ZONDERLINGE LEVENS W" Mi -rx ■lijft Fit! Litteraire Kantteekeningen. Yi Witte wasch, ZATERDAG 4 DECEMBER 1937 H A A R E E M'S DAGBfAC r ELLICHT zou Jacques Gazotte, staats ambtenaar en letterkundige van matige litteraire beteekenis, met zijn by zetting in het Phanteon der litteratuurhistorie voor goed zijn vergeten, indien niet de „oeuvi'es posthumes" van Jean Francois de la Harpe melding hadden ge maakt van een zoo frappante voorspelling- van de Fransche Revolutie, dat Cazotte's naam bleef voortleven als die van een man met een bijna ongeëvenaard en voorzienenden blilï. Niet dat deze orakeltaal uniek zou zijn: lang is de rij der profeten, die de grootste ge beurtenis der nieuwe geschiedenis, de Fran sche omwenteling, hebben aangekondigd, ja ren, ja zelfs eeuwen te voren. Daar was de voorspelling van Pater Beau regard, die tijdens een godsdienstoefening in de Notre Dame zijn preek plots onderbrak, voor zich uitstaarde, alsof een schrikkelijk beeld voor hem verrees en, zijn visioen vertol kend, den ondergang der Christelijke samen leving schilderde. Vier eeuwen voor de groote gebeurtenis van 1789 kondigde de bisschop van Cambrey, Pierre d'Ailly, de komst der revolutie aan en Michel de Notre Dame, meer bekend als Nostradamus, wiéhs helderziendheid aan het ongelooflijke grensde en aan wiens profetieën door vorsten niet minder waarde werd ge hecht dan door het volk, heeft in tien Cen- turiën, ieder weer onderverdeeld in 1000 kwa trijnen, de toekomst blootgelegd en het nage slacht omtrent den val der Fransche monar chie niet in het onzekere gelaten. Zoo kan men voortgaan: Turrel, een zestiende-eeuw - sche astroloog, sprak van een vreemde con junctie, die zich in 1789 zou voordoen en een algeheelen socialen ommekeer te weeg zou brengen. Jacques Cazotte, Zoekt men in de bronnen der 18de eeuw, die periode van merkwaardige tegenstelling tusschen het grofste materialisme en het naïefste bijgeloof, naar profetiën, dan vindt men er te kust en te keur. Natuurlijk ontbre ken Cagliostro aan wien wij destijds een artikel in deze rubriek wijdden en zijn tijd en soortgenoot Saint-Germain niet. Van Cag liostro wordt zelfs verteld, dat hij in den muur van zijn kerker de volgende woorden gegrift zou hebben: „Volk van Frankrijk, op den 14den Juli 1789 zal deze Bastille door u wor den verwoest; op de plaats waar zij thans staat zal ééns gras groeien". Maar wat Cazotte aangaat: in de in 1808 verschenen „Theorie der Geisterkunde" van Johann Heinrich Jung Stilling (die ook in een Nederlandsche bewerking verscheen) werd het „visioen van Cazotte" in den breede ver teld en de schrijver laat niet na, in zijn com mentaar te verzekeren, dat hij aan de waar heid van het verhaal onvoorwaardelijk geloof hecht: Cazotte zou met bovenaardsche mach ten in zeer nauw contact zijn geweest en met een onfeilbare helderziendheid niet al leen het oproer hebben voorspeld maar het bloedige lot, dat verschillende vooraanstaande en met name genoemde personen zou treffen, ondubbelzinnig hebben beschreven. Cazotte werd in 1720 te Dyon geboren, ten tijde dus, dat het landsbestuur in handen was van den - Regent en de Rococogeest met zijn „singularité effrontée", zijn onbeschaam de zonderlingheid, zoo vol intellectueel cy nisme, heel het doen en denken van adel en burgerij beheerschte. Men leefde op een vulkaan. De ondertoon van ernst, hoezeer ook veelal overstemd door bedriegelijke uitingen van lichtzinnigheid, bewees dat ook z ij