ZONDERLINGE LEVENS
Moeilijke uren voor Japan's wapenkoning.
H.D.'V er tellin
-
Advertenties
gXTKRPA'G r6 OCTOBER 1937
BEAU BRUMMELL.
Zal het geld, of zullen de bommen beslissen?
LET nu eens goed op. m'n kind,
fluisterde Lady Windemere,
zie je daar ginds bij de deur
dien heer, die nu in gesprek is
met Lord Malmesbury? Nu. hij zal ons
zoo dadelijk wel aanspreken; zorg er
dan vooral voor, een goeden indruk te
maken, want dat is nu Le Beau
Eigenlijk heette hij George Bryan Brum-
mell; maar het zou van een tekort aan goe
den smaak getuigd hebben hem anders aan
*e dijden dan als le Beau of Beau Brummell.
Een prins der dandies heeft nu eenmaal het
recht, voldoende gevoel voor nuances te on
derstellen bij allen die zich verstouten om in
zijn nabijheid te zijn.
Ja, dat was nu le Beau Brummell, de man,
die het bestond om bijkans een halve eeuw
lang den geest te bepalen der aristocratische
salons van het Engelsche Koninkrijk, er de
mode voor te schrijven en beschouwd te wor
den als een der sierlijkste krullen aan het lof
werk van een elegante eeuw. Uit zijn mond
zouden de woorden van een Charles Baude
laire, dandy gelijk hij, niet vreemd geklonken
hebben: ..Kijk mij nu maar eens aan, meneer
de handelaar in gedroogde pruimen! Zóó zou
je je moeten kleeden en gedragen, zóó zou je
je vermogen moeten besteden. Je zou ons best
kunnen navolgen, denzelfden kleermaker kun
nen kiezen als wij, dezelfde stoffen kunnen
dragen. Maar nooit zou je het zoover brengen,
dat je op ons geleek. Want je bent maar een
parvenu zonder cultuur en fijngevoeligheid,
zonder intellect en ziel. Het schoone is, on
danks je rijkdom, een domein waarin je nooit
zult kunnen doordringen. Begrijp je nu. waar
om wij je verachten, meneer de bourgeois?"
Beau Brummell.
Brummell was allesbehalve een aristocraat
van afkomst: zijn grootvader was confiseur,
zijn vader secretaris van Lord North en bo
vendien het toonbeeld van burgerlijke dege
lijkheid. George, die uit zijn goed burgex-lijk
verleden blijkbaar alleen maar den hart-
grondigen afkeer daarvan had meegenomen,
was de geboren dandy en flaneur, een
„aristo" van levensstijl. Als zijn geestverwant
Baudelaire, als zijn vrienden Byron en Sheri
dan wil hij niets gemeen hebben met die
klasse van kooplieden en industriëelen, die
in het moderne Engeland langs den gouden
ladder van den rijkdom naar het platform
van aanzien en macht stijgen, om er zich daar
behagelijk in te richten. Niets prikkelt hem
meer dan de massageest, die de opkomst van
den derden stand begeleidt. Daarom wil hij
zich onderscheiden van het vulgair-conven-
tioneele en zich-zelf zijn in elk gebaar, in elke
Intonatie van zijn stem, in elk stuk van zijn
even origineele als uitgebreide garderobe. He
roïsch zal hij in het gehate tijdperk van ver
vlakking en ondergang in de middelmatig
heid, die in de woorden van een Saint Mare
de Girardin: „soyons médiocres" zoowaar een
leuze vindt, zijn persoonlijkste leven culti-
veeren uit de vormenwereld die hij zichzelf
geschapen heeft.
