STARK's S SJOEMADIJA, DE BAKERMAT VAN SERVIË. Waar struikroovers in tel zijn. CONCERT GEOPEND W I M WORM ANEGANG 27 DONDERDAG 25 NOVEMBER 1937 HAARDE M'S DAGBHAD 9 In het mausoleum der Koninklijke familie Ka rageo rgevitsj. Dreigt een revolutie in Joego-Slavië BELGRADO, (Van onzen Weenschen correspondent) ET een paar Joego Slavische kennis sen heb ik in een auto van een van de ministers een heelen dag een tocht gemaakt door de Sjoemadija, de streek ten zuiden van de Joego Slavische hoofdstad, de bakermat van het oude Servië en van de vroegere bloedige opstanden tegen de overheersching van de Turken. De Sjoe madija is een buitengewoon romantische streek, rijk aan bergen en aan wouden Sjoemadija beteekent dan ook eigenlijk „Woud- land" maar veel van het hout is in den loop van de laatste zestig, zeventig jaar ge kapt om plaats te maken voor akkergrond, die door de bevolking in haar kleurige kleedij be bouwd wordt. De bewoners van de Sjoemadija hebben een kolossalen vrijheidsdrang in zich. Zij zijn er trotsch op in dit gedeelte van het land op de wereld te zijn gekomen en zij be schouwen zich altijd als beter en voornamer dan de Serven uit andere gedeelten van het land. in de Sjoemadija verheft zich hoog op een berg, van alle kanten al van heel uit de verte zichtbaar, het mausoleum van de koninklijke familie Karageorgevitsj, dat den vorm heeft van een kerkgebouw in Byzantijnschen stijl. De grafkelder van de Karageorgevitsj en be vindt zich hier, en niet in de hoofdstad des lands, omdat hier in het jaar 1804 de groote opstand tegen de Turken begon, welke door den oprichter van het huis, Kara Georg „Kara" is een Turksch woord, dat „Zwart" be teekent en „Kara Georg" wilde dus zeggen „de Zwarte George" geleid werd. Het gebouw, dat dag en nacht door soldaten bewaakt wordt, is van binnen rijk aan de schitterendste bont-gekleurde mozaieken, die alle wanden geheel bedekken. In de gewelven beneden, die ook één groote pracht van mo zaïekwerk zijn, bevinden zich de grafkelders onder gladde marmeren deksteenen. Aan het hoofd van den sluitsteen van de laatste rust plaats van den te Marseille vermoorden ko ning Alexander ligt een klein, verguld kroon tje en brandt voortdurend een rood lampje. Alleen hier ook lagen bloemen. De mannen van de vrijheidslievende streek der Sjoemadija zijn, evenals ook die koning het geweest is, met hart en ziel soldaten en strijders voor de onafhankelijkheid van hun Servische vaderland. Ook in vredestijd heb ben zij bijna allen altijd kleine opvouwbare mutsjes op, zooals die in het leger gedragen worden. Het zijn kalotjes zonder kwast er aan. Zij, die in den oorlog een rang van laten- we-zeggen onderofficier behaald hebben, dra gen het zichtbare onderseheidingsteeken daarvan nu nog op hun dagelijksche petje, waarmee zij eiken morgen en eiken avond naar en van hun arbeid tijgen. Gevierde bandieten In de Sjoemadija komen ook nog heidoeken voor, dat zijn roovers, die een romantisch le ven leiden en alleen rijke boeren en reizigers overvallen en bestelen. Vaak kloppen zij des nachts bij boeren aan, van wie bekend is, dat zij hun gouden munten thuis bewaren. Het is geen sprookje, dat deze heidoeken vaak een deel van het geroofde aan arme lieden ten ge schenke geven. Verschillende bonte verhalen worden door de bevolking om hun gestalten heen geweven. Heldoeken zijn in de oogen van het volk geen gewone schurken of bandieten, neen, het zijn mannen, die zooveel voor de vrijheid voelen, dat zij geen enkelen dwang kunnen velen en geen geregeld leven kunnen leiden. Het terrein is uiterst