ONZE NIEUWE BURGEMEESTER. DeeL uw MAANDAG 1 NOVEMBER 1937 HAAlïLE M'S DAGBLAD 3 Zijn verklaringen in een interview met Haarlem's Dagblad. VERMOCjEM dooR De uitkomst geeft U het bedrag, waar van Uw gezin, na Uw overlijden, per I maand zal moeten rondkomen, indien gij niet verzekerd zijt (Adv. Ingez. Med.) In de fraaie, modern gemeubileer de, burgemeesterskamer van het Zwolsch stadhuis ontving ons Dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk, zelf geboren Zwollenaar, die nu weldra die gemeente zal verlaten om als bur gervader zijn werkkracht en belang stelling aan Haarlem te geven. Burgemeester de Vos van Steenwijk nam onze felicitaties gaarne in ontvangst. Want hij maakte er heelemaal geen geheim van, dat hij, hoe aangenaam hij het ook te Zwolle gehad moge hebben, buitengewoon verheugd is, dat hij zich thans tot het burgemeester schap van een zoo groote en belangrijke ge meente als Haarlem geroepen ziet. Doordat burgemeester De Vos v. Steen- wijk in Haarlem familie had en nog heeft wonen, heeft hij er meermalen vertoefd. Hij kon me verzekeren, dat de gemeente, die spoedig de stad zijner inwoning zal zijn, op hem altijd een bijzonder prettigen indruk had gemaakt, ook als woonstad. Deze opmerking geeft me direct aanlei ding om u te vragen, of u al eenige plannen hebt met betrekking tot het niet zoo eenvou dige behuizingsvraagstuk. „Neen. Intusschen spreekt het vanzelf, dat het 't beste zal zijn, mij hieromtrent eens na der op de hoogte te gaan stellen, als ik een maal in Haarlem zit. Dan kan ik me ook een beter idee vormen dan ik op het oogenblik heb, omtrent den loop van de grenzen van de gemeente, wat met het oog op de vraag, in welk gedeelte van de stad ik eventueel een hoiis kan zoeken, natuurlijk van belang is. Mijn benoeming gaat in met 15 November. Dat is dus wel heel vlug, doch ik zal dan ver moedelijk beginnen met mijn onderdak in een hotel te nemen, terwijl mijn vrouw en kinderen dan voorloopig nog even hier in Zwolle zullen blijven." Het gezin van den nieuw benoemde, zoo vernamen we op een desbetreffende vraag, ifond het ook een prettig vooruitzicht naar Haarlem te verhuizen. Voor den zoon, die thans in de zesde klas van het gymnasium zit, zou het echter, aangezien hij aan het eind van dezen cursus eindexamen hoopt te doen, waarschijnlijk de beste oplossing zijn om thans niet meer van school te veranderen en dus het Zwolsche gymnasium af te loopen. De burgemeester is wel van plan zijn jongste dochter, leerlinge van de vijfde klas van het gymnasium, spoedig naar het gymnasium van Dr. Spoelder (dien hij zich nog als „oud- Leidenaar" uit zijn studententijd herinnerde) te doen gaan. Ten opzichte van de oudste dochter, eerste-jaars-studente in de kunst geschiedenis te Utrecht, doen zich dergelijke schoolproblemen niet meer voor. Op de vraag, of we den lezers ook iets konden mededeelen omtrent het gebied van bijzondere belang stelling. van Haarlem's aanstaande „burge- meestersche", vernamen wij, dat mevrouw de Vos van Steenwijk, die in verschillende vereenigingsbesturen zitting heeft, (Groene Kruis, Arbeid Adelt enz.) zich vooral gaarne aan socialen arbeid wijdt. Uit meer dan éen gesprek met inwoners van Zwolle kregen wij trouwens den indruk dat zij in Overijssel's hoofdstad zeer gezien en bemind is. Wat in Zwolle tot stand is gebracht. Nadat we aangaande 's burgemeesters po litieke richting vernomen hadden, dat hij aangesloten is bij den Vrijheidsbond, doch overigens „behalve dan door de uitoefening van mijn stemrecht" niet actief deelneemt aan de politiek, werd allereerst aan geroerd, wat er alzoo in zijn Zwolschen tijd onder zijn leiding of op zijn initiatief tot stand was