noyPF.RDAG 7 OCTOBER 1,937
JE ZIN KRIJGEN.
Menu van de week
VETPUISTJES
RADOX
TT A A R T. E M'S D A G B E A" D
10
e dochter des huizes komt thuis met
een uitnoodiging voor een groote fuif.
Vader kijkt bedenkelijk, moeder
vraagt direct: waar is dat eigenlijk
en wanneer dan blijkt, dat niemand iets van
gastheer en gastvrouw afweet, dat ook de i
gasten totaal onbekend zijn en dat het doch
tertje alleen gevraagd is omdat er een nijpend
tekort aan vrouwelijke gasten is, dan verhef;
vader zijn stem. en verbiedt het jonge ding om
de uitnoodiging aan te nemen.
Dat is erg: smeekbeden, tranen, zelfs woede
helpen ditmaal niet. vader betoont zich zeer
beslist, 't gebeurt niet.
Totdat moeder een dag later, als de storm
is geluwd, door het dochtertje blijkt te zijn
overgehaald om als haar kampioen op te tre
den, waarna vader tegen deze dubbele be
storming niet bestand is en zwicht.
Triomfantelijk kondigt de vrijmoedige doch
ter daarna aan: de juffrouw op school zei
laatst: je moet je niet in een hoek laten
duwen, als je stevig op je stuk staat, zul je
altijd je zin wel krijgen.
Dit klinkt niet erg paedagogisch: er schuilt
een groot gevaar in om zoo'n generaliseerend
advies te geven aan een jong menschenkind,
dat nog niet voldoende onderscheidingsver
mogen heeft, om elk geval om zichzelf zuiver
te zien.
Het is best mogelijk, dat een tekort aan
doorzettingsvermogen van haar leerlingen deze
leerares tot. zulk een, op dat oogenblik stimu
leerenden raad heeft gedreven, maar het
meisje past deze toe op een oogenblik dat het
haar nu toevallig goed uitkomt, en waarop
de leerares het zeker niet bedoeld zal hebben.
Jonge menschen zijn geneigd tot generali
seeren, het is spoedig bij hen: rechts of links,
er zijn maar twee mogelijkheden, en het is
daarom voor ouderen niet verstandig om deze
neiging nog aan te moedigen. Algemeenheden
geven een zeker houvast in het leven en daal
de opgroeiende jeugd behoefte heeft aan zulk
een houvast is elke algemeenheid een welkome
steun.
Er gaat echter geen opvoedende kracht van
algemeenheden uit, zij worden meestal ge
lanceerd door menschen die op een bepaald
oogenblik van het gezeur af willen zijn, en
die dan niet bedenken, met hoeveel gretigheid
deze algemeenheden later misschien weer ge
bruikt worden voor gevallen, die niets met het
onderhavige te maken hebben.
Veel moeilijker is het om ieder opvoedkun
dig probleem apart te bekijken en op zichzelf
staand tot een oplosing te brengen, dat heeft
op het oogenblik zijn goede uitwerking even
zeer, en het voorkomt dat de anders gegeven
algemeene oplossing als sleutel voor elke moei
lijkheid wordt gebruikt.
Maar het vergt meer van de opvoeders dan
een oppervlakkige reactie op de moeilijkheden
der kinderen.
E. E. J.—P.
Zondag:
Londonderrysoep
Omelet m. champignon
ragout
Kalfsfricandeau
Andijvie
Aardappelen
Appelmoes
met slagroom
Maandag:
Komkommers m. kalfs
vleeschresten
Kropsla
Aardappelen
Rijstebrij
Dinsdag:
Groentesoep
Gestoofde kalfslever
Rijst
Tomatensla
Omelet soufflé
Woensdag:
Runderrollade
Zoete appelen
Aardappelen
Rijstkoekjes
Donderdag:
Vermicellisoep
Koud rundvleesch
Roode kool
Aardappelen
Vruchten
Vrijdag:
Gestoofde kabeljauw
Worteltjes
Aardappelen
Chocoladepudding
Vanillesaus
Zaterdag:
Gehakt
Postelein
Aardappelen
Tapiocaschotel
VEGETARISCHE MENU'S
1 Bruine boonensoep Tomatensoep
Bleekselderij m. hard- Omelet m. tuinkruiden
gekookte eieren Gestoofde knolselderij
Aardappelen Aardappelen
Gewelde boter Vani'.lerijst
Vruchtensla 4 Rand van aardappel-
2 Preisoep puree m. champignon-
Bloemkool au gratin ragout
Aardappelen Kropsla en tomatensla
Gesmolten boter Warme griesmeelpud-
bieroannekoeken ding m. abrikozensaus
RECEPTEN.
