ZONDERLINGE LEVENS
W"
Mi
-rx
■lijft Fit!
Litteraire
Kantteekeningen.
Yi Witte wasch,
ZATERDAG 4 DECEMBER 1937
H A A R E E M'S DAGBfAC
r ELLICHT zou Jacques Gazotte, staats
ambtenaar en letterkundige van
matige litteraire beteekenis, met
zijn by zetting in het Phanteon der
litteratuurhistorie voor goed zijn vergeten,
indien niet de „oeuvi'es posthumes" van Jean
Francois de la Harpe melding hadden ge
maakt van een zoo frappante voorspelling-
van de Fransche Revolutie, dat Cazotte's
naam bleef voortleven als die van een man
met een bijna ongeëvenaard en voorzienenden
blilï.
Niet dat deze orakeltaal uniek zou zijn:
lang is de rij der profeten, die de grootste ge
beurtenis der nieuwe geschiedenis, de Fran
sche omwenteling, hebben aangekondigd, ja
ren, ja zelfs eeuwen te voren.
Daar was de voorspelling van Pater Beau
regard, die tijdens een godsdienstoefening in
de Notre Dame zijn preek plots onderbrak,
voor zich uitstaarde, alsof een schrikkelijk
beeld voor hem verrees en, zijn visioen vertol
kend, den ondergang der Christelijke samen
leving schilderde.
Vier eeuwen voor de groote gebeurtenis van
1789 kondigde de bisschop van Cambrey,
Pierre d'Ailly, de komst der revolutie aan en
Michel de Notre Dame, meer bekend als
Nostradamus, wiéhs helderziendheid aan het
ongelooflijke grensde en aan wiens profetieën
door vorsten niet minder waarde werd ge
hecht dan door het volk, heeft in tien Cen-
turiën, ieder weer onderverdeeld in 1000 kwa
trijnen, de toekomst blootgelegd en het nage
slacht omtrent den val der Fransche monar
chie niet in het onzekere gelaten. Zoo kan
men voortgaan: Turrel, een zestiende-eeuw -
sche astroloog, sprak van een vreemde con
junctie, die zich in 1789 zou voordoen en een
algeheelen socialen ommekeer te weeg zou
brengen.
Jacques Cazotte,
Zoekt men in de bronnen der 18de eeuw,
die periode van merkwaardige tegenstelling
tusschen het grofste materialisme en het
naïefste bijgeloof, naar profetiën, dan vindt
men er te kust en te keur. Natuurlijk ontbre
ken Cagliostro aan wien wij destijds een
artikel in deze rubriek wijdden en zijn tijd
en soortgenoot Saint-Germain niet. Van Cag
liostro wordt zelfs verteld, dat hij in den muur
van zijn kerker de volgende woorden gegrift
zou hebben: „Volk van Frankrijk, op den
14den Juli 1789 zal deze Bastille door u wor
den verwoest; op de plaats waar zij thans
staat zal ééns gras groeien".
Maar wat Cazotte aangaat: in de in 1808
verschenen „Theorie der Geisterkunde" van
Johann Heinrich Jung Stilling (die ook in een
Nederlandsche bewerking verscheen) werd
het „visioen van Cazotte" in den breede ver
teld en de schrijver laat niet na, in zijn com
mentaar te verzekeren, dat hij aan de waar
heid van het verhaal onvoorwaardelijk geloof
hecht: Cazotte zou met bovenaardsche mach
ten in zeer nauw contact zijn geweest en
met een onfeilbare helderziendheid niet al
leen het oproer hebben voorspeld maar het
bloedige lot, dat verschillende vooraanstaande
en met name genoemde personen zou treffen,
ondubbelzinnig hebben beschreven.
Cazotte werd in 1720 te Dyon geboren, ten
tijde dus, dat het landsbestuur in handen
was van den - Regent en de Rococogeest met
zijn „singularité effrontée", zijn onbeschaam
de zonderlingheid, zoo vol intellectueel cy
nisme, heel het doen en denken van adel en
burgerij beheerschte. Men leefde op een
vulkaan. De ondertoon van ernst, hoezeer
ook veelal overstemd door bedriegelijke
uitingen van lichtzinnigheid, bewees dat ook
z ij er waren, die zich terdege bewust voel
den van de vérstrekkende mogelijkheden,
welke in de ouderdomskwalen van het ancien
régime besloten lagen. Met een sinistere on
verschilligheid, m den trant van het „na ons
de zondvloed" leefde men er op los, of men
vorst dan wel grand-seigneur was.
