1897 TEEUWEN'S KOLENHANDEL 1937 Ki Hoe maakt men onzichtbare atomen zichtbaar? Wasscherij „RHEE" UEUOPl ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. ZATERDAG S NOVEMBER 1937 HAAREEM'S DAGBEAD S Dank zij de Wilson-Camera. Door Prof. Dr. A, D, Fokker. AN men atomen zien? Ja, luidt het antwoord, men kan ze zien, zoo duidelijk als men de maan kan zien of het portret van zijn ouders. Bestaan zij dan werkelijk? Is het spreken erover dan iets meer dan een onderstelling? Ongetwijfeld, men kan ze immers tel len en fotografeeren! Hoe doet men dat dan? Dat hebben wij geleerd van C. T. R. Wilson, een Schotsch geleerde, die in Cambridge gewerkt heeft, en thans zijn levensavond in zijn vader land slijt. De uitvinding van Wilson berust op de eigenschappen van verzadigden waterdamp. Indien men waterdamp van zekere dichtheid afkoelt, bereikt men een temperatuur, waar bij verdere afkoeling niet mogelijk is zonder dat de waterdamp tot condensatie overgaat. Hoe ijler de waterdamp is, des te meer moet men afkoelen om condensatie te bereiken. Het is een bijzondere eigenschap van verzadigden waterdamp dat, bij een expansie, de optre dende temperatuursverlaging het wint van de verdunning van den damp, zoodat er conden satie intreedt. Dat is hetgeen wij haast da gelijks kunnen zien, indien wij de stapel- of cumuluswolken zien opstijgen: dat zijn luchtmassa's, welke verzadigde, waterdamp bevatten en waarin bij haar opstijging en bij haar daaraan beantwoordende expansie de damp tot kleine druppeltjes condenseert. De condensatie in druppeltjes blijft echter uit, indien er geen condensatiekernen aan wezig zijn, dat zijn kleine stofdeeltjes, of electrisch geladen moleculen, waarop de wa termoleculen uit den damp zich samenballen. Indien de lucht vrij is van dergelijke conden satiekernen blijft de condensatie uit, en men krijgt den damp in den toestand van over- 1 verzadiging. Zoodra men in zoo'n oververzadigden damp condensatiekernen schept, ziet men oogen- blikkelijk vorming van druppeltjes van een nevel. Dat was het geheim van Wilson's uitvin ding. Hij maakt condensatievrijen, overver zadigden damp en laat atomen, die hij zien wil, in dien damp condensatiekernen maken. Het zijn zeer snel voortvliegende atomen, die moleculen in den damp stuk slaan tot elec trisch geladen brokstukken, zoodat het pad van zoo'n atoom bezaaid is met dergelijke electrische scherven. De oververzadigde damp omhult elke scherf met een droppeltje,, en het gevolg is, dat wij den weg kunnen zien, dien het atoom gevolgd heeft. Om de moleculen op dezen weg stuk te 1 kunnen slaan moet het' atoom zelf elctrisch geladen zijn. Het zijn snelvliegende, elec trisch geladen atomen, die men aldus kan fotografeeren en ook leenen zich daartoe de lichte electrische deeltjes, de electronen. Wat krijgt men met behulp van de Wilson- camera te zien? In de eerste plaats zijn het. de atoomkernen van helium, die uitge- stooten worden door de radio-actieve elemen ten, de alphastralen. Hun pad is recht, en met weinig knikken, omdat zij zwaar zijn en zoo'n groote snelheid hebben. Zij worden groepsgewijze met de zelfde snelheid uitgezon den en men kan zien dat zij alle nage noeg even ver in den damp van de Wilson- camera doordringen. Nu en dan ziet men een knik: daar heeft een zeer nauwe botsing plaats gehad tegen de kern van een zuurstof atoom of van een stikstof-atoom, en dit laat ste heeft van den weeromstuit een snelheid gekregen, die dikwijls zoo groot is, dat het op zijn beurt afteelcent het eindje weg, dat het in de Wilson-camera aflegt, alvorens tot stil stand te komen. In de tweede plaats ziet men met behulp van de Wilson-camera de electronen, die door de radio-actieve stoffen worden uitgeslingerd. De