Haarlem's Dagblad
Een Lectoraats-
Aanvaarcling.
Uien-hausse.
Nanking's bevolking weet zich te beschermen,
Het belangrijkste
55e Jaargang No. 16671
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij voor
Courant-Uitgaven en Algem. Drukkerij N.V,
Bureaux: Groote Houtstraat 93, bijkantoor
Soendaplein 37. Postgirodienst 38810.
Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12.
TelefoonDirectie 13082, Hoofdred. 15054
Redactie 10600, Drukkerij 10132, 12713
Admin. 10724, 14825. Soendaplein 12230.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P. W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
Woensdag 27 October 1937
Abonnementen per week f0.25. p. maand
f 1.10. per 3 maanden f 3.25. franco per
post f3.55. losse nummers 6 cent per ex.
Advertentiën1-5 regels f 1.75, elke regel
meer f 0.35. Reclames f 0.60 per regel.
Regelabonnementstarieven op aanvraag.
Vraag en aanbod l-l regels f 0.60, elke
regel meer f 0.15. Groentjes zie rubriek.
Dinsdagmiddag heeft de rector van ons
Haarlemsche gymnasium, dr. C. Spoelder, zijn
bijzonder lectoraat aan de Universiteit van
Amsterdam aanvaard met het houden van
een openbare les in een der collegezalen van
het universiteitsgebouw. Hij deed dat voor een
zeer talrijk auditorium, dat een groot aantal
officiëele persoonlijkheden van het onderwijs
gebied telde curatoren van de Universiteit,
hoogleeraren van de faculteit voor Letteren
en Wijsbegeerte, bestuursleden van het Ge>
nootschap van Leeraren aan Nederlandsche
Gymnasiën, dat hem voor dit lectoraat heeft
uitverkoren als opvolger van den afgetreden
dr. Alma, curatoren van het Haarlemsche
gymnasium, leeraren van het gymna
sium. Maar niet alleen het onderwijs
was officiëel vertegenwoordigd. Op de voorste
rij, in de schoolbankjes die schier alle aan
wezigen ten deel vielen en die ons allen ple
zierig aan onze jeugd herinneren, zat het vol
ledige college van B. en W. van Haarlem. Er
waren bovendien nog eenige raadsleden. Er
was, buiten het officiëele gezelschap en de
vele aanwezige studenten, een groote op
komst van vrienden van den nieuwen lector,
deels behoorend tot de velerlei vereenigingen
en instellingen waaraan hij zijn veelzijdige
belangstelling pleegt te geven en waarin hij al
gemeen hoogelijk gewaardeerd wordt. Er was
geen plaats in de zaal onbezet en vóór de
nieuwe lector zijn rede aanving gaf het audi
torium al een treffend beeld van hetgeen hij
later met nadruk naar voren zou brengen: de
leeraar beoefene de studie niet eenzijdig, zijn
belangstelling zij veelzijdig reeds in zijn eigen
studententijd. Dit auditorium getuigde inder
daad van den vitalen, onderzoekenden geest
van een man, wien het Leven in den breedsten
zin immer boeit en die in zoo buitengewone
mate de gave bezit, anderen daarin te doen
deelen.
Dr. Spoelder is benoemd tot lector in de di
dactiek, de onderwij sleer, der oude talen,
Griekseh en Latijn, die zijn vak zijn maar die
hij niet als „doode talen" wil aangeduid heb
ben en die dat in zijn onderwijs ook niet zijn.
Andere leeken op onderwijsgebied zullen dat
even als ik tijdens zijn rede weer sterk heb
ben beseft. Een rede waarin hij geleerdheid,
diepe ernst, groote geestdrift voor zijn be
roep op de hem eigen markante wijze wist
te mengen met humor, met dien sprankelen
den geest vooral die zijn betoog boeiend doet
zijn voor iederen toehoorder.