er waren, die zich terdege bewust voel den van de vérstrekkende mogelijkheden, welke in de ouderdomskwalen van het ancien régime besloten lagen. Met een sinistere on verschilligheid, m den trant van het „na ons de zondvloed" leefde men er op los, of men vorst dan wel grand-seigneur was. Jacques Cazotte, wiens vader als klerk bij de griffie nu wel niet tot de gezeten bur gerij behoorde, maar er een eer in stelde om zijn zoon een goede opvoeding te geven, ge noot onderwijs in het Jezuïten-college van zijn woonplaats. Zijn veel oudere broer, die in Parijs een goede positie had weten te ver overen, zorgde voor Jacquet verdere oplei ding. Een tijdlang was hij werkzaam bij de marine-administratie, maar al gauw bleek dat deze ernstige en nauwgezette jonge man, die zich hoogstens door een zekere roman tische dweepzucht van het normale ambte naars- en burgertype onderscheidde, het land belangrijker diensten zou kunnen bewijzen. Op 27-jarigen leeftijd, in 1747 dus, vertrok hij als controleur naar Martinique, waar hij het, dankzij zijn toegewijden arbeid, in den loop der jaren tot Commissaris-Generaal wist te brengen. Eer en aanzien waren zijn deel, vooral toen hij in het huwelijk trad met de dochter van den hoogsten réchter van het Antillen-eilandje. De waardeering der Fran sche Rcgeering voor dezen bekwamen be stuurder bleek volkomen gegrond, toen Ca zotte op zeer verdienstelijke wijze den En- gelschen aanval op Fort St. Pierre had afge- slagen. Toen Cazotte in 1759 wegens het ongezonde klimaat besloot om met zijn gezin te re- patriëeren, was hij niet onbemiddeld, ja zelfs rijk. Zijn broer had hem bij zijn over lijden een aardig vermogen nagelaten en onze Commissaris-Generaal had zelfs kans gezien om in den Bestuursdienst nog een slor dige 75000 gulden over te sparen, die hij, in verband met de lange en gevaarlijke zeerei: tegen afgifte van een chèque aan den leider van de Fransche Jezuïtenmissie in bewaring gaf. Teruggekeerd in het moederland moest JACQUES CAZOTTE. hij echter tot zijn ontsteltenis ervaren, dat de Jezuïtenorde de chèque niet wenschte te aanvaarden en elke uitbetaling weigerde. Het werd een geruchtmakende zaak, die niet op ziclizelfbleek te staan en waarschijnlijk het hare bijdragen heeft tot 't verbod der orde in Frankrijk. Ach, dat Frankrijk! Cazotte, koningsgezind uit professioneele overtuiging, had zich het Moederland anders gedacht. De ontevreden heid was er in de jaren van zijn koloniaal verblijf schrikbarend toegenomen: in de chansons, de vlugschriften, de memoires en correspondenties sprak onverholen een revo- lutionnaire geest, die spotte met traditie en al-oude instellingen, met godsdienst en mo narchie. De talrijke oorlogen, de verspilling aan het hof, de maïtressen-heerschappij had den het staatsdeficit in beangstigende matp doen toenemen; de monarchist die zich in de schrifturen van een Voltaire, een Montesquieu een Rousseau verdiepte zag voor zijn geest een maatschappij oprijzen, zoozeer verschil lend van de bestaande, dat hij zich veront rust moest afvragen hoe al die tegenstellin gen tusschen de nieuwe idealen en de realiteit ooit overbrugd zou kunnen worden. Zoo ver ging het tenminste Cazotte. Een verliefde duivel. wr er van het stadsgewoel, ver van den strijd der meeningen, hield Cazotte zich op het geërfde landgoed in Pierry, niet ver van Epernay, onledig met ijverige studie en letterkundigen arbeid. Het was niet de eer ste maal, dat hij de Muzen