Abr. Meijer
UNST IN lETIEREN
Haarlemsche Postfanfare.
The Bourdon Trio.
F
Rubriek voor Vragen
Peignoirs
Puilovers
Vesten
Octobervacantie
Heemstede in vroegere
eeuwen.
WOENSDAG '1 DECEMBER 1937
HAARLEM'S DAGBLAD
II
MUZIEK
Wie een muziekuitvoering geeft in een
klankruimte als die van den Stadsschouwburg
zal zijn voor- en zijn tegenstanders hebben.
De een is aangenaam getroffen door den af-
gezwakten klank; hem zouden de hooge tonen
der blaasinstrumenten een oorenkwelling
zijn. De ander mist noode het coloriet, dat de
hoogste neventonen geven aan het geheel, en
zoo iemand wordt moe van het luisteren naar
muziek, waaraan het briljante is ontnomen.
Hadden beiden kunnen luisteren naar een
uitvoering, zooals de „Haarlemsche Posthar-
monie" die gaf in den Stadsschouwburg, dan
zouden zij stellig tevreden zijn gesteld, wan
neer deze uitvoering had plaats gehad in een
zaal als die van het Concertgebouw. De diri
gent Ph. S. Vlessing vermijdt in zijn mu-
ziekweergave alles wat zweemt naar klank
excessen. Bij de grootste geluidssterkte klinkt
zijn orkest nooit geforceerd. De niet heel gun
stige acoustiek der Schouwburgzaal werkt
echter niet mede om dien klank mooi rond
te maken; men blijft de instrumenten afzon
derlijk hooren. Nu kan dit in bepaalde op
zichten wel eens een voordeel zijn, zoodat
de partituur duidelijker wordt, Maar waar die
instrumenten moeten samenwerken om in-
plaats van de teekening (de lijn) te geven:
de kleur, het klankvolume, daar is dit soort
acoustiek beslist een nadeel. In het fanfare
korps hebben b.v. zoowel de saxophones als de
bugles in hoofdzaak tot taak kleur te geven.
In die taak moesten zij nu wel te kort schie
ten. Ook de mooie bassen der Haarl. Postfan
fare hadden het zwaar te verantwoorden, nu
zij zich ditmaal zoo „enkel" gevoelden. En
het euphonium (de bariton) stond er juist
zoo voor als de genoemde instrumenten.
Waar echter de partituur teekening gaf,
daar was het ons een genoegen te kunnen
opmerken hoe goed de afzonderlijke instru
mentengroepen hun partij bliezen.
In de fantasie over Wiener operetten, van
Hans Kliment, luisterde men verrast naar de
lichtvoetige figuren in het kleine koper. Een
zeer fijn pianissimo te laten blazen door alle
in strumenten eener groep is een werk, dat
veel arbeid geeft tijdens het instudeeren,
maar grooter arbeid misschien nog tijdens
de uitvoering.
Ook de Wals van John. Strauss was in
vele opzichten zeer fijn afgewerkt. Philip
Vlessing stelt aan het spelen van zijn man
nen geen geringe eischen, wat de techniek
betreft. Maar op het stuk van voordracht-
nuanceering, wil hij de volle honderd pro
cent. Hij heeft ook recht, dit te eischen, want
zijn directie laat niets aan duidelijkheid te
wenschen over.
Het z.g. „vooruit nuanceeren", kenmerk van
den goeden dirigent, is hem geheel eigen. De
sterke gedachtenconcentratie die uit zijn
leiding spreekt, maakt net luisteren naar on
der zijn directie staande muziekkorpsen
aangenaam en onder alle omstandigheden
interessant.
We hoorden den marseh, dien hij ter eere
van directeur Pfaff componeerde, en die
eenvoudigweg „Dir. Pfaff-marsch" heet. Met
dit stuk maakte het korps in den Schouw
burg zijn entree en het had dus de moeilijk
heid te overwinnen van de ongunstige acous
tiek. Uit Vlessing's directie concludeerde ik
overduidelijk, dat hij vele dingen anders ge-
wenscht had, maar, routineman zijnde, werd
hij van deze tegenwerkende dingen niet het
slachtoffer.