Jacques Cazotte, wiens vader als klerk bij
de griffie nu wel niet tot de gezeten bur
gerij behoorde, maar er een eer in stelde om
zijn zoon een goede opvoeding te geven, ge
noot onderwijs in het Jezuïten-college van
zijn woonplaats. Zijn veel oudere broer, die
in Parijs een goede positie had weten te ver
overen, zorgde voor Jacquet verdere oplei
ding. Een tijdlang was hij werkzaam bij de
marine-administratie, maar al gauw bleek
dat deze ernstige en nauwgezette jonge man,
die zich hoogstens door een zekere roman
tische dweepzucht van het normale ambte
naars- en burgertype onderscheidde, het land
belangrijker diensten zou kunnen bewijzen.
Op 27-jarigen leeftijd, in 1747 dus, vertrok
hij als controleur naar Martinique, waar hij
het, dankzij zijn toegewijden arbeid, in den
loop der jaren tot Commissaris-Generaal wist
te brengen. Eer en aanzien waren zijn deel,
vooral toen hij in het huwelijk trad met de
dochter van den hoogsten réchter van het
Antillen-eilandje. De waardeering der Fran
sche Rcgeering voor dezen bekwamen be
stuurder bleek volkomen gegrond, toen Ca
zotte op zeer verdienstelijke wijze den En-
gelschen aanval op Fort St. Pierre had afge-
slagen.
Toen Cazotte in 1759 wegens het ongezonde
klimaat besloot om met zijn gezin te re-
patriëeren, was hij niet onbemiddeld, ja
zelfs rijk. Zijn broer had hem bij zijn over
lijden een aardig vermogen nagelaten en
onze Commissaris-Generaal had zelfs kans
gezien om in den Bestuursdienst nog een slor
dige 75000 gulden over te sparen, die hij, in
verband met de lange en gevaarlijke zeerei:
tegen afgifte van een chèque aan den leider
van de Fransche Jezuïtenmissie in bewaring
gaf. Teruggekeerd in het moederland moest
JACQUES CAZOTTE.
hij echter tot zijn ontsteltenis ervaren, dat
de Jezuïtenorde de chèque niet wenschte te
aanvaarden en elke uitbetaling weigerde. Het
werd een geruchtmakende zaak, die niet op
ziclizelfbleek te staan en waarschijnlijk het
hare bijdragen heeft tot 't verbod der orde in
Frankrijk.
Ach, dat Frankrijk! Cazotte, koningsgezind
uit professioneele overtuiging, had zich het
Moederland anders gedacht. De ontevreden
heid was er in de jaren van zijn koloniaal
verblijf schrikbarend toegenomen: in de
chansons, de vlugschriften, de memoires en
correspondenties sprak onverholen een revo-
lutionnaire geest, die spotte met traditie en
al-oude instellingen, met godsdienst en mo
narchie. De talrijke oorlogen, de verspilling
aan het hof, de maïtressen-heerschappij had
den het staatsdeficit in beangstigende matp
doen toenemen; de monarchist die zich in de
schrifturen van een Voltaire, een Montesquieu
een Rousseau verdiepte zag voor zijn geest
een maatschappij oprijzen, zoozeer verschil
lend van de bestaande, dat hij zich veront
rust moest afvragen hoe al die tegenstellin
gen tusschen de nieuwe idealen en de realiteit
ooit overbrugd zou kunnen worden. Zoo ver
ging het tenminste Cazotte.