gekomen. „Nu, dat is helaas niet veel. Ik zou in elk geval slechts weinig kunnen noemen. Dit is misschien in belangrijke mate een gevolg van de omstandigheid, dat ik hier eigenlijk al aanving in een ongelukkige periode, in een tijdperk van afbraak. In Februari 1933 trad ik als burgemeester van Zwolle op. En eigen lijk kon men reeds toen van een lastige be- grootingspositie spreken. Sindsdien is het steeds moeilijker geworden en nadat we het eerst tenminste nog twee jaar zonder de z.g.n. extra-bijdrage hadden kunnen stellen, zijn we daarna verder op de extra-bijdrage aangewezen geweest. ik me vooral heb bezig gehouden, en dat dus in dit verband dan mis schien wel genoemd mag worden, is de verbetering van het doorgaand verkeer, dat nl. ingevolge een ge meentelijk plan, in aansluiting aan het Rijksplan, is en wordt omgelegd. Dit is speciaal voor het verkeer uit Deventer en uit Almelo naar het Noorden des lands van belang. Daar naast heeft hetgeen we in dit opzicht hebben aangepakt tevens nog een lo cale beteekenis, doordat op deze wijze en hier demonstreerde burge meester De Vos vair Steenwijk de van gemeentewege ondernomen plannen op de in zijn kamer hangende kaart twee woonwijken, waartusschen een stuk open grond ligt, een veel betere onderlinge verbinding en tevens een betere communicatie met het station hebben gekregen. Gij ziet hier een gedeelte dat nu in uit voering is weer kregen we 'n aanwijzing- op de kaart. Een en ander is geschied en geschiedt nog met steun van het werkfonds en met boven dien een bijdrage uit het wegenfonds. Veel werk voor lichamelijke opvoeding. U en ander werk, waarvoor ik mij -*-1 heel wat moeite heb gegeven zijn de sportterreinen en het gemeen telijke openluchtbad, geëxploiteerd door een gemeentelijke stichting voor lichamelijke oefeningen, waaronder ook in zekeren zin de, eveneens in de' laatste jaren tot stand gebrachte, terreinen van de speeltuinvereeni- ging vallen. Het plan om iets van dien aard te scheppen is, late er geen misverstand ontstaan, niet van mij afkomstig: dat vond ik al, toen ik hier kwam. Doch als ge me vraagt naar wat er zoo tijdens mijn burge meesterschap tot stand Is gekomen, dan meen ik daarvan wel speciaal melding te mogen maken. Hebt u in Zwolle zelf behalve dan de politie, een bepaalde afdeeling onder u ge had? Of liet u de verschillende afdeelingen over aan de wethouders, teneinde u vooral met de algemeene lijnen van het gemeente lijk bestuursbeleid bezig te houden? „Neen. ik had financiën en landerijen onder me. Dat ik de portefeuille van financiën on der me kreeg, had eigenlijk niets met eenige bijzondere voorkeur te maken. Het gebeurde louter om opportuniteits-redenen. Maar iets anders was het gesteld met „landerijen", die in deze gemeente, die aardig wat lande rijen bezit, nogal van belang zijn. Geen van de wethouders voelde zich in de aangelegen heden. welke tot die afdeeling behooren, thuis. Doordat ik in verband met familiebe zit van jongs af aan wel met een en ander op dit gebied in aanraking was gekomen, en wel eenig begrip van landerijen-beheer enz. had, lag het wel eenigermate voor de hand, dat ik mede aan dezen tak van gemeente lijke zorg mijn aandacht en arbeid gaf". Burgemeester, u hebt mij nu verteld, hoe u het gedaan hebt in de gemeente, die u gaat verlaten. Doch het zal de lezers van Haarlem's Dagblad nog meer interesseeren om te vernemen, of u in beginsel het beter acht. dat een burgemeester wèl zelf een de partement beheert, dan wel, dat hij dat niet doet en meer optreedt als de man, die vooral de groote lijnen aangeeft en in een ruimer algemeen verband op het bestuur van de gemeente zijn stempel drukt. Even stilte. Dan volgt