BEGROOTINGSDEBAT BEGONNEN. Kunst in Haarlem en daarbuiten. De N.Z.H.R.M. is morgen jarig. WOENSDAG 10 NOVEMBER 1937 HAAELE M'S DAGBLAD 3 TWEEDE KAMER Ir. Albarda opent als vanouds, Prof. Aalberse neemt afscheid als voorzitter. Hartelijke woorden gesproken. DEN HAAG Dinsdag. Het afscheid, door President Aalberse van de Kamer genomen, was bepaald indrukwekkend. In een onopgesmukte rede, waarin, ook in den toon dien te beluisteren viel, diepe bewogen heid van het gemoed tot uiting kwam, gaf de voorzitter te verstaan welk een strijd het hem gekost heeft om zijn werk in de Kamer op te ;even en de benoeming ot lid van den Raad van State te aanvaar den. De oudste der Ka merleden. de heer Duy- maer van Twist (ar.) die op 24 Februari 1903 Mr. Aalberse's intrede in 's lands vergader zaal had beleefd, luidde hem thans in 'n har telijk speechje uit, waarna Dr. Col ij n na mens de Regeerir.g sprak om te getuigen van de erkentelijkheid Mr. P. J. M. AALBERSE hu J. W. ALBARDA S.D.A.P. H-K. B voor de wijze waarop de heengaande Presi dent steeds zorg had gedragen voor het in stand houden van een goede „brug" tusschen Kamer en Kabinet. In tegenstelling met wat elders veelal het geval is, oefent immers ten onzent het Kabinet geen invloed uit op (de regeling van) de werkzaamheden van het Par lement. Applaus begroette de vriendelijke woorden namens Kamer en Regeering gespro ken tot den President. Na een half uur schorsing, ten einde allen ook den journalisten gelegenheid te geven den heer Aalberse de hand te drukken, heropening van de vergadering, nu onder lei duig van den eersten onder-voorzitter, den heer Smeenk (a.r.) Deze „liep groen" als Pre sident in rok getooid en moest daarom wel bijkans drie kwartier achtereen lijsten vol onbelangrijke mededeelingen voorlezen. Ten slotte kon hij voorstellen op Woensdag te 1 uur de nominatie voor het voorzitterschap op te maken. Mr. v. Schaik (R.K.), die nummer één zal worden, zal dus weldra den heer Smeenk van zijn taak kunnen bevrijden! Eindelijk kan dan het algemeen begroo- tingsdebat beginnen, dat gelijk nu al vele jaren het gebruik wil, ingeleid wordt door Ir. Al barda (s.d.), die voorop stelt, dat de verkie zingen in sterke mate de trouw van het Neder- landsche volk aan de democratische beginse len tot uiting hebben gebracht. Niettegen staande den ijver van nationaal-socialisten en communisten beide groepen, welke dank zij de democratie in dit Parlement kunnen ze telen is de democra tie sterker dan ooit uit den verkiezingsstrijd te voorschijn gekomen. Spr. schildert het ver val, dat na de stembus zich nog verder van de N.S.B. heeft meester gemaakt. Nog voor een andere partij, een met 'n schoon verleden, die van de liberalen, was het electorale resul taat buitengewoon, en zelfs verrassend, on gunstig. Bij verstan diger beleid had het proces niet zoo pijnlijk hoeven te zijn: de par tij volgde een te hardnekkig conservatief- en anti-socialistische politiek. Wel leggen de liberalen thans plots bewijzen van wat beter inzicht aan den dag, doch de heer Albarda vreest, 'dat het te laat is Wat de Kabinetsformatie betreft, merkt hij op dat z.i. een onderzoek van den verkiezings uitslag leert, dat deze geen basis voor een rechts kabinet opleverde, al haalden de drie j christelijke groepen tezamen meer dan 52/o der stemmen en 56 van de 100 Kamer zetels. Het is echter een feit, dat de anti-revolu- tionnairen, nog meer dan in 1933, een zeer groot aantal zetels hebben verworven dank zij de stemmen van tienduizenden die heele- maal niet anti-revolutionnair zijn En dit was niet geschied als Dr. Colijn te voren ver klaard had een rechtsch Ministerie te willen vormen. Binnen en buiten het Parlement had hij veeleer kenbaar gemaakt ook nu weer, gelijk in 1933, het meest te voelen voor een kabinet op breede basis. Zoodoende trok hij een aanzienlijk deel van het kiezerscorps, dat geenszins