UNOX 1 UNOX Rookworst: (hutfefaittetyk G a' W. ALPHENAAR ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. ZATERP A G 27 NOVEMBER 1937 II 4 A R E E M'S D A G B E A D 7 Nieuwe notaris te Haarlem. B. M. Brans benoemd. Blijkens een bericht in de Staatscourant is bij Koninklijk besluit met ingang van 25 No vember benoemd tot notaris binnen het ar rondissement Haarlem, ter standplaats Haar lem (vacature wijlen D. W. van Niekerk)de heer B. M. Brans, candidaat-notaris te Haar lem. De heer Brans is 17 Mei 1894 in Den Bosch geboren. Hier genoot hij ook zijn notarieele opleiding. In 1916 werd de heer Brans candi daat-notaris en was gedurende drie jaar als zoodanig te Rotterdam werkzaam. Sinds 1 October 1919 werkt hij ten kantore van wij len notaris Van Niekerk. Ned. Maatschappij voor Nijvèrheid en Handel. STADS EVANGELISATIE. Zondagavond zal in gebouw Lange Heeren straat 6. een buitengewone samenkomst plaats hebben, waar in de heer ,T A. Hoeken dijk Sr., schrijver van de bekende boeken Verborgen Weelde en Simon Petrus, zal spre ken. Zang en muziek zorgen voor afwisseling. VOORDEN- -POLITIE RECH T E R Buurtjes. De juffrouw uit IJmuiden-Oost, die terecht moest staan, omdat ze een andere juffrouw zou hebben uitgescholden, was niet iemand die stiekum thuis bleef, teneinde zich niet te moeten verantwoorden. O neen. Nauwelijks toch had ze de dagvaarding ontvangen en daarop gelezen, dat ze Vrijdag moest komen of ze maakte zich reisvaardig, maar ze had aalleen op Vrijdag gelet en niet op den datum zoodat ze reeds de vorige week aanwezig was Natuurlijk moest ze toen weer terug, maai ontmoedigd was ze niet, want ze verscheen even paraat nu, als een week geleden. De juffrouw toch, ofschoon de beleedigster voelde zich, zooals 't gewoonlijk gaat, zeer in haar recht, want al gaf ze toe, leelijke woorden te hebben gebruikt, zoo waren dat eigenlijk de voortbrengselen van een over- kropt gemoed, want zij was degene aan wie het leven lastig gemaakt werd. De kinderen van de buren wezen haar altijd na en lach ten haar uit; als haar wasch buiten hing sprak men van de vodden, die aan de lijn hingen en haar buurvrouw aan den anderen kant, die een zuster was van de juffrouv waar het tegen ging, zou zelf gezegd hebben dat ze met haar familie niets ophad. En zoc kwam het een keer tot woorden, toen ze bij buurvrouw aan 't sproeien waren en toen had deze gezegd: „Denk om je hartkwaal 1", waar op zij had geantwoord: „Denk om je nier! 't Was beter dat de dokter je tong had uitge sneden dan je nier". Als er zulke vriendschappelijke gesprekker gevoerd worden, wijst dit op een geladen at mosfeer en veel is er dan niet noodig om een uitbarsting te krijgen. Dat weinige was in dh geval eeiiig waschwater. De juffrouw had gewasschen en stortte hei vuile zeepsop over haar straat uit maar dat kroop onder de schutting door en kwam bij •buurvrouw. Nu is, volgens den officier, in IJmuider en in Zaandam een stroompje vuil water een 1 onoverbrugbare stroom en het gezegde: ,,'t Is maar vuil water dat je deur voorbij loopt" gaat daar niet op. Mag er bij andere oor zaken nog hoop op verzoening zijn, vuil wa ter over het straatje spoelt alle hoop weg Zeker, het is niet prettig vuil zeepsop van een ander onder je schutting door te zien kruipen, zelfs al wordt dit, zooa-ls hier ge beurd zou -zijn gevolgd door blauwsel- en chloorwatef ter desinfectie, maar de schuld ligt misschien aan de structuur van de straatjes, het ontbreken van putjes, of wat dan ook. Dit gelezen hebbende, zou men misschien gaan veronderstellen, dat de buurvrouw bi; het zien van het zeepsop vinnig zou zijn uit gevallen, wat de andere juffrouw trouwens beweerde, maar 't is merkwaardig