Hij ging uit van een woord van Plato dat
inhoudt dat de docent op zijn discipelen een
invloed zal moeten uitoefenen die strekt tot
verbetering van hun geestesgesteldheid. Hij
betoogde dat de leeraar, bij het aannemen
van een straffe geesteshouding en het volgen
van een vaste lijn, niet moet schromen eenigs-
zins op te treden als „een sergeant-majoor uit
de oude school". Training van het geheugen
zoowel als van het denkapparaat reeds in de
eerste gymnasiale jaren stelde hij voorop:
oefeningen in het critisch denken beval hij
aan als een doel van het onderwijs in de lage
re klassen. Daarna komt het lezen. Dr. Spoel
der erkent tenvolle de inspannende en af
mattende uitwerking van het lesgeven. De
leeraar zal zich, als hij uit het goede hout ge
sneden is, sterk en vasthoudend moeten too-
nen. Hij zal bij vertalingen goed Nederlandsch
moeten eischen, zonder zeer vrije vertalingen
toe te laten. In de hoogere klassen moet hij
begrijpen nu te doen te hebben met de bak-
visschen en blagen die men noemt „de rijpere
jeugd" en hen als rijpere jeugd gaan behan
delen, begrijpend dat zij naar kleurigheid en
veelzijdigheid verlangen, dat de humor naast
het gezond verstand moet meespreken. De
leeraar moet niet al te veel zijn opgegaan in
de rust van studeerkamer en collegezaal, hij
moet iets kennen van het werkelijke leven, hij
moet liefde koesteren voor de bestudeering
van zijn medemensch zoodat de term „doode
talen" een onbegrijpelijk woord zij voor al
zijn leerlingen.
De dril-gedachte, eerder uiteengezet, mag
daarbij nochtans niet verdwijnen. De ervaren
leeraar zal zijn discipelen de taal moeten doen
aanvoelen als een levend organisme.
Na de passages omtrent het vermijden van
eenzijdigheid die ik hierboven al aanhaalde
beval dr. Spoelder den leeraar bezadigdheid
en onpartijdigheid aan. Hij moet beseffen dat
hij slechts ten deele gelijk heeft. Hij moet
ook vooral den wil tot doceeren hebben, ge-
loovend in de roeping van zijn leeraarschap.
„Enkele lagere kunstgrepen", zei de lector,
„moge ik u kunnen bijbrengen. De hoogere
moet gij uzelf trachten te veroverenen
velen zullen er met mij bij gedacht hebben:
deze lector zal bij dat laatste toch wel zeer
vaak den weg wijzen door de ambitie te
prikkelen en de mogelijkheden aan te wijzen.
En vooral: door voor te gaan in zijn enthou
siasme en overtuiging.
In het laatste deel van zijn betoog besprak
dr. Spoelder zijn houding tegenover de theo
retische paedagogiek en de opvatting van zijn
eigen taak als lector in de didactiek, waarbij
hij aankondigde, den voortreffelijken weg,
door zijn voorganger gebaand, te zullen blij
ven volgen. Hij eindigde met de dankbetui
gingen die aan de aanvaarding van een nieuwe
taak aan de universiteit verbonden zijn en
een langdurig en hartelijk applaus toonde de
ingenomenheid van een auditorium, dat besef-
De vaderlandsche uienteelt
Was niet zoo best de laatste jaren,
Zij heeft tenvolle mee-gedeeld
In 't somber crisis-wedervaren.
De export was tennaastenbij
Een ex-sport voor ons land geworden,
Maar ziet, nu is 't verschiet weer blij,
Het uienzaakje komt in orde.
Het buitenland acht ons gewas
Al sedert langen tijd het hoogste,
Het is wat beter weer bij kas
En heeft zelf last van slechte oogsten.
Uit Middelharnis en Flakkee
Komen de gunstigste berichten
En voor het Zeeuwsche land der zee,
Komt ook een nieuwe toekomst lichten.
De prijzen zijn den laatsten tijd
Daar overal omhoog gevlogen.
Wie daar nu over uien schreit,
Heeft vreugdetranen in de oogen.
Wij kunnen in het buitenland
Weer trotsch met onze uien geuren,
En hoeven niet, hoed in de hand,
Met afbraakprijzen meer te leuren.
Wij kunnen hierin met elkaar,
Ons inderdaad oprecht verblijden,
En moeten daar dan liever maar
Geen aandacht bij aan Spanje wijden.
Want Spanje is in andren tijd
Het groote exportland van uien,
Door binnenlandschen wreeden strijd,
Kan het nu zijn product niet spuien.
En als wij de berichten van
Dien feilen strijd van broeders lezen,
Beseffen wij, neen, Spanje kan
Vóór alles nu niet uiïg wezen.
te dat de Amsterdamsche Universiteit een
docent van bijzondere gaven rijker is gewor
den. Waarna men elkaar in een der andere
zalen van het gebouw verdrong om hem te
complimenteeren.
R. P.
De onderaardsclie gangen te
Haarlem.
Vragen aan het College van B. en W.
Het lid van den Haarlemschen gemeente
raad P. J. M. van Tetering heeft de volgende
vragen aan het college van B. en W. inge
zonden
In Breda zijn Maandag 25 October, onder
zoekingen gedaan op prijzenswaardig en zeer
actief initiatief van het Gemeentebestuur, in
tegenwoordigheid van tal van Burgerlijke en
Militaire autoriteiten, naar onderaardsche
gangen; er zijn daar onbetwistbaar merk
waardige ontdekkingen gedaan, welke ge
heel correspondeeren met reeds bekende
feiten.