diende.' Jaren her, ten tijde van zijn eerste Parijsche ver blijf, had hij, aangemoedigd door het contact met letterkundigen van naam, ook al eens een veer uit zijn poëeten wiek getrokken en zich aan een gedicht gewaagd. Op Mai-tinique schreef hij zelfs een langademig poëem in proza, „Olivier" getiteld, dat zijn vrienden bij wijze van verrassing in 1763 deden uit geven. Het werd een onvermoeid succes, waar door Cazotte zich aangespoord voelde om opnieuw de pen terf hand te nemen en een tweetal novellen te schrijven, waarvan „Le Diable Amoureux", de Verliefde Duivel wel de meeste bekendheid verwierf. Cazotte had in zijn pennevrucht een snaar aangeraakt, die natrilde in het gemoed van aldegenen, die wars van den rationalistischen tijdgeest, maar al te ontvankelijk waren voor het ge loof, dat het aardsch gebeuren toch niet zoo geheel en al beheerscht werd door verstan delijk verklaarbare natuurkrachten als de materialisten wilden doen gelooven. De ge heime genootschappen schoten dan ook als paddestoelen uit den grond, rozenkruiserge meenschappen vonden grooten toeloop en de oude leer der Kabbala werd vlijtig beoefend: de chiromantie (de mystische kunst van het duiden van de lijnen der handpalmen) mocht zich zelfs in het bezit van officiëele leer stoelen aan sommige universiteiten verheugen terwijl de profeten niet ongaarne gebruik maakten van de Gematria, de leer der letter en getallenkabbalistiek, met behulp waarvan om een voorbeeld te noemen, het huwelijks jaar van Keizer Wilhelm I als volgt voor speld werd: tel datum (22), maand (Maart) en jaar (1797) van geboorte samen; voeg daar bij het getal der naamletters (Wilhelm, dus 7): 22 3 1797 1822 7 1829. Vol gens dat recept is het huwelijksjaar bepaald... (Het geloof in bovennatuurlijke machten, in voorteekenen, in de afweerkracht van amu letten nam hand over hand toe. Geen wonder Alle betalende abonnés van Haarlem's Dagblad zijn GRATIS TEGEN ONGEVALLEN VERZEKERD, op voorwaarden welke koste loos bij de administratie verkrijgbaar zijn en welke op geregelde tijden in ons blad worden gepubliceerd De uitkeeringen zijn bij levenslange ongeschiktheid 2000; overlijden 400; verlies van een hand, voet of oog 200; beide leden van een duim ƒ100; één lid van een duim ƒ50; alle leden van een wijsvinger ƒ60; één of twee leden van een wijsvinger 25; alle leden van een anderen vinger ƒ15; één of twee leden van een anderen vinger ƒ5; arm- of beenbreuk ƒ30; enkel breuk ƒ15; polsbreuk ƒ15. Alles indien het gevolg van een ongeval. Voor de abonnés op het Geïllustreerd Zondags blad bestaat nog een afzonderlijke ver zekering. De voorwaarden daarvan zijn eveneens bij de administratie verkrijgbaar (Adv. ingez. MecLJ dat Cazotte's verliefde Duivel, een novelle waarin spoken, mysterieuze verschijnselen en onverklaarbare krachten op de wonder lijkste wyze het menschelijk leven beïnvloed den, gretig gelezen werd. Het was een typische voorbode van de naderende romantiek, die in Macpherson's Ossian-balladen droefgeestig en pathetisch van toon uitdrukking ging geven aan de „Weltschmerz", dat onstilbaar verlangen naar het ideaal 'In de Verliefde Duivel werd de held door de demonen met de onmenschelijkste verlei dingen gekweld. Ja, zoovele kunstgrepen had de schrijver toegepast, dat hij alras doorging voor een ingewijde in de krachten wereld van het bovenaardsche. Een Matinist, aanhanger dus van de mystische leer van "Marinez Pasquali, bracht Cazotte een bezoek in de