Krachtig Amerikaansch protest te Tokio» Italië's opzegging van het Volkenbondsverdrag THIJS IJS GAAT DOOR DIK EN DUN Woensdag 15 december 1937 HAARDEM'S DAGBEAD De incidenten op de Jangste. Japan is bereid schadevergoeding te betalen en bestraffingsmaatregelen te nemen. Vijftien opvarenden van de „Panay" omgekomen? De ambassadeur der Vereenigde Staten te Tokio heeft de Japansche regeering een formeele nota over handigd, waarin krachtig geprotes teerd wordt tegen het tot zinken brengen van de „Panay" en drie Amerïkaansche koopvaardijschepen en de aandacht wordt gevestigd op verscheidene gelegenheden in het verleden waarbij de Japansche strijd krachten „de rechten der Vereenigde Staten hebben geschonden", In de nota wordt gezegd, dat in liet onder havige geval het optreden der Japansche strijdkrachten is geschied met volkomen miskenning van de Amerikaansceh rechten. Onder deze omstandigheden vraagt en ver wacht de Amerikaansche regeering van de Japansche regeering een formeel tot uit drukking gebrachte betuiging van leedwezen en aanvaarding van de verplichting tot het geven van volledige en uitgebreide schade loosstelling en de verzekering, dat wei-om- schreven stappen zijn genomen om te verze- keren, dat de belangen en eigendommen van het Amerikaansche volk in China niet het voorwerp zullen worden van een aanval dooi de Japansche strijdkrachten of onwettige in menging door Japansche autoriteiten of strijdkrachten. In het begin der nota wordt er op gewe zen. dat de regeering en het volk der Ver eenigde Staten ten diepste geschokt zijn door het tot zinken brengen van deze schepen, waarna een opsomming wordt gegeven van de voornaamste feiten, o.a. dat deze schepen zich krachtens een onbetwist en ook niet te betwisten recht, op de Jangtse bevonden, en, teneinde het gevaar te vermijden, verschei dene malen van positie waren veranderd. Japan's excuses. De tekst van de officieele Japansche nota, die de Japansche minister van buitenlandsche zaken Hirota der Amerikaanschen ambassa deur heeft doen toekomen is gisteren gepubli ceerd. Deze vermeldt o.a.: „Wegens het slechte zicht hebben de Japansche vliegtuigen, hoewel zij tamelijk laag vlogen geen enkel kentee- ken kunnen onderscheiden, dat aangaf of het Amerikaansche schepen of oorlogsschepen wa ren. Daarom zijn de „Panay" en de schepen der Standard Oil Company aangezien voorChi- Voorloopige regeering te Peking geïnstalleerd. „Val van Nanking slechts een voorspel," zegt prins Konoje. WAT THANS DOOR JAPAN BEZET IS Volgens een bericht van het Japansche persbureau Domei uit Peking, is daar, zooals aangekondigd, gistermorgen de „voorloopige regeering der republiek China" gevormd. De installatie der nieuwe regeering ge-ij schiedde op plechtige wijze indeTsjoejentang- hal in de „verboden stad", waarboven de vijf kleurige oorspronkelijke vlag der Chineesche republiek woei, die door de Nanking-regeering vervangen was door de Kwomintangvlag. Na de plechtigheid vingen de wetgevende, uitvoerende en rechterlijke commissies direct haar werkzaamheden aan. De voorzitter van de wetgevende commissie, Tangercho, ver klaarde tegenover Chineesche en Japansche journalisten, dat de voorloopige regeering voorloopig voor rust en orde in het land zal zorgen en daarna uitgebreide maatregelen zal nemen voor het tot stand brengen van vol komen eensgezindheid tusschen het Chi neesche en het Japansche volk. De woordvoerder van het Japansche hoofd kwartier te Tientsin wenschte de voorloopige regeering geluk en sprak de hoop uit, dat het nieuwe bewind, „dat rechtmatig' de tradities van China overneemt, een gezonde ontwik keling zal toonen". De Japansche minister-president, prins Konoje, heeft in de Japansche pers een ver klaring gepubliceerd, waarin hij het land ge luk