I IJ y L Duitsche haringmarkt moet worden heroverd. Meer activiteit op handelspolitiek gebied is noodig. Zoon schiet zijn vader neer. DONDERDAG 30 SEPTEMBER 1937 HA'SKEEM'S DAGBEAD" 3 Dart zal stelsel van aanvoerbeperking ook worden afgeschaft. Gelijkwaardige behandeling bij aanvoerregeling bepleit. Rapport aan den Minister van Economische Zaken. Door de Kamer vaïi Koophandel en Fabrie ken voor de Beneden-Maas is een nader rap port inzake de haringvisscherij verzonden aan den minister van economische zaken. Reeds in April 1936 verscheen er een rapport, samengesteld in opdracht van de Kamer door drs. J. J. J. Dalmulder, dat, met de bedoeling om een inzicht te verschaffen in de econo mische beteekenis der haringvisscherij, de resultaten bevatte van een wetenschappelijk onderzoek naar den ontwikkelingsgang ge durende een reeks van jaren, welke met 1934 afsloot. Mr. M. P. L. Steenberghe Minister van Eeonom. Zaken Hoewel reeds toen de haringexport naar Duitschland eertijds onze voornaamste af nemer, een ontstellenden teruggang te zien gaf, trof het de Kamer in het bijzonder ge durende de twee laatst verloopen jaren, dat, terwijl het Nederlandsche cijfer nog verder terugliep, andere landen blijkbaar de moge lijkheid zagen om den uitvoer van haring naar Duitschland te doen stijgen, of op een constant niveau te houden. Dit verschijnsel vroeg om een oplossing, temeer omdat langs den weg van verruiming van den afzet het zekerste zou zijn te geraken tot liquidatie van de beperkingsmaatregelen voor de vis scherij, waarvan speciaal de stoomschepen de gevolgen ondervinden. Het thans verschenen rapport bevat een aantal overzichten, waaruit dë volgende con clusies kunnen worden getrokken: le. de totale export bereikte zijn hoopte- punt in Groot Brittannië in 1929, in Noor wegen in 1930 en in Nederland in 1931. Het laagtepunt werd in Groot Brittannië in 1933 bereikt en in Noorwegen en Nederland in 1935. 2e. De maximale export naar Duitschland heeft in Noorwegen plaats in 1928, in Groot Brittannië in 1929, en in Nederland in 1931. Het minimum treedt op in Groot Brittan nië in 1934, in Noorwegen in 1935 en in Ne derland in 1936. 3e. Een vergelijking van de conjunetureele keerpunten van de exporten uit de beschouw de landen toont aan, dat de beweging van den totalen export en van den export naar Duitschland voor de verschillende landen niet parallel loopen. Het karakter van deze eigenaardigheid blijkt indien men voor de drie landen den export naar Duitschland uitdrukt in per centen van den totalen export. Het verloop der aldus berekende percenten-reeksen laat ten duidelijkste zien, dat het hier gaat om een structureele wijziging in de Duitsche af- Ir. J. E. F. de Kok begint Zaterdag de terugreis. De vliegers ir. J. E. F. de Kok en Schmidt Crans hebben van hun verblijf te Kaapstad gebruik gemaakt om verschillende plaatsen in Zuid-Afrika per eigen vliegtuig te be zoeken. Zij hebben het voornemen om Zaterdag a.s. de terugreis van Johannesburg uit te aanvaarden. ACTIE VOOR LOONSVERHOOGING IN DE CACAO-, CHOCOLADE- EN SUIK6R- BEWERKINGSBEDRIJVEN. AMSTERDAM, 29 September. De hoofd besturen van de Algemeene, Roomsch-Katho- lieke en Christelijke bonden van arbeiders in de cacao-, chocolade- en suikerbewerking- bedrijven hebben zich per circulaire tot alle cacao-, chocolade- en suikerwerkfabrikanten gewend, waarin zij het verzoek doen, alle be staande loonen met tien procent te verhoo- gen. Behoudens enkele uitzonderingen, waarbij eenig herstel plaats had, hebben volgens de meening van de hoofdbesturen de loo nen van de arbeiders in de cacao-, chocolade en suikerwerkbedrijven sedert 1922 de eene verlaging na de andere ondergaan. Zóó zelfs, dat hun loonen thans bij vele andere groepen van arbeiders ten achter staan. Als argument wordt voorts aangevoerd, dat de kosten van het levensonderhoud sedert September 1936 niet onbelangrijk gestegen zijn. zetverhoudingen. Tot en met 1931 vertoonde de relatieve