1897 TEEUWEN'S KOLENHANDEL 1937
Ki
Hoe maakt men onzichtbare atomen zichtbaar?
Wasscherij „RHEE"
UEUOPl
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
ZATERDAG S NOVEMBER 1937
HAAREEM'S DAGBEAD
S
Dank zij de Wilson-Camera.
Door Prof. Dr. A, D, Fokker.
AN men atomen zien? Ja,
luidt het antwoord, men kan
ze zien, zoo duidelijk als men
de maan kan zien of het
portret van zijn ouders. Bestaan zij
dan werkelijk? Is het spreken erover
dan iets meer dan een onderstelling?
Ongetwijfeld, men kan ze immers tel
len en fotografeeren! Hoe doet men
dat dan? Dat hebben wij geleerd van
C. T. R. Wilson, een Schotsch geleerde,
die in Cambridge gewerkt heeft, en
thans zijn levensavond in zijn vader
land slijt.
De uitvinding van Wilson berust op de
eigenschappen van verzadigden waterdamp.
Indien men waterdamp van zekere dichtheid
afkoelt, bereikt men een temperatuur, waar
bij verdere afkoeling niet mogelijk is zonder
dat de waterdamp tot condensatie overgaat.
Hoe ijler de waterdamp is, des te meer moet
men afkoelen om condensatie te bereiken. Het
is een bijzondere eigenschap van verzadigden
waterdamp dat, bij een expansie, de optre
dende temperatuursverlaging het wint van de
verdunning van den damp, zoodat er conden
satie intreedt. Dat is hetgeen wij haast da
gelijks kunnen zien, indien wij de stapel- of
cumuluswolken zien opstijgen: dat zijn
luchtmassa's, welke verzadigde, waterdamp
bevatten en waarin bij haar opstijging en bij
haar daaraan beantwoordende expansie de
damp tot kleine druppeltjes condenseert.
De condensatie in druppeltjes blijft echter
uit, indien er geen condensatiekernen aan
wezig zijn, dat zijn kleine stofdeeltjes, of
electrisch geladen moleculen, waarop de wa
termoleculen uit den damp zich samenballen.
Indien de lucht vrij is van dergelijke conden
satiekernen blijft de condensatie uit, en men
krijgt den damp in den toestand van over- 1
verzadiging.
Zoodra men in zoo'n oververzadigden damp
condensatiekernen schept, ziet men oogen-
blikkelijk vorming van druppeltjes van een
nevel.
Dat was het geheim van Wilson's uitvin
ding. Hij maakt condensatievrijen, overver
zadigden damp en laat atomen, die hij zien
wil, in dien damp condensatiekernen maken.
Het zijn zeer snel voortvliegende atomen, die
moleculen in den damp stuk slaan tot elec
trisch geladen brokstukken, zoodat het pad
van zoo'n atoom bezaaid is met dergelijke
electrische scherven. De oververzadigde damp
omhult elke scherf met een droppeltje,, en
het gevolg is, dat wij den weg kunnen zien,
dien het atoom gevolgd heeft.
Om de moleculen op dezen weg stuk te 1
kunnen slaan moet het' atoom zelf elctrisch
geladen zijn. Het zijn snelvliegende, elec
trisch geladen atomen, die men aldus kan
fotografeeren en ook leenen zich daartoe de
lichte electrische deeltjes, de electronen.
Wat krijgt men met behulp van de Wilson-
camera te zien? In de eerste plaats zijn
het. de atoomkernen van helium, die uitge-
stooten worden door de radio-actieve elemen
ten, de alphastralen. Hun pad is recht, en
met weinig knikken, omdat zij zwaar zijn
en zoo'n groote snelheid hebben. Zij worden
groepsgewijze met de zelfde snelheid uitgezon
den en men kan zien dat zij alle nage
noeg even ver in den damp van de Wilson-
camera doordringen. Nu en dan ziet men een
knik: daar heeft een zeer nauwe botsing
plaats gehad tegen de kern van een zuurstof
atoom of van een stikstof-atoom, en dit laat
ste heeft van den weeromstuit een snelheid
gekregen, die dikwijls zoo groot is, dat het op
zijn beurt afteelcent het eindje weg, dat het in
de Wilson-camera aflegt, alvorens tot stil
stand te komen.