Het orkest brak inmiddels naar een andere
woning op, want het podium moest ontruimd
worden voor de uitvoering door „Aerdenhout's
Tooneelensemble" dat met „Privé-secreta-
resse" van A. den Hertog en groot gedeelte
van den avond vulde. Die andere woning was
de orkestbak, die zoo mogelijk nog meer van
het klankvolume absordeerde. Maar niet
waar, de beste stoel is voor den gast, vooral
als hij welkom is. Aerdenhout toonde zich voor
dit stuk behoorlijk ingespeeld en had alles
zins recht op den dank van deHaarl.Postfanfare
zoo goed als van de zeer vele aanwezigen.
G. J. KALT.
zwang geraakte terminologie; de man heet in
z'n tweede vaderland natuurlijk „Koesns"!)-.
Van de vijf „impressions" gaven me de eerste
twee slechts zeer vage impressies: het ging
eenigszms a la Debussy, maar zeide niet veel.
Doch het derde, „Le petit moulin a l'eau"
bleek een zeer geestig en vooral voor de piano
zeer moeilijk stuk en ook het vierde, „L'église
du village" was een zeer karakteristieke mu
zikale teekening vol curieuze klankeffecten;
alleen leek me het aantal beierende klokken
voor een dorpskerkje wel wat groot. Het vijfde
,A la vogue" bleek een zeer vlot stuk, waarin
het prachtige klavierspel van Daphne Smith
opnieuw excelleerde.
Ik heb de uitnemende hoedanigheden der
pianiste nu een paar maar genoemd, maar ik
zou den anderen dames onrecht doen als ik
ook de hare niet vermeldde. De celliste be
schikte over een prachtig spicato en over een
linkerhandontwikkeling, die een absolute zui
verheid tot in de hoogste posities bijna steeds
waarborgde. En de fluitiste, de leidster van het
ensemble, produceerde op haar instument een
mooien, vollen toon en demonstreerde een
groote technische zekerheid; alleen haar
ademverdeeling gaf wel eens aanleiding tot
ongewone frazeeringen.
Het samenspel was perfect. En dus mogen
we na,dit debuut gerust een brevet van uit
nemendheid uitreiken, dat even verdiend is
als de drie tuilen bloemen, die den dames aan
het einde van het concert aangeboden werden
en waarvoor ze met een toegift ook van
Rameau dankten.
K. DE JONG.
St. Nicolaasfeest Willielmina
Fröbelschool.
Men schrijft ons:
De leerlingen van bovengenoemde school
vierden Dinsdagmiddag het jaarlijksch St.
Nicolaasfeest in het gebouw van den Haarl.
Kegelbond. Na een openingswoord door den
voorzitter, den heer Cramer, werd door den
heer Hoeben, die belangeloos het muzikale
gedeelte verzorgde, de gewenschte St. Nico-
laasstemming er in gebracht. Door eenige oud
ste leerlingen werden met succes opgevoerd de
stukjes „De" zieke teddy-beer" en „Theevisite''
De jongste leerlingen speelden eveneens heel
aardig het stukje „De Appelboom", zoodat ook
zij een hartelijk applaus van de pl.m. 150 aan
wezigen mochten ontvangen.
Wat echter de kinderen onder leiding van
mej. De Ridder en haar drie secondanten wis
ten te bereiken met „Het lintenspel", waarin
de kleuren rood, wit, blauw en oranje domi
neerden, was buitengewoon goed. Toen tot slot
hiervan met behulp van de linten het woord
„Wilhelmina" was gevormd, zongen allen
staande het Wilhelmus.
Te kwart over vier kwam St. Nicolaas de
zaal binnen. De kinderen vormden één grooten
kring en zongen den goeden kindervriend
enthousiast toe, die op zijn beurt ieder kind
persoonlijk toesprak en een cadeau met ver
snapering overhandigde.
Aan het einde van het feest werd door den
voorzitter aan mej. De Ridder, die 12jaar
aan deze school verbonden is, een fraaie
schemerlamp aangeboden. Hij hoopte, dat zij
nog vele jaren hier werkzaam mag blijven.
Een ensemble van drie Engelsche dames:
de fluitiste Eve Kisch, de celliste Denyse Hol-
daway en de pianiste Daphne Smith heeft
zich Dinsdagavond in het zaaltje van „De
Kerkuil" haar prestaties aan een klein doch
select auditorium gepresenteerd. Haarlem
kreeg daarmee de primeur in de eerste tour 7
née, die het drietal buiten de grenzen van het
Vereenigd Koninklijk onderneemt en het mag
die primeur als een onderscheiding beschou
wen. Want we hebben daardoor als eersten
in Nederland de gelegenheid gehad kennis te
maken met een wijze van musiceeren, die zoo
wel individueel als collectief voortreffelijk te
noemen was en bovendien met een aantal
oorspronkelijke werken, die men, in 't open
baar althans, zelden of nooit hoort.