hoe keurie netjes sommige menschen reageeren. Zoo zei buurvrouw dan ook, dat ze slechts vriendelijk over de schutting had geroepen „Juffrouw! Is u daar? en geenszins „viezerik' of zoo iets. Maar dat viezerik zou de andere juffrouv als antwoord gezegd hebben met heel leelijke woorden aan het adres van de 15-jarige doch ter, die ook als getuige verscheen en het be vestigde Eigenlijk was dit het hoofddeel dei klacht, maar nu deed zich het merkwaardig geval voor, dat, schoon die leelijke woorden niet werden ontkend, er geen veroordeeling kon volgen, omdat de vader had moeten kla gen en slechts de weersproken minder-erge scheldwoorden tegen de moeder bleven over Daarvoor kreeg de juffrouw-f 5 boete en hel scheen, dat ze blij was voor die f 5 haar harl te hebben kunnen luchten. Meer buurtjes. Volgden twee dames uit Hi-llegom, die door het noodlot ook waren aangewezen om naast elkander te wonen en om thans naast el kander voor de reohterstafel te staan, de een als getuige, de ander als beklaagde. De eer ste zei, dat, toen zij op straat stond, de an d-er naar haar toe was gekomen en haar zoo'n stomp tegen den schouder had gegeven, dat ze er drie dagen lang pijn van gevoeld had. En waarom? Nergens anders om dan dat de getuige op straat met de schoonzusters der andere had gesproken en dat deze daarin een kwaad sprekerij aan haar adres had gezien, terwijl zij, getuige, er geen oogenblifc aan gedacht had kwaad van de juffrouw te spreken. Maar nu trok de ander van leer, beweerde dat getuige haar kinderen met aanvallende bedoelingen op straat was nageloopen, en dat toen zij er bij kwam, zij van getuige eerst een duw kreeg en daarop had terug geduwd. Getuige zou uitermate verheugd geweest zijn, dat er een proces zou komen en wel die vreugde geuit hebben door te zingen: „Wie zal dat betalen?", hetgeen alles zeer natuur getrouw werd weergegeven, z-oodat we het zeldzaam verschijnsel van een zingende dame in de beklaagdenbank hadden. De bedoelde schoonzuster was als getuige gedagvaard, maar had zich schriftelijk ver schoond, zoodat er maar één getuige over bleef, wat de officier te weinig vond, zoodat hij vrijspraak vroeg. De politierechter nam echter in aanmerking, dat dé beklaagde had toegegeven te hebben gestompt, waarom zij zij f 2.50 boete kreeg. Ze leek ook al blij met dit cadeautje, ook zij had haar hart kunnen luchten en ver tellen. waarom haar mans familie tegen haar was en dat daar in eigenlijk de gram school van alle oneenigheid. Jhr. ir. O. C. A. van Liclth de Jeude over het Vervoersvraagstuk. In een der bovenzalen van café-restaurant Brinkmann, Groote Markt, sprak Vrijdagavond jhr. ir. O. C. A. van Lidth de Jeude, oud minister van Waterstaat voor 'de leden vaar het Departement Haarlem der Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel. Spr. hiefld eenige beschouwingen over het vervoersvraagstuk. Toen in 1935 een commissie tot regeling van het vervoer werd ingesteld, (als gevolg van het Bezuinigingswetsontwerp), wea'd begon nen met -het personenvervoer, dat veel min der ingewikkeld is dan het goederenvervoer. In het voorjaar van dit jaar kwam he't R.A.P. (Reglement Autopersonen-Verkeer tot stand-. Het gewestelijk belang kwam daarbij tot zijn recht omdat een lid van Ged. Staten zitting kreeg in de commissie, die de vergunningen gaf. Terwijl VToeger alleen het autobusverkeer werd geregeld werd nu ook geregeld het ver keer met touringcars, taxi's enz. De weigering van vergunning voor een auto busdienst heeft wel den indruk gevestigd, dat deze weigering geschiedde, om het spoorweg verkeer te bevoordëelen, maar dit denkbeeld is onjuist. Beide soorten van verkeer staan niet vijandig tegenover elkaar, maar