hoop, dan eerst recht binnengeleid te wor den m de wereld van het occulte. Het moet voor den jeugdigen mysticus een jammer lijke ontgoocheling zijn geweest uit Cazotte's mond te hooren dat de inhoud van de be roemde novelle allerminst uit gemeenschap met bovenstaande krachten, maar enkel en alleen uit pure fantasie geboren was e: Cazotte voorspelt. npoch werd dit bezoek voor Cazotte aanlei- ding, zich in de Martinistisehe geheim wetenschap te gaan verdiepen. Of het geloof in de voorspellingen, die Cazotte's naam on sterfelijk zouden maken, op zijn alom beken de verwantschap met de Martinisten berustte, valt niet te zeggen. Het deed ook niets ter za ke voor hen, die lang na Cazotte's dood overtuigd waren door wat de la Harpe in zijn nagelaten werken onthulde. Het was 1788, een jaar dus voor de Fransche Revolutie, toen een gezelschap van vrijdenkers, grootendeelsleden der Académie, zich aan een maaltijd ten huize van één hunner te goed deed. Men was tot het dessert genaderd; vrij moediger dan zonder den genoten wijn het ge val zou zijn geweest vertelde men anecdoten. Champfort had natuurlijk enkele van zijn gewaagde historiettes teii beste gegeven en aldra kwam het gesprek op den dreigenden toestand in heel het land en op de revolutie, die wel niet lang meer op zich zou laten wach ten. Opeens klonk de stem van een der gasten, die tot dusver niet aan het levendig tafelge sprek had deelgenomen, met een ernst, die allen deed zwijgen. Het was Cazotte, die sprak: Weest tevreden, dames en heeren, ge zult allen de groote revolutie beleven. Gij, Con- dorcet, ge zult uitgestrekt op de steenen van uw cel den laatsten adem uitblazen. Ge zult sterven aan een vergif, dat ge zult hebben in genomen om aan den beul te ontkomen. Na een oogenblik van diepe stilte ontlaadde zich de spanning in een opgewonden gesprek, waarin de spot den boventoon had. Maar Ca zotte bleef volkomen ernstig en hervatte: Gij, Champfort, zult 22 maal met een scheermes uw aderen doorsnijden en toch zult ge pas een paar maanden later sterven. Gij, Nicolaï, ge zult den dood vinden op het scha vot. En gij, Vicq d'Azyr, gij zult uw aderen niet zelf openen, maar ge zult, bij een aanval van jicht, zes malen om aderlating verzoeken om des te meer zekerheid te hebben en nog den zelfden nacht zult ge overlijden. Gelukkig, merkte één der aanwezigen op, de heer Cazotte schijnt het alleen voorzien te hebben op de heeren der Académie. Goddank behoor ik niet Ook gij zult op het schavot uw einde vin denEn er zullen geen zes jaren verstrij ken of alles wat ik u heb verteld zal geschied zijn. En wat is de plaats, vroeg de la Harpe, die u mij bij dit alles aanwijst? U, meneer de la Harpe. u zult een wonder beleven u zult dan een Christen zijn gewor den. De algemeene hilariteit werd wat getem perd, toen Cazotte voortging soortgelijke voor spellingen te doen ten aanzien van de aanwe zige dames en zelfs zinspeelde op het gruwe lijk einde van enkele zeer hooggeplaatste vrouwen. Eenige gasten begonnen zich zelfs boos te maken. Madame de Grammont, die niets meer haat te dan ernst, trachtte de situatie te redden door op een schertsenden toon aan Gazotte te vragen, wat hemzelf dan wel te wachten stond. Tijdens het beleg van Jeruzalem. Mada me. liep dagenlang een man op de wallen, die niets deed dan weeklagen: Wee Jeruzalem. Wee mijHij werd door een werpsteen der Ro meinen getroffen engedood! Met deze woorden nam Cazotte afscheid. Wee Frankrijk, wee