Zulk éen kennismaking kan soms een histo
rische figuur in een nieuw licht plaatsenWie
bv. de beteekenis van Dietrich Buxtehude
(1637—1707) alleen uit zijn solied-gebouwde
maar ietwat droge orgelwerken kent zou wei
nig vermoeden welk een mooie, spannende, ja
zelfs poëtische muziek in diens Trio-sonates
vervat is. De zesdeelige Sonata (op. 1 no. 3),
die het Bourdon Trio voordroeg is daaraan
a-ijk: het bewegelijke, tusschen twee langzame
deelen ingesloten gefugeerde Allegro, dan het
zeer levéndige Vivace geven al contrasten ge
noeg, al komen ze niet boven de traditie van
zijn tijd uit. Maar dan volgt een Largo, dat
in den aangrijpenden chromatisch dolenden
klaagzang vergelijkingen met het ongetwij
feld later geschrevene „Crucifixus" uit
Bach's H. moll-Messe oproept en die klaag
zang keert hoogst onverwacht aan het einde
van het in G gr. t. beginnende, in a ld. t. ein
digende zesde deel het Presto terug,
waardoor dat Presto tot een intermezzo wordt.
Ook de Sonata in G van Antonio Lotti
(1667—1740) en het Ier Concert uit de „Pièces
de Clavecin" van Jean Philippe Rameau
(1683—1764) bevatten prachtige stukken,
waarvan de muzikale waarde meer treft dan de
poging tot persoons-karakteristiek welke de
titels der onderdeelen van Rameau's werk doen
vermoeden, en die natuurlijk voor onzen tijd
vrijwel zonder beteekenis blijven moet.
Moderner werk werd na de pauze ten ge-
hoore gebracht. De Sonata da Camera van G.
Pierné verviel maar in plaats daarvan speelde
het ensemble een stuk van den hier onbeken
den Engelschen componist Peter Pope, een
'stuk dat eenigszins in den trant van Maurice
Ravel gecomponeerd was. Twee fragmenten
uit opera's van Box-odin en Rimsky-Korsakow
volgden daarop, doch dit waren slechts arran
gementen. Oorspronkelijk werk werd weer ge
boden in de „Cinq Impressions d'un séjour a
la campagne" van den Anglico-Belg Eugène
Goossens (ik veroorloof me de met de match
guwe—Aljechin den „Franco-Rus" in
ANECANG 27
EEN PRACTISCH CADEAU
(Adv. ingez. Medj
Verzekerd maar geen uitkeering
Premie was niet op tijd betaald.
De heer Z., te Haarlem had bij de Eerste
Onderlinge Aaixnemers Verzekeringsmaat-
schappij te Zwolle een verzekering gesloten te
gen ongevallen, voor een som vaix ten hoog
ste f 10.000.
Nu is hem in 1934 inderdaad een ongeluk
overkomen en hij becijferde, dat dit hem
recht gaf op een uitkeering- van f 6500 door de
verzekeringsmaatschappij. De maatschappij
heeft echter geen enkele uitkeering willen
doen, omdat Z. op het oogenblik van het onge
luk achterstallig was met de premiebetaling,
waardoor, ingevolge de verzekeringsvoorwaar-
den, de verplichtingen der maatschappij wa
ren geschorst. De verzekerde had de op 1 Ja-
nuari 1934 vervallende premie niet betaald.
Nadat de maatschappij met rechtsmaatrege
len had gedreigd, verzocht de verzekerde, de
achterstallige premie in twee termijnen te
mogen betalen en wel op 1 Mei 1934 en 1 Juli
d.a.v. De helft was op 1 Mei reeds betaald,
toen in den loop van die maand het ongeluk
plaats had. De tweede helft van de achter
stallige premie werd kort na het ongeval vol
daan, aldus meldt Het Volk.