moeten elkaar aanvullen. Er zijn -zelfs vele beslissin gen geweest die voordeel gaven aan het auto busverkeer. Overleg tusschen beide soorten verkeer is de beste oplossing. Er hapert nog veel aan het R.A.P. èn de leemten kunnen al leen door bedoeld overleg verdwijnen. Wat moet er nu gebeuren met het goede renverkeer? De plannen zijn in voorbereiding. Er -zal een R.A.G. (Reglement auto-goederen- vervoer) moeten komen. Zeer vele zaken zijn al tot stand gekomen. In dit verband her innerde spr. aan het spoorwegtekort. Vier voorwaarden voor -oplossing van deze kwestie waren: de vermindering- dor kapitaallasten, de inwendige reorganisatie, een juistere ver houding ten opzichte van de andere takken van verkeer en de toeneming van het "ervoer- volume. De inwendige reorganisatie il' on geveer 6 millioen gulden hebben opgeleverd en ver-vulling van de andere voorwaarden gaf vele groote voordellen. Indien de verbetering der conjunctuur aanhoudt, dan kan, rne'ent spr., het spoorwegtekort worden terugge bracht tot 1/10 van wat het nu is. Is het goed, is het niet onvoorzichtig, zoo veel geld (27 millioen) te besteden aan de electrificatie der spoorwegen in het centrum des lands? Spr. meent van niet. Door de electrificatie is de aanschaffing van 15 mil lioen aan stoommateriaal onnoodig geworden en is ook het personenvervoer zeer toegeno men door de grootere frequentie. Bovendien zal het Diesselimateriaail toegepast kunnen, worden in de peripheric. De electrificatie is dus wel verantwoord. Verder is ook gezorgd voor het verkeer te water (kanalen aanleg) en voor het vetkeer op,den weg; aan den wegen- en bruggenbouw is zeer veel gedaan; bovendien valt in de laatste jaren een versnelling van de uitvoe ring van het wegenplan te constateeren. Voorts behandelde spr. de lasten die op het motorverkeer drukken. Zijn deze lasten hoo- ger dan gerechtvaardigd is? De oud-minister gelooft wel, dat in dit opzicht de -grens bereikt :S en verlaging van lasten toeneming van het weg-autoverkeer zal ten gevolge hebben; dit is tenminste zeer waarschijnlijk: deze zaak is in studie. Maar men verge te niet, dat de automobilisten toch ook'meer „wiaar voor hun geld" hebben gekregen. Wat het goederenvervoer betreft: coördina tie zal wenschelijk zijn, maar een coördinatie gebaseerd op overheidsvoorschriften is tot mislukking gedoemd. De oplossing zal kun nen worden gebracht door een coördinatie met medewerking en onderlinge samenwerking van de bedrijven (goederenautovervoer, beurt- schipperij, spoorwegbedrijf), geleid en gehol pen van overheidswege. Een regelmatig" werkend vervoersapparaat is noodig en ook redelijke tariefsnormen zijn noodzakelijk. Vrije concurrentie is in het alge meen toe te juichen, maar wanneer er sprake is van zulke heterogene elementen ais bij het goederenvervoer is beperking ten ze'erste ge- wenscht. Buitengewoon moeilijk is het waterverkeer, meer in 't bijzonder de binnenvaart. Deze „wilde vaart" zal niet aan te veel dwingende bepalingen moeten onderworpen worden. Komt er geen coördinatie voor het goede renvervoer. dan zullen afzonderlijke bepalin gen wor den gemaakt voor het auto goederen vervoer.