STARK's S
SJOEMADIJA, DE BAKERMAT
VAN SERVIË.
Waar struikroovers
in tel zijn.
CONCERT
GEOPEND
W I M WORM
ANEGANG 27
DONDERDAG 25 NOVEMBER 1937
HAARDE M'S DAGBHAD
9
In het mausoleum der Koninklijke familie
Ka rageo rgevitsj.
Dreigt een revolutie in Joego-Slavië
BELGRADO,
(Van onzen Weenschen correspondent)
ET een paar Joego Slavische kennis
sen heb ik in een auto van een van
de ministers een heelen dag een
tocht gemaakt door de Sjoemadija,
de streek ten zuiden van de Joego Slavische
hoofdstad, de bakermat van het oude Servië
en van de vroegere bloedige opstanden tegen
de overheersching van de Turken. De Sjoe
madija is een buitengewoon romantische
streek, rijk aan bergen en aan wouden
Sjoemadija beteekent dan ook eigenlijk „Woud-
land" maar veel van het hout is in den
loop van de laatste zestig, zeventig jaar ge
kapt om plaats te maken voor akkergrond, die
door de bevolking in haar kleurige kleedij be
bouwd wordt. De bewoners van de Sjoemadija
hebben een kolossalen vrijheidsdrang in zich.
Zij zijn er trotsch op in dit gedeelte van het
land op de wereld te zijn gekomen en zij be
schouwen zich altijd als beter en voornamer
dan de Serven uit andere gedeelten van het
land.
in de Sjoemadija verheft zich hoog op een
berg, van alle kanten al van heel uit de verte
zichtbaar, het mausoleum van de koninklijke
familie Karageorgevitsj, dat den vorm heeft
van een kerkgebouw in Byzantijnschen stijl.
De grafkelder van de Karageorgevitsj en be
vindt zich hier, en niet in de hoofdstad des
lands, omdat hier in het jaar 1804 de groote
opstand tegen de Turken begon, welke door
den oprichter van het huis, Kara Georg
„Kara" is een Turksch woord, dat „Zwart" be
teekent en „Kara Georg" wilde dus zeggen „de
Zwarte George" geleid werd.
Het gebouw, dat dag en nacht door soldaten
bewaakt wordt, is van binnen rijk aan de
schitterendste bont-gekleurde mozaieken, die
alle wanden geheel bedekken. In de gewelven
beneden, die ook één groote pracht van mo
zaïekwerk zijn, bevinden zich de grafkelders
onder gladde marmeren deksteenen. Aan het
hoofd van den sluitsteen van de laatste rust
plaats van den te Marseille vermoorden ko
ning Alexander ligt een klein, verguld kroon
tje en brandt voortdurend een rood lampje.
Alleen hier ook lagen bloemen.
De mannen van de vrijheidslievende streek
der Sjoemadija zijn, evenals ook die koning
het geweest is, met hart en ziel soldaten en
strijders voor de onafhankelijkheid van hun
Servische vaderland. Ook in vredestijd heb
ben zij bijna allen altijd kleine opvouwbare
mutsjes op, zooals die in het leger gedragen
worden. Het zijn kalotjes zonder kwast er
aan. Zij, die in den oorlog een rang van laten-
we-zeggen onderofficier behaald hebben, dra
gen het zichtbare onderseheidingsteeken
daarvan nu nog op hun dagelijksche petje,
waarmee zij eiken morgen en eiken avond
naar en van hun arbeid tijgen.
Gevierde bandieten
In de Sjoemadija komen ook nog heidoeken
voor, dat zijn roovers, die een romantisch le
ven leiden en alleen rijke boeren en reizigers
overvallen en bestelen. Vaak kloppen zij des
nachts bij boeren aan, van wie bekend is, dat
zij hun gouden munten thuis bewaren. Het is
geen sprookje, dat deze heidoeken vaak een
deel van het geroofde aan arme lieden ten ge
schenke geven. Verschillende bonte verhalen
worden door de bevolking om hun gestalten
heen geweven. Heldoeken zijn in de oogen van
het volk geen gewone schurken of bandieten,
neen, het zijn mannen, die zooveel voor de
vrijheid voelen, dat zij geen enkelen dwang
kunnen velen en geen geregeld leven kunnen
leiden. Het terrein is uiterst gunstig voor hun
„handwerk", het is overal golvend en nergens
volkomen kaal. Overal zijn er tenminste strui
ken, waarachter zij zich kunnen verbergen.
