-[HE JOSEPH PEMBAUR. NAAR 't U LIJKT. Moderne wegenbouw in den Neethof. DIN 'S D A G 12 O C T O B E R 1937 HAAREEM'S D "A G B E A D 7 ^de beste Heerenhoed (UN/TEN LEIIEEEh SCHILDERKUNST De Rotterdamsche Kunstenaarsgroep „R 33" Exposeert in Haarlem. In den nog jeugdigen kunsthandel Pictura ln de Gierstraat exposeer en een dozijn dezer nxeerendeels zeer modern georienteerde Rot terdammers een groot aantal schilderijen, prentkunst en plastieken. Een tentoonstel ling waar de meer behoudsgezinde Haarlem mers soms nog wel vreemd tegenover zullen staan,» maar waar ze toch kennis van die nen te nemen, omdat uit die kennismaking allicht waardeering voortvloeit. Niet nood zakelijk voor elk dezer exposanten, noch voor ieder getoond werkstuk, doch voor veel wat zich onder het geëxposeerde bevindt en interessant is. Het is opmerkelijk dat buiten de eigenlijke kunstcentra in ons land, Den Haag en Am sterdam, het juist steden als Rotterdam en Groningen zijn, waar de aanhangers van nieuwe inzichten in kunst zich tot groepen tezamen voegden om eenigszins program matisch naar buiten op te treden. In Gro ningen was het „De Ploeg" met de actieve leiding van schilders als Dijkstra en Wiegers; in Rotterdam R 33, met artisten als Bieling, Gerlw, Tielens, die voorgegaan waren, waarna anderen zich eenige jaren geleden tot groep consolideerden. Meer dan elders zijn door deze toegangs poorten meer speciaal de Duitsche vormen van expressionisme en dergelijke binnenge haald. Voor Groningen kan dat verklaard worden door de nabijheid van Hamburg en Bremen, voor Rotterdam is dat moeilijker te begrijpen. Bij de Groningers treft men be wonderaars van Mare, Nauen, Pechstein enz. aan; bij de Rotterdammers o.a. die van Georg Grosz, Kandinsky en Archipenko. Altemaal namen die momenteel op de lijsten der ongewenschte kunstenaars staan, maar desalniettemin niet zonder beteekenis voor de kunst zijn. Het is verdienstelijk van Pictura, dat zij den Hollandschen jongeren de gelegenheid geeft in (Haarlem hun arbeid te laten kijken. Na R. 33 moest zij nu ook de Groningers maar eens inviteeren. Interessant is de kennismaking met de schilderijen van Dolf Henkes. Meer dan de Roeiers op de golven interesseert het Café interieur, dat, zwaar van kleur en toon, een groep figuren geeft, waarbij een neger, welke groep, massaal aangevoeld in een broeierig roodbruin, buitengewoon plastisch aandoet. Dolf Henkes is een kind van de Rotterdam sche haven en was niet steeds schilder. Bij hem zijn herinneringen aan het expressio nisme misschien met waardeering voor Per- meke vermengd. Maar zijn werk is reeds nu .om zich zelf van belang. Een opmerkelijk artist is ook de plastieker Van den Hoonaard, die, verwant aan Archipenko, een scherpe, figuratieve beelding geeft van een Don Qui- chotte, van zichzelf, van een dame met een waaier; en die dat verkrijgt door vlak-meta- len platen zoo te snijden en te buigen dat het samenstel geheel de omstrekslijn van de afgebeelde figuur in haar essentie te zien geeft. In een kleide figuur in het beneden- zaaltje, bereikt hij, op zijne wijz;e dan, de spanning en beweging die Pieter van Gelder in zijn simpele draadfiguren wist te brengen. Van Wout van Heusden hebben wij hier in Haarlem al eens graphisch werk gezien. Drie schilderijen in een verfijnde détailschilde ring geven hier suggésties van meer litte- rairen dan picturalen aard, doch doen de kunde van