natuurlijke, zware radio-actieve stoffen zenden negatief geladen electronen uit. Vele van de, door kunstmatig atoom-bom bardement verkregen, lichte radio-actieve elementen sturen positonen, dat zijn positief geladen electronen, uit. Deze kan men van elkander onderscheiden door een magneet op de gebeurtenissen in de Wilson-camera te la ten inwerken. Een magneet doet de electronen een gekromde baan beschrijven. Gaan de ne gatieve electronen daarbij rechtsom, dan zullen de positonen linksom gaan. Overigens vertoonen de banen van deze lichte deeltjes zeer veel knikken, omdat hun massa en stootkracht zoo gering is en zij daardoor bij hun botsingen met moleculen lichter van hun aanvankelijke richting worden afgedreven. In de derde plaats ziet men in de Wilson- camera de uitwerking van Röntgen-stra- len niet de Röntgen-stralen zelve, maar wel hun uitwerking op de mole culen van het gas waar zij doorheen stralen. Immers, door hun z.g. foto-eleetrisch effect slingeren zij electronen uit de moleculen met zoodanige snelheid, dat deze electronen in de Wilson-camera hun wegen zichtbaar al- teekenen. Een bundel Röntgenstralen door de camera wordt zichtbaar als een streep, die ge vormd wordt door tallooze door elkaar heen krioelende, kronkelende lijntjes, afkomstig van de foto-electrisch uitgeworpen electro- In de vierde plaats is de Wilson-camera ge bruikt om deeltjes te fotografeeren. die deel uitmaken van de z.g. kosmische straling. Dat is de geheimzinnige straling, die uit de onmetelijke hemelruimte den dampkung binnenkomt, de lucltf electrisch geleidend maakt en mededehelpt tot het vormen van de electrisch geleidende hooge luchtlaag, welke het radio-telegrafisch en telefonisch verkeer rondom den aardbol mogelijk maakt; de stra ling die met groote doordringskracht al onze daken, zolderingen en vloeren en ons zelve van boven tot beneden zonder merkbaar ener gieverlies doordringt. De kosmische straling bevat, nevens nog niet voldoend opgeheldei- de bestanddeelen. ook positonen en electro nen, zooals men in de Wilson-camera ziet wanneer daarbij een magneet in weikmD wordt gebracht. Men heeft daarbij in de Wil son-camera kunnen zien hoe de inwerking van zulke stralen op materie aanleiding geeft tot de vorming van nieuwe stralen, die op hun beurt zich weer kunnen vermenigvuldi gen zoodat ineens een hagelbui van electronen en positonen ontstaat, die men algemeen met het Engelsche woord „shower" aanduidt. Het laat zich hooren dat men ook getracht heeft, met de Wilson-camera iets vast te leg gen van de atoomkern-processen, die men thans bestudeert. Zuurstof behoeft geen zuurstof, waterstof behoeft geen waterstof te blijven. Een lithiumkern kan zich met een wa terstofkern vereenigen, mits zij binnen het bereik van elkanders innerlijkste kern krachten komen, en het gevolg is dat het nieuw ontstane complex explodeert in twee heliumkernen. Er zijn talrijke andere pro cessen van dezen aard, waartoe men heeft moeten besluiten uit experimenten met an dere stoffen. De triomf van de Wilson-camera is, dat deze processen daarin kunnen worden zichtbaar gemaakt. Wij zijn, bij wat wij daarin zien, getuigen van transmutaties der materie. Wanneer een neutron zich in de ca mera verbonden heeft met een stikstofatoom, dan zien wij voor oogen de banen van de af zonderlijke atoomkernen van borium en van helium zoodanig, dat het zwaartepunt van deze beide voortgaat in de richting, waarin het aankomend neutron zich bewoog. Het neutron, zelf ongeladen zijnde, kan zijn baan niet merkbaar maken door de vorming van condensatiekernen in den oververzadigden waterdamp, maar men weet waar het vandaan kwam en men weet de oorsprong van de banen van helium en borium, dat is dus waar het neutron zijn afzonderlijk bestaan eindigde. Desgelijks ziet men ook in de Wilson-camera een andere mogelijkheid, wanneer het neutron zich met een stikstofkern vereenigt om op te gaan in de productie van een waterstof- en van een koolstofkern. Het is een wereld van transmutaties, die de natuurkundigen en hen die belang stellen in de geheimen der materie, thans fascineerend boeit. Demonstratie in Teyler's Museum. Op Zondag 7 November zal in Teyler's Mu seum, tusschen 13 en 15 uur, een Wilson- camera gedemonstreerd worden. TEYLER'S STICHTING. 