizen hun collecties getoond en dus
weten we weer precies naar welke lijnen en
kleuren dit jaar ons verlangen zal uitgaan.
De nieuwe mode vertoont als eerste kenmerk
een zeer groote rijkdom van détail van gar
neeringen, van bont, van kleuren, van stof
fen. Dit alles ia uiterst geraffineerd verzorgd.
Voor de dagkleeding treft een zekeren een
voud van lijn, die een tikje streng zal doen
schijnen.
Mode-kleuren zijn vooral zwart met ver
siering van helle tinten of van goud, groen,
roodekoolrood, tinten violet, donkergrijs
Astrakan, vos enhet ouderwetsche bever
zullen als bontsoorten de vorokeur genieten.
De avond brengt twee genres toiletten: die
met zeer veel ruimte op de heupen met pun
tig decolleté en als contrast de lange, rechte
fourreau's vaak met lange mouwen en hoogen
boord en de hooge taille, ontleend aan het
directoire-tij dperk
Modestoffen: schitterende, veelkleurige
lamé's vaak met koperglans, fluweel in diepe
sterke tinten, lichte soepele lamé's tulle, kant.
Enoveraly en te allen tijde: de vos!
Het meest linksche van de drie bovenste
figuurtjes draagt een creatie van het mode
huis Mainbocher, dat zijn originaliteit zoekt
in de zeer eenvoudige tube-vorm van het sil
houet. dat evenwel een zeer vrouwelijk
cachet vertoont door de gedraneerde lijfjes
der japonnen. Véél hooge boordjes en een
voudige nauwsluitende mouwen.
Daarnaast een gekleede mantel van Mar
cel Rochas. die dit jaar een zeer interessante
collectie brengt, Veel nieuwe details als in
crustaties en arabesken, reliefknoopen, strik
ken, plooien en plooitjes geven fleur aan een
bekend silhouet, dat enkel van vorige seizoe
nen verschilt door de iets hoogere taille en
den sportief-korten rok. Voor des morgens
brengt dit modehuls veel zwart, versierd met
helle kleuren, voor 's middags vaak combi
natie van drie tinten. Deze sportieve zwarte
jas draagt een ceintuur en revers van afste
kenden kleur bij een astrakan kraag.
Volgt: een Molyneux-creatie: 'het echte
silhouet, toegepast op een charmant mantel-
costuum. Deze lijn zal vooral dames met goede
figuren welkom zijn, ze maakt lang en slank
door de nauwsluitende mouwen, de hooge
kraag, de onzichtbare sluiting. Wie te mager
of hoekig is eenigszins corpulent is. wage
zich er liever niet aan. De horizontale lijn
viert speciaal in deze collectie hoogtij.
De middelste rij op onze teekening opent
met een frappant voorbeeld van de nieuwste
lijn in avondtoiletten: dit is een model van
den bekenden Schiaparelll: directolre-1938!
Van een zeer aparte smaak getuigt dit zwart
satijnen toilet, zeer zeker een juweeltje voor
wie het „hebben kan"
Daarnaast een meer „gewoon" avondtoilet,
van het andere type. waarvan Chanel het ge
heim schijnt te bezitten. Dit komt uit met een
wel bij uitstek ..vrouwelijke" collectie: zeer
veei ruimte op de heupen, zoodat men een
enkele iraal as?: de ouuerv etsche panier moet
denken: charmante bclérovestjes. groote
keuze in stoffen, scbi'terende satijn en
lamé soorten, linten, tulle.... kortom, alles
wat een vrouwenhart verrukken kan! Als
derde een aardig voorbeeld van de elegante
collectie, die Lucien Leiong brengt. Voor den
namiddag zijn er alleraardigste japonnen en
mantels, alle met bontranden. Buitengewoon
fijn is het effect van mof en halstooi, be
staande uit diverse bontrandjes en dit effect
herhaalt zich in jeugdig kleedende horizon
tale sierbanden op den mantel.
Een geheel nieuwe verschijning, die we
even moeten aanstippen, wil ons overzicht
volledig zijn, is het rechte „tweederde" jasje.