Eenige Hongaarsche toespijzen
Magnatenpalatschinken
Benoodigd: 8 eierei^. 100 gr. boter, 4 eet
lepels suiker, 8 eetlepels bloem, 4 d.L. melk,
zout, vanillesuiker.
De boter tot room roeren, eidooiers en sui
ker toevoegen, daarna de bloem en de melk
er bij doen en het stijfgeklopte eiwit er luch
tig mee vermengen. Hiervan in een koekepan
8 a 10 omeletten bakken, slechts aan één
kant bakken en zoo dat ze van boven nog
even ongaar zijn. Ze opstapelen in een be
boterde vuurvaste schotel, op elke omelet
een flinke hoeveelheid vanillesuiker strooien.
De schotel 10 a 15 minuten in een warme
oven zetten en ineens opdienen
Abrikozenschuimtaartjes (Damencaprice)
Benoodigd: 140 gr. boter, 280 gr. bloem, 15
gr. gist, 4 eieren, zout, 1 lepel suiker, abriko
zenjam, lJ/2 ons suiker.
Van de gist met wat bloem en melk een
zetsel maken en laten rijzen.
De boter in de rest van de bloem klein snij
den, zout, suiker, eidooiers en het zetsel toe
voegen en alles doorkneden. Daarna pl.m. 2
uur laten rijzen.
Een bakblik dik met boter insmeren, het
deeg er over uitstrijken ter dikte van l c.M.
een dun laagje abrikozenjam er opdoen en
het eiwit, dat met lVz ons suiker stijfgeklopt
Is. er over verdeelen.
Het blik in een oven zetten met weinig bo-
venwarmte. Na pl.m. 15 minuten een bebo
terd papier er op leggen. Als alles gaar is
(>2 uur' uit de oven nemen en de koek in
nette stukken of punten snijden.
Sacker torte.
Benoodigd: 150 gr. chocolade (reepen), 1
eetlepel water, 150 gr. boter, 6 eieren, 150 gr.
suiker, 150 gr. bloem, abrikozenjam.
De reepen chocolade met één eetlepel wa
ter laten smelten. De boter tot room roeren
met 150 gr. suiker dan de dooiers toevoegen,
een deel van de stijfgeklopte eiwitten, de
bloem, de gesmolten chocolade en de rest van
de eiwitten. De taart in een springvorm, die
met beboterd papier gevoerd is, gaar bakken
in een niet te heete oven '11.4 uur).
Als de taart koud is uit den vorm halen,
aan den gladden kant bestrijken met wat abri
kozen janf en met chocoladeglazuur bedek
ken.
Voor het glazuur: Benoodigd: 70 gr. cho
colade (reepen), pl.m. 1 d.L. water. 100 gr.
poedersuiker.
De chocolade in het water laten smelten,
suiker toevoegen en laten koken tot de mas
sa draden trekt. Onder voortdurende roeren
laten koud worden tot ze zoo dik is, dat het
niet meer sterk uitloopt. Dan de taart er mee
bestrijken.
Een Ihcelcpel Radox in een glas warm watei
doei wonderen. Een behandeling verwijdert ze.
Bij apoihekcrs en erkende drogisten a f0.90
per pak en f 0.15 per klein pakje.
(Adv. Ingez. Med.)
TWEE MODELIJNEN.
Getailleerd of wijd,
lang of korf, maar
steeds soepel en
elegant.
Tal van variaties brengt de wintermode,
maar één tendenz keert steeds terug: zij
kleedt slank, jeugdig en is zeer vrouwelijk
van cachet.
Onze teekening laat u de twee hoofdlijnen
zien: sterk getailleerd en wijd. De bovenste
mantelcostuumpjes vertoonen de correcte
lijn, die dezen winter vooral bij complets een
vereischte zal zijn: 't eerste is gegarneerd
met een zwaren, golvenden kraag van blauw
vos en heeft twee diepe plooien in den rok;
't tweede vertoont een zeer jeugdige astra-
kanversiering aan kraag, mouwen en zak
ken. Hier en daar een toetsje bont; óók een
bijzonderheid van deze rijke mode.
Onderaan: twee mantels van het andere
type, nl. los en wijd.