3 November 1937. Perswasch 0.25 per K.G. Heemstede Telefoon 28201 (Adv. Ingez MecLj Weder een zendingsweek. Groei of gedwongen beperking? Men schrijft ons: De onlangs te Amsterdam ghouden 50ste Zendings-Conferentie gaf aanleiding, ver schillende vergelijkingen te maken betreffen de de geschiedenis der Nederlandsche Zending gedurende een halve eeuw. Daarin treffen wel allermeest de groei en de ontwikkeling. Het aantal Inheemsche Christenen groeide veel sneller dan de totale bevolking, en bedraagt nu 1 Y> millioen Protestanten. De Zending op Java trekt telkens weer de aandacht als de meest vruchtbare onder alle zendingspogin gen in Mohammedaansche landen. De jonge kerken van Nederl. Indië behooren tot de grootste in zielental en in haar ontwikkeling weerspiegelt zich de innerlijke groei van het Oostersch Christendom. De Medische zending- die in haar tegenwoordige werkwijze nog maar eenige tientallen jaren oud is, heeft nu ruim 50 zendeling-artsen in dienst en behandelde in 1936 ca. 2y2 millioen patiënten. Zoo is er op elk gebied een merkwaardige groei, merkwaar dig vooral daarom omdat er hier geen sprake is geweest van een vooraf opgesteld plan. Neen. het betreft hier een natuurlijken groei, het eene vloeide vanzelf uit het andere voort. De voortgaande schoolontwikkeling bevorderde den leeslust en maakte de verschaffing en ver spreiding van goede lectuur -mogelijk en noo- dig tevens. De arbeid ondere de rijpere jeugd was een ander gevolg van den Sehoolarbeid; het verhoogde ontwikkelingspeil der Christe nen, en de wording van Inheemsche Kerken vereischte betere opleiding van Inheemsche leiders en voorgangers. En nog op geheel ander gebied is er een onweerstaanbare groei; in een primitieve streek als Nieuw-Guinee dringt de Westersche techniek en industrie sinds korten tijd met kracht door, opent tot dusver ontoegankelijke binnenlanden en brengt in de inlandsche wereld een omwenteling teweeg, die de zen ding voor de onafwijsbare taak stelt om mee aan te pakken, de geboden mogelijkheden aan te grijpen en de Papoea's ook in de geestelijke voorrechten van het Westen te doen deelen Nu is bij dit alles één ding verontrustend n.l., dat die natuurlijke groei wordt gestuit; en dat niet in de eerste plaats door vijandige machten wij leven nog onder een staatsbe stel, dat zich niet tegen het Evangelie richt, maar aan de prediking daarvan volle vrijheid waarborgt, maar doordat de boom, die de zending als haar voornaamste en oudste tak heeft voorgebracht, kwijnt; omdat de levens belangen het hier voor haar zelf gaat. Ver leden jaar moest reeds het allernoodigste werk van colportage en evangelisatie worden be snoeid en ten deele stopgezet om het verschil tusschen inkomsten en uitgaven te onder vangen, maar in dit jaar is gebleken, dat zelfs voor dien reeds zoo sterk ingekrompen arbeid het noodige niet is ontvangen. De komende Zendingsweeg (714 Novem ber) kan hierin een wending ten goede bren gen, maar dan is de inspanning van alle krachten noodig. LIEDERTAFEL „HAARLEM'S ZANGGENOT'. Nationale zangwedstrijd. De Liedertafel „Haarlem's Zanggenot" te Haarlem, heeft besloten, ter gelegenheid van haar 70-jarig jubileum een