Winkels stoffen GLOBES Van der Meer Gloeilampen Haarlem's Dagblad WINKELS LUXE DOOZEN FANTASIE Christelijke Oratorium-Vereeniging JEPHTA. VULPEN HOUDERS FRANS - DUITS - ENGELS adverteert STOFFENHUIS BONBONS PRESENT ZAKDOEKEN GROOTE HOUTSTR. 11-13 VRIJDAG 19 NOVEMBER 1937 HAARLEM'S DA GBLAD 9 HET TOONEEL Drie eeuwen „Gijsbreght van Aemstel" door Ben Albach (Uiig. N.V. Noordhollandsche Uitgevers Mij Amsterdam) Met de Vondelherdenking valt merkwaar diger wijze het derde eeuwfeest van des dichters meest bekende en nationale werk in hetzelfde jaar samen. Op 3 Januari zal het 300 jaar geleden zijn, dat de Amsterdamsche Schouwburg op de Keizersgracht met den Gysbreght van Aemstel werd geopend en de Heer van Aemstel voor het eerst op de plan ken de bekende dichtregels sprak: Het hemelse gerecht heeft zich ten lange lesten Erbarremd over mij en mijn benauwde vesten Nog slechts eenige weken scheiden ons dus van de herdenking van deze voor de Neder- landsche tooneelgeschiedenis meest belang rijke gebeurtenis en de heer Ben Albach deed dan ook goed zijn door hem geschreven en door Prof. H. Brugman van een voorwoord voorziene studie „Drie eeuwen „Gysbreght van Aemstel" thans het licht te doen zien. De heer Ben Albach is onder de jongeren een van de weinigen, die zich bijzonder inte resseeren voor de geschiedenis van het too- neel in Nederland. Niet alleen, dat hij zich reeds herhaaldelijk verdienstelijk maakte bij het inrichten van tentoonstellingen op too- neelgebied, hij publiceerde ook verschillende artikelen over de geschiedenis van het too- neel in ons land, welke de aandacht hebben getrokken. En ook nu weer geeft dit nieuwe boekwerk van hem het bewijs van degelijke studie en liefde voor het vaderlandsch tooneel. „De historie van 300 jaar Gysbreght van Aemstel is een samenvatting van drie eeuwen Amsterdamsche tooneelgeschiedenis," schrijft de heer Albach terecht in zijn voorbericht en zijn boek is dan ook een brok Amsterdam sche tooneelgeschiedenis geworden. De traditie van de jaarlijksche opvoeringen van den Gijsbreght brengt den auteur, die de historie hiervan schrijft, als van zelf op de verschillende tooneelspelers, die in den loop der eeuwen in dit treurspel zijn opgetreden en zoo geeft Albach's boek een zeer belang wekkend overzicht van de meest bekende spelers van 1637 af tot heden en de plaats, welke zij in de tooneelwereld innamen. Maar belangrijker nog is dit boek, omdat het ons een duidelijk beeld geeft van een ge leidelijken ontwikkelingsgang van het tooneel met zijn verschillende richtingen in tijden van bloei, verval en weder opleving in den loop van deze drie eeuwen. De opvoeringen van den Gijsbreght waren geheel afhankelijk van de richting, waarin het tooneel zich be woog. Verschillende invoeden hebben zich steeds bij de vertooningen van Vondel's treuf- spel doen gelden. Het Fransch Klassicisme in het begin der 18de eeuw, de romantiek der 19de eeuw, het daarop volgend realisme, ze kwamen beurtelings tot uitdrukking in de op voeringen van den Gijsbreght, ja zelfs is de „drakentijd" het treurspel niet ongemerkt voorbij gegaan. De moord op Bisschop Goze- wijn en de nonnen in het klooster welke afgrijselijke en wansmakige vertooning ook daarvóór trouwens reeds traditie was gewor den, werd in dien tijd het hoofdmoment van de opvoering. Over de gevechten in het klooster en de daarop onmiddellijk volgende „stomme ver tooning" in het laatst der 18de en begin van de 19de eeuw lezen wij in het boeok van Al bach: „Nadat Gijsbreght „naar boven gevlo gen was", viel de vijand van beide kanten binnen en begon de vermoording van de non nen. Onder