Qo-uy
Links een combinatie van vest en cape'je,
dat een zeer sportief effect maakt door de
knoopen en groote zakken; rechts een man-
telcostuum met zwarte blouse en roode, wijde
jas en rok, versierd met zwart tres. Dit en
semble is veel meer gekleed. Het zwart flu-
weelen hoedje geeft iets zeer pittigs.
Alle rokken zijn dezen winter kort, 10 c.M.
onder de kniel
VOOR HANDIGE VINGERS.
Geestige kruissteekversiering
voor kinderpakje.
ja. een vrouw die een. tot anderhalf uur per
dag loopt, behoeft zich zelfs om haar an
dere lichaamsoefeningen niet druk te maken.
En hoe loopen de meeste van ons?
Springend, huppelend, strompelend op
onze hooge hakken.
Er is' maar één manier om goed te loopen,
zoodat onze gezondheid er wel bij vaart en
dat is: op hakken van 3 cM., niet meer of
niet minder. Als me nhooge hakken draagt,
wordt het been nooit geheel gestrekt en na
jarenlang „trippelen" worden de gewrichten
onherroepelijk stijf. En dan is 't voorgoed
uit met gratie en souplesse! Ook de aderen
van de voeten hebben door het loopen op
hooge hakken bijzonder veel te lijden. Draagt
men daarentegen een platte hak 3 c.M. is
heusch nog elegant genoeg! dan wordt
bij iedere stap 't been flink gestrekt, de gang
wordt zwevend en soepel en 't bloed stroomt
krachtiger door de aderen.
Het parool voor dezen winter is dus: loo
pen op de goede manier en minstens een uur
per dag!
Ais versiering op nel spotipakje van
broertje zal dit aardige lammetje vast een
succes zijn. En 't is al heel gemakkelijk te
maken
Het dierfiguurtje wordt slechts in de con
touren, met een kruissteek]e geborduurd.
Kiest u b.v. witte zij voor het lammetje en
donkergroene zij voor de grashalmpjes, dan
zal 't pakje een frisch en origineel geheel
vormen, voor wintersche dagen staat een
wollen truitje er heel goed bij!
LAAT MIJ MAAR WANDELEN.
In ons tijdperk van sport en gymnastiek
komt één dringende eisch meer en meer naar
voren: de eisch om ter wille van onze ge
zondheid veel en goed te loopen! Met dat
loopen is 't meest treurig gesteld. Wonen we
ln een groote stad, dan zijn we gewend om
voor ieder wissewasje de tram te nemen; wo
nen we buiten, dan staat de bus tot onze be
schikking en zelfs is het trappen op de fiets
ons vaak nog teveel moeite, zoodat we niet
rusten, vóór we een motortje hebben!
En toch is loopen de allerbeste gymnastiek;
Nuttig zijn in eigen omgeving
Nuttig zijn in eigen omgeving is een mooi
en belangrijk ding, waarop veel wordt ge
hamerd tegenwoordig: zelfs de padvinders
hebben dit punt in haar „wet" opgenomen.
Even de hanaen uit de mouwen steken, waar
dit in den huiselijken kring noodig is, opletten,
waar we iets kunnen helpen, zonder dat dit
ons altijd eerst moet worden gevraagd, vlug
toeschieten als we merken dat de laatste
loodjes van een bepaald karwijtje een van onze
buisgenooten zwaar beginnen te wegen, zon
der veel poespas of gewichtigheid opofferen
van een vrijen avond voor een van de ande
ren.
Het is er nu eenmaal zóó mee gesteld, dat
in iedere samenleving en dus ook in een huis
gezin de ijverigste het meeste werk op zijn weg
vindt en de minst ijverige gespaard wordt.
En wanneer één van de huisgenooten nu een
maal hulpvaardig en vlot van natuur is. dan
weet niemand beter of het hoort zoo, dat hij
of zij de vervelende karweitjes opknapt en
meestal er z ij n ook uitzonderngen is
de waaroeering van die hulpvaardigheid ge
ring. Wij moeders zondigen op dit gebied he
vig en voortdurend. Wat zwoegen en sloven
we veel voor de anderen, waar waar het
eigenlijk niet noodig is, wat ruimen we veel
voor de kinderen uit den weg, waar we hen
met een beetje organisatie en geduld gemak
kelijk konden leeren hun eigen boontjes te
doppen
De ijjgel: „help alléén waar het noodig is
en help dan met een blij hart" is in theorie
doodeenvoudig, in de practijk zeer moeilijk.
