ZONDERLINGE LEVENS Moeilijke uren voor Japan's wapenkoning. H.D.'V er tellin - Advertenties gXTKRPA'G r6 OCTOBER 1937 BEAU BRUMMELL. Zal het geld, of zullen de bommen beslissen? LET nu eens goed op. m'n kind, fluisterde Lady Windemere, zie je daar ginds bij de deur dien heer, die nu in gesprek is met Lord Malmesbury? Nu. hij zal ons zoo dadelijk wel aanspreken; zorg er dan vooral voor, een goeden indruk te maken, want dat is nu Le Beau Eigenlijk heette hij George Bryan Brum- mell; maar het zou van een tekort aan goe den smaak getuigd hebben hem anders aan *e dijden dan als le Beau of Beau Brummell. Een prins der dandies heeft nu eenmaal het recht, voldoende gevoel voor nuances te on derstellen bij allen die zich verstouten om in zijn nabijheid te zijn. Ja, dat was nu le Beau Brummell, de man, die het bestond om bijkans een halve eeuw lang den geest te bepalen der aristocratische salons van het Engelsche Koninkrijk, er de mode voor te schrijven en beschouwd te wor den als een der sierlijkste krullen aan het lof werk van een elegante eeuw. Uit zijn mond zouden de woorden van een Charles Baude laire, dandy gelijk hij, niet vreemd geklonken hebben: ..Kijk mij nu maar eens aan, meneer de handelaar in gedroogde pruimen! Zóó zou je je moeten kleeden en gedragen, zóó zou je je vermogen moeten besteden. Je zou ons best kunnen navolgen, denzelfden kleermaker kun nen kiezen als wij, dezelfde stoffen kunnen dragen. Maar nooit zou je het zoover brengen, dat je op ons geleek. Want je bent maar een parvenu zonder cultuur en fijngevoeligheid, zonder intellect en ziel. Het schoone is, on danks je rijkdom, een domein waarin je nooit zult kunnen doordringen. Begrijp je nu. waar om wij je verachten, meneer de bourgeois?" Beau Brummell. Brummell was allesbehalve een aristocraat van afkomst: zijn grootvader was confiseur, zijn vader secretaris van Lord North en bo vendien het toonbeeld van burgerlijke dege lijkheid. George, die uit zijn goed burgex-lijk verleden blijkbaar alleen maar den hart- grondigen afkeer daarvan had meegenomen, was de geboren dandy en flaneur, een „aristo" van levensstijl. Als zijn geestverwant Baudelaire, als zijn vrienden Byron en Sheri dan wil hij niets gemeen hebben met die klasse van kooplieden en industriëelen, die in het moderne Engeland langs den gouden ladder van den rijkdom naar het platform van aanzien en macht stijgen, om er zich daar behagelijk in te richten. Niets prikkelt hem meer dan de massageest, die de opkomst van den derden stand begeleidt. Daarom wil hij zich onderscheiden van het vulgair-conven- tioneele en zich-zelf zijn in elk gebaar, in elke Intonatie van zijn stem, in elk stuk van zijn even origineele als uitgebreide garderobe. He roïsch zal hij in het gehate tijdperk van ver vlakking en ondergang in de middelmatig heid, die in de woorden van een Saint Mare de Girardin: „soyons médiocres" zoowaar een leuze vindt, zijn persoonlijkste leven culti- veeren uit de vormenwereld die hij zichzelf geschapen heeft. En wie hem zoo zag gaan, le Beau Brum mell, zou met Baudelaire's karakteristiek van den dandy-in-het-algemeen kunnen zeggen: misschien is het een rijk man, misschien maar in ieder geval is het een Hercules zon der ambt „Adviseur" van den Prins van Wales Dandies worden niet gemaakt, ze worden 'geboren. Alleen het oogenblik, waarop de faam hun dandyisme gaat uitbazuinen kan van het toeval afhangen. Bestond het voor George Brummell in zijn tandenborstel, die op Eton- College, alwaar hij werd opgevoed, den roep van een pijnlijke zindelijkheid van hem deed uitgaan? Of was het de gratie, waarmee hij zijn eenvoudig, maar met uiterste zorg geko zen kleeding droeg, zijn witten stok met gou den knop zwaaide en zijn roemruchtige dassen strikte? Mogelijk ook de zelfbewuste, koel- afgemeten