Een verliefde duivel.
wr er van het stadsgewoel, ver van den
strijd der meeningen, hield Cazotte zich
op het geërfde landgoed in Pierry, niet ver
van Epernay, onledig met ijverige studie en
letterkundigen arbeid. Het was niet de eer
ste maal, dat hij de Muzen diende.' Jaren
her, ten tijde van zijn eerste Parijsche ver
blijf, had hij, aangemoedigd door het contact
met letterkundigen van naam, ook al eens
een veer uit zijn poëeten wiek getrokken en
zich aan een gedicht gewaagd. Op Mai-tinique
schreef hij zelfs een langademig poëem in
proza, „Olivier" getiteld, dat zijn vrienden
bij wijze van verrassing in 1763 deden uit
geven. Het werd een onvermoeid succes, waar
door Cazotte zich aangespoord voelde om
opnieuw de pen terf hand te nemen en een
tweetal novellen te schrijven, waarvan „Le
Diable Amoureux", de Verliefde Duivel wel
de meeste bekendheid verwierf. Cazotte had
in zijn pennevrucht een snaar aangeraakt,
die natrilde in het gemoed van aldegenen,
die wars van den rationalistischen tijdgeest,
maar al te ontvankelijk waren voor het ge
loof, dat het aardsch gebeuren toch niet zoo
geheel en al beheerscht werd door verstan
delijk verklaarbare natuurkrachten als de
materialisten wilden doen gelooven. De ge
heime genootschappen schoten dan ook als
paddestoelen uit den grond, rozenkruiserge
meenschappen vonden grooten toeloop en de
oude leer der Kabbala werd vlijtig beoefend:
de chiromantie (de mystische kunst van het
duiden van de lijnen der handpalmen) mocht
zich zelfs in het bezit van officiëele leer
stoelen aan sommige universiteiten verheugen
terwijl de profeten niet ongaarne gebruik
maakten van de Gematria, de leer der letter
en getallenkabbalistiek, met behulp waarvan
om een voorbeeld te noemen, het huwelijks
jaar van Keizer Wilhelm I als volgt voor
speld werd: tel datum (22), maand (Maart)
en jaar (1797) van geboorte samen; voeg daar
bij het getal der naamletters (Wilhelm, dus
7): 22 3 1797 1822 7 1829. Vol
gens dat recept is het huwelijksjaar bepaald...
(Het geloof in bovennatuurlijke machten, in
voorteekenen, in de afweerkracht van amu
letten nam hand over hand toe. Geen wonder
Alle betalende abonnés van Haarlem's
Dagblad zijn GRATIS TEGEN ONGEVALLEN
VERZEKERD, op voorwaarden welke koste
loos bij de administratie verkrijgbaar zijn
en welke op geregelde tijden in ons blad
worden gepubliceerd De uitkeeringen
zijn bij levenslange ongeschiktheid
2000; overlijden 400; verlies van een
hand, voet of oog 200; beide leden van
een duim ƒ100; één lid van een duim
ƒ50; alle leden van een wijsvinger ƒ60;
één of twee leden van een wijsvinger
25; alle leden van een anderen vinger
ƒ15; één of twee leden van een anderen
vinger ƒ5; arm- of beenbreuk ƒ30; enkel
breuk ƒ15; polsbreuk ƒ15. Alles indien
het gevolg van een ongeval. Voor de
abonnés op het Geïllustreerd Zondags
blad bestaat nog een afzonderlijke ver
zekering. De voorwaarden daarvan zijn
eveneens bij de administratie verkrijgbaar
(Adv. ingez. MecLJ
dat Cazotte's verliefde Duivel, een novelle
waarin spoken, mysterieuze verschijnselen
en onverklaarbare krachten op de wonder
lijkste wyze het menschelijk leven beïnvloed
den, gretig gelezen werd. Het was een typische
voorbode van de naderende romantiek, die
in Macpherson's Ossian-balladen droefgeestig
en pathetisch van toon uitdrukking ging
geven aan de „Weltschmerz", dat onstilbaar
verlangen naar het ideaal
'In de Verliefde Duivel werd de held door
de demonen met de onmenschelijkste verlei
dingen gekweld. Ja, zoovele kunstgrepen had
de schrijver toegepast, dat hij alras doorging
voor een ingewijde in de krachten wereld van
het bovenaardsche. Een Matinist, aanhanger
dus van de mystische leer van "Marinez
Pasquali, bracht Cazotte een bezoek in de
hoop, dan eerst recht binnengeleid te wor
den m de wereld van het occulte. Het moet
voor den jeugdigen mysticus een jammer
lijke ontgoocheling zijn geweest uit Cazotte's
mond te hooren dat de inhoud van de be
roemde novelle allerminst uit gemeenschap
met bovenstaande krachten, maar enkel en
alleen uit pure fantasie geboren was
e:
Cazotte voorspelt.