Soms zoekt men al jaren en jaren naar den
een of anderen beruchten heidoek, zonder dat
men er ook maar in slaagt meneer bij zijn
kraag te pakken.
Drie weken geleden nog heeft men eindelijk
op een plaats, waar wij met de auto langs
zijn gekomen, een van de meest vermaarde
heidoeken gevangen genomen. Hij werd ter
dood veroordeeld. Lachend hoorde hij het
doodsvonnis uitspreken en met een onverschil
lig, grijnzend gezicht liet hij zich naar de galg
brengen.
Vaak voelt de bevolking veel meer sym
pathie voor den heidoek dan voor de dienaars
der gerechtigheid, die toch niet meer dan hun
plicht doen en waarvan men zou moeten aan
nemen, dat zij toch betere vrienden van het
volk zijn dan de bandiet. Dit ziet men aan
enkele gedenksteenen, die hier en daar ter
herinnering aan een gesnapten en ter dood
gebrachten heidoek zijn opgericht. „Gevallen
door de misdadige hand van den gendarm"
staat erop!
TT n een der kleine stadjes in de Sjoemadija,
Tsjasjak (Cacak) geheeten, dat 6500 in
woners telt en een zeer primitieven indruk
maakt, wilde een dag of tien geleden een van
de ministers van het vroegeere kabinet van
Stojadinowitsj zooals men weet, heeft dezer
dagen een reformatie van het kabinet plaats
gehad een politieke voordracht houden. Nu
had-de bevolking van het stadje niet veel met
hem op. Bovendien is zij ook niet al te
enthousiast over de methodes van de tegen
woordige bewindhebbers. De oude oproerige
geest der vrijheidslievende Sjoemadija kwam
weer los. Men heeft den minister rotte eieren
naar het hoofd geworpen. De vensters in het
lokaal een groot café-restaurant, waar ik
ontbeten heb werden kapot geslagen. De
minister moest de vlucht nemen. In het
nieuwe kabinet van Stojadinowitsj is hij geen
minister meer.
Vreemde toestanden
Omtrent het totstandkomen van de nieuwe
regeering doen allerlei grappige verhalen de
ronde. In dit land plegen de ministers er niet
met elkaar over te beraadslagen wie zijn por
tefeuille neer zal leggen en wie niet. Neen,
alles gaat heel rustig en kalm in zijn werk.
De regent prins Paul is de groote man. Hij
'besloot, dat die en die heeren maar Excellen
tie-af moesten worden, hij benoemde ook de
opvolgers en alles was in orde.
Een van de ministers van het vroe
gere kabinet-Stojadinowitsj wist niet
eens, dat er wat veranderd was. Hij
verscheen des morgens als gewoonlijk
in zijn departement en moest daar
tot zijn stomme verbazing vernemen,
dat hij geen minister meer was en
wel weer naar huis kon gaan!
Erg veel aanhangers schijnt het tegen
woordige regime niet te hebben. Men klaagt
er ook in het Servische gedeelte van den
Joego-Slavischen staat over, dat er geen de
mocratisch stelsel meer bestaat. Een gewezen
beroeps-officier, een overste, die van 1912 tot
1918 bijna onafgebroken in het veld heeft ge
staan en die als jongeman zoowel in Frank
rijk als in Engeland gestudeerd heeft, een
man, van wien mij gezegd werd, dat hij een
absoluut neutralen en positieven blik op de
toestanden heeft, vertelde mij, dat hij wel
dacht, dat het niet lang zou duren, of er zou
een revolutie in het land uitbreken, welke
hoofdzakelijk tegen prins Paul gericht zou
zijn, die trouwens wel weet, hoe weinig popu
lair hij ook zelfs in de Servische hoofdstad van
het Joego Slavische land is. Vandaar dat hij
zich bijna voortdurend in Slovenië ophoudt,
waar hij zich veiliger acht. „Deze revolutie"
zoo vertelde mij mijn zegsman, „zal wel niet
van langen duur zijn. We zullen hier geen
tweede Spanje krijgen. In een week is alles
afgeloopen!"