stem, die een ieder imponeerde? Om welke redenen dan ook, George werd Le Beau gedoopt en zijn naam was wijd en zijd bekend. Zelfs de Prins van Wales George, de latere Koning George IV, die in het dandyisme een bruikbaar middel zag tot verdrijving van zijn verveling, gaf den wensch te kennen met den mooien Brummell in kennis gebracht te worden. Menigen morgen sindsdien bracht de vórstelij ke George door in de vertrekken van zijn naamgenoot, waar de nieuwste snit gecreëerd werd. een ongemeene strik van de das werd beproef met een zorg. die een Oscar Wilde nauwelijks evenaarde. De troonsopvolger vond er niet alleen een stijl voor zijn dres ses", maar tevens één voor zijn leven. Vriendelijk was het niet, maar een tikje waarheid school er wel in. toen Le Beau eens, op den Prins van Wales doelend, snoefde: ik maakte hem tot wat hij is en ik kan hem ook weer in het niet doen verzinken Brummel voelde zich ver boven hem verheven en liet onvoorzichtig genoeg geen gele genheid voorbijgaan, om zijn vorstelijken vriend te vernederen. Prins George beschikte stellig over waardeerbare talenten, al miste hij ook de gave om te onderscheiden tusschen pronkzucht en dandyisme. Wat voor hem een tijdpasseering was, beteekende voor Le Beau een levenshouding. En bovendien: Brummell dichtte niet onaardig, zong met een aange naam stemgeluid, danste uitmuntend en be schikte over een even geestigen als scherpen tong. In de aanzienlijkste salons, die het Lon den der 18de eeuw telde, verkeerde hij dan ook met hertogen en lords als zijns gelijken, soms zelfs als zijn minderen. Als weinigen verstond hij de kunst om een ieder te verbazen, zonder zelf ooit verbaasd te staan. Zelfs als vaandrig bij het Garde regiment „The Tenth", dat. dank zij Bx-urrx- mell's vorstelijke relatie met den Prins van Wales, het voorrecht genoot om door den Prins der Dandies gecommandeerd te worden, vex-laat zijn gevatheid hem nooit: met moeite kan hij den troep vinden, waartoe hij behoort en misschien zou hij in deze inspannende be zigheid nooit geslaagd zijn, als de roode neus vaxi een van zijn manschappen niet een ge ruststellend herkenningsteeken voor hem was geweest. Maar, helaas, de roodneus wordt overgeplaatst en zonder mankeeren stelt George Brummell zich voor dexx verkeerden troep op. „Maar vaandx-ig", buldert de kolo nel. „dat is toch uw troep niet!" Brummell vex'trekt geen spier en antwoordt lichtelijk ge raakt: „Waarachtig wel, kolonel, dat zou me ook wat zijn, als ik niet eens mijn manschap pen kende!" En de overblufte kolonel zweeg. Ook al zou hij langer die onmodieuze uni form hebben gedx-agen, was er geen bruikbaar officier uit hem gegroeid. Gelukkig voor de roem van den Beau werd zijn militaire be kwaamheid niet lang op de proef gesteld: het gardex-egiment werd naar Manchester overge plaatst, een x-ookerige, benauwde fabrieksstad zonder salons, zonder aristoci'atie, zonder eenig spoor van de wereld van verfijning, waarixx de dandy ademerx kan. Of dit de reden was van Geoi'ge's afscheid van het leger, dan wel het voorschrift, dat bij legerorder gepoe derd haar werd voorgeschreven, teiwijl dit nota bene uit de mode was, blijft in het duis ter. Vast staat, dat de dandyprins zijn regi ment niet volgde naar zijn onfrissche stand plaats, maar zich vestigde in Londen. Luxueus kon zijn nieuwe woning niet ge noemd worden; maar wel was zij met een ver fijnden smaak ingericht in een geset van eenvoud, die, zooals één van Brummell's maxi mes luidde, het beste middel was om opvallend te zijn. Vier ton maken een aardige erfenis uit; voor een dandy als le Beau, die twee kuxx- stenaai's noodig had om zijn. handschoenen te vervaardigen en een drietal coiffeurs be hoefde om zijn kapsel in orde te brengen, be- teekent het, zich ingrijpende bepex-kingexx op