het antwoord in di plomatieke taal, begeleid door een diploma tiek glimlachje, dat zooveel zeggen wil als: ik laat mij op dit punt niet uit mijn tent lokken. „Welk van beide stelsels de voorkeur ver dient, kan ik moeilijk zoo maar in eens zeg gen. Ik zou mij er toe willen bepalen op te merken, dat hier veel zal afhangen van de plaatselijke omstandigheden en verhoudin- dingen. Natuurlijk kan ik me best voorstel len zonder dat ik nu meteen een oordeel hieromtrent uitspreek dat het in een groo- tere gemeente misschien beter kan zijn, dat de burgemeester niet nog een afzonderlijk departement beheert. En wat nu speciaal mijn naaste plannen ten dezei* betreft kan ik u alleen nog zeggen, dat, zeker in het be gin aanknooping aan den bestaanden toe stand raadzaam te achten valt!" Öbk met betrekking tot de vraag, hoe de nieuw benoemde staat tegenover het. systeem van annexatie van omliggende gemeenten dan wel ver doorgevoerde samenwerking tus schen een centrumgemeente en de buren, prefereerde Dr. de Vos van Steenwijk zich van een bepaalde uitspraak te onthouden. Hoever gemeentelijke grenzen zich moe ten uitstrekken wordt in tal van gevallen een steeds ingewikkelder probleem. Eener zij ds scheppen de moderne verkeersmiddelen, die als het ware afstanden doen verminderen, wat grootere kans op nuttige gemeentelijke samenwerking dan vroeger het geval was. Maar aan den anderen kant weet ik uit er varing, dat het in het leven roepen van een Tegen half drie verschenen de eerste vlieg tuigen, komende uit Noordelijke richting, bo ven den Amstel. Het waren een escadrille Fokker S. 4 les-vliegtuigen. Dan volgde een escadrille overgangs vliegtuigen van den marine-vliegdienst, Koolhovens van het type F.K. 51. Voor een bijzondere attractie zorgde de tweede luitenant Van der Bosch, van de Lucht- vaartschool, die roet het door Soesterberg aangekocht Bucker Jungmann-vliegtuig eenige prachtige stunts, boven de Berlagebrug uit voerde. De marine zorgde voor afwisseling, door een escadrille van vijf marinevliegtuigen, Fokkers van het type C. 7 W., die in foi-matie kwamen aangevlogen, gevolgd door een marine bom- mentwerper T. 4 en het nieuwste Fokker cata pult-vliegtuig der marine, de G. 11 W. Het was drie uur, toen werd aangekondigd, dat de eerste formatie vijandelijke bommen werpers den Amstel naderde. Het bestond uit vijf Fokker-verkenners van het type C. 10, die in dit geval verondersteld werden bommen werpers te zijn. Nauwelijks hadden zij de nieuwe Amstelbrug overvlogen, of het lucht afweergeschut, dat op het opgespoten terrein naast de Berlagebrug stond opgesteld, trad in werking. Van twee verschillende kanten kwam in de lucht hulp opdagen, in den vorm van eenige escadrille jagers, van het type D. 16 en D. 17, die er in slaagden, het eerste bombardements- verband uiteen te drijven en een der bommen werpers omlaag te schieten. Tegen half vier had een tweede aanval plaats. Uit het noorden naderden op grooten afstand van elkaar twee formaties elk van 5 bommenwerpers. De eerste formatie werd ge vormd door Fokker verkenners C 10, de tweede door marine vliegtuigen C 8 W. Laag scheerden zij over den Amstel en on middellijk klonk het geknetter der luchtdoel mitrailleurs, die stonden opgesteld op de daken van eenige hooge, daarvoor gunstig ge- gelegen gebouwen en op eenige in den Amstel liggende zolderschuiten. Twee jachtpatrouilles, bestaande uit D 16 en D 17 jagers, trachtten de bombar- goede gemeentelijke samenwerking, het tot overeenstemming geraken over kostenver- deeling enz. niet zoo gemakkelijk is. Intus schen T het kan ongetwijfeld voorkomen, dat een vèr doorgevoerde gemeentelijke samen werking goede diensten kan doen