IT
„EEN UUR MUZIEK"
Frans Hals
Hoe zullen wij
ons huis verwarmen
DINSDAG 26 OCTOBER 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
11
IIN/T IN UTTER!
MUZIEK
Eersfehulp-vereeniging
„Snelverband" Haarlem.
Het bestuur van bovengenoemde vereeniging
heeft aaai de lichamelijk gebrekkigen hier ter
stede een uitnoodiging doen toekomen tot het
bijwonen van een amusementsavond in het
gebouw „St. Bavo". Men zou dien avond zich
bewegen op het terrein der muziek en iets
in den geest van Mozart's „Musikalischer
Spasz" zal het bestuur hebben voorgezweefd.
Maar indien Mozart had kunnen hooren, op
welke wijze de operette „Lentestemming"
werd gewrocht, hij zou eerlijk toegeven dat
vondsten als hier zoo maar voor 't grijpen
lagen, hem nooit in den zin zouden zijn ge
komen. In dezen zin opgevat zou men dan de
keuze van het bestuur zeer gelukkig kunnen
noemen.
Toen wij al dadelijk bij het begin den mu-
zikalen periodenbouw een beetje nauwlettend
in oogenschouw namen, konden we ons kos
telijk vermaken. Mozart zou hier waai'lijk niet
op zulke geestige invallen komen. Maar toen
we na een goede driekwartier nog maar aldoor
in denzelfden modus zaten, was er toch reden
om te gaan gelooven, dat we inplaats van met
een geniaal volgeling van Strawinsky, te doen
hadden met het werk van een muzikaal an
alfabeet. Toch was er nog reden te over om
zich met de muzikale bokkesprongen te ver
maken en de. vreugde steeg ten top, toen we
aan 't slot van het eerste bedrijf een ten
eenenmale onverwachte climax bereikten: dit
bedrijf eindigde in den dominant.
Eerlijk gezegd hadden we toen bij het be
gin van het tweede bedrijf een recapitulatie
voor 't voorgaande verwacht, maar deze bleef
uit. Doch wij werden schadeloos gesteld, na
zoo lang geduldig wachten, met een kruis
méér aan den sleutel, wat wij zoo welwillend
waren op te vatten als symbool van Spaar
zaamheid in deze dure tijden. Onderwijl volg
den de grappige muzikale perioden elkaar op
in de meest onverwachte verscheidenheid; ja
elke volgende muzikale zin overtrof den voor-
gaanden in originaliteit. Hartelijke bewonde
ring voor de musici, die zich niet telkens van
de wijs lieten brengen door in den waan te
verkeeren, een maat of wat te hebben over
geslagen.
Het nooddruftig bestaan van den musicus
vraagt ook nog moed en zelfverloochening.
Want als aan ons toehoorders het eindeloos
unisono van viool, hobo, klarinet ten leste tot
een obsessie werd, hoe moet het dan den
goeden vakmusicus te moede zijn?
Summa summarum: de heer Jan Hensen
beginne bij het twee- en driedeelige volkslied.
Geleidelijk ga hij over tot de liederen van
Haydn, en als eenmaal de zin voor den vorm
aanwezig is, wijst de weg zich vanzelf, vooral
wanneer tegelijkertijd het begrip van modula
tie naar de meest verwante toonsoorten is
aangekweekt. Men is dan nog wel geen com
ponist, en het heiligdom der toonkunst is wel
niet geopend: maar de voorhal die er heen
leidt is doorloopen en het begin is dus goed.
Deze inspanning mogen wij met te meer vrij
moedigheid van den heer jan Hensen vragen,
nu zijn koor en zijn solisten zooveel ambitie
toonden en het hun gevraagde zoo goed vol
brachten. Dit geldt zoowel voor den dans en
voor het spel als voor den zang. De koren
waren heel attent, de zuiverheid was zeer lof
felijk en doorgaans viel er goeden zang te ge
nieten, waarvoor wij den instructeur Jan
Hensen gaarne den verdienden lof brengen.
G, J. KALT.
KUNSTKRING HEEMSTEDE.
Hollandsch Strijkkwartet.
Na een periode van inzinking, wat het lé
dental betreft, toont de Heemsteedsche
Kunstkring thans weer duidelijke teekenen
van toenemenden bloei, hetgeen de voorzitter,
Irr H. T. Zwiers, Maandagavond met vreugde
constateerde. De verlaging van de aan het
lidmaatschap verbonden kosten zal daartoe
wel hebben bijgédragen en zijn opwekking tot
verdere uitbreiding en steun zal wel niet zon
der uitwerking blijven.