leggenSober maar exquis zijn dan ook zijn maaltijden, waarbij de aanzienlijksten van het laxxd aanzitten en waaraan Prins Geox*ge van Wales zich niet zelden tegoed doet. Behalve de lekkex-beetjes van zijn Fran- schen kok serveerde le Beau zijn „bon-mots" met zooveel geest en elegance, dat men wel beseffen moest, hoeveer het dandyisme van dezen viveur van een gansch ander allooi was dan de modieuze pronkzucht der toenmalige „incroyables" en „petits-maitres". De gastheer Brummell wist te vennaken, te boeien, ja, aller bewondering af te dwingen; maar bi'illant was hij eerst in de tallooze clubs, die hij frequenteerde: in Carlton House, in Alfred Club, maar zeker in de beroemde „Watier", waar een Byron, een Moox*e, een Spencer veel geziene gasten waren. In Brook's club las hij met Sheridan niet alleen diens nieuwste pennevruchten door, alvorens ze naar den uitgever gingen, hij zat met hem aan de speeltafel, waar een gezelschap van professioneele spelers en speelsters zich aan het Macao te buiten ging. Als pex-fect dandy was le Beau een voox-beeldig speler: niemand die zijn hand ooit zag beven; toen hij een winst van drie ton opstreek moet dezelfde glimlach om zijn lippen hebben gespeeld als op het noodlottige moment, waarop hij zijn gansche vermogen verloren had. Onvex-stoord ging hij naar huis, kleedde zich met de mees te zorg voor de opera en volgde met gespan nen aandacht de voorstelling, die hij een uur voor den afloop verliet. Buiten wachtte zijn rijtuig, dat hem in vliegende vaart naar Dover bx-acht, waar een visschex-svaartuig gereed lag om ixxaxx en gerij aan boord te nemen en naar Frankrijk over te brengen. Vóór de Londen- sche schuldeischers zich van eenig gevaar be wust waren, was de vogel gevlogen. Brummell's wraak Het aantal schulden dat hij achterliet even aarde bijkans dat van zijn vrienden en vrien dinnen, misschien zelfs dat van zijn openlijke of heimelijke vijanden. Op één van deze laat- sten, zijn vroegeren beschermer den Prins van Wales, met wierx hij toen allang gebroken had, wist hij zich op het laatste moment nog te wreken. Onder de bezittingen van den Beau, die geveild werden, bevond zich namelijk een snuifdoos, die in handen kwam van Mrs. Chx'istie. De suizende troon. ARMIN BARTESE heeft een bochel. Geen vrouw wil iets van hem weten. En hij verlangt naar liefde, Armin, de misdeelde. Hij zou zoo graag worden bemind, maar ook bewonderd, ver wend en vertroeteld, zooals vele andere man nen. En Armin weet, dat zijix kromme rug al deze heerlijke dingen in den weg staat als een muur. Dertig jaren al draagt hij zijn bochel met zich als een zware last. Schuw sluipt hij ex- mee door het leven, verstopt zich en schaamt zich. Op een breede, stoffige straat, waar met lawaai en gepuf, een autowedstrijd wordt ge houden, ontwaakt Armin plotseling. Een nieuw perspectief gaat voor hem open. Zijn dat niet allen kleixxe koxiingen, die bestuur ders op hun schokkende zetels achter het stuur? En is niet ieder voorbij flitsende wa gen een kleine troon? Armin Bartese heeft geld genoeg. Hij kan zich kostbare grillen veroorloven. Hij koopt een wagen. Parelgrijs met rood-leeren zittingen. En een parelgrijze autojas en kap. Rijden leert hij vlug. Het steunende gesuis van den motor is een genot voor hem. een passie. Waar is liefde nog voor noodig? Hij heeft een wagen en de we reld is van hem nu. En de auto is geen dood ding. hij lééft. Hij is niet van metaal en ge vuld met benzine, neen, de motor is het hart, de benzine het ruischende bloed en de schok ken van den motor zijn de ademhalingen van een wezen, een levend wezen, waarvan hij houdt. Armin rijdt. Rijdt veel. Suist als een wer velwind door de straten, door gevaarlijke bochten. Armin is nu iemand waar men naar kijkt, iemand die meetelt; opvalt zelfs. Ar min heeft een troon gevonden, die hem ver heft boven de andere menschen, zijn troon, die in alle steden ter wereld kan staan. Nu komt Armin veel in gezelschap. Hij SXXREEM'S DXGBESD' Toen zij het deksel optilde, vond zij een briefje van den volgenden in houd: „Deze snuifdoos zou bestemd zijn geweest voor den Prins-regent, indien hij zich behoorlijker jegens mij had gedragenNog denzelfden dag gnuifde heel Londen over dezen laatsten zet van den geliefden dandy. 