ONZE NIEUWE BURGEMEESTER.
DeeL uw
MAANDAG 1 NOVEMBER 1937
HAAlïLE M'S DAGBLAD
3
Zijn verklaringen in een interview
met Haarlem's Dagblad.
VERMOCjEM
dooR
De uitkomst geeft U het bedrag, waar
van Uw gezin, na Uw overlijden, per
I maand zal moeten rondkomen, indien
gij niet verzekerd zijt
(Adv. Ingez. Med.)
In de fraaie, modern gemeubileer
de, burgemeesterskamer van het
Zwolsch stadhuis ontving ons Dr.
J. E. baron de Vos van Steenwijk,
zelf geboren Zwollenaar, die nu weldra
die gemeente zal verlaten om als bur
gervader zijn werkkracht en belang
stelling aan Haarlem te geven.
Burgemeester de Vos van Steenwijk nam
onze felicitaties gaarne in ontvangst. Want
hij maakte er heelemaal geen geheim van,
dat hij, hoe aangenaam hij het ook te Zwolle
gehad moge hebben, buitengewoon verheugd
is, dat hij zich thans tot het burgemeester
schap van een zoo groote en belangrijke ge
meente als Haarlem geroepen ziet.
Doordat burgemeester De Vos v. Steen-
wijk in Haarlem familie had en nog heeft
wonen, heeft hij er meermalen vertoefd. Hij
kon me verzekeren, dat de gemeente, die
spoedig de stad zijner inwoning zal zijn, op
hem altijd een bijzonder prettigen indruk had
gemaakt, ook als woonstad.
Deze opmerking geeft me direct aanlei
ding om u te vragen, of u al eenige plannen
hebt met betrekking tot het niet zoo eenvou
dige behuizingsvraagstuk.
„Neen. Intusschen spreekt het vanzelf, dat
het 't beste zal zijn, mij hieromtrent eens na
der op de hoogte te gaan stellen, als ik een
maal in Haarlem zit. Dan kan ik me ook een
beter idee vormen dan ik op het oogenblik
heb, omtrent den loop van de grenzen van de
gemeente, wat met het oog op de vraag, in
welk gedeelte van de stad ik eventueel een
hoiis kan zoeken, natuurlijk van belang is.
Mijn benoeming gaat in met 15 November.
Dat is dus wel heel vlug, doch ik zal dan ver
moedelijk beginnen met mijn onderdak in
een hotel te nemen, terwijl mijn vrouw en
kinderen dan voorloopig nog even hier in
Zwolle zullen blijven."
Het gezin van den nieuw benoemde, zoo
vernamen we op een desbetreffende vraag,
ifond het ook een prettig vooruitzicht naar
Haarlem te verhuizen. Voor den zoon, die
thans in de zesde klas van het gymnasium
zit, zou het echter, aangezien hij aan het eind
van dezen cursus eindexamen hoopt te doen,
waarschijnlijk de beste oplossing zijn om
thans niet meer van school te veranderen en
dus het Zwolsche gymnasium af te loopen.
De burgemeester is wel van plan zijn jongste
dochter, leerlinge van de vijfde klas van
het gymnasium, spoedig naar het gymnasium
van Dr. Spoelder (dien hij zich nog als „oud-
Leidenaar" uit zijn studententijd herinnerde)
te doen gaan. Ten opzichte van de oudste
dochter, eerste-jaars-studente in de kunst
geschiedenis te Utrecht, doen zich dergelijke
schoolproblemen niet meer voor. Op de vraag,
of we den lezers ook iets konden mededeelen
omtrent het gebied van bijzondere belang
stelling. van Haarlem's aanstaande „burge-
meestersche", vernamen wij, dat mevrouw
de Vos van Steenwijk, die in verschillende
vereenigingsbesturen zitting heeft, (Groene
Kruis, Arbeid Adelt enz.) zich vooral gaarne
aan socialen arbeid wijdt. Uit meer dan éen
gesprek met inwoners van Zwolle kregen wij
trouwens den indruk dat zij in Overijssel's
hoofdstad zeer gezien en bemind is.
Wat in Zwolle tot stand is
gebracht.