Vooral ook. wanneer men toch, tengevolge van verschil lende factoren, een annexatie niet vermag te bereiken." De burgemeester stipte in dit gedeelte van het gesprek nog even de typische situatie van Zwolle aan, dat geheel en al door de gemeen te Zwollerkerspel wordt omsloten en voorts maakte hij gewag van het, na veel moeite tot stand gekomen, rechtspersoonlijkheid hebbend lichaam van gemeentelijke samen werking „weg Zwolle-Hasselt" waarvan hij zelf voorzitter is. Dat het onderwerp „financieele positie van gemeenten" helaas veelal verre van vroo- lijk is en dat een gemeente, die op de zgn. extra-bijdrage is aangewezen, tengevolge van de daarmee samenhangende voorwaar den die den Haag stelt, jammer genoeg niet heel veel nieuws kan aanpakken, werd van zelf in den loop van het onderhoud ook meer dan eens aangeroerd. Haarlem 's Bloei kan op de sympathie van den nieuwen burgemeester rekenen. Even brachten we het op het toe nemend streven om Haarlem door het houden van tentoonstellingen, con gressen, enz. ook van het noodige vreemdelingenbezoek te laten profi teered „Daar voel ik alles voor", zoo klonk het terstond vol overtuiging en „Haarlem's Bloei" mag zich ongetwij feld bij voorbaat op de sympathie van den komenden burgervader ver heugen, Hoe hebt gij, die door uw opleiding en studie met gemeenterecht en met de praktijk daarvan nooit in aanraking waart gekomen, (Adv. Ingez. Med.) dementsvliegtuigen uit hun verband te drij ven. Eenige toestellen, zoowel hun aanvallers als verdedigers, werden daarbij als getroffen beschouwd en vielen af. De aanvallers schoten eenige seinpatronen af die als bommen be schouwd moesten worden, en moesten toen den aanval staken. Te kwart voor vier naderden alle deelne mende vliegtuigen nogmaals de Berlagebrug, ditmaal vliegende in twee gesloten formaties, ieder van ruim twintig vliegtuigen, teneinde in paradevlucht de autoriteiten op de brug te passeeren. Tegen acht uur begon het laatste gedeelte van het programma der luchtverdedigings demonstratie. Drie-motorige bommenwerpers zouden trachten een haven, die verondersteld werd zich te bevinden tusschen nieuwe brug en Berlagebrug, te bombardeeren. Te acht uur precies werd de eerste driemotorige bommen-, werper gesignaleerd. De witte bundels van een zestal zoeklichten,die zoowel bij genoemde brug gen als op verwijderden afstand van den Am stel in Zuid en Oost stonden opgesteld, stre- ken langs den slechts weinig bewolkten hemel en nauwelijks had een der zoeklichten de ma chine in zijn straal gevat, of de andere bun dels schoten te hulp en hielden het vliegtuig in het kruispunt van de stralenbundels gevan gen. Vrijwel tegelijkertijd begonnen de schoten te vallen van het bij de twee bruggen staande luchtafweergeschut en begonnen de luchtdoel mitrailleurs te ratelen. Nadat de eerste aanvaller met behulp van een jachtvliegtuig was verdreven, werd spoe dig een eveneens uit Noordelijke richting ko mende nieuwe aanvaller, wederom een drie- motorig bombardementsvliegtuig gesignaleerd Even spoedig \V^.s het eveneens door de zoek lichtbundels gevangen en hoewel het boven den Amstel eenige bommen in den vorm van gekleurde seinkogels liet vallen werd het op dezelfde wijze verdreven als zijn voorganger. De derde en laatste aanval werd gedaan door de beide bommenwerpers tezamen in ver spreide formatie en op dezelfde wijze afgesla gen. Een taptoe was het slot van dezen lucht verdedigingsdag. u zoo goed in alles wat hiermee samenhangt, kunnen inwerken? „In de eerste plaats zou ik heelemaal niet willen onderschrijven, dat ik me in alles zoo goed heb ingewerkt. Maar afgezien daarvan stel ik er prijs op u te verzekeren, dat ik bui tengewoon