De kabinetsverandering, zoo werd mij van
verschillende zijden verzekerd, heeft in wer
kelijkheid niet veel om het lijf gehad. Er zijn
een paar ministers weggegaan en er zijn een
paar nieuwe voor in de plaats gekomen, maar
in hoofdzaak is alles hetzelfde gebleven. Maar
wel traochtten de bewindhebbers de officieren
van het leger en de ambtenaren en beambten,
zoowel in staats- als in gemeentedienst, aan
zich te binden, doordat zij al hun salarissen,
die enkele jaren geleden bekort werden, thans
weer verhoogd hebben.
De werklieden verdienen over het algemeen
maar heel weinig. Arbeiders in het bouwbedrijf
ontvangen tien a vijftien dinar, per dag, d.i.
een kwartje of iets meer. Veel luxe kunnen zij
zich daarvan nietpermitteeren. Geen won
der, dat hun kleeren vol scheuren en gaten
zitten. Zij leven hoofdzakelijk van brood en
uiensoep. En dan drinken zij wijn. Wijn is
hier spotgoedkoop, voor drie dinar, dat is iets
meer dan een dubbeltje, krijgt men op som
mige plaatsen al een heelen liter. Ergens an
ders betaalt men, ook in de hoofdstad Belgra
do, weer zes dinar, maar nog altijd goedkoop
genoeg, vergeleken met Holland zeer zeker.
En toch kon de wijn nog veel goedkooper zijn,
zei een dokter tegen me, die zeker niet uit
egoïstische gevoelens sprak, want de man is
geheelonthouder. Het volk heeft wijn noodig
om zich gelukkig te voelen en de narigheid te
vergeten! Vino, wijn, is een volksdrank, pivo,
bier, is voor het volk doorgaans te duur.
Des avonds zitten de lieden van allerlei
standen in lokalen. Zij houden hier van mu
ziek. In Belgardo zijn er over de vierhonderd
eet- en drinkgelegenheden, waarin des avonds
muziek gemaakt wordt!
Tegen het vallen van den avond wordt de
heele omgeving van Belgrado in diepe duis
ternis gehuld. In de Sjoemadija zijn niet eens
de hoofdverkeersstraten verlicht. Er wordt
overdag wel overal aan-de wegen gewerkt om
ze in een betere conditie te brengen, maar zij
bestaan voor een groot deel toch nog ook
de autowegen uit ongeplaveide landwegen
met veel putten en kuilen. Wanneer het wat
flink geregend heeft, spat het vieze bruine
modderwater aan beide zijden van den wagen
tot op anderhalf a twee meter afstand. Voet-
;angers maken dat zij opzij kómen.
Wij zijn van des morgens zes tot des avonds
acht bijna onafgebroken op pad geweest. Ge
lukkig, dat de chauffeur zijn vak zoo goed
verstond, want het leek vaak heel erg gevaar
lijk. Den heelen dag zijn we slechts twee an
dere personenauto's tegengekomen, en die nog
wel vlak in de buurt van de hoofdstad. Op
sommige plaatsen waren de ossen met hun
breede gekrulde horens, die hier doorgaans de
wagens trekken, zoo ontzet door den aanblik
van onzen benzinewagen zonder trekdier er
voor, dat zij holderdebolder den weg verlie
ten en dwars de heuvelige velden inliepen of
op een berm terecht kwamen. Ook paarden
sloegen op hol.- Ossen zijn hier de trekdieren
bij uitnemendheid.Voortdurend komt men hen
tegen. Steeds twee aan twee gespannen voor
doorgaans bontbeschilderde houten wagens.
Met deze karren wil men de spoorwegen con
currentie aandoen. Ossen trekken hun vracht
jes langzaam, maar zeker voort. Met een
„vaart" van zegge en schrijve drie kilometer
het uur „doorklieven" zij het land. Des avonds
hangt er een naargeestig brandende petro
leumlantaren onder den wagen heen en weer
te bengelen.
Pas daar, waar de eerste huizen van de
hoofdstad beginnen, begint ook de ierste
straatverlichting weer, bestaande uit een paar
electrische lampen aan ruwe houten palen.