nationalen zang- wedstrijd uit te schrijven in de maanden Juni en Juli 1938. voor Mannen-, Gemengde-, Da mes-, Kinder-, Christelijke koren en Dubbel- kwartetten; die gehouden zullen worden in de Gem. Concertzaal, De beoordeeling geschiedt volgens puntenstelsel. Nader inlichtingen en prospectussen aan te vragen aan het secretariaat W. J. Korte, Zijl straat 32 rood te Haarlem. AFD. HAARLEM VAN DEN „ELVEKA" OPGERICHT. Dezer dagen heeft de Haarlemsche Kap perspatroonsbond in samenwerking met de Landelijke Vereeniging ter behartiging van de belangen van kappers, schoonheidsspecia listen en kappers-parfumeriehandelaren in Nederland „ELVEKA" een afdeeling Haarlem van genoemden Bond gesticht. Een voorloopig bestuur werd gevormd, be staande uit de heeren Böttcher, Jansen en Los. Binnenkort zal een groote propaganda-ver- gadering belegd worden. ZATERDAG 13 NOVEMBER A.S. N.M. 3 UUR van onze nieuwe modern geoutilleerde en geheel overdekte opslagplaats en TEVENS HERDENKING VAN ONS 40-JARlG BESTAAN (Adv. Ingez. Med.> Ned. Hervormde Kerk te Haarlem. De 7de predikantsplaats. In het officieele verslag van een vergade ring van den kerkeraad der Ned. Hervormde Kerk te Haarlem lezen wij, dat langdurig ge sproken is over de nadere regeling van het hulppredikerschap. „Een in. de vorige verga dering aangenomen plan is grootendeels ten uitvoer gelegd; de ringpredikanten zijn in meerderheid tot medewerking bereid gevon den; toch moet de kerkeraad bij nader inzien zwichten voor de argumenten van die ring predikanten, die het plan in strijd achten met art. 9 van het Reglement op de vacatu ren. Een andere actie zal op touw gezet wor den, waarover de gemeente spoedig nader zal vernemen. De zaak van het hulppredikschap wordt verder geheel in handen gesteld van het wijkbestuur Oosterkwartier; dit zal con tact zoeken met de kerkvoogdij. De voorloo- pige aanstelling van Ds. Aalders en de inhoud van zijn instructie wordt goedgekeurd. Sterk ontnuchterd door de gerezen reglementaire en practisehe bezwaren maar daarom nog niet ontmoedigd,, integendeel met het vaste voor nemen dóór te zetten, opdat de mogelijkhe den die in deze gemeente schuilen mobiel worden voor het nieuwe plan, gaat de verga dering uiteen." VONDELHERDENKING VAN ARBEIDERS ONTWIKKELING. Het Instituut voor Arbeidersontwikkeling organiseert op Zaterdag 13 November een bij eenkomst ter herdenking van onzen groot sten dichter, Joost van den Vondel. Vondel was niet alleen dichter, maar hij leefde ook zeer sterk mee met het Neder landsche volk. Ook in politiek opzicht speelde hij een rol. Op deze bijeenkomst zal dr. Garmt Stuive ling de figuur van Vondel nader toelichten en uit verschillende van zijn werken voor dragen. De bijeenkomst vindt plaats in het gebouw „Zang en Vriendschap" Jansstraat. EXAMENS. Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Am sterdam voor het cand.ex. in de rechtsgeleerd heid de dames D. T. Coldeweij en Cl. la Cha- pelle. Gepromoveerd aan de Vrije Universiteit te Amsterdam tot doctor in de rechtsgeleerdheid mej. Fenna Tjeerdina Lindeboom, geboren te Gorinchem, op een proefschrift getiteld „De ontwikkeling van het strafstelsel in Sovjet- Rusland 1917-1937", en op stellingen. Een sportief mantelcostuum. Voor koeler najaarsdagen kleedt een man telpakje van stevig wollen stof altijd bijzonder sportief. Eenvoudig en toch buitengewoon ele gant is het model op onze afbeelding. De rok valt geheel glad, terwijl het jasje voorzien is van een rechte schouderpas en in baantjes verdeeld is. De kraag en het smalle voorbaan tje zijn van bont of imitatiebont. Benoodigd materiaal voor jasje en rok samen 3 meter stof van 140 centimeter breedte. Het patroon is te verkrijgen in maat 42; bovenwijdte 86 centimeter; tailewijdte 74 centimeter; heupwijdte: 104 centimeter: Door het al of niet aanknippen van naden, kan men het patroon passend maken voor het eigen figuur. Prijs van het patroon 26 ets. Het is van heden af gedurende een week te verkrijgen bij de bureaux van dit blad, Gr. Houtstraat 93 en Soendaplein 37. Bazar voor hel „Comité Winter hulp". Door Deken H. C. J. Sondaal geopend. Zooals elk jaar bestond er ook Vrijdagavond veel belangstelling voor den bazar, die ten bate van het R.