In de tweede plaats ziet men met behulp
van de Wilson-camera de electronen, die door
de radio-actieve stoffen worden uitgeslingerd.
De natuurlijke, zware radio-actieve stoffen
zenden negatief geladen electronen uit.
Vele van de, door kunstmatig atoom-bom
bardement verkregen, lichte radio-actieve
elementen sturen positonen, dat zijn positief
geladen electronen, uit. Deze kan men van
elkander onderscheiden door een magneet op
de gebeurtenissen in de Wilson-camera te la
ten inwerken. Een magneet doet de electronen
een gekromde baan beschrijven. Gaan de ne
gatieve electronen daarbij rechtsom, dan
zullen de positonen linksom gaan. Overigens
vertoonen de banen van deze lichte deeltjes
zeer veel knikken, omdat hun massa en
stootkracht zoo gering is en zij daardoor bij
hun botsingen met moleculen lichter van hun
aanvankelijke richting worden afgedreven.
In de derde plaats ziet men in de Wilson-
camera de uitwerking van Röntgen-stra-
len niet de Röntgen-stralen zelve, maar
wel hun uitwerking op de mole
culen van het gas waar zij doorheen stralen.
Immers, door hun z.g. foto-eleetrisch effect
slingeren zij electronen uit de moleculen
met zoodanige snelheid, dat deze electronen in
de Wilson-camera hun wegen zichtbaar al-
teekenen. Een bundel Röntgenstralen door de
camera wordt zichtbaar als een streep, die ge
vormd wordt door tallooze door elkaar heen
krioelende, kronkelende lijntjes, afkomstig
van de foto-electrisch uitgeworpen electro-
In de vierde plaats is de Wilson-camera ge
bruikt om deeltjes te fotografeeren. die
deel uitmaken van de z.g. kosmische straling.
Dat is de geheimzinnige straling, die uit de
onmetelijke hemelruimte den dampkung
binnenkomt, de lucltf electrisch geleidend
maakt en mededehelpt tot het vormen van
de electrisch geleidende hooge luchtlaag, welke
het radio-telegrafisch en telefonisch verkeer
rondom den aardbol mogelijk maakt; de stra
ling die met groote doordringskracht al onze
daken, zolderingen en vloeren en ons zelve
van boven tot beneden zonder merkbaar ener
gieverlies doordringt. De kosmische straling
bevat, nevens nog niet voldoend opgeheldei-
de bestanddeelen. ook positonen en electro
nen, zooals men in de Wilson-camera ziet
wanneer daarbij een magneet in weikmD
wordt gebracht. Men heeft daarbij in de Wil
son-camera kunnen zien hoe de inwerking
van zulke stralen op materie aanleiding geeft
tot de vorming van nieuwe stralen, die op
hun beurt zich weer kunnen vermenigvuldi
gen zoodat ineens een hagelbui van electronen
en positonen ontstaat, die men algemeen met
het Engelsche woord „shower" aanduidt.
