Abr. Meijer UNST IN lETIEREN Haarlemsche Postfanfare. The Bourdon Trio. F Rubriek voor Vragen Peignoirs Puilovers Vesten Octobervacantie Heemstede in vroegere eeuwen. WOENSDAG '1 DECEMBER 1937 HAARLEM'S DAGBLAD II MUZIEK Wie een muziekuitvoering geeft in een klankruimte als die van den Stadsschouwburg zal zijn voor- en zijn tegenstanders hebben. De een is aangenaam getroffen door den af- gezwakten klank; hem zouden de hooge tonen der blaasinstrumenten een oorenkwelling zijn. De ander mist noode het coloriet, dat de hoogste neventonen geven aan het geheel, en zoo iemand wordt moe van het luisteren naar muziek, waaraan het briljante is ontnomen. Hadden beiden kunnen luisteren naar een uitvoering, zooals de „Haarlemsche Posthar- monie" die gaf in den Stadsschouwburg, dan zouden zij stellig tevreden zijn gesteld, wan neer deze uitvoering had plaats gehad in een zaal als die van het Concertgebouw. De diri gent Ph. S. Vlessing vermijdt in zijn mu- ziekweergave alles wat zweemt naar klank excessen. Bij de grootste geluidssterkte klinkt zijn orkest nooit geforceerd. De niet heel gun stige acoustiek der Schouwburgzaal werkt echter niet mede om dien klank mooi rond te maken; men blijft de instrumenten afzon derlijk hooren. Nu kan dit in bepaalde op zichten wel eens een voordeel zijn, zoodat de partituur duidelijker wordt, Maar waar die instrumenten moeten samenwerken om in- plaats van de teekening (de lijn) te geven: de kleur, het klankvolume, daar is dit soort acoustiek beslist een nadeel. In het fanfare korps hebben b.v. zoowel de saxophones als de bugles in hoofdzaak tot taak kleur te geven. In die taak moesten zij nu wel te kort schie ten. Ook de mooie bassen der Haarl. Postfan fare hadden het zwaar te verantwoorden, nu zij zich ditmaal zoo „enkel" gevoelden. En het euphonium (de bariton) stond er juist zoo voor als de genoemde instrumenten. Waar echter de partituur teekening gaf, daar was het ons een genoegen te kunnen opmerken hoe goed de afzonderlijke instru mentengroepen hun partij bliezen. In de fantasie over Wiener operetten, van Hans Kliment, luisterde men verrast naar de lichtvoetige figuren in het kleine koper. Een zeer fijn pianissimo te laten blazen door alle in strumenten eener groep is een werk, dat veel arbeid geeft tijdens het instudeeren, maar grooter arbeid misschien nog tijdens de uitvoering. Ook de Wals van John. Strauss was in vele opzichten zeer fijn afgewerkt. Philip Vlessing stelt aan het spelen van zijn man nen geen geringe eischen, wat de techniek betreft. Maar op het stuk van voordracht- nuanceering, wil hij de volle honderd pro cent. Hij heeft ook recht, dit te eischen, want zijn directie laat niets aan duidelijkheid te wenschen over. Het z.g. „vooruit nuanceeren", kenmerk van den goeden dirigent, is hem geheel eigen. De sterke gedachtenconcentratie die uit zijn leiding spreekt, maakt net luisteren naar on der zijn directie staande muziekkorpsen aangenaam en onder alle omstandigheden interessant. We hoorden den marseh, dien hij ter eere van directeur Pfaff componeerde, en die eenvoudigweg „Dir. Pfaff-marsch" heet. Met dit stuk maakte het korps in den Schouw burg zijn entree en het had dus de moeilijk heid te overwinnen van de ongunstige acous tiek. Uit Vlessing's directie concludeerde ik overduidelijk, dat hij vele dingen anders ge- wenscht had, maar, routineman zijnde, werd hij van deze tegenwerkende dingen niet het slachtoffer. Het orkest brak inmiddels naar een andere woning op, want het podium moest ontruimd worden voor de uitvoering door „Aerdenhout's Tooneelensemble" dat met „Privé-secreta- resse" van A. den Hertog en groot gedeelte van den avond vulde. Die andere woning was de orkestbak, die zoo mogelijk nog meer van het klankvolume absordeerde. Maar niet waar, de beste stoel is voor den gast, vooral als hij welkom is. Aerdenhout toonde zich voor dit stuk behoorlijk ingespeeld en had alles zins recht op den dank van deHaarl.Postfanfare zoo goed als van de zeer vele aanwezigen. G. J. KALT. zwang geraakte terminologie; de man heet in z'n tweede vaderland natuurlijk „Koesns"!)