gunstig voor hun „handwerk", het is overal golvend en nergens volkomen kaal. Overal zijn er tenminste strui ken, waarachter zij zich kunnen verbergen. Soms zoekt men al jaren en jaren naar den een of anderen beruchten heidoek, zonder dat men er ook maar in slaagt meneer bij zijn kraag te pakken. Drie weken geleden nog heeft men eindelijk op een plaats, waar wij met de auto langs zijn gekomen, een van de meest vermaarde heidoeken gevangen genomen. Hij werd ter dood veroordeeld. Lachend hoorde hij het doodsvonnis uitspreken en met een onverschil lig, grijnzend gezicht liet hij zich naar de galg brengen. Vaak voelt de bevolking veel meer sym pathie voor den heidoek dan voor de dienaars der gerechtigheid, die toch niet meer dan hun plicht doen en waarvan men zou moeten aan nemen, dat zij toch betere vrienden van het volk zijn dan de bandiet. Dit ziet men aan enkele gedenksteenen, die hier en daar ter herinnering aan een gesnapten en ter dood gebrachten heidoek zijn opgericht. „Gevallen door de misdadige hand van den gendarm" staat erop! TT n een der kleine stadjes in de Sjoemadija, Tsjasjak (Cacak) geheeten, dat 6500 in woners telt en een zeer primitieven indruk maakt, wilde een dag of tien geleden een van de ministers van het vroegeere kabinet van Stojadinowitsj zooals men weet, heeft dezer dagen een reformatie van het kabinet plaats gehad een politieke voordracht houden. Nu had-de bevolking van het stadje niet veel met hem op. Bovendien is zij ook niet al te enthousiast over de methodes van de tegen woordige bewindhebbers. De oude oproerige geest der vrijheidslievende Sjoemadija kwam weer los. Men heeft den minister rotte eieren naar het hoofd geworpen. De vensters in het lokaal een groot café-restaurant, waar ik ontbeten heb werden kapot geslagen. De minister moest de vlucht nemen. In het nieuwe kabinet van Stojadinowitsj is hij geen minister meer. Vreemde toestanden Omtrent het totstandkomen van de nieuwe regeering doen allerlei grappige verhalen de ronde. In dit land plegen de ministers er niet met elkaar over te beraadslagen wie zijn por tefeuille neer zal leggen en wie niet. Neen, alles gaat heel rustig en kalm in zijn werk. De regent prins Paul is de groote man. Hij 'besloot, dat die en die heeren maar Excellen tie-af moesten worden, hij benoemde ook de opvolgers en alles was in orde. Een van de ministers van het vroe gere kabinet-Stojadinowitsj wist niet eens, dat er wat veranderd was. Hij verscheen des morgens als gewoonlijk in zijn departement en moest daar tot zijn stomme verbazing vernemen, dat hij geen minister meer was en wel weer naar huis kon gaan! Erg veel aanhangers schijnt het tegen woordige regime niet te hebben. Men klaagt er ook in het Servische gedeelte van den Joego-Slavischen staat over, dat er geen de mocratisch stelsel meer bestaat. Een gewezen beroeps-officier, een overste, die van 1912 tot 1918 bijna onafgebroken in het veld heeft ge staan en die als jongeman zoowel in Frank rijk als in Engeland gestudeerd heeft, een man, van wien mij gezegd werd, dat hij een absoluut neutralen en positieven blik op de toestanden heeft, vertelde mij, dat hij wel dacht, dat het niet lang zou duren, of er zou een revolutie in het land uitbreken, welke hoofdzakelijk tegen prins Paul gericht zou zijn, die trouwens wel weet, hoe weinig popu lair hij ook zelfs in de Servische hoofdstad van het Joego Slavische land is. Vandaar dat hij zich bijna voortdurend in Slovenië ophoudt, waar hij zich veiliger acht. „Deze revolutie" zoo vertelde mij mijn zegsman, „zal wel niet van langen duur