Haarlems Dagblad
Het Gele Gevaar.
Een hanenvechter.
Fa. VAN BASTEN
KAAN (de Wolbaai)
Dr. J. E. baron de Vos Van Steenwijk
neemt afscheid van Zwolle.
55e Jaargang No. 16686
Uitgave Lourens Coster, Maatschappij vook
Conrant-Uitgaven en Aigem. Drukkerij N. V.
Bureaux: Groote Houtstraat 93, bijkantoor
Soendaplein 37. Postgirodienst 38810.
Drukkerij: Zuider Buiten Spaarne 12.
TelefoonDirectie 13082, Hoofdred. 15054
Redactie 10600, Drukkerij 10132, 12713
Admin. 10724, 14825. Soendaplein 12230.
Verschijnt dagelijks, behalve op Zon- en Feestdagen
Directie: P. W. PEEREBOOM EN ROBERT PEEREBOOM
Hoofdredacteur: ROBERT PEEREBOOM
Zaterdag 13 November 1937
Abonnementen per week f0.25. p. maand
f 1.10. per 3 maanden f 3.25. franco per
post f3.55. losse nummers 6 cent per ex.
Advertentiën1-5 regels f 1.75, elke regel
meer f 0.35. Reclnmes f 0.60 per regel,
Regelabonnementstarieven op aanvraag.
Vraag en aanbod 1-4 regels f 0.60. elke
regel meer f 0.15. Groentjes zie rubriek.
Toen Duitschland nog een keizerrijk was
(heeft Wilhelm n Europa herhaaldelijk ge
waarschuwd tegen het Gele Gevaar, waar
mee hij een toekomstige machtsontplooiing
van Japan en China aanduidde. De Duitsche
keizer was volstrekt de eenige niet die deze
[bedreiging voor Europa zag naderen. Er werd
destijds zeer veel over betoogd en gerede
neerd en in ons land werd de opkomst der
Aziatische grootmachten toen reeds als een
groot gevaar voor Indië gezien.
Dit moet men zich wel 'herinneren nu
vandaag het Fransche persbureau Havas met
zeer uitvoerige mededeelingen komt over
vredesvoorstellen die namens Japan, Duitsch-
land en Italië gedaan zouden worden, of al
gedaan zijn. Deze drie mogendheden zijn
thans, zooals men weet, vereenigd in het z.g.
Anti-Komintern-Pact, dat volgens Engelsche
en Fransche opvattingen veeleer tegen Enge
land en Frankrijk dan tegen Rusland ge
richt zou zijn. Havas nu deelt mede in Tokio
vernomen te 'hebben dat men van de over
winning in het gebied van Shanghai gebruik
wil maken om maarschalk Tsjiang-Kai-Sjek
voor de keuze te stellen tusschen samenwer
king met Japan, Duitschland en Italië in
het Anti-Komintern-Pact of algeheele ver
nietiging van zijn land. Als officieel bemid
delaar zou Hitier optreden. Een reeks voor
waarden zou zijn gesteld, die niet malsch
schijnen, maar die Tsjiang-Kai-Sjek niette
min niet onwelwillend zou beschouwen. Want
ze zouden hem de gelegenheid geven toe te
treden tot een blok van dynamische mogend
heden. Hij zou de voorstellen als een moreele
overwinning kunnen beschouwen door te ver
klaren dat China afziet van eenigen steun van
den Volkenbond, van Engeland en van de
Sovjet-Unie, maar daartegenover een nieuwen
machtigen steun krijgt waardoor het de af
schaffing van de buitenlandsche concessies in
China zal kunnen bewerken. Dat wil dan zeg
gen: van de concessies der „decadente" mo
gendheden die te Genève en Brussel weer
hebben getoond dat zij niet in staat zijn
China te steunen.
De voorwaarden, door Havas opgesomd,
houden in dat China tot het anti-Komintern
Pact zou moeten toetreden, de provincies ten
Noorden van de Gele Rivier moeten demilita-
riseeren, Nanking's souvereiniteit voor het
heele land handhaven en de onafhankelijk
heid van Mandsjoekwo en Binnen-Mongolië
erkennen. Japan zou dan binnen eenige jaren
al zijn troepen uit de provincies ten Noorden
van de Gele Rivier terugtrekken.
