Dienstplichtwet zal geen groote wijzigingen ondergaan. Nieuwe amendement ten op de diensh plichfwet. Heel Indië wacht op 5 December. St. Nicolaas en de nieuwe spelling ZATERDAG 4 DECEMBER 1937 HA'AREEM'S DAGBE'AD 3 TWEEDE KAMER Amendement—Van IJsselmuiden gewijzigd DEN HAAG Vrijdag. Nadat was vastgesteld, dat a.s. Woensdag middag afdeelingsonderzoek en dus geen open bare vergadering zal plaats hebben, hervatte men de militaire beraadslagingen. Een ont zagwekkend contingentsprekers meldde zich nog aan: hiervan een blijvend gedeelte, dat de volgende week pas in het geweer komt. De heer Schil thuis (v.d.), die o.m. op merkte dat defensie-uitgaven niet met 'n ver zekeringspremie te vergelijken zijn, vond dat de Regeering te hoog grijpt met haar voor stellen. Deze gaan z.i. de financieele draag kracht van ons volk te boven en houden er blijkbaar geen rekening mee, dat Nederland in geval van oorlog niet alleen zal staan. Een eersten oefentijd van 8 maanden, waarvan een halve maand voor herhalingsoefening, met meer herhalingsoefeningen acht spr. vol doende terwijl z.i. met 'n contingent van 27.400 man kan worden volstaan. Deze afge vaardigde bracht o.a. nog te berde, dat er wel een ander geschikt militair vliegveld in de buurt van Bergen ON.H.) te vinden is dan dat waarop de Regeering haar keuze heeft laten vallen: denkbeeld dat ook Mr. Wendelaar (lib.) bleek toe te lachen. Hierna zette de heer d'Ansembourg (nat. soc.) uiteen, dat het geld in heel de defensiekwestie geen moeilijkheden hoeft op te leveren zie Schacht, die in Duitschland milliarden te voorschijn wist te roepen! en dat de Re- geeringsvoorstellen zoowel wat eersten oefen tijd als wat omvang van 't contingent betreft nog lang niet ver genoeg gaan. Voor Indië is ook veel meer noodig. Spr. kwam met een motie voor den dag waarin verwacht werd de technische uitrusting van het leger in Neder land eerst op peil te brengen en zoolang het Dienstplicht-ontwerp te laten rusten, dat de Regeering daarna, gewijzigd overeenkomstig de door de nat. soc. gekoesterde wenschen, weer zou moeten indienen, terwijl de motie verder onverwijlden aanbouw van twee zware kruisers voor Indië bepleitte. De motie had naast de handteekeningen van de 4 N. S. B.'ers nog een vijfde noodig, zoodat de heer d'Ansembourg een dringend beroep, speciaal op de c. h. Kamerleden deed, om hem aan die vijfde hamdteekening te willen hel pen. Het hielp niet; niemand bleek hier toe bereid, zoodat de motie onder tafel raakte. Dit is inmiddels ook al 't geval met het amen- dement-IJsselmuiden i.z. verkorting van den eersten oefentijd, een kleiner jaarlijksch con tingent en 'n nadere regeling tot vrijstelling wegens broederdienst. Toen immers de nat soc. woordvoerder dit amendement stond te bestrijden, riep de leider van de R.K. fractie, oud-minister Deckers hem toedit bestaat al niet meer. De heer d'Ansembourg ver klaarde dat hem dit nieuwe feit niet bekend was. Blijkbaar heeft de heer IJsselmuiden moeten ondervinden, dat de overgroote meer derheid in zijn fractie hem en zijn naasten meestanders toch niet zal bijstaan. Zooals de zaken thans staan, is het dan ook vrijwel ze ker, dat de Regeering in hoofdzaak haar zin zal krijgen. De heer T i 1 a n u s (c.h.), die tegenover den chr. dem. v. Houten andere Bijbelteksten kon Thans wel voor elf maanden eerste oefentijd. Oude voorstellen van den heer van IJsselmuiden gewijzigd. Ter vervanging van hun dezer dagen inge diende amendementen hebben de heeren IJsselmuiden, Stemmetz, Ruyter, Stumpel