anti-revolutionnair was tot zich. Enfin, de rechtsche partijen, de anti-revo- lutionnairen weten zelf al te goed, dat zij boven hun kracht of boven hun stand leven. Trouwens Dr. Colijn heeft zelf eerst gepro beerd een kabinet op breede basis te vormen wat mislukt is. De oorzaak hiervan moest de formateur toch werkelijk bekend willen ma ken, wat hij echter tot dusverre heeft ge weigerd. Is het waar, dat de formateur aan de nifet-reehtsche heeren, die hij eerst in een kabinet op breeden grondslag wilde opne men, het aanbod deed op voor deze vrijzin nigen onaanvaardbare voorwaarden? Het was hier niet de kwestie van een onrijpe vrucht, welke de formateur had willen pluk ken, maar van een verboden vrucht. (Ge lach). Wie heeft dit verbod uitgevaardigd? De heer Albarda bestrijdt, dat 'het 'n juist stelsel zou zijn een kabinet samen te stellen zonder contact met de fracties. Overigens heeft Dr. Colijn dan toch. ook maar overleg gepleegd met de 3 rechtsche .fractie-voorzit ters. Op een gegeven oogenblik ontving Dr. Colijn ten zijnent de heeren De Wilde en Schouten. Spr. acht het waarschijnlijker, dat het over de breede basis-formatie-pogingen liep, waarvan men heel goed weet, dat ze niet de instemming van den heer Schouten hadden. Het ware beter geweest als Dr. Colijn toen die tegenstand te sterk bleek, voor de op dracht hadde bedankt. Zoowel op 'het gebied van geloof als op dat van politieke beginselen ontbreekt tusschen de drie thans samenwerkende groepen, met name tusschen Calvinisme en Katholicisme, een diepere overeenstemming, omtrent het te voeren Staatkundig beleid. In weerwil van dit alles is de rechtsche samenwerking er thans weer, waardoor allicht de oude anti these jammer genoeg zal herrijzen, wat niet alleen voor de volkseenheid in het alge meen maar b.v. ook voor den socialen voor uitgang bedenkelijk kan zijn. Ten aanzien van de te volgen sociale en economische po- Tiek is voorts de tegenstelling tusschen Dr. Colijn en de (Katholieken in de laatste jaren in sterke mate toegenomen. Welbewust 'heeft de R.-K. Staatspartij het eigen program op het altaar van de coalitie geofferd inplaats van bereid geweest te zijn tot samenwerking met de sociaal-democraten en eventueel ook met de vrijzinnig-democraten, wat wel tot verwezenlijking van de katholieke sociale en economische verlangens had kunnen leiden. Het Christelijk cachet lijkt het Ministerie te moeten ontleenen aan plannen tot nadere regeling van het huwelijksrecht, het tegen gaan van arbeid door gehuwde vrouwen, de bescherming van de publieke eerbaarheid, en tot het waken voor eerbiediging van de Zon dagsrust. Spr. ziet hetgeen men te dien op zichte zou willen gaan doen met eenige be zorgdheid tegemoet. En nu het militaire beleid. De noodzakelijk heid van opvoering der militaire uitgaven ontkent de heer Albarda geenszins. Doch thans wil men te ver gaan door de grenzen van het financieel mogelijke te overschrij den ten koste van wat er op sociaal gebied zou hooren te gebeuren. Men verwijt ons sociaal-democraten werkelijkheidszin, doch waar is deze werkelijkheidszin bij het kabinet en bij den Minister van Financiën als men acht slaat op de financieel veel te kostbare en onbetaalbare militaire plannen. Het weer baarheidsvermogen van 'n volk hangt niet uitsluitend van z'n bewapenig af, het is ook 'n zaak van socialen en psychischen weerstand. Matiging van de defensiebelangen is gebo den om op sociaal gebied tenminste het aller- noodigste te kunnen verrichten. Duizenden gezinnen blijken volslagen uitgeput te zijn. Voor de ouden van dagen geschiedt niets. Op onderwijsgebied gebeurt evenmin het nood zakelijke. Voor het overheidspersoneel is sa- larisverhooging vereischt en spr. hoopt dat de Regeering toch nog zal kunnen erkennen dat tegemoetkoming niet achterwege mag blijven. Daling van de indirecte belastingen is even zeer gewenscht. Aan het slot zijner