Nadat we aangaande 's burgemeesters po
litieke richting vernomen hadden, dat hij
aangesloten is bij den Vrijheidsbond, doch
overigens „behalve dan door de uitoefening
van mijn stemrecht" niet actief deelneemt
aan de politiek, werd allereerst aan
geroerd, wat er alzoo in zijn Zwolschen
tijd onder zijn leiding of op zijn initiatief tot
stand was gekomen.
„Nu, dat is helaas niet veel. Ik zou in elk
geval slechts weinig kunnen noemen. Dit is
misschien in belangrijke mate een gevolg van
de omstandigheid, dat ik hier eigenlijk al
aanving in een ongelukkige periode, in een
tijdperk van afbraak. In Februari 1933 trad
ik als burgemeester van Zwolle op. En eigen
lijk kon men reeds toen van een lastige be-
grootingspositie spreken. Sindsdien is het
steeds moeilijker geworden en nadat we
het eerst tenminste nog twee jaar zonder de
z.g.n. extra-bijdrage hadden kunnen stellen,
zijn we daarna verder op de extra-bijdrage
aangewezen geweest.
ik me vooral heb bezig gehouden,
en dat dus in dit verband dan mis
schien wel genoemd mag worden, is
de verbetering van het doorgaand
verkeer, dat nl. ingevolge een ge
meentelijk plan, in aansluiting aan
het Rijksplan, is en wordt omgelegd.
Dit is speciaal voor het verkeer uit
Deventer en uit Almelo naar het
Noorden des lands van belang. Daar
naast heeft hetgeen we in dit opzicht
hebben aangepakt tevens nog een lo
cale beteekenis, doordat op deze wijze
en hier demonstreerde burge
meester De Vos vair Steenwijk de van
gemeentewege ondernomen plannen
op de in zijn kamer hangende kaart
twee woonwijken, waartusschen een
stuk open grond ligt, een veel betere
onderlinge verbinding en tevens een
betere communicatie met het station
hebben gekregen.
Gij ziet hier een gedeelte dat nu in uit
voering is weer kregen we 'n aanwijzing-
op de kaart.
Een en ander is geschied en geschiedt nog
met steun van het werkfonds en met boven
dien een bijdrage uit het wegenfonds.
Veel werk voor lichamelijke
opvoeding.
U en ander werk, waarvoor ik mij
-*-1 heel wat moeite heb gegeven
zijn de sportterreinen en het gemeen
telijke openluchtbad, geëxploiteerd
door een gemeentelijke stichting voor
lichamelijke oefeningen, waaronder
ook in zekeren zin de, eveneens in
de' laatste jaren tot stand gebrachte,
terreinen van de speeltuinvereeni-
ging vallen. Het plan om iets van
dien aard te scheppen is, late er geen
misverstand ontstaan, niet van mij
afkomstig: dat vond ik al, toen ik
hier kwam. Doch als ge me vraagt
naar wat er zoo tijdens mijn burge
meesterschap tot stand Is gekomen,
dan meen ik daarvan wel speciaal
melding te mogen maken.
Hebt u in Zwolle zelf behalve dan de
politie, een bepaalde afdeeling onder u ge
had? Of liet u de verschillende afdeelingen
over aan de wethouders, teneinde u vooral
met de algemeene lijnen van het gemeente
lijk bestuursbeleid bezig te houden?
„Neen. ik had financiën en landerijen onder
me. Dat ik de portefeuille van financiën on
der me kreeg, had eigenlijk niets met eenige
bijzondere voorkeur te maken. Het gebeurde
louter om opportuniteits-redenen. Maar iets
anders was het gesteld met „landerijen",
die in deze gemeente, die aardig wat lande
rijen bezit, nogal van belang zijn. Geen van
de wethouders voelde zich in de aangelegen
heden. welke tot die afdeeling behooren,
thuis. Doordat ik in verband met familiebe
zit van jongs af aan wel met een en ander
op dit gebied in aanraking was gekomen, en
wel eenig begrip van landerijen-beheer enz.
had, lag het wel eenigermate voor de hand,
dat ik mede aan dezen tak van gemeente
lijke zorg mijn aandacht en arbeid gaf".
Burgemeester, u hebt mij nu verteld,
hoe u het gedaan hebt in de gemeente, die
u gaat verlaten. Doch het zal de lezers van
Haarlem's Dagblad nog meer interesseeren
om te vernemen, of u in beginsel het beter
acht. dat een burgemeester wèl zelf een de
partement beheert, dan wel, dat hij dat niet
doet en meer optreedt als de man, die vooral
de groote lijnen aangeeft en in een ruimer
algemeen verband op het bestuur van de
gemeente zijn stempel drukt.
