DE fHINEESCH-JAPANSCHE STRIJD Rechter zonder genade FEUILLETON door GEORG FROESCHEL. 12) „Alfred, wat heeft die man jou gedaan?" De rechter zat roerloos op het zacht schom melende bankje, keek neer op zijn handen, die het de palmen naar boven op zijn knieën lagen, begon tweemaal te spreken: „Ik ik...." Maar de bekentenis, de erkenning van zijn dwalen, kwam niet over zijn lippen. Lood zwaar en koud bleef de last hem drukken, de woorden wilden zich niet vormen. Marianne raadde, las van zijn gezicht, uit zijn blik en zijn houding, wat hij in zich weg sloot, wat zijn lippen niet zeggen konden, die doodelijke bekentenis, die den mensch ver pletterde, omdat het den rechter schandvlekte, dat: „Ik haat hem!" Met drie schreden door de schommelende boot was zij naast hem, ging zitten, sloeg haar arm om zijn schouder, trok hem naar zich toe en bad om hem uit de verschrikke lijke verschrikking los te mogen maken en hem tot haar terug te brengen. Wat zij daar bij zei, de onlogische vragen, waarop ze geen antwoord verlangde, de naïeve vermaningen en troostwoordjes, haar beloften en herinne ringen. al deze woorden, zinnen en uitroepen waren als niets en gleden over Questenberg heen. De toon alleen, was als muziek voor hem. die het wilde, verwarde verterende en brandende in hem, kalmeerde en verjoeg. Terwijl Marianne tot hem sprak, sprak hij met zichzelf. Hoe kwam het. dat hij zoo zeer zijn eigen maatstaf verloren had door dien man? Hoe was het mogelijk dat een Ritten- wald hem tot vijand had kunnen worden? Wat was er geschied, dat voor hem, datgene wat zijn ambt voorschreef tegenover een on- ontwikkelden wetbreker geworden was tot een gevoel- en geestverterenden strijd van man tegen man? Niet de daad, die oninteressante, in de zee van misdaad der groote stad gansch gewone daad, en ook niet de koppigheid en de brutaliteit van den misdadiger hadden hem zoo meegesleept. De glans van wilde vrijheid, die, slechts zichtbaar voor hem, om de gestalte van Rit- tenwald glansde, had hem verblind en hem ertoe verleid, zijn leven met dat- van den ge vangene te vergelijken. Troebel, nuchter, troosteloos had hem alles toegeschenen wat hij het leven ontworsteld had, kaal en dor, zonder vrucht of glans schenen hem verleden en heden als hij het vergeleek met wat de an dere beleefd had en beleefde, hij, die zoo vaak in het volle licht van het succes gestaan had en die nu nog in de vernedering van de ge vangenis, onvernederd. ongetemd over hem triomfeerde. In Marianne's armen zacht gewiegd door de kalme golfjes van het meer vervaagde bij Questenberg de gistende zucht naar wraak. Hij geloofde den demon overwonnen te hebben als hij besloot om van nu af aan elk persoon lijk gevoel uit deze affaire te houden. Slechts de wet, de koude klare geschreven wet, zou zijn richtsnoer zijn, hij wilde alleen rechtvaardig zijn. „Lief, knap meisje," zeide hij en kuste Ma rianne. Het was een herfstmiddag onder een droef laaghangend wolkendek, dat zij, met bleeke wangen, dicht naast elkander zaten, op het achterbankje van de roeiboot, dat stuurloos, tot dichtbij de geel schemerende haag van hangende wilgentakken afgedreven was. vin. EXPERIMENTEN OP EEN TRAP. Het kon drie uur 's middags geweest zijn. toen een man in een donkergrijze overjas zijn paraplui dichtklapte en in het huis van de Burg Strasse trad. De bezoeker liet de para plui wat aforuppelen, en keek nog een poosje naar den regen, die de massieve contouren van den Dom onder een sluier verborg, dan liep hij tot de trap, keek met een vorschenden blik