-. Van de vijf „impressions" gaven me de eerste twee slechts zeer vage impressies: het ging eenigszms a la Debussy, maar zeide niet veel. Doch het derde, „Le petit moulin a l'eau" bleek een zeer geestig en vooral voor de piano zeer moeilijk stuk en ook het vierde, „L'église du village" was een zeer karakteristieke mu zikale teekening vol curieuze klankeffecten; alleen leek me het aantal beierende klokken voor een dorpskerkje wel wat groot. Het vijfde ,A la vogue" bleek een zeer vlot stuk, waarin het prachtige klavierspel van Daphne Smith opnieuw excelleerde. Ik heb de uitnemende hoedanigheden der pianiste nu een paar maar genoemd, maar ik zou den anderen dames onrecht doen als ik ook de hare niet vermeldde. De celliste be schikte over een prachtig spicato en over een linkerhandontwikkeling, die een absolute zui verheid tot in de hoogste posities bijna steeds waarborgde. En de fluitiste, de leidster van het ensemble, produceerde op haar instument een mooien, vollen toon en demonstreerde een groote technische zekerheid; alleen haar ademverdeeling gaf wel eens aanleiding tot ongewone frazeeringen. Het samenspel was perfect. En dus mogen we na,dit debuut gerust een brevet van uit nemendheid uitreiken, dat even verdiend is als de drie tuilen bloemen, die den dames aan het einde van het concert aangeboden werden en waarvoor ze met een toegift ook van Rameau dankten. K. DE JONG. St. Nicolaasfeest Willielmina Fröbelschool. Men schrijft ons: De leerlingen van bovengenoemde school vierden Dinsdagmiddag het jaarlijksch St. Nicolaasfeest in het gebouw van den Haarl. Kegelbond. Na een openingswoord door den voorzitter, den heer Cramer, werd door den heer Hoeben, die belangeloos het muzikale gedeelte verzorgde, de gewenschte St. Nico- laasstemming er in gebracht. Door eenige oud ste leerlingen werden met succes opgevoerd de stukjes „De" zieke teddy-beer" en „Theevisite'' De jongste leerlingen speelden eveneens heel aardig het stukje „De Appelboom", zoodat ook zij een hartelijk applaus van de pl.m. 150 aan wezigen mochten ontvangen. Wat echter de kinderen onder leiding van mej. De Ridder en haar drie secondanten wis ten te bereiken met „Het lintenspel", waarin de kleuren rood, wit, blauw en oranje domi neerden, was buitengewoon goed. Toen tot slot hiervan met behulp van de linten het woord „Wilhelmina" was gevormd, zongen allen staande het Wilhelmus. Te kwart over vier kwam St. Nicolaas de zaal binnen. De kinderen vormden één grooten kring en zongen den goeden kindervriend enthousiast toe, die op zijn beurt ieder kind persoonlijk toesprak en een cadeau met ver snapering overhandigde. Aan het einde van het feest werd door den voorzitter aan mej. De Ridder, die 12jaar aan deze school verbonden is, een fraaie schemerlamp aangeboden. Hij hoopte, dat zij nog vele jaren hier werkzaam mag blijven. Een ensemble van drie Engelsche dames: de fluitiste Eve Kisch, de celliste Denyse Hol- daway en de pianiste Daphne Smith heeft zich Dinsdagavond in het zaaltje van „De Kerkuil" haar prestaties aan een klein doch select auditorium gepresenteerd. Haarlem kreeg daarmee de primeur in de eerste tour 7 née, die het drietal buiten