Rechter zonder genade De Lekdijk bij Wijk bij Duurstede, het laatste obstakel in de verbinding Lek-Amsterdam- Rijnkanaal, is Maandag met medewerking van de Genie opgeblazen. Dr. J. F. van Beeck Calkoen, Hoogheemraad van den Lekdijk, brengt langs electrischen weg het trotyl tot ontploffing De Kon. Vereeniging .Onze Vloot" houdt in de Lairessezaal op het Binnenhof De baggermachine aan het werk bij het verder uitgraven van den Lekdijk bij Wijk bij Duurstede, te Den Haag een modellententeonstelling van Hr. Ms. flottieljeleider .Tromp" en Maand door de Genie werd 0pgeb|a2e„ ïoor »erbi„dlng Lek-Amsterdam-Rijnkanaal van een bommenwerper Een zonderlinge combinatie voor de tentoonstelling van .lievelingsdieren", zooals te West Wickham (Eng.) voor de scholieren werd georganiseerd De commissie tot geldinzameling voor de pluim veehouders, die op 16 September door een windhoos onder de gemeente Landsmeer wer den qetroffen, heeft thans de aangerichte schade genomen De Hertog van Kent inspecteert met Lord Baden Powell de eerewacht aan boord van de .Discovery", welke bestemd is tot opleidingsschip der Engelsche zee verkenners Najaarsmode 1937 bij de traditioneele rennen van Auteuil en Longchamp, waar verschillende inte'es- sante combinaties te be wonderen waren De nieuwe Rijksbrug over de Donau te Weenen, één der grootste ketting bruggen van Europa, is Zondag officieel geopend. Na de opening trokken de arbeiders, die aan den bouw hebben medegewerkt, over de nieuwe brug FEUILLETON door QEORG FROESCHEL, 5) Ze moest naar het verhaal van zijn eerste avonturen hooren en veel vragen beantwoor den, totdat zij plotseling een ernstig gezicht zette en naar de bel greep. „Breng Michael maar weer weg Bertha, en haal mijn ontbijt." Irma werd gauw moe, zij kon geen lange wandelingen maken, of lang in de auto zitten, ook nog een heelen avond dansen of een mid dag bij de naaister blijven passen. Zij kon met Michael maar een kwartiertje spelen en her ademde als het dienstmeisje hem op haar arm nam en uit de kamer droeg. Pas wanneer hij weer buiten was, glimlachte zij gelukkig. Bertha's plichten waren nog niet beëindigd als zij het presenteerblad met de koffie en de gesmeerde broodjes voor haar mevrouw op de sprei had neergezet. Zij moest dan nog de jalouzieën optrekken en zich met allerlei klei nigheden bezighouden tot Irma haar eerste kop koffie opgedronken en haar eerste broodje verorberd had. Dan, bij het inschenken van het tweede kopje was de jonge vrouw geheel en al wakker en kon Bertha met haar och tendnieuwtjes beginnen. Zij was handig ge noeg om reeds met den eersten zin haar meesteres te boeien, want zij verzamelde den geheelen dag nieuwtjes om voor dit kwartier tje goed toegerust te zijn. Onschuldig en toch geraffineerd begon zij danen gravin Rehkamp is gisteren met den baron uit wan delen gegaan." Dat werd zoo geheimzinnig gezegd en was zoo interessant, dat Irma haar kopje neer zette en verbaasd vroeg: „Met welken baron?" jju kon Bertha met volle zeilen zee kiezen. Met een licht Sleeswijksch accent, de breede heupen wiegend vertelde zij dan over de wen ding, die de gebeurtenissen op de eerste ver dieping genomen hadden. Gravin Rehkamp had haar flat willen verkoopen, of misschien had ze maar gedaan alsof. In elk geval had zij twee weken lang met een baron onderhandeld en had hem zoover gekregen, dat hij haar een paar kamers in onderhuur genomen had. Haar vroegere huurder was verhuisd naar de ach terkamer en de baron woonde nu in de voor kamers en betaalde een krankzinnig hooge huur. Daarbij kwam, dat hij haar dagelijks naar haar vast bankje in het park bracht, om dat hij zulk een medelijden had met de oude gebrekkige gravin. „En feitelijk is zij een erg berekend persoon. Weet U, Mevrouw, dat de verzekeringsmaatschappij haar voor het gat in den vloer zooveel betaald heeft, dat zij ook de achterkamers opnieuw heeft laten behan gen". Irma luisterde aandachtig en verwonderde er zich over, dat iemand zoo veel en zoo lang praten kon. Zijzelf bracht het gewoonlijk niet veel verder dan een paar zinnen en als ze iets vertellen moest, struikelde ze al in het begin en moest dan verward afbreken. Daarbij kwam, dat ze zich medeschuldig voelde aan Bertha's kletspraatjes. Feitelijk behoorde zij het meisje naar haar werk te sturen, want in de voorkamers lag zeker nog alles overhoop en ook zou de keukenmeid Bertha wel noodig hebben om een paar boodschappen te doen. Maar ze had er den moed niet toe. haar te onderbreken. Bertha hield met haar verhaal tjes op, wanneer het haar goeddacht. „En nu moet ik naar den electricien, want het strijk ijzer is weer kapot." Dat was haar slotwoord en ze nam het blad met het ontbijt op en ging de deur uit. Zélfs het best getrainde kamermeisje be schouwt het als van zelfsprekend om als ze haar meesteres een kous heeft helpen aan trekken, onmiddellijk met kous nummer twee te beginnen. Zulk een weergaloos gehaast kon Irma niet uitstaan en daarom kleedde zij zich zelf altijd aan. Dit aankleeden was een ro man en elke handbeweging daarbij een hoofd stuk. Daartusschen lagen lange pauzes, gevuld met gedachten en fragmenten van gedachten, voornemens, die nooit tot daden