rede betoogt de leider van de s. d. fractie, dat het plicht der Regee ring is met behulp van te ondernemen groote werken de bedrijfsactiviteit te ontwikkelen en aldus een betere economische situatie te hel pen scheppen voor de gansche bevolking. Ds. Kersten (St. Ger.) schilt vervolgens zijn gebruikelijke appeltje met de anti-revo lutionairen, die volgens hem van de Hervorm de beginselen zijn afgeweken en wier aan voerder Dr. Colijn gewoonweg een oud-libe raal is. Daarna volgt als van ouds een hage- preek tegen Rome. E, v. R. DE WONDEREN ZIJN DE WERELD NOG NIET UIT Dinsdagavond omstreeks half negen is een 63-jarige vrouw, die in beschonken toestand verkeerde, op het Damrak te Amsterdam, ter hoogte van de Oude Brugsteeg 'onder een motorwagen van lijn 22, die op weg was naai de remise, geraakt. Men is er natuurlijk on middellijk toe overgegaan de tram op te vij zelen, ten einde het slachtoffer onder het voertuig vandaan te halen. Nadat men hierin geslaagd was, bleek dat de vrouw, hetgeen zeer zeker een wonder mag worden genoemd, niets mankeerde. De geneeskundige dienst, die gewaarschuwd was, heeft zich dan ook buiten de zaak ge houden, waarna de politie zich over de vrouw ontfermde. Als zij haar roes zal hebben uitgeslapen, laat de politie haar beschermeling los, in de hoop, dat zij den rechterkant van den weg niet meer zal mijden. Toon Kelder bij Van Wisseliivrh. In den bekenden kunsthandel op het Ro- kin, die in het begin dezer eeuw zich een faam verwierf door het werk van Bauer en Breitner, en de zich om dezen groepeerende Amsterdammers bekend te maken, is thans gedurende eenige weken de schilder Toon Kelder te gast, met nieuwe werken. Want Kelder werkt veel en exposeert veel wij hadden hem hier in Haarlem een jaar ge leden te gast, en na de werken, die hij in Amsterdam dezen, zomer op de Lustrum-ten- toonstelling der studenten liet zien, is er al weer heel wat ontstaan, waarvan Van Wis- selingh nu de primeur heeft. Het werk van Kelder is mij niet eerst sinds gisteren bekend. En nu hij hier vlak in de buurt, op neutraal terrein, zijn werk komt vertoonen bekruipt me de lust in onze ru briek iets over den schilder en zijn arbeid te vertellen. Mij heugt nog zeer wel zijn de buut in het kunstzaaltje van een Haagschen boekwinkel, daar in de Prinsestraat. Het werk was nog jong, maar reeds vol lef en leven. Brokken stadsgezicht en bloemstuk ken, naar een donkere kleur neigend met hier en daar plots een felle lichte er uit te voor schijn springend. Het was eenige jaren nadat Le Fauconnier in ons land een aantal jon geren met zijn aanwezigheid, zijn talent en zijn redeneerkunst behekst had. Die invloed 't Is verkoudheid wat de klok slaat! Dat doet het verra derlijke weer: Gister nog een lekker zon netje en vandaag mistig en guur. Maar U weet toch: bij verkoudheid alleen ASPIRIN. Aspirin is' een »Soye»« - pro duct. Öranjebanden»flav®*«-kruis waarborgen de werkzaam heid en onschadelijkheid (Adv. Ingez. Med.j Geheimzinnige ontploffing te Amsterdam. Politie speurt nog tevergeefs. De recherche van het bureau Warmoes- straat te Amsterdam stelt een onderzoek in naar een ontploffing, welke zich Vrijdagmid dag aan de Oosterdokkade heeft voorgedaan. Spoorwegarbeiders, die dien middag aan de Oosterdokkade werkzaam waren, hoorden een tamelijk harden knal en zagen ook eenige rook opstijgen aan den voet van het talud, dat daar van den weg is afgerasterd met een rij dwarsliggers. Een der dwarsliggers bleek gespleten te zijn en in de nabijheid werden een paar stukken ijzer gevonden. Een schip persvrouw, die in de nabijheid woont, had de ontploffing ook gehoord, doch zij had geen rook gezien. De politie, die in het belang van het onderzoek het gebeurde geheim had ge houden, stuurde de gevonden stukken ijzer op naar de artillerie-inrichting aan de Hem- brug. Uit het onderzoek bleek echter, dat hier geen sprake is van een