de grenzen van het Vereenigd Koninklijk onderneemt en het mag die primeur als een onderscheiding beschou wen. Want we hebben daardoor als eersten in Nederland de gelegenheid gehad kennis te maken met een wijze van musiceeren, die zoo wel individueel als collectief voortreffelijk te noemen was en bovendien met een aantal oorspronkelijke werken, die men, in 't open baar althans, zelden of nooit hoort. Zulk éen kennismaking kan soms een histo rische figuur in een nieuw licht plaatsenWie bv. de beteekenis van Dietrich Buxtehude (1637—1707) alleen uit zijn solied-gebouwde maar ietwat droge orgelwerken kent zou wei nig vermoeden welk een mooie, spannende, ja zelfs poëtische muziek in diens Trio-sonates vervat is. De zesdeelige Sonata (op. 1 no. 3), die het Bourdon Trio voordroeg is daaraan a-ijk: het bewegelijke, tusschen twee langzame deelen ingesloten gefugeerde Allegro, dan het zeer levéndige Vivace geven al contrasten ge noeg, al komen ze niet boven de traditie van zijn tijd uit. Maar dan volgt een Largo, dat in den aangrijpenden chromatisch dolenden klaagzang vergelijkingen met het ongetwij feld later geschrevene „Crucifixus" uit Bach's H. moll-Messe oproept en die klaag zang keert hoogst onverwacht aan het einde van het in G gr. t. beginnende, in a ld. t. ein digende zesde deel het Presto terug, waardoor dat Presto tot een intermezzo wordt. Ook de Sonata in G van Antonio Lotti (1667—1740) en het Ier Concert uit de „Pièces de Clavecin" van Jean Philippe Rameau (1683—1764) bevatten prachtige stukken, waarvan de muzikale waarde meer treft dan de poging tot persoons-karakteristiek welke de titels der onderdeelen van Rameau's werk doen vermoeden, en die natuurlijk voor onzen tijd vrijwel zonder beteekenis blijven moet. Moderner werk werd na de pauze ten ge- hoore gebracht. De Sonata da Camera van G. Pierné verviel maar in plaats daarvan speelde het ensemble een stuk van den hier onbeken den Engelschen componist Peter Pope, een 'stuk dat eenigszins in den trant van Maurice Ravel gecomponeerd was. Twee fragmenten uit opera's van Box-odin en Rimsky-Korsakow volgden daarop, doch dit waren slechts arran gementen. Oorspronkelijk werk werd weer ge boden in de „Cinq Impressions d'un séjour a la campagne" van den Anglico-Belg Eugène Goossens (ik veroorloof me de met de match guwe—Aljechin den „Franco-Rus" in ANECANG 27 EEN PRACTISCH CADEAU (Adv. ingez. Medj Verzekerd maar geen uitkeering Premie was niet op tijd betaald. De heer Z., te Haarlem had bij de Eerste Onderlinge Aaixnemers Verzekeringsmaat- schappij te Zwolle een verzekering gesloten te gen ongevallen, voor een som vaix ten hoog ste f 10.000. Nu is hem in 1934 inderdaad een ongeluk overkomen en hij becijferde, dat dit hem recht gaf op een uitkeering- van f 6500 door de verzekeringsmaatschappij. De maatschappij heeft echter geen enkele uitkeering willen doen, omdat Z. op het oogenblik van het onge luk achterstallig was met de premiebetaling, waardoor, ingevolge de verzekeringsvoorwaar- den, de verplichtingen der maatschappij wa ren geschorst. De verzekerde had de op 1 Ja- nuari 1934 vervallende premie niet betaald. Nadat de maatschappij met rechtsmaatrege len had gedreigd, verzocht de verzekerde, de achterstallige premie in twee termijnen te mogen betalen en wel op 1 Mei 1934 en 1 Juli d.a.v. De helft was op 1 Mei reeds betaald, toen in den loop van die maand het ongeluk plaats had. De tweede helft van de achter stallige premie werd kort na het ongeval vol daan, aldus meldt Het Volk. De rechtbank te Zwolle was nu van oordeel, dat onder deze omstandigheden een weige ring om te betalen in strijd was met de