zijn. We zullen hier geen tweede Spanje krijgen. In een week is alles afgeloopen!" De kabinetsverandering, zoo werd mij van verschillende zijden verzekerd, heeft in wer kelijkheid niet veel om het lijf gehad. Er zijn een paar ministers weggegaan en er zijn een paar nieuwe voor in de plaats gekomen, maar in hoofdzaak is alles hetzelfde gebleven. Maar wel traochtten de bewindhebbers de officieren van het leger en de ambtenaren en beambten, zoowel in staats- als in gemeentedienst, aan zich te binden, doordat zij al hun salarissen, die enkele jaren geleden bekort werden, thans weer verhoogd hebben. De werklieden verdienen over het algemeen maar heel weinig. Arbeiders in het bouwbedrijf ontvangen tien a vijftien dinar, per dag, d.i. een kwartje of iets meer. Veel luxe kunnen zij zich daarvan nietpermitteeren. Geen won der, dat hun kleeren vol scheuren en gaten zitten. Zij leven hoofdzakelijk van brood en uiensoep. En dan drinken zij wijn. Wijn is hier spotgoedkoop, voor drie dinar, dat is iets meer dan een dubbeltje, krijgt men op som mige plaatsen al een heelen liter. Ergens an ders betaalt men, ook in de hoofdstad Belgra do, weer zes dinar, maar nog altijd goedkoop genoeg, vergeleken met Holland zeer zeker. En toch kon de wijn nog veel goedkooper zijn, zei een dokter tegen me, die zeker niet uit egoïstische gevoelens sprak, want de man is geheelonthouder. Het volk heeft wijn noodig om zich gelukkig te voelen en de narigheid te vergeten! Vino, wijn, is een volksdrank, pivo, bier, is voor het volk doorgaans te duur. Des avonds zitten de lieden van allerlei standen in lokalen. Zij houden hier van mu ziek. In Belgardo zijn er over de vierhonderd eet- en drinkgelegenheden, waarin des avonds muziek gemaakt wordt! Tegen het vallen van den avond wordt de heele omgeving van Belgrado in diepe duis ternis gehuld. In de Sjoemadija zijn niet eens de hoofdverkeersstraten verlicht. Er wordt overdag wel overal aan-de wegen gewerkt om ze in een betere conditie te brengen, maar zij bestaan voor een groot deel toch nog ook de autowegen uit ongeplaveide landwegen met veel putten en kuilen. Wanneer het wat flink geregend heeft, spat het vieze bruine modderwater aan beide zijden van den wagen tot op anderhalf a twee meter afstand. Voet- ;angers maken dat zij opzij kómen. Wij zijn van des morgens zes tot des avonds acht bijna onafgebroken op pad geweest. Ge lukkig, dat de chauffeur zijn vak zoo goed verstond, want het leek vaak heel erg gevaar lijk. Den heelen dag zijn we slechts twee an dere personenauto's tegengekomen, en die nog wel vlak in de buurt van de hoofdstad. Op sommige plaatsen waren de ossen met hun breede gekrulde horens, die hier doorgaans de wagens trekken, zoo ontzet door den aanblik van onzen benzinewagen zonder trekdier er voor, dat zij holderdebolder den weg verlie ten en dwars de heuvelige velden inliepen of op een berm terecht kwamen. Ook paarden sloegen op hol.- Ossen zijn hier de trekdieren bij uitnemendheid.Voortdurend komt men hen tegen. Steeds twee aan twee gespannen voor doorgaans bontbeschilderde houten wagens. Met deze karren wil men de spoorwegen con currentie aandoen. Ossen trekken hun vracht jes langzaam, maar zeker voort. Met een „vaart" van zegge en schrijve drie kilometer het uur „doorklieven" zij het land. Des avonds hangt er een naargeestig brandende petro leumlantaren onder den wagen heen en weer te bengelen. Pas daar, waar de eerste huizen van de hoofdstad beginnen, begint ook de ierste straatverlichting weer, bestaande uit een paar electrische lampen aan ruwe houten