Even stilte. Dan volgt het antwoord in di
plomatieke taal, begeleid door een diploma
tiek glimlachje, dat zooveel zeggen wil als:
ik laat mij op dit punt niet uit mijn tent
lokken.
„Welk van beide stelsels de voorkeur ver
dient, kan ik moeilijk zoo maar in eens zeg
gen. Ik zou mij er toe willen bepalen op te
merken, dat hier veel zal afhangen van de
plaatselijke omstandigheden en verhoudin-
dingen. Natuurlijk kan ik me best voorstel
len zonder dat ik nu meteen een oordeel
hieromtrent uitspreek dat het in een groo-
tere gemeente misschien beter kan zijn, dat
de burgemeester niet nog een afzonderlijk
departement beheert. En wat nu speciaal
mijn naaste plannen ten dezei* betreft kan
ik u alleen nog zeggen, dat, zeker in het be
gin aanknooping aan den bestaanden toe
stand raadzaam te achten valt!"
Öbk met betrekking tot de vraag, hoe de
nieuw benoemde staat tegenover het. systeem
van annexatie van omliggende gemeenten
dan wel ver doorgevoerde samenwerking tus
schen een centrumgemeente en de buren,
prefereerde Dr. de Vos van Steenwijk zich
van een bepaalde uitspraak te onthouden.
Hoever gemeentelijke grenzen zich moe
ten uitstrekken wordt in tal van gevallen
een steeds ingewikkelder probleem. Eener
zij ds scheppen de moderne verkeersmiddelen,
die als het ware afstanden doen verminderen,
wat grootere kans op nuttige gemeentelijke
samenwerking dan vroeger het geval was.
Maar aan den anderen kant weet ik uit er
varing, dat het in het leven roepen van een
Tegen half drie verschenen de eerste vlieg
tuigen, komende uit Noordelijke richting, bo
ven den Amstel. Het waren een escadrille
Fokker S. 4 les-vliegtuigen. Dan volgde een
escadrille overgangs vliegtuigen van den
marine-vliegdienst, Koolhovens van het type
F.K. 51.
Voor een bijzondere attractie zorgde de
tweede luitenant Van der Bosch, van de Lucht-
vaartschool, die roet het door Soesterberg
aangekocht Bucker Jungmann-vliegtuig eenige
prachtige stunts, boven de Berlagebrug uit
voerde.
De marine zorgde voor afwisseling, door een
escadrille van vijf marinevliegtuigen, Fokkers
van het type C. 7 W., die in foi-matie kwamen
aangevlogen, gevolgd door een marine bom-
mentwerper T. 4 en het nieuwste Fokker cata
pult-vliegtuig der marine, de G. 11 W.
Het was drie uur, toen werd aangekondigd,
dat de eerste formatie vijandelijke bommen
werpers den Amstel naderde. Het bestond uit
vijf Fokker-verkenners van het type C. 10, die
in dit geval verondersteld werden bommen
werpers te zijn. Nauwelijks hadden zij de
nieuwe Amstelbrug overvlogen, of het lucht
afweergeschut, dat op het opgespoten terrein
naast de Berlagebrug stond opgesteld, trad in
werking.
Van twee verschillende kanten kwam in de
lucht hulp opdagen, in den vorm van eenige
escadrille jagers, van het type D. 16 en D. 17,
die er in slaagden, het eerste bombardements-
verband uiteen te drijven en een der bommen
werpers omlaag te schieten.
Tegen half vier had een tweede aanval
plaats. Uit het noorden naderden op grooten
afstand van elkaar twee formaties elk van 5
bommenwerpers. De eerste formatie werd ge
vormd door Fokker verkenners C 10, de tweede
door marine vliegtuigen C 8 W.
Laag scheerden zij over den Amstel en on
middellijk klonk het geknetter der luchtdoel
mitrailleurs, die stonden opgesteld op de
daken van eenige hooge, daarvoor gunstig ge-
gelegen gebouwen en op eenige in den Amstel
liggende zolderschuiten.