Achter ons ligt de Sjoemadija in volslagen
duisternis, met haar slechte wegen en haar
heuvels en haar struikgewas, haar uit elkaar
verspreid liggende boerenhuizen en haar liei-
doeken oftewel struikroovers.
In Belgrado zien we weer de reusachtige pa
leisachtige nieuwe ministeries en andere
staatsgebouwen, die als hooge witte en grijze
gevaarten omhoog rijzen. Het nieuwe Belgra
do van na den oorlog.
W. M. BEKAAR
BLOEMENDAAL
VOORDRACHTAVOND LEO STRAUS.
De bekende voordrachtskunstenaar Leo
Straus geeft Zaterdag 27 November een voor
drachtavond in de aula van het Kennemer
Lyceum. Het programma vermeldt o.a.
Goethe's Faust.
SANTPOORT
HET VEREENIGINGSGEBOUW.
Naar we vernemen zal Zaterdag a.s. om 3
uur door Mej. L. Enschedé in het in aanbouw
zijnde Vereenigingsgebouw der Ned. Herv. Ge
meente een gedenksteen worden geplaatst.
HEEMSTEDE
EEN WINKELWEEK-CAMPAGNE.
De eenigen tijd geleden opgerichte win
kelierscombinatie „Heemstede-Centrum" be
staande uit winkeliers van den Binnenweg en
Raadhuisstraat heeft van 25 November tot 4
December een winkelweek georganiseerd,
waaraan 110 winkeliers deelnemen.
Deze campagne bestaat uit een onderlinge
etalagewedstrijd, om de animo tot het bij
zonder werk maken van de inrichting van de
etalages te bevorderen. Ook voor het publiek
zijn er bijzondere attracties. Om het bezich
tigen der etalages te bevorderen, zal er in elke
etalage een artikel geëtaleerd worden dat
niet in die etalage thuishoort, een zoekwed-
strijd dus, waar prijzen aan verbonden zijn.
De deelnemende winkeliers zijn te herken
nen aan de geel-zwarte vlaggen aan de
gevels.
De openinig der winkelweek zal Donder
dagavond om 5 uur plaats hebben.
Van hedenavond af zullen de winkelzaken
tot 10 uur open zijn.
Wij twijfelen niet of deze actie zal veel
levendigheid brengen in dit „Centrum" van
winkelzaken.
AANVULLING AGENDA GEMEENTERAAD.
De agenda voor de vergadering van den raad
der gemeente Heemstede van hedenavond is
nog aangevuld met het volgende punt: Aanleg
gedeelte,Burgemeester Van Lennepweg (117).
AANLEG GEDEELTE BURGEMEESTER
VAN LENNEPWEG.
Door den heer Corns, van Gelder, architect,
wonende te Haarlem, is aan B. en W. namens
diens principaal, den heer H. van Beem, aan
nemer, wonende alhier, verzocht, om op diens
kosten van gemeentewege over te gaan tot
doortrekking van 'n gedeelte van den Burge
meester Van Lennepweg.
De hieraan verboriüen kosten zuilen naar
raming 3600 bedragen, waarin begrepen een
bedrag van 305 aan kosten van eerste onder
houd. De helft van dit bedrag zal worden be
taald bij den aanvang der werkzaamheden en
het restant, wanneer de weg voor de helft ge
reed is.
De heer Van Beem heeft zich hiertoe bereid
verklaard en zal de aangelegde straat koste
loos en om niet aan de gemeente overdragen,
voordat de bewoonbaarverklaring der daaraan
te bouwen woningen wordt afgegeven.
B. en W. stellen den Raad voor, een daartoe
strekkend ontwerp besluit vast te stellen.
VERGADERING VAN TUINLIEDEN.
Woensdagavond hield de onderlinge tuin
liedenver eeniging Aerdenhout en Omstre
ken een propagandavergadering in het Hof
van Heemstede, waar als spreker optrad de
heer C. v. Drent uit Wassenaar, over de fruit
teelt.
Fruitteelt, is aldus de heer Van Drent, een
der mooiste vakken, en als men er eenmaal
zijn hart aan verpand heeft, kan men moei
lijk meer tenig.
De fruitteelt is tegenwoordig voor ons land
van groote beteekenis, in tegenstelling tot
vroeger, toen zij voor den boer vaak een bij -
bedrijfje was, en deze de zorg voor den
boomgaard ten achter stelde bij die voor het
vee.