goede trouw en de maatschappij werd dan ook ver oordeeld tot uit keering van een bij het vonnis vastgesteld bedrag. Tegen deze uit spraak kwam de maatschappen in hooger be roep bij het gerechtshof te Arnhem. Het Hof heeft nu beslist, dat vaststaat, dat door de wanbetaling van den verzekerde de betalings plicht van de maatschappij was geschorst en deze plicht ingevolge de polisvoorwaarden eerst zou herleven, zoodra de geheele achter stallige premie was betaald, hetgeen niet was geschiedt op het oogenblik, dat het ongeluk geschiedde en dat niet is in te zien, hoe die ge schorste verplichting kon herleven door eeix verzoek van den schuldenaar om in termijnen te mogen betalen, zoodat, waar de maat schappij zich op 'de geschorste verplichting beroept, dit beroep niet door den rechter ter zijde gesteld mag woi'den, zooals de recht bank deed.. Het vonnis der rechtbank werd dus vernie- tidg, de vordering aan Z. alsxxog ontzegd en deze in de proces-kosten veroordeeld. DUIDELIJK GESTELDE VRAGEN van alle Abonnés van Haarlem's Dagblad worden door een specialen Redacteur en zijn talrijke medewerkers zoo mogelijk en ten spoedigste beantwoord. De vragen moeten worden geadresseerd aan de RedactieGroote Houstraat 93. met duidelijke vermelding van naam en woon- vlaats. Vragenwaaraan naam en adres ontbrekenworden terzijde gelegd De namen der vragers blijven redactie geheim. De antwoorden worden per auto geheel KOSTELOOS thuis bezorgd. Alleen die vragen, welker beantwoording voor vele anderen behalve den vrager, van out kan zijn, worden tevens in ons blad ge plaatst. RECHTSZAKEN HAARLEMSCHE REDDINGSBRIGADE. Dinsdagavond was in hotel „De Leeuwerik" de Haarlemsche Brigade bijeen voor een fees telijke samenkomst. Bij het ernstige werk dat de leden verrichten (en dat is veel meer, dan het publiek verneemt') mag ook wel eens ont spanning volgen, De feestcommissie van den avond bestond uit de heeren Van den Berg, Thuis en Wapstra; zij kunnen op een ge slaagden avond terugzien. De bijeenkomst werd geopend door den voorzitter, den heer Joh. M. Schmidt, die na een woord van welkom een opwekking voor het brigadewerk sprak. Er werd gekiend om prijzen, vrijwillig door de leden samen gebracht; gezongen en gedanst, dat het een lieve lust was. Het klokje vair tweeën was voor velen nog te vroeg. AFDEELÏNG VAN „VRIJFHARM" OPGERICHT. „Dezer dagen werd te dezer stede een ver gadering van drogisten gehouden, waarin werd besloten tot oprichting van een af- deeling „Haarlem en omstreken" van de Vereeniging van Vrije Handelaren in Droge rijen, Chemicaliën, Pharnraceutische en aan verwante artikelen „Vrijpharm". De vergadering stond onder leiding van den heer H. M. Koornneef, uit Doom, voor zitter van het hoofdbestuur dier vereeniging. Als secretaris van de plaatselijke afdeeling zal optreden de heer W. R. v. Wetter, Rol landstraat 72. AMATEUR-FOTOGRAFEN VEREENIGING. Op den vereenigingsavond van Donderdag 2 December van de Haarlemsche Amateur- Fotografen Vereeniging zal vóór de parrze door de commissie voor de werkavonden wor den behandeld het monteeren van lan taarnplaatjes. Na de pauze zal onder leiding van de voorzitter een discussie •worden gehouden over een collectie foto's beschikbaar gesteld door- de Arnhemsche A. F. V. „Gelria". Deze avond vindt plaats in het Vereeni- gingslokaal Gedempte Oude Gracht 104 Croote Houtstraat 16 (Adv-Ingez. Med.) VRAAG: Een hooge boom in den tuin van mijn huurman vlak tegen de schutting onderschept het licht voor onze huiskamer. Overleg met mijn buurman heeft geen resultaat opgeleverd. (Ik heb gevraagd den top van den boom en overhangen de takken weg te