bom. Het staat ook nog geenszins vast, dat de biel door deze ontploffing is gespleten en het is niet onmo gelijk, dat kwajongens vuurwerk afstaken. Van een aanslag is dan ook geen sprake. De politie zet echter haar onderzoek voort. IN DEN MIST TE WATER GERAAKT. LEEK, (Gr.) 9 November Gisteravond tienuur wilde de 25-jarige mejuffrouw I. Walda, wonende te Leek, haar man halen, die bij een buurman op bezoek was. Door den mist misleid, is zij in de Jonkersvaart geloopen en verdronken. Het lijk is eenigen tijd latei- opgehaald. Grijsaard grijpt naar het mes. Zijn tegenstander levensgevaarlijk gewond Noodlottig einde van burentwist. Op den Middelweg te Zwolle is Dinsdag middag oneenigheid ontstaan tusschen de buren Bruggeman en Uit den Bogaert. De ruzie ontstond tusschen de beide vrouwen toen zij de stoep aan het schrobben waren. De twist werd voortgezet door den man van mejuffrouw Uit den Bogaert eenerzijds en aan den anderen kant door den 84-jarigen vader van mejuffrouw Bruggeman. Toen de laatste Uit den Bogaert te lijf wilde, hield deze hera met een bezem van zich af. Hij sloeg hiermede den ouden man man op het hoofd. Deze werd hierop zoo driftig, dat hij zijn mes greep en hiermede Uit den Bo gaert een diepe steek in het hoofd achter iet oor toebracht. In ernstig gewonden toestand werd het slachtoffer naar het Sophia ziekenhuis over gebracht. Men vreest voor zijn leven. De oude Brug geman is in het hoofdbureau van politie in gesloten. Klachten over arbeidsvoorwaarden voor P. T. T.-personeel. Te lange werktijden en te geringe bezoldiging Tweede Kamer over de P. T. T.-begrooting. Blijkens het voorloopig verslag over de be grooting der P.T.T. voor 1938 spraken vele leden er hun waardeering over uit, dat het P.T.T.-bedrijf ook in de huidige omstandig heden zich zoo uitermate gunstig ontwikkelt. Dat de bedrijfsleiding zoo soepel en actief haar politiek van tariefsverlaging doorzet, is ongetwijfeld zeer toe te juichen. Verscheidene dezer leden hadden er ernstig bezwaar tegen, dat ieder jaar opnieuw de winst te laag wordt geraamd, zooals uit de opbrengstcijfers van de laatste jaren blijkt. Voor het jaar 1936, waarover het verslag van het hoofdbestuur der P.T.T. onlangs is ver schenen, werd b.v. 5V2 millioen winst ge raamd, terwijl uit de uitkomst bleek, dat deze winst in werkelijkheid f 10 Vz millioen bedroeg. Gevraagd werd of het in de bedoeling van den minister ligt tot verdere verlaging van de tarieven over te gaan en. zoo ja. tot welke. In aansluiting op het financieel zoo gunstig beeld van het bedrijf werd van verschillende zijden aangedrongen op het üi het oog houden van de personeelsbelangen. Naar de meeding van verscheidene leden zijn de arbeidsvoorwaarden zeer slecht. Stel selmatig wordt het loon meer gedrukt en bij een zoo winstgevend bedrijf te verantwoorden lijkt. Wederom werd de verkorting van den ar beidsduur ter sprake gebracht. Deze is in vele gevallen, bij het lagere personeel aanmerkelijk langer dan 8Y2 uur per dag. Men drong nogmaals aan op de aanmerke lijke verzwaring van den werktijd ten gevolge van het postvervoer met de nachtposttreinen. Hierdoor wordt het werk der expeditie ver plaatst naar den avond, gedeeltelijk zelfs naai den nacht en naar vroege morgenuren. Dat zulks aan het gezinsleven van de betrokken ambtenaren groote schade aanbrengt, is zon der meer duidelijk. Gevraagd werd maatrege len te nemen, waardoor aan deze bezwaren wordt tegemoetgekomen. Verschillende leden zouden gaarne van den minister vernemen, hoe deze zich voorstelt de moeilijkheden op te lossen, welke zijn ge rezen tusschen de omroepvereenigingen en den bond van exploitanten van radiocentrales. Deze moeilijkheden betreffen niet alleen de te betalen vergoeding maar ook het streven der centrales om den eigen plaatselijken uit zendtijd geleidelijk aan uit te breiden. De oor spronkelijke bedoeling van het