veel te danken heb aan hen, die hier mijn rechterhand waren, aan secre taris en hoofdambtenaren. Iets van gemeen te-zaken leerde ik voor het eerst in de prak tijd kennnen, toen ik secretaris-penning meester van het Nationaal Crisis Comité was. Doch dat betrof alleen een onderdeel, te we ten armenzorg: in dat verband had ik toen voortdurend met heel veel burgemeesters te maken. Overigens ben ik vooral in en door de praktijk in gemeenterecht en gemeente-be stuurszaken wegwijs moeten worden, terwijl ik op sommige punten ook bij de commen tatoren op de Gemeentewet in de leer ging door raadpleging van wat zij schreven. En verder, ik herhaal het nog eens, heb ik in vele opzichten van den steun van mijn amb tenaren geprofiteerd." Tot de onderwerpen van actueelen aard, die 's heer'en de Vos van Steenwijk's bijzon dere belangstelling' hebben, bleek o.m. te be hooren de gemeentelijke taak in verband met de luchtbescherming. „In Zwolle heb ik het nuttig geacht de functies van commissaris van politie en die van hoofd van de lucht bescherming niet in één hand te laten. Op mijn initiatief is te dien opzichte voor een splitsing zorg gedragen. Nauwe samenwerking tusschen beide is natuurlijk zeer gewenscht. Maar ik voor mij zie het zoo, dat op het oogenblik, waarop het hoofd van de luchtbe scherming ooit actief zou moeten optreden, de commissaris van politie zijn handen te vens al zoo vol zou hebben, dat het'beter ware de functies gescheiden te houden. Let wel. dit geldt voor Zwolle. Omtrent Haarlem ma tig ik me momenteel ten dezen geen oor deel aan." Van de publiekrechtelijke en publieke za ken brachten we het gesprek nog weer even op den persoon van den nieuwen burge meester, door hem te vragen, of hij nog wat aan zijn vak. de astronomie, doet. „Neen, daar heb ik geen tijd meer voor. Bovendien, ik heb me eigenlijk al jaren daar mee niet meer bezig gehouden, Want ge moet wel bedenken, dat mijn werkkring destijds aan het te Parijs gevestigde instituut voor intellectueele samenwerking (d.at dank zij den Volkenbond in het leven is geroepen) niet met zich meebracht het verrichten van wetenschappelijken arbeid, doch dat ik daar een taak van administratieven aard had, mis schien eenigermate te vergelijken met wat een ambtenaar aan de afdeeling Kunst en Wetenschappen van het Departement van Onderwijs, K. en W. te doen heeft. Alleen heb ik toen nog we] eens aan de Sorbonne wat colleges in de sterrekunde gegeven, wel te verstaan als professeur libre. wat gelijk staat met privaatdocent bij ons Tot; de functie aan het Instituut voor intellectueele samenwerking was ik overigens gekomen op verzoek van dien grooten Haarlemmer Lo- rentz, mijn leermeester, aan wien ik een even dankbare als bijzondere aangename herinnering bewaar. Speciale natuurwetenschap- pelijke belangstelling. Het ligt voor de hand, dat ik, ook al heb ik de astronomie nu al sinds jaren laten rusten, toch een speciale natuurwetenschap- nelijke belangstelling behouden heb. Zoo kwam ik daardoor ook reeds meer dan eens met Teylers' genootschap even in contact, doordat ik er al eenige malen de algemeene natuurwetenschappelijke voordrachten, die daar in het najaar wel georganiseerd wor den placht bij te wonen. Als we nog vermeld hebben, dat Dr. de Vos v. Steenwijk op het gebied van kunst zich vooral voor litteratuur interesseert, (..maar heusch niet meer dan de algemeene belangstelling hebbende leek", luidde het meteen waarschuwend om het vooral niet meer te doen schijnen dan het is") dat hij zich wel met golf bezig houdt en des zomers zoo nu en dan ,.in bescheiden mate aan licht hooatoerisme" doet,, zii alleen nog gewag gemaakt van hetgeen hij aan het slot van