nemen). Is er nu iets aan te doen door woning- of hinderwet of een verorde ning toe te passen? ANTWOORD: Gij hebt het recht de over hangende takken zelf af te kappen, terwijl de boom minstens op 2 Meter afstand van de schut ting moet staan, bij gebreke waarvan wegneming in rechte kan worden gevorderd. VRAAG: Kan een winkelmeisje, dat 15.per maand verdient, 2 weken voor het einde der maand opzeggen of moet zij dat een maand van tevoren doen? ANTWOORD: Als zij niet inwonend is, is de opzegging juist geschied. PLANTEN. VRAA.G: 1. Mijn gouden regen heeft in geen twee jaar blad of bloem gehad, doch een dezer dagen begonnen de knoppen open te gaan en kwamen er kleine blaadjes aan (in 't najaar komt de zon pas in den hoek van den tuin. waar de plant staat). Ik wilde haar nu verplanten naar een zonniger hoek van den tuin. Kan ik dat nu doen? 2. Kan ik mijn klimroos nu ook verplanten snoeien? 3. Hoe moet ik mijn geranium behandelen? ANTWOORD: 1. De gouden regen verplant moeilijk, evenals alle vlinderbloemigen, tot welke familie deze plant behoort. Ik zou met het ver planten wachten tot half of einde Maart. 2. Ja. 3. Vorstvrij, zoo mogelijk met veel licht en droog houden. VRAAG: Mijn aronskelk heeft den geheelen in den tuin gestaan. Kan zij in den winter in den vollen grond blijven staan? ANTWOORD: Neen. De plant opnemen, in een pot zetten, waarin eerst eenige potscherven, flink bemeste grond aangieten en dan op een vorst- vrije plaats met veel licht laten staan. De hoe veelheid water hangt af van de tempratuur en atmospheer. VRAAG: Wanneer kan ilc in het voor-jaar mijn hortensia's stekken en verplanten? ANTWOORD: Zoodra de jonge scheuten onge veer een lengte hebben van 10 cM. dan kunt i de stekjes afsnijden en in potjes zetten. Vet-plan is slechts noodig wanneer het wortelgestel dit eischt. Wanneer, dat hangt af van den groei. Verplanten van hortensia's gebeurt over het algemeen in het najaar, dus -dat moet nu al ge beurd zijn. Eventueel is het het volgend jaar ook mogelijk. z RECEPTEN. VRAAG: Wat is het recept voor kruidkoek' ANTWOORD: 150 gr. tarwebloem, 150 gram donkerbruine suiker, 150 gr. oranjesnippers, 1/: dL. water, 2 theelepeltjes gemalen kruidnagelen, 2 theelepeltjes kaneel, 1 theelepel bakpoeder, gr. botr. Snijd de snippers goed fijn, meng dan allo bestanddeelen tot een gelijk deeg en breng dit over in een met wat boter ingesmeerden v (bij voorkeur een langwerpigen). Bak den Roek in een matig warmen oven gaat (ongeveer 1 u Laat den koek uitdampen en berg hem niet in den trommel, voor hij geheel koud is geworden laat hem, als hij misschien in het begin wat hard mocht zijn, een paar dagen in den broodtrommel bij het brood liggen. VRAAG: Hoe maak ik marsepein? ANTWOORD: 125 gr. amandelen, 125 gr. poe dersuiker, 1 klein eiwit, eenige druppels citroen sap, wat bloesemwater. Gebruik voor marsepein de beste, gave amandelen, broei en pel ze. Wasch ze zorgvuldig af en droog ze. Laat ze niet op een te warme plaats drogen, zoodat de olie er uit komt. Maal de amandelen door den amandel molen. Meng de met de gezeefde poedersuiker, het ongeklopte eiwit, het citroensap en eventueel andere vloeistof. Maal deze massa door een •ieoschmolen, waarop het allerfijnste mesje, het z.g. maalsteentje is geplaatst, Maak even te vo ren den molen zeer goed schoon, want do min ste ongerechtigheid zou de blanke marsepein en onaangename kleur geven. Vang desnoods oor meerdere zekerheid de eerste portie afzon derlijk op. Het fijne witte deeg dat nu te voor schijn komt is het marsepein. Kneed het marse pein nog eens goed door elkaar, wikkel het in 'en vochtigen doek en laat het 24 