Veel fijn gevoel is noodig om precies de maat
te kennen en wc leeren het niet zonder vallen
en opstaan. De wereld is vol menschen, die
verbitterd en ontgoocheld zijn, omdat ze te
veel voor anderen sjouwden en hoe kan
het ook andesr?.... slechts ondank hebben
geoogst. Ze wilden anderer lasten dragen
en in werkelijkheid legden ze hen nieuwe las
ten op: gemakzucht, luiheid, nonchalance.
Of werkten ze soms niet voor de anderen,
maar allen voor hun eigen voldoening?
Maar dan is dat gebrek aan waardeering
toch eigenlijk volkomen rechtvaardig!
MEISJESJASJE MET GEHAAKTE
MUTS.
Voor dit kinder jasje, voor een meisje van
een tot twee jaar gebruiken we 350 gr. frotté
wol, kleur naturel. We breien het jasje met
een dubbele draad, en het patroon is 1 r. 1 a
verspringen. Dat is de z.g. gerstekorrel.
RUG. We beginnen met den rug aan den
onderkant en zetten hiervoor 60 st. op. Na 10
c.M. gebreid te hebben breien we de eex-ste en
laaste 2 st. te zamen, en dit herhalen we na
7 c.m. en daarna telkens na 5 c.m. Als we 32
c.m. gebreid hebben zijn er nog 48 steken op
de pen en nu beginnen we aan de armsgaten,
waarvoor we aan weerskantenö st. afkanten
(2-2-1). We breien nu verder tot den hals en
kanten dan in het midden 14 st. af voor den
hals. De overige 12 st. aan weerskanten voor
den schouder breien we scheef op n.l. eerst,
van de hals af 8 st. breien, dan terug en 4 st.
breien.
LINKERVOORPAND. Voor het linkervoor
pand zetten we 40 st. op en minderen aan den
zijnaad af, zooals we dat bij den rug gedaan
hebben. Bij het armsgat gekomen, staan er
dan nog 34 st. op de pen en nu kanten we voor
het armsgat 7 st. af (3-2-2:). De overige 27 st.
breien we tot den hals (8 toeren lager dan
den rug), en dan kanten we voor de halsron
ding, van den hals te beginnen eerst 10 st. af,
doorbreien en terugkeeren, daarna 2 st. af
kanten,, weer 2 st. en dan nog 1 st. Voor den
schouder blijven er dan nog 12 st. over die we
opbreien als boven.
RECHTERVOORBAND. Het rechtervoor-
pand is een spiegelbeeld van het linker, alleen
beginnen we na 45 toeren met de knoopsgaten
Van den voorkant af breien we 3 st., kanten
daarna 3 st. af, die we er teruggaande weel
bij opzetten. We magen 6 knoopsgaten om de
10 pennen.
MOUW. De mouw beginnen we aan den
kop en zetten hiervoor 14 steken op. Om'de
2 pennnen maken we nu van de eerste en
laatste st. twee, tot er 24 st. op de pen staan.
Nu zetten we er in één keer voor en achter
7 st. bij en met deze 38 st. breiden we 4 pen
nen. Nu telkens om de 4 pennen voor en ach
ter 2 st. te zamen tot er nog 28 st. op de pen
zijn, waarmee we door breien tot de mouw de
vereischte lengte heeft.
KRAAG. Voor den kraag zetten we 52
st. op. Na 1 pen maken we van de eerste en
laatste st. twee en dit doen we bij de volgende
nog een keer. Nu breien we nog 16 toeren en
kanten dan strak af, waardoor het kraagje
vanzelf rond valt.
OPMAAK. We strijken alles onder een
vochtige doek en naaien het op de machine
in elkaar. De kop van den mouw rimpelen we
stijf in en zetten die op den schoudernaad. We
zorgen vooral voor 6 aardige bloemetjesknoopen
Van het restantje wol haken we met een
enkele draad een mutsje. We haken een rondje
van vasten en maken vervolgens 2 vasten in
iedere vaste, daarna met een er tusschen. dan
met twee en zoo doorgaan. Als we met 12 tus
schen elke dubbele gekomen zijn, meerderen
we niet meer, maai- haken 12 toeren gewoon
rond. Daarna om de 15 vasten weer een meer
deren, en zoo nog 10 toeren haken. Nu los af
kanten en in model strijken.
SP.—TH..
Tien tips voor Uw schoonheid.
Als de eerste jeugd voorbij is,
moet alles wat hard en opzichtig
werkt worden vermeden.