be teekenis Yan den Nederland- schen export naar Duitschland een stijgende tendenz; sindsdien beweegt deze zich echter in dalende lijn. De relatieve beteekenis van den Britschen export naar Duitschland bleef stijgen tot aan het jaar 1934, in welk jaar hieraan een gevoelige klap werd toegebracht. Sinds 1935 is wederom een herstel ingetre den qp wel in 1935 zoowel ten koste van Ne derland als Noorwegen en in 1936 uitsluitend ten koste van Nederland. De vaststelling van deze verschijnselen doet als vanzelf de vraag rijzen: Wat zijn de oorzaken daarvan? Als oorzaken, welke ter verklaring van een dusdanig ingrijpende wijzi ging op korten termijn kunnen wor den aangemerkt, moeten zoowel veranderingen in de verbruiksge- woonten als veranderingen in de kwa liteit van het product worden uit gesloten. Deze beide factoren kun nen zich slechts op langeren termijn doen gelden bij een consumptiegoed, terwijl de laatste factor tevens een zelfde verschijnsel bij den totalen export zou moeten teweeg brengen. Als eenige mogelijkheden blijven dan echter over: le. aanmerkelijke prijsverschillen. 2e. verschillen in de handelspoli tieke verhoudingen. Vergeleken zijn de gemiddelde exportprijs van Britsche haring in gld. per K.G. naar Duitschland en de gemiddelde exportprijs van Nederlandsche haring in gld. per K.G. naar Duitschland. Hieruit blijkt: le. de teruggang in relatieve be teekenis van den Nederlandschen export naar Duitschland sinds 1932 is te verklaren uit het prijsverschil t.o.v. Britsche haring, hetwelk zich sinds dit jaar in een verschil ten ongunste van de Nederlandsche ha ring wijzigde. Dit is 'hieraan toe te schrijven, dat de Duitsche afnemers, sedert de deviezen voor haring be perkt zijn, het hun toegestane con tingent hoofdzakelijk besteden voor speciale sorteeringen, waarvan voor een groot gedeelte hommers, die pl.m. 4 ct. per K.G. boven den ge wonen prijs liggen. Aangezien in an dere haring exporteerende landen niet op een dergelije wijze gesor teerd wordt, richt de vraag zich in de eerste plaats hiernaar. Bovendien wordt veel meer dan voorheen in klein fust betrokken, een verpak king, die Groot-Brittannië en Noor wegen niet kennen, hetgeen vanzelf sprekend in den prijs ook tot uitdruk king komt. 2e. de verscherpte teruggang in 1936 kan niet verklaard worden, uit het prijsverschil t.o.v. Britsche ha ring, daar zich het verschil in dit jaar in een minder ongunstige rich ting voor Nederland ontwikkelde. Deze teruggang moet dan ook wor den toegeschreven aan verschillen in de handelspolitieke verhoudingen, waardoor het Groot-Brittannië mo gelijk werd de relatieve beteekenis van den Duitschen export t.o.v. den to talen export te vergrooten ten koste van Nederland. De achteruitgang van de relatieve betee kenis van den Duitschen export t.a.v. den totalen export ging in Nederland gepaard met een toeneming van den totalen Neder landschen export, m.a.w. deze achteruitgang beteekende voornamelijk een verschuiving van den Nederlandschen export naar andere landen. Uit het rapport blijkt voorts dat de gemiddelde prijs van den totalen export sinds 1933 beneden dien van den export naar Duitschland ligt. Dit staat, gelijk reeds ge memoreerd, in verband met het feit, dat Ne derland de Duitsche markt voor de vroeger gebruikelijke soorten haring met uitzonde ring van hommers, verloren zag gaan. De herovering van de Duitsche markt is daarom een gebiedende eisch om tot een krachtiger expansie van den totalen export te geraken, waardoor tevens het stelsel van aan voerbeperking eindelijk zal kunnen worden afgeschaft. In het rapport wordt tenslotte nog een hoofdstuk gewijd aan de voorgeschreven beperking der haringvisscherij. waaruit blijkt dat niet alle belanghebbenden gelijkwaar dig worden behandeld. Wanneer de gevon den conclusies worden overzien, dan vallen hieruit voor de naaste toekomst de volgende aanwijzingen te trekken: le. de handelspolitieke activiteit dient aanmerkelijk vergroot te wor den, en wel heel in het bijzonder wat betreft de Duitsche markt, waar bij men de Britsche politiek te dien aanzien gevoeglijk tot richtsnoer kan nemen. 