De rechtbank te Zwolle was nu van oordeel,
dat onder deze omstandigheden een weige
ring om te betalen in strijd was met de goede
trouw en de maatschappij werd dan ook ver
oordeeld tot uit keering van een bij het
vonnis vastgesteld bedrag. Tegen deze uit
spraak kwam de maatschappen in hooger be
roep bij het gerechtshof te Arnhem. Het Hof
heeft nu beslist, dat vaststaat, dat door de
wanbetaling van den verzekerde de betalings
plicht van de maatschappij was geschorst en
deze plicht ingevolge de polisvoorwaarden
eerst zou herleven, zoodra de geheele achter
stallige premie was betaald, hetgeen niet was
geschiedt op het oogenblik, dat het ongeluk
geschiedde en dat niet is in te zien, hoe die ge
schorste verplichting kon herleven door eeix
verzoek van den schuldenaar om in termijnen
te mogen betalen, zoodat, waar de maat
schappij zich op 'de geschorste verplichting
beroept, dit beroep niet door den rechter ter
zijde gesteld mag woi'den, zooals de recht
bank deed..
Het vonnis der rechtbank werd dus vernie-
tidg, de vordering aan Z. alsxxog ontzegd en
deze in de proces-kosten veroordeeld.
DUIDELIJK GESTELDE VRAGEN
van alle Abonnés van Haarlem's Dagblad
worden door een specialen Redacteur en
zijn talrijke medewerkers zoo mogelijk en
ten spoedigste beantwoord.
De vragen moeten worden geadresseerd
aan de RedactieGroote Houstraat 93. met
duidelijke vermelding van naam en woon-
vlaats. Vragenwaaraan naam en adres
ontbrekenworden terzijde gelegd
De namen der vragers blijven redactie
geheim.
De antwoorden worden per auto geheel
KOSTELOOS thuis bezorgd.
Alleen die vragen, welker beantwoording
voor vele anderen behalve den vrager, van
out kan zijn, worden tevens in ons blad ge
plaatst.
RECHTSZAKEN
HAARLEMSCHE REDDINGSBRIGADE.
Dinsdagavond was in hotel „De Leeuwerik"
de Haarlemsche Brigade bijeen voor een fees
telijke samenkomst. Bij het ernstige werk dat
de leden verrichten (en dat is veel meer, dan
het publiek verneemt') mag ook wel eens ont
spanning volgen, De feestcommissie van den
avond bestond uit de heeren Van den Berg,
Thuis en Wapstra; zij kunnen op een ge
slaagden avond terugzien.
De bijeenkomst werd geopend door den
voorzitter, den heer Joh. M. Schmidt, die
na een woord van welkom een opwekking
voor het brigadewerk sprak. Er werd gekiend
om prijzen, vrijwillig door de leden samen
gebracht; gezongen en gedanst, dat het een
lieve lust was. Het klokje vair tweeën was
voor velen nog te vroeg.
AFDEELÏNG VAN „VRIJFHARM"
OPGERICHT.
„Dezer dagen werd te dezer stede een ver
gadering van drogisten gehouden, waarin
werd besloten tot oprichting van een af-
deeling „Haarlem en omstreken" van de
Vereeniging van Vrije Handelaren in Droge
rijen, Chemicaliën, Pharnraceutische en aan
verwante artikelen „Vrijpharm".
De vergadering stond onder leiding van
den heer H. M. Koornneef, uit Doom, voor
zitter van het hoofdbestuur dier vereeniging.
Als secretaris van de plaatselijke afdeeling
zal optreden de heer W. R. v. Wetter, Rol
landstraat 72.
AMATEUR-FOTOGRAFEN VEREENIGING.
Op den vereenigingsavond van Donderdag
2 December van de Haarlemsche Amateur-
Fotografen Vereeniging zal vóór de parrze
door de commissie voor de werkavonden wor
den behandeld het monteeren van lan
taarnplaatjes.
Na de pauze zal onder leiding van de
voorzitter een discussie •worden gehouden over
een collectie foto's beschikbaar gesteld door-
de Arnhemsche A. F. V. „Gelria".
Deze avond vindt plaats in het Vereeni-
gingslokaal Gedempte Oude Gracht 104
Croote Houtstraat 16
(Adv-Ingez. Med.)
VRAAG: Een hooge boom in den tuin van mijn
huurman vlak tegen de schutting onderschept het
licht voor onze huiskamer. Overleg met mijn
buurman heeft geen resultaat opgeleverd. (Ik heb
gevraagd den top van den boom en overhangen
de takken weg te nemen). Is er nu iets aan te
doen door woning- of hinderwet of een verorde
ning toe te passen?