Dit laatste punt, in verband gebracht met de
Chineesche demilitarisatie van die provincies,
klinkt een tikje twijfelachtig.
Maar het zou bij deze dingen nog niet eens
blijven. China zou gelukkig worden gemaakt
met Japansche, Italiaansche en Duitsche ad
viseurs bij de diplomatieke, militaire en
economische diensten te Nanking. De Chinee
sche legers en het anti-communistische ver
dedigingscorps zouden gereorganiseerd worden.
Geen „offensieve" wapens. De anti-commu
nistische mogendheden zouden China als stra
tegische basis mogen gebruiken. Alle vier
landen zouden in economische samenwerking
treden. De Chineesche integriteit zou hersteld
worden door het land te bevrijden van den
invloed van andere landen.
Tenslotte zegt Havas, dat Duitschland en
Italië de Chineezen reeds aangeraden zouden
hebben de voorstellen ten snelste te aanvaar
den. In sommige Japansche kringen vreest
men dat de voorstellen ten doel zouden hebben
een millioen Japansche soldaten vrij te maken
van hun Chineesche bezigheden en hen dan
ten snelste tegen Rusland te laten oprukken.
Japan zou verder moreel verplicht zijn
Duitschland en Italië ook te steunen in geval
van verwikkelingen in Europa.
Indien deze onthullingen van Havas juist
zijn zouden zij meer beteekenen dan een uit
breiding van de machtsconcentratie Duitsch
landItaliëJapan, die neergelegd is in het
Anti-Komintern-Pact. Zij zouden immers
tevens beteekenen dat Duitschland en 'Italië,
om zich van den steun van Japan, van Azia
tisch afzetgebied en ongetwijfeld ook van
(koloniale winst te verzekeren, het Gele Gevaar
hielpen ontketenen en het tot een macht te
brengen als het nimmer tevoren heeft be
zeten! Zij zouden feitelijk beteekenen dat
Duitschland en Italië zich verbinden zouden
met dit machtige Verre Oosten ten nadeele
van het zeer kleine maar eertijds invloed
rijkste deel der wereld waartoe zij zelf be-
hooren: West-Europa.
Daarom is het moeilijk in de juistheid van
deze mededeelingen, van deze geweldige di
plomatieke manoeuvre die feitelijk Europa's
ontbinding zou beteekenen, zoo maar voet
stoots te gelooven. Men kan zich een derge
lijke daad van Duitschland en Italië nauwe
lijks voorstellen. Er zouden sterker bewijzen
voor moeten komen om erin te gelooven dan
de mededeelingen van het Fransche pers
bureau Havas. Mochten zij waar blijken te
zijn dan zouden zij van een ontzettende, een
huiveringwekkende beteekenis zijn.
Japan voelt zich ongetwijfeld in een ge
vaarlijke positie tegenover de Sovjet-Unie. Dat
Italië en Duitschland zich in een dergelijken
toestand zouden gevoelen is evenwel niet aan
te nemen.
R. P.
VRIJE EVANGELISCHE GEMEENTE.
Tot hulpprediker van de Vrije Evangelische
Gemeente te Haarlem is benoemd cand. D. J.
D„ Fossé uit Breskens.
(Een Egyptenaar, wiens zenuwen
niet bestand waren tegen het
hanengekraai in den vroegen och
tend, is achter slot en grendel
gesloten, nadat hij alle hanen van
zijn dorp had uitgeroeid.)
Als na de Egyptische duisternis,
De morgenstond aan het krieken is,
Dan geeft d' Egyptische haan het teeken,
Dat weder een dag staat aan te breken,
En opgeschrikt door het schel geluid.
Wrijft zelfs de Sphinx zich de oogen uit.
Nu is gebleken, dat een der lieden
In 't zandig land van de pyramiden,
Niet erg gesteld was op die muziek,
Hij schrok zich daaglijks een morgenkriek
En vond dus dat die kukelekuren,
Geen enkelen dag meer mochten duren.