-K. „Comité Winterhulp" door den Hoogeerw. heer H. C. J. Sondaal, Deken van Haarlem, in het gebouw „Sint Bavo" ge opend werd. De voorzitter van het comité, de heer J. B. Veltman, sprak een woord van welkom, in het bijzonder tot den heer W. J. B. van Liemt, waarnemend burgemeester, die niettegen staande zijn drukke werkzaamheden toch nog gelegenheid heeft gevonden om ook op dezen vierden bazar van het „Comité Winterhulp" een blijk van belangstelling te geven. Spreker heette ook de geestelijk adviseurs van de standsorganisaties, alsmede de raadsleden G. H. Weustink. P. J. M. van Tetering en J. P. H. Castricum, welkom. Hij dankte ook de trouwe mede werksters en me dewerkers voor hun grenzen- looze activiteit. Hij verzocht daarop aan den Deken van Haarlem, den bazar te willen openen. De Hoogeerw. heer Sondaal zag in het feit, dat het comité zich nu voor de vierde maal verplicht heeft gezien, uit Christelijke naas tenliefde dezen bazar te organiseeren. het bewijs dat de nood ook onder de R.-K. inge zetenen hoog is gestegen. Gelukkig zijn de oogen van velen, die geen gebrek lijden, open gegaan; zij hebben begrepen, dat bij velen zelfs het hoogst noodige ontbreekt. Spreker dankte God, dat er weer velen gevonden wer den, die wederom bereid waren dit mooie werk te steunen en te geven wat ze missen kunnen. „God heeft ons den plicht gegeven, om den armen medemensch te helpen. Er zijn er velen, die buiten hun schuld zonder werk zijn geraakt en die nu bitter gebrek lijden. Toch komen zij Goddank niet in opstand, maar blijven trouw aan kerk en gezag. Ik hoop dat velen met kracht dit werk zullen steunen en 'dat het door God rijkelijk mag worden gezegend. De opbrengst van dezen bazar moet die van het vorig jaar overtreffen, want de nood wordt helaas elk jaar grooter. Ontelbare arme moeders en vaders vragen om brood en kleeding voor hun kinderen. Ik hoop dus, dat gij niet alleen zelf met veel kracht zult willen steunen, maar dat gij ook anderen in uw omgeving zult opwekken, dit eveneens te doen; te denken aan hen, die niets of bijna niets hebben. Ik dank het comité voor zijn menschlievend werk en hoop dat God er Zijn zegen aan zal geven". Hiermede verklaarde Deken Sondaal den bazar voor geopend Hij wilde het echter niet bij woorden la ten; daarom overhandigde hij aan den voor zitter van het comité een geschenk onder enveloppe. De heer Castricum voerde het woord als voorzitter van de standsorganisatie. Hij dankte Deken Sondaal voor zijn bereidwil ligheid, om den bazar te openen; het ge meentebestuur voor de medewerking, de le den van het comité voor het avond aan avond onvermoeide werk. Onder applaus van de aanwezigen dankte spreker speciaal den heer J. B. Meijs, secretaris van het comité, die het leeuwenaandeel van het werk voor dezen bazar verricht heeft. De heer Castricum dankte ook de andere medewerkers; er waren er bij, die 3000 loten voor de verloting verkocht hebben. De 8000 loten waren trouwens al weken van te voren verkocht. Wel een bewijs, dat er met grooten ijver gewerkt is. Hulde bracht hij aan hen, die deze groote zaal, waarin Vrijdag nog de stoelen stonden, in een korte spanne tijds hadden omgetooverd in een gezellig markt plein. Tenslotte dankte hij de dames