radiodistri butiebedrijf komt daardoor in gevaar, wijl de radiocentrales niet meer distribuanten blijven maar geleidelijk het zwaartepunt wordt ver legd naar de eigen programmaverzorging. Dit moet zooveel mogelijk worden vermeden. Met voldoening hadden vele leden kennis genomen van de instelling van de commissie tot bestudeering van het vraagstuk van de wereldomroep. Hierdoor immers zal bevorderd worden, dat ook de stem van Nederland in dat kader op waardige wijze wordt gehoord. Som mige leden stelden in dit verband de vraag of het niet op den weg van de regeering ligt, de omroepvereenigingen bij de verzorging van deze voor het algemeene nationale belang zoo gewichtige uitzending eenigermate tegemoet te komen, b.v. door het kosteloos ter beschik king stellen van zenders, of langs anderen weg. Gevraagd werd in welk stadium de televisie thans is. Zullen de technische en financieele moeilijkheden, die zich hierbij voordoen, kun nen worden overwonnen? Naar men meende te weten worden in de laboratoria van Phi lips allerlei proeven voor de televisie genomen. Hoewel men alle waardeering voor dien arbeid had, was men van oordeel, dat deze zaak vol ledig in handen van de regeering moet zijn en via de regeering in handen moet worden gelegd van de omroepvereenigingen. Gevraagd werd ten slotte of de minister zijn standpunt ten aanzien van deze aangelegenheid kenbaar wil maken. DE OVERVAL OP DOKTER DE RIDDER. 's GRAVENHAGE, 9 November. De Haag- sche rechtbank deed heden utspraak in de strafzaak tegen de twee jongelieden, den 23- jarigen kantoorbediende J. C. V. en den eveneens 23-jarigen los-werkman J. J. H. Z die in Augustus van dit jaar een overval ge pleegd hebben op dokter de Ridder, in diens woning aan het Oranjeplein hie rter stede. Ter zake van dezen overval en een door hen gepleegde inbraak in een meubelfabriek aan het Smidswater werden beiden tot 3 jaar gevangenisstraf veroordeeld. De eisch was tegen beiden vier jaren ge weest. heeft nog lang, vooral te Amsterdam onder de lieden van Kickert's Modernen Kunst kring, doorgewerkt. Kelder kwam heel wat later en was intusschen in den na-oor logstijd, zelf al aan het zwerven in „Parijs en daarbuiten" gegaan en kwam met heel wat ervaringen en indrukken in het vader land terug. Dat lijkt alles alweer lang geleden en toch is deze schilder nog betrekkelijk jong, begin- veertiger en zal dus vijf-zes-en-twintig ge weest zijn toen ik zijn werk voor 't eerst ont moette. Daarna is een periode gekomen van groote figuurcomposities en portretten iii een duisteren toonaard, sterk maar geen blij werk dat door Albert Plasschaert zeer bewonderd werd en het tijdsmerk van het na- oorlogsche, het individueel expressionisti sche droeg. Knap waren deze familiegroepen zeer zeker; men kan een goed deel er van terug vinden in het Van Abbe-museum te Eindhoven, doch charmeerend als het tegen woordige werk wèl is waren ze niet. Wanneer precies die omzwaai in zijn werk heeft plaats gevonden, zou ik niet kunnen zeggen want ik heb die ontwikkeling niet op den voet ge volgd. Maar eenige jaren geleden verraste mij op een tentoonstelling een geheel an dere Kelder dan in mijn 'herinnering leefde, een schilder thans met een geheel Fransch- ^eorienteerd palet, met een dunne, doorzich tige factuur vol nuanceering. met een inhoud die eer romantisch dan iets anders was en die in lichten, briljanten toets aan een te rugkeer van den tijd van Rubens en Watt eau zou doen gelooven. Die beide heroën dan natuurlijk bij wijze van spreken aangehaald en slechts met de bedoeling hun wezen in een twintigste eeuwsch kleed gestoken te zien. Wat nog zoo vreemd niet is, daar. on der de iets oudere tijdgenooten van Kelder in het Parijsche milieu er evenzeer aan te treffen zijn, die afzijdig van cubisme en andere cerebrale variaties in de picturale spraak, tot de traditie der louter schoone schilderwijs terugkeerden