den schilder bewonderen. Bij den schilder Tielens komen wij zoo ver niet; de doeken die hij Mefisto, Apokalyps en Hoog moed betitelde zullen meer boeien door de gedachtenassociaties, door het voorgestelde gewekt, dan door een belle peinture, die hier volmaakt versmaad wordt en nuchter en dor gehouden is, en als muurschildering eer der voldoen zou. Een steenen portretkop door Richters trekt aan door een knappe vormgeving, doch hij zou niet op den grond, doch hooger opgesteld dienen te zijn. Een portretbuste in vogel vlucht laat het belangrijkste ongezien. Zeer goed van expressie is de steenen Neger- van den beeldhouwer Van Stuyvenberg, in eenvoudigen vorm is daar een rastype vol ledig omschreven, Dick Elffers is een artist die het in subtiliteiten zoekt, die hij mis schien bij Paul Klee bestudeerd heeft. Het minst ongewoon is zijn aquarel van het Post huis op Vlieland, dat daardoor voor mij niet het minste is der driewerkjes. Minst afwij kend van de schilderkunst die allen gemeen zaam werd is de schilder Pletser. In een Pot met bloemen en een Landschap vindt meix een kleurminnend en stevig schilder terug, wiens Landschap vooral aan de frissche en onbezorgde aanvangsperiode van Piet van Wijngaerdt herinnert. Ook Wim Chabot, jon ger broer van den meer bekenden beeldhou wer van dien naam, is betrekkelijk traditio neel doch krachtig en geheel eigen. P. A. Begeer is een intellectueel bouwer van stil levens in den geest waarin Georg Grosz een jaar of acht geleden schilderde. Men kan het intellect er in erkennen en tegelijk iets mis sen wat men onder schilderpassie verstaat. Heeft de Overveensche Rotterdammer Robèr van het laatste te veel? In ieder geval, bij dezen kookt en kolkt het om iedere psy chische aandoening onmiddellijk in golving van lijn en strooming van kleur om te zetten. Het is kunst, die als het ware uit zijn schuur tje aan het Rollandspad wordt uitgezonden en wie een antenne op zijn dak heeft staan, die op de ontvangst is ingericht, dien pakt en boeit het onvermijdelijk en voor goed. Niet voor ieder zal dan nog het overge brachte even duidelijk zijn al zal men graag de muzikaliteit, zelfs in zijn zwart-en-wit erkennen. Van de goede bedoelingen van Gezina Boevé en Jan Kamman kan men overtuigd zijn zonder die echter van belang te achten. J. H. DE BOIS. MUZIEK VCcr de tweede maal heeft Pembaur onder de auspiciën van „Kunst aan het Volk" in de groote zaal van het Gemeentelijk Con certgebouw een klavierrecital gegeven. Eenige jaren geleden trad hij met werken van Chopin op; ditmaal viel Liszt hem ten offer. Anderhalf uur heeft Pembaur Maandag avond den Bechsteïnvleugel doen bulderen en fluisteren; anderhalf uur heeft hij ge zwoegd en zich afgetobt voor de vertolking- van een programma dat elk normaal pianist van kwaliteit binnen het uur volbrengt en heel wat genietbaarder weet te maken. Pembaur's opvattingen en zijn manier van HYGIDENT - oxygeen-bad reinigt Uw kunstgebit, tonder burstelen, ver wijdert alle vlekken en maakt Uw tanden glan- zend. terwijl het materiaal niet aangetast wordt. Door tandartsen aanbevolen. Alleen de ortglneele Hygldent, <15 en 85 ct.. per flacon Is gegarandeerd. Vraag gratlsproefbusje, Hygident. Singel 115, A'dam, (Adv. Ingez. Med.) spelen maken zoowel op den onbevangen leek als op den ervaren vakman geredelijk den indruk van opzettelijkheid en pose. Ik wil gaarne aannemen dat dit in werkelijk