We leven in een gelukkigen tijd wat onze
schoonheidsverzorgïng betreft. Tegenwoor
dig kan, iedereen er aantrekkelijk uitzien,
maar.... als de eerste jeugd voorbij is, kan
een vrouw niet alles meer doen en alles meer
dragen. Dit kunnen alleen maar enkele zeer
bevoorrechte jonge meisjes, nog lang niet
allemaal!
Wat de vrouw van dertig jaar en daarboven
zoover daarboven als u maar wilt! moet
doen en laten om er steeds aantrekkelijk uit
te zien? Ziehier enkele tips. afkomstig van
een Parisienne en dus verstandig:
1. Sterk aangezette oogharen, gewelfde of
donker getinte wenkbrauwen en vooral
schmink, aangebracht op de oogleden, doet
de kleine rimpeltjes om de oogen meer uit
komen dan zelfs zonder opmaak het geval
zou zijn.
2. Gebruik geen te lichte poeder. Laat uw
rouge als u dit persé wilt gebruiken
roze zijn en vooral niet rood. Vermijd zorg
vuldig „naturel"-effecten.
3. Let op uw onderkin en let er niet alleen
op, maar masseer haar zorgvuldig weg. Het
zuivere ovaal van het gezicht kan beter wor
den bewaard, indien u tevens de kaakspieren
eenigszins samentrekt. Met wat oefening gaat
dit gemakkelijk.
5. Steek altijd uw kin een klein weinigje
vooruit, dat maakt de houding van den hals
losser en voorkomt plooien en rimpels. De
houding van het heele lichaam wordt hier
door verbeterd.
6. Nu komt er iets moeilijks: tracht altijd
een glimlach op de lippen te hebben en als
u lacht, toon dan zoo mogelijk een prach
tige rij hagelwitte tanden. Voor minder fris-
sche tanden is tegenwoordig geen excuus
meer!
7. Verzorg uw handen goed. zij zijn het
allereerst „oud". Masseer £n manicuur ze
HANDWEEF EN ONS HUIS.
kleurschakeeringen voor het
interieur.
Aanpassing bij het Hollandsche binnenhuis.
V rde étage van 't Jaarbeursgebouw,
Ldeeling B.K.S. (Bond voor kunst in
,;e industrie: een zeer levendig en
rijkgetinte rij van stands. Er moeten
prachtige weefsels te zien zijn en waar
iedere vrouw zich tegenwoordig hevig interes
seert voor stoffen en kwaliteiten, wil ik eens
voor u kijken of er iets nieuws te ontdekken
valt.
Ja, er zijn verschillende stands met weef
sels en zelfs met echte handgeweven weefsels.
Dit laatste moet er speciaal bij, wil men iets
fijns hebben, want alles wat een grove draad
en een onregelmatig streepje vertoont, heet
tegenwoordig „handweef' en is tot in de aller
goedkoopste, ja zelfs ordinairste soorten ver
krijgbaar, zóó zelfs, dat wij Hollandsche huis
vrouwen, een klein beetje den schrik voor
„handweef" te pakken hebben gekregen en
zoo nu en dan, voor de stoffeering en sier van
ons huis, tot het oude, maar degelijke genre
terug keeren.
Want er is een moeilijkheid of liever gezegd
een kloof, die nog moet worden overbrugd, tus
schen datgene wat op 't oogenblik aan fijnere
interieurweefsels 'voor meubelbekleeding, gor
dijnen, loopers, divankleeden, kleedjes en kus
sens enz. enz.) wordt geboden en onze eigen
inrichting, die we nu eenmaal hebben, waarin
we ons thuis voelen en die al dat hypermo
derne, lichte, helle en zonnige niet al te best
verdraagt. Zoodat we wanneer we niet al te
best oppassen, gemakkelijk vervallen tot stijl
loosheid of een „allegaartje", waarin ieder
voorwerp of weefsel op zichzelf wel mooi kan
zijn maar dat toch geen eenheid vormt. En
niets is op den 'duur zoo verkwikkend en rust
gevend als een harmonisch interieur.
Waarom zoude we eens niet een poging doen
om onze kamers in plaats van „oer-gezellig".
en min of meer stijlloos!nu ook eens stijl
vol te krijgen? ij
Toegegeven dat er moed voor noodig is om de
bruine veloursgordijnen, de maquette, de
„Persjes, die je overal neer kunt gooien" eens
in den steek te laten en te grijpen naar iets
gloedvollers! Maar 't loont!