2e. het is ten hoogste tijd einde lijk eens te geraken tot een volko men gelijkwaardige behandeling van alle aan de aanvoerregeling onder worpen partijen, indien men ten minste wil voorkomen, dat het beste wat het vrije initiatief op het ge bied der Noordzeeharingvisscherij tot stand wist te brengen, wordt ver brijzeld door onjuist ingrijpen. De raadgevingen hieromtrent in het vo rig rapport neergelegd, kunnen hier bij tot uitgangspunt worden geno men. Act -t-c PROF. ANTHONIE DONKER. „Het ambt van administrateur der letterkunde is voor velen, wanneer de eerste bevliegingen der jongelingsjaren achter den rug zijn, een aanlokkelijke functie." (Menno ter Braak in Het Tweede Aangezicht) Werkschouw omgeslagen Drie personen te ivater geraakt. Eén van hen verdronken. In de Waalhaven te Rotterdam is tenge volge van de deining van een voorbijkomend schip een ernstig ongeluk gebeurd, dat aan een werkman, den 37-jarigen J. R-, wonende Patrimoniumshof, het leven heeft gekost. R. was met nog twee andere arbeiders bezig op een werkschouw, gelegen voor het terrein van het Nederlandsch Havenbedrijf aan de Waalhaven, bezig met het monteeren van een roer van een motorboot. Toen er een schip passeerde ontstond er zulk een deining, dat de werkschouw omsloeg en de drie mannen te water geraakten. Twee van hen slaagden er in zich spoedig in veiligheid te stellen, maar R. verdween in de diepte. Onmiddellijk werd de rivierpolitie gewaar schuwd, die met de „politie 3" er op uit trok. 3 Na e enigen tijd dreggen haalde men het lichaam van den man op, doch de levens geesten waren reeds geweken. Felle brand te Rotterdam. Brandweer voor moeilijke taak geplaatst. Woensdagavond heeft in de oude binnenstad van Rotterdam een felle brand in de confectie fabriek van de Finma Joh. v. d. Werff, welke fabriek zich uitstrekt langs de Eerste Lom bardstraat tot de Gedempte Binnenrotte over de geheele lengte van het Leidscheveer. De bovenste verdieping van de fabriek is totaal uitgebrand en de lager gelegen verdiepingen kregen veel waterschade evenals de dassen- l'abriek „Flitro" en de kantoren met pakhuis van de firma P. J. Berkhout en Zoon, welke eveneens in het pand is gevestigd. De Rotterdamsche vrijwillige brandweer zag zich voor een zware taak gesteld, omdat de vuurhaard zeer moeilijk bereikbaar was.. Des ondanks slaagde zij er in de brand tot de bovenste verdieping, welke geheel uitbrandde te beperken. De firma Van der Werff is wel tegen brand en waterschade verzekert, doch niet tegen bedrijfsschade. Ook de dassenfabriek en de Victualiënhandel van de firma Berkhout zijn tegen waterschade verzekerd. De politie stelt een onderzoek naar de oor zaak van dezen brand in. Gedacht wordt aan kortsluiting. JONGETJE AANGEREDEN EN ERNSTIG GEWOND. Het achtjarig jongetje, van W., uit Helden, gemeente Elsi stak Woensdagavond nabij den Rijnbandijk onverwachts den drukken rijksweg ArnhemNijmegen over, met het gevolg, dat hij door een zware vrachtauto, bestuurd door den chauffeur A. uit Oss werd aangereden en op den weg geslingerd. In le vensgevaarlijken toestand ls het knaapje naar het St. Elisabeth Gasthuis te Arnhem vervoerd. Zomerpostzegels brachten bijna 81.000 op. De vermoedelijke netto-opbrengst van den verkoop van zomerpostzegels zal dit jaar f 80.938.84V2 bedragen, tegen f 67.760.56 in Hazardspel in de hoofdstad. Politie doet een inval. AMSTERDAM, 29 September. Gisteravond heeft de politie bij verrassing een inval ge daan in een perceel aan de Nassaukade, waarvan men vermoedde, dat er gelegenheid tot hazardspel werd gegeven. De politie vond inderdaad een zevental per sonen bijeen, dat op het gerucht van haar komst nog inderhaast trachtte de sporen van het verboden spel te doen verdwijnen. Toen de politie de kamer betrad, poogde men juist het groene kleed van de roulettetafel in een kast te moffelen. Bij opening van de kast verschenen aan het gestrenge oog de beschuldigende attributen. De aanwezigen werden in de politie-auto meegenomen naar het bureau Leidscheplein, waar V., die gelegenheid had gegeven tot het hazardspel, werd vastgehouden. De andere, personen konden, na te zijn verhoord, huiswaarts keeren. TEWERKSTELLING VAN WERKLOOZE INWONENDE ZOONS. 