Vroeger meende men ook dat de vrucht-
boomen in Zeeland en in de Betuwe thuis
hoorden, maar door betere verzorging is men
tot de overtuiging gekomen, dat deze overal
goed gekweekt kunnen worden.
Zeer uitvoerig behandelde spr. de onder
teelt in den boomgaard. Verder de grondbe-
handeling bij den aanleg van een boom
gaard, de beplanting van muren en beschutte
tuinen, de laatste voor fijnere vruchten, de
voeding van den grond bij den aanleg, de
ontwatering, de behandeling der te planten
boomen in het voor- en najaar, etc.
Het fraaie interieur van het mausoleum der Koninklijke Familie Karageorgevitsj
met zijn prachtige mozaieken.
TWEKA warme wollen blouses voor jongens en meisjes: vanaf fl. 1.85
(Adv. Ingez. Med.)
Het eerste deel van zijn rede besluit spr.
met een beroep op de aanwezigen om in
plaats van rozen tegen de muren van hun
woningen eens vruchtboompjes te planten.
Het tweede deel van de rede werd toege
licht met fraaie lichtbeelden.
Rest ons nog te melden, dat de heer B,
Nieuwenhuis een schitterende collectie
Adianthum Gloriosum Lemkesii ter keuring
had ingezonden, waarvoor 10 punten werden
toegekend, terwijl de heer v. Zadel ter op
luistering had ingezonden bloeiende Rornein-
sche hyacinten en de heer G. Goudzwaard
een groote collectie besheesters en de win-
terbloeiers Petasites fragrans.
HET TOONEEL
THEO BOUWMEESTER.
BONTE AVOND.
Het was zeer zeker een gevarieerd program
ma dat Theo Bouwmeester den abonné's van
zijn serie „Bonte Avonden" gisteren heeft
aangeboden. De groote zaal van ons Gemeen
telijk Concertgebouw was op alle rangen
flink bezet en het publiek heeft zich op dezen
eersten avond blijkbaar uitstekend geamu
seerd.
Heel het programma deed denken aan een
„bonte-radio-avond" en het was duidelijk te
merken, dat sommige artisten van het pu
bliek goede radio-kennissen waren. Daar wa
ren de mij onbekende Johny and Johnes, die
werden aangekondigd als de gerenommeerde
„radio jazz-zangers" en bij hun verschij
ning reeds dadelijk door het publiek als oude
bekenden werden begroet. Hun nummers
sloegen geweldig in en zullen in hun genre
ook wel goed zijn geweest, maar het is het
genre dat ik onmogelijk kan waardeeren.
Vermoedelijk ben ik er 40 jaar te vroeg voor
geboren.
Julia de Gruyter en Rien van Noppen heb
ben hun Vlaamsche voordrachten ook her
haaldelijk via de microfoon in de huiska
mers gebracht. Nu hoorden wij niet alleen,
maar zagen wij ook Julia de Gruyter als „de
Witte" en konden wij genieten van haar sap
pige Vlaamsche voordracht in het verhaal
van Rosalie, de „onder-pastoor" uit het be
kende boek van Ernest Claes.
In deze Vlaamsche voordrachten is Julia de
Gruyter in haar element. Zij geeft die verha
len de locale kleur en brengt ze tot leven door
haar gezonde, frissche en werkelijk humoris
tische voordracht. Voor een Hollandsch pu
bliek is het misschien wel eens moeilijk dat
Vlaamsch klappen te volgen, vooral in zoo'n
groote zaal, waar het „woord" toch altijd wat
minder tot zijn recht komt ondanks de ver
sterking van het geluid door de zeer goede
versterkings-installatie. En het zou den to-
taalinduk niet schaden, wanneer de dialogen
uit „de Witte" wat werden verkort.
Rien van Noppen, die het Vlaamsch aardig
te pakken heeft, secondeerde verdienstelijk,
maar waarom doet hij het niet „los van het
boek" Van een acteur verwachten wij toch
niet, dat hij op het tooneel gaat „lezen".