Prachtig, die moderne échte! handweef
stoffen in alle kleuren van den regenboog, en
nog dozijnen en dozijnen erbij! Citroengeel,
horizonblauw, donker oker't zijn allemaal
gedurfde en heel vroolijke tinten, die op 't
eerste gezicht uitsluitend op hun plaats schij
nen te zijn in een strakke hypermoderne om
geving met stalen meubelen, breede ramen
met één en al glas en een enkel Leerdampul
letjemaar 't valt mee: ook in een om
geving met licht eiken meubelen, met maho
nie, doen de meeste van deze weefsels juist
de helgekleurde voortreffelijk, zooals toon-
kamers op de vijfde étage laten zien. En
hoewol in de najaarscollectie van de eerste
Amsterdamsche hand weverij bijv. in aan
sluiting met het te Parijs op dit gebied ge-
bodene een sterke moderne en vooral Fran-
sche inslag tot uiting komt in de vele pastel
en satijnkleuren, de zilver- en goudbrocaat-
effecten, zoo is er toch ook een heel gamma
van warmere, donkere tinten, die speciaal in
onze traditioneele Hollandsche huizen uit
stekend zullen passen. En dat is een nieuwig
heid, waarop we hadden gewacht: een begin
van een brug over den kloof bovengenoemd.
Hetzelfde genre weefsels wordt ook voor meu-
belkleeding gemaakt. En dan zijn de aller
aardigst witte of crèmekleurige handweefsels,
waarin allerlei nieuwe technieken worden toe
gepast; brocaateffecten worden verkregen door
het inweven van tinnen draden, „astrakan-
weefsel" door het werken van chenille-natuur-
wol. En door de combinatie van verschillende
technieken krijgt dan de effen crème lap zijn
levendigheid en sier.
Ook in tapijten brengt de Nederlandsche
industrie tamelijk veel nieuws: Smyrna met
lussen, afgewisseld door de z.g. „taps", waarbij
in één knoop verschillende gekleurde draden
zitten.
Edmond de Cneudt brengt o.a. zeer zware
handgeknoopte tapijten 22.500 knoopen per
vierkante meter! in wit en zwart en prach
tige moderne kleuren: tapijten „voor het
leven". En natuurlijk ook lichtere. Ook in zijn
weefsels heeft deze kunstenaar een apart
cachet: we zien er prachtige gordijnstoffen
met kunstzijden ketting, doorsponnen met
chenillewol, fraaie, zeer grof geweven kussen
overtrekken in de fijnste kleuren-combinaties,
aardige zijden „regenboog"shawls en -kleed
jes. En natuurlijk kijken we nog tot slot even
bij de vanouds bekende „Kuipscheer" van La
ren, een natuurweverij bij uitnemendheid.
Ik weet niet, of u de sfeer van onze hand-
weverijen en -spinnerijen kent we zijn er
verscheidene rijk, maar ze is heel bijzonder
genoeglijk!
Hier wordt door meisjes aan spinnewielen
de ruwe schapenwol witachtig, grijsachtig,
zachtgeel, in alle nuances tot donkerbruin en
zwart toe in ongewassen toestand gespon
nen; daarna pas wordt de wol gewasschen en
aan het weefgetouw verwerkt. Die ruwe wol
geeft alleraardigste effecten, ik zag haard
kleedjes, zeer grof geknoopt, die uitlokken om
er met een boeiend boek uren en uren op te
verdroomenen heerlijk warme jasjes in
wit of bruin, veel chiquer dan bontjasjes voor
wie het vereischte type heeft. En dan zijn er
prachtige lappen van natuurgeverfde wol. o.a.
meekrap, dat allerlei nuances rood oplevert;
zacht olijfgroen, fijnblauw. Een schoorsteen
kleed. een tafel- of wandkleed van deze weef
sels passen zeer zeker voortreffelijk in ons
Hollandsche interieur!
R. DE RUYTER—v. d. FEER.
zorgvuldig maar gebruik nooit felgekleurde
nagellak.
8. „Verzacht" het uiterlijk van uw haar.
Geverfde haren,''t zij ravenzwart, rood of
„knalblond" maken heel oud als men boven
de 35 is.
9. Vermijd excentrieke kapsels, ponny,
krullen in den nek. Deze staan niet bij een
gezicht, dat niet ten allen tijde en onder
iedere belichting jeugdig is.
10. Maak studie van uw kleeding. Laat
ieder onderdeel fijn verzorgd zijn. draagt
nooit kleuren, die niet harmonieeren. Draag
geen jongemeisjeshoeden en 's zomers vooral
geen shorts!