En wie hem zoo zag gaan, le Beau Brum
mell, zou met Baudelaire's karakteristiek van
den dandy-in-het-algemeen kunnen zeggen:
misschien is het een rijk man, misschien
maar in ieder geval is het een Hercules zon
der ambt
„Adviseur" van den Prins van Wales
Dandies worden niet gemaakt, ze worden
'geboren. Alleen het oogenblik, waarop de
faam hun dandyisme gaat uitbazuinen kan van
het toeval afhangen. Bestond het voor George
Brummell in zijn tandenborstel, die op Eton-
College, alwaar hij werd opgevoed, den roep
van een pijnlijke zindelijkheid van hem deed
uitgaan? Of was het de gratie, waarmee hij
zijn eenvoudig, maar met uiterste zorg geko
zen kleeding droeg, zijn witten stok met gou
den knop zwaaide en zijn roemruchtige dassen
strikte? Mogelijk ook de zelfbewuste, koel-
afgemeten stem, die een ieder imponeerde?
Om welke redenen dan ook, George
werd Le Beau gedoopt en zijn naam
was wijd en zijd bekend. Zelfs de Prins
van Wales George, de latere Koning
George IV, die in het dandyisme een
bruikbaar middel zag tot verdrijving
van zijn verveling, gaf den wensch te
kennen met den mooien Brummell in
kennis gebracht te worden. Menigen
morgen sindsdien bracht de vórstelij
ke George door in de vertrekken van
zijn naamgenoot, waar de nieuwste
snit gecreëerd werd. een ongemeene
strik van de das werd beproef met een
zorg. die een Oscar Wilde nauwelijks
evenaarde. De troonsopvolger vond er
niet alleen een stijl voor zijn dres
ses", maar tevens één voor zijn leven.
Vriendelijk was het niet, maar een tikje
waarheid school er wel in. toen Le Beau eens,
op den Prins van Wales doelend, snoefde: ik
maakte hem tot wat hij is en ik kan hem
ook weer in het niet doen verzinken
Brummel voelde zich ver boven hem verheven
en liet onvoorzichtig genoeg geen gele
genheid voorbijgaan, om zijn vorstelijken
vriend te vernederen. Prins George beschikte
stellig over waardeerbare talenten, al miste
hij ook de gave om te onderscheiden tusschen
pronkzucht en dandyisme. Wat voor hem een
tijdpasseering was, beteekende voor Le Beau
een levenshouding. En bovendien: Brummell
dichtte niet onaardig, zong met een aange
naam stemgeluid, danste uitmuntend en be
schikte over een even geestigen als scherpen
tong. In de aanzienlijkste salons, die het Lon
den der 18de eeuw telde, verkeerde hij dan
ook met hertogen en lords als zijns gelijken,
soms zelfs als zijn minderen.
Als weinigen verstond hij de kunst om een
ieder te verbazen, zonder zelf ooit verbaasd
te staan. Zelfs als vaandrig bij het Garde
regiment „The Tenth", dat. dank zij Bx-urrx-
mell's vorstelijke relatie met den Prins van
Wales, het voorrecht genoot om door den
Prins der Dandies gecommandeerd te worden,
vex-laat zijn gevatheid hem nooit: met moeite
kan hij den troep vinden, waartoe hij behoort
en misschien zou hij in deze inspannende be
zigheid nooit geslaagd zijn, als de roode neus
vaxi een van zijn manschappen niet een ge
ruststellend herkenningsteeken voor hem was
geweest. Maar, helaas, de roodneus wordt
overgeplaatst en zonder mankeeren stelt
George Brummell zich voor dexx verkeerden
troep op. „Maar vaandx-ig", buldert de kolo
nel. „dat is toch uw troep niet!" Brummell
vex'trekt geen spier en antwoordt lichtelijk ge
raakt: „Waarachtig wel, kolonel, dat zou me
ook wat zijn, als ik niet eens mijn manschap
pen kende!" En de overblufte kolonel zweeg.
Ook al zou hij langer die onmodieuze uni
form hebben gedx-agen, was er geen bruikbaar
officier uit hem gegroeid. Gelukkig voor de
roem van den Beau werd zijn militaire be
kwaamheid niet lang op de proef gesteld: het
gardex-egiment werd naar Manchester overge
plaatst, een x-ookerige, benauwde fabrieksstad
zonder salons, zonder aristoci'atie, zonder
eenig spoor van de wereld van verfijning,
waarixx de dandy ademerx kan. Of dit de reden
was van Geoi'ge's afscheid van het leger, dan
wel het voorschrift, dat bij legerorder gepoe
derd haar werd voorgeschreven, teiwijl dit
nota bene uit de mode was, blijft in het duis
ter. Vast staat, dat de dandyprins zijn regi
ment niet volgde naar zijn onfrissche stand
plaats, maar zich vestigde in Londen.