wenscht met de verovering van Nanking. „Japan zal niet falen in zijn politiek een duurzamen vrede in het Verre Oosten te grondvesten. De verantwoordelijkheid voor het conflict ligt bij Nanking. Deze plaats is thans teruggevallen tot een gewone provin ciale hoofdplaats. Japan zal gaarne mede werken aan de welvaart van het onschuldige Chineesche volk en de Japansche regeering zal met de nieuwe Chineesche regeering sa menwerken". Konoje bracht verder hulde aan de dap pere Chineesche soldaten die voor de kwade zaak strijden". Ilij betreurde de schade, welke aan de buitenlandsche belangen is toege bracht en bevestigde, dat de nieuwe Chi neesche regeering deze belangen zal weten te beschermen. Hij verklaarde verder te hopen dat de buitenlandsche mogendheden de positie van Japan in het Verre Oosten zullen begrijpen. Japan is hier de stabiliseerendp macht. Tenslotte zeide sprins Konoje, dat de val van Nanking slechts een voor spel is en het begin van langdurige vijandelijkheden. sche schepen, welke vluchtende Chineesche troepen aan boord hadden. Zij werden ge bombardeerd en tot zinken gebracht. Aange zien het in het licht van het bovenstaande duidelijk is, dat het incident geheel moet worden toegeschreven aan een misverstand, betreurt de Japansche regeering levendig, dat schade is toegebracht aan een oorlogsschip der Vereenigde Staten en aan andere schepen en slachtoffers te betreuren zijn. Zij biedt hierbij haar oprechte verontschuldiginggen aan. De Japansche regeering zal alle aange richte schade vergoeden en tegenover dege nen, die verantwoordelijk zijn voor het inci dent, passende maatregelen nemen. Voorts heeft zij strenge bevelen doen toekomen aan de autoriteiten ter plaatse met het doel een herhaling van dergelijke inci denten te voorkomen. De Japansche regeering hoopt innig, dat de zeer vriendschappelijke betrekkingen tus schen Japan en de Vereenigde Staten door deze ongelukkige aangelegenheid niet zullen worden geschaad." De Japansche pers beperkt zich tot het weergeven van de communiqués van het ministerie van buitenland sche zaken en van de marineautoritei- ten, zonder verder commentaar. De persoonlijke boodschap van presi dent Roosevelt aan den keizer heeft in Japan veel opzien gebaard, aan gezien de persoon van den keizer hei lig is en boven alle partijen staat. Men herinnert er evenwel aan, dat keizer Meiji ook persoonlijk stappen heeft gedaan 0111 zijn leedwezen te betuigen toen in 1894 de Russische Tsare- witsj tijdens zijn verblijf in Japan door een politieman werd aangevallen en gewond. De houding van Engeland. Naar men te Londen verwacht zal ook de Britsche regeering vandaag een krachtig ge stelde nota over de incidenten op de Jangtsè aan de Japansche regeering zenden. Men meent, dat de tekst in de kabinetszitting van heden zal worden goedgekeurd. Chamberlain en Eden hebben gisteravond overleg gepleegd, terwijl ook de andere ministers van alles op de hoogte worden gehouden. Naar alle waarschijnlijkheid zal de nota eisehen, dat volledige schadevergoeding be taald wordt, dat onmiddellijk doeltreffende maatregelen worden genomen om verdere voorvallen van dezen aard te voorkomen, dat algemeene waarborgen zullen worden gege ven voor de veiligheid van Britsche onderda nen, schepen en ander eigendommen. Het is mogelijk, dat op bestraffing der ver antwoordelijken niet zal worden aangedron- Volgens te New-York ontvangen berichten zijn van de 76 personen, die zich aan boord van de „Panay" bevonden, 61 gered. De overlevenden van de „Panay" worden aan boord van het Britsche oorlogsschip „Lady Bird" en van het Amerikaansche oorlogsschip „Oahu" naar Sjanghai gebracht. De schepen worden voorafgegaan door Japansche mijnenvegers ter bescherming. Zij zul len alleen overdag reizen, zoodat