-en voor de beurtvaart, waarbij deze Zoo moet het zijn: stamppot met Unox Geldersche Rook worst. Zonder deze fijnste aller worsten is een stamppot niet compleet. Maar ook voor de soep kunt U zich geen betere denken. Unox is échte Gelder sche rookworst, van uitgezocht fijn vleesch, op origineele wijze bereid en gerookt. Vraagt ons boekje met nieuwe recep ten voor winterschotels. GELDERSCHE ROOKWORST UNOX VLEESCHWARENFABRIEKEN - OSS (Adv. lngez. Med.) twee belangrijke takken van verkeer aan den ketting zullen worden gelegd, terwijl de derde tak van vervoer (het spoorwegbedrijf) vrij zal blijven. Dit lijkt jhr. van Lidth de Jeude niet in het belang van de volkswelvaart. Na een korte pauze was er gelegenheid tot gedaclutenwisselingwaarvan door eenigen dei- aanwezigen gebruik werd gemaakt. Nadat de spreker de gemaakte opmerkingen had be antwoord sloot de voorzitter, ir. J. H. Telders, de bijeenkomst met een woord van dank ,aan den inleider, die een buitengewoon ingewikkeld onderwerp op( aangename en heldere wijze had behandeld en vooral den ma-druk -had ge legd op de, waarde va&.'het gemeenschappelijk óverleg. PROVINCIALE ZIEKENHUIZEN. Ged. Staten hebben de volgende aanbeve ling bij de Prov. Staten ingediend ter voor ziening in de vacature J. Valkering Tzn. (af tredend). als lid der commissie van bestuur van de Provinciale Ziekenhuizen: 1. de heer J. Valkering Tzn., te Limmen; 2. de heer L. H. van Rooyen, te Amsterdam. TORENTJE NOORDERKERK TE HOORN. Ged. Staten stellen aan de Prov. Staten voor, te besluiten, aan de gemeente Hoorn, ten behoeve van de restauratie van het to rentje van de Noorderkerk aldaar, een bij drage uit de provinciale kas toe te kennen van 15 pet. der geraamde kosten, tot een maximum van f 525, onder voorwaarde, dat door het Rijk voor hetzelfde doel een bijdrage van 45 pet. dier kosten, tot een maximum van f 1575 zal worden verleend. 25-jarig bestaan S. O. V. Feestdag met veel afwisseling. De Spoorweg Onthouders Vereeniging be staat 25 jaar en dat feit is Vrijdag op feeste lijke wijze gevierd. Des middags had in gebouw Zang en Vriendschap in de Jansstraat een receptie plaats, die zeer druk bezocht werd. De voor zitter, de heer J. H. van Seggelen, merkte in zijn kort openingswoord op, dat in de zaal de veteranen Van Norden, Van Eikern en Verster aanwezig waren. Deze veteranen vorm den 25 jaar geleden het eerste bestuur. Onder de vele aanwezigen waren o.m.: de heer War denburg, die een kort woord sprak, de heer De Rooy van de afdeeling Zaandam, de heer P. Coert, de heer Bousema namens de Geheel onthouders Hengelaarsvereeniging, de heer Beer van de afdeeling Amsterdam, de heer Jansen namens den bond voor gepensionneer- den en de heer De Haas voor de afdeeling Utrecht. Binnengekomen waren 19 schriftelijke ge- lukwenschen van verschillende andere ver- eenigingen. Na deze receptie werd door de muziekver- eeniging „Excelsior" een serenade gebracht. Deze muzikale hulde, die achter het station plaats had, trok zeer veel belangstelling, al waar de verschillende feestvierenden weer naar het gebouw Zang en Vriendschp trokken, om daar het feest voort te zetten. De voorzitter opende ook dit gedeelte met een hartelijk woord van welkom. Hij merkte op. dat de serenade niet na zou laten pro paganda voor de vereeniging te maken. Tot zijn leedwezen moest hij mededeelen, dat me vrouw Tine KerkhofPet door ziekte verhin derd was, doch de voordracht, die zij houden zou, werd vervangen door het mannenkwartet „Orpheus", onder leiding van den heer Nico de Zwager. Hierna was het de beurt aan den confe- rencier-hömorist Maupie Stoudt, die met zijn aardige liedjes zeer veel succes had. Het mannenkwartet „Orpheus" bracht ver volgens eenige liederen ten gehoore, waarna het weer de beurt was aan Maupie Stoudt, nu in een kort tooneelstukje in samenwerking met. mej. Steynfort. Vincent Meekenkamp gaf eenige xylofoon- soli ten beste, waar ook hij zeer veel succes mee oogstte. Hierna sprak ir. F. A. Brandt bondsvoorzit ter S.O.V. een feestrede. „Als er een kroonjaar ls bereikt, is dat wel een goed oogenblik, om eens te kijken naar hetgeen achter ons ligt. Er zijn in onze vereeniging- verschillende hoogtepunten ge weest. Tegenwoordig gaan niet zooveel