en Groen, dezen keer daarbij ondersteund dooi de heeren van Poll, Ruys de Beerenbrouck, Bajetto en Deckers eenige nieuwe amendemen ten voorgesteld op het wetsontwerp tot wijzi ging van de dienstplichtwet. In deze amendementen komt niet meer een verkorting van den eersten oefentijd van elf maanden voor. Van het jaarlijksch contingent zegt een amendement, dathet 27.500 man zal bedra gen, evenwel met dien verstande, dat het in de jaren 1939 t/'m. 1943 32.000 zal bedragen. De onderteekenaars zijn van oordeel, dat het aanwijzen van de personen, aan wie de vrijstelling ten goede zal komen, welke ver leend zal worden in verband met het jaarlijks te verwachten overschot, in de wet behoort te worden geregeld. Dit kan volgens de onderteekenaars ge schieden door handhaving van de vrijstelling wegens broederdienst, behoudens eenige wij zigingen. Deze reden van vrijstelling zal dan, in plaats van de eerste, de laatste der in art. 12, eerste lid, der dienstplichtwet genoemde redenen van vrijstelling moeten worden, om dat de mate, waarin deze vrijstelling zal wor den verleend, afhankelijk zal moeten zijn van de grootte van het overschot. De onderteekenaars hebben zich de toepas sing zóó gedacht, dat de vrijstelling in de eerste plaats ten goede komt aan de gezinnen, uit welke het grootste aantal zonen reeds dienstplichtig is geworden, en van deze gezin nen aan die. welke het grootste aantal kinde ren tellen. Deze gedachte is belichaamd in een in art. 13 op te nemen nieuw tweede lid. Op deze wijze zal volgens onderteekenaars het getal zoons, dat de gezinnen, met uitzon dering van de kleinste, voor den dienst moe ten afstaan, weinig of niet uiteenloopen. Dit zal ten goede komen aan de groote gezinnen, daar dan, naar verhouding tot het getal kin deren, uit deze gezinnen minder zoons zullen behoeven te dienen dan uit de kleinste ge zinnen. Ir. Albarda stelt eersten oefen tijd van zes maanden voor. Ir. Albarda en eenige andere leden der So ciaal-Democratische Tweede Kamerfractie hebben ook een amendement ingediend op het wetsontwerp tot wijziging van de dienstplicht wet. Voorgesteld wordt den eersten oefentijd te brengen van elf op zes maanden. aanhalen, en den heer d'Ansembourg verweet zich op 'n minachtende, kleineerende wijze, in strijd met onze nationale belangen en gevoe lens te hebben uitgelaten (interrupties en he vig voorzitterlijk hamerkloppen volgden hier op), bleek het te betreuren, dat door de de- fensie-vereischten andere hoogst nuttige uit gaven achterwege moeten blijven. Doch harde noodzaak dwingt ons tot versterking van de weermacht. Intusschen vroeg hij zich af, of 11 maanden eerste oefening wel voor alle dienst plichtigen noodig zijn. Van amendementen tot verlaging van het contingent, zooals de Re geering thans heeft voorgesteld, wilde spr. niet weten. Overigens zag hij in de verster king van de leger organisatie, o.m. in verband met den aldus noodigen aanbouw van kazer nes, een stuk werkverruiming, zienswijze ge deeld door den heer Amelink (a. r.), die zich con amore achter de Regeering plaatste en voorts zoowel den heer v. Houten als Ir. Al barda bestreed. Mr. Wendelaar (lib.) verkocht een aar dig mopje toen hij aangaf, waarom onze Re geering aan het advies of voorbeeld van Schacht niet veel zal hebben. Onlangs vertoef de Schacht in een groote publieke gelegenheid in Berlijn. Ofschoon hij daar niet vermomd verscheen herkende men hem toch niet. Hoe kwam dat? Doordat hijbetaalde! Van de weermacht moeten we meer en meer