mij en wonderbaarlijk voorzienende geest, die Cazotte? Lang heeft men het geloofd. Maar er rijst twijfel als men weet dat de la Harpe in zijn nagelaten werken bij het „vi sioen van Cazotte" aanteekende, dat alle me- dedeelingen daaromtrent door hem te boek werden gesteld.na de revolutie en op pure fantasie berustten. De uitgever had deze no titie wijselijk weggelaten! En toch verklaarde de Engelschman William Burt in zijn werk „Beschouwingen omtrent de merkwaardighe den der natuur", dat hij tegenwoordig was bij het uitspreken van Cazotte's roemruchte voor spellingen. Profeet of niet Cazotte is met de profetie van zijn eigen levenseinde niet ver bezijden de waarheid geweest. In de bloedige Septem berdagen werd hij gearresteerd. De inbeslag neming van zijn correspondentie met Ponteau stelde zijn monarchale sympathieën al te dui delijk in het licht. Waarschijnlijk zou hij toen al door het gepeupel vermoord zijn als zijn dochter, die hem in zijn kerker was gevolgd, niet voor haar vader was gaan staan met de woorden: „Jullie zult het hart van mijn vader niet treffen dan na eerst het mijne doorboord te hebben". Getroffen door zooveel opofferen de liefde liet men beiden vrij. Eenige dagen later werd hij echter weer gevangen genomen en ter dood veroordeeld. 25 September 1792 legde hij zijn hoofd on der de guillotine met de woorden: „Ik sterf, zooals ik heb geleefd, trouw aan God en Ko ning". Toen viel de bijl Cazotte was niet meer. C. J. E. DINAUX. Verbouwing na vijfjarig bestaan. Het koopen van een ameublement is een belangrijke zaak. Elk interieur stelt zijn eigen, bijzondere eischen, die men pas ziet, wanneer het ameubl ement in dè woning ge plaatst is, en het blijkt.... dat er iets niet klopt. De heer Roosemalen heeft in zijn zaak, gevestigd aan de Baan, dit bezwaar ondervangen, door de verschillende ameuble menten te plaatsen in een omgeving, die overeenkomt met die van de meeste woningen, zoodat men ongeveer kan zien, welken indruk de meubelen in het huis zullen maken. Daardoor krijgt men, bij het betreden van deze zaak, niet den indruk van een winkel,, doch meer van een smaakvol ingericht huis, dat men verlangen zou. tot het zijne te ma ken. De zaak is. na een bestaan van vijf jaar, geheel verbouwd, waarbij er naar gestreefd is, een zoo smaakvol mogelijke omgeving voor de meubelen te scheppen Behalve gelijkvloersch, zijn ook op de bo venverdieping verschillende toonkamers inge richt in totaal negen, zoodat de adspirant- koopers een ruime keuze hebben. Men vindt in de toonkomers van den heer Roosemalen zoowel Engelsche als andere oude stijlen, doch ook moderne ameublementen, waarbij zelfs het vefchroomde-staal-met- glas niet ontbreekt. Een prachtige verbetering, die de zaak onge twijfeld ten goede zal komen. „GYSBERT JAPICX". Op Zaterdag 18 December a.s. zal in den Stadsschouwburg voor de Friesche Vereeniging „Gysbert Japicx" optreden het „Lyts Frysk Toaniel" onder leiding van den heer B. van der Veen te Huizum. Opgevoerd zullen worden het tooneelstuk in 3 bedrijven „Oerwinning" en „Sibbel", een blijspel in 2 bedrijven. Roosemalen's Woninginrichting. BELASTINGWEZEN. Bij Koninklijk besluit van 1 December is aan D. O. Norel, inspecteurder directe be lastingen, invoerrechten en accijnzen te Haarlem, op zijn verzoek eervol ontslag ver leend. We herinneren er aan, dat de heer Norel eenige dagen geleden benoemd werd tot lid der Algemeene Rekenkamer, bij ewlke gele genheid wij bijzonderheden