Het laat zich hooren dat men ook getracht
heeft, met de Wilson-camera iets vast te leg
gen van de atoomkern-processen, die men
thans bestudeert. Zuurstof behoeft geen
zuurstof, waterstof behoeft geen waterstof te
blijven. Een lithiumkern kan zich met een wa
terstofkern vereenigen, mits zij binnen het
bereik van elkanders innerlijkste kern
krachten komen, en het gevolg is dat het
nieuw ontstane complex explodeert in twee
heliumkernen. Er zijn talrijke andere pro
cessen van dezen aard, waartoe men heeft
moeten besluiten uit experimenten met an
dere stoffen. De triomf van de Wilson-camera
is, dat deze processen daarin kunnen worden
zichtbaar gemaakt. Wij zijn, bij wat wij
daarin zien, getuigen van transmutaties der
materie. Wanneer een neutron zich in de ca
mera verbonden heeft met een stikstofatoom,
dan zien wij voor oogen de banen van de af
zonderlijke atoomkernen van borium en van
helium zoodanig, dat het zwaartepunt van
deze beide voortgaat in de richting, waarin
het aankomend neutron zich bewoog. Het
neutron, zelf ongeladen zijnde, kan zijn baan
niet merkbaar maken door de vorming van
condensatiekernen in den oververzadigden
waterdamp, maar men weet waar het vandaan
kwam en men weet de oorsprong van de banen
van helium en borium, dat is dus waar het
neutron zijn afzonderlijk bestaan eindigde.
Desgelijks ziet men ook in de Wilson-camera
een andere mogelijkheid, wanneer het neutron
zich met een stikstofkern vereenigt om op te
gaan in de productie van een waterstof- en
van een koolstofkern.
Het is een wereld van transmutaties, die de
natuurkundigen en hen die belang stellen in
de geheimen der materie, thans fascineerend
boeit.
Demonstratie in Teyler's
Museum.
Op Zondag 7 November zal in Teyler's Mu
seum, tusschen 13 en 15 uur, een Wilson-
camera gedemonstreerd worden.
TEYLER'S STICHTING.
3 November 1937.
Perswasch 0.25 per K.G.
Heemstede
Telefoon 28201
(Adv. Ingez MecLj
Weder een zendingsweek.
Groei of gedwongen beperking?
Men schrijft ons:
De onlangs te Amsterdam ghouden 50ste
Zendings-Conferentie gaf aanleiding, ver
schillende vergelijkingen te maken betreffen
de de geschiedenis der Nederlandsche Zending
gedurende een halve eeuw. Daarin treffen wel
allermeest de groei en de ontwikkeling. Het
aantal Inheemsche Christenen groeide veel
sneller dan de totale bevolking, en bedraagt
nu 1 Y> millioen Protestanten. De Zending op
Java trekt telkens weer de aandacht als de
meest vruchtbare onder alle zendingspogin
gen in Mohammedaansche landen. De jonge
kerken van Nederl. Indië behooren tot de
grootste in zielental en in haar ontwikkeling
weerspiegelt zich de innerlijke groei van het
Oostersch Christendom. De Medische zending-
die in haar tegenwoordige werkwijze nog maar
eenige tientallen jaren oud is, heeft nu ruim
50 zendeling-artsen in dienst en behandelde
in 1936 ca. 2y2 millioen patiënten. Zoo is er op
elk gebied een merkwaardige groei, merkwaar
dig vooral daarom omdat er hier geen sprake is
geweest van een vooraf opgesteld plan. Neen.
het betreft hier een natuurlijken groei, het
eene vloeide vanzelf uit het andere voort. De
voortgaande schoolontwikkeling bevorderde
den leeslust en maakte de verschaffing en ver
spreiding van goede lectuur -mogelijk en noo-
dig tevens. De arbeid ondere de rijpere jeugd
was een ander gevolg van den Sehoolarbeid;
het verhoogde ontwikkelingspeil der Christe
nen, en de wording van Inheemsche Kerken
vereischte betere opleiding van Inheemsche
leiders en voorgangers.