en zich via Dela croix de meesters der achttiende eeuw en hun voorganger Rubens herinnerden. Nog maals. ik zeg niet dat Kelder een Rubens of een Delacroix zou zijn. maar tracht voor zijn tegenwoordige kunst een stamboom te plan ten, die den aard van het werk eenigszins verhelderen kan. Misschien ook dien om zwaai verklaren van het grübelend duistere naar het lichtlevende palet, dien hij boven dien met Van Dongen, dien anderen geboren Rotterdammer, gemeen heeft. Toon Kelder is inderdaad leerling van de Rotterdamsche Academie geweest maar is al vroeg door familierelaties met, België, door de aantrek kingskracht van Parijs, met Frankrijk ver bonden geraakt. Ziedaar tenminste nog iets wat hij met den Antwerpenaar Rubens en den Watteau uit Valenciennes gemeen heeft. Meer dan Rotterdammer is Kelder in zijn wezen Zuid-Nederlander met Franschen in slag. Doch genoeg thans van deze algemeenhe den die alleen gedebiteerd worden om den lezer het werk toegankelijk te maken, wie het bij van Wisselingh gaat zien, zal be merken dat het allerminst ontoegankelijk is. Integendeel, men zal spoedig door dezen ar beid bekoord worden zoo men het verstaat kleur te zien in een soms zwoele dan weer denderende schildering. Zelfs waar hij over drijft stoort hij het kleurgevoel niet en waar hij nonchalant schijnt is het. omdat hij het belang van de hoofdzaak niet wil laten glippen voor wat hem bijkomstigheden zijn. Hij is in die dingen eigen gereid als een dui vel, maar soms schildert hij een portret als dat van den hofprediker Weiter, waarbij niets aan zijn aandacht ontglipt, zoo sterk ook doorgevoerd in de finesses, dat het hem in ons kalme land een reputatie bezorgde. Dat deze breed-levende, graag op groote doeken aanvallende schilder, naast zijn be wondering voor de uiterlijke schoonheid dei- verschijning, een groote dosis genegenheid bergt voor wat er ongerepts achter die ver schijning verborgen ligt, bewijzen zijn kin derportretten. Dat van zijn zoontje, hierbij voor onze lezers gereproduceerd, is mij. niet alleen in Kelders oeuvre, maar reeds in het algemeen als kinderportret, iets zeer bijzon ders als schilderkunstige uiting, J. H. DE BOIS. Tot nu toe een kalm jaar gehad. De heer de Booy vertelt over het reddingswerk. Morgen viert de Noord- en Zuld-Holland- sche Reddingmaatschappij haar 113en ver jaardag. Naar aanleiding van dezen reddingbootdag. waarop de jarige van vele zijden bedacht wordt met goede en welkome gaven, hebben wij een gesprek gehad met den secretaris van deze reddingmaatschappij, den heer H. Th. de Booy. Het afgeloopen jaar zoo vertelde de heer De Booy kenmerkte zich op ons ge bied door zeer weinig zware stormen. Tot nu toe werd dit jaar vijf en twintig maal van de diensten van de reddingbooten gebruik gemaakt, tegen vijftig maal tot November van het vorige jaar. Een treurig ongeluk gebeurde bij de oefe ning met de strandreddingboot te Zandvoort. waarbij twee leden van de bemanning om het leven kwamen. Het ongeluk heeft, zooals begrijpelijk is, veel ontroering verwekt, doch geen van onze menschen heeft zich er door laten ontmoedigen. Men weet, dat (het red dingswerk gevaar mee brengt. Dankbrieven. Aardig zijn de dankbare brieven die we krijgen, zeide de heer De Booy. Een jacht- eigenaar. die ter hoogte van Wijk aan Zee in nood verkeerde schreef: ..Nu is het nog meer tot mij doorgedrongen, van hoe on schatbare beteekenis de N.Z.H. Redding maatschappij is voor menschen, die de zee bevaren". Een Urker-visscher, die op 2 Juni door de motorreddingboot Hilda uit Lemmer werd gered, besluit zijn dankbrief met de woor den: ..Hopende dat de N.ZH.R.M. gesterkt en gesteund moge worden". Materieel. Het materieel wordt steeds verbeterd. Uit het ongeluk te Zandvoort bleek het gevaar, dat de roeireddingboot oplevert weer eens duidelijk en men gaat dan ook met spoed door deze roeireddingbooten te vervangen. Voor