Op den eersten der vijf voor dit seizoen ge
organiseerde kunstavond deed zich het Hól-
lendsch Strijkkwartet hooren. Dit oudste der
Nederlandsche vaste kwartet-ensembles, dat
thans door de heeren Herman Leydesdorff,
Julius Röntgen Jr., Jos. de Clerck en Thom.
Canivez gevormd wordt, is ondanks zijn res
pectabelen leeftijd het heeft zijn zilveren
jubileum al .eenigen tijd achter zich aller
minst conservatief of van zins om op oude
lauweren te rusten. Integendeel: het is steeds
vol belangstelling voor het nieuwe en nieuw
ste in de kwartetlitteratuur en schroomt geen
moeite om dat in zoo voortreffelijk mogelij
ken vorm ten gehoore te brengen. En dat er
heel wat arbeid verricht moet worden om aan
de eischen van hedendaagsche componisten
te voldoen, kon ons de kennismaken met de
voor strijkkwartet geschreven „Cantari alla
Madrigalesca" van Malipiero leeren. Alleen
reeds het verkrijgen van bevredigend samen
spel in dit grillige werk stelt de uitvoerenden
voor enorme moeilijkheden. Van het kwartet-
ensemblé verlangt het bovendien nu eens
orkestrale kracht en kleur, dan weer verfij
ning tot het meest subtiele kwartet-timbre.
Grillig is dit werk zeker. Na de wilde uit
barsting, waarmee de eerste viool onbegeleid
begint, wisselen rauwe en teere, leege en be
wegelijke gedeelten, wisselen diabolische epi
sodes met onder Gregoriaanschen invloed
staande koralen. Den ideëelen draad door dit
muzikale labyrinth te vinden is althans bij
een eerste auditie zeer moeilijk; of het bij
hernieuwde kennismaking lukken zou, zou
den we moeten afwachten. Wat de harmoni
sche factuur betreft was het veelvuldige gé
bruik van kwarten-intervallen in opstape
ling zoowel als in parallel-voortschrijding be
merkbaar. In tegenstelling met Haydn's
„Kwintenkwartet (op. 76 no. 4 in d kl. t.) zou
men het werk van Malipiero dus met e^nig
recht het „Kwartenkwartet" kunnen noemen.
Doch bij alle belangstelling voor de nieuwe
litteratuur veronachtzaamt het Holl. Strijk
kwartet de klassieke in geenen deele. Mozart
neemt in zijn repertoire een groote plaats in,
en het was diens kwartet in Es, K. V. 428 dat
Maandagavond uitgevoerd werd, een dei-
zes aan Haydn opgedragen werken, waarin
de jonge meester zich de evenknie van den
ouderen wilde toonen.
Dat hij dezen in vele opzichten voorbijstreef
de; dat hij in zijn zes kwartetten perspectie
ven ontsloot, die veel later werkelijkheid ge
worden zijn, leert het kwartet in Es al zeer
overtuigd. In het Andante met zijn rijke
chromatiek kan men Wagner's Tristan-muziek
reeds geprofeteerd zien; ook een moment uit
het Allegretto van Beethoven's op. 59 no. 1
vindt men er zonder moeite in aangeduid.
Van de in vele andere van Mozart's werken
zoo veelvuldig voorkomende „Schablone" .is
in dit kwartet nauwelijks een spoor te vinden,
daarentegen zullen sommige gedurfde voort
schrijdingen, als b.v. de „Querstande" in het
Andante destijds wel als zeer bedenkelijk ver
oordeeld zijn. Om alle muzikale finesses dezer
compositie te berde te brengen zou echter
een speciale verhandeling noodig zijn.
De vertolking van Mozart's kwartet was
levendig en frisch, maar had hier en daar nog
meer klaarheid kunnen bezitten. Zoo klonken
de 16den in het eerste Allegro in het samen
spel niet steeds duidelijk en in de Finale
meende ik een zekere haastigheid te bemer
ken, die eer in een „Presto agitato" dan in
een Allegro vivace op haar plaats geweest zou
zijn.