maken een nationaal instituut. Als een ander ons naar den keel vliegt acht spr. het plicht zich te verdedigen, hetgeen aldus aan het adres van den heer v. Houten r— moreel iets gansch anders is dan het voeren van een aan- vals-oorlog. Aanbouw van nieuwe vloot-mate- riaal is ook noodig met 't oog op wat soms in vredestijd moet worden ondernomen. De libe rale woordvoerder zet uiteen, dat we er met klein materieel niet beter, doch slechter af zullen zijn. Daarom is hij voor den kruiser- bouw en dus tegen het hiertegen gerichte amendement-Schilthuis Met dien afgevaar digde voelde Mr. Wendelaar alles voor deugde- delijke economische oorlogsvoorbereiding. Het opbergen van munitie ander puntje door spr. aangeroerd dat men in Zwitserland in de bergen doet, zou hier misschien bij onze bergen-in-zakformaat, de duinen, kunnen ge schieden. Met de Regeeringsvoorstellen i.z. vergroo ting van het contingent is spr. het ten volle eens, doch met betrekking tot den duur van den eersten oefentijd vraagt hij zich af of het niet wat korter dan 11 maanden kan. Hij zal het antwoord van den Minister hierop met be langstelling afwachten. Tot slot van den middag prees R o e s t a m Effendi (comm.) de weerbaarmaking van de geheele Indische bevolking aan (een volks leger wilde hij daar) en toelating van inheem- schen tot alle rangen bij de weermacht. Ten aanzien van de dienstplichtwet nam hij het zelfde standpunt in als Ir. Albarda. E. v. R. Circuspaarden door electrischen stroom gedood. Aan den Slingerweg te Breda, waar het be kende circus Van Bever zijn winterkwartier heeft opgeslagen, vond een ernstig ongeval plaats in een der stallen, waar de paarden ondergebracht waren. Vermoedelijk is bij het verrijden van een der circuswagens de rubber bekleeding van een der electrische voedingskabels ten deele afgescheurd, zoodat de ijzeren stangen, waar aan de 32 paarden stonden vastgebonden met kettingen, onder stroom kwamen te staan. Op het vreeselijke leven, dat de dieren maakten, snelde het personeel naar de stal. Daar zagen zij een angstwekkend schouwspel alle paarden lagen als een verwarde kluwen zenuwtrekkend, dooreen. Terstond werd de electrische stroom uitge schakeld en voorzichtig werd gepoogd de dieren op te helpen. Drie dezer, een prachtige schimmel en twee beroemde rood-oogige Isa- bella-paarden waren door den stroom gedood. De paarden waren, volgens Het Volk, niet verzekerd. Sinterklaas en Hari Raja op één dag. Op den dag. dat Sint paard en Piet tot top prestaties aanspoort en de Hollandsche pan nendaken frequenteert, viert ook het Moham- medaansche deel der Nederlandsch Indische bevolking (en dat is verreweg het grootste) een feest dat het in lawaai en eterij wint van het Nederlandsche festijn van den lach, mar sepein en suikergoed. Het toeval wil namelijk dat dit jaar de ver jaardag van den eerwaarden goeden man sa menvalt met Hari Raja, den dag van het festijn der huisjongens, baboes, oppassers en anderen, die na een maand lang van streng vasten weer mogen eten, drinken, rooken en smullen, zooveel als hun bescheiden hart be geert. En elk jaar weer is de Hari Raja eigenlijk de eenige dag der Mohammedaansche feesten, waarvan wij, Europeanen in Indië, iets mer ken. We merken het aan de diefstallen, die in groote mate toenemen al naar gelang wij dichter dien grooten feestdag naderen, wij merken het aan het verhoogd aantal aanvra gen om voorschot, we merken het aan het soms oorverdoovend lawaai van merdjona. voetzoekers, knallende stukken bamboe, met