EEN TE WATERLATING TE HARDINXVELD. DE STRIJD IN HET OOSTEN. HET HOOGSTE RECHT Het laatste gedeelte van het beeldhouwwerk aan de brug in dc Laan van Meerdervoort over het ververschingskanaal te Den Haag, ver vaardigd door den beeldhouwer D. J. Wolbers, is Woensdag door ir. L. J. M. Feber, wethouder van Den Haag (rechts) onthuld Op het tooneel van den verbitterden Chineesch-Japanschen strijd. Japansche Kind met de kinderen. Sir Kingsley Wood, de Engelsche minister van Mussolini tijdens de groote redevoering, welke hij Dinsdag te Berlijn soldaten doorkruisen, met het pistool in aanslag, de straten van Sjanghai Gezondheid, bracht deze weebeen bezoe^.an verschillende liefdadig- (#f galaganhaid lijn oH|ci„, bazoek aan DulUcb|and hia,d Het 4500 tons dubbelschroef m.s, „Bandeirante", op de scheepswerf .De Merwede" te Hardinxveld gebouwd voor rekening van den staat Rio Grande do Sul, is Woensdag van stapel geloopen. Het schip glijdt te water Te Tilburg is Woensdag de groote najaars-bijenmarkt gehouden, waar voor, niettegenstaande het slechte honingjaar groote belangstelling bestond. Met speciale wagens werden de korven aangevoerd FEUILLETON Naar het Amerikaansch van MILDRED DANNDJG. (Nadruk verboden.) 31) „Morgan", hernam de oude heer op ernstl- gen toon, „je weet misschien evengoed als ik, dat verzachtende omstandigheden vaak van grooten invloed zijn bij een vonnis, vooral als men schuld bekent, zooals jij gedaan hebt en klaarblijkelijk van plan bent te doen. Een advocaat kan van deze omstandigheden altijd partij trekken. De bank kan iets dergelijks onmogelijk laten passeeren. Wij moeten er een zaak van maken. Maar dat sluit niet in, dat wij graag de zwaarste straf hooren uit spreken als verzachtende omstandigheden in aanmerking kunnen komen, Je wilt me niet vertellen, waarom je dat geld hebt weggeno men, maar toch wil ik je zeggen, dat ik mijn best heb gedaan, je daad te verzachten, voor zoover ik dat kon doen en ik deed het, omdat ik geloof, dat er zekere motieven achter schui len. Ik heb je, sinds je op de bank bent, ge observeerd en ik geloof niet dat jij steelt als je er niet toe gedwongen werd. Daarbij ben je al zeer ondoordacht te werk gegaan, het moest zoo immers direct ontdekt worden. Ik ben van meening dat er iets achter steekt." Een oogenblik aarzelde hij, ging een stap vooruit. „Wil je me niet zeggen, waarom je het gedaan hebt?" Jackson antwoordde niet dadelijk, en toen hij sprak, beefde zijn stem. „Meneer Evans", antwoordde hij. „U bent heel edelmoedig geweest en ik zal daarom te genover u openhartig zijn. Waarom zou ik een of ander verhaal over dien diefstal verzinnen? De werkelijke feiten, ik bedoel mijn werkelijke reden, kan ik u niet. zeggen, dat is eenvoudig onmogelijk". De oude heer keek hem nog even aan, en liep toen naar de deur. „Goed dan", zei hij, waarna hij de cel ver liet. Een poos hierna kwam Virginia in Evans- ville aan; ze haastte zich naar het hotel, waar de rechter zijn intrek genomen had. De komst van het meisje bracht een opschud ding in het groote hotel teweeg. Virginia's hart was vol van Jackson's daad Haar oogen flikkerden als sterren, haar wan gen hadden een kleur, die er weken lang niet op te zien was geweest. Nu pas begreep ze waarom Jackson de schuld van den diefstal op zich genomen had en waarom hij zelfs haai de reden van zijn zwijgen niet had kunnen vertellen. Door haar groote vreugde raakte het ver driet over Lloyd voor 'n oogenblik op den achtergrond, 't Leven was nu weer heerlijk en ze bracht rechter Kent het nieuws, dat hem ook weer gelukkig zou maken. Virginia trad dien middag de hall van het hotel binnen en vroeg naar meneer Kent. „Meneer Kent is in de leeszaal, denk ik, wacht, dan zal ik u den weg wijzen". En de kellner haastte zich om het buitengewoon knappe en aantrekkelijke meisje naar de lees zaal te brengen. Rechter Kent zat in een grooten stoel, de krant was op zijn knie gevallen en hij tikte met de handen gedachteloos tegen de arm leuningen van zijn stoel. Virginia liep snel voorwaarts en raakte zijn arm aan. Toeii hij zich omkeerde, zag hij er heel ernstig uit. „Virginia, maar kind, wat doe je hier, is er iets?" Virginia lachte vroolijk „Dat is ook een enthousiaste begroeting!" riep ze. Ze nam rechter Kent's handen in de hare. „Bent u niet blij me te zien?" vroeg ze. „Blij, ik zou zeggen van wel". Hij boog zich en kuste haar. Maar wat brengt je hier, Vir ginia, je ziet er zoo.... is er ietsis er nieuws?" „Vader er is nieuws. En ik ben gekomen, om 't u te vertellen. We hebben ons zóó ver gist. 