niet zoo is; dat hij zich geeft zooals hij is. Maar daarmee wordt zijn spel nog niet mooi of juist. Deze uitspraak zal sommigen boud lijken. Want er zijn er nog altijd, die Pem baur als een uitverkoren Liszt-vertolker, als den eenigen Liszt-apostel beschouwen. Ik wil dan ook eenige argumenten te berde bren gen. Is het mooi of goed „Waldesrauschen di rect als een stox-mwind van wisselende kracht te doen inzetten? Is het te verdedigen om in de Sonetta no. 47 de. Perarca de gesyncopeerde begeleiding opdi-ingerig te doen pauken, zoodat de me lodie geheel verstikt wordt en daarbij het tempo tweemaal zoo langzaam te nemen als de Liszt-leerling van gezag Karl Klindworth aangeeft? Is het te billijken, wanneer een speler alle dynamische en tenfpovoorschriften van den componist, wiens apostel hij wil schijnen, negeert; wanneer hij alle duidelijkheid door overvloedig en ongemotiveerd pedaalgebruik verdoezelt; wanneer hij de meeste moeilijk heden door willekeurige ritardando's en fermates ontwijkt; wanneer hij alle lijnen der structuur ook Liszt's werken bezitten structuur! uiteen rukt? Behoort dit alles bij de „Poësie des Klavier- spiels"? 1) Behoort daarbij dat men in de 12de Rhapsodie telkens halve maten over slaat; dat men nooit iets licht speelt maar alleen beurtelings donderend buldert en schier onhoorbaar fluistert; dat men de Fantasia quasi Sonata „Après une lecture du Dante", die normaliter een goed kwartier speeltijd vordert, tot een tijdsbestek vair 24 minuten uitrekt; dat men in schier elke maat een storend rubato aanbrengt; dat men in de „Mephistowals" elk spoor van i-ythme doet verloren gaan; dat men bijna alles transfor meert tot vulcanische borrelixxgen en uit barstingen; dat men een. chaos instee van orde schept? Ik laat nu de uiterlijke gebaren, de schok ken en krampachtige bewegingen, de aan- vallén en liefkozingen, geheel buiten be schouwing. Muziek is er om gehoord te wor den. Maar wat men hoorde gaf van Liszt's muziek een caricatuur: zelfs van Liszt's mu ziek, die toch veel vrijheid van voordracht verdraagt en verlangt. Sommige beweren dat Pembaur de eenige nog leveixde vertegenwoordiger der echte Liszt-traditie is. Men houde mij ten goede dat ik van die traditie een aixder beeld heb. Wie zooals ik geruimen tijd in de onmiddel lijke omgeving van den grootsten Liszt-ken- ner en Liszt-vertolker van alle tijdexx, Fer- ruccio Busoni heeft vertoefd, weet dat er een andere en betere wijze bestaat om Liszt's werken te vertolken. Ik heb Busoni te Berlijn 3 Lïszt-avonden hooren geven: zij waren van 't begin tot het eind boeiend, heusch niet alleen door de verbluffende pianistische teclmiek! Maar ook de eenige nog levende directe Liszt-leerling, Moritz Rosenthal, speelt diens werken ge heel anders; onvergelijkelijk veel virtuozer en juister. Ik kaxx dan ook het meesterschap van Pembaur niet erkennen. Dat hij er in de Mephistowals een heel eixxd uit was, laat ik daar: dat kan den beste gebeuren, want tenslotte is iedere pianist een mensch en geen machine. Maar „meesterschap" veron- derstelt beheersching van de stof, zoowel in technisch als in muzikaal opzicht en Pem baur heeft duidelijk getoond niet boven de stof te staan. Hij speelt als een bezetene, niet als een meester. Pembaur is de meest ongeschikte propa gandist die Liszt's muziek 'zou kunnen heb ben. Zijn gebulder en gefluister en zijn pa thos interesseeren de eerste