Luxueus kon zijn nieuwe woning niet ge
noemd worden; maar wel was zij met een ver
fijnden smaak ingericht in een geset van
eenvoud, die, zooals één van Brummell's maxi
mes luidde, het beste middel was om opvallend
te zijn. Vier ton maken een aardige erfenis
uit; voor een dandy als le Beau, die twee kuxx-
stenaai's noodig had om zijn. handschoenen
te vervaardigen en een drietal coiffeurs be
hoefde om zijn kapsel in orde te brengen, be-
teekent het, zich ingrijpende bepex-kingexx op
leggenSober maar exquis zijn dan ook
zijn maaltijden, waarbij de aanzienlijksten
van het laxxd aanzitten en waaraan Prins
Geox*ge van Wales zich niet zelden tegoed
doet. Behalve de lekkex-beetjes van zijn Fran-
schen kok serveerde le Beau zijn „bon-mots"
met zooveel geest en elegance, dat men wel
beseffen moest, hoeveer het dandyisme van
dezen viveur van een gansch ander allooi was
dan de modieuze pronkzucht der toenmalige
„incroyables" en „petits-maitres".
De gastheer Brummell wist te vennaken, te
boeien, ja, aller bewondering af te dwingen;
maar bi'illant was hij eerst in de tallooze clubs,
die hij frequenteerde: in Carlton House, in
Alfred Club, maar zeker in de beroemde
„Watier", waar een Byron, een Moox*e, een
Spencer veel geziene gasten waren. In
Brook's club las hij met Sheridan niet alleen
diens nieuwste pennevruchten door, alvorens
ze naar den uitgever gingen, hij zat met hem
aan de speeltafel, waar een gezelschap van
professioneele spelers en speelsters zich aan
het Macao te buiten ging. Als pex-fect dandy
was le Beau een voox-beeldig speler: niemand
die zijn hand ooit zag beven; toen hij een
winst van drie ton opstreek moet dezelfde
glimlach om zijn lippen hebben gespeeld als
op het noodlottige moment, waarop hij zijn
gansche vermogen verloren had. Onvex-stoord
ging hij naar huis, kleedde zich met de mees
te zorg voor de opera en volgde met gespan
nen aandacht de voorstelling, die hij een uur
voor den afloop verliet. Buiten wachtte zijn
rijtuig, dat hem in vliegende vaart naar Dover
bx-acht, waar een visschex-svaartuig gereed lag
om ixxaxx en gerij aan boord te nemen en naar
Frankrijk over te brengen. Vóór de Londen-
sche schuldeischers zich van eenig gevaar be
wust waren, was de vogel gevlogen.
Brummell's wraak
Het aantal schulden dat hij achterliet even
aarde bijkans dat van zijn vrienden en vrien
dinnen, misschien zelfs dat van zijn openlijke
of heimelijke vijanden. Op één van deze laat-
sten, zijn vroegeren beschermer den Prins
van Wales, met wierx hij toen allang gebroken
had, wist hij zich op het laatste moment nog
te wreken. Onder de bezittingen van den Beau,
die geveild werden, bevond zich namelijk een
snuifdoos, die in handen kwam van Mrs.
Chx'istie.
De suizende troon.
ARMIN BARTESE heeft een bochel.
Geen vrouw wil iets van hem weten.
En hij verlangt naar liefde, Armin,
de misdeelde. Hij zou zoo graag
worden bemind, maar ook bewonderd, ver
wend en vertroeteld, zooals vele andere man
nen. En Armin weet, dat zijix kromme rug al
deze heerlijke dingen in den weg staat
als een muur.
Dertig jaren al draagt hij zijn bochel met
zich als een zware last. Schuw sluipt hij ex-
mee door het leven, verstopt zich en schaamt
zich.