Jan van Riemsdijk en Ceesje Speenhoff heb
ben hun populariteit -ook al weer door de Bonte
Radio-avonden zien groeien, al waren ze ook
vroeger reeds evenals Julia de Gruyter
bekend genoeg. Ceesje Speenhoff is van het
goede ras. Zij zong haar liedjes voor de pauze
heel fijn en beschaafd. Zonder eenige nadruk
kelijkheid weet zij de pointes toch goed te
lanceeren. En zij heeft een voor dit genre ge
schikte heldere, lichte en zuivere sopraanstem,
die voor een zoo groote zaal alleen nu en dan
wat te klein was. Maar in de met Jan van
Riemsdijk gezongen boerenduetten bleek het,
dat zij ook meer kracht kan geven. In deze
duetten was zij allerliefst, bekoorlijk, le
vendig en charmant.
En Jan van Riemsdijk? Hij glundert nog
altijd van pleizier, zoodra hij als Veluw-
sche boer verschijnt. Je zoudt niet zeggen, dat
hij al zoovele jaren op de planken staat. Wij
hebben sommige aardigheden zooals die van
de „pauze en de centjes" misschien al tien
keer van hem gehoord, maar hij lanceert ze,
alsof het voor den allereersten keer is en hij
zingt met zoo'n opgewektheid en entrain, dat
hij heel de zaal meesleept en dat is een van de
redenen van zijn altijd weer groot succes bij
het publiek.
Een aardige variatie in het programma wa
ren de parodistische dansen van „Mary Fred
and Ree'. Vooral de Danse Russe en de dansen
van „voor 30 jaar" waren in hun parodistisch
karakter heel vermakelijk.
Een over het geheel dus goed geslaagd pro
gramma, dat bij het publiek zeer in den smaak
is gevallen.
J. B. SCHUIL.
MUZIEK
in de Kapel van
Bethesda-Sarepta.
Een concert, waarvan de baten ten goede
komen aan het bouwfonds der „Koningin
Wilhelmina Kliniek", die op Bethesda Sa-
repta gevestigd zal worden, had Woensdag
avond in de kapel der stichting plaats en
had zoovelen doen samenstroomen, dat na
genoeg alle beschikbare plaatsen bezet wa
ren. De welwillende samenwerking van een
aantal muzikale krachten uit Haarlem en
omgeving met het onder leiding van George
Robert staande Zusterkoor van „Sarepta"
maakte dit concert- mogelijk; de resultaten
er van zijn zoowel in artistieken als in stof-
felijken zin zeer verheugend geweest
Verrassend was de schoone en welluidende
zang van het Zusterkoor in Mendelssohn's
Motet „Laudate. pueri"; ook de drie solo
stemmen daarvan klonken beschaafd en bij
na steeds zuiver van intonatie. De herinne
ring aan Mendelssohn werd ook opgewekt
■Hui wM <j
(Adv. Ingez. MedJ
door de Cantate „St.e. Marie Madeleine" van
V. d'Indy; niemand zou in dat werkje de
hand van César Franck's leerling en geest-
driftigen aanhanger vermoeden. In deze Can
tate zong niemand minder dan Annie Woud
de alt-solo: dat die solo dus een uitbeelding
verkreeg, die eigenlijk boven de muzikale
beteekenis er van uitgang, was niet te ver
wonderen.
De sopraan mevr. Tr. Westerouwen v.
Meeteren zong, begeleid door mevr. A. Ro-
bert-Fleumer, drie Aria's van Handel. De
eerste daarvan, „Sieg der Zeit und Wahrheit"
klonk eenigszins moeizaam: des te verrassen
der was de vlotte zangtechniek in de beide
andere, resp. uit „Parthenope" en uit „Flo-
ridante". Uitnemende scholing was in dezen
zang bemerkbaar. De stem, een groote, dra
matisch getinte sopraan, heeft neiging om
bij verslapping der spanning iets te zakken.
De zangeres moge daarop bedacht zijn: zij
zal dan onder de sopranen van ons land zich
zeker een goede plaats kunnen verwerven.
Pergolese's „Stabat Mater" werd na de
pauze uitgevoerd. Hierbij werkte een klein
strijkorkest met het door mevr. Robert be
speelde klavier samen voor de begeleiding.
Het orkestje was uit goede en ten deele zelfs
zeer bekende kx-achten samengesteld. Tot een
hecht ensemble was echter hun samenwer
king nog niet geworden. Daarvoor is lang
duriger gezamenlijke voorbereiding noodig.