Hij heeft de duisternis afgewacht,
Toen ging hij stil op de hanenjacht,
En waar hij zoo'n dier maar kon ontdekken,
Talmde hij niet om het wreed te nekken.
En vanaf haantje de voorste tot
De achterste onderging dit lot,
Nu kan geen haan bij het ochtendgloren
De zoete rust van dien man meer storen,
Nu slaapt hij rustiger uit, hoewel
Niet meer in zijn bed maar in een cel,
Daar kan hij over het vraagstuk droomen,
Hoe (bij den baard van de Sphinx!) 't kan
komen,
Dat men, zelfs als er geen haan naar kraait,
Toch voor zijn zonde den bak in draait.
P. GASUS
Groofe Houtstraat 155 - Telef. 11159
Bedden- en Meubelmakers
(Adv. Ingez. Med.)
KUNSTZAAL REEKER
Wagenweg 102
TENTOONST ELLINC
nagelaten werken: mej. D. Struick du Moulin
beeldhouwwerken: Mej. Nelly Bakema
Mozaïekwerken: Ant. H. J. Molkenboer
Dagel. 1-05 uur. 's Zondags 24 uur.
(Adv. 'Ingez. Med.)
De tunnel onder den spoorweg
Haarlem—V eisen.
B. en W. van Haarlem, overwegende, dat
onder den sporweg Haarlem-Velsen aan het
Rijklof van Goensplein een voetgangerstun
nel is gemaakt, die een verbinding vormt tus
schen de gemeenten Haarlem en Bloemendaal
en daarbij bedenkende, dat de ingang van
die tunnel aan beide zijden vrij sterk hellend
naa.r beneden loopt en dat in die tunnel dooi
den U-vorm bovendien; twee onoverzuchtelijke
bochten zijn, zijn van meening, dat het daar
om in het belang van de vrijheid en veilig
heid van het voetgangersverkeer gewenscht
is genoemde tunnel voor zoover gelegen
in de gemeente Haarlem in beide richtin
gen gesloten te verklaren voor het verkeer
met alle motorrijtuigen, rijwielen en rij- of
voertuigen, geen motorrijtuigen of rijwielen
zijnde.
Daarvan hebben B. en W. een besluit af
gekondigd waarin dien maatregel wordt vast
gelegd.
Zoo sterk als Staaldraad
Gen. Cronjéstr. 129
(Adv. Ingez. Med.)
HEDEN: 16 PAGINA'S
pag.
Baron de Vos van Steenwijk heeft af
scheid van Zwolle genomen. 1
De vijfhonderdste vlucht naar Indië is
hedenmorgen begonnen. i
De 16e partij tusschenn Euwe en Aljechin
is na 65 zetten üi remise geëindigd. 2
Mr. P. J. Oud acht opheldering over het
gebeurde bij de kabinetsformatie noodig 3
Japan's antwoord aan Brussel. 4
Nantau is door de Japanners gewonnen. 4
Een vliegramp in Duitschland heeft 10
dooden geëischt. 4
Bioscopen. 8
ARTIKELEN, ENZ.
R. P.: Het gele gevaar. l
P. v. d. Hem: China en de Mogendheden. 3
Van onzen Berlijnschen correspondent:
Nazï-Duitschland herdenkt den 9den
November. 4
Br. M. Euwe; Strategie in de scliaakstrijd
heel belangrijk. 6
C. J. E. Dinaux: Zonderlinge levens. 7
J. H. de Bois: Litteraire Kantteekeningen 7
Jules KanimeijerBlijft Fit 7
J. B. Schuil: Jubileumvoorstelling Oscar
Tcurnïaire. g
Financieel Economisch Weekoverzicht:
Vrees voor den dollar. 9
De Burgerlijke Stand van Haarlem is op
genomen op 13
Hartelijke afscheidswoorden gesproken.
In de oude, stemmige trouwzaal van het stadhuis te Zwolle heeft
heden de Burgemeester Dr. J. E. Baron de Vos van Steenwijk, die
Dinsdag het burgemeesterschap te Haarlem zal aanvaarden, afscheid
genomen van den gemeenteraad. Namens den geheelen raad werd
de scheidende Burgemeester het eerst toegesproken door den heer
H. G. C. Treep, den oudsten wethouder, die ook tijdens het vacant
zijn van het burgemeestersambt, als loco-Burgemeester zal optreden.