man nen meer „naar een café toe, maar vroeger was dat heel anders". Spreker merkte op, dat de voorzitter, de heer J. H. van Seggelen, 12V2 jaar lid van van het bestuur was en wenschte den voorzitter geluk. „Snelverkeer In dezen tijd is noodzakelijk. Bij de N.S. is de veiligheid en snelheid op gelijke trap gebleven. Maar bij de auto's? Neen, bij auto's is dat niet het geval. De veiligheid bij de spoorwegen is voor een groot deel te dan ken aan het personeel en de strijd van de S.O.V. Onze bond is er op uit, meer geluk in het gezin te brengen. Wij denken hierbij aan hen, die door den drank ten onder gaan. Ik heb al gezegd, dat er tegenwoordig niet meer zooveel mannen naar café's toegaan als vroe ger, maar onze bond kan zijn werk nog lang niet. stopzetten. Nu zijn de ouderen dan ook weer aan den gang, maar niet alleen zij moeten aangemoe digd worden, zooveel mogelijk leden te wer ven, neen, het is vooral de jeugd, die Op het nuttig werk van onzen bond gewezen moet worden, want de jeugd is het, die later ons tegenwoordig werk moet voortzetten". Spreker wekte dan de aanwezigen ook op, hun kinderen zooveel mogelijk mobiel voor het werk te maken. Na de pauze hield Maple Stoudt nog een aardige voordracht: De oude Koster die zeer in den smaak van de aanwezigen viel. Het mannenkwartet „Orpheus" zong ver volgens nog een paar nummers, waarna Ar nold Goosens soli op zijn harmonica ten beste gaf. Haarlem's verleden is herleefd. GEMEENSCHAP VOOR PRACTISCH CHRISTENDOM. Dinsdagavond 30 November belegt bovenge noemd comité een openbare samenkomst in het gebouw „Ons Huis" aan de Ged. Volders, gracht 15. De inleiding tot de getuigenissen zal worden gehouden door den heer A. Vries. Rooie Bram was onschuldig. door J. P. BALJé. A, dat was werkelijk een gek geval met Rooie Bram. die absoluut onschuldig voor zes jaar de gevangenis in ging. Het staat als 'n paal boven water, dat Rooie Bram totaal onschuldig was aan den overval van dien postauto in Amsterdam-Zuid, en toch ging hij er zes jaar de bak voor in. Je moet maar pech hebben! Nu moet er direct bij vermeld worden, dat Rooie Bram voor andere „delicten" zeker wel twintig of vijfentwintig jaar gevangenis straf verdiend had. Oplichting en verduiste ring waren dagelijksche bezigheden, aan diefstal met geweldpleging had hij zich ook al vaak schuldig gemaakt, en het is lang niet onmogelijk, dat die onopgehelderde moord in den Noordpolder het werk van Rooie Bram is geweest. Heelemaal onverdiend was Bram's straf dus allesbehalve. Het was alleen pech voor hem, dat hij de „bajes indraaide" voor een geval waaraan hij part noch deel had. En dat voor zoo'n handigen jongen als Bram, iemand,-die nooit gepikt kon worden, ojjidat hij overal zoo'n schitterend alibi voor had. Zeker, de politie wist best, dat. Rooie Bram een „zware jongen" was, die heel wa"t op zijn kerfstok had, en hij had dan ook al vaak te rechtgestaan, maar zijn alibi was steeds zoo keurig in orde, dat er geen speld tusschen te krijgen was. Het was de trots van Rooie Bram, dat ze hem er nooit in konden draaien. Maar op dien fataleii lentemiddag was het noodlot tegen hem! Dat begon al met de ziekte van Blonde Marie. Nu was Rooie Bram een onverschillige, ruwe bonk van een kerel, maar in zijn hart, was een heel klein, zwak plekje, en dat plekje heette Blonde Ma rie. Ze was wel eens een enkelen keer met hem uitgeweest, maar ze wilde van zoo'n ruwen rakker toch liever niet al te veel we ten. Misschien kwam het daardoor, dat hij zoo dol op Blonde Marie was. Toen hij dan ook hoorde, dat ze in het ziekenhuis lag, peinsde hij er dadelijk over, hoe hij haar nu eens een plezier kon doen. Iets echts persoon lijks wou hij haar