palen. Achter ons ligt de Sjoemadija in volslagen duisternis, met haar slechte wegen en haar heuvels en haar struikgewas, haar uit elkaar verspreid liggende boerenhuizen en haar liei- doeken oftewel struikroovers. In Belgrado zien we weer de reusachtige pa leisachtige nieuwe ministeries en andere staatsgebouwen, die als hooge witte en grijze gevaarten omhoog rijzen. Het nieuwe Belgra do van na den oorlog. W. M. BEKAAR BLOEMENDAAL VOORDRACHTAVOND LEO STRAUS. De bekende voordrachtskunstenaar Leo Straus geeft Zaterdag 27 November een voor drachtavond in de aula van het Kennemer Lyceum. Het programma vermeldt o.a. Goethe's Faust. SANTPOORT HET VEREENIGINGSGEBOUW. Naar we vernemen zal Zaterdag a.s. om 3 uur door Mej. L. Enschedé in het in aanbouw zijnde Vereenigingsgebouw der Ned. Herv. Ge meente een gedenksteen worden geplaatst. HEEMSTEDE EEN WINKELWEEK-CAMPAGNE. De eenigen tijd geleden opgerichte win kelierscombinatie „Heemstede-Centrum" be staande uit winkeliers van den Binnenweg en Raadhuisstraat heeft van 25 November tot 4 December een winkelweek georganiseerd, waaraan 110 winkeliers deelnemen. Deze campagne bestaat uit een onderlinge etalagewedstrijd, om de animo tot het bij zonder werk maken van de inrichting van de etalages te bevorderen. Ook voor het publiek zijn er bijzondere attracties. Om het bezich tigen der etalages te bevorderen, zal er in elke etalage een artikel geëtaleerd worden dat niet in die etalage thuishoort, een zoekwed- strijd dus, waar prijzen aan verbonden zijn. De deelnemende winkeliers zijn te herken nen aan de geel-zwarte vlaggen aan de gevels. De openinig der winkelweek zal Donder dagavond om 5 uur plaats hebben. Van hedenavond af zullen de winkelzaken tot 10 uur open zijn. Wij twijfelen niet of deze actie zal veel levendigheid brengen in dit „Centrum" van winkelzaken. AANVULLING AGENDA GEMEENTERAAD. De agenda voor de vergadering van den raad der gemeente Heemstede van hedenavond is nog aangevuld met het volgende punt: Aanleg gedeelte,Burgemeester Van Lennepweg (117). AANLEG GEDEELTE BURGEMEESTER VAN LENNEPWEG. Door den heer Corns, van Gelder, architect, wonende te Haarlem, is aan B. en W. namens diens principaal, den heer H. van Beem, aan nemer, wonende alhier, verzocht, om op diens kosten van gemeentewege over te gaan tot doortrekking van 'n gedeelte van den Burge meester Van Lennepweg. De hieraan verboriüen kosten zuilen naar raming 3600 bedragen, waarin begrepen een bedrag van 305 aan kosten van eerste onder houd. De helft van dit bedrag zal worden be taald bij den aanvang der werkzaamheden en het restant, wanneer de weg voor de helft ge reed is. De heer Van Beem heeft zich hiertoe bereid verklaard en zal de aangelegde straat koste loos en om niet aan de gemeente overdragen, voordat de bewoonbaarverklaring der daaraan te bouwen woningen wordt afgegeven. B. en W. stellen den Raad voor, een daartoe strekkend ontwerp besluit vast te stellen. VERGADERING VAN TUINLIEDEN. Woensdagavond hield de onderlinge tuin liedenver eeniging Aerdenhout en Omstre ken een propagandavergadering in het Hof van Heemstede, waar als spreker optrad de heer C. v. Drent uit Wassenaar, over de fruit teelt. Fruitteelt, is aldus de heer Van Drent, een der mooiste vakken, en als men er eenmaal zijn hart aan verpand heeft, kan men moei lijk meer tenig. De fruitteelt is tegenwoordig voor ons land van groote beteekenis, in tegenstelling tot vroeger, toen zij voor den boer vaak een bij - bedrijfje was, en deze de zorg voor den boomgaard ten achter stelde bij die voor het vee. Vroeger meende men