ANTWOORD: Gij hebt het recht de over
hangende takken zelf af te kappen, terwijl de
boom minstens op 2 Meter afstand van de schut
ting moet staan, bij gebreke waarvan wegneming
in rechte kan worden gevorderd.
VRAAG: Kan een winkelmeisje, dat 15.per
maand verdient, 2 weken voor het einde der
maand opzeggen of moet zij dat een maand van
tevoren doen?
ANTWOORD: Als zij niet inwonend is, is de
opzegging juist geschied.
PLANTEN.
VRAA.G: 1. Mijn gouden regen heeft in geen
twee jaar blad of bloem gehad, doch een dezer
dagen begonnen de knoppen open te gaan en
kwamen er kleine blaadjes aan (in 't najaar komt
de zon pas in den hoek van den tuin. waar de
plant staat). Ik wilde haar nu verplanten naar
een zonniger hoek van den tuin. Kan ik dat nu
doen?
2. Kan ik mijn klimroos nu ook verplanten
snoeien?
3. Hoe moet ik mijn geranium behandelen?
ANTWOORD: 1. De gouden regen verplant
moeilijk, evenals alle vlinderbloemigen, tot welke
familie deze plant behoort. Ik zou met het ver
planten wachten tot half of einde Maart.
2. Ja.
3. Vorstvrij, zoo mogelijk met veel licht en
droog houden.
VRAAG: Mijn aronskelk heeft den geheelen
in den tuin gestaan. Kan zij in den winter
in den vollen grond blijven staan?
ANTWOORD: Neen. De plant opnemen, in een
pot zetten, waarin eerst eenige potscherven, flink
bemeste grond aangieten en dan op een vorst-
vrije plaats met veel licht laten staan. De hoe
veelheid water hangt af van de tempratuur en
atmospheer.
VRAAG: Wanneer kan ilc in het voor-jaar mijn
hortensia's stekken en verplanten?
ANTWOORD: Zoodra de jonge scheuten onge
veer een lengte hebben van 10 cM. dan kunt i
de stekjes afsnijden en in potjes zetten. Vet-plan
is slechts noodig wanneer het wortelgestel dit
eischt. Wanneer, dat hangt af van den groei.
Verplanten van hortensia's gebeurt over het
algemeen in het najaar, dus -dat moet nu al ge
beurd zijn. Eventueel is het het volgend jaar ook
mogelijk. z
RECEPTEN.
VRAAG: Wat is het recept voor kruidkoek'
ANTWOORD: 150 gr. tarwebloem, 150 gram
donkerbruine suiker, 150 gr. oranjesnippers, 1/:
dL. water, 2 theelepeltjes gemalen kruidnagelen,
2 theelepeltjes kaneel, 1 theelepel bakpoeder,
gr. botr.
Snijd de snippers goed fijn, meng dan allo
bestanddeelen tot een gelijk deeg en breng dit
over in een met wat boter ingesmeerden v
(bij voorkeur een langwerpigen). Bak den Roek
in een matig warmen oven gaat (ongeveer 1 u
Laat den koek uitdampen en berg hem niet in
den trommel, voor hij geheel koud is geworden
laat hem, als hij misschien in het begin wat hard
mocht zijn, een paar dagen in den broodtrommel
bij het brood liggen.
VRAAG: Hoe maak ik marsepein?
ANTWOORD: 125 gr. amandelen, 125 gr. poe
dersuiker, 1 klein eiwit, eenige druppels citroen
sap, wat bloesemwater. Gebruik voor marsepein
de beste, gave amandelen, broei en pel ze. Wasch
ze zorgvuldig af en droog ze. Laat ze niet op een
te warme plaats drogen, zoodat de olie er uit
komt. Maal de amandelen door den amandel
molen. Meng de met de gezeefde poedersuiker,
het ongeklopte eiwit, het citroensap en eventueel
andere vloeistof. Maal deze massa door een
•ieoschmolen, waarop het allerfijnste mesje, het
z.g. maalsteentje is geplaatst, Maak even te vo
ren den molen zeer goed schoon, want do min
ste ongerechtigheid zou de blanke marsepein
en onaangename kleur geven. Vang desnoods
oor meerdere zekerheid de eerste portie afzon
derlijk op. Het fijne witte deeg dat nu te voor
schijn komt is het marsepein. Kneed het marse
pein nog eens goed door elkaar, wikkel het in
'en vochtigen doek en laat het 24 uur rusten.