het gevecht luidde de brandklok, die hiervoor in den nok van den Schouwburg was aangebracht. Bovendien- werden de don derbussen afgeschoten, terwijl rood Ben- gaalsch vuur het effect van brand moest ge ven. Te midden van de algemeene conster natie viel het doek, om na enkele oogenblik- ken weer op te gaan voor de befaamde „stomme vertooning". Over deze stomme vertoocing", waarbij een berg van lijken op het tooneel lag, geeft Albach een uittreksel uit een brief van den Duitscher J. Gi'abner in 1792, die o.a. schreef: „De stervende abdis houdt in het midden van het tooneel den vermoorden bisschop op haar knieën. Hier stoeten eenige razende krijgslieden met hun .dolken naar een paar om genade smeekende nonnen. Daar bekijkt een ander soldaat den degen, dien hij zoo pas bloedend uit de borst van een non heeft ge trokken Hierbij wordt geen woord gesproken en de groepen blijven onbewegelijk als stand beelden en de Engelschman Is Disraeli schreef in 1820, dat na deze pantomime vol pathos, die minuten lang duurde, het applaus los barstte. Nu glimlachen wij om een van zoo grooten wansmaak getuigende vertooning in een treurspel van Vondel, maar ik herinner mij toch nog heel goed, dat bij de opvoering door de Kon. Ver. Het Nederlandsch Tooneel in 1910, onder regiee van de Leur, welke min of meer in operastijl werd gegeven, de krijgs lieden met getrokken zwaarden nog bij rood licht het klooster binnenstormden en op de nonnen afvlogen en dat daarna eerst het doek zakte Ook over de costuums, welke in Vondel's treurspel dat bij de eerste vertooningen door enkel mannen is gespeeld werden gedragen, vinden wij in dat boek vermakelijke gegevens. Zoo verscheen Gysbrecht in het midden der 18de eeuw in rok met panden, roode voering en breed gouden passement, groote steek met dito gepoeierde pruik en haarzak, witte zijden kousen en schoenen met steengespen. Badeloch schreed in een sierlijke hoepelrok rond en Rafaël vertoonde zich in de wolken als een elegante, jonge dame in 18de eeuwsch toilet Arend en de Bode droe gen zwierige gala-costuums. Het was de bekende tooneelspeler Corver, die hierin in de tweede helft der 18de eeuw verandering bracht, maar hij ging met de costumeering toch niet verder terug dan tot de 16e eeuw. Eerst in de 19de eeuw zag men in Gysbreght costuums dragen uit den tijd, waarin het treurspel speelt. Over de verschillende wijzen, waarop de „reyen" nu eens werden gezegd dan weer ge zongen in 1895 zelfs dooi een groot koor op muziek van Berndrd Zweers, welk koor bij den regel „zoo treurt nu Aemstel's vi-ouw" zich omkeerde en naar de treurende Badeloch wees en in 1912 bij Royaards op het honderdjarig herdenkingsfeest van Toon kunst op muziek van Diepenbrock door een dubbel kwartet, bestaande uit onze beste zangers en zangeressen o.a. de dames Noordewier-Reddingius en de Haan-Manifar- ges die met muziek in de hand ten too- neele verschenen geeft Albach zeer le zenswaardige bijzonderheden. Maar voor ons is wel het belangrijkste deel van zijn boek het laatste hoofdstuk, waarin Albach beschrijft, hoe in de laatste 25 jaar de opvoering van den Gysbreght eerst door Royaards, daarna door Verkade werd gemo derniseerd en hoe thans Defresne weer is teruggekeerd tot een bewogen, dramatische, min of meer romantische opvoering. Albach stelt duidelijk de groote verdienste in het licht van Willem Royaards, die eindelijk voor het eerst durfde breken met het over dreven. burgerlijk realisme van de voorstel ling van Het Nederlandsch Tooneel en met zijn monumentale, aesthetische Gysbreght- opvoering een geheel nieuwen Vondel-stijl zoowel in decors, costuums, spel en