zij vermoedelijk Vrijdag te Sjanghai zul len aankomen. Koning George 42 jaar. Koning George vierde gisteren in Bucking ham Palace zijn 42en verjaardag. Te Windsor werd een 5000 jaar oude gewoonte hersteld, door ter gelegenheid van 's konings verjaar dag 21 saluutschoten af te vuren. Joegoslavië Vriendschapsbanden met Frankrijk bevestigd. Na de besprekingen tusschen den Fran- schen minister Delbos en Stojadinowitsj is een communiqué uitgegeven van den volgen den inhoud: „Ter gelegenheid van het of ficieele bezoek van Delbos aan de Joego slavische regeering op 12, 13 en 14 December te Belgrado, hebben de Fransche minister van van buitenlandsche zaken en de Joego-Sla- vische premier en minister van buitenland sche zaken verscheidene besprekingen ge voerd. Tijdens deze gedachtenwisselingen heb ben Delbos en Stojadinowitsj alle problemen besproken betreffende de onderlinge Fransch- Joego-Slavische belangen en den algemeenen politieken toestand. De besprekingen tusschen de beide minister verliepen in volstrekte har monie en in een geest van traditioneele vriendschap tusschen beide landen, welke bevestigd is in de recente verlenging van het vriendschapspact tusschen Frankrijk en Joego-Slavië, tijdens het officieele bezoek van Stojadinowitsj aan Parijs. De beide ministers waren eensgezind in de erkenning, dat het nuttig en noodig is voor de belangen van de beide staten, die lid zijn van den Volkenbond, zoowel als voor de zaak van den algemeenen vrede in Europa de samenwerking voort te zetten in denzelfden geest van vriendschap en vertrouwen. Terzelf- dertijd constateerden Delbos en Stojadino witsj met voldoening, dat de Dinsdag te Bel grado onderteekende handelsovereenkomst betere voorwaarden verzekert voor de ont wikkeling van den ruilhandel tusschen beide landen". Lijk van Weidmaim's zesde slachtoffer gevonden. Begraven in het bosch van Fontainebleau. Havas meldt, dat men op aanwijzingen van Weidmann het lijk van zijn zesde slacht offer, Jeanne Keller, ontdekt heeft in den z.g. ,Grot der Bandieten", op een kilometer van Barbizon in het bosch van Fontainebleau. Het lijk lag dicht aan de oppervlakte op een plaats, waar des zomers veel wandelaars ko-1 men, d-ich die des winters verlaten is. Conflict bij de Parijsche magazijnen opgelost. Reeds waren enkele zaken „bezet." Dinsdag verluidde te Parijs, dat alle groote maagzijnen door het personeel zouden wor den bezet. Bij deze beweging zouden onge veer 40.000 personen betrokken zijn. De po litie heeft eenige winkels doen ontruimen. Een vakvereenigingsdelegatie der bedienden begaf zich des avonds naar het ministerie van Arbeid om overleg te plegen met de werkgeversgedelegeerden. De minister van Arbeid, Février, deed nog denzelfden avond een scheidsrechterlijke uitspraak in het conflict, welke tot gevolg had dat het werk in de magazijnen heden morgen op de normale wijze kon worden hervat. Nadat de uitspraak was gedaan, heeft het bestuur der vakvereeniging den employés medegedeeld, dat zij direct de magazijnen r— enkele waren door het personeel „bezet" moesten ontruimen Winterhanden P |J R O L Winteruoeten Doos M cent By Winterteenen J Apoth. en Drogist. (Adv. Ingez Med.) Ierland erkent Abessynië als Italiaansch bezit. Medcdeeling van De Valera. De Iersche president De Valera heeft in zijn hoedanigheid van minister van buiten landsche zaken in den Dail medegedeeld, dat de Iersche vertegenwoordiger bij de regeering van Valencia nog geaccrediteerd is. Er be staat echter ook diplomatiek contact met generaal Franco. Verder maakt De Valera bekentd, dat de geloofsbrieven van den toe- ko.nstigen Ierschen gezant te Rome aan den koning van Italië en keizer van Abessynië gericht zullen worden. Naderend offensief der Spaansche Nationalisten? Grens