Het hoogtepunt van zijn vertolkingskunst
bereikte het ensemble m.i. in Debussy's Strijk
kwartet, dit merkwaardige, in 1893 geschre
ven opus, dat een unieke plaats in Debussy's
oeuvre inneemt. Voortbouwend op de over
geleverde vormen en deze naar behoefte uit
breidend of wijzigend geeft de toondichter
hier reflexie noch impressionisme maar een
als met zijn hartebloed geschreven zelfsbe-
kentenis. Het is het meest innerlijke werk van
Debussy, dat ik ken, een werk, laaiend van
hartstocht en dan weer mijmerend en bid
dend. nerveus, heftig, berustend, prikkelend,
opzweepend en in grandioze stijging eindi
gend. Daarbij is de ontwikkeling tot een cy-
clischen vorm uit één enkel motief streng
volgehouden. Dit principe is ook door Franck
in praktijk gebracht, maar kleur en stem
ming van Debussy's werk zijn geheel oorspron
kelijk. De vertolking stond op het hoogste
peil dat beroemde internationale ensembles
bereiken in 't bijzonder mogen de ideale
klank in het langzame middendeel en de vir-
tuozitelt van de pizzicati in het Scherzo ge
memoreerd worden. Een prestatie van den
allereersten rang!
K. DE JONG.
OP HET KENNEMER LYCEUM.
„Een uur muziek" is de benaming van een
reeks van vijf voor de hoogere klassen van
Nederlandsche middelbare scholen bestemde
opvoedende concerten, georganiseerd door
het bureau van Franz Albrecht te Amster
dam. Het doel dezer concerten: de jonge lie
den te leeren luisteren; hun stijlbegrip en
gefundeerd oordeel bij te brengen opdat ze
later van concertbezoek meer zullen genieten;
hen tot meerdere beoefening te prikkelen
verdient zeker belangstelling en medewer
king. Ook de „Jeugdconcerten" beoogen het
zelfde; deze brengen echter slechts werken
voor of met orkest. „Een uur muziek" is aan
de litteratuur voor de kleine ruimte, kamer
muziek dus, gewijd.
De organisator heeft de uitvoerenden goed
gekozen. Bij het concert dat Maandagvoor
middag in de aula van het Kennemer Lyceum
gegeven werd werkten de fluitist Johan Feit
kamp, de pianist Cor de Groot en de cellist
Piet Lentz samen en al hun voordrachten
stonden op zeer hoog peil.
Het programma bevatte ditmaal werken uit
zeer verschillende muzikale periodes. Met een
Sonate voor cello en klavier van H. Eccles
(1670—1742) ving het aan. Piet Lentz gaf
vooraf een korte toelichting; hij wees op den
Italiaanschen stijl van den Engelschen com
ponist. Daarna vertelde Cor de Groot iets
omtrent Dom. Scarlatti (16851757), inzon
derheid over het meer oppervlakkige en vir
tuoze van zijn klavierstijl in tegenstelling met
dien van J. S. Bach en droeg vervolgens twee
der ruim 500 nog bestaande Sonates, van
Scarlatti 'zéér brillant.en fijn genuanceerd
voor. Joh. Feitkamp maakte een vergelijking
tusschen Bach en een anderen tijdgenoot, G.
Ph. Telemann, die destijds de beroemdste
van de twee was; een Sonate voor fluit en
klavier, waarvan vooral het Largo mooie mo
menten openbaarde, illustreerde het gezegde.
Vervolgens hoorden we Piet Lentz een korte
toelichting geven voor de „Chants
d'Espangne" van Joaquin Nin, die bewerkin
gen van volksmelodieën zijn: de droomerige
„Montanesa" uit Castilië, de „Tonada" uit
Murcia, de sombere Saëta, die een soort van
geïmproviseerde zang bij de processies in de
Goede Week is en de frenetieke Granadina.
De „Tonada" bleek duidelijk verwant te zijn
met het laatste deel van Lalo's Symphonie
espagnole. Na Nin's werk kwam „Joueurs de
Flüte" van den onlangs gestorven Alb. Rous-
sel, die we verleden jaar van onzen meester
fluitspeler Feitkamp op een concert te
Heemstede hoorden; deze gaf een korte ka
rakteristiek van de drie uit te voeren num
mers. En tot slot sprak Cor de Groot enkele
woorden over Chopin en vertolkte hij diens
Polonaise in As.
Zoowel het mdividueele als het samenspel
was van alle drieexecutanten voortreffelijk.
De mooie toon en intonatie-zuiverheid van
den cellist, de schier ongeloofelij ke pianis
simo's van den fluitist, de rijke nuanceerin
gen, het fijne Staccatospel en het brio van
den pianist verrukten en boeiden beurtelings
en het auditorium gaf telkens onverholen
uiting aan zijn bewondering. Aan het slot
bracht het den drie uitvoerenden een harte
lijke ovatie.
Voor de vier volgende schoolconcerten
staan op het speelplan: 30 Nov. Ankie v.