En nog op geheel ander gebied is er een
onweerstaanbare groei; in een primitieve
streek als Nieuw-Guinee dringt de Westersche
techniek en industrie sinds korten tijd met
kracht door, opent tot dusver ontoegankelijke
binnenlanden en brengt in de inlandsche
wereld een omwenteling teweeg, die de zen
ding voor de onafwijsbare taak stelt om mee
aan te pakken, de geboden mogelijkheden aan
te grijpen en de Papoea's ook in de geestelijke
voorrechten van het Westen te doen deelen
Nu is bij dit alles één ding verontrustend
n.l., dat die natuurlijke groei wordt gestuit;
en dat niet in de eerste plaats door vijandige
machten wij leven nog onder een staatsbe
stel, dat zich niet tegen het Evangelie richt,
maar aan de prediking daarvan volle vrijheid
waarborgt, maar doordat de boom, die de
zending als haar voornaamste en oudste tak
heeft voorgebracht, kwijnt; omdat de levens
belangen het hier voor haar zelf gaat. Ver
leden jaar moest reeds het allernoodigste werk
van colportage en evangelisatie worden be
snoeid en ten deele stopgezet om het verschil
tusschen inkomsten en uitgaven te onder
vangen, maar in dit jaar is gebleken, dat zelfs
voor dien reeds zoo sterk ingekrompen arbeid
het noodige niet is ontvangen.
De komende Zendingsweeg (714 Novem
ber) kan hierin een wending ten goede bren
gen, maar dan is de inspanning van alle
krachten noodig.
LIEDERTAFEL „HAARLEM'S ZANGGENOT'.
Nationale zangwedstrijd.
De Liedertafel „Haarlem's Zanggenot" te
Haarlem, heeft besloten, ter gelegenheid van
haar 70-jarig jubileum een nationalen zang-
wedstrijd uit te schrijven in de maanden Juni
en Juli 1938. voor Mannen-, Gemengde-, Da
mes-, Kinder-, Christelijke koren en Dubbel-
kwartetten; die gehouden zullen worden in de
Gem. Concertzaal, De beoordeeling geschiedt
volgens puntenstelsel.
Nader inlichtingen en prospectussen aan te
vragen aan het secretariaat W. J. Korte, Zijl
straat 32 rood te Haarlem.
AFD. HAARLEM VAN DEN „ELVEKA"
OPGERICHT.
Dezer dagen heeft de Haarlemsche Kap
perspatroonsbond in samenwerking met de
Landelijke Vereeniging ter behartiging van
de belangen van kappers, schoonheidsspecia
listen en kappers-parfumeriehandelaren in
Nederland „ELVEKA" een afdeeling Haarlem
van genoemden Bond gesticht.
Een voorloopig bestuur werd gevormd, be
staande uit de heeren Böttcher, Jansen en
Los.
Binnenkort zal een groote propaganda-ver-
gadering belegd worden.
ZATERDAG 13 NOVEMBER A.S. N.M. 3 UUR
van onze nieuwe modern geoutilleerde en geheel overdekte opslagplaats en
TEVENS HERDENKING VAN ONS 40-JARlG BESTAAN
(Adv. Ingez. Med.>
Ned. Hervormde Kerk te Haarlem.
De 7de predikantsplaats.
In het officieele verslag van een vergade
ring van den kerkeraad der Ned. Hervormde
Kerk te Haarlem lezen wij, dat langdurig ge
sproken is over de nadere regeling van het
hulppredikerschap. „Een in. de vorige verga
dering aangenomen plan is grootendeels ten
uitvoer gelegd; de ringpredikanten zijn in
meerderheid tot medewerking bereid gevon
den; toch moet de kerkeraad bij nader inzien
zwichten voor de argumenten van die ring
predikanten, die het plan in strijd achten
met art. 9 van het Reglement op de vacatu
ren. Een andere actie zal op touw gezet wor
den, waarover de gemeente spoedig nader zal
vernemen. De zaak van het hulppredikschap
wordt verder geheel in handen gesteld van
het wijkbestuur Oosterkwartier; dit zal con
tact zoeken met de kerkvoogdij. De voorloo-
pige aanstelling van Ds. Aalders en de inhoud
van zijn instructie wordt goedgekeurd. Sterk
ontnuchterd door de gerezen reglementaire en
practisehe bezwaren maar daarom nog niet
ontmoedigd,, integendeel met het vaste voor
nemen dóór te zetten, opdat de mogelijkhe
den die in deze gemeente schuilen mobiel
worden voor het nieuwe plan, gaat de verga
dering uiteen."