oogenblikken maar werken op den duur vermoeiend, even als het oreeren van een - volksmenner. En het auditorium gaf blijk van een merkwaar dig inzicht: het applaus was relatief zeer lauw. In de pauze vroeg iemand me; „Die Mephistowals, is dat(nu eigenlijk een mooi stuk?" „U zou het een heel mooi en geestig stuk vinden, als het goed gespeeld was", kon ik ten antwoord geven. Twee dingen waren op dezen avond ver blijdend: de prachtige Bechsteiixvleugel, waarover we door toedoen van Koot's piano- handel nu eindelijk in Haarlem kunnen be schikken heeft de moordende krachtproef glansrijk en onbeschadigd doorstaan. Geen snaar 'heeft het begeven en zelfs de stem ming bleef ongerept. En in de vertolking der legende „La Prédication aux oiseaux" hebben we eenige oogenblikken werkelijke poëzie gehoord. Voor het overige heb ik alleen aan 's pianisten kracht en uithoudingsvermogen kunnen waardeeren. K. DE JONG. 1) Een geschrift van Joseph Pembaur. HET TOONEEL CENTRAAL TOONEEL. Hoe groot was toch het genie van Shake speare, dat hij van een zoo naief, ja, bijna kin derlijk verhaal als dat van Rösalinde en Or lando een zoo licht, tintelend en poëtisch blij spel kon dichten. Zooals wij Romeo en Julia het treurspel der liefde zouden kunnen noe men, zoo is As you like it het blijspel der liefde geworden. Alleen een Shakespeai-e was in staat een meisjesfiguur, zoo rap en guitig, schalksch en speelsch als Rösalinde te scheppen. Wan neer men deze Rösalinde één en al -dartele jeugd op het tooneel ziet, kan men zich nauwelijks denken, dat zij een halve eeuw eerder ontstaan is dan de stijve, plechtstatige en strenge Hollandsche vrouwen, die onze groote schilders uit de gouden eeuw op het doek hebben gebracht. Meix mist weliswaar in As you like it de dolle kluchtigheid van „De vroolijke Vrouwtjes van Windsor", de ge zonde boert uit Driekoningenavond, de innige poëzie uit een Midzomernachtsdroom,.de heer lijk geestige teekening van een Falstaff of de grootsche schepping van een Shylock, het heeft ook niet den klaren, logischen bouw van de meeste van Shakespeare's andere stuk ken, maar het heeft aldoor die wonder teere sfeer, welke het tot een der mooiste sprookjes maakt, welke ooit ten tooneele zijn gebracht. Shakespeare speelt in dit blijspel met de liefde op geniale wijze, zóó dat het ruim 400 jaar na zijn ontstaan nog altijd even frisch en jong en sprankelend is gebleven. Wie heeft voor en na Shakespeare ooit eeix „liefdeskwartet" ge- schreven, zoo prachtig van vondst, zoo geestig en daarbij verrukkelijk van poëzie als het too neel tusschen Rösalinde, Orlando, Phebe en Silvius aan het slot? Hoe fijn geestig en over vol van schitterende passages ik denk hier bijvoorbeeld aan het „Blow. blow, thou winter wind" is de tekst! En wat is dit blijspel nog steeds van het begin tot het eind boeiend tooneel! Dit heeft de opvoering van Het Centraal Tooneel wel weer volkomen bewezen. Het leek voor dit gezelschap, dat tot nu toe uit sluitend het moderne society-repertoire had gespeeld, min of meer riskant zich aan Shakespeare te wagen, maar dat het geen overmoed is geweest, heeft de voortreffelijke voorstelling bewezen. Voor een zeer groot deel is dit succes zeker te danken aan de lei ding van Eduard Verkade, die reeds vroeger ongeveer 15 jaar geleden met veel minder geroutineerde spelers eeix zeer hoogstaande opvoering van Naar 't u lijkt" had gegeven. Verkade