Wickevoort Crommelin, Jo v. d. Meent en
Theo v. d, Pas
20 Jan. het Moszkowsky-strijkkwartet.
18 Febr. Willem Andriessen.
28 Maart Rosa Spier en Thorhild Noval.
Deze vier concerten zullen telkens werken
uit een bepaalde periode (18 Februari van één
componist, n.l. Chopin) brengen.
K. DE JONG.
HET TOONEEL
Gezelschap Jan Nooy.
KAMERTJESZONDEN.
Is het publiek, dat Zondag en gisteren de
groote zaal van het Gemeentelijk Concert
gebouw vulde, op den titel afgekomen en
heeft het verwacht een dramatiseering van
Heijermans' Kamertjeszonden te zullen zien
opvoeren? Dan is men toch leelijk bedrogen
uitgekomen. Het wanproduct, dat vertoond
werd, stond even ver van Heijermans' beken
de boek als laten wij zeggen de „acteur"
Jan Nooy van Jan Musch.
De heer Nooy heeft een voorliefde voor
stukken met sensationeele, min of meer sca-
breuse titels. Vroeger kwam hij reeds met
Blanke Slavinnen en De Hel, nu is het weer
met Kamertjeszonden. Men kan er vast op
aan, dat in zulke stukken reine, brave meis
jes door valsche rijkaards worden verleid en
een of meer bedrijven spelen in een „slecht
huis". In het thans opgevoerde stuk is het al
niet anders. Hier zijn het speciaal de dokto
ren, die zich van een zeer gevaarlijken kant
laten kennen. Zij maken misbruik van de
armoede der moeders om de dochters op het
verkeerde pad te brengen.
Hoe zou Heijermans zich geergerd hebben,
wanneer hij ooit geweten had, dat de titel
van zijn boek eens zoo zou worden misbruikt!
Het is niet veel anders dan boerenbedrog
Men staat versteld, dat zulke afgrijselijke
prullen in den tegenwoordigen tijd nog kun
nen worden gespeeld. En höc gespeeld!
De vereeniging „Door Inspanning Uitspan
ning" heeft ons verleden week laten zien,
hoe voortreffelijk „volkstooneel" kan«zijn. En
dat waren amateurs! Het slechtste dilettan
ten-gezelschap te Haarlem zou zich schamen
zoo voor den dag te komen als de zoogenaam
de beroepsacteurs van het gezelschap van
Jan Nooy het gisteren deden in de eerste
cabaret-scène van het tweede bedrijf. Wan
neer de heer Deinum begreep hoe veel schade
hij het tooneel aandeed met zulke voorstel
lingen te doen geven al is het dan tegen
zoogenaamde „vrijkaarten" van 30 ets. dan
zou hij zich wel twee maal bedenken derge
lijke prulstukken onder valsche vlag door het
gezelschap van Jan Nooy in het Gemeentelijk
Concertgebouw'te laten opvoeren.
J. B. SCHUIL.
HET CENTRAAL TOONEEL.
„Nee, dochter, nee
Het seizoen is nog geen 7 weken oud en
wij hebben reeds drie stukken gezien, waar
in een conflict tusschen het moderne, jonge
en het oudere geslacht wordt behandeld. Van
deze drie stukken is „Nee, dochter, nee", dat
gisteren op de eerste abonnementsvoorstel
ling van de tweede serie werd gespeeld, wel
verrweg het beste, omdat hierin het onder
werp op zoo lichten en amusanten toon is
uitgewerkt. Dit blijspel mist het geforceerde
en eenzijdige van „Kinderen op een IJs
schots" en „Welkom thuis!?" O zeker, men
zal het ook niet geheel au sérieux nemen,
maar het is'in zijn badinage zoo speelsch en
vlot en daarbij in zijn dialoog zoo geestig,
dat men het tot de zeer goede amusements
stukken kan rekenen.
En wat wordt het door Het Centraal Too
neel voortreffelijk gegeven! Wij zagen giste
ren alleen maar het derde bedrijf, doch wer
den weer getroffen door den lichten toon,
waarin het werd gespeeld. Wat is het spel
van Het Centraal Tooneel toch uitstekend
op elkaar afgestemd en hoe goed weten
Mien Duymaer van Twist en Jan C. de Vos
zich op het ensemble in te stellen. Wij heb
ben na de première te Amsterdam de méri
tes der opvoering reeds uitvoerig besproken;
Mien Duymaer speelt de moeder precies in
den juisten toon en Mary Dresselhuys geeft
aan de dochter het persoonlijk accent, dat
altijd weer zoo aangenaam treft in haar mo
derne meisjesrollen. Rie Gilhuys maakt het
ons wel wat moeilijk er aan te gelooven,
dat deze tante reeds 3 mannen „versleten"
heeft, maar zij speelt de rol levendig en
amusant. Jan C. de Vos geeft meer den uit
gever dan den dichter; hij is vooral goed in
het lakonieke van dezen vroegeren minnaar
van Ann. Cor Hermus als de Amerikaansche
zakenman en Gysbert Tersteeg als de voor
de huwelijksmoraal strijdende jonge man
completeeren het zeer goede ensemble.