bij La Linea gesloten. Madrid weer gebombardeerd. Havas meldt uit Gibraltar: De rechtsche Spaansche autoriteiten heb ben de grens bij La Linea gesloten. Men heeft dezen maatregel in verband gebracht met het gerucht, dat de ronde doet over een komend offensief. De boot, die den dienst onderhoudt, is niet van Algeciras vertrokken. De rechtsche artillerie heeft gistermiddag de hoofdstad bestookt. Onmiddellijk lagen de straten verlaten. De granaten vielen in de binnenwijken. Er zijn verscheidene dooden en gewonden gevallen. STOFFELIJK OVERSCHOT VAN DUITSCIIEN EMIGRANT IN FRANKRIJK GEVONDEN? Barones Kerstin Hamilton heeft aan het Zweedsche blad „Svenska Dagbladet" mede gedeeld, dat het lichaam, dat bij Dyon is ge vonden en waarbij haar visitekaartje lag, mogelijk het stoffelijk overschot is van den verdwenen Duitschen emigrant dr. Ileinrich Hellmund. Zij heeft een half jaar geleden met hem kennis gemaakt. Hellmund, die Duitschland had moeten verlaten, had zich via Zwitserland en Frankrijk naar Zweden begeven. Hij schreef een filosofisch werk en de barones wilde hem helpen het uit te geven. Sedert eind Juni heeft zij evenwel niets meer van hem gehoord. Lidmaatschap duurt tot einde 1939 voort. Een verplichting aan het Internationaal Gerechtshof. e op 11 December j.l. door Italië on dernomen stap verdient niet alleen belangstelling in verband met de mogelijke politieke consequenties maar ook met het oog op de rechtsgevol gen. Allereerst zij er nog eens nadrukkelijk op gewezen, dat we alleen maar.te doen hebben met een opzegging van het Bondslidmaat schap die eerst over twee jaar rechtskracht verkrijgt. Tot 11 December 1939 is en blijft Italië lid, niet slechts met dezelfde verplich tingen, doch eveneens met de zelfde rechten als het vóór den Hen December bezat. Het kan dan ook elk oogenblik, waarop het daartoe lust mocht gevoelen, actief deelnemen aan de Bondswerkzaamheden, zoowel in den Raad waar het een permanenten zetel inneemt in de vergadering als in de commissies enz. Dat het bestaan van een opzeggingstermijn van twee jaar zijn nut kan hebben, heeft indertijd het gebeurde met Spanje geleerd. Want nadat genoemd land in 1926 had aan gekondigd, dat het zich uit de Bond wenschte terug te trekken, heeft het vóór in 1928 het beslissende oogenblik aanbrak, doen weten, dat het op zijn aanvankelijk genomen be slissing terugkwam. Aangenomen intusschen, dat Italië niet het Spaansche, doch het Japansche en Duitsehe voorbeeld zal volgen, zal het dus na 11 De cember 1939 geen lid meer zijn, mits het op het oogenblik van uittreden al zijn interna tionale verplichtingen, daaronder begrepen die van het handvest, zal hebben vervuld. Het ligt voor de hand, dat over dat punt verschil van meening kan rijzen. In dat geval zou let wel bij toepassing van wat rechtens zou dienen te geschieden t.a.v. die strijd vraag door het Internationaal Gerechtshof in Den Haag moeten worden beslist. De Italiaansche Volkenbondsambtenaren. Als dan eenmaal Italië ex-Bondslid is, wil da t nog geenszins zeggen, dat van Volken- bondsstandpunt bekeken (wat Rome zou wen- schen eh -doen, blijve hier buiten beschou wing), alle Italianen welke in een of andere Bondsfunctie werkzaam zijn, die zouden moeten neerleggen. Tenslotte is het de Bond, die de ambtenaren van het Secretariaat aan stelt en hij is daarbij volkomen vrij om ook burgers van niet bij den Bond aangesloten landen te benoemen, gelijk bijv. met verschil lende Amerikanen het geval is. Wat voor het Secretariaat geldt, gaat na tuurlijk ook op voor andere Geneefsche or ganen, samengesteld uit personen, die daarin niet zitting hebben als vertegenwoordigers van hun land en aangesteld door hun Re geering, maar benoemd door en in dienst van den Bond. Een sprekend voorbeeld