Twee jachtpatrouilles, bestaande uit
D 16 en D 17 jagers, trachtten de bombar-
goede gemeentelijke samenwerking, het tot
overeenstemming geraken over kostenver-
deeling enz. niet zoo gemakkelijk is. Intus
schen T het kan ongetwijfeld voorkomen, dat
een vèr doorgevoerde gemeentelijke samen
werking goede diensten kan doen Vooral ook.
wanneer men toch, tengevolge van verschil
lende factoren, een annexatie niet vermag te
bereiken."
De burgemeester stipte in dit gedeelte van
het gesprek nog even de typische situatie van
Zwolle aan, dat geheel en al door de gemeen
te Zwollerkerspel wordt omsloten en voorts
maakte hij gewag van het, na veel moeite
tot stand gekomen, rechtspersoonlijkheid
hebbend lichaam van gemeentelijke samen
werking „weg Zwolle-Hasselt" waarvan hij
zelf voorzitter is.
Dat het onderwerp „financieele positie
van gemeenten" helaas veelal verre van vroo-
lijk is en dat een gemeente, die op de zgn.
extra-bijdrage is aangewezen, tengevolge
van de daarmee samenhangende voorwaar
den die den Haag stelt, jammer genoeg niet
heel veel nieuws kan aanpakken, werd van
zelf in den loop van het onderhoud ook meer
dan eens aangeroerd.
Haarlem 's Bloei kan op de
sympathie van den nieuwen
burgemeester rekenen.
Even brachten we het op het toe
nemend streven om Haarlem door het
houden van tentoonstellingen, con
gressen, enz. ook van het noodige
vreemdelingenbezoek te laten profi
teered „Daar voel ik alles voor", zoo
klonk het terstond vol overtuiging en
„Haarlem's Bloei" mag zich ongetwij
feld bij voorbaat op de sympathie
van den komenden burgervader ver
heugen,
Hoe hebt gij, die door uw opleiding en
studie met gemeenterecht en met de praktijk
daarvan nooit in aanraking waart gekomen,
(Adv. Ingez. Med.)
dementsvliegtuigen uit hun verband te drij
ven. Eenige toestellen, zoowel hun aanvallers
als verdedigers, werden daarbij als getroffen
beschouwd en vielen af. De aanvallers schoten
eenige seinpatronen af die als bommen be
schouwd moesten worden, en moesten toen
den aanval staken.
Te kwart voor vier naderden alle deelne
mende vliegtuigen nogmaals de Berlagebrug,
ditmaal vliegende in twee gesloten formaties,
ieder van ruim twintig vliegtuigen, teneinde
in paradevlucht de autoriteiten op de brug te
passeeren.
Tegen acht uur begon het laatste gedeelte
van het programma der luchtverdedigings
demonstratie. Drie-motorige bommenwerpers
zouden trachten een haven, die verondersteld
werd zich te bevinden tusschen nieuwe brug
en Berlagebrug, te bombardeeren. Te acht uur
precies werd de eerste driemotorige bommen-,
werper gesignaleerd. De witte bundels van een
zestal zoeklichten,die zoowel bij genoemde brug
gen als op verwijderden afstand van den Am
stel in Zuid en Oost stonden opgesteld, stre-
ken langs den slechts weinig bewolkten hemel
en nauwelijks had een der zoeklichten de ma
chine in zijn straal gevat, of de andere bun
dels schoten te hulp en hielden het vliegtuig
in het kruispunt van de stralenbundels gevan
gen. Vrijwel tegelijkertijd begonnen de schoten
te vallen van het bij de twee bruggen staande
luchtafweergeschut en begonnen de luchtdoel
mitrailleurs te ratelen.
Nadat de eerste aanvaller met behulp van
een jachtvliegtuig was verdreven, werd spoe
dig een eveneens uit Noordelijke richting ko
mende nieuwe aanvaller, wederom een drie-
motorig bombardementsvliegtuig gesignaleerd
Even spoedig \V^.s het eveneens door de zoek
lichtbundels gevangen en hoewel het boven
den Amstel eenige bommen in den vorm van
gekleurde seinkogels liet vallen werd het op
dezelfde wijze verdreven als zijn voorganger.
De derde en laatste aanval werd gedaan
door de beide bommenwerpers tezamen in ver
spreide formatie en op dezelfde wijze afgesla
gen.
Een taptoe was het slot van dezen lucht
verdedigingsdag.
u zoo goed in alles wat hiermee samenhangt,
kunnen inwerken?
