noyPF.RDAG 7 OCTOBER 1,937 JE ZIN KRIJGEN. Menu van de week VETPUISTJES RADOX TT A A R T. E M'S D A G B E A" D 10 e dochter des huizes komt thuis met een uitnoodiging voor een groote fuif. Vader kijkt bedenkelijk, moeder vraagt direct: waar is dat eigenlijk en wanneer dan blijkt, dat niemand iets van gastheer en gastvrouw afweet, dat ook de i gasten totaal onbekend zijn en dat het doch tertje alleen gevraagd is omdat er een nijpend tekort aan vrouwelijke gasten is, dan verhef; vader zijn stem. en verbiedt het jonge ding om de uitnoodiging aan te nemen. Dat is erg: smeekbeden, tranen, zelfs woede helpen ditmaal niet. vader betoont zich zeer beslist, 't gebeurt niet. Totdat moeder een dag later, als de storm is geluwd, door het dochtertje blijkt te zijn overgehaald om als haar kampioen op te tre den, waarna vader tegen deze dubbele be storming niet bestand is en zwicht. Triomfantelijk kondigt de vrijmoedige doch ter daarna aan: de juffrouw op school zei laatst: je moet je niet in een hoek laten duwen, als je stevig op je stuk staat, zul je altijd je zin wel krijgen. Dit klinkt niet erg paedagogisch: er schuilt een groot gevaar in om zoo'n generaliseerend advies te geven aan een jong menschenkind, dat nog niet voldoende onderscheidingsver mogen heeft, om elk geval om zichzelf zuiver te zien. Het is best mogelijk, dat een tekort aan doorzettingsvermogen van haar leerlingen deze leerares tot. zulk een, op dat oogenblik stimu leerenden raad heeft gedreven, maar het meisje past deze toe op een oogenblik dat het haar nu toevallig goed uitkomt, en waarop de leerares het zeker niet bedoeld zal hebben. Jonge menschen zijn geneigd tot generali seeren, het is spoedig bij hen: rechts of links, er zijn maar twee mogelijkheden, en het is daarom voor ouderen niet verstandig om deze neiging nog aan te moedigen. Algemeenheden geven een zeker houvast in het leven en daal de opgroeiende jeugd behoefte heeft aan zulk een houvast is elke algemeenheid een welkome steun. Er gaat echter geen opvoedende kracht van algemeenheden uit, zij worden meestal ge lanceerd door menschen die op een bepaald oogenblik van het gezeur af willen zijn, en die dan niet bedenken, met hoeveel gretigheid deze algemeenheden later misschien weer ge bruikt worden voor gevallen, die niets met het onderhavige te maken hebben. Veel moeilijker is het om ieder opvoedkun dig probleem apart te bekijken en op zichzelf staand tot een oplosing te brengen, dat heeft op het oogenblik zijn goede uitwerking even zeer, en het voorkomt dat de anders gegeven algemeene oplossing als sleutel voor elke moei lijkheid wordt gebruikt. Maar het vergt meer van de opvoeders dan een oppervlakkige reactie op de moeilijkheden der kinderen. E. E. J.—P. Zondag: Londonderrysoep Omelet m. champignon ragout Kalfsfricandeau Andijvie Aardappelen Appelmoes met slagroom Maandag: Komkommers m. kalfs vleeschresten Kropsla Aardappelen Rijstebrij Dinsdag: Groentesoep Gestoofde kalfslever Rijst Tomatensla Omelet soufflé Woensdag: Runderrollade Zoete appelen Aardappelen Rijstkoekjes Donderdag: Vermicellisoep Koud rundvleesch Roode kool Aardappelen Vruchten Vrijdag: Gestoofde kabeljauw Worteltjes Aardappelen Chocoladepudding Vanillesaus Zaterdag: Gehakt Postelein Aardappelen Tapiocaschotel VEGETARISCHE MENU'S 1 Bruine boonensoep Tomatensoep Bleekselderij m. hard- Omelet m. tuinkruiden gekookte eieren Gestoofde knolselderij Aardappelen Aardappelen Gewelde boter Vani'.lerijst Vruchtensla 4 Rand van aardappel- 2 Preisoep puree m. champignon- Bloemkool au gratin ragout Aardappelen Kropsla en tomatensla Gesmolten boter Warme griesmeelpud- bieroannekoeken ding m. abrikozensaus RECEPTEN. Eenige Hongaarsche toespijzen Magnatenpalatschinken Benoodigd: 8 eierei^. 