ook dat de vrucht- boomen in Zeeland en in de Betuwe thuis hoorden, maar door betere verzorging is men tot de overtuiging gekomen, dat deze overal goed gekweekt kunnen worden. Zeer uitvoerig behandelde spr. de onder teelt in den boomgaard. Verder de grondbe- handeling bij den aanleg van een boom gaard, de beplanting van muren en beschutte tuinen, de laatste voor fijnere vruchten, de voeding van den grond bij den aanleg, de ontwatering, de behandeling der te planten boomen in het voor- en najaar, etc. Het fraaie interieur van het mausoleum der Koninklijke Familie Karageorgevitsj met zijn prachtige mozaieken. TWEKA warme wollen blouses voor jongens en meisjes: vanaf fl. 1.85 (Adv. Ingez. Med.) Het eerste deel van zijn rede besluit spr. met een beroep op de aanwezigen om in plaats van rozen tegen de muren van hun woningen eens vruchtboompjes te planten. Het tweede deel van de rede werd toege licht met fraaie lichtbeelden. Rest ons nog te melden, dat de heer B, Nieuwenhuis een schitterende collectie Adianthum Gloriosum Lemkesii ter keuring had ingezonden, waarvoor 10 punten werden toegekend, terwijl de heer v. Zadel ter op luistering had ingezonden bloeiende Rornein- sche hyacinten en de heer G. Goudzwaard een groote collectie besheesters en de win- terbloeiers Petasites fragrans. HET TOONEEL THEO BOUWMEESTER. BONTE AVOND. Het was zeer zeker een gevarieerd program ma dat Theo Bouwmeester den abonné's van zijn serie „Bonte Avonden" gisteren heeft aangeboden. De groote zaal van ons Gemeen telijk Concertgebouw was op alle rangen flink bezet en het publiek heeft zich op dezen eersten avond blijkbaar uitstekend geamu seerd. Heel het programma deed denken aan een „bonte-radio-avond" en het was duidelijk te merken, dat sommige artisten van het pu bliek goede radio-kennissen waren. Daar wa ren de mij onbekende Johny and Johnes, die werden aangekondigd als de gerenommeerde „radio jazz-zangers" en bij hun verschij ning reeds dadelijk door het publiek als oude bekenden werden begroet. Hun nummers sloegen geweldig in en zullen in hun genre ook wel goed zijn geweest, maar het is het genre dat ik onmogelijk kan waardeeren. Vermoedelijk ben ik er 40 jaar te vroeg voor geboren. Julia de Gruyter en Rien van Noppen heb ben hun Vlaamsche voordrachten ook her haaldelijk via de microfoon in de huiska mers gebracht. Nu hoorden wij niet alleen, maar zagen wij ook Julia de Gruyter als „de Witte" en konden wij genieten van haar sap pige Vlaamsche voordracht in het verhaal van Rosalie, de „onder-pastoor" uit het be kende boek van Ernest Claes. In deze Vlaamsche voordrachten is Julia de Gruyter in haar element. Zij geeft die verha len de locale kleur en brengt ze tot leven door haar gezonde, frissche en werkelijk humoris tische voordracht. Voor een Hollandsch pu bliek is het misschien wel eens moeilijk dat Vlaamsch klappen te volgen, vooral in zoo'n groote zaal, waar het „woord" toch altijd wat minder tot zijn recht komt ondanks de ver sterking van het geluid door de zeer goede versterkings-installatie. En het zou den to- taalinduk niet schaden, wanneer de dialogen uit „de Witte" wat werden verkort. Rien van Noppen, die het Vlaamsch aardig te pakken heeft, secondeerde verdienstelijk, maar waarom doet hij het niet „los van het boek" Van een acteur verwachten wij toch niet, dat hij op het tooneel gaat „lezen". Jan van Riemsdijk en Ceesje Speenhoff heb ben hun populariteit -ook al weer door de Bonte Radio-avonden zien groeien, al waren ze ook vroeger reeds evenals Julia de Gruyter bekend genoeg. Ceesje Speenhoff is van