VRAAG: Hoe maakt n.en fondant-horstplaat?
ANTWOORD: 250 gr. gewone suiker, 3/4 dL.
nellc of water, eenige druppels essence of maras
quin. Kook van de suiker met de melk een dun
stroopje, waarvan de laatste druppel, die van den
lepel valt, In een draadje trekt. Voeg een smaak
toe en laat het stroopje, goed roerende, zoover
bekoelen tot de suikermassa ondoorschijnend
wordt. Giet de massa zoo snel mogelijk in bebo
terde springvormpjes, die elk afzonderlijk op een
beboterd stukje papier gezet worden. Laat de
borstplaat bekoelen. Keer de vormpjes, verwijder
het papier en neem de vormpjes dan van de borst
plaat af. (Is de borstplaat te week om ze na het
drogen te kunnen oplichten, dan kan alles in do
pan worden geschept, iets kokend water opge
goten en de massa weer tot stroopdikte ingekookt
rorden).
DIVERSEN.
VRAAG: Hoe maak ik de mika glaasjes van
een haard schoon?
ANTWOORD: Met azijn afsponsen.
VRAAG: Hoe verwijder ik vliegenvuil van taf
zijden lampekapjes?
ANTWOORD Afsponsen met lauw sopje, waar
in wat amonia is gedaan, daarna met lauw wa
ter nasponsen en dan nog eens met koud water,
waarin wat mierenzuur is gedaan.
VRAAG: Wat voor olie moet ik gebruiken om
m tasch van slangenleer soepel te houden?
ANTWOORD: Prima Genua olie.
E tent staat en het kampvuur
brandt
't Is voor de eerste maal na het
Europeesch verlof, dat wij kampee
ren; voor de eerste maal op de Preanger hoog
vlakte. Men wil eerst wennen aan de nieuwe
woonstreek, eer men er op uitgaa.t om dat al-
lerintiemste contact met den bodem te zoe
ken Kampeeren.
Op onze Zondagsche autotochtjes waren de
eerste kampeerplannen ontstaanWaar
we maar een meer speurden met zachtglooien-
de oevers, zei een van ons „Kijk, een kam
peerplaats"; Waar we maar een inkijk kregen
in het beschaduwd dal van een kleine kali,
berekenden we, of daar een tent zou kunnen
staan. Onze uitrusting zeilen, dekens,
slaapzakken was incompleet geraakt. De
tent had geen scheerlijnen meer en de kamp
lamp was defect Maar toen werd het va-
cantie èn volle maan en de kampeerlust was
niet meer te beteugelen.
Nu staat de tent aan het meer van Tji-
leuntja en ons kampvuur brandt.
Indië is een gastvrij land voor kampeer
ders. ieder bamboebosch je levert tentstokken en
het kreupelhout langs den weg biedt brand
hout voor een vuur. Iedere klapperboom is
drinkgelegenheid en „Verboden toegang"
staat hier nergens. Wij zijn van Bandoeng
naar Tjileuntja gereden door dalen vol rij
pende sawah's. De rijstoogst is nabij, de aren
staan te zwellen. Overal vogelverschikkers op
gesteld en kleine jongens ratelen en lieten
hun touwen met lapjes zwieren, om de glatiks
op de vlucht te jagen. Er was iets feestelijks,
iets opgetogens in de lucht: rijke oogst, voed
sel voor allen, door de goede aarde omhoog-
gestuwö! De zon scheen blakend in den mid
dag over de landen en stoofde het koren in de
aren. en wij waren op weg naar het kamp!
Achter de rijstvelden stond, stoer en hoekig
de goenoeng Malabar; radiomasten klommen
in lange colonne tegen de hellingen op, hun
voeten geplant in de sawah, hun koppen
hoog in de wolken, waar ze hst aether-ver-
keer moeten regelen.
Hooger klom ook onze auto over bruggen,
langs nauwe ravijnen, voorbij een eenzame
pondok-in-een-bloementuintje, voorbij een
bergkampong, waar ketella op de drooge erf
jes groeide.