2n Calais haastte Brummell zich, om de 2500D franken, die hem nog restten, om te zetten in zeldzame exemplaren voor zijn verzameling van sixuifdoozen, porcelein en kostbaar meubilair, waarmee hij de vertrek ken in zijn nieuwe woonplaats tot een be zienswaardige „salon" omtooverde. Want hij wist maar al te goed, dat de Engelsche beau- monde nog altijd zijn bewonderende blikken op hem gevestigd hield. Zijn vx-ienden de her togen en Lords, zijn vriendinnen de ladies gx-ijpen maar al te graag elke denkbare gele genheid aan, om den Beau op het continent te bezoeken en zich nog eens te goed te doen aan zijn exquisen disch en zijn verkwikken de conversatie, in ruil waarvan zij blijk geven van hun erkentelijkheid in klinkende munt. Waarom ook niet? Menigeen heeft immers aan een enkele aanspraak in het openbaar, ja zelfs aan een groet van den prins der dan dies het aanzien te danken, dat hij in de kringen der Engelsche aristocratie geniet: Brummell kennen strekt tot aanbeveling, met hem omgaan beteekent een brevet van sociale volwaardigheid, zijn vriend zijn heeft de waarde vaxx een passe-partout in de uitgaan de wereld. Zelfs zijn buitenlandsch verblijf en zijn heimelijke vlucht brengen daar geen ver andering in. Zoo weet George Bruxnmell in Calais den zelfden levensstaat te voeren als vroeger te Londen: in den voox-middag „lever", gevolgd door een promenade op het Corso en beslo ten met een wandeling laxxgs de stadswallen. Nog juist rest hem dan voldoende tijd om zich gereed te maken voor het diner, dat prompt om zes uur in het Restaurant Dessin genoten wordt. Een gang naar dexx schouwbxxrg beëindigt de drukke exx sybarietisch gedoseerde werkzaamheden vaxx den dag. O, concessie aaxx den burgerlijken levens wandel: gebrek aaxx coixtantexx dwixxgt le Beau tot het aaixvaarden van het ambt van con sul in Engelschen dienst te Caën in Norman- dië, waar hij als eexx vorst zijn intrede doet. Maar toch is het, alsof er eexx smoezelige vlek is gevallen op de oxxberispelijkheid vaxx zijn dandyisme. Het is alles niet zóó brilliant, niet zóó innemend-oxxbezorgd en ixxdrukwekkend meex\ Ging zijxx leven het symbool worden van het dandyisme-zelf, dat Baudelaire zoo fijnzinnig kax-aktex-iseerde als eexx „zon die, ondergaande, haar pracht texx toon spreidt, maar zonder wax-xxxte is en vol vaxx melan cholie"? Met de jaren stapelden de zorgexx zich voor hem op: zijn schulden konden ondanks de hulp vaxx de trouwen vriendenschaar xxiet meer wox-den betaald; eexx lichte beroerte, die hem tijdens den maaltijd ixx zijn restaurant overviel, vertrok zijn mond tijdelijk tot een groteske grimas, de gevangenisdeuren vielen, dank zij den ijver van zijix schuldeischers, achter hem dichtEn xxog was de dandy in hem niet gestorvexx: nog liet hij zijxx parfums, haaroliën en creams van heinde en verre ko men; en als een geldixxzameling ixa drie maan den een einde maakt aan zijn gijzeling is het altijd nog de prins der daxxdies, wiens invrij heidstelling wordt gevierd in een ware orgie. Niets geleerd. Maar le Beau heeft niets geleerd: dandies lééren xxu eexxmaal niet, zij lévenals voor heen laat hij tonnen met Eau-de-Cologne aan- rukken, omdat hij zich in water niet wenscht te wasschexx; ixog immer moeten zijn schoexxeix gepoetst wordexx met eexx smeer, dat volgeixs zijxx speciaal recept alleexx voor