Van groote waardeering
getuigd.
„Het is nu ruim 4 jaar geleden", aldus
spreker, „dat gij hier het burgemeesters
ambt hebt aanvaard, maar deze betrekkelijk
korte tijd heeft ons gelegenheid te over ge
geven om u te leeren kennen en waardeeren.
Toen gij in Februari 1933 naar hier kwaamt,
was het besturen van een gemeente geheel
nieuw voor u en ofschoon wij vol goede ver
wachtingen waren, zou toch de toekomst
moeten openbaren of gij een goede Burge
meester voor ons zoüdt zijn. Gij kwaamt hier
heen in een zeer ongunstigen tijd en hadden
wij toen hoop, dat het ergste geleden was, de
practijk leerde anders. Uw begrootingen ver
toonden jaar op jaar een grooter tekort en
wij zullen nu weldra opgenomen worden on
der de noodlijdende gemeenten.
Het lijkt wel zeer onvriendelijk, dezen on
gunstigen toestand nog eens zoo uitdrukke
lijk te constateeren. Is het soms mijn be
doeling, hiermede te zeggen, dat gij aan dezen
achteruitgang eenige schuld hebt? Neen en
nogmaals neen! Het zou voor u en voor ons
prettiger zijn geweest, wanneer de gemeente
bij uw afscheid zich meer in een stijgende
lijn had bewogen, maar het is geen geringe
lof voor een burgemeester, als raad en bur
gerij van een door hem bestuurde stad zijn
beleid eenstemmig prijzen, juist in ongun
stige omstandigheden, waarin immers zooveel
meer gevraagd wordt van zijn werkkracht,
zijn doorzicht en tact.
De tijdsomstandigheden waren ster
ker dan uw wil en gij kunt bij uw
heengaan met het volste recht zeg
gen: „Ik heb gedaan wat ik doen kon
om den wagen in het goede spoor te
houden". Wij willen daaraan toevoegen,
dat gij meer gedaan hebt dan uw
plicht was en dat u geeh arbeid te veel
was om voor onze gemeente de gun
stigste mogelijkheden te verkrijgen.
Niet bekend is hoeveel werk gij binnens
kamers en in de vergaderingen van Burge
meester en Wethouders hebt verricht, om
Zwolle zoo goed mogelijk door de slechte tij
den heen te helpen. Ik noem uw vele reizen
naar Den Haag, uw tallooze besprekingen met-
de autoriteiten over het verplaatsen der cen
trale werkplaats, om te trachten dit onheil van
Zwolle af te wenden. Ik wijs op uw vele po
gingen, om de Zwolsche ingezetenen te be
hoeden voor het invoeren van nieuwe en het
verhoogen van bestaande belastingen, als gij
van meening waart, dat de uiterste grens be
reikt werd. Ook voor de werkloozen en de be-
hoeftigen, van wie immers velen buiten hun
schuld in deze positie gekomen zijn, hebt gij
steeds op de bres gestaan, al het mogelijke
doende, hun ultkeeringen op peil te houden.
Het vraagstuk, om zooveel mogelijk werk
loozen in de werkverschaffing te plaatsen
liefst zoo dicht mogelijk bij huis had niet
alleen uw volle aandacht, maar ook uw
daadwerkelijken steun, waardoor het geluk is
geregeld plusminus 150 menschen aan het
werk te houden.
Voor al dezen arbeid willen wij van deze
plaats u hartelijk dankzeggen. Wij hebben be
wondering gekregen voor uw groote gaven, uw
warme belangstelling en voor de groote intel
ligentie, die het u mogelijk maakten, u verras
send snel in te werken in de vele en velerlei
vraagstukken, die u dag op dag werden voor
gelegd. Gij waart toegankelijk voor allen
en de ingezetenen vonden bij u steeds een
open oor voor hun wenschen en nooden, die
gij, zooals vanzelf spreekt, niet alle kondt be
vredigen, maar die toch steeds uw volle aan
dacht hadden. Een speciaal genot was het,
naar u te luisteren op officieele ontvangsten,
wanneer u gasten ontving in onze oude trouw
zaal en hun welkom heette in welverzorgde
en van humor tintelende redevoeringen. Ook
dit deel uwer taak was bij u in goede han
den.