Op een breede, stoffige straat, waar met
lawaai en gepuf, een autowedstrijd wordt ge
houden, ontwaakt Armin plotseling. Een
nieuw perspectief gaat voor hem open. Zijn
dat niet allen kleixxe koxiingen, die bestuur
ders op hun schokkende zetels achter het
stuur? En is niet ieder voorbij flitsende wa
gen een kleine troon? Armin Bartese heeft
geld genoeg. Hij kan zich kostbare grillen
veroorloven. Hij koopt een wagen. Parelgrijs
met rood-leeren zittingen. En een parelgrijze
autojas en kap. Rijden leert hij vlug. Het
steunende gesuis van den motor is een genot
voor hem. een passie. Waar is liefde nog
voor noodig? Hij heeft een wagen en de we
reld is van hem nu. En de auto is geen dood
ding. hij lééft. Hij is niet van metaal en ge
vuld met benzine, neen, de motor is het hart,
de benzine het ruischende bloed en de schok
ken van den motor zijn de ademhalingen
van een wezen, een levend wezen, waarvan
hij houdt.
Armin rijdt. Rijdt veel. Suist als een wer
velwind door de straten, door gevaarlijke
bochten. Armin is nu iemand waar men naar
kijkt, iemand die meetelt; opvalt zelfs. Ar
min heeft een troon gevonden, die hem ver
heft boven de andere menschen, zijn troon,
die in alle steden ter wereld kan staan.
Nu komt Armin veel in gezelschap. Hij
SXXREEM'S DXGBESD'
Toen zij het deksel optilde, vond
zij een briefje van den volgenden in
houd: „Deze snuifdoos zou bestemd
zijn geweest voor den Prins-regent,
indien hij zich behoorlijker jegens mij
had gedragenNog denzelfden
dag gnuifde heel Londen over dezen
laatsten zet van den geliefden dandy.
2n Calais haastte Brummell zich, om de
2500D franken, die hem nog restten, om
te zetten in zeldzame exemplaren voor zijn
verzameling van sixuifdoozen, porcelein en
kostbaar meubilair, waarmee hij de vertrek
ken in zijn nieuwe woonplaats tot een be
zienswaardige „salon" omtooverde. Want hij
wist maar al te goed, dat de Engelsche beau-
monde nog altijd zijn bewonderende blikken
op hem gevestigd hield. Zijn vx-ienden de her
togen en Lords, zijn vriendinnen de ladies
gx-ijpen maar al te graag elke denkbare gele
genheid aan, om den Beau op het continent
te bezoeken en zich nog eens te goed te doen
aan zijn exquisen disch en zijn verkwikken
de conversatie, in ruil waarvan zij blijk geven
van hun erkentelijkheid in klinkende munt.
Waarom ook niet? Menigeen heeft immers
aan een enkele aanspraak in het openbaar,
ja zelfs aan een groet van den prins der dan
dies het aanzien te danken, dat hij in de
kringen der Engelsche aristocratie geniet:
Brummell kennen strekt tot aanbeveling, met
hem omgaan beteekent een brevet van sociale
volwaardigheid, zijn vriend zijn heeft de
waarde vaxx een passe-partout in de uitgaan
de wereld. Zelfs zijn buitenlandsch verblijf en
zijn heimelijke vlucht brengen daar geen ver
andering in.
Zoo weet George Bruxnmell in Calais den
zelfden levensstaat te voeren als vroeger te
Londen: in den voox-middag „lever", gevolgd
door een promenade op het Corso en beslo
ten met een wandeling laxxgs de stadswallen.
Nog juist rest hem dan voldoende tijd om
zich gereed te maken voor het diner, dat
prompt om zes uur in het Restaurant Dessin
genoten wordt. Een gang naar dexx schouwbxxrg
beëindigt de drukke exx sybarietisch gedoseerde
werkzaamheden vaxx den dag.