voor dracht gaf. Het is dit laatste hoofdstuk vooral, dat ik met veel belangstelling gelezen heb, omdat ik al deze voorstellingen van die van de Leur af heb bijgewoond en daarbij heb gezien, hoe de opvoeringen van een Gys breght onderhevig zijn aan de verschillende stroomingen van het tooneel en de persoon lijke inzichten van den regisseur. De geschiedenis van den Gysbreght toont wel duidelijk aan, dat de vertooningen van het treurspel telkens een wisselend beeld gaven van het tooneel in Nederland met zijn hoogte en laagte punten. Zij zijn steeds een toetssteen geweest van ons nationaal tooneel en zullen dat ook in de toekomst blijven. J. B. SCHUIL. PING—PONC. FIENTJE DE LA MAR. Wanneer men mij vraagt, welke actrice in Nederland het grootste natuur-talent bezit, antwoord ik zonder aarzelen: Fientje de la Mar. Dit was blijkbaar ook de meening van Willem Royaards, die, na haar in het cabaret chansons te hebben hooren voordragen, voor spelde, dat zij, als zij naar het tooneel over ging, onze eerste actrice zou kunnen worden. Zoo hoog is Fientje de la Mar nog niet geste gen, maar onder de vier beste actrices van ons land mogen wij haar zeker rekenen. Zij bezit gaven ik noem hier slechts haar prachtig getimbreerde donkere spreekstem welke alle actrices haar mogen benijden. Toen ik Fientje de la Mar gisteren in het Centraal Theater te Amsterdam in Ping- Pong zag, werd ik opnieuw bekoord door dit wel zeer zeldzaam talent. Het is feitelijk een dood-gewoon Weensch blijspelletje en ook de rol van Trude is allerminst een schitterrol en toch is het verrassend te zien, wat zij ervan maakt. Het is zoo zuiver menschelijk, zoo fijn en mooi van nuanceering, zoo innig-vrouwe- lijk, dat er van deze Trude wel een zeer groote charme uitgaat. Er is iets in haar spel evenals van Paula Wessely op de film dat onmiddellijk van hart tot hart gaat en daar om ontroert. Zij heeft door haar spel de rol tot een hooger niveau, zij geeft in dit luchtig blijspelletje „das ewig weibliche", dat altijd opnieuw bekoort. Wij zagen Ping-Pong eenige jaren geleden van het Rotterdamsch-Hofstad Tooneel. Het had ook „spel van ontrouw" kunnen heeten en zou 'n veertig jaar geleden, misschien de verontwaardiging hebben gewekt van de def tige dames en heeren uit dien tijd. Niet. dat wij er een oogenblik bij behoeven te blozen. O, heelemaal niet! maar zoo'n wereldje, waarin men alsof het een ping-pong spelletje is met de ontrouw over en weer speelt, er als het ware mee kaatst en terugkaatst, dat zou men vroeger waarschijnlijk erg immoreel hebben gevonden. En ja, als je het op de keper be schouwt, is het dat natuurlijk ook, maar de Weener Hans Jaray doet het zoo en badi nage en het blijft zoo volkomen „spel", dat wij het geval in het geheel niet au serieux nemen en de menschen in dit luchtige stukje be halve Trude al evenmin. Mijnheer en mevrouw zijn na pas 4 maan den getrouwd te zijn beiden eenige maan den alleen, zij in Parijs, hij in Weenen. Van meneer zijn wij er dadelijk zeker van, dat hij zijn vrouwtje niet trouw is gebleven, maar over het vrouwtje zijn wij in twijfel, zelfs nog aan het slot, als het doek voor het laatst zakt. Man en vrouw willen echter beiden zekerheid en zij beginnen nu meer ten genoege van de toeschouwers in de zaal dan voor zichzelf een spelletje om het terrein te verkennen. De compagnon van meneer zal daarbij den man helpen, maar dan dreigt het heelemaal mis te loopen en raakt de zaak zoo in den knoop, dat er op het laatst niemand meer op het tooneel is, die de ander niet verdenkt. Het wordt heel erg ingewikkeld met al die echte en schijnbare ontrouw, maar het