npoch werd dit bezoek voor Cazotte aanlei-
ding, zich in de Martinistisehe geheim
wetenschap te gaan verdiepen. Of het geloof
in de voorspellingen, die Cazotte's naam on
sterfelijk zouden maken, op zijn alom beken
de verwantschap met de Martinisten berustte,
valt niet te zeggen. Het deed ook niets ter za
ke voor hen, die lang na Cazotte's dood
overtuigd waren door wat de la Harpe in zijn
nagelaten werken onthulde.
Het was 1788, een jaar dus voor de Fransche
Revolutie, toen een gezelschap van vrijdenkers,
grootendeelsleden der Académie, zich aan een
maaltijd ten huize van één hunner te goed
deed. Men was tot het dessert genaderd; vrij
moediger dan zonder den genoten wijn het ge
val zou zijn geweest vertelde men anecdoten.
Champfort had natuurlijk enkele van zijn
gewaagde historiettes teii beste gegeven en
aldra kwam het gesprek op den dreigenden
toestand in heel het land en op de revolutie,
die wel niet lang meer op zich zou laten wach
ten. Opeens klonk de stem van een der gasten,
die tot dusver niet aan het levendig tafelge
sprek had deelgenomen, met een ernst, die
allen deed zwijgen. Het was Cazotte, die sprak:
Weest tevreden, dames en heeren, ge zult
allen de groote revolutie beleven. Gij, Con-
dorcet, ge zult uitgestrekt op de steenen van
uw cel den laatsten adem uitblazen. Ge zult
sterven aan een vergif, dat ge zult hebben in
genomen om aan den beul te ontkomen.
Na een oogenblik van diepe stilte ontlaadde
zich de spanning in een opgewonden gesprek,
waarin de spot den boventoon had. Maar Ca
zotte bleef volkomen ernstig en hervatte:
Gij, Champfort, zult 22 maal met een
scheermes uw aderen doorsnijden en toch zult
ge pas een paar maanden later sterven. Gij,
Nicolaï, ge zult den dood vinden op het scha
vot. En gij, Vicq d'Azyr, gij zult uw aderen niet
zelf openen, maar ge zult, bij een aanval van
jicht, zes malen om aderlating verzoeken om
des te meer zekerheid te hebben en nog den
zelfden nacht zult ge overlijden.
Gelukkig, merkte één der aanwezigen op,
de heer Cazotte schijnt het alleen voorzien te
hebben op de heeren der Académie. Goddank
behoor ik niet
Ook gij zult op het schavot uw einde vin
denEn er zullen geen zes jaren verstrij
ken of alles wat ik u heb verteld zal geschied
zijn.
En wat is de plaats, vroeg de la Harpe,
die u mij bij dit alles aanwijst?
U, meneer de la Harpe. u zult een wonder
beleven u zult dan een Christen zijn gewor
den.
De algemeene hilariteit werd wat getem
perd, toen Cazotte voortging soortgelijke voor
spellingen te doen ten aanzien van de aanwe
zige dames en zelfs zinspeelde op het gruwe
lijk einde van enkele zeer hooggeplaatste
vrouwen. Eenige gasten begonnen zich zelfs
boos te maken.
Madame de Grammont, die niets meer haat
te dan ernst, trachtte de situatie te redden
door op een schertsenden toon aan Gazotte
te vragen, wat hemzelf dan wel te wachten
stond.
Tijdens het beleg van Jeruzalem. Mada
me. liep dagenlang een man op de wallen, die
niets deed dan weeklagen: Wee Jeruzalem.
Wee mijHij werd door een werpsteen der Ro
meinen getroffen engedood!
Met deze woorden nam Cazotte afscheid.
Wee Frankrijk, wee mij
en wonderbaarlijk voorzienende geest, die
Cazotte? Lang heeft men het geloofd.