O, concessie aaxx den burgerlijken levens
wandel: gebrek aaxx coixtantexx dwixxgt le Beau
tot het aaixvaarden van het ambt van con
sul in Engelschen dienst te Caën in Norman-
dië, waar hij als eexx vorst zijn intrede doet.
Maar toch is het, alsof er eexx smoezelige vlek
is gevallen op de oxxberispelijkheid vaxx zijn
dandyisme. Het is alles niet zóó brilliant, niet
zóó innemend-oxxbezorgd en ixxdrukwekkend
meex\ Ging zijxx leven het symbool worden
van het dandyisme-zelf, dat Baudelaire zoo
fijnzinnig kax-aktex-iseerde als eexx „zon die,
ondergaande, haar pracht texx toon spreidt,
maar zonder wax-xxxte is en vol vaxx melan
cholie"?
Met de jaren stapelden de zorgexx zich voor
hem op: zijn schulden konden ondanks de
hulp vaxx de trouwen vriendenschaar xxiet
meer wox-den betaald; eexx lichte beroerte, die
hem tijdens den maaltijd ixx zijn restaurant
overviel, vertrok zijn mond tijdelijk tot een
groteske grimas, de gevangenisdeuren vielen,
dank zij den ijver van zijix schuldeischers,
achter hem dichtEn xxog was de dandy in
hem niet gestorvexx: nog liet hij zijxx parfums,
haaroliën en creams van heinde en verre ko
men; en als een geldixxzameling ixa drie maan
den een einde maakt aan zijn gijzeling is het
altijd nog de prins der daxxdies, wiens invrij
heidstelling wordt gevierd in een ware orgie.
Niets geleerd.
Maar le Beau heeft niets geleerd: dandies
lééren xxu eexxmaal niet, zij lévenals voor
heen laat hij tonnen met Eau-de-Cologne aan-
rukken, omdat hij zich in water niet wenscht
te wasschexx; ixog immer moeten zijn schoexxeix
gepoetst wordexx met eexx smeer, dat volgeixs
zijxx speciaal recept alleexx voor hem vervaar
digd wordt, exx de rekeningen beloopen op-
xxieuw fantastische bedragen.
Ja, nu is het inderdaad met den daxxdy ge-
daaxx: jammerlijk verarmd leeft hij in zijn
langzaam vertx-oebeleixden geest eeixzaanx ixx
het rijk vaxx zijxx herinneringen, dat bevolkt
is met de schixnmexx vaxx hexx, die eexxs met
hem schitterden temidden vaxx de weelde der
clubs en saloxxsIn verbeelding ziet hij
zichzelf gaaxx, zwaaiend met zijxx wittexx stok,
bewonderexxd nagestaard door voorbijgangers,
gevierd bij de vrouwen, benijd door zijn mede-
dandies
In werkelijkheid strompelt hij gebukt en
zwaar-leixnend op den vermaarden dandiestok.
sjofeltjes gekleed exx op afgetrapte schoenexx
door de straten van Calais, nagejouwd door
de jeugd, uitgelachen door de volwassenen,
aan wie de tragiek ontgaat van een prins der
daixdies die. verbijsterd van verstand, snoep
goed steelt in de winkels om niet vaxx honger
om te komeix.
30 Maart 1840 sloot hij de versimpelde oogen
voor goed in het kranzinnigengesticht ,Le
Bon Sauveur", na er drie kostbare levensjaren
verpleegd te zijn.
C. J. E. DINAUX
komt haast altijd op zijn suizenden troon.
Het sxxex-pende lied vaxx den claxon is eexx
streeling voor zijn oorexx, een blijde liefdes-
ïxxelodie. Vele vrouwen vinden Armixx nu in
teressant. stellen belang in hem. 't Is geen
schande te worden geziexx met een gebrek
kige, de wagen is haast zonder weerga ixx
de stad. Eeix koning xxxet een bochel hoeft
xxiet alleexx te blijven, hij kan een koningin
krijgen. De troon maakt veel goed. Vele vrou
wen zoekexx zijxx gezelschap, xxxaar Armixx
heeft alleen interesse voor zijxx wagexx. Hij
houdt van hem.