weet in zoo'n stuk de groote lijn vast te houden en er eenheid in te brengen. Zijn decoroplossing is zoo, dat de vele taferéelen bijna zonder merkbare onderbreking elkan der snel kunnen opvolgen, hij weet den tekst voortreffelijk te laten zeggen en wat hoofd zaak is allen te bezielen van den geest en de poëzie van Shakespeare. Zoo kregen wij een opvoering die even licht en schalksch en teer was als het blijspel. De decors gaven herhaaldelijk vooral in het Ardenner Fo- reest een sprookjesachtige stemming en in de voorstelling was als geheel de poëtische- sfeer welke dit blijspel verlangt. Ook van het individueele spel hebben wij volop genoten en dit was te opmerkelijker, omdat de meeste artisten hier op voor hen nieuw terrein stonden. Wij willen met een uitvoerige bespreking vaxx de verschillende spelers wachten tot na de opvoering te Haar lem, die wij ongetwijfeld mogen verwachten. Alleen nu reeds dit. dat Mary Dresselhuys een zeer jonge en frêle Rösalinde was, die vooral in haar travesti schalksch, pétillant, guitig en rap spel te zien gaf. Ans Koppen sloot zich als Celia zeer goed bij dit meisjes achtige, jeugdige spel van Rösalinde aan; Gysbert Tersteeg was een Orlando van voor name allure; een edelman vair gratie, die ons ook den weemoed van de liefde voor de door hem vergeefs gezochte Rösalinde aldoor liet voelen. Een zeer mooien Jacques zagen wij van Joan Remmelts, die de melancholie van dezen geestelijken broeder van Alceste uit Molière's Misanthrope zeer suggestief tot uitdrukking bracht. Cees Laseur doubleerde knap in de twee rollen van den boozen en den goeden hertog en was vooral in de laatste rol van een x*oerende mildheid. Cor Hermus speelde den ïxar plastisch be wegelijk eix goed, maar van zijn geestigen tekst ging nog al iets door slordige articula tie verloren. Van de vele bijrollen noem ik Lucas Wen sing als de zeer komische verwaten worste laar, Jan C. de Vos, heel gevoelig vooral als Adam, de oude bediende, Peronne Hosang, al lergrappigst en boertig als de verliefde Aagje en Chris Baay en Diny Heynes als het her- derspaar Silvius en Phebe. Alleen verwon derde het mij, dat de regie deze twee zoo on beholpen en boersch liet spelexx en hun prach- tigen tekst zelfs in dialect liet zeggen, wat te meer bevreemdde, omdat de veszen, die zij te zeggen hebben juist tot de mooiste en meest poëtische van het blijspel behooren. Voor Het Centraal Tooneel was de opvoe ring van „Naar 't U lijkt" een zeer groot suc ces. Laten wij voor ons tooneel hopen, dat dit succes blijvend moge zijn. Want bij een op voering van As you like it voelen wij, dat één blijspel van Shakespeare nog altijd tegen een dozijn moderne stukken opweegt. J. B. SCHUIL. TERUG NAAR METHUSALEM. De Amsterdamsche Tooneelvereeniging Het gebeurt ïxiet al te dikwijls, dat tooneel- directies de kritiek gelijk geven, althans, wan neer deze minder gunstig voor hen is uitge vallen. Na Terug naar Methusalem waren de critici 't echter zoo roerend eens in hun ooi-deel dat v. Dalsum den raad om het viei-de deel het bedrijf na de pauze geheel te schrappen, heeft opgevolgd en zoo kregen wij gisteren te Haarlem op de eerste abonnementsvoorstel ling alleen de eerste drie deelèn van dit stuk van Shaw, een verandering, waarbij het pu bliek niet anders dan gewonnen heeft. En zelfs in dezen verkorten voi-m viel Terug naar Methusalem zooals mij duidelijk bleek uit opmerkingen