100 gr. boter, 4 eet lepels suiker, 8 eetlepels bloem, 4 d.L. melk, zout, vanillesuiker. De boter tot room roeren, eidooiers en sui ker toevoegen, daarna de bloem en de melk er bij doen en het stijfgeklopte eiwit er luch tig mee vermengen. Hiervan in een koekepan 8 a 10 omeletten bakken, slechts aan één kant bakken en zoo dat ze van boven nog even ongaar zijn. Ze opstapelen in een be boterde vuurvaste schotel, op elke omelet een flinke hoeveelheid vanillesuiker strooien. De schotel 10 a 15 minuten in een warme oven zetten en ineens opdienen Abrikozenschuimtaartjes (Damencaprice) Benoodigd: 140 gr. boter, 280 gr. bloem, 15 gr. gist, 4 eieren, zout, 1 lepel suiker, abriko zenjam, lJ/2 ons suiker. Van de gist met wat bloem en melk een zetsel maken en laten rijzen. De boter in de rest van de bloem klein snij den, zout, suiker, eidooiers en het zetsel toe voegen en alles doorkneden. Daarna pl.m. 2 uur laten rijzen. Een bakblik dik met boter insmeren, het deeg er over uitstrijken ter dikte van l c.M. een dun laagje abrikozenjam er opdoen en het eiwit, dat met lVz ons suiker stijfgeklopt Is. er over verdeelen. Het blik in een oven zetten met weinig bo- venwarmte. Na pl.m. 15 minuten een bebo terd papier er op leggen. Als alles gaar is (>2 uur' uit de oven nemen en de koek in nette stukken of punten snijden. Sacker torte. Benoodigd: 150 gr. chocolade (reepen), 1 eetlepel water, 150 gr. boter, 6 eieren, 150 gr. suiker, 150 gr. bloem, abrikozenjam. De reepen chocolade met één eetlepel wa ter laten smelten. De boter tot room roeren met 150 gr. suiker dan de dooiers toevoegen, een deel van de stijfgeklopte eiwitten, de bloem, de gesmolten chocolade en de rest van de eiwitten. De taart in een springvorm, die met beboterd papier gevoerd is, gaar bakken in een niet te heete oven '11.4 uur). Als de taart koud is uit den vorm halen, aan den gladden kant bestrijken met wat abri kozen janf en met chocoladeglazuur bedek ken. Voor het glazuur: Benoodigd: 70 gr. cho colade (reepen), pl.m. 1 d.L. water. 100 gr. poedersuiker. De chocolade in het water laten smelten, suiker toevoegen en laten koken tot de mas sa draden trekt. Onder voortdurende roeren laten koud worden tot ze zoo dik is, dat het niet meer sterk uitloopt. Dan de taart er mee bestrijken. Een Ihcelcpel Radox in een glas warm watei doei wonderen. Een behandeling verwijdert ze. Bij apoihekcrs en erkende drogisten a f0.90 per pak en f 0.15 per klein pakje. (Adv. Ingez. Med.) TWEE MODELIJNEN. Getailleerd of wijd, lang of korf, maar steeds soepel en elegant. Tal van variaties brengt de wintermode, maar één tendenz keert steeds terug: zij kleedt slank, jeugdig en is zeer vrouwelijk van cachet. Onze teekening laat u de twee hoofdlijnen zien: sterk getailleerd en wijd. De bovenste mantelcostuumpjes vertoonen de correcte lijn, die dezen winter vooral bij complets een vereischte zal zijn: 't eerste is gegarneerd met een zwaren, golvenden kraag van blauw vos en heeft twee diepe plooien in den rok; 't tweede vertoont een zeer jeugdige astra- kanversiering aan kraag, mouwen en zak ken. Hier en daar een toetsje bont; óók een bijzonderheid van deze rijke mode. Onderaan: twee mantels van het andere type, nl. los en wijd. Qo-uy Links een combinatie van vest en cape'je, dat een zeer sportief effect maakt door de knoopen en groote zakken; rechts een man- telcostuum met zwarte blouse en roode, wijde jas en rok, versierd met zwart tres. Dit en semble is veel meer gekleed. Het zwart flu- weelen hoedje geeft iets zeer pittigs. Alle rokken zijn dezen winter kort, 10 