omhoog, keerde zich om en ging weer naar de voordeur terug. Niettegenstaande den triestigen en voch tig killen dag was het toch wel wonderlijk, dat de heer naar den knop van de automatische trappenhuisverlichting rondkeek en dat hij, toen hij hem ontdekt had er op drukte. Het spreekt vanzelf, dat er nergens een gloei lampje begon te branden. De veronderstelling, dat de bezoeker het mechanisme slechts uit tijdverdrijf in werking wilde stellen, of dat hij één van die menschen was, die op eiken knop die er toe uitnoodigt, drukt, die elk apparaat waarop hun verstrooi de blik valt. onderzoeken en in werking wil len stellen, zou hem niet passen. Hij zag er niet uit als een onschuldige prutser of knut selaar, hij leek met den neergeslagen rand van zijn hoed, die zijn voorhoofd verborg, de smalle schouders en de kleine voeten in over schoenen gehuld, meer op een boekenwurm of een muziekleeraar. Toen hij had vastgesteld, dat de verlichting van de trap uitgeschakeld was, zocht hij den concierge op en vond hem, nadat hij alle deuren in de parterre geopend had, in het achterhuis, waar Mannicke bezig was een hoepel van een groote kuip met een hamer vast te slaan. De bezoeker bleef staan en keek net zoo lang naar dezen arbeid, tot de concierge ver wonderd opkeek. Toen zei hij„Ik ben rechter Alfred Questenberg en verzoek U de verlich ting van het trappenhuis in te schakelen. Het is voor een ambtelijk onderzoek." Dat was gezien de korte, droge manier waarop de rechter het zei. niet moeilijk te be grijpen Maar Mannicke trok eerst een gezicht alsof men Chineesch tegen hem gesproken had. Nadat hij begrepen had, waarover het ging vervulde wantrouwen hem. Deze eisch scheen hem zeer verdacht toe overdag de nachtverlichting inschakelen daar moest iets achter steken, dat was bedrog, een mis daad, een moord was het vooruitzicht! Zijn vuist omklemde den hamersteel vaster, terwijl hij Questenberg's legitimatie bekeek en diens gestalte en gezicht met de photo vergeleek. Toen hij zich dan ten slotte van het wet tige van den wensch van zijn bezoeker over tuigd had, week zijn ontstemming in het ge heel niet. Zijn waardigheid verminderde niet in het minst tegenover den autoriteit van den staat. Hij bromde iets onverstaanbaars en deed alsof er iets buitengewoons van hem verlangd werd. Eindelijk ging hij met kromme knieën naar een klein kastje, dat aan den muur bevestigd was, opende het en legde zijn hand op den hefboom van het contact van de tijdverlichting. Voordat hij hem neerdrukte, vroeg hij nijdig: „Eerst moet ik weten, waarvoor dit nu die nen moet." Toen was Questenberg's geduld op. hij ant woordde duidelijk: „Dat gaat je geen bliksem aan." Nu was Mannicke tevreden en hij drukte den hefboom neer. Nadat de technische voor bereidingen voor zijn onderzoek compleet waren, begon Questenberg een eigenaardige wandeling. Hij ging naar de vestibule terug en klom de trap op. Daarbij telde hij de treden en mat met de oogen breedte van den opgang en de hoogte van de leuning. Langzaam schreed hij op de eerste etage voorbij de flat van gravin Rehkamp, ging naar de tweede verdieping en kwam zoo voor den ingang van de flat Stiewekind. Hier bleef hij langer staan, las het naamboordje, bekeek de koperen deur knop en het slot, haalde zijn horloge voor den dag, hield het in de hand en nam de houding aan van .een dokter, die den polsslag van een patiënt telt. Zoo wachtte hij op de voordeur- mat van Stiewekind's flat. totdat de seconde wijzer het hoogste punt van zijn cirkel bereikt had. Nu begon hij