VONDELHERDENKING VAN ARBEIDERS
ONTWIKKELING.
Het Instituut voor Arbeidersontwikkeling
organiseert op Zaterdag 13 November een bij
eenkomst ter herdenking van onzen groot
sten dichter, Joost van den Vondel.
Vondel was niet alleen dichter, maar hij
leefde ook zeer sterk mee met het Neder
landsche volk. Ook in politiek opzicht speelde
hij een rol.
Op deze bijeenkomst zal dr. Garmt Stuive
ling de figuur van Vondel nader toelichten
en uit verschillende van zijn werken voor
dragen.
De bijeenkomst vindt plaats in het gebouw
„Zang en Vriendschap" Jansstraat.
EXAMENS.
Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Am
sterdam voor het cand.ex. in de rechtsgeleerd
heid de dames D. T. Coldeweij en Cl. la Cha-
pelle.
Gepromoveerd aan de Vrije Universiteit te
Amsterdam tot doctor in de rechtsgeleerdheid
mej. Fenna Tjeerdina Lindeboom, geboren te
Gorinchem, op een proefschrift getiteld „De
ontwikkeling van het strafstelsel in Sovjet-
Rusland 1917-1937", en op stellingen.
Een sportief mantelcostuum.
Voor koeler najaarsdagen kleedt een man
telpakje van stevig wollen stof altijd bijzonder
sportief. Eenvoudig en toch buitengewoon ele
gant is het model op onze afbeelding. De rok
valt geheel glad, terwijl het jasje voorzien is
van een rechte schouderpas en in baantjes
verdeeld is. De kraag en het smalle voorbaan
tje zijn van bont of imitatiebont.
Benoodigd materiaal voor jasje en rok
samen 3 meter stof van 140 centimeter
breedte. Het patroon is te verkrijgen in maat
42; bovenwijdte 86 centimeter; tailewijdte 74
centimeter; heupwijdte: 104 centimeter: Door
het al of niet aanknippen van naden, kan
men het patroon passend maken voor het
eigen figuur.
Prijs van het patroon 26 ets. Het is van
heden af gedurende een week te verkrijgen
bij de bureaux van dit blad, Gr. Houtstraat 93
en Soendaplein 37.
Bazar voor hel „Comité Winter
hulp".
Door Deken H. C. J. Sondaal geopend.
Zooals elk jaar bestond er ook Vrijdagavond
veel belangstelling voor den bazar, die ten
bate van het R.-K. „Comité Winterhulp" door
den Hoogeerw. heer H. C. J. Sondaal, Deken
van Haarlem, in het gebouw „Sint Bavo" ge
opend werd.
De voorzitter van het comité, de heer J. B.
Veltman, sprak een woord van welkom, in
het bijzonder tot den heer W. J. B. van Liemt,
waarnemend burgemeester, die niettegen
staande zijn drukke werkzaamheden toch nog
gelegenheid heeft gevonden om ook op dezen
vierden bazar van het „Comité Winterhulp"
een blijk van belangstelling te geven. Spreker
heette ook de geestelijk adviseurs van de
standsorganisaties, alsmede de raadsleden G.
H. Weustink. P. J. M. van Tetering en J. P. H.
Castricum, welkom.
Hij dankte ook de trouwe mede
werksters en me dewerkers voor hun grenzen-
looze activiteit. Hij verzocht daarop aan den
Deken van Haarlem, den bazar te willen
openen.