en hee ren, die de talrijke geschenken hebben op gehaald. Hij hoopte dat ze daarvoor hun loon in den hemel zouden ontvangen. De voorzitter dankte beide sprekers, waar na de talrijke aanwezigen zich tusschen de smaakvol ingerichte stands verspreidden. Er waren vele pakkende leuzen aangebracht, zooals o.a.: „De Bilt seint: wees op uw hoe de": „Steunt de Middenstandsactie en gij helpt allen de werkloosheid bestrijden"; „Winter beteekent voor velen armoede en gebrek", enz. Natuurlijk is ook weer voor de noodige at tracties gezorgd. Zelfs ontbreken clowns niet. En er is een flink accordeon-ensemble, dat er de gewenschte stemming in weet te houden. De bazar is tot en met 8 November ge opend. Gaarne wekken we onze lezers op, er eens een kijkje te gaan nemen Een toelichting op de vraag Wat is een Mijnhardfje? staat op pag. 3. (Adv. Ingez. Med.) BLOEMENDAAL'S TOONEEL. Het bestuur van de Vereeniging Bloemen- daal's Tooneel heeft besloten, bij gelegen heid van den Wapenstilstandsdag op 11 No vember een opvoering te geven van het anti- oorlogstooneelspel ..Er staat geschreven" door Jaap van der Pol. De opvoering heeft plaats in hotel Vree burg tegen een geringen toegangsprijs. VEILIG VERKEER IN HET LAGER- ONDERWIJSPROGRAMMA. De Vereeniging voor Veilig Verkeer voor 'sGravenhage en omstreken mag een nieuw succes boeken: in het leerplan voor de open bare lagere scholen van den Haag is thans 't onderricht in veilig verkser opgenomen. Het onderwijs hierin zal, te beginnen bij het derde leerjaar, worden gegeven voor wat de theorie betreft een kwartier om de veertien dagen tijdens de aardrijkskundeles (het is nl. nog niet mogelijk het als een afzonderlijk les- vak te beschouwen en derhalve moest het bij een van de bestaande lesvakken worden on dergebracht) en voor het practisehe gedeelte, de toepassing van de verkeersregels enz., tij dens de lessen in lichamelijke oefening. AVONDDIENST BAKENESSERKERK. In afwijking van het ons gemelde aanvangs- uur van den avonddienst in de Bakenesser- kerk op Zondag a.s. deelt men ons thans mede, dat de dienst niet om 7 uur, maar om 5 uur begint. WISSELKOERSENN AMSTERDAM. 10.15 uur. Londen 9.04 1/8 Berlijn 72.95 Parijs 6.15 Brussel 30.79 Zwitserland 41.97 Va New York 1.80 29 32 MUZIEK TOONKUNST, AFD. HAARLEM. Tweede Kamermuziekavond Lener Kwartet. Het Lener-Kwartet, bestaande uit de kunstenaars Jenö Lener, Joseph Smilovits, Sandor Roth en Imre Hartmann, speelde Vrij dagavond in den Stadsschouwburg Brahms, Debussy en Schubert. Het Lener-Kwartet is een ensemble, dat een groote en verdiende internationale repu tatie bezit; een ensemble, bij welks vertol kingen 'de critiek gevoegelijk zwijgen kan. Zij kan ze vergelijken met die van andere beroemde kwartet-ensembles uit dezen en uit vroegeren tijd: zij kan, als resultaat dier ver gelijking, misschien tot de conclusie komen, dat het X-kwartet nog spontaner, 't IJ-kwar- tet nog aangrijpender, het Z-kwartet nog geraffineerder speeldenMisschien. Maar wat doet het er toe, wanneer ook de critische hoorder de vertolkingen van het Lener kwartet zonder voorbehoud aanvaarden, prij zen, bewonderen kan? Evenmin zou er aanleiding zijn om over een der vier spelers in 't bijzonder de lof trompet te steken. Ware die aanleiding aan wezig geoordeeld, dan zou daarin reeds een spoor van blaam schuilen. Want een goed kwartet-ensemble moet een complex van vier gelijkwaardigen, moet een viereenheid zijn, uit gelijkschakeling van individualiteiten ontstaan. Aan deze voorwaarden voldoet het Lener-Kwartet. Ik kan mij er dus toe bepalen om een en ander over de uitgevoerde werken te zeggen Debussy's strijkkwartet, een unicum in het oeuvre van den Franschen meester, dateert uit 1893, dus uit den tijd