's GRAVENHAGE, 29 September. Naai de regeeringspersdienst mededeelt, heeft de minister van sociale zaken er de aandacht van de inspecteurs voor de werkverschaffing op gevestigd, dat tot nu toe de mogelijkheid bestaat om, in zeer bijzondere gevallen, en wel wanneer het gaat om een ^oot gezin, dat bij de werkverschaffing is geplaatst, ook een inwonenden werkloozen zoon boven de 18 jaar tewerk te stellen. Deze tewerkstelling vindt dan plaats, al naar gelang van de ge zinsomstandigheden, gedurende een periode van b.v. een week van de 5 weken, een week van de 6 weken, enz. Met het oog op de belangen van het groote gezin heeft de minister thans besloten, den inspecteurs te machtigen, ten deze in den vervolge met wat grootere soepelheid op te treden, waardoor het dus mogelijk zal zijn in voorkomende gevallen deze wijze van plaat sing eenigszins te verruimen. Arts P. Pijl overleden. Bekend anti-vivisectionist. Op 49-jarigen leeftijd is te 's Gravenhage overleden de heer P. Pijl, een bekend arts in de residentie en hardnekkig bestrijder van de vivisectie. Hij studeerde eerst' te Delft, doch gevoelde gedurende zijn studie de roeping in zich op komen, de lijdende menschheid te helpen. Hij ving dan ook te Leiden met de dokters studie aan, om die te Amsterdam voort te zetten o.m. onder leiding van prof. Pel. Hij vervulde assistentsschappen bij onderschei dende hoogleeraren ten einde met een ruime algemeene kennis in verschillende takken der medische wetenschap toegerust, het doktersambt te kunnen vervullen. In 1917 vestigde hij zich als arts te Wieringen waar hij den ex-kroonprins van Duitschland on der zijn patiënten telde, in 1919 verlegde hij zijn practijk naar Den Haag, waar hij bekend werd om zijn humanitaire denkbeel den, want de heer Pijl was sinds zijn jonge lingsjaren overtuigd vegetariër uit ethi sche overwegingen. Hij richtte in Den Haag den anti-vivisectie bond op. Zelf verklaarde hij steeds, ook in zijn studietijd nooit aan vivisectie te hebben gedaan en hij was er van overtuigd dat het lijden der dieren door vi visectie op den duur zijn noodeloosheid zou bewijzen en daardoor zou verdwijnen. Dader heeft de vlucht genomen Woordenwisseling met noodlottigen afloop. In de woning van den boschwachter R. L. aan den Ericaweg te Huis ter Heide bij Zeist heeft Woensdagmiddag bij een twist de 26-jarige zoon een jachtgeweer op zijn 63-jarige vader gericht en drie schoten gelost, die den man in hoofd en borst troffen, zoodat de dood vrijwel onmiddellijk intrad. De dader heeft zich dadelijk uit de voeten gemaakt. Wij vernemen nog, dat de jongen, die overigens als zeer oppassend bekend staat, in overspannen toestand moet hebben verkeerd, terwijl de vader, die over het algemeen erg streng voor zijn zoon was, bij een woordenwisse ling ontactisch zou zijn opgetreden. Het slachtoffer was boschwachter van de Schaerweyderbosschen. Aan gezien de woning nogal afgelegen ligt, is het te verklaren, dat het alarm, dat L.'s vrouw heeft gemaakt, geen uitwerking had, hoewel hulp toch niet meer zou hebben gebaat. DOOR TRAP VAN EEN PAARD DOODELIJK GEWOND. Woensdagmiddag is het 10-jarig zoontje van den heer Vriend, wonende in de Zuider- meer te Spierdijk nabij Alkmaar, die met een paar kameraadjes in een weiland aan het pelen was, door een jong paard dat in de wei graasde, tegen het hoofd getrapt. De hoef van hét paard kwam juist tegen den slaap van den jongen en de slag was zoo hevig dat de hersens bloot kwamen te lig gen. In hopeloozen toestand is het slachtoffer naar het ziekenhuis te Alkmaar vervoerd. Begin van