petroleum gevuld, we merken het aan de hongerige gezichten van hen die een maand lang niets aten. Dat wil zeggen: overdag niets aten. Want in den poeasa-tijd, den tijd die ligt voor dien belangrijken feestdag en die vier weken duurt, mag een geloovig Mohammedaan tusschen zonsopgang en -ondergang niets in zijn lichaam krijgen. Geen slokje water, geen krummeltje rijst, ja geen rook van een sigaret en zelfsmag hij niet eens slikken, iets wat men toch onwillekeurig doet, hetgeen menig onaangenaam tooneeltje oplevert als men het voorrecht heeft een plichtsgetrouwe geloovige in de omgeving te hebben Het wachten is op de maan. Vier weken geleden nu hebben de gods- „Wat kunnen we dit jaar weer scheutig zijn met al die overgeschoten letters." dienstige adviseurs van den Sultan bekend gemaakt dat zij het eerste sikkeltje van de maan hebben ontdekt, nadat men reeds eenige dagen op de nieuwe had gewacht. Deze ontdekking wil zeggen: morgen begint de poasa en voor het zoover is wordt er gegeten en gedronken alsof men vooraaad moet in slaan voor een winterslaap. Dik gebuikt en wel gedaan gaat men 's an derendaags aan den arbeid. Vroeg in Sen mor gen reeds want in Indië begint men meeren- deels erg vroeg om de koele uren ten nutte te maken. Blootsvoets of fietsend spoeden ze zich langs de blauw-vochtige wegen, die eenige uren later sudderen in de tropenzon en als het eenmaal zoover is, begint de ellende. Ai Die eerste dag. Van vijf uur 's morgens tot ruim zes uur 's avonds zonder een natje en een droogje. De bruine huidskleur wordt angstig licht en lijkt op koffie-verkeerd. De wangen vallen in, de oogen staan branderig. En als eindelijk het verlossende uur van den avond is gekomen, tast een moede hand naar het zoete stroopje, dat de maag weer even op streek moet helpen, waarna er flink ingeslagen wordt, om de schade te herstellen. Zichtbaar dankbaar voor de goede zegeningen des spij- zes strekken zij zich uit, mannen en vrouwn. die naar het rookgerei grijpen, al naar gelang hun maatschappelijken welstand strootjes van tien voor een halve cent tot sigaretten van drie voor een cent, zuigend.Koesterende slaap drukt de moede oogen toe, tot Boem, boem, klets, dong Dat is de tongdong, die om een uur of twaalf in den nacht te kennen geeft dat het poeasatijd is ende geloovigen te midder nacht aan den disch roept. De man duwt zijn vrouw van de baleh-baleh, zij hurkt op df knieën om de rijst en het vischje te warmen en tezamen wordf, in half wakenden toestand, de maag gevuld. De oogen vallen weer dicht, tot een paar uur later de tongtong nogmaals zijn opwekkend gedonder laat hooren en wederom slapensmoede ai-men zich rekken naar het eten dat in dezen tijd alleen des nachts verorberd mag worden. En wee hem, die zoo'n vasten slaap had, dat de tongtong zijn oogleden niet kon opheffen! Een lange dag wacht, een dag waarin weer niet gegeten mag worden, op straffe te zondigen tegen het strenge voorschrift te vasten. Te vasten een heele maand lang. De remmen los! En is het dan wonder dat na zoo'n tijd van inspannende ontbering de remmen worden los gegooid en er gegeten en gedronken wordt dat de stukken eraf vliegen? Dat er groote maaltijden worden aangericht met veel ditjes en datjes, griezeligheden soms, welker her komst wij niet kunnen raden? Dat er vuur werk wordt afgestoken bij handen vol tegelijk, dat niet alleen een uiting van feestvreugde is, doch ook religieuze beteekenis heeft? Vuur werk, welker resten men vooral niet opruimt, opdat een ieder kan zien