c.M. onder de kniel VOOR HANDIGE VINGERS. Geestige kruissteekversiering voor kinderpakje. ja. een vrouw die een. tot anderhalf uur per dag loopt, behoeft zich zelfs om haar an dere lichaamsoefeningen niet druk te maken. En hoe loopen de meeste van ons? Springend, huppelend, strompelend op onze hooge hakken. Er is' maar één manier om goed te loopen, zoodat onze gezondheid er wel bij vaart en dat is: op hakken van 3 cM., niet meer of niet minder. Als me nhooge hakken draagt, wordt het been nooit geheel gestrekt en na jarenlang „trippelen" worden de gewrichten onherroepelijk stijf. En dan is 't voorgoed uit met gratie en souplesse! Ook de aderen van de voeten hebben door het loopen op hooge hakken bijzonder veel te lijden. Draagt men daarentegen een platte hak 3 c.M. is heusch nog elegant genoeg! dan wordt bij iedere stap 't been flink gestrekt, de gang wordt zwevend en soepel en 't bloed stroomt krachtiger door de aderen. Het parool voor dezen winter is dus: loo pen op de goede manier en minstens een uur per dag! Ais versiering op nel spotipakje van broertje zal dit aardige lammetje vast een succes zijn. En 't is al heel gemakkelijk te maken Het dierfiguurtje wordt slechts in de con touren, met een kruissteek]e geborduurd. Kiest u b.v. witte zij voor het lammetje en donkergroene zij voor de grashalmpjes, dan zal 't pakje een frisch en origineel geheel vormen, voor wintersche dagen staat een wollen truitje er heel goed bij! LAAT MIJ MAAR WANDELEN. In ons tijdperk van sport en gymnastiek komt één dringende eisch meer en meer naar voren: de eisch om ter wille van onze ge zondheid veel en goed te loopen! Met dat loopen is 't meest treurig gesteld. Wonen we ln een groote stad, dan zijn we gewend om voor ieder wissewasje de tram te nemen; wo nen we buiten, dan staat de bus tot onze be schikking en zelfs is het trappen op de fiets ons vaak nog teveel moeite, zoodat we niet rusten, vóór we een motortje hebben! En toch is loopen de allerbeste gymnastiek; Nuttig zijn in eigen omgeving Nuttig zijn in eigen omgeving is een mooi en belangrijk ding, waarop veel wordt ge hamerd tegenwoordig: zelfs de padvinders hebben dit punt in haar „wet" opgenomen. Even de hanaen uit de mouwen steken, waar dit in den huiselijken kring noodig is, opletten, waar we iets kunnen helpen, zonder dat dit ons altijd eerst moet worden gevraagd, vlug toeschieten als we merken dat de laatste loodjes van een bepaald karwijtje een van onze buisgenooten zwaar beginnen te wegen, zon der veel poespas of gewichtigheid opofferen van een vrijen avond voor een van de ande ren. Het is er nu eenmaal zóó mee gesteld, dat in iedere samenleving en dus ook in een huis gezin de ijverigste het meeste werk op zijn weg vindt en de minst ijverige gespaard wordt. En wanneer één van de huisgenooten nu een maal hulpvaardig en vlot van natuur is. dan weet niemand beter of het hoort zoo, dat hij of zij de vervelende karweitjes opknapt en meestal er z ij n ook uitzonderngen is de waaroeering van die hulpvaardigheid ge ring. Wij moeders zondigen op dit gebied he vig en voortdurend. Wat zwoegen en sloven we veel voor de anderen, waar waar het eigenlijk niet noodig is, wat ruimen we veel voor de kinderen uit den weg, waar we hen met een beetje organisatie en geduld gemak kelijk konden leeren hun eigen boontjes te doppen De ijjgel: „help alléén waar het noodig is en help dan met een blij hart" is in theorie doodeenvoudig, in de practijk zeer moeilijk. Veel fijn gevoel is noodig om precies de maat te kennen en wc leeren het niet zonder vallen en opstaan. De wereld is vol menschen, die verbitterd en ontgoocheld zijn, omdat ze te veel voor anderen