Toch kruist een vrouw zijn weg, en direct
weet Armin, zij is de vrouw. Plotseling, als
een laaiende vlam, ontluikt zijn liefde. Zijxx
liefde voor Katinka, eexx mooi, intelligent
xxxeisje met een hooghartig gezichtje. Zij is
de eerste, die ooit in Arnxin's wagexx heeft
gezeten. Zij gaan uit. Dagelijks. Mét den wa-
geix. Armin wordt eexx slecht bestuurder
hij heeft nxeer aandacht voor zijn passagiere,
daxx voor het stuur. Een paar keer heeft het
goede toeval hun leven gered. Arnxin's liefde
is als een opexx wond. Hij weet het al laxxg.
Zijn passie voor deze vrouw is veel grooter
daxx die voor zijxx suizendexx troon. Vroeger
dacht hij. dat hij, gezeten op zijn troon, een
koning was. Nu weet hij beter. Ongelukkig en
eenzaam was hij vroeger. Geen koning. Nu
pas is hij dat, nxet een koningin xxaast zich.
Maar Katixxka is terughoudend. Misschien
uit trots, misschiexx uit verlegenheid, denkt
Armin exx vleit zich nxet de gedachte, dat
ook zii zijn liefde zou beantwoorden la
ter. Maanden duurt deze toestand. Nu weet
hij niet meer: Is het een spelletje voor haar?
Als zij niets voor hem voelt, waarom daxx....?
Hij' wil zekerheid hebben. Eindelijk zeker
heid. Hij stelt haar op de proef. Een proef,
die hem zelf veel pijn veroorzaakt. Hij komt
eenmaal zonder wagexx om haar af te ha
len. Ook draagt hij dezen keer niet zijn dikke,
grijsleeren autojas hij draagt een gewoon pak
en zijn bochel is duidelijk zichtbaar. Ka-
tinka wordt bleek als zij hem ziet. Loopen
xxaast eexx bochel? Zijn donkere oogen kijken
haar smeekend aan, Zijn heele lichaam beeft
..Ik ben vandaag erg ïxxoe". zegt Katinka
„Ik kan niet met je meegaan".
Armin's gezicht wordt aschgrauw. Hij
Mitsui contra Dr. Kung.
Door heel Japaxx gaat de
roep: Geld! Geld voor
wapeixs. geld voor vliegtuigen!
En ixx de geheele wereld zijn
Japansclxe en Chineesche
onderhandelaars onderweg
overal confereerexx zij met
de „kooplieden des doods"...
De granaten springen en de bommen
ontploffen in Chixxa. Staal, kruit en
lood uit de geheele wereld vernie
len gebouwen en menschenlevens.
Toch wordt er ixx de geheele wereld ixieuw
staal, kruit en lood. kaxxonnen en vliegma
chines. machinegeweren en taxxks gemaakt
ook voor dezexx oorlog!
In de gansche wereld zijn in deze weken
Japansche en Ohineesche oxxderhandelaars
aaxx het werk met koortsachtige ijver. In
Tokio is reeds enkele weken geleden „eeix
haxisse in vreemdelingeix" begonnexx. waarvan
de ingewijden zeiden: ..Nu zijix de kooplieden
des doods er nu zal de oorlog niet lang
meer op zich laten wachten
Eéxx man kan thans aangeduid worden als
De koning der Japansche
wapenindustrie.
HachiroemexxMitsui! Hij is de machtigste
van alle industriemagxxaten van Japaxx. Want
hij is het hoofd der beroemde Mitsui-familie,
die zich sinds 300 jaar systematisch tot een
absolute ecoxxomische hegemonie heeft op
gewerkt.
De „Mitsui Commercial Enterprises" con
troleeren fabrieken, banken, oliemaatschap
pijen exxde wapenindustrie. Via Mitsui
gaaix 85 pet. vaxx de Japansclxe wolexport,
bijna 60 pet. van de totale kolenhandel. 40
pet, van de graanhandel en de machines
in- eix uitvoer. Mitsui heeft zijxx agentschap
pen op alle belangrijke plaatsen van de wereld
zijn voornaaxxxste buitenlandsche centrales
bevinden zich in Loxxden en New York.