het interview verklaarde. „Ik verheug mij bepaald op den werkkring die mij in Haarlem wacht en hoop stellig dat ik daar even prettig met den Raad en met het Dagelijksch Bestuur zal samenwer ken als hier in Zwolle het geval was. Voor mij waren de vergaderingen van het college, waar ik het met de heeren best kon vinden, altijd een waar genoegen. En aan de verhou dingen in den Raad, waar men zake lijk en vlot wist te werken, neem ik insgelijks de prettigste herinneringen met me mee. Er heerschte daar een aangename toon. En tusschen de raadsleden, onverschillig van welke politieke kleur en mij heerschte er altijd een goede, door mij ten zeerste gewaardeerde verstandhouding. Niets zal me aangenamer zijn dan er naar te streven en te bereiken, dat ik met allen, met wie ik in Haarlem heb samen te werken, op een even goeden voet zal komen te staan". De tijd was omgevlogen, want heel wat was er gedurende dit onderhoud ter sprake ge komen. Bij het afscheid verzekerde me bur gemeester de Vos van Steenwijk nogmaals, dat men er in Haarlem staat op kan maken, dat hij het een groot voorrecht acht weldra het burgemeesterschap van die stad te mogen aanvaarden. Hij ziet daarin een taak, een werkkring, die hem buitengewoon toelacht. En met hem verheugt zich ondanks blijven de warme sympathie voor Zwolle, in niet mindere mate zijn gezin over wat nu komen gaat, over het aanstaand inwonerschan van Haarlem. Bovendien trof ik bij mijn optreden reeds allerlei aan, dat men al eerder onder handen heb genomen. Waarmee Burgemeestersketen, in 1894 door Jhr. Mr. J. W. G. Boreel van Hogelanden aan de gemeente aangeboden. Deze ambtsketen een meester stuk van zilversmeedwerk werd vervaardigd door den lieer E. Voet Jr. Luchtverdedigingsdag te Amsterdam. Amsterdam heeft Zaterdag zijn luchtverde digingsdag gehad, 's Morgens is een militaire tocht door de stad gehouden en het luchtaf- weermateriaal, dat daaraan had deelgeno men werd daarna opgesteld op het opgespo ten terrein, dat ten behoeve van den bouw van het nieuwe Amstelstation achter de Berlage brug gereed is gemaakt. Tegen half twaalf stonden de verschillende stukken daar ver spreid en werd de openlucht tentoonstelling voor het publiek opengesteld. Bij alle ten toon gestelde stukken stond be dienend personeel, dat het zeer druk had om de werking van geschut en apparaten te de- monstreeren en te verklaren. Tegen twee uur verzamelde zich op het ge- reserveerd£ gedeelte van de Berlagebrug, die voor het publiek afgesloten was, en voor wel ker omgeving men voorzien moest zijn van een speciale toegangskaart, een groot aantal hooge autoriteiten van land- en zeemacht, de eerste ministers, dr. H. Colijn en de minister van defensie, J. J. C. van Dijk, alsmede de Com missaris van de Koningin in Noord-Holland, mr dr. A. baron Röell, de burgemeester van Amsterdam, dr. W. de Vlugt, en zeer vele voor aanstaande personen uit het openbare leven des lands en van de hoofdstad. Kort voor half drie arriveerde Prins Bern- hard, die gekleed was in de grijze uniform van kapitein der grenadiers en die ontvangen werd door den commandant van het veldleger, lt.-gen. baron van Voortst tot Voorst. Met den leider der oefeningen, majoor J. G. V. Zegers, van den staf der militaire luchtvaart, en eenige andere hooge officieren begaf hij zich naar den toren van het brugwachtershuisje midden op de Berlagebrug. Van daar uit gaf majoor Zegers voor de microfoon een uiteen zetting van wat zich in de lucht en op den grond afspeelde, welke verklaringen met be hulp van luidsprekers voor het talrijke publiek, dat zich langs den Amstel verdrong, hoorbaar werd gemaakt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5