sjouwden en hoe kan het ook andesr?.... slechts ondank hebben geoogst. Ze wilden anderer lasten dragen en in werkelijkheid legden ze hen nieuwe las ten op: gemakzucht, luiheid, nonchalance. Of werkten ze soms niet voor de anderen, maar allen voor hun eigen voldoening? Maar dan is dat gebrek aan waardeering toch eigenlijk volkomen rechtvaardig! MEISJESJASJE MET GEHAAKTE MUTS. Voor dit kinder jasje, voor een meisje van een tot twee jaar gebruiken we 350 gr. frotté wol, kleur naturel. We breien het jasje met een dubbele draad, en het patroon is 1 r. 1 a verspringen. Dat is de z.g. gerstekorrel. RUG. We beginnen met den rug aan den onderkant en zetten hiervoor 60 st. op. Na 10 c.M. gebreid te hebben breien we de eex-ste en laaste 2 st. te zamen, en dit herhalen we na 7 c.m. en daarna telkens na 5 c.m. Als we 32 c.m. gebreid hebben zijn er nog 48 steken op de pen en nu beginnen we aan de armsgaten, waarvoor we aan weerskantenö st. afkanten (2-2-1). We breien nu verder tot den hals en kanten dan in het midden 14 st. af voor den hals. De overige 12 st. aan weerskanten voor den schouder breien we scheef op n.l. eerst, van de hals af 8 st. breien, dan terug en 4 st. breien. LINKERVOORPAND. Voor het linkervoor pand zetten we 40 st. op en minderen aan den zijnaad af, zooals we dat bij den rug gedaan hebben. Bij het armsgat gekomen, staan er dan nog 34 st. op de pen en nu kanten we voor het armsgat 7 st. af (3-2-2:). De overige 27 st. breien we tot den hals (8 toeren lager dan den rug), en dan kanten we voor de halsron ding, van den hals te beginnen eerst 10 st. af, doorbreien en terugkeeren, daarna 2 st. af kanten,, weer 2 st. en dan nog 1 st. Voor den schouder blijven er dan nog 12 st. over die we opbreien als boven. RECHTERVOORBAND. Het rechtervoor- pand is een spiegelbeeld van het linker, alleen beginnen we na 45 toeren met de knoopsgaten Van den voorkant af breien we 3 st., kanten daarna 3 st. af, die we er teruggaande weel bij opzetten. We magen 6 knoopsgaten om de 10 pennen. MOUW. De mouw beginnen we aan den kop en zetten hiervoor 14 steken op. Om'de 2 pennnen maken we nu van de eerste en laatste st. twee, tot er 24 st. op de pen staan. Nu zetten we er in één keer voor en achter 7 st. bij en met deze 38 st. breiden we 4 pen nen. Nu telkens om de 4 pennen voor en ach ter 2 st. te zamen tot er nog 28 st. op de pen zijn, waarmee we door breien tot de mouw de vereischte lengte heeft. KRAAG. Voor den kraag zetten we 52 st. op. Na 1 pen maken we van de eerste en laatste st. twee en dit doen we bij de volgende nog een keer. Nu breien we nog 16 toeren en kanten dan strak af, waardoor het kraagje vanzelf rond valt. OPMAAK. We strijken alles onder een vochtige doek en naaien het op de machine in elkaar. De kop van den mouw rimpelen we stijf in en zetten die op den schoudernaad. We zorgen vooral voor 6 aardige bloemetjesknoopen Van het restantje wol haken we met een enkele draad een mutsje. We haken een rondje van vasten en maken vervolgens 2 vasten in iedere vaste, daarna met een er tusschen. dan met twee en zoo doorgaan. Als we met 12 tus schen elke dubbele gekomen zijn, meerderen we niet meer, maai- haken 12 toeren gewoon rond. Daarna om de 15 vasten weer een meer deren, en zoo nog 10 toeren haken. Nu los af kanten en in model strijken. SP.