opleving in Iiotelbedrijf geconstateerd. Optimistischer klanken op Horecaf- vergadering. De Nederlandsche bond van werkgevers in hotel-, restaurant-, café- en aanverwante be drijven „Horecaf" heeft Woensdag te Nijme gen zijn elfden bondsdag gehouden. De voorzitter, de heer Th. N. van Stigt uit Utrecht zeide ditmaal voor het eerst sedert tal van jaren de gebruikelijke openingsrede met een meer opgewekten toon te mogen uit spreken. Nu het zomerseizoen weer achter den rug- is en een voorloopige balans kan worden op gemaakt, kan hij met voldoening constatee- ren, dat de tot heden in dit jaar bereikte re sultaten in het overgroote deel der bedrijven zeer gunstig afsteken bij die van de laatste jaren. Er valt sedert het najaar 1936 een belang rijke kentering waar te nemen en geconsta teerd mag worden dat de neergaande lijn welke einde 1936 reeds in een horizontale overging, thans vrijwel over de geheele linie in een opgaande lijn is omgebogen. Toch meent spr. thans voorzichtiger te moe ten zijn dan ooit met het doen van voorspel lingen en verwachtingen, omdat nu eenmaal de factoren, waarop het betoog zou moeten zijn gebaseerd, volkomen onberekenbaar zijn. Er blijven nog steeds groote moeilijkheden te overwinnen zegt spr. en daarbij komt dat de inkoopsprijzen vrijwel over de ge heele linie stijgende zijn en drukkende over- heidslasten nog niet op merkbare wijze zijn verminderd. Feit is, dat het vreemdelingenverkeer naar Nederland dit jaar belangrijk is toegenomen. Vooral het contingent Engelschen en Ame rikanen is aanzienlijk gestegen, waarvan echter hoofdzakelijk de groote steden en de badplaatsen profijt hebben getrokken. De Duitsche reisregeling werkte dit jaar meer ten gunste van het. Nederlandsche hotelbedrijf, dank zij het aandringen van het bestuur van Horecaf om de aan Duitsche toeristen in Duitschland vrij te geven be dragen gedeeltelijk vast te leggen in Neder landsche hotelcoupons. Het blijft echter opmerkelijk dat het be zoek van buitenlandsche toeristen aan ons land over het algemeen (wellicht de badplaat sen Tiitgezonderd) zoo buitengewoon kort is en zich gewoonlijk tot 1 a 2 dagen beperkt. Maar er is een „drawback" en dat is een kwestie van een tekort, welhaast gebrek aan attracties in Nederland. Spr. bepleitte in het verdere deel van zijn openingsrede finale afschaffing van de per- soneele belasting en instelling van wette lijk vastgestelde eischen en normen om zich als hotelbedrijfsleider, pensionhouder of loge menthouder te kunnen vestigen. Vervolgens was het woord aan jhr. W. Bo- reel, voorzitter van de Vereeniging van Ne derlandsche Reisbureaux, over het onderwerp „De gemeenschappelijke belangen van ho telwezen en reisbureaux bij het vreemdelin genverkeer." Spr. betoogde dat de indruk van het hotel op den vreemdeling beslissend is, voor zijn indruk van het geheele land. Het vreemdelin genverkeer is niet alleen van beteekenis voor de hotels en voor de reisbureaux, doch is een economisch belang voor het geheele land. De heer W. Arriens, adjunct-secretaris van het informatiebureau voor Nederland en Nederlandsch-Indië te Londen, hield een cau serie over de verkeerspropaganda van dit bureau, dat 2'/2 jaar geleden, onder auspi ciën van het departement van economische zaken werd opgericht. Spr. gaf den hotelhouders in overweging, vooral in voor- en najaar, als de hotels toch niet vol zijn, den Engelschman een reductie te geven op den logiesprijs bij verblijf van een minimum-aantal dagen. Aan het slot der vergadering deelde de voor zitter mede dat de volgende bondsdag van Horecaf te Haarlem zal worden gehouden. Te halfzes werden de deelnemers aan den bondsdag ten stadhuize door den burgemees ter van Nijmegen, den heer J. A. H. Steinweg, officieel ontvangen. Des avonds hebben de deelnemers aan een diner aangezeten, waaraan tevens de burge meester van Nijmegen en de Commissaris der Koningin in Gelderland aanzaten.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5