Maar er rijst twijfel als men weet dat de la
Harpe in zijn nagelaten werken bij het „vi
sioen van Cazotte" aanteekende, dat alle me-
dedeelingen daaromtrent door hem te boek
werden gesteld.na de revolutie en op pure
fantasie berustten. De uitgever had deze no
titie wijselijk weggelaten! En toch verklaarde
de Engelschman William Burt in zijn werk
„Beschouwingen omtrent de merkwaardighe
den der natuur", dat hij tegenwoordig was bij
het uitspreken van Cazotte's roemruchte voor
spellingen.
Profeet of niet Cazotte is met de profetie
van zijn eigen levenseinde niet ver bezijden
de waarheid geweest. In de bloedige Septem
berdagen werd hij gearresteerd. De inbeslag
neming van zijn correspondentie met Ponteau
stelde zijn monarchale sympathieën al te dui
delijk in het licht. Waarschijnlijk zou hij toen
al door het gepeupel vermoord zijn als zijn
dochter, die hem in zijn kerker was gevolgd,
niet voor haar vader was gaan staan met de
woorden: „Jullie zult het hart van mijn vader
niet treffen dan na eerst het mijne doorboord
te hebben". Getroffen door zooveel opofferen
de liefde liet men beiden vrij. Eenige dagen
later werd hij echter weer gevangen genomen
en ter dood veroordeeld.
25 September 1792 legde hij zijn hoofd on
der de guillotine met de woorden: „Ik sterf,
zooals ik heb geleefd, trouw aan God en Ko
ning".
Toen viel de bijl Cazotte was niet meer.
C. J. E. DINAUX.
Verbouwing na vijfjarig bestaan.
Het koopen van een ameublement is een
belangrijke zaak. Elk interieur stelt zijn
eigen, bijzondere eischen, die men pas ziet,
wanneer het ameubl ement in dè woning ge
plaatst is, en het blijkt.... dat er iets niet
klopt. De heer Roosemalen heeft in zijn
zaak, gevestigd aan de Baan, dit bezwaar
ondervangen, door de verschillende ameuble
menten te plaatsen in een omgeving, die
overeenkomt met die van de meeste woningen,
zoodat men ongeveer kan zien, welken indruk
de meubelen in het huis zullen maken.
Daardoor krijgt men, bij het betreden van
deze zaak, niet den indruk van een winkel,,
doch meer van een smaakvol ingericht huis,
dat men verlangen zou. tot het zijne te ma
ken. De zaak is. na een bestaan van vijf jaar,
geheel verbouwd, waarbij er naar gestreefd
is, een zoo smaakvol mogelijke omgeving voor
de meubelen te scheppen
Behalve gelijkvloersch, zijn ook op de bo
venverdieping verschillende toonkamers inge
richt in totaal negen, zoodat de adspirant-
koopers een ruime keuze hebben.
Men vindt in de toonkomers van den heer
Roosemalen zoowel Engelsche als andere oude
stijlen, doch ook moderne ameublementen,
waarbij zelfs het vefchroomde-staal-met-
glas niet ontbreekt.
Een prachtige verbetering, die de zaak onge
twijfeld ten goede zal komen.
„GYSBERT JAPICX".
Op Zaterdag 18 December a.s. zal in den
Stadsschouwburg voor de Friesche Vereeniging
„Gysbert Japicx" optreden het „Lyts Frysk
Toaniel" onder leiding van den heer B. van
der Veen te Huizum.
Opgevoerd zullen worden het tooneelstuk in
3 bedrijven „Oerwinning" en „Sibbel", een
blijspel in 2 bedrijven.
Roosemalen's Woninginrichting.
BELASTINGWEZEN.
Bij Koninklijk besluit van 1 December is
aan D. O. Norel, inspecteurder directe be
lastingen, invoerrechten en accijnzen te
Haarlem, op zijn verzoek eervol ontslag ver
leend.
We herinneren er aan, dat de heer Norel
eenige dagen geleden benoemd werd tot lid
der Algemeene Rekenkamer, bij ewlke gele
genheid wij bijzonderheden uit zijn loopbaan
hebben gepubliceerd.
„DIE RAECKSE".