eindresultaat is toch, dat man en vrouw aan het slot verzoend huiswaarts keeren en de compagnon met zijn eigen vriendinnetje eveneens gehuwd het too neel verlaat. Een Weensch blijspelletje dus, dat doet denken aan een omelette soufflée, heel erg soufflée en weinig omelette. Het krijgt in de opvoering vooral zijn waarde door het innig-vrouwelijke en prach tige spel van Fientje He la Mar. Maar ook Louis de Bree en Johan Kaart blijven vol komen in den comedie-toon en geven bei den zeer geestig spel. Kaart die ook de regie heeft gevoerd weet zich opmerkelijk in te houden in de rol van den wat verlegen Max en wij hebben hem in tijden niet zoo gewaardeerd als gisteravond. Jan Teulings heeft een heel klein rolletje als de opera-zanger zonder stem en speelt het opmerkelijk goed. De dames hebben het wel bijzonder zwaar naast een actrice als Fientje de la Mar te moeten optreden. Dat bleek in Ping-Pong wel heel duidelijk, zoowel bij Corry Schiller, die Erna in tegenstelling van Trude nog al grof speelde en Maria Teu- lings-Nathusius, die het verliefde typistetje wel vermakelijk typeerde, maar er toch zicht baar wat overdreven veel moeite voor deed. J. B. SCHUIL. MUZIEK „Jephta", in 1751 voleindigd, was het laat ste oratorium, dat Handel schreef. „Schreef" het schrijven ging in dit geval wel met groote moeilijkheden gepaard, want gedu rende den arbeid verergerde de oogziekte, die ten slotte tot volledige blindheid zou leiden, zóódanig, dat Handel het werk een poos moest laten rusten. In het manuscript staat onder het eerste deel van het slotkoor der 3de acte de aanteekening van zijn hand: „Bis hierher kommen den 13 Februar 1751' und verhindert worden wegen des Gesichts meines linken Auges so relax" en onder den canon „Unser Glück" op de volgende bladzijde: „Den 24 die ses etwas besser worden, wieder angegangen". De muziek van dit oratorium draagt echter geen spoor van het lichamelijk lijden des componisten; die toont hem, zoowel in de ko ren als in enkele der aria's en vooral ook in het machtige, dramatische alt-recitatief „Hör, Jephta", dat op de komst van een Ri chard Wagner wijst, in het volle bezit zijner genialiteit. Nog een voorspelling trof me, bij het hooren van dit oratorium: de aria „Sieh, des Zögerns" uit de tweede scène doet veeleer den stijl van Mozart dan dien van Handel gevoelen. Het „Hallelujah" van het slotkoor wijst daarentegen duidelijk naar het gelijk namige stuk uit „The Messiah" terug, terwijl de „Sinfonia", die de 3de acte inleidt, sterk aan dit uit 't tweede deel van Bach's „Welh- nachtsoratorium" herinnert, zoowel door toonsoort en rythme, als door het gebruik der schalmei. De koren nemen relatief geen gróót ge deelte der handeling in beslag. Maar wat het koor der C. O. V. te doen vond deed het voortreffelijk en soms. als in het door George Robert in een stevig tempo geleide slotnum mer der 2de acte „lm glanze hoch" met een schittering, die in overeenstemming met de tekstwoorden was en die den hoorder eerbied afdwong. Ook het kinderkoor zong zijn in Gavotte-tempo geschreven nummer zeer goed. Van de solisten noemen we in de aller eerste plaats Louis van Tulder, niet zoozeer wegens zijn jubileumsperiode, die Donder dagavond in een waardeerende toespraak van den voorzitter der C. O. V., den heer P. Koen, herdacht werd, als wel wegens den glans van zijn zang en de expressiviteit van zijn voor dracht, die zoowel in de brillante coloratuur vóór de pauze als in de heerlijk mezza voce gezongen aria „Tragt sie, Engel" uit de 4de acte ware hoogtepunten van deze uitvoering vormden. Na hem mag de alt Ans Stroink genoemd worden: ook bij haar