Ketella poffen in het kampvuur!" zei
iemand, en de auto stond stil bij die herin
nering. Voor vijf cent rooide de baas van
het land een bos ketellaknollen. „Waarheen?"
had hij gevraagd, terwijl hij ze tusschen het
kampeergerei in de auto stouwde, „Naar Tji-
leiprtja" wezen wij. Het meer glinsterde al
tusschen de boomen.
„Slamet djalan", had hij vriendelijk ge-
wenscht terwijl de motor aansloeg.
En nu poffen zijn ketella's in de heete asch
van het kampvuur en de ondergaande zon
kleurt het water in het meer rossig. In de ver
te steekt een zwemmer zijn hand op: „Kom
er in! 't Water is lauw!" schreeuwt hij me
toe. Het klinkt in de avondstilte als een trom
petstoot; een kudde geiten, grazend tegen den
dijkberm. begint verschrikt te hollen. Zijn ze
zoo schuw, dat ze schrikken van een men-
schenstem?
Nee, op den dijk is een jongen verschenen, de
geitenhoeder, en alle geiten draven hem mek
kerend tegemoed. Mirakels, die heeft ooit een
kudde zóó naar den herder zien verlangen? Ik
loop den dijk op, om de ontmoeting tusschen
jongen en geiten te kunnen zien. Een stevige
bok bereikt den baas het eerst, de jongen
steekt hem een bosje bladeren toe en het beest
hapt verheugd. Dat is dus de list: wie het
eerste komt krijgt een belooning, daarom loo-
pen die malle geiten eiken dag zoo hard zoodra
de jongen boven den dijk uitkomst. Daarvoor
laten ze een heele grazige berm in den steek!
Dringend en blatend gaan ze nu over het
smalle dijkpad naar hun stal in de kampong.
Uit het meer klauteren de zwemmers aan
wal, nevels zakken van de berghellingen af in
de kom van Tjileuntja, de wind steekt op.
Wij scharen ons behaaglijk om het vuurtje;
de pot schaft erwtensoep en ketella toe. Zoo
verbroederen Oost en West zich aan het
kampvuur, ook al is de erwtensoep uit het
blik!
Overal.
.Als de dagelijksche dingen en het dagelijksch
bestaan
Je gaan drukken en gaan plukken en je
levenslast verslaan,
Als je meezingt in het klaagkoor eer je nog
getroffen bent,
Pak dan voor het al te laat is je
kampeerzak en je tent:
Overal is een plekje te vinden,
Waar een tent op twee stokken kan staan,
Overal schijnt een ster aan den hemel,
Opdat je lekker slapen kunt gaan.
Overal ruischt de wind in de boomen,
En er murmelt van verre een bron,
En wanneer je ontwaakt uit je droomen
Schijnt de zon overal schijnt de zon
Als je denkt, dat je al oud wordt en je
levenslijn al daalt,
Als je elke maand je dokter en je medicyn
betaalt,
Als je mee begint te niezen, eer je nog
verkouden bent
Grijp dan voor je ook gaat hoesten
je fourage en je tent:
Overal is een plekje te vinden.
Waar geen griep en verkoudheid bestaan
En waar elke bacil, die zich vestigt,
Onherroep'lijk te gronde moet gaan.
Overal blaast de wind door je haren
En het is, of je jeugd pas begon
En je kunt een patentmiddel sparen
Als je baadt overal in de zon!
Trek naar waar de wereld wijd is en de
hemelkoepel blauw:
Als het koud is: zoek de h i 11 e als het
heet isvind de k o u
Ergens wacht een stukje weide of een
heuvel of een dal
Overal is goede aarde en de zon
is OVERAL I
T. KLAY-LANCéE.
Glatiks: rijstdiefjes. Goenoeng: berg. Een
pondok: een klein huisje van Europeanen, dik
wijls een week-end-huisje. Ketella: Cassave.
Slamet djalan: goede reis.
BALLET TRUDI SCIIOOP TE HAARLEM.
Het is den impresario Hugo Helm gelukt,
het ballet van Trudi Schoop naar Nederland
te brengen voor een kort tournée door ons
land.
Vrijdag 17 December zal het ballet in den
Stadsschouwburg alhier optreden.
DOOR INSPANNING UITSPANNING.
Bovengenoemde vereeniging organiseert op
Zaterdag' 4 December in den H.KJ3. een ge-
zelligen avond voor haar leden en introducés
waarbij zullen optreden Henny Verra, voor-
darchtskunstenares, Albert Kleyn humorist
en conférencier en prof Antonini, buikspreker
en goochelaar. Na afloop is er bal onder
muzikale begeleiding van „The Rythm
Boys".