De vereeniging van leerlingen der Haar-
lemsche H.B.S. A „Die Raeckse" geeft op 18
Dec. haar jaarlijksche Soirée Dansante in de
Gem. Concertzaal.
Het bestuur heeft twee bekende bands
kunnen engageeren nl. Eddy Meenk and his
Radio Stars en de Apeldoornsche Swing
band The Red Hot Peppers onder leiding
van Felix Kwast. Verder wordt nog mede
werking verleend door „The Bambooslers".
EVANGELISCHE SAMENKOMST.
De gemeenschap voor Practiseh Christen-
dam belegt op Dinsdagavond 7 December een
samenkomst in het gebouw „Ons Huis" Ged.
Voldersgracht 15.
De heeren A. Vries en G. Oversteegen zul
len spreken over het onderwerp: Naasten
liefde en Barmhartigheid.
Na afloop is er gelegenheid tot het stellen
van vragen.
Francois, Pauwels. Rechter Thomas
Amsterdam, Querido.
ET een enkel woord hebben wij er
de vorige week reeds op gezinspeeld,
dat er van den kant der uitgevers
naar mijn smaak te veel bij voorbaat
gepraat wordt om hun productie aantrekke
lijk te maken, wat mij goed voor tandcrême
of laxeermiddelen schijnt, doch bij kunstwer
ken een gemis aan artisticiteit beduidt. Dat
zij van goede recensies de minder goede
hebben voor hen geen belang gebruik ma
ken om voor hunne uitgaven propaganda te
maken, kan nog door den beugel. Aan de ma
nier waarop de lovende zinnen uit een recen
sie geknipt worden, herkent men de „stan
ding" van den uitgever. Dóch het is langza
merhand gebruik geworden dat de uitgever
zelf, in een prospectus, bij het nieuwste werk
gevoegd, gaat vertellen hoe mooi en hoe be
langrijk wij zijn jongste uitgave hebben te
vinden. En daar het gevaar bestaat dat de
heeren elkaar daarin hoe langer hoe meer
gaan overtroeven, dient op dat gevaar gewe
zen te worden.
De Amsterdamsche uitgeverij Querido, die
nu eenmaal het voorrrecht heeft van een aan
tal zéér belangwekkende belletristen het werk
te mogen verzorgen, doet daar misschien
tegen haar zin nu en dan ook aan mee, al
behoort zij niet tot de ergste opvijzelaars van
de eigen koopwaar. Want moge dat woord in
dit verband een onaangenamen klank heb
ben, dan is het juist die opkomende methode
van aanprijzing, die op een eenzijdige qua-
liteit van het boek de onnoodige aandacht
vestigt.
In den prospectus op Rechter Thomas heeft
de schrijver misschien zijn doel voorbij ge
schoten, dat wil zeggen: hij wint wellicht een
zekere soort lezers, doch schrikt een betere
af. Ten nadeele van hel werk van Pauwels.
naar het mij voorkomt. Wij willen eens een
alinea, bestaande uit vijf aaneen gesloten vol-
I zinnen citeeren en er daarna het boek nog
'eens op aankijken.
„(1) De niet al te propere wasch van een
bepaalde kaste hangt Mr. Pauwels zoo maar
te bollewaaien aan den openbaren weg voor
ieders aangezicht. 2. En dat verdraagt de ge
middeld fatsoenlijke Nederlandsche burger
nog niet. 3. In zijn poëzie, die minder sociaal
is, meer litterair en ook minder fel, stoot het
publiek zich niet aan die extravagances en
is Francois Pauwels zeer ordentelijk geaccre
diteerd. 4. Maar zijn romans, gunst nee, die
zijn zoo rauw en zoo heet van waarheidsdrang
en zoo fel van aanklacht en onthulling, dat
de goede burger onder het lezen er heelemaal
zijn kopje thee van laat koud worden. 5. Hij
is advocaat en schrijft zoo langzamerhad het
epos van het recht."