Een zeer goed voorbeeld geeft Creed met
dit mantelcostuumpje, eenvoudig van lijn,
waarbij de breede schouders nog worden ge
handhaafd. Een buitengewoon sportief ge
heel, ook door de zakversiering en de afwezig
heid van revers. Een das of hooge boord op
de blouse is hierbij noodzakelijk.
Veel soepeler werkt de combinatie daar
naast: een sierlijk kort manteltje, gecreëerd
door Vera Boréa sportief en toch elegant dooi
de elegante snit en de tegenstelling tusschen
den nauwen rok en het zwierige jasje!
Madeleine, de Ranche brengt een zeer ge
varieerde collectie, die vooral uitmunt in
sportkleeding: costuums met cape, rechte
mantels, met diepe plooien in den rug, raglan-
mouwen, vesten van kameelhaar, fluweelen
blouses, allerlei sportieve hoedjes en mutsen
en zakken van alle mogelijke vormen. Een
paradijs voor de sporting-lady. Een aardig
voorbeeld van cape-costuum met vest geeft
de teekening.
De lange rij wordt gesloten met een aar
dige creatie van het huis Francevramant, die
als bijzonderheid bij zijn avondtoiletten tullen
lijfjes brengt.
Meisjes en paarden
Slechts enkele kilometers van de oude keizer
stad Worms ligt het idyllische dorp Monsheim
en vlak daarbij het landgoed van dezelfden
naam, waar de eerste Duitsche damesrijschool
is gevestigd. Zij werd in 1933 opgericht door
Else Knauff, de dochter van een hartstoch
telijk paardenkenner en -liefhebber en trekt
nu honderden leerlingen uit binnen- en bui
tenland.
In de beide enorme stallen van de school
staan de edelste rijpaarden die men zich
maar wenschen kan. Ze worden geheel door
de meisjes verzorgd.
„Er is hier maar één middelpunt, waarop
alle gedachten en zorgen zijn geconcen
treerd en dat is het paard", zoo vertelde me
juffrouw Knauff. „Het zich instellen op het
edelste van alle dieren doet alle egoïsme
zwijgen, verbindt alle leerlingen in hechte
kameraadschap en is dus het krachtigste, op
voedingsmiddel voor jonge mensclien."
De meisjes moeten alles zelf doen: de stal
schoonmaken, de paarden voederen, ze bor-
steden, tuig poetsen enz. enz.
's Morgens om half zeven staan de meisjes
op en moeten, na morgengymnastiek en ont
bijt reeds voor 9 uur in den stal zijn om de
paarden te zadelen. Van 9 tot 12 rijles, 's mid
dags tuigpoetsen, theorie en sport.
Op een haar gestelde vraag, of het rondloo-
Plannen tot oprichting van inheemsche
huishoudscholen.
Belangrijke lotsverbetering voor de dessa -
vrouw in 't zicht.
IE Indië een beetje kent, weet ook,
hoe droevig het lot van de dessa-
vrouw veelal is, vooral in die stre
ken, waar zij al heel spoedig na
haar huwelijk moet meehelpen om het karige
gezinsinkomen bij elkaar te scharrelen.
Mevr. A. J. Resink—Wilkens geeft hiervan
in het Indisch Vrouwenjaarboek 1936 de vol
gende aangrijpende beschrijving:
„Midden in den nacht moet de dessavrouw
meestal het huis verlaten, een zware vracht
torsend, teneinde vroegtijdig de meest nabije
passar te bereiken, om daar hetgeen ze te
verkoopen heeft, van de hand te doen. Na af
loop van de passar komt ze dan eerst tegen
het middaguur doodmoe thuis.
Het geheele gezinsleven wordt hierdoor
ontwricht en tegen den tijd, dat zulke vrou
wen den leeftijd bereiken, waarop haar beter
bedeelde, gehuwde sexe-genooten nog in de
volle kracht van haar leven zijn, zijn deze ar
me wezens totaal afgebeuld en daarmede is
natuurlijk gepaard gegaan het verlies van alle
vrouwelijke bekoring, met alle daaraan ver
bonden gevolgen.
Een tiental jaren geleden heb ik gedurende
ongeveer een jaar tallooze van die arme dessa-
vrouwen bij het passeeren van ons huis binnen
laten roepen om wat van haar te koopen en
daardoor in de gelegenheid te zijn haar te
ondervragen.