De Hoogeerw. heer Sondaal zag in het feit,
dat het comité zich nu voor de vierde maal
verplicht heeft gezien, uit Christelijke naas
tenliefde dezen bazar te organiseeren. het
bewijs dat de nood ook onder de R.-K. inge
zetenen hoog is gestegen. Gelukkig zijn de
oogen van velen, die geen gebrek lijden, open
gegaan; zij hebben begrepen, dat bij velen
zelfs het hoogst noodige ontbreekt. Spreker
dankte God, dat er weer velen gevonden wer
den, die wederom bereid waren dit mooie
werk te steunen en te geven wat ze missen
kunnen. „God heeft ons den plicht gegeven,
om den armen medemensch te helpen. Er zijn
er velen, die buiten hun schuld zonder werk
zijn geraakt en die nu bitter gebrek lijden.
Toch komen zij Goddank niet in opstand,
maar blijven trouw aan kerk en gezag. Ik
hoop dat velen met kracht dit werk zullen
steunen en 'dat het door God rijkelijk mag
worden gezegend. De opbrengst van dezen
bazar moet die van het vorig jaar overtreffen,
want de nood wordt helaas elk jaar grooter.
Ontelbare arme moeders en vaders vragen om
brood en kleeding voor hun kinderen.
Ik hoop dus, dat gij niet alleen zelf met
veel kracht zult willen steunen, maar dat gij
ook anderen in uw omgeving zult opwekken,
dit eveneens te doen; te denken aan hen,
die niets of bijna niets hebben. Ik dank het
comité voor zijn menschlievend werk en
hoop dat God er Zijn zegen aan zal geven".
Hiermede verklaarde Deken Sondaal den
bazar voor geopend
Hij wilde het echter niet bij woorden la
ten; daarom overhandigde hij aan den voor
zitter van het comité een geschenk onder
enveloppe.
De heer Castricum voerde het woord als
voorzitter van de standsorganisatie. Hij
dankte Deken Sondaal voor zijn bereidwil
ligheid, om den bazar te openen; het ge
meentebestuur voor de medewerking, de le
den van het comité voor het avond aan
avond onvermoeide werk. Onder applaus van
de aanwezigen dankte spreker speciaal den
heer J. B. Meijs, secretaris van het comité,
die het leeuwenaandeel van het werk voor
dezen bazar verricht heeft.
De heer Castricum dankte ook de andere
medewerkers; er waren er bij, die 3000 loten
voor de verloting verkocht hebben. De 8000
loten waren trouwens al weken van te voren
verkocht. Wel een bewijs, dat er met grooten
ijver gewerkt is. Hulde bracht hij aan hen,
die deze groote zaal, waarin Vrijdag nog de
stoelen stonden, in een korte spanne tijds
hadden omgetooverd in een gezellig markt
plein. Tenslotte dankte hij de dames en hee
ren, die de talrijke geschenken hebben op
gehaald. Hij hoopte dat ze daarvoor hun
loon in den hemel zouden ontvangen.
De voorzitter dankte beide sprekers, waar
na de talrijke aanwezigen zich tusschen de
smaakvol ingerichte stands verspreidden. Er
waren vele pakkende leuzen aangebracht,
zooals o.a.: „De Bilt seint: wees op uw hoe
de": „Steunt de Middenstandsactie en gij
helpt allen de werkloosheid bestrijden";
„Winter beteekent voor velen armoede en
gebrek", enz.
Natuurlijk is ook weer voor de noodige at
tracties gezorgd. Zelfs ontbreken clowns
niet. En er is een flink accordeon-ensemble,
dat er de gewenschte stemming in weet te
houden.
De bazar is tot en met 8 November ge
opend. Gaarne wekken we onze lezers op,
er eens een kijkje te gaan nemen
Een toelichting op de vraag
Wat is een Mijnhardfje?
staat op pag. 3.
(Adv. Ingez. Med.)
BLOEMENDAAL'S TOONEEL.