het goede ras. Zij zong haar liedjes voor de pauze heel fijn en beschaafd. Zonder eenige nadruk kelijkheid weet zij de pointes toch goed te lanceeren. En zij heeft een voor dit genre ge schikte heldere, lichte en zuivere sopraanstem, die voor een zoo groote zaal alleen nu en dan wat te klein was. Maar in de met Jan van Riemsdijk gezongen boerenduetten bleek het, dat zij ook meer kracht kan geven. In deze duetten was zij allerliefst, bekoorlijk, le vendig en charmant. En Jan van Riemsdijk? Hij glundert nog altijd van pleizier, zoodra hij als Veluw- sche boer verschijnt. Je zoudt niet zeggen, dat hij al zoovele jaren op de planken staat. Wij hebben sommige aardigheden zooals die van de „pauze en de centjes" misschien al tien keer van hem gehoord, maar hij lanceert ze, alsof het voor den allereersten keer is en hij zingt met zoo'n opgewektheid en entrain, dat hij heel de zaal meesleept en dat is een van de redenen van zijn altijd weer groot succes bij het publiek. Een aardige variatie in het programma wa ren de parodistische dansen van „Mary Fred and Ree'. Vooral de Danse Russe en de dansen van „voor 30 jaar" waren in hun parodistisch karakter heel vermakelijk. Een over het geheel dus goed geslaagd pro gramma, dat bij het publiek zeer in den smaak is gevallen. J. B. SCHUIL. MUZIEK in de Kapel van Bethesda-Sarepta. Een concert, waarvan de baten ten goede komen aan het bouwfonds der „Koningin Wilhelmina Kliniek", die op Bethesda Sa- repta gevestigd zal worden, had Woensdag avond in de kapel der stichting plaats en had zoovelen doen samenstroomen, dat na genoeg alle beschikbare plaatsen bezet wa ren. De welwillende samenwerking van een aantal muzikale krachten uit Haarlem en omgeving met het onder leiding van George Robert staande Zusterkoor van „Sarepta" maakte dit concert- mogelijk; de resultaten er van zijn zoowel in artistieken als in stof- felijken zin zeer verheugend geweest Verrassend was de schoone en welluidende zang van het Zusterkoor in Mendelssohn's Motet „Laudate. pueri"; ook de drie solo stemmen daarvan klonken beschaafd en bij na steeds zuiver van intonatie. De herinne ring aan Mendelssohn werd ook opgewekt ■Hui wM <j (Adv. Ingez. MedJ door de Cantate „St.e. Marie Madeleine" van V. d'Indy; niemand zou in dat werkje de hand van César Franck's leerling en geest- driftigen aanhanger vermoeden. In deze Can tate zong niemand minder dan Annie Woud de alt-solo: dat die solo dus een uitbeelding verkreeg, die eigenlijk boven de muzikale beteekenis er van uitgang, was niet te ver wonderen. De sopraan mevr. Tr. Westerouwen v. Meeteren zong, begeleid door mevr. A. Ro- bert-Fleumer, drie Aria's van Handel. De eerste daarvan, „Sieg der Zeit und Wahrheit" klonk eenigszins moeizaam: des te verrassen der was de vlotte zangtechniek in de beide andere, resp. uit „Parthenope" en uit „Flo- ridante". Uitnemende scholing was in dezen zang bemerkbaar. De stem, een groote, dra matisch getinte sopraan, heeft neiging om bij verslapping der spanning iets te zakken. De zangeres moge daarop bedacht zijn: zij zal dan onder de sopranen van ons land zich zeker een goede plaats kunnen verwerven. Pergolese's „Stabat Mater" werd na de pauze uitgevoerd. Hierbij werkte een klein strijkorkest met het door mevr. Robert be speelde klavier samen voor de begeleiding. Het orkestje was uit goede en ten deele zelfs zeer bekende kx-achten samengesteld. Tot een hecht ensemble was echter hun samenwer king nog niet geworden. Daarvoor is lang duriger gezamenlijke voorbereiding noodig. In het beroemde, door zijn melodieuze be