waren vocale beheer- sching en uitdrukkingskracht in mooi even wicht. De sopraan Di Moorlag scheen in de eerste helft van den avond nog niet op dreef; zij nam echter in de tweede helft revanche, eerst in de aria „Für solch grosz Heil", later nog overtuigender en verheugender in het wondermooie recitatief en aria uit de 4de acte Ook de bas Laurens Bogtman was in de tweede helft veel beter dan in de eerste. In de aria „Nur mich" hoorden we hem weer in zijn volle kracht, en in het daarbij aansluitende solokwartet een in Handei's Oratoriums zelden aangewende combinatie vormden de vier stemmen een mooi geheel. Het geweldige recitatief „Hör, Jephta" werd door de alt Annie Hermes zeer indrukwek kend vertolkt. Ons orkest werkte, enkele kleine oneffen heden buiten beschouwing gelaten, schitte rend mee om de uitvoering van dit oratorium op een hoog peil te brengen, „Jephta" is hier althans in de laatste 20 jaar niet ten ge- hoore gebracht, In den Haag schijnt het be kend en geliefd te zijn, zóó, dat de uitvoering er van een volle zaal waarborgt. Dit was hier nog lang niet het geval. Misschien kan een herhaling binnen niet te langen tijd be Lij materieele resultaten afwerpen. De artistieke waren in elk geval aanzienlijk, en een goed deel daarvan mag op rekening van den diri gent George Robert gesteld worden. Nog een slotopmerking: de clou der han deling toont een merkwaardige gelijkenis met die van „Iphigenie in Aulis". En men behoeft den naam van Jephta's dochter Iphis slechts eenigszins te veranderen en te verlengen om dien van Agamemnon's dochter te krijgen. K. DE JONG UITSLAG VEILING. Uitslag der veiling, gehouden in ,,'t Nota rishuis" op Donderdagavond. Het café met bovenwoning en erf te Haarlem aan de Bakenessergracht No. 105, groot 56 centiaren. f 5900 F. Slot q.q. Het huis en erf te Bloemendaal aan den Kinheimweg No. 43, groot 1 are, 9 centiaren, f 3900 B. Simons. De hypothecaire vordering ten behoeve van H. J. Bakker en ten laste van W. Akersloot, beiden te Haarlem, groot f 2000 6 pet. 's jaars op 27 AprilOctober, gevestigd als eerste hypotheek op perceel Lange Begijnestraat 10 te Haarlem, groot 19 centiaren, f 1850 J. Scholte q.q. Halve villa met erf en tuin te Bentveld, Zandvoorterweg No. 21, groot 4 aren, 20 centi aren en een halve villa met erf en tuin te Bentveld, Zandvoorterweg No. 23, gr. 4 aren 45 centiaren. Gecombineerd f 17.700 E. E. Stoel. Zware staff en tegen spoorweg- dieven gëischt. De officier van justitie te Amsterdam heeft Donderdag zware straffen gevorderd tegen twee mannen, een schaalknecht bij de Ne- derlandsche Spoorwegen en een chauffeur, waarvan de eerste zich heeft schuldig ge maakt aan diefstal van een groot aantal pak ken die aan de zorgen van de spoorwegen wa ren toevertrouwd, heeft schuldig gemaakt. De chauffeur had zich wegens heling te verant woorden. De eerste verdachte legde een bekentenis af, doch de tweede hield vol dat hij aanvan kelijk niet geweten had, dat de pakken, die de schaalknecht voor hem klaar legde, van diefstal afkomstig' waren. Hij gaf toe de goe deren te hebben verkocht. De officier eischte tegen beiden één jaar en acht maanden gevangenisstraf. INGEZIMEN /TUKKEN Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst oj niet geplaatstwordt de kopij den inzender niet teruggegeven. Aan ouders van schoolgaande kinderen. Dezer dagen kwam een van mijn kinderen zich thuis beklagen over een driftigen uitval van zijn onderwijzer. Het optreden van den onderwijzer was niet goed te keuren, maar ik kan toch wel een verklarig van het geval geven. Het betreft hier een serieuzen onderwijzer, die van zijn klas