om mij heen velen van het publiek nog rijkelijk lang. En dat is wer kelijk niet te verwonderen. Shaw eischt veel van zijn publiek. Reeds dadelijk de Paradijs scène verx-eweg het eimstigste en ook het meest indrukwekkende deel van het stuk vraagt een voortdurende concentratie van de toehoorders. Het woord is hier belangrijker dan de handeling. Shaw geeft in de Paradijs- scène natuurlijk in verband met het stuk zijn visie op het bekende Bijbel-verhaal. Deze visie is hoogst boeiend, maar het is aldoor de cerebrale Shaw en wel Shaw van na den oorlog die spreekt, zoowel uit den moixd van Adam, Eva als de slang. Hij zegt pi-achtige dingen in dit deel vaix welk een diepte is bijvoorbeeld niet de profetie van Eva aan het slot, wanneer zij tot Adam zegt dat de mensch eei-st rijp moet zijn om het manna uit den Hemel te ontvangen, voordat de oorlogen zullen verdwijnen maar het is alweer de oratori sche Shaw en niet de tooneelschrijver. die aan het woord is. En daarom is hij voor een publiek vaxx tegenwoordig, dat voox-namelijk door dexx invloed van de film niet meer ge woon is te luisteren iix den schouwburg, zeer vermoeiend. En hij blijft dit evenzoo in de volgende deelen, ook al zijn zijn gedachten daar veel gemakkelijker te verwerken. In het eerste deel spreekt Shaw, in het tweede en derde deel praat hijdat is eigenlijk het eenige verschil. De satiricus verdringt dan den dialecticus. Hij wordt daarvoor wel amusanter, maar dwingt zijn publiek ïxiet minder tot nauwgezet luisteren en het is waarlijk geen wonder, dat de meixschen in de zaal aan het slot van zoo'n langen too- neelavond moe zijn. Dat velen zoo'n stuk te zwaar is, bleek mij gisteren dan ook duidelijk. Of wij daar om de keuze vaix Terug naar Methusalem voor een abonnementsvooi-stelling afkeuren? Allerminst! De heer Deinum heeft met dit stuk van Shaw zijn abonnés een voorstelling van cultureele waarde gegeven en dat zal vooral het meest intellectueele deel van het publiek op prijs hebben gesteld. En ook dit zullen allen zonder uitzondering wel met mij eens zijn een opvoering, die artistiek op zeer hoog peil stond. In lang hebben wij van De Amsterdanxsche Tooneelvereeniging niet een zoo voortreffelijk verzorgde voorstelling gezieix, waarin over de geheele linie zoo su perieur spel wordt gegeven. Meix is iix deix laatsten tijd al te zeer ge neigd declhxeerend over het tegenwoordige tooneel te sprekeix. Een voorstelling als van Terug ïxaar Methusalem bewijst weer, hoe zeer men het tooneel daarmee onrecht doet. Want waai-lijk, dit is een opvoering meix moge daxx over het stuk van Shaw oordeelen, zooais meix wil die ons tooneel eer aandoet en de vergelijking met voortreffelijke voorstel- SANTPOORT. Trilbetonmachine in actie in de Willem de Zwijgerlaan. De trilbetonmachine in actie. Zooals wij eenigen tijd geleden reeds heb ben gemeld, zal een gedeelte van de Willem de Zwijgerlaan worden voorzien van een 9 M. breeden drie-banigen rijweg van trilbeton, van welke drie banen de middelste iets don kerder zal worden gekleurd dan de buiten banen. Gisteren is een begin gemaakt met den aanleg van een der banen. Zoo heel eenvoudig is dat niet, maar inte ressant is deze methode ongetwijfeld. De baan, die men thans onder handen heeft genomen heeft een gewalsten ondergrond. Op asphaltpapier wordt daarop eerst een laag grof beton en daarover een laag fijner beton gestort, welke laatste laag