Hier in Haarlem is niet het initiatief geno
men door een Officieele Instantie, doch door
een zeer prijzenswaardige, frissche ge
dachte van particuliere zijde, n.l. van Haar
lem's Dagblad.
Ingevolge opdracht van dit stedelijk or
gaan heeft dezelfde wichelrroede-loopster van
Breda onder onze stad ongeveer dezelfde
historische vondsten gedaan, echter zonder
eenige waarneembare en zichtbare belang
stelling van ons Stadsbestuur.
Zijn B. en W. voornemens naar aanleiding
dezer experimenten en resultaten op de
daartoe meest geëigende plaatsen een nader
onderzoek door uitgravingen enz. te doen
instellen, ter verrijking der kennis omtrent
de oudste historie van Haarlem, voor moge
lijk zeer geschiedkundige vondsten, enz.?
Tot zoover de vragen van den heer van
Tetering. Wij merken evenwel op, dat de
steller van de vragen niet goed is ingelichut
wat de houding der autoriteiten betref.t
Reeds voor het begin van het onderzoek werd
van de zijde van het gemeentebestuur belang
stelling getoond, het eerste onderzoek werd
bijgewoond door den directeur van Openbare
Werken Ir. M. H. Maas, bij latere onderzoe
kingen waren eenige leden van het college
van B. en W. tegenwoordig, alsook de beide
hoofdingenieurs van Openbare Werken, Ir.
G. Friedhoff en Ir. D. N. de Lange.
Het vermiste meisje te Rotterdam.
Verzoek aan automobilisten.
In verband met de verdwijning van het
meisje Lijntje Huizer op 15 October jl. te Rot
terdam, verzoekt de commissaris van politie
der tweede afdeeling. bureau Sandelingplein
aldaar, aan automobilisten, die op 15 Octo
ber des avonds op den Rijksweg tusschen
Rotterdam en Zwijndrecht zijn aangesproken
door een man, in gezelschap van een acht-
a negenjarig meisje, zich aan zijn bureau te
willen vervoegen voor het verstrekken van
inlichtingen
Twee Heerlensche meisjes
wegens spionnage
veroordeeld.
Zware straffen door rechtbank
te Berlijn opgelegd.
Van de speciale rechtbank te Ber
lijn hebben de twee Heerlensche
meisjes L. en D, terecht gestaan, die
zooals wij onlangs hebben gemeld,
van spionnage waren beschuldigd.
Mej. L. is tot vier jaar tuchthuisstraf
veroordeeld en mej. D, tot achttien
maanden gevangenisstraf, beiden met
aftrek van een jaar preventief. De
zaak is met gesloten deuren behan
deld.
Dr. C. Spoelder, benoemd tot bijzonder lector vanwege het Genootschap van
Leeraren aan Ned. Gymnasia aan de Gem. Universiteit te Amsterdam, heeft Dins
dagmiddag met een openbare les zijn lectoraat aanvaard. Dr. Spoelder tijdens zijn
eerste les
Routine in het ontwijken van luchtaanvallen.
Optimisme en vertrouwen.
Als de tweede sirene verklonken
is, verdwijnt de geheele bevolking
onder den grond
MTRENT den toestand in de Chi-
neesche hoofdstad Nanking, meldt
de eerste correspondent van Reuter
de volgende bijzonderheden:
Bij alle ontmoetingen, die ik gehad heb met
de Chineesche regeeringspersonen, ben ik on
der den indruk gekomen van hun vertrouwen
en optimisme. Zij zijn er van overtuigd, dat
China er in zal slagen den verwoeden Japan-
schen aanval, zoowel in het noorden als aan
het front van Sjanghai, te weerstaan.
De selecte troepen van Nanking, die den
eersten stoot hebben opgevangen van den
strijd bij Sjang;hai en wier verliezen uit den
aard zeer ernstig zijn geweest, zijn thans ver
mengd met troepen uit alle Chineesche pro
vinciën, uit Kwangsi, Honan en Setsjoean,
die verschillende dialecten spreken en wier
militaire waarde en geoefendheid uiteen-
loopen. Daardoor ontstaat een volstrekt
nieuwe toestand in de geschiedenis van
China.
Stad onder den grond!