In het beroemde, door zijn melodieuze be
handeling nog steeds boeiende „Stabat Mater"
zongen zoowel het Zusterkoor als de beide
solisten voortreffelijk. Bijzondere vermelding
verdient de uitvoering der beide koorfuga's,
die van het duet „Fac me" en die van de
machtig gezongen alt-aria „Fac, ut portem".
De leider George Robert kan met groote
tevredenheid op de artistieke resultaten van
zijn belangeloos verrichten arbeid terug zien.
Dank daarvoor werd hem door een der be
stuursleden betuigd; een fraaie krans werd
hem daarbij overhandigd. De dames-solisten
ontvingen bloemen
K. DE JONG.
VANAF HEDEN
IIS ONZE ZAAK TOT
's-AVONDS 10 UUR
HEEREN MODEMAGAZIJN
(Adv. ingez. MedJ
HAARLEM'S SALON ORKEST
De Haarlemsche musici, die tien jaren gele
den Haarlem's Salonorkest oprichtten, zullen
bij hun eerste uitvoering te Santpoort in Ho
tel „De Weyman" niet hebben vermoed, dat
hun als amusement bedoeld werk nog eens
harde noodzaak zou worden. Alles wat hun
moeilijk bestaan ook maar eenigszins kan ver
lichten moeten zij aangrijpen, en wat zij een
maal bezitten, zullen zij trachten een zoo lang
mogelijk bestaan te verzekeren. De leider Jac.
Stoffer heeft van de oprichting af hiervoor
zijn beste krachten gegeven, door te zorgen
dat de programma's van H. S. O. in alle op
zichten goed zijn. Bij deze jongste uitvoering,
die tevens als viering van het tweede lustrum
gold. hadden we weer gelegenheid te consta-
teeren. hoe H. S. O. er voortdurend op uit is,
al wat het onderneemt op hooger plan te
brengen. Behalve een goede programmakeuze
kas het vooral de zorg, die de musici besteden
aan een goed samenspel. Enkele leden, ver-
eenigd tot het „Allround sextet", hadden zelfs
de verdienste, dat dit samenspel voldeed aan
hooge eischen. Tot in de uiterste klankfines
ses verzorgd waren de vier stukken, die door
dit sextet werden uitgevoerd. Heel fijn was
de bewerking van Drdla's „Souvenir", die op
naam stond van Cor Speets, en de uitvoering
hield hiermee gelijken tred. In het cadens-
vormig middendeel gaf een foutje van den
solist heel even een storing, maar routine-
menschen weten terstond weer het evenwicht
te brengen door een zoo mogelijk nog intenser
samen musiceeren.
In een Argentijnsch stuk kwam ook het vaak
terecht gewraakte „Bergmann's Klavier" voor.
Maar ditmaal vond het een fijnzinnig bespe
ler, die aan den harmonica-toon al het triviale
wist te ontnemen en die het instrument ook
technisch volledig in zijn macht had. Weini
gen zullen weten dat onze groote Johan Wa
genaar zijn muzikale vorming begon op wat
hij toen „het nobele instrument" noemde en
waarover hij later nog met groote voldoening
sprak. Dit instrument werd thans bespeeld
door Jan Rosekrans. Men trachte het na te
doen.
De omroeper, die de laagfrequente wissel-
stroomen te hulp had geroepen om aan zijn
stem kracht bij te zetten, liet in zijn voor
dracht. „de cellist" getiteld, dezen „uitwendig"
spelen. Het woord „uitwendig" paste eerder op
de voordracht van den omroeper zelf. bij wien
wij gaarne wat meer innerlijkheid hadden ge-
wenscht. Behalve de naam van den heer Hart
Nibberig zijn nog vele namen te noemen. Em
mie van Andel zong, Jan Gerritsen bespeelde
de marimba met veel vaardigheid: Edith Kla-
verweyden zong chansons, „Harvey's swing or
chestra" deed zich te goed aan de excessen
van het vrije rhythme, en nog veel meer was
er, dat de aandacht verdiende en dat door de
aanwezigen op hoogen prijs werd gesteld.
Er werd in een flink tempo gewerkt om te
komen tot de clou van den avond: het bal, dat
ook wel zeer genoeglijk geweest zal zijn.