tevens flink voch tig is. Heeft men deze laag goed vlak uitge spreid, dan is het woord aan de trilmachine. Deze rijdt, steunend op rails over de 3 M. breede .laag specie, die door den aan de ma chine bevestigden betonspreier, bestaande uit een dikke as met een aantal schoepen, goed verdeeld wordt. Deze betonspreider, die vóór aan de machine bevestigd is, is op de foto duidelijk zichtbaar. De trilbalk, die zich tusschen de wielen der machine bevindt, perst de specie samen, terwijl de afrijbalk, die aan de achterzijde zit, de rest doet. Het voordeel van deze werkmethode is o.a., dat de beide lagen tot één laag worden samen geperst, zoodat zich niet, zooals gebeurt wanneer de verschillende lagen apart wor den gewalst, als 't ware aparte lagen vor men, hetgeen natuurlijk minder gewenscht is. Naast de baan ligt een smalspoor, waar over, met behulp van een electrische loco motief, de kipkarren met de benoodigde specie worden aangereden. Is deze eene baan gereed, dan verplaatst men de buiten ste rail naar den anderen kant. Het voornaamste bij deze werkmethode is het tempo en het gewenschte tempo kan al leen dan verkregen worden, wanneer er steeds voor gezorgd kan worden, dat er vol doende specie gereed is om de machine vóór te blijven. Aangezieix de werkmethode nog nieuwe is, had men in den beginne althans, het juiste tempo nog niet gevonden. Met wat meer practijk wordt dit natuurlijk gaande weg beter, evenals de bediening der machine, hetgeen ook een zekere training vereischt. Wanneer een en ander gevonden is, kan nxet deze machine zeer vlug gewerkt wor den. (Adv. Ingez. Med.) lingen in het buitenland in alle opzichten kan doorstaan. Ik heb na de première te Am sterdam uitvoerig mijn oordeel over het spel neergeschreven en ik mag dus nu kort zijn, maar ik wil nog nog eens herhalen, dat dit stuk in alle rollen prachtig bezet is. Hoe mooi en gevoelig was het reageerexx van Eva tel kens op de woorden van de slang, hoe verheven was haar houding zij deed toen aan een schilderij van Rafaël danken als de1 tot rijpheid gekomen vrouw. Zeer imponeerend ook was de Adam van Jacques de Haas in beide stadia en vurig van temperament, de Kaïn van Jacques Snoek. Loudi Nijhoff had een prachtigen avond. Zij zei den tekst van de slang met scherpe, prach tige dictie, speelde het dienstmeisje hoogst komisch en gaf de melancholie van de 280- jarige vrouw op hoogst suggestieve wijze. En hoe mooi sloot Paul Storm zich bij dit spel van Louli Nijhoff in het laatste deel aan. Zij beiden droegen het gewicht van 3 eeuwen met zich mede. Voortreffelijk ook Van Dalsum in zijn twee rollen vaix den oratorischen Lloyd Burge en den donimen staatspresident, heel fijn La Clxa- pelle als de geleerde Barnebas, raak en karak teristiek Frits van Dijk als professor in de biologie, heel goed ook Tourniaire als de zelf verzekerde Lubixx, de minister. En waren ook niet de décors heel bijzonder? Waarlijk, er was ook voor hen, die niet van zulk een „zwaar" stuk houden, nog genoeg te genie ten! Het publiek heeft aan het slot zeer hartelijk geapplaudisseex'd. Aan Loudi Nijhoff werden bloemen aangeboden, een hulde die zeer zeker verdiend was. J. B. SCHUIL. /CUEEP/ HOLLAND-AMERIKA LIJN. Lochgoil ft.) 9 v. Cristobal. Damsterdijk, Rott. n. Vanc. 9 te Swansea. Beemsterdijk, N.- Orleans naar Rott. 9 te Statendam, Rott. n. N.-York p. 10 Lizard. Londen. Drechtdijk, Vanc. n. Rott. 8 te Seattle. Volendam, 9 v. N.