hoe veel er wel af geschoten is en hoe trouw men zijn plichten heeft vervuld. En er worden nieuwe kleeren gekocht, wat ook al een voorschrift is, men vergeeft elkander de zonden en vraagt om vergiffenis voor alle slechte dingen in het openbaar of het geheim bedreven, men schenkt den armen voedsel en kleeren en dat kost allemaal zoo vreeselijk veel geld, dat in den poeasatijd wel eens een vergissing te meer wordt gemaakt met het moeilijke on derscheid tusschen mijn en dijn.... En dit jaar zal de Hari Raja nu op Sinter klaas vallen! Sinterklaas en Hari Raja. Dat is zuiver toeval, want de Mohammedanen reke nen met maan-maanden. zoodat de Groote Dag telkenmale verschuift. Maar dit jaar zal de vijfde December ook in Indië voor blank en bruin dus de dag der verrassingen zijn. De dag van eten en drinken en lawaai en cadeautjes. Voor de eene helft speculaas, mar sepein, grappige versjes en parfums, voor de andere fijne rijst, zoete stroop, vuurwerk en sarongs. Voor de eene helft ter eere van den goeden Spanjaard, die elk jaar onvermoeid zijn geschenken rondstuurt en daardoor menigeen in de gelegenheid stelt op bedekte wijze per gedicht aan een ander de waarheid te vertel- tellen, voor de andere helft uit dankbaarheid aan* den God, ter eere van wien men zich een maandlang ontberingen heeft getroost, slaap tekort is gekomen en krachten heeft ingeboet. Dat is Sinterklaas 1937 in Indië! W. SCH. Geknoei met suikerbieten ontdekt. Listige vervoerders toch gesnapt. In de eerste week van November vervoegde zich bij den landbouwer van der V. te Baren- drecht de 25-jarige chauffeur H. W. van K,, die vroeg of Van der V. er iets voor voelde 20.000 k.g. suikerbieten to koopen. De landbouwer had hier wel oor'en naar. Er werd vastgesteld, dat de suikerbieten zouden worden geleverd bij een suikerfabriek te Oud- Beierland. Op de weegbriefjes van deze fa briek zou van der V. dan de overeengekomen prijs betalen. De chauffeur beschikte echter over niet èèn suikerbiet en ook zijn drie helpers, de 33- jarige P. van de M., de 29-jarige J. van der M., en de 27-jarige C. van der M., drie broers, hadden geen suikerbieten: Van K. rrloest echter voor verschillende land bouwers partijen bieten naar de reeds ge noemde suikerfabriek in Oud-Beierland ver voeren. O.a. was daarbij een partij van vijf ton. welke behoorde aan den landbouwer A. C, M. te Pernis. Deze vijf ton suikerbieten kwamen op regelmatige wijze bij de suikerfabriek aan, maar het weegbriefje liet het viertal niet stel len ten name van A. C. M.. doch ten name van Van der V. Hierna begaf de chauffeur zich naar Van der V., die hem bij het toonen van het weeg briefje betaalde, Hetzelfde trucje paste het viertal toe op een partij bieten, welke zij te vervoeren kregen voor K. uit West-IJselmond en op nog anderp partijen van A, C. M., totdat zij het totaal be drag, verschuldigd voor levering van 20.000 k.g. suikerbieten, van Van der V. hadden kun nen incasseeren. Bij de leveringen heeft zich nog een merk waardig feit voorgedaan. Van der V., die zei; slechts weinig suikerbieten verbouwt, liet zijn oogst eveneens door het viertal vervoeren, dat het zoo wist te plooien, dat Van der V. voor zijn eigen suikerbieten betaalde. De suikerbietenvervoerders hadden even wel ten nadeele van A C. M. zulke enorme hoe veelheden verduisterd, dat deze het manco van bijna tien ton bemerkte en de zaak ter kennis van de politie bracht. De betrokkenen zijn in bewaring gesteld.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 5