Mitsui heeft sedert tientallexx jarexx zijn re
laties met de wapenindustrie der geheele
schoone soppen
krijgt Uw wasch bij ons. Het goed
wordt niet schoon gewreven,
maar schoon gewasschen. Thuis
kan het niet voorzichtiger ge
beuren. Mogen wij eens een
proefwasch behandelen Met Uw
speciale wenschen houden wij
zorgvuldig rekening.
Gedeeltelijke Mangelwasch 20 ct. p. K.G.
Eenvoudige opmaakwasch 30 ct. p. K G.
Dekens sloomen60 ct.
N«»ml U da proaf aam, «tuur ons avan ondaritasnde coupon
Wilt U a.s.
dag
proefwasch halen bij
Wasscherjj
J. BEELEX A Zn
Bleekersvaartweg 13 - Heemstede - Tel. 28189
(Adv. Ingez. Med.)
wendt zijn blik niet van haar af. ..Wat heb
je?" vraagt Katinka, hoewel zij heel goed
weet wat het is.
„Het zou toch goed zijn als wij uitgingen,
Katinka". zegt hij met doffe stem. „wat fris-
sche lucht zal je goed doen. Ik laat den wa
gexx sturen".
En met bedroefde steixx telefoneert hij naar
de garage. Nu glixxxlacht Katinka. De les, die
zij hem gaf was heel goed. Nu weet hij, dat
hij nooit zonder wagen hoeft te komen. De
bel gaat. De wagen staat voor de deur en de
chauffeur overhandigt Armin de leeren jas.
Dadelijk trekt hij haar aan en zij stappen
in. Katinka ziet er in het geheel niet meer
moe uit. Langzaam rijdt de wagen weg.
Armin zegt haar dat hij van haar houdt.
Zegt haar dit op een eigenaardigen, vreem
den, opgewoxxden toon. Nooit was hij zoo
wanhopig geweest. Met zijn vertwijfelden
blik kijkt hij haar nogmaals smeekend aan.
Katinka geeft handige antwoorden, verzint
uitvluchtjes. Vraagt een paar dagen te mo
gen wachten met. het antwoord. Dan zwijgt
Armin en Katinka begint een conventioneel
gesprek. Zij is arm en de rijke man op zijn
suizenden troon was maar bedoeld als aan
trekkingskracht. Om op te vallen, hetgeen
haar anders niet zoo goed lukte. Zij wilde,
dat men over haar zou praten. Schoonheid
alleen is niet meer voldoende. Zij xxxoet ten
toongesteld worden ixx eexx mooie lijst.
De motor bronxt vervaarlijk. De wijzer van
den snelheidsmeter schiet vooruit, schommelt
om de tachtig. In razende vaart vliegen boo-
mexx en huizexx voorbij, ais zwarte staven of
vlekkeix. De troon van metaal en leer suist,
vliegt langs de straatDan een schok
Een gilGekraak. Een ruïne van metaal,
leer en glas zijn de resten van den fieren,
suizenden troon. Bloed vloeit.
Een vage glimlach ligt om den verstarden
xxxond van Armin. Al was het heixx niet ge
lukt. de vrouw, waar hij toch veel, veel meer
van hield dan vaxx zijn troon, voor het leven
aan zich te binden, hij heeft zijn harte-
wensclx toch in vervulling doen gaan, want
niemand zal hen nu ooit nxeer kunnen schei
den.
WILHELMINE BATINESTER.
wereld. En het zijn deze internatioixale ka
nalen der Mitsui's, waardoor de verhande
lingen over wapens eix financiering van dezen
oorlog loopen
Ook in Japan oefent dc economie eenigen
invloed uit op de politiek. Mitsui controleert
niet alleexx wol, kolen en bewapeningen
lxij coixtroleert ook de „coxxservatieve partij".