Het bestuur van de Vereeniging Bloemen-
daal's Tooneel heeft besloten, bij gelegen
heid van den Wapenstilstandsdag op 11 No
vember een opvoering te geven van het anti-
oorlogstooneelspel ..Er staat geschreven"
door Jaap van der Pol.
De opvoering heeft plaats in hotel Vree
burg tegen een geringen toegangsprijs.
VEILIG VERKEER IN HET LAGER-
ONDERWIJSPROGRAMMA.
De Vereeniging voor Veilig Verkeer voor
'sGravenhage en omstreken mag een nieuw
succes boeken: in het leerplan voor de open
bare lagere scholen van den Haag is thans 't
onderricht in veilig verkser opgenomen. Het
onderwijs hierin zal, te beginnen bij het
derde leerjaar, worden gegeven voor wat de
theorie betreft een kwartier om de veertien
dagen tijdens de aardrijkskundeles (het is nl.
nog niet mogelijk het als een afzonderlijk les-
vak te beschouwen en derhalve moest het bij
een van de bestaande lesvakken worden on
dergebracht) en voor het practisehe gedeelte,
de toepassing van de verkeersregels enz., tij
dens de lessen in lichamelijke oefening.
AVONDDIENST BAKENESSERKERK.
In afwijking van het ons gemelde aanvangs-
uur van den avonddienst in de Bakenesser-
kerk op Zondag a.s. deelt men ons thans
mede, dat de dienst niet om 7 uur, maar om 5
uur begint.
WISSELKOERSENN AMSTERDAM.
10.15 uur.
Londen 9.04 1/8
Berlijn 72.95
Parijs 6.15
Brussel 30.79
Zwitserland 41.97 Va
New York 1.80 29 32
MUZIEK
TOONKUNST, AFD. HAARLEM.
Tweede Kamermuziekavond
Lener Kwartet.
Het Lener-Kwartet, bestaande uit de
kunstenaars Jenö Lener, Joseph Smilovits,
Sandor Roth en Imre Hartmann, speelde Vrij
dagavond in den Stadsschouwburg Brahms,
Debussy en Schubert.
Het Lener-Kwartet is een ensemble, dat
een groote en verdiende internationale repu
tatie bezit; een ensemble, bij welks vertol
kingen 'de critiek gevoegelijk zwijgen kan.
Zij kan ze vergelijken met die van andere
beroemde kwartet-ensembles uit dezen en uit
vroegeren tijd: zij kan, als resultaat dier ver
gelijking, misschien tot de conclusie komen,
dat het X-kwartet nog spontaner, 't IJ-kwar-
tet nog aangrijpender, het Z-kwartet nog
geraffineerder speeldenMisschien. Maar
wat doet het er toe, wanneer ook de critische
hoorder de vertolkingen van het Lener
kwartet zonder voorbehoud aanvaarden, prij
zen, bewonderen kan?
Evenmin zou er aanleiding zijn om over
een der vier spelers in 't bijzonder de lof
trompet te steken. Ware die aanleiding aan
wezig geoordeeld, dan zou daarin reeds een
spoor van blaam schuilen. Want een goed
kwartet-ensemble moet een complex van vier
gelijkwaardigen, moet een viereenheid zijn,
uit gelijkschakeling van individualiteiten
ontstaan. Aan deze voorwaarden voldoet het
Lener-Kwartet.
Ik kan mij er dus toe bepalen om een en
ander over de uitgevoerde werken te zeggen
Debussy's strijkkwartet, een unicum in het
oeuvre van den Franschen meester, dateert
uit 1893, dus uit den tijd vóórdat Debussy ten
volle zijn eigen stijl ontwikkeld had. Van de
eigenaardigheden van den impressionisti-
schen stijl is dan ook in het kwartet nog niet
veel te bemerken. De cyclische vorm is geba
seerd op de door Cesar Franck overgeleverde
grondvesten; ook de thematische ontwikke
ling en de veelvuldig aangewende chromatiek
wijzen op Franck's invloed. Debussy's behan
deling der stof zou men behalve thematisch
overwegend harmonisch en instrumentaal-
coloristisch kunnen noemen. De echte kwar-
tet-polyphonie treedt er belangrijk minder
op den voorgrond dan b.v. in Beethoven's en
Brahms' strijkkwartetten.