den weg naar beneden. Hij liep niet al te vlug en ook niet a! te langzaam, maaralsof hij iemand begeleidde en daarbij een gesprek voorzette, dat na het 'diner bij een kop mokka begonnen werd. Om absoluut in het goede tempo te blijven, bewoog Questen berg in een stom gesprek de lippen. Hij onder hield zich zonder woorden met een gefingeerde dame. Hij ging met deze pantomime voort tot aan de huisdeur, die hij met een sleutel, die niet bestond opende. Toen reikte hij zijn on zichtbare vriendin de hand tot afscheid lach te vriendelijk in het niets, sprak nog eenige groeten uit, knikte, zei een laatst „adieu" en „tot weerziens", sloot de deur, waarbij hij weer den onzichtbaren sleutel gebruikte, en ging dan regelrecht en ietwat sneller de trap weer op. Op de mat voor de flat van Stiewekind maakte hij halt. Hij deed alsof hij ook deze deur met een sleutel wilde openen. Dat was het laatste gebaar van het stille spel. Toen dit afgeloopen was keek hij op het horloge, dat hij al dien tijd in de linkerhand gehou den had. „Hij nam den tijd op" zooals men in het sportleven zegt, waar het om fracties van seconden gaat. Maar op de deelen van een seconde lette de rechter niet, hem was het voldoende te hebben kunnen vaststellen, dat hij voor hat naar boven en beneden gaan en het afscheid aan de voordeur twee minuten noodig gehad had. Toen drukte de rechter op den knop van dentijdschakelaar en plotseling vlamde de verlichting van het trappenhuis op, en hij scheen met gespannen aandacht het een of andere gevolg van zijn zeer overbodige illu minatie te verwachten. Deze was van een on gelooflijk langen duur. Zoo leek het tenmin ste voor Questenberg, die met het horloge in de hand den tijd opnam. Men zegt. dat de tijd vliegt. Dit gezegde verliest zijn kracht als men ze controleert en men zich tijd geeft om op den tijd te letten. Langzaam, volbracht het wijzertje van Questenberg's horloge zijn rond gang, Een minuutde rechter stond met samengeperste lippen en voelde het kloppen van zijn hart. Wordt vervolgd.) Jeugdige trots bij een mooie inzending op de paddenstoelen- Het drijvende zwembad bij de Koningbrug te Rotterdam is tentoonstelling, welke deze week in de Bugenhagenschool te Dinsdag naar zijn «winterstalling» in de Hijschehaven ge- Amsterdam werd geopend sleept De tweede rolbascule-brug voor de overbrugging van de Oosterdoksluis te Amsterdam is Dinsdag na een geslaagd transport op de plaats van bestemming aangekomen en gemonteerd Koning Gustaaf van Zwedon nam persoonlijk deel aan de groote herfst-jacht, welke te Berga bij Stock holm op de Koninklijke jachtterreinen werd gehouden Jhr. mr. H. A. Quarles van Ufford, secretaris van den Bond van eigenaren van Ned. Indische suiker-ondernemingen is benoemd tot secretaris van den Ondernemersraad voor Ned. Indië De motoren van het verongelukte K.L.M.-vliegtuig «Specht» zijn ter onderzoek door de deskundigen te Bandoeng op transport gesteld. Bovenstaande foto, genomen aan de kade te Tandjong Priok, toont duidelijk hoe deerlijk de motoren en schroeven gehavend werden Het voor Zuid-Afrika bestemde kustvaartuig «Durness», te Heusden gebouwd, heeft Dinsdag op de Noordzee zijn proef vaart gehouden. Het schip zal op eigen kracht naar zijn plaats van bestemming vertrekken. De «Durness» op weg Japansche cavalerie lijden, haar opmarsch lang, de rivieren in Noord China. - De ruïne der platgebrande huizen i, het teelten van de verwoesting, welke in de hardnekkige gevechten wordt aangericht

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 9