't Is zóó iets moois, vader! Ik weet niet, hoe te beginnen." Zij keerde zich af en viel in een stoel neer. Haar oogen werden ineens voch tig en haar keel werd samengeknepen. Als hij haar nog langer zoo aankeek, met die uitdruk king van ontwakende hoop, zou ze zich niet lan ger goed kunnen houden. In den trein had ze zich voor genomen, hem langzaam op het nieuws voor te bereiden, zoodat het hem geen schok geven zou, maar nu kon ze hem niet langer laten wachten." „Virginia, vertel het me". „We hadden allemaal ongelijk, meneer Kent. Jackson heeft het niet gedaan." De rechter staarde haar even aan, keerde zich toen af en keek het raam uit. Toen hij zich weer naar haar toewendde, was zijn ge zicht kalm, maar er was zoo'n gloed in zijn oogen, dat Virginia een brok in haar keel voelde. „Wat bedoel je?" vroeg hij gretig. Heeft Jackson het snoer niet gestolen? Zeg me, wat je gehoord hebt, Virginia." Ze wachtte niet langer. „Lieve vader, ik schreef Jackson dien avond een briefje en vroeg hem een oogje op Lloyd te houden, om te voorkomen, dat hij in moeilijkheden zou geraken. Wat er precies gebeurd is, weet ik niet, maar toen de moeilijkheden kwamen. wist. Jackson het niet dadelijk, Ziet u. Jack son liet Lloyd dat zakje in zijn jas zien, toen zij samen op weg waren naar de Monroe's. Lloyd wilde dolgraag het halssnoer hebben, voor een vrouw met wien hij zich in stilte ver loofd had. Ze moet een slechte vrouw zijn. omdat ze hem toen hij het halssnoer niet meebracht, den bons gaf, daardoor was er den laatsten tijd geen landmet hem te bezeilen. O, vadertje lief, ik haal alles door elkaar 1" En Virginia barstte in een gelukkigen lach uit. „Ga door, kindje," verdocht de rechter, en de graagte in zijn stem, de nieuwsgierige, hongerige blik in zijn oogen, spoorde haar aan verder te vertellen. „Nu dan, Lloyd stal 't paarlencollier. Eigen lijk moest ik dat vreeselijk vinden, maar al het andere is nu van zooveel meer belang. Toen hij merkte, dat de Monroe's het snoer misten, dacht hij dat ze nooit in Jackson's zak gevonden zouden worden, en daarom deed hij ze daarin, maar ze werden toch ge vonden, en ik denk, dat Jackson op de een of andere manier er achter kwam, of een ver moeden kreeg, dat Lloyd het gedaan had. En het moet de reden geweest zijn, dat hij gezwegen en de schuld op zich genomen heeft. Denkt u eens aan! Denk eens, wat hij doorgemaakt heeft! En alleen, omdat ik hem gevraagd heb op Lloyd te letten. Wat dom was 't van hem, maar wat mooi ook!" En toen zaten ze daar samen, en bij stukjes een beetjes kwam de rechter er achter wat Jackson gedaan had en ook wat voor rol Lloyd gespeeld had. Hoewel Virginia pro beerde Lloyds daden te verzachten, voelde ze instinctief, dat Lloyd ter verantwoording zou worden geroepen, maar het zou rechter Kent niet zijn, voor wien hij zich te verantwoorden zou hebben Na een poos raakte Lloyd in hun gedach ten op den achtergrond. Eén ding moest da delijk gedaan worden: Jackson moest ge vonden worden! Ze hadden geen idee, waar hij zijn kon; de mogelijkheid bestond, dat hij zijn naam veranderd had. Misschien was hij naar het Noorden, of het Westen, of zelfs naar Europa gegaan, en deze gedachte gaf hen een zekere onrust, die ze voor elkaar trachtten te verbergen. Maar niettegenstaan de dat-, het feit bleef bestaan, dat Jackson on schuldig was. Rechter Kent besprak een kamer voor Virginia, zoodat ze in Evanville kon overnach ten om den volgenden middag naar huis terug te gaan, want ze was wat ongerust over Lloyd en durfde hem niet lang alleen laten. Ze had den den avond samen doorgebracht en maak ten plannen hoe ze Jackson het beste vinden konden. Rechter Kent schreef aan twee ver schillend, detective bureaux en Virginia deed alle mogelijke voorstellen. Den volgenden morgen vonden ze elkaar aan het ontbijt. Virginia zag er opgewekt uit, haar oogen schitterden en de rechter bekeek de wereld met zijn oude, levendige vriende lijkheid. 's Verdriet was van zijn gezicht weggevaagd. „Wat ga je vanmorgen doen, Virginia?" vroeg hij, na haar begroet te hebben. „Ik kan natuurlijk met u mee." „Maar ik moet naar de rechtbank." „Dan ga ik ook." Rechter Kent lachte. „Heusch? Dacht je dat we graag knappe meisjes in de rechtszaal hebben, om ieder het hoofd op hol te ma ken?" „Ik zal vandaag niemands hoofd op hol brengen", antwoordde ze lachend. „Ik ben veel te gelukkig, om aan zoo iets te denken!" Na het ontbijt gingen ze samen naar de rechtbank en de rechter beloofde Virginia het gebouw van binnen te laten zien en later, na afloop van de werkzaamheden, de stad. Ze vormden, zooals ze daar liepen een opvallend paai'. Virginia had haar hand op zijn arm ge legd en haar gezicht, bloziend van geluk, was glimlachend naar het zijne gewend als ze spraken. Zoo nu en dan werd de rechter staande gehouden door nieuwsgierige kennis sen, maar de oude heer wilde Virginia alleen voor zich hebben en rekte de gesprekken niet langer aan strikt noodig was. ,,'t Is heusch buitengewoon, hoe populair ik in eens geworden ben", merkte hij lachend op. Weet je dat ik dat nooit eerder gemerkt heb?" En Virginia bloosde en lachte tegen hem; ze voelden zich zoo gelukkig! (Wordt vervolgd.)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 13