Wat ik allengs te hooren kreeg, was meer
dan ten hemel schreiend. Vroeg ik naar den
leeftijd, dan kreeg ik een cijfer te hooren ver
beneden mijn taxatie en die mededeelingen
kan ik verifieeren door te informeeren naar
den leeftijd van het oudste kind en/of klein
kind. Van zelf kwam dan verder het gesprek
op de ter wereld gebrachte kinderen, waar
van het aantal meestal tot enkele beperkt
bleef uit de eerste huwelijksjaren, waarna
miskraam op miskraam volgde als gevolg van
den zwaren arbeid.
Mijn enquête naar het gewicht, dat men te
dragen had en naar de dagelijksche verdienste
leverde de volgende cijfers op: voor vrouwen
van verre dessa's afkomstig bedroeg het ge
wicht van 20 tot 30 katties 1 kattie is 6 ons)
en voor de meer nabij gelegen dessa's liep dat
op tot 40 katties voor de materialen brand
hout, gras en grint.
De dagelijksche verdienste bedroeg in dien
tijd van 5 tot 10 centen en daarvoor moest dan
het huisgezin verlaten worden van pl.m. 3
uur 't nachts tot pl.m. 11 uur 's morgens.
En dat alles kreeg ik te hooren in een toon
van zeldzame berusting, want men kende im
mers niets anders, wat tot productieven arbeid
zou kunnen leiden".
Bij het lezen van dit droevig relaas vraagt
de Hollandsche lezeres zich natuurlijk af:
Maarwordt er dan niets gedaan om in het
lot van die ongelukkige vrouwen verbetering
te brengen? Zeker: reeds is, na de instelling
van een studiecommissie in Augustus 1936 van
regeeringswege alle hoop gegeven op oprich
ting van tweejarige huishoudscholen met ver
eenvoudigd leerplan met de speciale bedoe
ling, leerkrachten te vormen voor het dessa-
onderwijs op huishoudelijk gebied. In het al
gemeen voelt men het meeste voor practische,
specifiek Inheemsche dessa-huishoudscholen,
waarin de dessa-meisjes worden opgeleid in
de volgende vakken: het knippen, naaien en
verstellen van de gebruikelijke kleedingstuk-
ken, het vlechten met gespoten bamboe-mate
riaal voor huishoudelijke artikelen en het
vlechten met „mindong" ter vervaardiging
van matjes voor huishoudelijk gebruik, het
spinnen en het eenvoudige weven, het djoem-
poel- en triktikwerk (uitsparingssysteem in
het verfbad), het batikken, het teekenen dat
bij deze soorten van huisvlijt te pas komt, het
koken, het bijbrengen van de meest elemen
taire begrippen op het gebied der hygiëne, de
kinderverzorging en het aanleeren der in
heemsche kinderliedjes en spelletjes.
U ziet: een uitgebreid programma. Men zal
het echter niet te ingewikkeld aanpakken.
Wordt het huishoudonderwijs aan het dessa -
meisje zóó ingericht, dat het bij de bevolking
populair wordt, dus dat normaal het dessa-
meisje, na afloop van de dessaschool, de huis
houdschool bezoekt, dan zal hierdoor naar
men hoopt een groote stap gedaan zijn in de
verbetering van de positie van de vrouw in de
dessa.
Immers door al deze kundigheden zal zij
haar huishouding veel goedkooper en beter
kunnen besturen en hierdoor zal het niet meer
noodig zijn dat zij om der wille van de bijver
dienste haar gezin verlaat.
Als dit mooie plan wordt uitgevoerd betee-
kent dit inderdaad een zeer belangrijke lots
verbetering!
WEGENS 2IJN KOUDE ZITPLAATS
ZOEKT 'T MANNETJE IN DE MAAN
EEN LIEVE, TROUWE Cr A O E
01E WOL. VERWERKT VAM
Keus uit 1001 finten
(Adv. Ingez. MedJ
pen in overall en het stalwerk de vrouw niet
verruwde, antwoordde mejuffrauw Knauff:
„Mijn ervaring is, dat integendeel het na
tuurlijkste gevoel der vrouw, het moederge
voel door het zorgen voor een wezen, dat haar
geheel is toevertrouwd, enorm wordt ver
sterkt."
Ook de gezondheid van meisjes vaart er
wel by!