uur rusten. VRAAG: Hoe maakt n.en fondant-horstplaat? ANTWOORD: 250 gr. gewone suiker, 3/4 dL. nellc of water, eenige druppels essence of maras quin. Kook van de suiker met de melk een dun stroopje, waarvan de laatste druppel, die van den lepel valt, In een draadje trekt. Voeg een smaak toe en laat het stroopje, goed roerende, zoover bekoelen tot de suikermassa ondoorschijnend wordt. Giet de massa zoo snel mogelijk in bebo terde springvormpjes, die elk afzonderlijk op een beboterd stukje papier gezet worden. Laat de borstplaat bekoelen. Keer de vormpjes, verwijder het papier en neem de vormpjes dan van de borst plaat af. (Is de borstplaat te week om ze na het drogen te kunnen oplichten, dan kan alles in do pan worden geschept, iets kokend water opge goten en de massa weer tot stroopdikte ingekookt rorden). DIVERSEN. VRAAG: Hoe maak ik de mika glaasjes van een haard schoon? ANTWOORD: Met azijn afsponsen. VRAAG: Hoe verwijder ik vliegenvuil van taf zijden lampekapjes? ANTWOORD Afsponsen met lauw sopje, waar in wat amonia is gedaan, daarna met lauw wa ter nasponsen en dan nog eens met koud water, waarin wat mierenzuur is gedaan. VRAAG: Wat voor olie moet ik gebruiken om m tasch van slangenleer soepel te houden? ANTWOORD: Prima Genua olie. E tent staat en het kampvuur brandt 't Is voor de eerste maal na het Europeesch verlof, dat wij kampee ren; voor de eerste maal op de Preanger hoog vlakte. Men wil eerst wennen aan de nieuwe woonstreek, eer men er op uitgaa.t om dat al- lerintiemste contact met den bodem te zoe ken Kampeeren. Op onze Zondagsche autotochtjes waren de eerste kampeerplannen ontstaanWaar we maar een meer speurden met zachtglooien- de oevers, zei een van ons „Kijk, een kam peerplaats"; Waar we maar een inkijk kregen in het beschaduwd dal van een kleine kali, berekenden we, of daar een tent zou kunnen staan. Onze uitrusting zeilen, dekens, slaapzakken was incompleet geraakt. De tent had geen scheerlijnen meer en de kamp lamp was defect Maar toen werd het va- cantie èn volle maan en de kampeerlust was niet meer te beteugelen. Nu staat de tent aan het meer van Tji- leuntja en ons kampvuur brandt. Indië is een gastvrij land voor kampeer ders. ieder bamboebosch je levert tentstokken en het kreupelhout langs den weg biedt brand hout voor een vuur. Iedere klapperboom is drinkgelegenheid en „Verboden toegang" staat hier nergens. Wij zijn van Bandoeng naar Tjileuntja gereden door dalen vol rij pende sawah's. De rijstoogst is nabij, de aren staan te zwellen. Overal vogelverschikkers op gesteld en kleine jongens ratelen en lieten hun touwen met lapjes zwieren, om de glatiks op de vlucht te jagen. Er was iets feestelijks, iets opgetogens in de lucht: rijke oogst, voed sel voor allen, door de goede aarde omhoog- gestuwö! De zon scheen blakend in den mid dag over de landen en stoofde het koren in de aren. en wij waren op weg naar het kamp! Achter de rijstvelden stond, stoer en hoekig de goenoeng Malabar; radiomasten klommen in lange colonne tegen de hellingen op, hun voeten geplant in de sawah, hun koppen hoog in de wolken, waar ze hst aether-ver- keer moeten regelen. Hooger klom ook onze auto over bruggen, langs nauwe ravijnen, voorbij een eenzame pondok-in-een-bloementuintje, voorbij een bergkampong, waar ketella op de drooge erf jes groeide. Ketella poffen in het kampvuur!" zei iemand, en de auto stond stil bij die herin nering. Voor vijf cent rooide de baas van het land een bos ketellaknollen. „Waarheen?" had hij gevraagd, terwijl hij ze tusschen het kampeergerei in de auto stouwde, „Naar Tji- leiprtja" wezen wij. Het meer glinsterde al tusschen de boomen. „Slamet djalan", had hij vriendelijk ge- wenscht terwijl de motor aansloeg. En nu poffen zijn ketella's in de heete asch van het kampvuur en de ondergaande zon kleurt het water in het meer rossig. In de ver te steekt een zwemmer zijn hand op: „Kom er in! 