Aan het cultureele leven van Zwolle hebt
gij actief .deelgenomen en ook hierdoor hebt
gij blijk gegeven, dat het belang van onze
stad u zeer ter harte gaat.
Groote capaciteiten als
Voorzitter.
Wij als raad der gemeente Zwolle zijn het
best in de gelegenheid geweest, uw capacitei
ten als voorzitter te leeren kennen. Ook aan
deze functie hebt gij u geheel gegeven en uw
aangename en soepele leiding stemden ons tot
dankbaarheid. Met groote aandacht en be
langstelling hebt gij de besprekingen der ver
schillende vraagstukken door diverse woord
voeders aangehoord, hun meeningen aan de
uwe getoetst en zoo noodig uw oordeel naar
voren gebracht. Gij hebt steeds de debatten
beheerscht en waart een onpartijdig voorzit
ter.
Nadat u hier een paar jaren werkzaam was
geweest, is de vrees bij enkelen onzer wel eens
opgekomen, dat een burgemeester van uw
kwaliteit veel kans had, om in een grootere
plaats te worden benoemd. Deze vrees is zoo
als nu blijkt, niet ongegrond geweest en of
schoon wij ons zeer verheugen over uw be
noeming tot burgemeester van een groote
stad en u daarmede hartelijk gelukwenschen,
spijt het ons toch en dit gevoelen wordt
door een groot deel onzer inwoners gedeeld
dat gij na een zoo kort verblijf heengaat. Wij
hadden u gaarne nog lange jaren hier gehou
den.
Burgemeester, nog één dag na dezen en gij
zult uw nieuwe functie in Haarlem aanvaar
den en Zwolle verlaten, maar ik geef u de
verzekering, dat bij ons de dankbare herin
nering zal blijven bestaan aan een goeden en
bekwamen burgemeester en een onpartijdig
en geëerbiedigd voorzitter van den raad. Wij
zullen met groote belangstelling uw verdere
loopbaan blijven volgen. Het moge u en uw
familie wèl gaan."
De gemeente-secretaris sprak.
De gemeente-secretaris, Mr. Dr. G. van
Leijden, zeide het volgende:
„Hoe snel gij u hebt kunnen inwerken in
het u tevoren vreemde gebied van gemeente
lijk bestuur, heeft wellicht niemand beter dan
Dr. J. E. baron de Vos van Steenwijk.
ik kunnen waarnemen, dank zij ons vrijwel
dagelijksch contact. En het was mij een oor
zaak van groote voldoening", aldus Mr. Van
Leijden, „dat ik u daarbij mocht terzijde
staan. Van weerskanten hebben wij gezocht
naar wat ons vereenigde, om deze voor onze
gemeente zoo moeilijke jaren teboven te ko
men. Dat het resultaat daarvan niet bevre
digender is geworden, is zeker niet te wijten
aan gemis aan ijver, kunde en voortvarend
heid uwerzijds. Maar aan onze onderlinge ver
houding hebben de moeilijkheden dezer jaren
geen afbreuk gedaan, integendeel, zij zijn
daardoor misschien verstevigd.
Moge het belangrijke ambt, waartoe gij zijt
geroepen, u alles brengen, waarop uw per
soonlijkheid en uw kunde u recht geven en
moge in de herinnering aan uw Zwolsche
ambtsperiode ook die aan onze samenwerking
een groote plaats blijven innemen."
De burgemeester dankte.
Tenslotte nam de burgemeester zelf het
woord: „Al is mijn ambtstermijn hier ter
stede slechts kort geweest", aldus spreker,
„toch is deze lang genoeg om de behoefte te
gevoelen, deze laatste samenkomst te houden
in een sfeer van bezinning, die vrijblijft van
de toevallige beslommeringen eener normale
raadsvergadering. Zeer waardeerende en zeer
hartelijke woorden zijn tot mij gesproken.