Brahms' op. 51 no. 2 is hier slechts zelden
gespeeld. Vergeleken met het vaker uitgevoer
de c min.-kwartet, het eerste nummer van
hetzelfde opus, kan dat in a min. als het
minst heftige, hetmeest lyrische van beide
bestempeld worden. Vooral voor de hoekdee-
len geldt dit. Men heeft in de thema's van
no. 1 wel eens vooral de stijgende, in die van
no. 2 vooral de horizontale lijn willen zien.
Maar de stemming is in no. 2 over 't geheel
weeker, soms, als in het Menuetto, eenigszins
omfloersd, slechts in enkele momenten, als
in de episode van het Andante, waar viool en
cello een canon in de onderkwint uitvoeren
en in de hoofdthemagroep der Finale, fel.
Het hoofdthema van het eerste Allegro, a - f -
a - e, is op het devies van Brahms' vriend
Joseph Joachim „Frei Aber Einsam" gebouwd.
Oorspronkelijk was het dan ook Brahms'
bedoeling om dit strijkwartet aan Joachim op
te dragen; een tijdelijk verschil van meening
schijnt oorzaak geweest te zijn, dat de com
ponist het evenals het eerste van op. 51 aan
zijn vriend Theodor Billroth, den beroemden
Weenschen chirurg, voortreffelijk altist en
muziekkenner, wijdde. In een wonderlijk teer
coloriet heeft Brahms het. eerste hoofddeel
gehouden. Maar Brahms zou geen Brahms
geweest zijn, als hij bij de behandeling en
ontwikkeling van het thema niet van geraf
fineerde contrapuntische kunstvaardigheden
gebruik gemaakt had. Zoo vindt men dat
thema niet alleen in getrouwe canonische
imitaties, maar ook in imitaties van de om
keering en in de coda zelfs van achter
naar voren gelezen. Men zou dat dus resp.
verticale en horizontale spiegelcanons kunnen
noemen.
Wat den stijl van het werk betreft proeft
men duidelijk Beethoven's invloed en wel
vooral die van diens in dezelfde toonsoort
a min. staand op. 132. De verwantschap is in
het aetherische majeur-gedeelte der Finale al
zeer duidelijk. Maar ook het bewegelijke in
termezzo in het Menuetto is geheel en al in
den geest van Beethoven gedacht en uitge
werkt, en één der motiefjes is zelfs indentiek
met dat. waarop het vlugge intermezzo in
het Adagio van het kwartet op. 18 no. 2 ge
bouwd is. Behalve dat toont Brahms toch
nagenoeg overal zijn eigen karakter en werk
wijze, en deze laatste heeft tot verstrenge
lingen van de thema's en de perioden geleid,
die het den hoorder niet altijd gemakkelijk
maken. Bij herhaalde auditie wint dit werk
echter hoe langer hoe meer.
Het a min. kwartet op. 29 van Schubert is
reeds in de tweede helft der vorige eeuw door
de z.g. Florentijners beroemd geworden. Ook
in dit kwartet zijn lyrische, en zelfs elegische
stemmingen overheerschend; alleen in de
Finale klinkt een vroolijker, een gemoede-
lijk-Weensche toon. Maar behoeft men de
schoonheden van deze muziek nog op te noe
men? Ze is ons bekend en ze is ons dierbaar
en als we ze weer eens hooren in een vertol
king als die van het Lener-Kwartet zitten we
in bewondering en genieten we in dezelfde
mate als toen we ze vooi het eerst hoorden,
en dan wekt ze de verzuchting op: waarom
kan dat genot ons niet veel vaker beschoren
zijn?
K. DE JONG.