werden en wenschen, die nooit werkelijkheid werden, om dat ze allemaal verzonken in haar droome- rijen. In haar zijden nachthemd, ze droeg nooit pyjama's omdat de knoopen en naden haar hinderden en zichtbare sporen op haar huid achterlieten, zat ze lang op den rand van het bed en verweet zichzelf het feit, dat ze er niet toe kon besluiten, naar de badkamer te gaan. Het water in de badkuip zou koud zijn-eiken dag was het water koud en ze zou zich weer moeite moeten geven met de zware, koperen kranen. Bertha te vragen om haar te helpen, durfde ze niet, want die zag haar altijd zoo Verwijtend aan. Men moest feitelijk een badkuip hebben, die naar het bed gerold kon worden, of misschien was het nog aangenamer, als het bed naar het water ge schoven kon worden. In haar gedachten zag zij zich al in het bed liggen. Zij strekte een voet een beetje uit en daar voelde zij reeds met haar teenen de oppervlakte van het lauwe water. Duidelijk voelde zij de waterdruppels aan haar linker voetzool, langzaam dompelde ze haar voet dieper in het water, dat al spoe dig de enkel bereikte, het been, de knie daar ging de telefoon. Dat was het eenige commando, dat ze zon der uitzondering gehoorzaamde. Opgeschrikt gleed ze in haar pantoffels en in de gevoerde peignoir, liep naar de aangrenzende kamer en greep naar den hoom; „Hallo? Het was Bruno Seyffart, de neef en vriend van haar man, die twee tot drie keer per week haar van zijn kantoor uit opbelde en een paar minuten met haar babbelde. Vroeger had Irma plezier gehad in deze telefoonge sprekken en had gespannen geluisterd naar de nieuwste mop of het nieuwste schandaaltje. Sedert eenigen tijd echter schrok ze als ze de stem van Bruno herkende en keek beangstigd rond of er iemand in de kamer was. „Goeden morgen Irmaatje.... lang en lek ker geslapen? Hoe maakt je jongen het en Waldemar? Weet je waar ik vandaan kom? Nu raadt eens!" „Van de beurs?" „Neen, zoo vroeg in den morgen is er nog geen beurs. Toch wel jammer. Misschien zou ze dan meer goud in den mond hebben." Irma hoorde hem lachen en lachte mee, of schoon ze absoluut niet begreep, wat nu wel zoo komiek was. „Neen, ik kom niet van de beurs, wel van een ander groot gebouw, daarbij een ver schrikkelijk akelig gebouw, donker en koud.. Neen, kan je het niet raden? Van het strafge rechtshof in Moabit. Een getuigenverhoor in de affaire Rittenwald. Wist eerst niet eens wie die kerel was. De rechter van instructie ver telde me pas, dat het over die inbraak in jullie huis ging. Je weet toch welin Augustus? „JaIrma sprak zoo zacht, dat Seyf fart het niet eens hoorde. „Ik kon hem natuurlijk niets bizonders ver tellen. In de donkerte kon ik niets zien. ik ben slechts een schaduw nageloopen toen de lui boven als krankzinnigen om hulp schreeuwden. De rechter van instructie, tus- schen twee haakjes een nette man, was erg teleurgesteld. Dat zaakje schijnt allesbe halve opgehelderd te zijn. Misschien moet jij ook nog verhoord worden „ZooIrma liet even de hoorn zinken, daarop tilde ze hem op en en sprak in de mi crofoon: „Het spijt me, Bruno, het kind roept mij." Maar het was volkomen stil in de flat. De kleine Michael was al een half uur geleden met de kinderjuffrouw naar de Tiergarten ge gaan. IV. KARL. RITTENWALD. De rechter van instructie is voor den mis dadiger slechts gedurende zijn diensturen te spreken, de misdadiger is verplicht zich ten alle tijde door den rechter te laten ondervra gen. Hij mag liegen, verstokt zwijgen, elk ant woord weigeren, maar hij moet het zich laten welgevallen om op elk uur van den dag of nacht en vele uren achter elkaar uitgevraagd te worden. Dit is een voordeel, dat de staat in den strijd tegen de misdaad zichzelf ver zekerd heeft en de ambtenaren, die het duel hebben uit te vechten, maken dan ook gere geld gebruik van dit voordeel. Het is niets ongewoons als een rechter 's nachts in de gevangenis komt en zich naar de cel van den gearresteerde laat brengen, om den uit den slaap opgeschrikte aan een ver hoor te onderwerpen, 's Nachts is een mensch een ander wezen dan overdag, de tegenstrib belende geeft het op, de hardnekkige wordt moe, de wantrouwende legt zijn hart bloot, vrees breekt het hart van den moedige en de lafaard vlucht in de hoop op genade. Vaak hebben moordenaars gedurende het nachtelijk uur, dat hen het gezicht van hun slachtoffer weer voor de oogen tooverde, hun misdaad be kend, dikwijls hebben roovers en giftmengers 's nachts het misdrijf opgebiecht, dat zij 's middags nog brutaal ontkenden. De opzichters weten, wat het beteekent, als een rechter zich in het holst van den nacht laat opsluiten bij een gevangene. Wie uit den slaap gewekt wordt om rekening en verantwoording af te leggen, vecht voor zijn leven of wordt met een langdurige vrijheidsstraf bedreigd. Maar dat een rechter van instructie zich om 11 uur 's avonds naar een gevangene laat voeren, die wegens een doodgewone en nog wel mislukte inbraak in voorarrest zit, dat was iets onge woons. Het was een zeldzaamheid, dat de jonge arrondissements-rechter Questenberg, op een mooien Septemberavond zulk een ijve rige plichtsbetrachting toonde.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 9