geven, iets, waaraan ze kon zien. dat hij wat voor haar over had. En toen herinnerde hij zich plotseling dien anderen lentemiddag in een gelukkiger tijd, toen Marie nog wel eens een keertje met hem naar buiten ging. Het was een middag, die als een lichtpunt in zijn herinnering brandde, zoo rustig, zoo vredig, zoo vol geluk Samen waren ze in de bosschen geweest, ze hadden gedwaald door weide en veld, en ze hadden een heel groote veld-bou- quet geplukt. Marie was gek op bloemen, en vooral op zoo'n echt frisch veldbouquet, had ze gezegd. Rooie Bram glimlachte eens om zichzelf. Hij, de doorgewinterde boef, was zoo senti menteel, om voor Blonde Marie een veld- bouquetje te willen gaan plukken. En toch deed hij het. Hij nam een treintje naar Hil versum en dwaalde daar urenlang rond. In de bosschen en op de heide. Hij plukte, tot dat zijn rug geen rug meer was, maar een bijtend, stekend, wroetend beest, dat aan zijn lichaam scheen te knagen. Tegen den avond keerde hij terug, het veldbouquet in zijn hand geklemd. Toen kwam er een teleurstelling. In Am sterdam hingen de bloemen met treurige, verlepte kopjes naar beneden, sommige sten gels waren geknakt, en hij zag. dat het eigen lijk een miserabel bouquet was. Nee, zooiets durfde hij Blonde Marie niet te brengen. Hij kreunde eens om zijn pijnlijken rug en gooide de bloemen met een meewarigen blik in het binnen-IJ. Dan maar een bouquet in den winkel gekocht. Blonde Marie zou in ieder geval zijn goeie bedoeling wel waardee- ren, hoopte hij. In de tram naar huis las hij het avondblad. En plotseling grinnikte hij. Dat was een kolf je naar zijn hand, die overval op den post auto, waarover hij in de laatste berichten las. Ha, wat een handige jongen. Gemaskerd had hij op klaarlichten dag den chauffeur- een flinken opdoffer gegeven, en was er toen met den auto vandoor gegaan. Rooie Bram grijnsde hoorbaar. Zoo en niet anders zou hij het gedaan hebben. Dat was nou echt iets in zijn geest. Vlug, grondig, afdoend! Met dien gladden jongen zou hij weieens kennis willen maken! Hij maakte kennis met iemand anders, 's Avonds stond er namelijk een stevige po- litie-agent van één meter negentig voor zijn deur en die noodigde hem uit, even mee te gaan naar het politiebureau. In verband met den overval op den post-auto. Rooie Bram had geweldig veel schik! Dat was een prachtmop! Daar zouden ze plezier van beleven. Natuurlijk, agent, natuurlijk, hij ging wel even mee! Dat even duurde tamelijk lang. Hij zat een heelen tijd in voorarrest, en toen kwam de zaak voor Rooie Bram had er nu al lang zooveel schik niet meer in. Om het precies t-e zeggen, de ,zaak hing hem aardig de keel uit. Hij was toch totaal onschuldig, waar hielden ze hem dan voor vast? Omdat die kerel precies zijn postuur had, en omdat alles er op wees, dat het Rooie Bram's werk was? Zijn methode van „arbeiden"? Ze waren krankzinnig, hij had het niet gedaan. Eindelijk stond hij dan voor zijn rechters. Ze waren hem niet erg vriendelijk gezind, want ze kenden Rooie Bram. Natuurlijk zou 'hij weer met zoo'n alibi voor den dag komen, en dan moesten ze dien gladden vogel, die al zooveel op zijn kerfstok had, weer laten glippen. „Waar was je op den middag van den ze venentwintigsten Mei, Bram Haverkamp?" Bram streek zich eens langs den kin, en lachte. „Niet in de stad. edelachtbare." „Zoo zoo, niet in de stad. Weet je dat zeker?" „Jawel, edelachtbare, ik was niet in de stad!" „Maar waar was je dan wel op dien mid dag, Bram Haverkamp? Kun je ons dat ook zeggen?" „Zeker, edelachtbare, 'ik was in de bosschen!" „In de bosschen?" De officier van justitie fronste de wenkbrauwen. Daar kwam Bram's alibi weer! „En je was daar zeker met iemand anders, niet?" vroeg hij. „Eh... nee, edelachtbare, ik was er alleen." „Alleen? Aha!" Er kwam een licht van triomf in de oogen van den officier. Maar hij verwachtte nog een truc. Die Rooie Bram was zoo lastig te vangen. Nooit eerder was het immers gelukt. „Wat deed je daar in die bosschen, Bram Haverkamp?" „Bloemetjes plukken, edelachtbare!" Toen barstte een oorverdoovend gelach los. Iedereen in de rechtzaal lag krom van het lachen. Rooie Bram, de dief, de oplichter, de moordenaar wellicht, die bloemetjes plukte In de bosschen. 