hem vervaar digd wordt, exx de rekeningen beloopen op- xxieuw fantastische bedragen. Ja, nu is het inderdaad met den daxxdy ge- daaxx: jammerlijk verarmd leeft hij in zijn langzaam vertx-oebeleixden geest eeixzaanx ixx het rijk vaxx zijxx herinneringen, dat bevolkt is met de schixnmexx vaxx hexx, die eexxs met hem schitterden temidden vaxx de weelde der clubs en saloxxsIn verbeelding ziet hij zichzelf gaaxx, zwaaiend met zijxx wittexx stok, bewonderexxd nagestaard door voorbijgangers, gevierd bij de vrouwen, benijd door zijn mede- dandies In werkelijkheid strompelt hij gebukt en zwaar-leixnend op den vermaarden dandiestok. sjofeltjes gekleed exx op afgetrapte schoenexx door de straten van Calais, nagejouwd door de jeugd, uitgelachen door de volwassenen, aan wie de tragiek ontgaat van een prins der daixdies die. verbijsterd van verstand, snoep goed steelt in de winkels om niet vaxx honger om te komeix. 30 Maart 1840 sloot hij de versimpelde oogen voor goed in het kranzinnigengesticht ,Le Bon Sauveur", na er drie kostbare levensjaren verpleegd te zijn. C. J. E. DINAUX komt haast altijd op zijn suizenden troon. Het sxxex-pende lied vaxx den claxon is eexx streeling voor zijn oorexx, een blijde liefdes- ïxxelodie. Vele vrouwen vinden Armixx nu in teressant. stellen belang in hem. 't Is geen schande te worden geziexx met een gebrek kige, de wagen is haast zonder weerga ixx de stad. Eeix koning xxxet een bochel hoeft xxiet alleexx te blijven, hij kan een koningin krijgen. De troon maakt veel goed. Vele vrou wen zoekexx zijxx gezelschap, xxxaar Armixx heeft alleen interesse voor zijxx wagexx. Hij houdt van hem. Toch kruist een vrouw zijn weg, en direct weet Armin, zij is de vrouw. Plotseling, als een laaiende vlam, ontluikt zijn liefde. Zijxx liefde voor Katinka, eexx mooi, intelligent xxxeisje met een hooghartig gezichtje. Zij is de eerste, die ooit in Arnxin's wagexx heeft gezeten. Zij gaan uit. Dagelijks. Mét den wa- geix. Armin wordt eexx slecht bestuurder hij heeft nxeer aandacht voor zijn passagiere, daxx voor het stuur. Een paar keer heeft het goede toeval hun leven gered. Arnxin's liefde is als een opexx wond. Hij weet het al laxxg. Zijn passie voor deze vrouw is veel grooter daxx die voor zijxx suizendexx troon. Vroeger dacht hij. dat hij, gezeten op zijn troon, een koning was. Nu weet hij beter. Ongelukkig en eenzaam was hij vroeger. Geen koning. Nu pas is hij dat, nxet een koningin xxaast zich. Maar Katixxka is terughoudend. Misschien uit trots, misschiexx uit verlegenheid, denkt Armin exx vleit zich nxet de gedachte, dat ook zii zijn liefde zou beantwoorden la ter. Maanden duurt deze toestand. Nu weet hij niet meer: Is het een spelletje voor haar? Als zij niets voor hem voelt, waarom daxx....? Hij' wil zekerheid hebben. Eindelijk zeker heid. Hij stelt haar op de proef. Een proef, die hem zelf veel pijn veroorzaakt. Hij komt eenmaal zonder wagexx om haar af te ha len. Ook draagt hij dezen keer niet zijn dikke, grijsleeren autojas hij draagt een gewoon pak en zijn bochel is duidelijk zichtbaar. Ka- tinka wordt bleek als zij hem ziet. Loopen xxaast eexx bochel? Zijn donkere oogen kijken haar smeekend aan, Zijn heele lichaam beeft ..Ik ben vandaag erg ïxxoe". zegt Katinka „Ik kan niet met je meegaan". Armin's gezicht wordt aschgrauw. Hij Mitsui contra Dr. Kung. Door heel Japaxx gaat de roep: Geld! Geld voor wapeixs. geld voor vliegtuigen! En ixx de geheele wereld zijn Japansclxe en Chineesche onderhandelaars onderweg overal confereerexx zij met de „kooplieden des doods"... De granaten springen en de bommen ontploffen in Chixxa. Staal, kruit en lood uit de geheele wereld vernie len gebouwen en menschenlevens. Toch wordt er ixx de geheele wereld ixieuw staal, kruit en lood. kaxxonnen en vliegma chines. machinegeweren