—TH.. Tien tips voor Uw schoonheid. Als de eerste jeugd voorbij is, moet alles wat hard en opzichtig werkt worden vermeden. We leven in een gelukkigen tijd wat onze schoonheidsverzorgïng betreft. Tegenwoor dig kan, iedereen er aantrekkelijk uitzien, maar.... als de eerste jeugd voorbij is, kan een vrouw niet alles meer doen en alles meer dragen. Dit kunnen alleen maar enkele zeer bevoorrechte jonge meisjes, nog lang niet allemaal! Wat de vrouw van dertig jaar en daarboven zoover daarboven als u maar wilt! moet doen en laten om er steeds aantrekkelijk uit te zien? Ziehier enkele tips. afkomstig van een Parisienne en dus verstandig: 1. Sterk aangezette oogharen, gewelfde of donker getinte wenkbrauwen en vooral schmink, aangebracht op de oogleden, doet de kleine rimpeltjes om de oogen meer uit komen dan zelfs zonder opmaak het geval zou zijn. 2. Gebruik geen te lichte poeder. Laat uw rouge als u dit persé wilt gebruiken roze zijn en vooral niet rood. Vermijd zorg vuldig „naturel"-effecten. 3. Let op uw onderkin en let er niet alleen op, maar masseer haar zorgvuldig weg. Het zuivere ovaal van het gezicht kan beter wor den bewaard, indien u tevens de kaakspieren eenigszins samentrekt. Met wat oefening gaat dit gemakkelijk. 5. Steek altijd uw kin een klein weinigje vooruit, dat maakt de houding van den hals losser en voorkomt plooien en rimpels. De houding van het heele lichaam wordt hier door verbeterd. 6. Nu komt er iets moeilijks: tracht altijd een glimlach op de lippen te hebben en als u lacht, toon dan zoo mogelijk een prach tige rij hagelwitte tanden. Voor minder fris- sche tanden is tegenwoordig geen excuus meer! 7. Verzorg uw handen goed. zij zijn het allereerst „oud". Masseer £n manicuur ze HANDWEEF EN ONS HUIS. kleurschakeeringen voor het interieur. Aanpassing bij het Hollandsche binnenhuis. V rde étage van 't Jaarbeursgebouw, Ldeeling B.K.S. (Bond voor kunst in ,;e industrie: een zeer levendig en rijkgetinte rij van stands. Er moeten prachtige weefsels te zien zijn en waar iedere vrouw zich tegenwoordig hevig interes seert voor stoffen en kwaliteiten, wil ik eens voor u kijken of er iets nieuws te ontdekken valt. Ja, er zijn verschillende stands met weef sels en zelfs met echte handgeweven weefsels. Dit laatste moet er speciaal bij, wil men iets fijns hebben, want alles wat een grove draad en een onregelmatig streepje vertoont, heet tegenwoordig „handweef' en is tot in de aller goedkoopste, ja zelfs ordinairste soorten ver krijgbaar, zóó zelfs, dat wij Hollandsche huis vrouwen, een klein beetje den schrik voor „handweef" te pakken hebben gekregen en zoo nu en dan, voor de stoffeering en sier van ons huis, tot het oude, maar degelijke genre terug keeren. Want er is een moeilijkheid of liever gezegd een kloof, die nog moet worden overbrugd, tus schen datgene wat op 't oogenblik aan fijnere interieurweefsels 'voor meubelbekleeding, gor dijnen, loopers, divankleeden, kleedjes en kus sens enz. enz.) wordt geboden en onze eigen inrichting, die we nu eenmaal hebben, waarin we ons thuis voelen en die al dat hypermo derne, lichte, helle en zonnige niet al te best verdraagt. Zoodat we wanneer we niet al te best oppassen, gemakkelijk vervallen tot stijl loosheid of een „allegaartje", waarin ieder voorwerp of weefsel op zichzelf wel mooi kan zijn maar dat toch geen eenheid vormt. En niets is op den 'duur zoo verkwikkend en rust gevend als een harmonisch interieur. Waarom zoude we eens niet een poging doen om onze kamers in plaats van „oer-gezellig". en min of meer stijlloos!nu ook eens stijl vol te krijgen? ij Toegegeven dat er moed voor noodig is om de bruine veloursgordijnen, de maquette, de „Persjes, die je overal neer kunt gooien" eens in den steek te laten en te grijpen naar iets gloedvollers! Maar 't loont! Prachtig, die moderne échte! handweef stoffen in alle kleuren van den regenboog, en nog dozijnen en dozijnen erbij! Citroengeel, horizonblauw, donker oker't zijn allemaal gedurfde en heel vroolijke tinten, die op 't