tracht te maken, wat er van te maken is. Hij staat voor een overvolle klas, ik meen wel van pl.m. 50 leerlingen, waaronder zich kinderen bevinden, die niet „mee" kunnen .De onderwijzer staat voor een klas, waaraan twee leerkrachten de handen vol zouden hebben. Dus mag het ons, ouders, niet verwonderen, dat een onderwijzer, wiens zenuwgestel dikwijls toch al veel te verduren heeft, wel eens „uitvalt" en dingen zegt, die niet gezegd mogen worden. Ik sprak laatst een hoofdonderwijzer van een der lagere scholen hier ter stede. Hij zeide: „Ik zou zóó nog zes onderwijzers op mijn school kunnen plaatsen. Het is een bopelooze toestand, wij kunnen het werk niet meer aan". Millioenen worden thans voor onze weer macht uitgegeven, maar voor de opvoeding en ontwikkeling van het opkomend geslacht, moet aan alle kanten bezuinigd worden. Wordt het niet tijd, dat wij vrouwen en moeders, onze stem verheffen voor een betere regeling van het onderwijs? EEN MOEDER. Werkloosheidsbestrijding? Geachte redactie. Op 1 November j.l. werden te dezer stede een 20-tal werkloozen verblijd met de tijding, dat zij voor werk in aanmerking kwamen en wel voor heiwerk, benoodigd voor de riolee- ring op de Brouwersvaart. Hun loon bedraagt daar 43 cent per uur benevens eventueelen kinderbijslag. Bij een volle week werken was dan het weekloon 20.64 plus kinderbijslag. Iedereen zal het met mij eens zijn, dat dit geen overdadig loon is voor de te presteeren werk zaamheden, maar toch waren deze huisvaders blijweer eens zelf voor hun gezinnen te kun nen zorgen. Deze 20 mannen werden in 2 ploe gen verdeeld en iedere ploeg kon per dag on geveer 10 palen, varieerende van 5,50 tot 7 Meter, inheien, dus samen 20 palen per dag. Het werk wordt uitgevoerd door Openbare Werken der gemeente Haarlem en wel met het z.g. 6-weken-werk-systeem, zoodat de daar te werk gestelde mannen ook op 6 weken werk rekenden. Groot was echter de teleurstelling, toen zijn Vrijdag 12 dezer de tijding ont vingen, dat op Maandag 15 dezer het werk voor hen was afgeloopen, niet omdat het werk was afgeloopen, maar omdat het verdere heiwerk met een machine moest gebeuren. Twintig huisgezinnen moesten "weer aan de werkloozenondersteuning worden overgegeven, omdat men het werk misschien even voordee- liger door een machine kon laten doen. Twintig gezonde kerels moeten zich weder naar het stempellokaal begeven. Niet omdat er geen werk meer voor hen is, maar omdat mis schien enkele luttele guldens op arbeidsloon bespaard kunnen worden. Twintig gezonde huisvaders moeten nu weer hun hand gaan ophouden voor steun, omdat een tak van dienst der gemeente zich moet houden aan het voor bedoeld werk uitgetrokken bedrag. Maar als wij nu den steun gaan berekenen welke deze 20 gezinnen thans weer moeten ontvangen, dan zal iedereen het toch met mij eens zijn dat dit een verkeerde bezuiniging is. Zij, die reeds met hun vrouwen hadden uit gerekend, wat er wel al zoo kon worden aan geschaft in die bedoelde 6 weken werk, wor den nu door de machine verdrongen en met het koopen van hoognoodige artikelen is het uit. Niet alleen voor deze gezinnen is het weer een teleurstelling, maar ook voor de winke liers; zij toch zouden hun omzet weder ver groot hebben gezien. De- enkele guldens welke door eigen arbeid zouden worden ontvangen kwamen toch ook ten goede aan de gemeen schap? Aan hen, die een oordeel kunnen vellen over het bovenstaande, verzoek ik namens de be doelde twintig mannen alles in het werk te willen stellen om zulke gevallen te voorko men. Overal wordt aangeraden, werken te laten uitvoeren om de werkloosheid te be strijden en wat doet