uit zijn loopbaan hebben gepubliceerd. „DIE RAECKSE". De vereeniging van leerlingen der Haar- lemsche H.B.S. A „Die Raeckse" geeft op 18 Dec. haar jaarlijksche Soirée Dansante in de Gem. Concertzaal. Het bestuur heeft twee bekende bands kunnen engageeren nl. Eddy Meenk and his Radio Stars en de Apeldoornsche Swing band The Red Hot Peppers onder leiding van Felix Kwast. Verder wordt nog mede werking verleend door „The Bambooslers". EVANGELISCHE SAMENKOMST. De gemeenschap voor Practiseh Christen- dam belegt op Dinsdagavond 7 December een samenkomst in het gebouw „Ons Huis" Ged. Voldersgracht 15. De heeren A. Vries en G. Oversteegen zul len spreken over het onderwerp: Naasten liefde en Barmhartigheid. Na afloop is er gelegenheid tot het stellen van vragen. Francois, Pauwels. Rechter Thomas Amsterdam, Querido. ET een enkel woord hebben wij er de vorige week reeds op gezinspeeld, dat er van den kant der uitgevers naar mijn smaak te veel bij voorbaat gepraat wordt om hun productie aantrekke lijk te maken, wat mij goed voor tandcrême of laxeermiddelen schijnt, doch bij kunstwer ken een gemis aan artisticiteit beduidt. Dat zij van goede recensies de minder goede hebben voor hen geen belang gebruik ma ken om voor hunne uitgaven propaganda te maken, kan nog door den beugel. Aan de ma nier waarop de lovende zinnen uit een recen sie geknipt worden, herkent men de „stan ding" van den uitgever. Dóch het is langza merhand gebruik geworden dat de uitgever zelf, in een prospectus, bij het nieuwste werk gevoegd, gaat vertellen hoe mooi en hoe be langrijk wij zijn jongste uitgave hebben te vinden. En daar het gevaar bestaat dat de heeren elkaar daarin hoe langer hoe meer gaan overtroeven, dient op dat gevaar gewe zen te worden. De Amsterdamsche uitgeverij Querido, die nu eenmaal het voorrrecht heeft van een aan tal zéér belangwekkende belletristen het werk te mogen verzorgen, doet daar misschien tegen haar zin nu en dan ook aan mee, al behoort zij niet tot de ergste opvijzelaars van de eigen koopwaar. Want moge dat woord in dit verband een onaangenamen klank heb ben, dan is het juist die opkomende methode van aanprijzing, die op een eenzijdige qua- liteit van het boek de onnoodige aandacht vestigt. In den prospectus op Rechter Thomas heeft de schrijver misschien zijn doel voorbij ge schoten, dat wil zeggen: hij wint wellicht een zekere soort lezers, doch schrikt een betere af. Ten nadeele van hel werk van Pauwels. naar het mij voorkomt. Wij willen eens een alinea, bestaande uit vijf aaneen gesloten vol- I zinnen citeeren en er daarna het boek nog 'eens op aankijken. „(1) De niet al te propere wasch van een bepaalde kaste hangt Mr. Pauwels zoo maar te bollewaaien aan den openbaren weg voor ieders aangezicht. 2. En dat verdraagt de ge middeld fatsoenlijke Nederlandsche burger nog niet. 3. In zijn poëzie, die minder sociaal is, meer litterair en ook minder fel, stoot het publiek zich niet aan die extravagances en is Francois Pauwels zeer ordentelijk geaccre diteerd. 4. Maar zijn romans, gunst nee, die zijn zoo rauw en zoo heet van waarheidsdrang en zoo fel van aanklacht en onthulling, dat de goede burger onder het lezen er heelemaal zijn kopje thee van laat koud worden. 