Mocht de waardeering al door de hartelijk
heid zijn beïnvloed en daardoor de toets der
critiek minder goed kunnen doorstaan, de
hartelijke toon, die uw woorden doortrok,
neem ik gaarne voor volle munt aan en wel
omdat ik dezelfde gevoelens jegens u koester.
Gij zijt voor mij niet slechts „lid van den
Zwolschen raad", maar in ieder uwer zie ik
een persoonlijkheid, die in mij herinneringen
oproept aan de discussies, de vragen of voor
stellen, kortom, die voor mij een stuk doet
herleven van deze laatste vijf jaar. Daardoor
wordt het afscheidswoord, dat ik heden tot u
spreken wil, ook persoonlijker getint dan het
begroetingswoord van 1933. Het is niet alleen
een afscheid van den Zwolschen raad, het is
ook een afscheid van de Zwolsche raadsleden.
De goede verhouding tusschen raad en
college te bewaren, heb ik altijd als een van
de eerste plichten van den burgemeester be
schouwd, want continuteit in het uitvoerend
beleid van het college en wederzijdsch ver
trouwen tusschen college en raad, zijn be
langrijke factoren tot het richtige vervullen
van beider bestuurstaak.
De goede verhouding tusschen raad en col
lege te bewaren, heb ik altijd als een dei-
eerste plichten van den burgemeester be
schouwd, want continuïteit in het uitvoerend
beleid van het college, en wederzijdsch ver
trouwen tusschen college en raad, zijn be
langrijke factoren tot het rich tig vervullen
van beider bestuurstaak. En waar de burge-
meester zelfs niet door een votum van den J
raad kan worden getroffen, is het voor hem 1
slechts een bewijs van zeer betrekkelijken
moed. om conflicten uit te lokken, of te ver
scherpen.
Een belangrijk deel uwer werkzaamheid
vindt zijn weerslag niet in de eerste plaats
in de handelingen. Immers geen ervan ge
schiedt commissoriaal, in de vaste commis
sies van voorbereiding en in. de commissie van
bijstand. In het bijzonder zou ik zeer mijn
Het woord is aan
Otto Weiss:
Het is dikivijls moeilijk een
vraag even dom te beant
woorden als zij gesteld is.
waardeering willen uitspreken voor het werk
van de commissie van bijstand voor den
dienst van Maatsch. Hulpbetoon, welker
werkzaamheid aan vele onzer medeburgers
maar al te goed bekend is. In haar weke-
lijksche vergaderingen ziet deze commissie
zich telkens weer geplaatst voor moeilijke,
ja pijnlijke beslissingen. Want het is helaas
zoo gesteld, dat haar uitgaven een beslis-
senden invloed hebben, op het geheele fi-
nancieele bestel der gemeente en daardoor
op onze meerdere of mindere zelfstandig
heid. En dit besef, dat hen telkens weer zal
moeten dwingen tot het voeren van een
strakken teugel, wordt doorkruist door het
gevoel van menschelijk mededoogen. wan
neer zij deze strenge eischen moeten toe
passen in de individueele gevallen van nood
druft, die hen worden voorgelegd.
Financieel beleid.
Hiermede kom ik haast vanzelf op
het „Leitmotiv" van onze gemeente
lijke huishouding „de financiën".
De begrooting kan slechts op papier slui
tend gemaakt worden door bijdragen uit
's Rijks schatkist, die veelal een bitteren bij
smaak hebben, door de voorwaarden, waar
onder ze ons verstrekt worden, en toch moe
ten we beseffen, waar we aan toe zouden
zijn, indien deze ruggesteun ons kwam te
ontvallen. Want ze heeft het mogelijk ge
maakt, om het gemeente-crediet ongerept te
handhaven en daardoor hebben we ook hier
ten volle kunnen profiteeren van den dalen
den rente-standaard, een voordeel, dat de
gemeente-financiën nog voor een lange reeks
van toekomstige jaren zal kunnen genieten.
„Het daghet in het Oosten", zullen som
migen mij tegenwerpen, die mijn betoog te
pessimistisch vinden; ik wil hen die hoop
niet ontnemen, maar er wel aan herinneren,
dat de eerste ochtendschemering nog verre
verwijderd is van het tijdstip dat de verwar
mende zonnestralen hun uitwerking doen ge
voelen.