De volle zaal heeft zich uitstekend ge
amuseerd bij dit lichte gevalletje en de
abonnés zullen zich zeker niet over de keuze
van „Nee, dochter, nee", beklagen.
J. B. SCHUIL.
op de planken
Muzikaal romantisch verhaal"
beleeft te Londen zijn première.
HET tooneelwerk, „The Laughing Cava
lier", bezield door het schilderstuk
van Frans Hals in de Wallace Col
lection, is nu bij zijn voltooiing en de
eerste opvoering, Dinsdagavond, aangekondigd
als een „muzikaal romantisch verhaal". Eeni
gen tijd geleden zijn in deze rubriek reeds
eenige indrukken van dit spel, ontleend aan
repetities, weergegeven. De eerste opvoering
heeft ze machtig versterkt. Ondanks de aan
duiding van de ondernemers zijn het verhaal
en de muziek zeer onbelangrijk vergeleken bij
wat het oog te zien krijgt. De pracht, de
luister en de kleur van tooneeldécors en klee-
dïj zijn zoo indrukwekkend, dat ze zelfs op
het Londensch tooneel, dat een naam heeft
in dit opzicht, zelden zullen zijn overtroffen.
Aubrey Hammond, een van de vooraan
staande tooneeldécorateurs hier, heeft zich
niet wat de kleuren betreft tot het palet van
Hals en niet wat de voorstellingen betreft tot
de doeken van Hals bepei-kt. Verscheidene
scènes beginnen met „levende beelden", die
levendig herinneren aan de Staalmeesters van
Rembrandt of aan werk van Pieter de Hoogh
(vrouw Hals aan het spinet bijv.). Het oud-
Nederlandsch ballet, gedanst door vier Neder
landsche vrouwen en twee Nederlandsche
mannen, wordt gevormd door een reeks dans
beelden, die elk voor zich verrassend aardig
en effectief zijn. De danseressen zijn gekleed
in wijde gele, blauwe en roode rokken en om
slagdoeken en dragen geestige hoedjes in den
vorm van dikke ronde schijven met stokvor-
mige pluimen op het midden. Deze hoofd
tooisels doen meer aan Tibet dan aan Oud-
Holland denken maar Yvonne Georgi, de Ne
derlandsche balletmeesteres, die voor dit fris-
sche en opgewekte intermezzo verantwoorde
lijk is, verzekerde ons, dat oude platen van
Nederlandsche koopvrouwen deze hoedjes te
zien geven. De laatste van deze serie Neder
landsche dansen is meteen treffende propa
ganda voor onze tulpen, want het is een dans
van tulpenverkoopsters. In de vroolijke stem
ming, die de gelegenheid vraagt, zullen zij wel
niets verdienen, want zij werpen de gansche
overdaad van haar manden de lucht in en
laten het tulpen regenen op het tooneel. En
de omstanders zijn er gauw bij om de bloe
men op te rapen en er mee weg te ijlen.
De oud-Nederlandsche muziek is van su
perieur karaat vergeleken bij de door het con
trast wat banaal klinkende muzikale bege
leiding van „het romantisch verhaal" van den
cavalier en vrouw Hals. John Carrick vertoont
zich als Frans Hals maar kort op het tooneel,
maar dan beheerscht hij het geheel, dank zij
een indrukwekkende kavakterisatie (hoe ver
misschien ook verwijderd van den persoon van
Frans Hals) en meesleepende vitaliteit.
De Daily Telegraph twijfelt er niet aan, of
deze romantische affaire zal bij het publiek
ten zeerste in den smaak vallen en prijst het
Nederlandsch ballet als „delightful". De Man
chester Guardian vindt de vroolijke kleedij
en de scènes van het Nederlandsch ballet en
de ernstige schoonheid van de Nederlandsche
wijzen de beste dingen in de opvoering.
Het publiek was den eersten avond geest
driftig en applaudiseerde opgetogen de aan
onze'oude schilderschool ontleende tooneelen.