levert hiervan de permanente mandatencommissie, die o.a. ook een Japanner in haar midden telt, welke even actief aan haar werkzaamheden deelneemt als de overige leden met uitzondering van den Italiaan, die sedert ©enigen tijd blijk baar van thuis niet meer naar Genève mag gaan! Ofschoon hij in deze commissie juist zitting heeft (althans zoo hoort hij zich te gedragen) volkomen onafhankelijk ten op zichte van zijn eigen regeering. En andere, door den Volkenbond in het leven geroepen, overigens zelfstandige instel ling, het Permanente Hof van Internationale Justitie in Den Haag (kortheidshalve verder hier aangeduid als het Internationaal Ge rechtshof) telt onder de leden een Italiaan van groot gezag, den voor- treffelyijken jurist, rechter Anzilotti. Deze kan rustig rechter blijven, zelfs indien Italië mocht mèdedeelen, dat het zich los wenscht te maken van het Statuut van het Interna tionaal Gerechtshof. Niet alleen, dat de rech ters in het Vredespaleis hun verkiezing dan ken aan de Volkenbondsvergadering en den Volkenbondsraad, maar bovendien: het rech- tersambt staat open ook voor juristen uit landen, welke geen partij bij het Statuut zijn. Zoo heeft het Hof van den beginne af steeds een Amerikaan in zijn midden gehad, terwijl nog altijd de Vereenigde Staten niet tot het Statuut zijn toegetreden. ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC Thijs keek nog even naar den verdwijnenden wagen. Laat me er uit, wel voor den waterslang nog an toe, laat me er uit! brulde de boef zenuwachtig. Dat zou je zeker wel willen, hè? lachte Thijs. Mis, mannetje, dat gaat zoo maar niet! Ik zal je even wat beter binden en dan ga jij fijn met me mee naar de politie! Ken je Speurgraag? Ja, mooi, hij zal blij zijn als hij jou weer ziet. Zulke schooiers als jij hooren in de gevangenis! Laat me er uit! schdeeuwde Steelgraag weer. Laat me er uit, anders zal ik jeEn hij hief dreigend zijn vuist op tegen Thijs, die zich naar stond te lachen. Maar nu werd het Thijs toch te bar. Hij pakte het touw stevig beet en na verloop van vijf minuten had hij Steelgraag gebonden. Zoo, nu mag je er uit. Geef me maar een hand, alhoewel je eigenlijk te vies bent, om aan te raken. Vooruit, een, twee, driese kootje. Mooi, en nu vooruit) Volgt Italië het door Brazilië, Japan en Duitschland gegeven voorbeeld, dan zal het echter Statuut-staat blijven. Het gevolg hier van kan zelfs wezen, dat het, ook na 11 De cember 1939, ondanks het feit, dat het dan buiten den Volkenbond staat, eventueel toch zoowel in den Raad als in de vergadering bij de verkiezing voor de rechtersplaatsen kan meestemmen! Dit is mogelijk dank zij een bepaling, opgenomen terf gelegenheid van de herziening die 't Statuut in 1929 heeft onder gaan, welke herziening sinds 1 Februari 1936 van kracht is geworden. Het slot van art. 4 van het Statuut houdt nJ. tegenwoordig in, dat behoudens het bestaan van een speciaal accoord, de Volkenbondsvergadering op voor stel van den Raad de voorwaarden zal rege len, waaronder een staat, die, het Statuut ge accepteerd hebbende overigens geen lid van den Bond is, aan de rechtersvenkiezingen kan deelnemen. Uit hoofde hiervan kon de As- semblée op 3 Octoberd 1936 besluiten, dat in dien een staat-niet-Bondslid, doch wel partij bij het Statuut, aan den secretaris-generaal mocht kenbaar, maken aan de rechtersverkie- zingen te wenschen deel te nemen, zulk een staat in de vergadering zijn stem zou mogen uitbrengen. En ten behoeve van Brazilië, Duitschland en Japan is zelfs besloten, bij wijze van voorloopige, tot 1 Januari 1949 gel dende regeling (zonder dat zulks verder voor de toekomst iets zou mogen prejudicieeren), dat zij bovendien mede een stem zullen mo gen uitbrengen in den Raad. Met andere woorden dit drie tal kreeg