't Water is lauw!" schreeuwt hij me toe. Het klinkt in de avondstilte als een trom petstoot; een kudde geiten, grazend tegen den dijkberm. begint verschrikt te hollen. Zijn ze zoo schuw, dat ze schrikken van een men- schenstem? Nee, op den dijk is een jongen verschenen, de geitenhoeder, en alle geiten draven hem mek kerend tegemoed. Mirakels, die heeft ooit een kudde zóó naar den herder zien verlangen? Ik loop den dijk op, om de ontmoeting tusschen jongen en geiten te kunnen zien. Een stevige bok bereikt den baas het eerst, de jongen steekt hem een bosje bladeren toe en het beest hapt verheugd. Dat is dus de list: wie het eerste komt krijgt een belooning, daarom loo- pen die malle geiten eiken dag zoo hard zoodra de jongen boven den dijk uitkomst. Daarvoor laten ze een heele grazige berm in den steek! Dringend en blatend gaan ze nu over het smalle dijkpad naar hun stal in de kampong. Uit het meer klauteren de zwemmers aan wal, nevels zakken van de berghellingen af in de kom van Tjileuntja, de wind steekt op. Wij scharen ons behaaglijk om het vuurtje; de pot schaft erwtensoep en ketella toe. Zoo verbroederen Oost en West zich aan het kampvuur, ook al is de erwtensoep uit het blik! Overal. .Als de dagelijksche dingen en het dagelijksch bestaan Je gaan drukken en gaan plukken en je levenslast verslaan, Als je meezingt in het klaagkoor eer je nog getroffen bent, Pak dan voor het al te laat is je kampeerzak en je tent: Overal is een plekje te vinden, Waar een tent op twee stokken kan staan, Overal schijnt een ster aan den hemel, Opdat je lekker slapen kunt gaan. Overal ruischt de wind in de boomen, En er murmelt van verre een bron, En wanneer je ontwaakt uit je droomen Schijnt de zon overal schijnt de zon Als je denkt, dat je al oud wordt en je levenslijn al daalt, Als je elke maand je dokter en je medicyn betaalt, Als je mee begint te niezen, eer je nog verkouden bent Grijp dan voor je ook gaat hoesten je fourage en je tent: Overal is een plekje te vinden. Waar geen griep en verkoudheid bestaan En waar elke bacil, die zich vestigt, Onherroep'lijk te gronde moet gaan. Overal blaast de wind door je haren En het is, of je jeugd pas begon En je kunt een patentmiddel sparen Als je baadt overal in de zon! Trek naar waar de wereld wijd is en de hemelkoepel blauw: Als het koud is: zoek de h i 11 e als het heet isvind de k o u Ergens wacht een stukje weide of een heuvel of een dal Overal is goede aarde en de zon is OVERAL I T. KLAY-LANCéE. Glatiks: rijstdiefjes. Goenoeng: berg. Een pondok: een klein huisje van Europeanen, dik wijls een week-end-huisje. Ketella: Cassave. Slamet djalan: goede reis. BALLET TRUDI SCIIOOP TE HAARLEM. Het is den impresario Hugo Helm gelukt, het ballet van Trudi Schoop naar Nederland te brengen voor een kort tournée door ons land. Vrijdag 17 December zal het ballet in den Stadsschouwburg alhier optreden. DOOR INSPANNING UITSPANNING. Bovengenoemde vereeniging organiseert op Zaterdag' 4 December in den H.KJ3. een ge- zelligen avond voor haar leden en introducés waarbij zullen optreden Henny Verra, voor- darchtskunstenares, Albert Kleyn humorist en conférencier en prof Antonini, buikspreker en goochelaar. Na afloop is er bal onder muzikale begeleiding van „The Rythm Boys". Waarvoor consenten verleend werden. 