„In de eerste plaats zou ik heelemaal niet
willen onderschrijven, dat ik me in alles zoo
goed heb ingewerkt. Maar afgezien daarvan
stel ik er prijs op u te verzekeren, dat ik bui
tengewoon veel te danken heb aan hen, die
hier mijn rechterhand waren, aan secre
taris en hoofdambtenaren. Iets van gemeen
te-zaken leerde ik voor het eerst in de prak
tijd kennnen, toen ik secretaris-penning
meester van het Nationaal Crisis Comité was.
Doch dat betrof alleen een onderdeel, te we
ten armenzorg: in dat verband had ik toen
voortdurend met heel veel burgemeesters te
maken. Overigens ben ik vooral in en door de
praktijk in gemeenterecht en gemeente-be
stuurszaken wegwijs moeten worden, terwijl
ik op sommige punten ook bij de commen
tatoren op de Gemeentewet in de leer ging
door raadpleging van wat zij schreven. En
verder, ik herhaal het nog eens, heb ik in
vele opzichten van den steun van mijn amb
tenaren geprofiteerd."
Tot de onderwerpen van actueelen aard,
die 's heer'en de Vos van Steenwijk's bijzon
dere belangstelling' hebben, bleek o.m. te be
hooren de gemeentelijke taak in verband met
de luchtbescherming. „In Zwolle heb ik het
nuttig geacht de functies van commissaris
van politie en die van hoofd van de lucht
bescherming niet in één hand te laten. Op
mijn initiatief is te dien opzichte voor een
splitsing zorg gedragen. Nauwe samenwerking
tusschen beide is natuurlijk zeer gewenscht.
Maar ik voor mij zie het zoo, dat op het
oogenblik, waarop het hoofd van de luchtbe
scherming ooit actief zou moeten optreden,
de commissaris van politie zijn handen te
vens al zoo vol zou hebben, dat het'beter ware
de functies gescheiden te houden. Let wel.
dit geldt voor Zwolle. Omtrent Haarlem ma
tig ik me momenteel ten dezen geen oor
deel aan."
Van de publiekrechtelijke en publieke za
ken brachten we het gesprek nog weer even
op den persoon van den nieuwen burge
meester, door hem te vragen, of hij nog wat
aan zijn vak. de astronomie, doet.
„Neen, daar heb ik geen tijd meer voor.
Bovendien, ik heb me eigenlijk al jaren daar
mee niet meer bezig gehouden, Want ge moet
wel bedenken, dat mijn werkkring destijds
aan het te Parijs gevestigde instituut voor
intellectueele samenwerking (d.at dank zij
den Volkenbond in het leven is geroepen)
niet met zich meebracht het verrichten van
wetenschappelijken arbeid, doch dat ik daar
een taak van administratieven aard had, mis
schien eenigermate te vergelijken met wat
een ambtenaar aan de afdeeling Kunst en
Wetenschappen van het Departement van
Onderwijs, K. en W. te doen heeft. Alleen
heb ik toen nog we] eens aan de Sorbonne
wat colleges in de sterrekunde gegeven, wel
te verstaan als professeur libre. wat gelijk
staat met privaatdocent bij ons Tot; de
functie aan het Instituut voor intellectueele
samenwerking was ik overigens gekomen op
verzoek van dien grooten Haarlemmer Lo-
rentz, mijn leermeester, aan wien ik een
even dankbare als bijzondere aangename
herinnering bewaar.
Speciale natuurwetenschap-
pelijke belangstelling.
Het ligt voor de hand, dat ik, ook al heb
ik de astronomie nu al sinds jaren laten
rusten, toch een speciale natuurwetenschap-
nelijke belangstelling behouden heb. Zoo
kwam ik daardoor ook reeds meer dan eens
met Teylers' genootschap even in contact,
doordat ik er al eenige malen de algemeene
natuurwetenschappelijke voordrachten, die
daar in het najaar wel georganiseerd wor
den placht bij te wonen.
Als we nog vermeld hebben, dat Dr. de
Vos v. Steenwijk op het gebied van kunst
zich vooral voor litteratuur interesseert,
(..maar heusch niet meer dan de algemeene
belangstelling hebbende leek", luidde het
meteen waarschuwend om het vooral
niet meer te doen schijnen dan het is") dat
hij zich wel met golf bezig houdt en des
zomers zoo nu en dan ,.in bescheiden mate
aan licht hooatoerisme" doet,, zii alleen nog
gewag gemaakt van hetgeen hij aan het
slot van het interview verklaarde.