A. K. VAN R.
De huishouding in den winter is
door een enkel feit veel inge
wikkelder dan in den zomer, en
wel omdat er gestookt moet
worden.
Het is waar: „ik heb het 's winters nooit
zoo koud als in September" zegt vader, die
's avonds van kou en narigheid vroeg naar
bed gaat. en wat blij is, wanneer het kachel
tje brandt.
Maar moeder weet dat het voor den heelen
winter nu kachelpret is, en daarom is haar
zucht van opluchting in April, wanneer het
stoken afgeloopen is, heel wat hartgrondiger
dan de zijne in October wanneer het stoken
begint.
Met petroleumkachels, met electrische
straalkachels, met kleine gaskachels wordt
nog wel eens verwarmd in menige huishou
ding, maar het zal niet lang meer duren, of
ook dat schiet tekort en de definitieve win-
terverwarming doet zijn intrede.
Haarden en kachels of centrale verwar
ming, dat zijn de soorten verwarming die
men hier toepast. De Engelsche open vuren
zijn wel heel bekoorlijk om te zien, maar zij
zijn onvoldoende en bovendien veroorzaken
zij massa's vuil en stof, wat in onzen tijd van
practischen zin, ook voor het huishoudelijk
werk. ouderwets aandoet. Trouwens, ook in
Engeland winnen de gesloten haard en de
centrale verwarming steeds meer terrein.
Haarden aan den eenen kant centrale
verwarming aan den anderen inderdaad
wordt door velen de tegenstelling zoo scherp
gemaakt, en dat zijn dan bijna altijd de
tegenstanders van het laatste.
Een haard is gezellig, zeggen zij, je ziet het
vuur, dat op zichzelf geeft al een gevoel van
warmte en gezelligheid, de hitte is niet droog
maar net behagelljk, terwijl bij centrale ver
warming het vochtigheidsgehalte een pro
bleem is en het ontbreken van een vlam
mende warmtebron een belangrijk element
van gezelligheid uit je kamers heeft weg
genomen.
Maar de andere kant heeft ook argumen
ten: een haard straalt zoo af, dat je er
nauwelijks dichtbij kunt zitten, en dat het
bij de ramen vaak koud is. Over de gezellig
heid behoef je je niet bezorgd te maken, bij
centrale verwarming richt je de kamers
anders in en verplaatst de gezelligheid van
de haard naar de ramen. De droogte is inder
daad wel een bezwaar, maar met behoorlijk
ventileeren is toch heel wat te bereiken.
Het gaat er bij deze verschillende wijzen
van huisverwarming, eigenlijk alleen maar
om, dat de huisvrouw zich ook verschillend
moet instellen.
Bij de verwarming met haarden geldt:
Alle deuren goed achter zich sluiten, zoodat
de warmte niet onnoodig ontsnapt.
Profiteeren van de directe hitte door een
ketel water op de haard te zetten.
De heerd goed schoonhouden, behoorlijk
uitpoken en de aschla iederen dag leegen.
Het meestgebruikte deel van de kamers om
of bij de haard maken, zoodat men zooveel
mogelijk profijt trekt van de warmte; echter
geen groote tafel voor de haard schuiven, dat
houdt de afstraling tegen
Geen zitjes aan de ramen maken, die zijn
in-den winter altijd te koud.
Bij de centrale verwarming is dit laatste
juist andersom:
Maak de gezellige zitjes bij - het raam,
waaronder een radiator staat: het is bevor
derlijk voor het licht en last van tocht heeft
men niet.
Hang waterbakjes aan de radiatoren, wat
echter niet veel geeft, maar zorg vooral voor
goede ventilatie en zet 's morgens bij he
kamers doen flink de ramen open. Een boven
licht dat dag en nacht open kan blijven is
zeer bevorderlijk voor het vochtgehalte.
Zet de radiatoren die niet strikt noodig zijn
in de huiskamer af, die komen misschien pas
aan bod wanneer het gaat vriezen.
Verwarm overdag uw slaapkamer, waardoor
alle linnen- en beddegoed heerlijk droog is.
Maar zet de radiatoren 's avonds af en slaap
met open ramen, dan geldt ook niet het be
zwaar van den man die beweerde: sinds we
centrale verwarming hebben, voel ik er niets
geen behoefte meer toe, om 's avonds heer
lijk diep onder de dekens te kruipen, en daar
kon ik toch zoo van genieten!