't Was om te gillen! De officier van justitie had de grootste moeite om de orde een beetje te herstellen. En hij moest zelfs dreigen met het ontruimen van de publieke tribune. Toen ging het ver hoor verder. Maar het was voor Rooie Bram een verloren zaak. De rechters voelden, dat ze hem voor het eerst schaakmat konden zetten. En zoo gebeurde het, dat Rooie Bram dus absoluut onschuldig voor zes lange jaren de bajes inging (Nadruk verboden. Auteursrecht voorbe houden.) Paardetram rijdt weer door de stad. De winkeliers in de Kleine Houtstraat slaan elk jaar de handen in elkaar, teneinde te trachten door een gezamenlijke actie, die het hen mogelijk maakt meer te presteeren, dan elk alleen zou kunnen, den verkoop te stimu- leeren door zooveel mogelijk kijkers naar hun winkelstraat te lokken. Zijn die kijkers er eenmaal, dan zorgen de extra-verzorgde éta lages er wel voor, dat deze kijkers koopers worden. En dat is tenslotte de heele opzet. Men toont daarbij een voorkeur voor het verleden, dat trouwens stof genoeg biedt voor attracties. En al is het ditmaal geen ver verleden, het is voor ons, Haarlemmers, toch een stukje historie, dat hier herleeft, voor de ouderen misschien nog herinnering, voor de jongeren reeds geheel onbekend, en dus nieuw. Immers, ergens in Noord-Holland's polder land, om precies te zijn in het dorpje Andijk heeft men een oude, maar onvervalschte paardentram ontdekt, die men keurig in de verf gezet en van andere wielen voorzien heeft en die nu op bepaalde uren door de Kleine Houtstraat rijdt, nagestaard en bewonderd door iedereen. Vrijdagavond had onder groote belangstel ling de proefrit plaats, nadat- de voorzitter der winkeliersvereniging, de heer J. J. A. van dei- Linden een rede had gehouden, waarin hij een parallel trok tusschen het verkeer van he den en dat van het nog niet zoo heel verre verleden. De eerste proefrit werd o.a. meegemaakt door de;> neeren W. B. Lasschuit en Hooy, na mens de Haarlemsche Handelsvereniging, door een vertegenwoordiger der N.Z.H. en door de heeren H. Piek en C. Broertjes, oud-con ducteur en oud-wagenvoerder van de Haar lemsche paardentram, die ongeveer 25 jaar geleden werd opgeheven. De eerste rit trok reeds veel belangstelling en ook gedurende den verderen avond heerschte er een gezellige drukte in de Kleine Houtstraat, waarin de tallooze vlaggen een feestelijk aanzien geven. 1J *5 Grootste 1 sortering BI ADMUZIEK hier ter stede ALGEMEENE MUZIEKHANDEL Kruisweg 49 - Tel. 11532 HAARLEM (Adv. lngez. Med.) Elegante avondjapon, maat 42. Zeer elegante avond- of theaterjapon van taftzijde of fluweel te vervaardigen. Gesteven of écrukleurige kant vormt het materiaal van kraag en manchetten. Benoodigd materiaal 7 meter van 100 centimeter breedte. Maat 42 Ls de volgende maat: bovenwijdte 96 cM„ taillewijdte 74 cM.. heupwijdte 104 cM. Door het al of niet aanknippen van naden kan men het. patroon passend maken voor het eigen figuur. Dit patroon is te verkrijgen tegen de prijs van 26 ct. bij de bureaux van dit blad, Gr. Houtstraat 93 en Soendaplein 37, gedurende een week yan heden af.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 9