5. Hij is advocaat en schrijft zoo langzamerhad het epos van het recht." Nu valt het niet te ontkennen dat het te kijk hangen van andermans vuile wasch een bezigheid kan zijn die veel voorbijgangers tot stilstaan noodigt, maar in principe niet veel met een kunstprestatie te maken heeft. En de gemiddelde fatsoenlijke Nederlandsche burger heeft groot gelijk als hij er niet naar kijkt. En die andere, de goede burger, moet die zijn thee koud laten worden om de rauwheid en de hitte van Pauwels' waarheiddrang en de felheid van zijn aanklacht en onthulling? Hij zal wel wijzer wezen, de goede burger. De goede burger houdt evenmin van heete waar heidsdrang als van koude thee. Hij (dat is bedoeld: Pauwels en niet: de goede burger) schrijft zoo langzamerhand het epos van het rechten nou jij, zus! Rechter Thomas verdient beter lot dan al leen gelezen te worden door de menigte voor wie dit geciteerd gesnurk bedoeld is. Ook wie nu niet zooveel waardeering over heeft voor het klappen uit de school, waarin men dage lijks verkeert, zal voor de figuur van Thomas, zooals de schrijver die uit ervaring en fanta sie construeerde, en hartelijk-menschelijk doorleefde, een groote mate van waardeerini. kunnen afzonderen. Wij hebben hier het ge val van een rechter op leeftijd, weduwnaar en kinderloos, man met een immer verborgen sentimentaliteit, die op een gegeven moment in een jongen verdachte een treffende gelij kenis ontdekt tusschen dien jongen en zijn eenigen zoon. die, toen even oud als de ver dachte. bij een vliegongeval omkwam.. Van dat moment af is Thomas een waarlijk dramati sche figuur. Hy interesseert zich voor den jongen njwieldief op een wijze die hem zelf in moeilykheden brengt en aan zijn vijanden de gelegenheid biedt, zijn positie onmogelijk te maken. Dat is allerminst fair play van den kant dier vijanden, doch als uitzonderings geval denkbaar en door den schrijver door aanneembare psychologische détailteekening althans mogelijk gemaakt. Dat daarbij van een gansche kaste de vuile wasch geëxposeerd wordt zal nooit de bedoeling van den auteur geweest zijn. Dat zou mij tenminste spijten, want de fijn geboetseerde sculptuur van rech ter Thomas zou daardoor in een tuintje vol onkruid komen te staan. Nieuwe boeken: Tom de Bruin, Tussen hemel en aarde. Een roman voor en over den modernen mensch van onze tijd. 234 pag. Nijkerk, G. F. Callen- bach. N.V. Dé van der Staay. Tussenspel. Roman 272 pag. Amsterdam. Uitgeverij De Spieghel. Karl Heinrich Waggerl. Het jaar des Hee ren. Roman vertaald door Felix Timmermans en H. P. C. van Ael. 267 pag.. Dezelfde uit gevers. Truus Eygenhuysen. Een schipbreuk. Boek versiering van Willem Arondeus. 100 pag. A'dam. Neaerl. Keurboekerij. Ellen. De eeuwige zuil. Een dichtbundel uit gegeven door H. D, Tjeenk Willink en Zn. te Haarlem. De schuilnaam dezer schrijfster roept herinnering op aan uiterstverzorgde en gevoelige schriftuur van lang geleden. Het voorwoord verklaart: „Vijftien jaar heeft mijn pen gezwegen". In de dertig gedichten die volgen, zullen Ellen's lezers er vele vinden waarin zij hun dichteres herkennen. Johan van der Woude. Spel in Positano. In de Folemprise-serie van L. J. C. Boucher, Den Haag. 178 pag. Spiegelt U zacht. Een humoristisch en sa- tyrisch handboek uit de meest gevarieerde voortbrengselen der Nederlandsche verhaal-, dicht- en teekenkunst. Voorafgegaan door een (hiunoristische) waarschuwing van A. M. de Jong. 8 pag. A'dam. Uitgevertf Contact) Het boekjt is klaarblijkelijk samengesteld door H. B -fortuin, den redacteur van De kleine krat* (de op haar kop gezette slot- pagina var De Groene) en ook in hoofdzaak door dezen -vnalis' gevuld. Aanvulling van Henriët+e