Waarvoor consenten
verleend werden.
't Kan verkeeren, zei Breêroó reeds. Te
genwoordig pleegt een gemeentebestuur door
hoogere instanties op de vingers te worden
getikt, als het teveel geld uitgeeft, in vroe
ger eeuwen kwam het juist voor, dat hoo
gere instanties er bezwaar tegen hadden, dat
de lagere overheden al te goed zorgden voor
de ontvangsten.'
Dat ondervond herhaaldelijk de Schout
van Heemstede als hij, tegen goede betaling
consenten (vergunningen) verleende voor de
meest uiteenloopende genoegens. Zoo gaf de
schout in 1643 consent voor muziek maken
en dansen. De Baljuw van Kennemerland
maakte daar bezwaar tegen, blijkbaar om
dat hij zelf de geldelijke voordeelen wilde ge
nieten, die uit het geven van dergelijke con
senten voortsproten.
Het volgende jaar kwamen er nieuwe moei
lijkheden, toen de schout consent verleend
had voor „het zetten van kramen", d.w.z.
voor het houden van een kermis. Zoo ging
het bijna jaar op jaar, totdat op 12 October
1656 het Hof van Holland den Baljuw van
Kennemerland „verbood om den schout van
Heemstede hinderlijk te zijn in het geven
van consenten voor comedies, papegaai-
schieten, zetten van kramen en andere der
gelijke zaken".
Dat schijnt een poos geholpen te hebben,
maar toen in 1699 de toenmalige schout oen
sent verleende aan de bleekers om op Zon
dag te werken en te laten werken, toen ont
stonden er opnieuw moeilijkheden, niet om
dat de Baljuw bezwaar had tegen dezen Zon-
dagsarbeid. maar omdat hij ook daarvan zelf
de geldelijke profijten in de wacht wilde
sleepen.
Overigens schijnt deze afgunst van den
Baljuw van Kennemerland op den schout
van Heemstede wel erfelijk geweest te zijn,
want een halve eeuw later, in 1753, kregen
deze beide functionarissen het alweer met
elkaar aan den stok, nu over het verleenen
van een consent „wegens het laten harddra
ven door den hospes van de Dorstige Kuil",
een der talrijke Heemsteedsche herbergen
uit die dagen. En tenslotte ontstond ook nog
in 1784 een soortgelijk conflict over de dooi
den schout verleende toestemming tot het
maken van muziek in den Haarlemmerhout
gedurende de kermis.
De kermisvermaken uit dien tijd, waarvoor
de schout dan telkens weer afzonderlijke
consenten verleende, natuurlijk tegen af
zonderlijke betaling! waren in hoofdzaak
„het schieten van de papegaai", het „rijden
van de gans", het „knuppelen van haas of
konijn", (dierenbeschermers waren er
toen blijkbaar nog niet!) het houden van
ïongspel enz. Onder jongspel verstond men
het maken van muziek en dansen. Maar zelfs
uit de vreugdevolle vaderlandsliefde onzer
Heemstedenaren wist de schout een slaatje
te slaan, want ook voor het „uitsteken van
vlaggen" moest men consent hebben en nog
erger maakte de schout het in 1733, toen hij
een consent verleende voor het „cureeren
van krankzinnigen".
Nu golden ln die dagen, zooals men weet,
heel wonderlijke opvattingen over krankzin
nigheid. Dat deze oneelukkigen zieken zijn,
zou eerst veel en veel later beseft worden. In
het beste geval meende men, dat zij „van
den duivel bezeten" waren, maar vaak ook
miskende men de ziekte geheel en al en ■ver
sleet men den patient voor een luiaard of
een simulant. Zoo werd in 1714 een inwoner
uit Heemstede, genaamd Willem Jansz. als
krankzinnige opgesloten in het verbeterhuis
van Maerten van der Meer in Oud-Rome
in den Haarlemmerhout, „ten laste van de
armen te Heemstede". In November van dat
jaar werd hij als genezen ontslagen, doch
later moest hij opnieuuw worden opgenomen,
daar de krankzinnigheid zich opnieuw uitte.
Schout en Schepenen van Heemstede be
weerden echter, dat hij zich slechts als een
krankzinnige voordeed, „uit luiheid en om
zonder arbeid aan den kost te komen".