Terschelling bij paal 8 staat op stapel de ..Nicolaas Marius", geschonken door een menschenvriend, die onbekend wenscht te blijven. Op Terschelling wordt ook een wa terdichte tractor gestationneerd. Dat er voor het werk van de N.Z.H.R.M., die niet door de overheid wordt gesubsidieerd, heel wat geld noodig is. blijkt b.v. uit het feit, dat een station, bestaande uit een motorstrand- reddingboot, een wagen, een tractor en een boothuis niet minder dan f 46000 kost. Nieuw snufje. De N.Z.H.R.M. is er steeds op uit het nieuwste snufje op het gebied van het red dingwezen direct in te voeren. Zoo bouwt men thans in een vlot een Hotchkiss cone propeller, een watervoortstuwer, zoodat de Wadden beoosten Den Helder, waar de Dorus Rijkers wegens te veel diepgang niet kan komen, ook bevaren kunnen worden. In En geland heb ik met deze watervoortstuwers goede resultaten gezien, aldus de heer De Booy. Opruiming wrakken. De samenwerking met het departement van Waterstaat is uitstekend. De regeering is ons zeer terwille geweest door de wrak ken van de Salento en Shonga op te ruimen, die gevaren voor de reddingbooten oplever den. We hebben nu een verzoek ingediend om ook een aantal wrakken op de Haaks- gronden de Eierlandsche gronden. Terschel- liHger gronden en het Bornrif te doen op ruimen. De regeering geeft ook ruimschoots mede werking bij het onderhoud van de redding bootwegen naar zee, telefoonlijnen enz. Doode hand belasting. Minder was de heer De Booy te spreken over het departement van Financiën, Nog steeds immers zijn de reddingmaatschapoijen aangeslagen voor de betaling van belasting, die wordt geheven van instellingen van de doode hand. Reddingmaatschappij en doode hand zijn twee begrippen, die moeilijk bij elkaar pas sen, doch de minister van Financiën vindt dit bliikbaar geen bezwaar. Zesduizend schip breukelingen zijn in het 113-jarig bestaan van de N.Z.H.R.M. door haar van een wissen dood gered, geen cent subsidie ontvangt zij van de overheid, zij wordt in stand gehouden door particuliere bijdragen. Edochbelasting moet worden betaald door deze bii uitstek menschlievende instel ling. Van haar budget moet de N.Z.H.R.M. ieder jaar f 2700 in de schatkist storten.... Het publiek springt bij. Gelukkig is de publieke belangstelling voor het prachtige werk van de 113-jarige steeds groeiende. Het aantal contribuanten nadert de tienduizend. „We zijn dankbaar, doch niet voldaan", zeide de secretaris. ..een zeevarend land met een roemrijk maritiem verleden en een even groote toekomst op zeevaartgebied moet toch minstens 20.000 contribuanten hebben! Want er is voor ons werk nu een maal veel geld noodig. Niet alleen voor het materieel. Wij verzorgen ook onze oud-red ders en eventueel de nagelaten betrekkingen. Een bedrag van f 30.000 per jaar is daar mede gemoeid. Bij de conferentie te Gothenburg is mij nog gebleken, dat geen enkele buitenland- sche reddingmaatschappj.i zooveel voor haar oud-redders doet als de N.Z.H.R.M. Maar zij verdienen het. dat er goed voor hen gezorgd wordt. Met een prachtig, spor tief enthousiasme en zonder eenige red derspose" doen ze hun werk. gedreven door plichtsgevoel. We hebben ook veel te dan ken aan de plaatselijke commissies, die de leiding der reddingen ter plaatse op zich nemen. Ook hun is geen moeite ooit te veel. Zoo baart dan de toestand van de N.Z.H. R.M. in deze moeilijke tijden geen zorg, moge vele Nederlanders aldus besloot de heer De Booy onze maatschappij op haar ver jaardag gedenken. Wii vieren dien dag met de overdracht van de nieuwe m.s.r. „Abra ham Fock" en het bootenhuis aan de plaat selijke commissie te Ameland, BEGRAFENIS IR. E. C. W. VAN DTJK. De begrafenis van den heer Ir E. C. W. v Dijk. directeur der Nerierlandsche Spoorwe gen, zal geschieden op Vrijdag 12 dezer te Westerveld na aankomst van den trein van 11.41.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5