„Ik verheug mij bepaald op den
werkkring die mij in Haarlem wacht
en hoop stellig dat ik daar even
prettig met den Raad en met het
Dagelijksch Bestuur zal samenwer
ken als hier in Zwolle het geval was.
Voor mij waren de vergaderingen
van het college, waar ik het met de
heeren best kon vinden, altijd een
waar genoegen. En aan de verhou
dingen in den Raad, waar men zake
lijk en vlot wist te werken, neem ik
insgelijks de prettigste herinneringen
met me mee. Er heerschte daar een
aangename toon. En tusschen de
raadsleden, onverschillig van welke
politieke kleur en mij heerschte er
altijd een goede, door mij ten zeerste
gewaardeerde verstandhouding. Niets
zal me aangenamer zijn dan er naar
te streven en te bereiken, dat ik met
allen, met wie ik in Haarlem heb
samen te werken, op een even goeden
voet zal komen te staan".
De tijd was omgevlogen, want heel wat was
er gedurende dit onderhoud ter sprake ge
komen. Bij het afscheid verzekerde me bur
gemeester de Vos van Steenwijk nogmaals,
dat men er in Haarlem staat op kan maken,
dat hij het een groot voorrecht acht weldra
het burgemeesterschap van die stad te mogen
aanvaarden. Hij ziet daarin een taak, een
werkkring, die hem buitengewoon toelacht.
En met hem verheugt zich ondanks blijven
de warme sympathie voor Zwolle, in niet
mindere mate zijn gezin over wat nu komen
gaat, over het aanstaand inwonerschan van
Haarlem.
Bovendien trof ik bij mijn optreden
reeds allerlei aan, dat men al eerder
onder handen heb genomen. Waarmee
Burgemeestersketen, in 1894 door Jhr. Mr. J.
W. G. Boreel van Hogelanden aan de gemeente
aangeboden. Deze ambtsketen een meester
stuk van zilversmeedwerk werd vervaardigd
door den lieer E. Voet Jr.
Luchtverdedigingsdag te
Amsterdam.
Amsterdam heeft Zaterdag zijn luchtverde
digingsdag gehad, 's Morgens is een militaire
tocht door de stad gehouden en het luchtaf-
weermateriaal, dat daaraan had deelgeno
men werd daarna opgesteld op het opgespo
ten terrein, dat ten behoeve van den bouw van
het nieuwe Amstelstation achter de Berlage
brug gereed is gemaakt. Tegen half twaalf
stonden de verschillende stukken daar ver
spreid en werd de openlucht tentoonstelling
voor het publiek opengesteld.
Bij alle ten toon gestelde stukken stond be
dienend personeel, dat het zeer druk had om
de werking van geschut en apparaten te de-
monstreeren en te verklaren.
Tegen twee uur verzamelde zich op het ge-
reserveerd£ gedeelte van de Berlagebrug, die
voor het publiek afgesloten was, en voor wel
ker omgeving men voorzien moest zijn van een
speciale toegangskaart, een groot aantal hooge
autoriteiten van land- en zeemacht, de eerste
ministers, dr. H. Colijn en de minister van
defensie, J. J. C. van Dijk, alsmede de Com
missaris van de Koningin in Noord-Holland,
mr dr. A. baron Röell, de burgemeester van
Amsterdam, dr. W. de Vlugt, en zeer vele voor
aanstaande personen uit het openbare leven
des lands en van de hoofdstad.
Kort voor half drie arriveerde Prins Bern-
hard, die gekleed was in de grijze uniform van
kapitein der grenadiers en die ontvangen
werd door den commandant van het veldleger,
lt.-gen. baron van Voortst tot Voorst. Met den
leider der oefeningen, majoor J. G. V. Zegers,
van den staf der militaire luchtvaart, en
eenige andere hooge officieren begaf hij zich
naar den toren van het brugwachtershuisje
midden op de Berlagebrug. Van daar uit gaf
majoor Zegers voor de microfoon een uiteen
zetting van wat zich in de lucht en op den
grond afspeelde, welke verklaringen met be
hulp van luidsprekers voor het talrijke publiek,
dat zich langs den Amstel verdrong, hoorbaar
werd gemaakt.