Nu valt het niet te ontkennen dat het te
kijk hangen van andermans vuile wasch een
bezigheid kan zijn die veel voorbijgangers tot
stilstaan noodigt, maar in principe niet veel
met een kunstprestatie te maken heeft. En
de gemiddelde fatsoenlijke Nederlandsche
burger heeft groot gelijk als hij er niet naar
kijkt. En die andere, de goede burger, moet die
zijn thee koud laten worden om de rauwheid
en de hitte van Pauwels' waarheiddrang en
de felheid van zijn aanklacht en onthulling?
Hij zal wel wijzer wezen, de goede burger. De
goede burger houdt evenmin van heete waar
heidsdrang als van koude thee. Hij (dat is
bedoeld: Pauwels en niet: de goede burger)
schrijft zoo langzamerhand het epos van het
rechten nou jij, zus!
Rechter Thomas verdient beter lot dan al
leen gelezen te worden door de menigte voor
wie dit geciteerd gesnurk bedoeld is. Ook wie
nu niet zooveel waardeering over heeft voor
het klappen uit de school, waarin men dage
lijks verkeert, zal voor de figuur van Thomas,
zooals de schrijver die uit ervaring en fanta
sie construeerde, en hartelijk-menschelijk
doorleefde, een groote mate van waardeerini.
kunnen afzonderen. Wij hebben hier het ge
val van een rechter op leeftijd, weduwnaar en
kinderloos, man met een immer verborgen
sentimentaliteit, die op een gegeven moment
in een jongen verdachte een treffende gelij
kenis ontdekt tusschen dien jongen en zijn
eenigen zoon. die, toen even oud als de ver
dachte. bij een vliegongeval omkwam.. Van dat
moment af is Thomas een waarlijk dramati
sche figuur. Hy interesseert zich voor den
jongen njwieldief op een wijze die hem zelf
in moeilykheden brengt en aan zijn vijanden
de gelegenheid biedt, zijn positie onmogelijk
te maken. Dat is allerminst fair play van den
kant dier vijanden, doch als uitzonderings
geval denkbaar en door den schrijver door
aanneembare psychologische détailteekening
althans mogelijk gemaakt. Dat daarbij van
een gansche kaste de vuile wasch geëxposeerd
wordt zal nooit de bedoeling van den auteur
geweest zijn. Dat zou mij tenminste spijten,
want de fijn geboetseerde sculptuur van rech
ter Thomas zou daardoor in een tuintje vol
onkruid komen te staan.
Nieuwe boeken:
Tom de Bruin, Tussen hemel en aarde. Een
roman voor en over den modernen mensch
van onze tijd. 234 pag. Nijkerk, G. F. Callen-
bach. N.V.
Dé van der Staay. Tussenspel. Roman 272
pag. Amsterdam. Uitgeverij De Spieghel.
Karl Heinrich Waggerl. Het jaar des Hee
ren. Roman vertaald door Felix Timmermans
en H. P. C. van Ael. 267 pag.. Dezelfde uit
gevers.
Truus Eygenhuysen. Een schipbreuk. Boek
versiering van Willem Arondeus. 100 pag.
A'dam. Neaerl. Keurboekerij.
Ellen. De eeuwige zuil. Een dichtbundel uit
gegeven door H. D, Tjeenk Willink en Zn. te
Haarlem. De schuilnaam dezer schrijfster
roept herinnering op aan uiterstverzorgde en
gevoelige schriftuur van lang geleden. Het
voorwoord verklaart: „Vijftien jaar heeft
mijn pen gezwegen". In de dertig gedichten
die volgen, zullen Ellen's lezers er vele vinden
waarin zij hun dichteres herkennen.
Johan van der Woude. Spel in Positano. In
de Folemprise-serie van L. J. C. Boucher, Den
Haag. 178 pag.
Spiegelt U zacht. Een humoristisch en sa-
tyrisch handboek uit de meest gevarieerde
voortbrengselen der Nederlandsche verhaal-,
dicht- en teekenkunst. Voorafgegaan door
een (hiunoristische) waarschuwing van A. M.
de Jong. 8 pag. A'dam. Uitgevertf Contact)
Het boekjt is klaarblijkelijk samengesteld
door H. B -fortuin, den redacteur van De
kleine krat* (de op haar kop gezette slot-
pagina var De Groene) en ook in hoofdzaak
door dezen -vnalis' gevuld. Aanvulling van
Henriët+e vaa Eyk, Charivarius, Jan Heil,
Frederik van' Eeden, Jacob Cats, Vondel en
anderen,
J. H. DE BOLS.
OUDERAVOND LINNAEUSSCHOOL.