Met de Wethouders is het contact uiter
aard veelvuldiger geweest dan met den raad.
En de raadsleden zullen het mij wel niet
euvel duiden, indien ik ook bii miin open
baar afscheid enkele woorden in het bijzon
der aan de leden van dit college wijdt. De
collegiale bestuursfunctie, die ik met hen
heb uitgeoefend, laat bij mij slechts aange
name herinneringen achter en het was mij
steeds een genoegen, hun vergaderingen te
leiden.
Van alle banden, die mijn verblijf in uw
midden geweven heeft, is die met den secre
taris wel het hechtste. en het verbreken er
van. kost dan ook de meeste moeite. Ik ben
er trotsch op. dat iemand van zijn kwalitei
ten zoo dikwijls ondubbelzinnig getoond
heeft, een dagelijfcschen arbeid en omgang
met mij, op prijs te stellen, en ik draag deze
herinnering, als een kostbare schat van hier
mede.
Van de politie, van de hoofdambtenaren en
van het secretarie-oersoneel heb ik reeds in
besloten kring afscheid genomen, maar van
deze plaats wil ik hen allen dank zeggen,
voor de toewijding en trouw, waarmede zij
onder mijn voorzitterschap de gemeente
hebben gediend.
En nu is het oogenblik gekomen om van
u te scheiden.
In het afscheid van uw raad ligt voor mij
tevens besloten het afscheid van de burgerij,
die zij vertegenwoordigt, van de vele com
missies, besturen en particulieren, met wie
mijn ambt mij in aanraking bracht en aan
wie ik bii deze gelegenheid dank breng voor
den geest van hartelijke samenwerking,
waarmede zij mij zijn tegemoet getreden.
Hetzelfde zou ik willen herhalen namens
mevrouw de Vos van Steenwijk. die hier
noode het werk in verschillende besturen zal
laten varen, daar dit haar volle belangstel
ling had en zij zich daarbij door veler sym
pathie gedragen wist.
Als ik deze stad weer betreed en ik hoop
dit nog dikwijls te doen dan zal het zijn
als oud-burgemeester. Maar mijn gevoelens
voor Zwolle, waar ik geboren werd en school
ging, waar ik den huwelijksband sloot en dat
ik nu enkele jaren mocht bestui'en, zullen
onveranderd blijven: het wel en wee van
Zwolle zal ik blijven voelen als iets dat mij
nersoonlijk raakt. Moge Zwolle door donkere
tijden een zegenrijke toekomst tegemoet
gaan.
Namens het gemeentebestuur van Haarlem
werd de zitting bijgewoond door den loco
burgemeester, wethouder W. J. B. van Liemt
en den gemeente-secretaris, Mr. Th. A.
Wesstra.
MODERNE WONINGEN
TE HUUR, op mooi punt van Hyacintenlaan,
7 kamers, w.o. badkamer, 40,p. mnd. U
kunt nu het beste uitzoeken en huren per
eersten Januari, Februari, Maart of April.
Bevr. op het werk en bij S. VELDKAMP,
Van Dortstraat 90, Telefoon 16373.
(Adv. Ingez. Med.)
Opbrengst Oliebollenweek
verduisterd.
Vrijdag is door de politie alhier aange
houden de 46-jarige boekhouder R., wonende
te Haarlem, verdacht van verduistering van
ongeveer f 100 ten nadeele van de Haarlem-
sche Speeltuin Federatie. Hij heeeft bekend
zich hieraan te hebben schuldig gemaakt.
Dit bedrag was de opbrengst van de zooge
naamde oliebollenweek dezer Sneeltuinfede-
ratie, waarvan de aangehoudene bestuurslid
was. Hij werd Vrijdag m verz°kerde bewaring
gesteld. Na verhoor is hij hedenmorgen vrij
gelaten
STADS BIBLIOTHEEK EN LEESZAAL
In verband met de installatie van den Bur
gemeester in de Statenzaal Prinsenhof, zal de
Stadsbibliotheek en Leeszaal op Dinsda-c 16
November 1937 van 1-3.30 uur gesloten zijn.