vaa Eyk, Charivarius, Jan Heil, Frederik van' Eeden, Jacob Cats, Vondel en anderen, J. H. DE BOLS. OUDERAVOND LINNAEUSSCHOOL. Donderdag werd de jaarlijksche ouderavond gehouden aan de Linnaeusschool (42). Het hoofd der school, de heer Sant, was verhin derd, deze vergadering bij te wonen, daar zijn klas deelnam aan het St. Nïcolaasfeest van den Bond van Onderwijzers. Als leden der Oudercommissie werden herkozen de heeren van Norden en Wildschut en gekozen de heer Wildeboer. Hierna werd het werk der leerlingen be zichtigd. Na de pauze hield de heer A. J. Meyerink een lezing met lichtbeelden over het nut en de waarde van het zwemmen. De heer Minder hout dankte den spreker. door RHEE in m n kast Heemstede, Telef. 28201 (Adv. Ingez. Med.) Allereerst deze week, als nummer 129, een zwaai- oefening voor dc armen, die als U het enthousiast doet. de koude narigheid van een vroegen Decem- ber-ochtend doet verge ten! We beginnen, zooals de teekening aangeeft, in spreidstand met het rech terbeen gebogen en de ar men ver naar links ge strekt. De armen zwaaien naar beneden en verder naar rechts zijwaarts. Dan het gebogen been gestrekt en het andere gebogen, waarna de armen weer terug zwaaien. Nu is het natuur lijk niet de bedoeling, elk onderdeel, zooals hier is aangegeven, precies tot in de puntjes uit te voeren, nee, alle bewegingen moeten volkomen in elkaar overvloeien; er is geen moment van stilstand, zoodat het een rusti ge, zuiver rhythmisch verloopende oefening wordt. Bent u hier even mee bezig, maakt u dan den zwaai nog wat breeder en krachtiger, door de voeten nog wat verder uit elkaar te plaatsen en het lichaam nog meer in de be weging te betrekken Oefening 130 is weer wat lastiger In rug- waartschen ligsteun met kleine pasjes van handen en voeten naar voren gaan. Het is wel niet gemakkelijk, maar probeert u eens de heu pen zoo hoog op te houden, dat het lichaam heelemaal recht is. Ook achteruit probeeren, al naar de grootte van uw kamer vier a tien maal herhalen. Oefening 131 is een belang rijke oefening. Het is eigenlijk vreemd, dat we hier nu pas mee aankomen, maar ja, de keus van oefeningen is zoo oneindig groot! Beginstand: rechtop met de armen in de hoogte. Nu de heu pen (het bekken) een zoo groot mogelijken kring laten maken. De knieën blijven recht en de voeten mogen niet verschoven worden. De kring kan allicht nog wat grooter, dan de teeke ning aangeeft. We raden u drin gend aan, deze oefening grondig te doen en niet te volstaan met eens eventjes probee ren, want een los en beweeglijk bekken is on gelooflijk belangrijk! Tenslotte, onder nummer 132, weer de weke- lijksche oefening met partner. Mocht u nog geen partner hebben, dan zou u het eens via onze „Groentjes" kunnen probeeren. Alzoo de op min of meer romantische wijze tot elkaar gebrachte „Blijft Fitters" gaan met de voeten tegen elkaar en de knieën recht op den grond zitten. Lukt het den eersten dag nog niet, eikaars handen vast te houden, dan kunt u een stukje stevig touw nemen, en dat na eenige malen oefenen, steeds korter ma ken, De oefening zelf is eenvoudig genoeg: beurtelings gaat één van beiden ver achter over waardoor de ander dus diep voorover moet buigen. In een regelmatig tempo zeker tien maal iederen dag oefenen. En vergeet u niet de voorgaande 128 oefe ningen zoo nu en dan eens bij kleine gedeeltes te repeteeren? JULES KAMMEUER, Leeraar Lich. Opv. M.O.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 9