't Kan verkeeren, zei Breêroó reeds. Te genwoordig pleegt een gemeentebestuur door hoogere instanties op de vingers te worden getikt, als het teveel geld uitgeeft, in vroe ger eeuwen kwam het juist voor, dat hoo gere instanties er bezwaar tegen hadden, dat de lagere overheden al te goed zorgden voor de ontvangsten.' Dat ondervond herhaaldelijk de Schout van Heemstede als hij, tegen goede betaling consenten (vergunningen) verleende voor de meest uiteenloopende genoegens. Zoo gaf de schout in 1643 consent voor muziek maken en dansen. De Baljuw van Kennemerland maakte daar bezwaar tegen, blijkbaar om dat hij zelf de geldelijke voordeelen wilde ge nieten, die uit het geven van dergelijke con senten voortsproten. Het volgende jaar kwamen er nieuwe moei lijkheden, toen de schout consent verleend had voor „het zetten van kramen", d.w.z. voor het houden van een kermis. Zoo ging het bijna jaar op jaar, totdat op 12 October 1656 het Hof van Holland den Baljuw van Kennemerland „verbood om den schout van Heemstede hinderlijk te zijn in het geven van consenten voor comedies, papegaai- schieten, zetten van kramen en andere der gelijke zaken". Dat schijnt een poos geholpen te hebben, maar toen in 1699 de toenmalige schout oen sent verleende aan de bleekers om op Zon dag te werken en te laten werken, toen ont stonden er opnieuw moeilijkheden, niet om dat de Baljuw bezwaar had tegen dezen Zon- dagsarbeid. maar omdat hij ook daarvan zelf de geldelijke profijten in de wacht wilde sleepen. Overigens schijnt deze afgunst van den Baljuw van Kennemerland op den schout van Heemstede wel erfelijk geweest te zijn, want een halve eeuw later, in 1753, kregen deze beide functionarissen het alweer met elkaar aan den stok, nu over het verleenen van een consent „wegens het laten harddra ven door den hospes van de Dorstige Kuil", een der talrijke Heemsteedsche herbergen uit die dagen. En tenslotte ontstond ook nog in 1784 een soortgelijk conflict over de dooi den schout verleende toestemming tot het maken van muziek in den Haarlemmerhout gedurende de kermis. De kermisvermaken uit dien tijd, waarvoor de schout dan telkens weer afzonderlijke consenten verleende, natuurlijk tegen af zonderlijke betaling! waren in hoofdzaak „het schieten van de papegaai", het „rijden van de gans", het „knuppelen van haas of konijn", (dierenbeschermers waren er toen blijkbaar nog niet!) het houden van ïongspel enz. Onder jongspel verstond men het maken van muziek en dansen. Maar zelfs uit de vreugdevolle vaderlandsliefde onzer Heemstedenaren wist de schout een slaatje te slaan, want ook voor het „uitsteken van vlaggen" moest men consent hebben en nog erger maakte de schout het in 1733, toen hij een consent verleende voor het „cureeren van krankzinnigen". Nu golden ln die dagen, zooals men weet, heel wonderlijke opvattingen over krankzin nigheid. Dat deze oneelukkigen zieken zijn, zou eerst veel en veel later beseft worden. In het beste geval meende men, dat zij „van den duivel bezeten" waren, maar vaak ook miskende men de ziekte geheel en al en ■ver sleet men den patient voor een luiaard of een simulant. Zoo werd in 1714 een inwoner uit Heemstede, genaamd Willem Jansz. als krankzinnige opgesloten in het verbeterhuis van Maerten van der Meer in Oud-Rome in den Haarlemmerhout, „ten laste van de armen te Heemstede". In November van dat jaar werd hij als genezen ontslagen, doch later moest hij opnieuuw worden opgenomen, daar de krankzinnigheid zich opnieuw uitte. Schout en Schepenen van Heemstede be weerden echter, dat hij zich slechts als een krankzinnige voordeed, „uit luiheid en om zonder arbeid aan den kost te komen".

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 13