en taxxks gemaakt ook voor dezexx oorlog! In de gansche wereld zijn in deze weken Japansche en Ohineesche oxxderhandelaars aaxx het werk met koortsachtige ijver. In Tokio is reeds enkele weken geleden „eeix haxisse in vreemdelingeix" begonnexx. waarvan de ingewijden zeiden: ..Nu zijix de kooplieden des doods er nu zal de oorlog niet lang meer op zich laten wachten Eéxx man kan thans aangeduid worden als De koning der Japansche wapenindustrie. HachiroemexxMitsui! Hij is de machtigste van alle industriemagxxaten van Japaxx. Want hij is het hoofd der beroemde Mitsui-familie, die zich sinds 300 jaar systematisch tot een absolute ecoxxomische hegemonie heeft op gewerkt. De „Mitsui Commercial Enterprises" con troleeren fabrieken, banken, oliemaatschap pijen exxde wapenindustrie. Via Mitsui gaaix 85 pet. vaxx de Japansclxe wolexport, bijna 60 pet. van de totale kolenhandel. 40 pet, van de graanhandel en de machines in- eix uitvoer. Mitsui heeft zijxx agentschap pen op alle belangrijke plaatsen van de wereld zijn voornaaxxxste buitenlandsche centrales bevinden zich in Loxxden en New York. Mitsui heeft sedert tientallexx jarexx zijn re laties met de wapenindustrie der geheele schoone soppen krijgt Uw wasch bij ons. Het goed wordt niet schoon gewreven, maar schoon gewasschen. Thuis kan het niet voorzichtiger ge beuren. Mogen wij eens een proefwasch behandelen Met Uw speciale wenschen houden wij zorgvuldig rekening. Gedeeltelijke Mangelwasch 20 ct. p. K.G. Eenvoudige opmaakwasch 30 ct. p. K G. Dekens sloomen60 ct. N«»ml U da proaf aam, «tuur ons avan ondaritasnde coupon Wilt U a.s. dag proefwasch halen bij Wasscherjj J. BEELEX A Zn Bleekersvaartweg 13 - Heemstede - Tel. 28189 (Adv. Ingez. Med.) wendt zijn blik niet van haar af. ..Wat heb je?" vraagt Katinka, hoewel zij heel goed weet wat het is. „Het zou toch goed zijn als wij uitgingen, Katinka". zegt hij met doffe stem. „wat fris- sche lucht zal je goed doen. Ik laat den wa gexx sturen". En met bedroefde steixx telefoneert hij naar de garage. Nu glixxxlacht Katinka. De les, die zij hem gaf was heel goed. Nu weet hij, dat hij nooit zonder wagen hoeft te komen. De bel gaat. De wagen staat voor de deur en de chauffeur overhandigt Armin de leeren jas. Dadelijk trekt hij haar aan en zij stappen in. Katinka ziet er in het geheel niet meer moe uit. Langzaam rijdt de wagen weg. Armin zegt haar dat hij van haar houdt. Zegt haar dit op een eigenaardigen, vreem den, opgewoxxden toon. Nooit was hij zoo wanhopig geweest. Met zijn vertwijfelden blik kijkt hij haar nogmaals smeekend aan. Katinka geeft handige antwoorden, verzint uitvluchtjes. Vraagt een paar dagen te mo gen wachten met. het antwoord. Dan zwijgt Armin en Katinka begint een conventioneel gesprek. Zij is arm en de rijke man op zijn suizenden troon was maar bedoeld als aan trekkingskracht. Om op te vallen, hetgeen haar anders niet zoo goed lukte. Zij wilde, dat men over haar zou praten. Schoonheid alleen is niet meer voldoende. Zij xxxoet ten toongesteld worden ixx eexx mooie lijst. De motor bronxt vervaarlijk. De wijzer van den snelheidsmeter schiet vooruit, schommelt om de tachtig. In razende vaart vliegen boo- mexx en huizexx voorbij, ais zwarte staven of vlekkeix. De troon van metaal en leer suist, vliegt langs de straatDan een schok Een gilGekraak. Een ruïne van metaal, leer en glas zijn de resten van den fieren, suizenden troon. Bloed vloeit. Een vage glimlach ligt om den verstarden xxxond van Armin. Al was het heixx niet ge lukt. de vrouw, waar hij toch veel, veel meer van hield dan vaxx zijn troon, voor het leven aan zich te binden, hij heeft zijn harte- wensclx toch in vervulling doen gaan, want niemand zal hen nu ooit nxeer kunnen schei den. WILHELMINE BATINESTER. wereld. En het zijn deze