-Yoi*k n. Rott. London Exchange, 8 v. New-Orleans te Gal veston. Maasdam, Rott. n. Baltimore p. 10 Dunge- ness. Edam, 10 v. N. York te Rott. Blommersdijk, Rott. n. N.-Orl. 8, 60 m. Z. v. Land's End. HOLLAND—BRITSCH-INDIë LIJN. Hoogkerk (uitr.) 11 te Colombo. HALCYON LIJN. Stad Maassluis, 10 v. Narvik te Vlaard. Vredenburg, 11 van Narvik te Vlaard. Stad Vlaardingen, 9 v. Wabana n. Rott- Vlaard. Stad Haarlem, 9 v. Rott te Pto Ferrajo, voor Odessa. Flensburg, 8 v. Narvik n. Rott. HOLL. AUSTR. LIJN. Aagtekerk, (uitr.) 10 te Genua. Heemskerk (u.) te Bedi Bender. HOLL.—OOST AZIë LIJN. Grootekerk (uitr.) 9 v. Genua. Meerkerk (thuisr.) 10 v. Aden. Serooskerk (thuisr.) 11 w Miike. Zuiderkerk (u.) 11 v. Manilla. HOLLAND—AFRIKA LIJN. Bloemenfontein (t.) 10 v. Mars. Springfont., 11 v. Anxst. n. Beira Jagersfont. 11 v. Antw. n. Hbg. Boschfont. 10 v. Beira n. Rott. Nijkerk (t.) 11 te Beira. HOLLAND—WEST-AFRIKA LIJN. Alchiba, 11 v. Hamburg te Amst. Reggestroom, 11 v. Cotonou n. Accra. KON NED STOOMB. MIJ. Orion, Stamb. n. Amst. p. 11 Gibr. Hebe, 10 v. Danzig te Kopenh. Venus, 11 v. Amst. te Hamburg. Triton, Varna n. Antwerpen p. 11 Ouessant. Calypso, 11 v. Calamata te Susa. Vulcanus, 9 v. Catania n. Messina. Nereus, 11 v. Amst. te Kopenh. Pluto, 11 v. Odense n. Stettin. Baarn, 8 v. Arica n. Pisco. Odysseus, 11 v. Stettin te Amst. Aurora, 1 v. Oran n. Malta. Achilles, 11 v. Rott. n. Algiers. Breda, Chili n. Amst. 11 v. Antw. en p. Vliss. Telamon, 9v. Santiago n. Bord. Tiberius, 10 v. Licata te Lissabon. Titus, Vent. n. Amst. p. 10 Gibr. Trajanus, 9 v. Varna te Constantza. Ulysses, 9 v. Beyrouth te Constantza. Van Rensselaer, Amst. n. W.-Indië p. 10 Ouessant. Vulcanus, 9 v. Trapani te Catania. Costa Rica, 8 v. Barbados te Cristobal. Alkmaar, 8 v. Paita n. Balboa. Ariadne, Malaga n. Amst. 10 v. Gibr. Barixeveld, Amst. n. Chili p. 9 Wight. Berenice, 11 v. Hamburg te Amst. Ceres, Guantan n. Queenstown p. 9 Azoren. Colombia, 10 v. Barbados te Amst. Cottica, 10 v. Amst. te Paranxar. Crijnssen, 10 v. Hamb. te Anxst. Deucalion, 10 v. Izmir n. Stamb. Euterpe, Amst. n. Bord. p. 10 Dungeness. Fauna, 10 v. Volo n. Thessalonika. Hebe, 9 v. Danzig n. Kopenhagen. Hercules, Rott. n. Tunis p. 10 Dungeness. Juno, 10 v. Haidar Pascha naar Thessal. Merope, 11 v. Anxst. te Aarhuus. Nero, 9v. Amst. te Oporto. Orion, 9 v. Algiers n. Amst. Orpheus, 10 v. Kopenh. te Amst. Perseus, Rott. n. Lissabon p. 10 Beachy Haed Saturnus, 10 v. Granton te Amst. KON. HOLLANDSCHE LLOYD. Amstelland (t.) 9 v. L. Palmas. Waterland (t.) 9 v. Rio Janeiro. Salland. (uitr.) p. 10 Ouessant. NED.-END. TANKSTOOMBOOT MIJ. Agatha 10 v. Darwin n. Soerabaja. ROTTERDAMSCHE LLOYD. Baloeran (u.) p. 10 K. del Armi. Sitoebondo (th.) p. 11 Pt. de Galle. K. Baroe (u.) p. 10 Pt. de Galle. K. Gede (uitr.) 11 te Soerabaja. Soekaboemi, 10 v. Batavia n. Rott Ameland (th.) 11 te Marseille. Kota Nopan (th.) 11 te Genua. Blitar, 10 v. Quebec te Sydney C. B. Brastagi (uitr.) p. 11 Finisterre. Kedoe (uitr.) 11 van Suez. Marken, vertr. 18 v. Lor Marques n. Batavia ROTTERDAM—ZUID-AMERIKA LIJN. Alcyone (th.) 10 v. Victoria (Dr.) STOOMV MIJ. NEDERLAND. Tarakan (u.) 9 v. Antw. en pass. 10 (v.m.) Vlissingen, Salabangka, 11 v. Bat. te Amst. P. Tello (thuisr.) 10 v. Pt. Said. Singkep (thuisr.) 11 v. Pt. Said. Tawali (thuisr.) 9 v. Belawaa.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 13