De hoofdstad zelf is letterlijk in den
grond gedoken. Ik heb van den tuin
der Amerikaansche ambassade uit
een luchtoverval waargenomen en zag
hoe dertig bommen neerkwamen op
't vliegveld in het midden van de stad
Er waren daar geen Chineesche vlieg
tuigen en gebouwen werden niet ge
troffen. Ik kwam ten zeerste onder den
indruk van de routine, die thans reeds
verkregen is in het ontwijken van de
gevaren der luchtovervallen. Wanneer
de tweede sirene verklonken is, neemt
de geheele bevolking de wijk in de
ondergrondsche schuilplaatsen. De
straten loopen leeg, het geheele
zakenleven wordt stopgezet.
Wanneer het sein „alles veilig" wordt ge
geven, komen allen weer te voorschijn en
hervatten hun dagelijksche bezigheden. Niet
alleen particuliere schuilplaatsen zijninge
richt. In alle hoofdstraten zijn openbare
Blik op een verwoest gedeelte van Gijon, de
Noord-Spaansche havenstad, die door Franco's
"troepen bezet is.
schuilgelegenheden en zelf de verkeersagen
ten hebben naast hun standplaatsen kleine
ondergrondsche schuilhoeken. De Japansche
luchtovervallen boezemen dan ook in het ge
heel geen schrik meer in, te meer daar de
totale schade, die door de naar schatting ruim
700 tot dusver neergeworpen bommen, aan de
militaire instellingen is aangericht, verwon
derlijk gering is.
Achterlijkheid op medisch gebied.
Een bezoek aan de militaire hospitalen
heeft mij echter wederom onder den indruk
gebracht van de zware taak, waarvoor men
hier staat en van het liopelooze gebrek aan
medische voorraden. China mist volledig
iedere voorbereiding en uitrusting om het
hoofd te bieden aan dit enorme probleem. Een
stroom van gewonden van de verschillende
fronten wordt hierheen gestuwd. De Chi
neesche minister van gezondheid, dr. Joei
Heng Lioe, vertelde mij, dat er thans 150 mili
taire hospitalen zijn, maar dat er ernstig te
kort aan artsen, geoefende verpleegsters en
medicamenten bestaat. Er worden pogingen in
het werk gesteld buitenlandsche artsen aan te
werven. De minister vertelde o.m. nog, dat
vier Roode Kruistreinen met gewonden door
bommen vernield zijn.
ij weten dat het niets nieuws is, als
wij U vertellen, dat een „Groentje" in
Haarlem's Dagblad succes heeft.
Maar aangezien dit feit vooral in Uw
belang is, wagen wij het, deze oude
waarheid nog maar eens te herhalen.
Nieuwe gegevens over de
onderaardsche gangen.
Belangrijke historische gegevens.
Toen wij dezer dagen een bezoek brach
ten aan de R.-K. Openbare Leeszaal op de
N. Gracht kwam ons gesprek met den direc
teur den heer Jos. van der Velden op ons on
derzoek naar de onderaardsche gangen te
Haarlem. „Ik juich zoo zei hij het on
derzoek van Haarlem's Dagblad toe. want ik
ben niet alleen stellig overtuigd, dat die on
deraardsche gangen hier bestaan, maar ik
verwacht dat daardoor belangrijke histori
sche vondsten gedaan kunnen worden. Gaar
ne zal ik daartoe mijn medewerking verlee-
nen.
Allereerst kan ik u attent maken op het
nog bestaan van een deel van drie gangen.
Vroeger was de R.-K. Leeszaal gevestigd in
het gebouw der St. Elisabeth's Vereeniging,
Jansstraat 49. Daar ben ik toen herhaalde
lijk in den kelder geweest. Het is een bij
zonder oud gewelf en ik ben overtuigd, dat
wïi daar staan voor een deel van de "gangen,
(Het opmerkelijke is, dat mevrouw N. Klein
Sprokkelhorst met haar onderzoek met de
wichelroede een onderaardsche gang heeft
aangewezen gaande van de Waalsche kerk
op het Begijnehof onder het gebouw van de
St. Elisabeth's Vereeniging en het aangren
zende pand van den slager Star door naai
de Janskerk. Red.)
Op de plaats waar nu de St. Elisabeth's
Vereeniging is gehuisvest stond vroeger de
woning van den deken der R.-K. kerk te
Haarlem. In de dagen van de hervorming
toen het aan de R.-K. verboden was hier ter
stede kerk te houden, werd er in de gewel
ven van het huis van den deken de mis op
gedragen. Het was daar dus een zoogenaam
de schuilkerk. Vermoedelijk kwamen de ge-
loovigen door de onderaardsche gangen in
deze schuilkerk.