Nu, met open ramen en een uitgeschakelde
radiator kruipt men noodgedwongen net zoo
heerlijk diep onder de dekens als zonder ver
warming. En dan hebben die dekens nog het
voordeel dat zij goed droog zijn.
Maar aan den anderen kant zijn er men-
schen die de centrale verwarming alleen sto
ken bij vriezend weer en het verder met
haarden best naar hun zin hebben.
Beide hebben hun voordeelen, beiden hun
nadeelen, maar om ze goed tot hun recht te
laten komen, moet men zich op beiden op
verschillende wijzen instellen zooals hier
boven beschreven is. Eerst dan kan men zui
ver beoordeelen, wat naar zijn smaak de aan
genaamste manier is om het huis te ver
warmen.
E. E. J.—P.
Arrestant uit rijdenden trein
gesprongen, doch spoedig gepakt.
Nabij Hekendorp is Maandag een arrestant
uit den trein gesprongen, welke om 10.38 uit
Gouda naar Utrecht was vertrokken. De man
maakte een geweldige buiteling en liep een
hevig bloedende wond aan het hoofd op, doch
zag toch nog kans een wegwerker, die een
fiets bij zich had en den man uit den trein zag
springen, de fiets te ontrukken en er in de
richting van Gouda mee vandoor te gaan. Bij
deze stad werd hij echter door de inmiddels
gewaarschuwde politie aangehouden. Hij bleek
zoo ernstig aan het hoofd gewond te zijn, dat
hij naar een ziekenhuis moest worden overge
bracht. Daar zit thans een veldwachter naast
zijn bed!
Aantal werkloozen in September
gestegen.
Echter minder dan in September van het
vorige .jaar.
..Het aantal werkloozen was einde Septem
ber 1937 in alle groepen van gemeenten lager
dan in dezelfde maand van het vorige jaar
In totaal werden op het einde van eerstge
noemde maand 65.830 werkloozen minder ge
registreerd dan einde September 1936 (in
Augustus en Juli 1937 bedroeg het aantal
werkloozen resp. 63.015 en 62.767 minder dan
in de overeenkomstige maanden van 1936).
Ten opzichte van Augustus 1937 valt een
toeneming van het aantal werkloozen met
6449 waar te nemen: in 1936 werden einde
September 8664 meer werkloozen gere
gistreerd dan einde Augustus.
'in
1)
Wï
_j
Zooals wij meldden is Zaterdag in het
kantoorgebouw van Droste's Cacao- en Choco
ladefabrieken N.V- een borstbeeld van wijlen
den heer G. .1. Droste Jr. onthuld, een schep
ping van prof. Emil Epple.
PROF. MR. P. J. M. AALBERSE.
Bij K. B. van 20 October 1937 is, met ingang
van 10 November 1937, benoemd tot lid van
den Raad van State: prof. mr. P. J. M. Aal-
berse, minister van Staat, voorzitter van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal.
KORPS MOTORDIENST.
Cursus Motortechniek.
Van 25 October tot 4 December a.s. wordt
bij 't K. M. D. een cursus motortechniek ge
houden voor een opperwachtmeester en elf
wachtmeesters der Koninklijke Marechaussee.
PROGRAMMA
WOENSDAG 27 OCTOBER 1937.
HILVERSUM I. 1875 M.
Algemeen Programma, verzorgd door de
N.C.R.V.
8.00 Schriftlezing, meditatie, gewijde mu
ziek. (gr. pl.)8.30 Gramofoonmuziek. 9,30
Gelukwenschen. 9.45 Gramofoonmuziek. 10.30
Morgendienst. 11.00 Gramofoonmuziek, 11.15
Ensemble van der Horst. 12.00 Berichten, 12.15
Gramofoonmuziek 12.30 Vervolg concert. 1.30
Gramofoonmuziek. 2.30 Christ. Lectuur. 3.00
Zang en piano. 3.45 Gramofoonmuziek. 4.00
Berichten. Gramofoonmuziek. 4.15 -Het Ne-
derl. strijkkwintet en soliste. 5.45 Gramofoon
muziek. 6.30 Voor tuinliefhebbers. 7.00 Be
richten. 7.15 Literair halfuur. 7.45 Reporta
ge. 8.00 Berichten A.N.P. Herhaling SOS-
berichten. 8.15 Christ. Oratorium Vereeniging
Hilversum, Instrumentaal ensemble en solis
ten. 9.05 Causerie: „Monumenten uit het ver
leden". 9.30 Vervolg concert. 10.00 Berichten.