nu onze overheid? Wij hebben een Opbloei-actie gehouden en allen hebben hieraan medewerking verleend, ook het gemeentebestuur. Maar wat komt er van deze acties terecht, als onze werkloozen op deze wijze worden verdrongen? Overal wordt propaganda gemaakt voor het te werk stellen van arbeiders, aan verschillende bedrij ven wordt subsidie gegeven tot instandhouding van het bedrijf ten gunste van de betrokken arbeiders en nogmaals: wat gebeurt er hier? Natuurlijk zal Openbare Werken wel een ar gument hebben tot het verontschuldigen van deze daad, maar daarmede is het feit toch niet weggenomen? Afwachtende wie er meehelpt ter voorko ming van zulke gevallen verblijf ik inmiddels, met dank voor de plaatsing, A. SELHORST Graaf Willemstraat 13, Haarlem (Wij hebben deze klacht overgebracht aan den Directeur van Openbare Werken, die er echter niet op wenschte te antwoorden). De a.s. blijde gebeurtenis in het Prinselijk gezin. Het Comité voor uitdeeling van baby- uitzet j es heeft veel geld noodig om aan vele moeders bij de geboorte van haar kindje kleertjes te geven. Draalt niet en stuurt zoo spoedig mogelijk uw bijdrage aan de Twent- sche Bank N.V. Zijlstraat 76 Haarlem (Post giro No. 4000) onder vermelding: „ten be hoeve van het Comité Oranjevreugde-Volks- vreugde". Bijdragen in contanten of chèques zullen ook gaarne aan onderstaande adressen in ontvangst genomen worden. Het dagelijksch bestuur: Mevr. J. M. VAN LIEIMTr—DOLMANS, Voorzitster, Lorentzplein 9. Mevr. S. J. J. MOUTHAAN—ZIMMERMAN Onder-voorzitster, Florapark 11. Mevr. J. C. II. WESSTRAMACKAY, Secretaresse. Van Edenstraat 1. Mevr. L. N. J. LEFEBVRE VAN SOM10R1EN GRÓVE, 2e Secretaresse, Beelslaan 19. Mevr. H. W. TEDING VAN BERKHOUT- VAN MARKEN, Penningmeesteresse. Baan 19. Mej. C. M. HEERKENS THIJ3SEN. 2e Penningmeesteresse, Plein 13. Mevr. A. A. ANBMA—GERTZEN, Florapark 10. Zelfgebreide babykleertjes zijn ook zeer wel kom en kunnen aan het adres van de derde ondergeteekende, Van Eedenstraat 1, bezorgd worden. Gebr. v. Brederode GR, MARKT 21 - TEL. 10409 Gebr. van Brederode Tel. 10409, Groote Markt 21 Fietshandschoenen Handwarmers vanaf 39 cent per paar Regenpijpen voor H., D. en jongens al vanaf 75 ct. per paar. ■Tasbeschermers vanaf 29 cent. Spatlappen vanaf 6 ct. Electr. rijwiellampen compl. vanaf f 2.89 Electr. achterlichten m. rijkskeur vanaf 25 ct. Peer- en kogellampen 39 cent. Half-mat lampen 50 ct. met garantie. Schagchelstr. 7 en Hoek Cronjéstr. Conv. en Berlitz Meth. in zeer korten tijd correct spr., lezen en schr. Privaatles ƒ4.50 p.m. Twee pers. ƒ3. Mej.N.GROOTENBOER RIVIER VISCHMARKT 11 rd. de Courant waarin gij met't meeste succes MANGELSTER en DROOGSTER gevraagd. Wasscherij „BOSCH EN VAART", Brouwersvaart 24. Aanmelden 's avonds tusschen 78 uur, Gaelstraat 31. EERSTE KLAS LAMPEKAPWERKSTER GEVRAAGD. Hoog loon, vaste betrekking. Brieven met volledige gegevens, waar gewerkt enz. ond. nr. 8058 aan het Bureau van dit Blad. BIJ AANKOOP f C VAN MINSTENS EN.„. BIJ AANKOOP VAN VAN MINSTENS f 2-50 EEN LEUK DOOSJE Gedurende de St. Nicolaas- weken Speciale Coupon- verkoopIWol,zijde, fluweel VOOR ALLE SEIZOENEN ONOVERTROFFEN Dames, ziet vooral Onze Etalages, want onze CADEAU RE- CLAME is altijd 'n WARE Attractie!!! HET AMERIKAANSCHE HUIS VOOR UW LEDEREN KLEEDING EIGEN FABRIKAAT. LEDEREN JEKKERS vanaf 17.50 LEDEREN JASSEN vanaf24.90 LEDEREN MANTELS vanaf18 75 In REGENJASSEN alle bekende merken. REGENPIJPEN, HANDSCHOENEN m. en z. kap, HANDWARMERS, SHAWLS, TRUIEN. LEDEREN RENKAPPEN 0.95 24 BARTEL JORISSTRAAT 24 TELEFOON 15459 JACK MORRIS.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 15