eerste gezicht uitsluitend op hun plaats schij nen te zijn in een strakke hypermoderne om geving met stalen meubelen, breede ramen met één en al glas en een enkel Leerdampul letjemaar 't valt mee: ook in een om geving met licht eiken meubelen, met maho nie, doen de meeste van deze weefsels juist de helgekleurde voortreffelijk, zooals toon- kamers op de vijfde étage laten zien. En hoewol in de najaarscollectie van de eerste Amsterdamsche hand weverij bijv. in aan sluiting met het te Parijs op dit gebied ge- bodene een sterke moderne en vooral Fran- sche inslag tot uiting komt in de vele pastel en satijnkleuren, de zilver- en goudbrocaat- effecten, zoo is er toch ook een heel gamma van warmere, donkere tinten, die speciaal in onze traditioneele Hollandsche huizen uit stekend zullen passen. En dat is een nieuwig heid, waarop we hadden gewacht: een begin van een brug over den kloof bovengenoemd. Hetzelfde genre weefsels wordt ook voor meu- belkleeding gemaakt. En dan zijn de aller aardigst witte of crèmekleurige handweefsels, waarin allerlei nieuwe technieken worden toe gepast; brocaateffecten worden verkregen door het inweven van tinnen draden, „astrakan- weefsel" door het werken van chenille-natuur- wol. En door de combinatie van verschillende technieken krijgt dan de effen crème lap zijn levendigheid en sier. Ook in tapijten brengt de Nederlandsche industrie tamelijk veel nieuws: Smyrna met lussen, afgewisseld door de z.g. „taps", waarbij in één knoop verschillende gekleurde draden zitten. Edmond de Cneudt brengt o.a. zeer zware handgeknoopte tapijten 22.500 knoopen per vierkante meter! in wit en zwart en prach tige moderne kleuren: tapijten „voor het leven". En natuurlijk ook lichtere. Ook in zijn weefsels heeft deze kunstenaar een apart cachet: we zien er prachtige gordijnstoffen met kunstzijden ketting, doorsponnen met chenillewol, fraaie, zeer grof geweven kussen overtrekken in de fijnste kleuren-combinaties, aardige zijden „regenboog"shawls en -kleed jes. En natuurlijk kijken we nog tot slot even bij de vanouds bekende „Kuipscheer" van La ren, een natuurweverij bij uitnemendheid. Ik weet niet, of u de sfeer van onze hand- weverijen en -spinnerijen kent we zijn er verscheidene rijk, maar ze is heel bijzonder genoeglijk! Hier wordt door meisjes aan spinnewielen de ruwe schapenwol witachtig, grijsachtig, zachtgeel, in alle nuances tot donkerbruin en zwart toe in ongewassen toestand gespon nen; daarna pas wordt de wol gewasschen en aan het weefgetouw verwerkt. Die ruwe wol geeft alleraardigste effecten, ik zag haard kleedjes, zeer grof geknoopt, die uitlokken om er met een boeiend boek uren en uren op te verdroomenen heerlijk warme jasjes in wit of bruin, veel chiquer dan bontjasjes voor wie het vereischte type heeft. En dan zijn er prachtige lappen van natuurgeverfde wol. o.a. meekrap, dat allerlei nuances rood oplevert; zacht olijfgroen, fijnblauw. Een schoorsteen kleed. een tafel- of wandkleed van deze weef sels passen zeer zeker voortreffelijk in ons Hollandsche interieur! R. DE RUYTER—v. d. FEER. zorgvuldig maar gebruik nooit felgekleurde nagellak. 8. „Verzacht" het uiterlijk van uw haar. Geverfde haren,''t zij ravenzwart, rood of „knalblond" maken heel oud als men boven de 35 is. 9. Vermijd excentrieke kapsels, ponny, krullen in den nek. Deze staan niet bij een gezicht, dat niet ten allen tijde en onder iedere belichting jeugdig is. 10. Maak studie van uw kleeding. Laat ieder onderdeel fijn verzorgd zijn. draagt nooit kleuren, die niet harmonieeren. Draag geen jongemeisjeshoeden en 's zomers vooral geen shorts!

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 14