Donderdag werd de jaarlijksche ouderavond
gehouden aan de Linnaeusschool (42). Het
hoofd der school, de heer Sant, was verhin
derd, deze vergadering bij te wonen, daar zijn
klas deelnam aan het St. Nïcolaasfeest van
den Bond van Onderwijzers. Als leden der
Oudercommissie werden herkozen de heeren
van Norden en Wildschut en gekozen de heer
Wildeboer.
Hierna werd het werk der leerlingen be
zichtigd.
Na de pauze hield de heer A. J. Meyerink een
lezing met lichtbeelden over het nut en de
waarde van het zwemmen. De heer Minder
hout dankte den spreker.
door RHEE in m n kast
Heemstede, Telef. 28201
(Adv. Ingez. Med.)
Allereerst deze week, als
nummer 129, een zwaai-
oefening voor dc armen,
die als U het enthousiast
doet. de koude narigheid
van een vroegen Decem-
ber-ochtend doet verge
ten!
We beginnen, zooals de
teekening aangeeft, in
spreidstand met het rech
terbeen gebogen en de ar
men ver naar links ge
strekt. De armen zwaaien
naar beneden en verder
naar rechts zijwaarts. Dan het gebogen been
gestrekt en het andere gebogen, waarna de
armen weer terug zwaaien. Nu is het natuur
lijk niet de bedoeling, elk onderdeel, zooals
hier is aangegeven, precies tot in de puntjes
uit te voeren, nee, alle bewegingen moeten
volkomen in elkaar overvloeien; er is geen
moment van stilstand, zoodat het een rusti
ge, zuiver rhythmisch verloopende oefening
wordt. Bent u hier even mee bezig, maakt u
dan den zwaai nog wat breeder en krachtiger,
door de voeten nog wat verder uit elkaar te
plaatsen en het lichaam nog meer in de be
weging te betrekken
Oefening 130 is weer
wat lastiger In rug-
waartschen ligsteun
met kleine pasjes van
handen en voeten naar
voren gaan. Het is wel
niet gemakkelijk, maar
probeert u eens de heu
pen zoo hoog op te houden, dat het lichaam
heelemaal recht is. Ook achteruit probeeren,
al naar de grootte van uw kamer vier a tien
maal herhalen.
Oefening 131 is een belang
rijke oefening. Het is eigenlijk
vreemd, dat we hier nu pas mee
aankomen, maar ja, de keus van
oefeningen is zoo oneindig
groot!
Beginstand: rechtop met de
armen in de hoogte. Nu de heu
pen (het bekken) een zoo groot
mogelijken kring laten maken.
De knieën blijven recht en de
voeten mogen niet verschoven
worden. De kring kan allicht
nog wat grooter, dan de teeke
ning aangeeft. We raden u drin
gend aan, deze oefening grondig te doen en
niet te volstaan met eens eventjes probee
ren, want een los en beweeglijk bekken is on
gelooflijk belangrijk!
Tenslotte, onder nummer 132, weer de weke-
lijksche oefening met partner. Mocht u nog
geen partner hebben, dan zou u het eens via
onze „Groentjes" kunnen probeeren.
Alzoo de op min of meer romantische wijze
tot elkaar gebrachte „Blijft Fitters" gaan met
de voeten tegen elkaar en de knieën recht op
den grond zitten. Lukt het den eersten dag
nog niet, eikaars handen vast te houden, dan
kunt u een stukje stevig touw nemen, en dat
na eenige malen oefenen, steeds korter ma
ken, De oefening zelf is eenvoudig genoeg:
beurtelings gaat één van beiden ver achter
over waardoor de ander dus diep voorover
moet buigen. In een regelmatig tempo zeker
tien maal iederen dag oefenen.
En vergeet u niet de voorgaande 128 oefe
ningen zoo nu en dan eens bij kleine gedeeltes
te repeteeren?
JULES KAMMEUER,
Leeraar Lich. Opv. M.O.