ANP. 10.05 „De luchtverdedigingsdag te Am
sterdam", causerie. 10.45 Causerie over tafel
tennis. 11.0012.00 Gramofoonmuziek. Hier
na: Schriftlezing.
HILVERSUM n. 301 M.
VARA-Uitzending. 10.00—10.20 v.m. VPRO. 6.30
- 700 R.V.U.—7.30-S.00 VPRO.
8.00 Gramofoonmuziek. 9.30 Keukenpraatje
10.00 Morgenwijding. 10.20 Causerie over ras
sentheorie enn erfelijkheid (gr. opn.), gra
mofoonmuziek en orgelspel. 11.30 Causerie:
„Werkverschaffingsproblemen". 12.00 Gra
mofoonmuziek. 12.30 VARA-orkest. 1.15—1.45
De Ramblers. 2.00 Kniples. 2.30 Voor de vrouw.
3.00 Voor de kinderen. 5.30 Gramofoonmu
ziek. 6.00 „The Luckey Birds" en solist. 6.30
„Weten, begrijpen, handelen", causerie. 7.00
Koorcohcert. 7.30 „De roep naar God", cau
serie. 8.00 Herhaling SOS-berichten. 8.03 Be
richten ANP., VARA-varia. 8.15 Radio-too-
neel. 9.30 Orgelspel .10.00 Berichten ANP.
10.05 „Sag' beim Abschied leise Servus", ope
rette (gr. opn.), 11.00 „Jeugd en puberteit",
causerie. 11.20 „Fantasia", 11.45—12.00 Gra
mofoonmuziek.
DROITW1CH. 1500 M.
11,05 Orgelspel, 11.1511,35 Gramofoonmu
ziek. 12.05 BBC-Northern Ireland orkest en
het Eglantine Damestrio, 1,05 Het Glasgow
Corporation Gas Department orkest. 1.50—
2.20 Het Mac Arthur kwintet. 3,50 Gramofoon
muziek. 4.05 Paedagogische causerie. 4.20
Vesper. 5.10 Gramofoonmuziek. 5.20 Big Bill
Campbell en zijn Hilly-Billy Band. 5.50 Gra
mofoonmuziek. 6.20 Berichten. 6.40 Land-
bouwcauserie. ,7.00 BBC-Harmonie-orkest en
solist. 7.50 Orgelspel. 8.30 Radiotooneel. 9.20
Berichten. 9.40 BBC-orkest en soliste. 10.45
BBC-Variété-orkest en solisten. 11,20 Dave
Frost en zijn Band. 11.5012.20 Jazzmuziek
(gr. pl.)
RADIO PARIJS, 1648 M.
8.05, 8.20 en 10.30 Gramofoonmuziek: 12.20
Visciano-orkest en zang. 3.05 Zang. 3.20 Gra
mofoonmuziek. 4.20 Zang. 5.20 Orkestconcert
8.50—12.05 Opera-uitzending.
KEULEN, 456 M.
5.50 H. Hagestedt's orkest. 7,50 Militair
orkest. 11.20 Vliegeniers orkest. 12.35 Boeren-
kapel. vocaal ensemble en de Stultgarter
Volksmusik. 1,35 Gevarieerd concert. 3.50
NIROM-wereldconcert (gr. opn.) 4.20 Om-
roep-orkest, -schrammelensemble en solisten.
6.30 Gramofoonmuziek. 8.50 Literair-muzi-
kaal programma. 10.00—11.20 Omroepdans-
orkest en solisten.
BRUSSEL, 322 M.
12,20 Gramofoonmuziek. 12,50 Omroepdans
orkest. 1,50—2.20 Gramofoonmuziek. 6,20 Om-
roepsdansorkest. 7.20 Gramofoonmuziek. 8.20
Omroepsymphonieorkest. 9.50 Het Poolse koor
„Harfa". 10.30 Folkloristisch programma.
10.50—11.20 Gramofoonmuziek.
BRUSSEL, 484 M.
12.20 Gramofoonmuziek. 12,50 KlelnorkesL.
1.50—2.20 Gramofoonmuziek. 5,20 Kleinor-
kest. 6.35 Oude muziek. 7.35 Gramofoonmu
ziek. 8.20 „Songe, d'une nuit d'été". opera.
OEUTSCHLANDSENDER, 1571 M
6,30 Carl Weitschach's blaasorkest. 7.20 E.
Bauschke's dansorkest. 8.20 Berichten. 8.35 F.
Kauffmann's orkest en solist. 9.20 Berichten.
9.40 Politiek overzicht. 10.05 Weerbericht.
10.2011.20 Het Omroepkleinorkest en solist.