vóórdat Debussy ten volle zijn eigen stijl ontwikkeld had. Van de eigenaardigheden van den impressionisti- schen stijl is dan ook in het kwartet nog niet veel te bemerken. De cyclische vorm is geba seerd op de door Cesar Franck overgeleverde grondvesten; ook de thematische ontwikke ling en de veelvuldig aangewende chromatiek wijzen op Franck's invloed. Debussy's behan deling der stof zou men behalve thematisch overwegend harmonisch en instrumentaal- coloristisch kunnen noemen. De echte kwar- tet-polyphonie treedt er belangrijk minder op den voorgrond dan b.v. in Beethoven's en Brahms' strijkkwartetten. Brahms' op. 51 no. 2 is hier slechts zelden gespeeld. Vergeleken met het vaker uitgevoer de c min.-kwartet, het eerste nummer van hetzelfde opus, kan dat in a min. als het minst heftige, hetmeest lyrische van beide bestempeld worden. Vooral voor de hoekdee- len geldt dit. Men heeft in de thema's van no. 1 wel eens vooral de stijgende, in die van no. 2 vooral de horizontale lijn willen zien. Maar de stemming is in no. 2 over 't geheel weeker, soms, als in het Menuetto, eenigszins omfloersd, slechts in enkele momenten, als in de episode van het Andante, waar viool en cello een canon in de onderkwint uitvoeren en in de hoofdthemagroep der Finale, fel. Het hoofdthema van het eerste Allegro, a - f - a - e, is op het devies van Brahms' vriend Joseph Joachim „Frei Aber Einsam" gebouwd. Oorspronkelijk was het dan ook Brahms' bedoeling om dit strijkwartet aan Joachim op te dragen; een tijdelijk verschil van meening schijnt oorzaak geweest te zijn, dat de com ponist het evenals het eerste van op. 51 aan zijn vriend Theodor Billroth, den beroemden Weenschen chirurg, voortreffelijk altist en muziekkenner, wijdde. In een wonderlijk teer coloriet heeft Brahms het. eerste hoofddeel gehouden. Maar Brahms zou geen Brahms geweest zijn, als hij bij de behandeling en ontwikkeling van het thema niet van geraf fineerde contrapuntische kunstvaardigheden gebruik gemaakt had. Zoo vindt men dat thema niet alleen in getrouwe canonische imitaties, maar ook in imitaties van de om keering en in de coda zelfs van achter naar voren gelezen. Men zou dat dus resp. verticale en horizontale spiegelcanons kunnen noemen. Wat den stijl van het werk betreft proeft men duidelijk Beethoven's invloed en wel vooral die van diens in dezelfde toonsoort a min. staand op. 132. De verwantschap is in het aetherische majeur-gedeelte der Finale al zeer duidelijk. Maar ook het bewegelijke in termezzo in het Menuetto is geheel en al in den geest van Beethoven gedacht en uitge werkt, en één der motiefjes is zelfs indentiek met dat. waarop het vlugge intermezzo in het Adagio van het kwartet op. 18 no. 2 ge bouwd is. Behalve dat toont Brahms toch nagenoeg overal zijn eigen karakter en werk wijze, en deze laatste heeft tot verstrenge lingen van de thema's en de perioden geleid, die het den hoorder niet altijd gemakkelijk maken. Bij herhaalde auditie wint dit werk echter hoe langer hoe meer. Het a min. kwartet op. 29 van Schubert is reeds in de tweede helft der vorige eeuw door de z.g. Florentijners beroemd geworden. Ook in dit kwartet zijn lyrische, en zelfs elegische stemmingen overheerschend; alleen in de Finale klinkt een vroolijker, een gemoede- lijk-Weensche toon. Maar behoeft men de schoonheden van deze muziek nog op te noe men? Ze is ons bekend en ze is ons dierbaar en als we ze weer eens hooren in een vertol king als die van het Lener-Kwartet zitten we in bewondering en genieten we in dezelfde mate als toen we ze vooi het eerst hoorden, en dan wekt ze de verzuchting op: waarom kan dat genot ons niet veel vaker beschoren zijn? K. DE JONG.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 9