handeling nog steeds boeiende „Stabat Mater" zongen zoowel het Zusterkoor als de beide solisten voortreffelijk. Bijzondere vermelding verdient de uitvoering der beide koorfuga's, die van het duet „Fac me" en die van de machtig gezongen alt-aria „Fac, ut portem". De leider George Robert kan met groote tevredenheid op de artistieke resultaten van zijn belangeloos verrichten arbeid terug zien. Dank daarvoor werd hem door een der be stuursleden betuigd; een fraaie krans werd hem daarbij overhandigd. De dames-solisten ontvingen bloemen K. DE JONG. VANAF HEDEN IIS ONZE ZAAK TOT 's-AVONDS 10 UUR HEEREN MODEMAGAZIJN (Adv. ingez. MedJ HAARLEM'S SALON ORKEST De Haarlemsche musici, die tien jaren gele den Haarlem's Salonorkest oprichtten, zullen bij hun eerste uitvoering te Santpoort in Ho tel „De Weyman" niet hebben vermoed, dat hun als amusement bedoeld werk nog eens harde noodzaak zou worden. Alles wat hun moeilijk bestaan ook maar eenigszins kan ver lichten moeten zij aangrijpen, en wat zij een maal bezitten, zullen zij trachten een zoo lang mogelijk bestaan te verzekeren. De leider Jac. Stoffer heeft van de oprichting af hiervoor zijn beste krachten gegeven, door te zorgen dat de programma's van H. S. O. in alle op zichten goed zijn. Bij deze jongste uitvoering, die tevens als viering van het tweede lustrum gold. hadden we weer gelegenheid te consta- teeren. hoe H. S. O. er voortdurend op uit is, al wat het onderneemt op hooger plan te brengen. Behalve een goede programmakeuze kas het vooral de zorg, die de musici besteden aan een goed samenspel. Enkele leden, ver- eenigd tot het „Allround sextet", hadden zelfs de verdienste, dat dit samenspel voldeed aan hooge eischen. Tot in de uiterste klankfines ses verzorgd waren de vier stukken, die door dit sextet werden uitgevoerd. Heel fijn was de bewerking van Drdla's „Souvenir", die op naam stond van Cor Speets, en de uitvoering hield hiermee gelijken tred. In het cadens- vormig middendeel gaf een foutje van den solist heel even een storing, maar routine- menschen weten terstond weer het evenwicht te brengen door een zoo mogelijk nog intenser samen musiceeren. In een Argentijnsch stuk kwam ook het vaak terecht gewraakte „Bergmann's Klavier" voor. Maar ditmaal vond het een fijnzinnig bespe ler, die aan den harmonica-toon al het triviale wist te ontnemen en die het instrument ook technisch volledig in zijn macht had. Weini gen zullen weten dat onze groote Johan Wa genaar zijn muzikale vorming begon op wat hij toen „het nobele instrument" noemde en waarover hij later nog met groote voldoening sprak. Dit instrument werd thans bespeeld door Jan Rosekrans. Men trachte het na te doen. De omroeper, die de laagfrequente wissel- stroomen te hulp had geroepen om aan zijn stem kracht bij te zetten, liet in zijn voor dracht. „de cellist" getiteld, dezen „uitwendig" spelen. Het woord „uitwendig" paste eerder op de voordracht van den omroeper zelf. bij wien wij gaarne wat meer innerlijkheid hadden ge- wenscht. Behalve de naam van den heer Hart Nibberig zijn nog vele namen te noemen. Em mie van Andel zong, Jan Gerritsen bespeelde de marimba met veel vaardigheid: Edith Kla- verweyden zong chansons, „Harvey's swing or chestra" deed zich te goed aan de excessen van het vrije rhythme, en nog veel meer was er, dat de aandacht verdiende en dat door de aanwezigen op hoogen prijs werd gesteld. Er werd in een flink tempo gewerkt om te komen tot de clou van den avond: het bal, dat ook wel zeer genoeglijk geweest zal zijn.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 7