Sedert vele jaren volgen dc conservatieven
(Ado. Ingez. MedJ
met de grootste belangstelling alle gebeurte-
ïxissexx op het gebied van bewapening cn
grondstoffen. Vaxx hen was het plan afkomstig
om de bewapeningsindustrie uit te breiden.
Wat door hen wordt besloten, wordt door
Mitsui uitgevoerd.
Tegexx deze conservatieve bemoeiingen
kwamen dikwijls de z.n. „liberalen" in op
stand. Maar ook deze liberalen zijn lxeel wat
anders.dan „vrije democraten" achter hen
staat de groote tegexxspeler van de Mitsui's:
De Mitsubisis. De Mitsui's beschouwen hun
concurrenten als „parvenus". Want terwijl
zij zelf reeds op ruim 300 jaar economische
hegemonie in Japan kmxneix terugblikken,
dateert de opkomst van de Mitsubishis eerst
vaxx den laatsten tijd wat macht en in
vloed betreft staaxx zij weinig achter bij de
Mitsui's. Maar dit jonge huis is „democra
tischer", het interesseert zich xxxeer voor fi-
nancieele politiek, dan voor de industrie.
Daar het niet ixx die mate in de bewape
ningsindustrie geïnteresseert is als dc Mit
sui's, vreest het. vaxx oorlogsverwikkelingen
veeleer een belasting van zijn internatio
nale geldzaken. Daaroixx zijn do Mitsubishis
eenigszixxs „pacifistisch" ingesteld.
Op dit oogexxblik gebruikt ook het huis
Mitsubishi zijn geheele internationale in
vloed voor bewapingsdoeleinden. Ook in zijn
agentschappexx in alle deelexx der wereld con
fereerexx thaixs Japanners met de „kooplieden
des doods".
Want daarover zijn de Mitsui's en de Mit
subishis het eens: een lange oorlog be
teekent een erxxstige bedreiging voor de Ja
pansclxe ecoxxomie. Men moet snel handelen,
snel koopen, snel overwinnenwant an
ders
De concurrent.
„Wij moeten ons instellen op oen langen
tegenstand, wij moetexx ons jarenlang kun
nen verdedigenwant andersDit
is de leuze, waarmee een ander kopstuk op
financieel gebied vaxx China in het Verre
Oostexx de geheele wereld afreist. De minister
van financiëix. dr. Kung. heeft zich persoon
lijk op eexx reis door de wereld begeven, om
wapeixs in alle deelexx der wereld te koopen,
wapeixs voor een strijd, waarin China alleen
vooruitzichten heeft, als het stand weet te
houdeix ondanks vreeselijke aanvallen en
verliezen.
Natuurlijk is men op geen enkele plek ter
wereld beter op de hoogte van iedere stap.
die dr. Kung en zqn helpers doet. dan in
het kamp van de tegenstanders, in Tokio.
Dagelijks komen berichten binneix. die het
verloop vermelden vaxx de onderhandelingen
tusschen de machtige, buitengewoon handige
en invloedrijke concurrent en de kooplieden
des doods.
Men kan thaxxs nog niet zeggen, waar in
werkelijkheid de strijd in het Verre Oosten
beslist zal worden: op het slagveld, waar
duizenden en nog eexxs duizenden soldaten en
weerloozen doodbloeden of in de confe
rentie-zalen. hotelkamers en kroegjes, waar
de „kooplieden des doos" hun geheime be
sprekingen houden met de onderhandelaren
vaxx Japan en China. In ieder geval speelt
zich hier een gigantisch duel af der finan-
cieele machten, waarvan de uitslag beslis
send zal zijn voor de sterkte der fronten.
Fe.
(Nadruk verboden).
ter aanprijzing van
geneesmiddelen
of geneeswijzen
worden alleen ter plaatsing aan
vaard, wanneer zij voorzien zijn
van een stempel van de Commissie
van Controle op de Aanprijzing
van Geneesmiddelen en Genees
wijzen, gevestigd te 's-Gravenhage.
ANNONCES VAN GELDAANBIEDIN-
GEN worden eerst na gunstige
informatie, verkregen van een be
voegde instantie, voor plaatsing
aangenomen.