Gaat u zoo vervolgde de heer Van der
Velden ook eens kijken in de oude goud
smidskamer op het Goudsmidsnleintje bij de
Bakenesserkerk. Daar ging volgens aanwij
zingen ook een onderaardsche gang heen.
Uit de historische studiën van mevrouw
Sterck-Proot is gebleken, dat er in dien tijd
niet van een goudsmidskamer gesproken kon
worden. In dat huis woonde de pastoor en
de .gouden kelk die nu nog op een steen in
den muur te zien is, was oogenschijnlijk wel
Het woord is aan
Schopenhauer:
Wij moeten zeer voorzich
tig zijn met het gebruik van
den overtreffend'en trap.
een aanduiding van de woning van een
goudsmid, maar feitelijk diende zij om aan
de geloovlgen duidelijk te maken dat daar
de pastoor woonde en dat men daarheen
kon gaan om het opdragen van de Mis bij te
wonen. De gouden kelk was dus het sym
bool van het Mis-offer. De betrokken pastoor
was voeger goudsmid geweest, zoodat het
hem mogelijk was dezen muursteen in zijn
woning te plaatsen.
Tot zoover de mededeelingen van den heer
van der Velden. Wij vonden onder het ge
bouw der St. Elisabeth's Vereeniging in de
Jansstraat inderdaad een groot kelderge
welf van ouden datum. Deze kelder moet
dan vroeger een doorgang hebben gehad naar
de Janskerk, die nu evenwel is dichtgemet
seld.
In de woning van den heer Star
vonden wij ook oude keldergewelven
en eenige resten van ingangen van
onderaardsche gangen.
Het meest verrassend was evenwel
ons onderzoek in de Goudsmidskamer.
Daar geeft het voorportaal toegang
tot een steenen trapje dat in den
kelder afdaalt. Deze kelder (juist on-
In de gewelven van het gebouw der
St. Elisabeth's Vereenigifig in de Jansstraat.
der den muursteen met goudven kelk
gelegen) heeft een oppervlakte van
ongeveer bij 3& meter. In den
muur aan den kant van de Jans
straat zit nog een gedeelte van de
onderaardsche gang ter lengte van
meer dan 2 meter. Aan den achter
kant is deze gang dichtgemetseld.
Nu heeft de gang nog slechts de
hoogte van 1 meter, maar het is aan
te nemen, dat de vloer der kelder en
muur vroeger doeper gelegen heeft,
maar om het water tegen te gaan,
verhoogd is.
Oucliy-verdrag heeft afgedaan.
Het wetsontwerp tot goedkeuring van het,
op 18 Juli 1932 te Genève gesloten, internatio
naal verdrag tot vermindering van handels
belemmeringen, is door de regeering inge
trokken.
Het betreft hier het zoogenaamde verdrag
van Ouchy, op dien datum tusschen Nederland
en België gesloten.
De intrekking geschiedde, omdat, naar „Het
Volk" verneemt, omdat in de practijk is ge
bleken. dat de kans, het door het verdrag voor
gestane doel te bereiken, thans als uitgesloten
moet worden beschouwd.
HEDEN: 12 PAGINA'S
pag.
Bij een brand op het tankschip Megara
zijn vijf Chineezen om het leven gekomen
en vier zwaar gewond. 3
Een smokkelaar is bij Echt door kommie-
zen doodgeschoten. 3
Handelaren achten minimum-exportprij-
zenn voor bloembollen gewenscht. 3
De krijgsraad in Den Bosch heeft het in
cident tijdens den Jamboree-wandel
tocht te Bloemendaal behandeld. 3
De Japansche troepen hebben Tsjapei en
Kiangwan bezet. 4
De Fransche vliegboot „Lieutenant de
Vaisseau Paris" heeüt het wereldaf-
standsrecord verbeterd. 4
Te Londen is men optimistisch ten aan
zien der niet-ïnmengingsbesprekingen. 4
De Billiton Maatschappij verdubbelt het
interim-dividend. 6
Euwe's achterstand is wederom vergroot. 7
ARTIKELEN, ENZ.
R. P.: Een lectoraatsaanvaarding. 1
Van onzen correspondent te Genève:
Volkenbondshulp bij de bestrijding van
besmettelijke ziekten. 2
J. II. de Bois: Kunst in Haarlem en daar
buiten. 3
II. D. Vertelling: Het Halssnoer. g
L. S.: Wij planten in October. 6
Van onzen Berlijnsclien correspondent:
De jacht als deel der beschaving. n
Damrubriek
De Burgerlijke Stand van-Haarlem is op
genomen op 9