internatioixale ka nalen der Mitsui's, waardoor de verhande lingen over wapens eix financiering van dezen oorlog loopen Ook in Japan oefent dc economie eenigen invloed uit op de politiek. Mitsui controleert niet alleexx wol, kolen en bewapeningen lxij coixtroleert ook de „coxxservatieve partij". Sedert vele jaren volgen dc conservatieven (Ado. Ingez. MedJ met de grootste belangstelling alle gebeurte- ïxissexx op het gebied van bewapening cn grondstoffen. Vaxx hen was het plan afkomstig om de bewapeningsindustrie uit te breiden. Wat door hen wordt besloten, wordt door Mitsui uitgevoerd. Tegexx deze conservatieve bemoeiingen kwamen dikwijls de z.n. „liberalen" in op stand. Maar ook deze liberalen zijn lxeel wat anders.dan „vrije democraten" achter hen staat de groote tegexxspeler van de Mitsui's: De Mitsubisis. De Mitsui's beschouwen hun concurrenten als „parvenus". Want terwijl zij zelf reeds op ruim 300 jaar economische hegemonie in Japan kmxneix terugblikken, dateert de opkomst van de Mitsubishis eerst vaxx den laatsten tijd wat macht en in vloed betreft staaxx zij weinig achter bij de Mitsui's. Maar dit jonge huis is „democra tischer", het interesseert zich xxxeer voor fi- nancieele politiek, dan voor de industrie. Daar het niet ixx die mate in de bewape ningsindustrie geïnteresseert is als dc Mit sui's, vreest het. vaxx oorlogsverwikkelingen veeleer een belasting van zijn internatio nale geldzaken. Daaroixx zijn do Mitsubishis eenigszixxs „pacifistisch" ingesteld. Op dit oogexxblik gebruikt ook het huis Mitsubishi zijn geheele internationale in vloed voor bewapingsdoeleinden. Ook in zijn agentschappexx in alle deelexx der wereld con fereerexx thaixs Japanners met de „kooplieden des doods". Want daarover zijn de Mitsui's en de Mit subishis het eens: een lange oorlog be teekent een erxxstige bedreiging voor de Ja pansclxe ecoxxomie. Men moet snel handelen, snel koopen, snel overwinnenwant an ders De concurrent. „Wij moeten ons instellen op oen langen tegenstand, wij moetexx ons jarenlang kun nen verdedigenwant andersDit is de leuze, waarmee een ander kopstuk op financieel gebied vaxx China in het Verre Oostexx de geheele wereld afreist. De minister van financiëix. dr. Kung. heeft zich persoon lijk op eexx reis door de wereld begeven, om wapeixs in alle deelexx der wereld te koopen, wapeixs voor een strijd, waarin China alleen vooruitzichten heeft, als het stand weet te houdeix ondanks vreeselijke aanvallen en verliezen. Natuurlijk is men op geen enkele plek ter wereld beter op de hoogte van iedere stap. die dr. Kung en zqn helpers doet. dan in het kamp van de tegenstanders, in Tokio. Dagelijks komen berichten binneix. die het verloop vermelden vaxx de onderhandelingen tusschen de machtige, buitengewoon handige en invloedrijke concurrent en de kooplieden des doods. Men kan thaxxs nog niet zeggen, waar in werkelijkheid de strijd in het Verre Oosten beslist zal worden: op het slagveld, waar duizenden en nog eexxs duizenden soldaten en weerloozen doodbloeden of in de confe rentie-zalen. hotelkamers en kroegjes, waar de „kooplieden des doos" hun geheime be sprekingen houden met de onderhandelaren vaxx Japan en China. In ieder geval speelt zich hier een gigantisch duel af der finan- cieele machten, waarvan de uitslag beslis send zal zijn voor de sterkte der fronten. Fe. (Nadruk verboden). ter aanprijzing van geneesmiddelen of geneeswijzen worden alleen ter plaatsing aan vaard, wanneer zij voorzien zijn van een stempel van de Commissie van Controle op de Aanprijzing van Geneesmiddelen en Genees wijzen, gevestigd te 's-Gravenhage. ANNONCES VAN GELDAANBIEDIN- GEN worden eerst na gunstige informatie, verkregen van een be voegde instantie, voor plaatsing aangenomen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 15