dus in dit opzicht dezelfde bevoegdheid, die Bonds leden bezitten, welke een raadszetel innemen. Deze kunnen immers altijd zoowel in den Raad als in de Vergadering in elk van de beide colleges moet men de volstrekte meer derheid behalen om tot rechter gekozen te worden hun stem uitbrengen. Na vermeld te hebben, dat Brazilië en Japan in Mei j.l. inderdaad aldus meewerkten aan de verkie zing van Prof. de Visscher tot lid van het In ternationaal Gerechtshof (in tegenstelling tot deze twee landen, bleek Duitschland den wensch om mee te stemmen niet te hebben kenbaar gemaakt) moge ik dus concludee- ren, dat Italië, als het eenmaal Bondslid af is, in elk geval de bevoegdheid heeft in de Vergadering mee te stemmen ter vervulling van rechterlijke vacatures. Dat recht kan het doen gelden Nog niet los van Den Haag. Maar daarnaast, en dat is ongetwijfeld iets, wat waarlijk ook nog wel de aandacht ver dient, blijft het met betrekking tot het In ternationaal Gerechtshof tot 1941 aan een verplichting vastzitten. Want wel moge het in 1936 niet meer het speciale protocol (hehoorende bij art.\ 36 van het Hof-Statuut tot aanvaarding van de verplichte rechtspraak van het Hof in rechts geschillen opnieuw voor 5 jaar geteekend hebben, gelijk het in 1931 had gedaan, toch zal het zich aan die rechtspraak tot 1941 hebben te onderwerpen. Dit is een gevolg van de omstandigheid, dat Italië een van de 23 staten is, welke zijn toegetreden tot de' vier hoofdstukken van de in 1928 tot stand geko men Algemeene Acte van Genève inzake ver zoening, arbitrage en rechtspraak. Ook tot het hoofdstuk, waarbij de onderteekenaars daarvan onderling de verplichte rechtspraak van het Internationaal Gerechtshof over tusschen hen rijzende rechtsgeschillen heb ben aanvaard (behalve in het geval, dat zij het eens mochten worden om zulk een ge schil aan een scheidsrechterlijk tribunaal te onderwerpen). Rechtens is Italië.in dezen tot 1941 gebonden, doordat het, na met ingang van 7 September 1931 tot deze Acte te zijn toegetreden heeft nagelaten, zes maanden vóór afloop van de voorgeschreven termijn van 5 jaar, dus zes maanden vóór 7 September 1936 tot opzegging over te gaan. Al mocht dus Italië, wanneer eenmaal zijn Bondslidmaat schap tot het verleden zal behooren zelfs ook het Statuut van het Hof opzeggen, dan blijft het niettemin via de Algemeene Acte nog altijd tot 7 September 1941 geboden aan de verplichting zich in geval van een rechts geschil met een der andere onderteekenaars (hieronder Engeland, Frankrijk en o.m. ook Nederland) van die Acte, aan de rechters in Den Haag te onderwerpen. Rome moge in 1939 er eventueel over kunnen juichen, dat het dan los van Genève is, het zal pas na 7 September het „los van den Haag" kun nen laten hooren. Zoo tenminste is de rechtspositie. Deze verdient, dunkt me, op dit oogenblik alleszins de aandacht. Op zichzelf reeds is de hier geschetste situatie interessant. Maar bovendien heeft het, zoowel op grond van principieele als van practische overwegingen zin op een en ander te wijzen. Principieel, aangezien zoo licht de menschen, ook wel buiten Italië, in dezen tijd van hoogst bedenkelijke aantasting en ondermijning van de r e c h t s g e d a c h„t e, geneigd zijn te meenen, dat het over twee jaar uit tredende land met betrekking tot den Volkenbond en al wat daarmee sa menhangt, zoo vrij als een vogeltje in de lucht is. Het kan best wezen, ja, misschien moet men het zelfs waar schijnlijk noemen, dat het zich als zoodanig zal willen gedragen. Dan heeft het bepaald zin nog eens goed te onderstreepen, hoezeer het zich ook daardoor aan het recht zou vergrij pen. Dat heeft, zal natuurlijk de nuchtere man (met de beroemde beide beenen op den bo dem der werkelijkheid) willen tegenwerpen, practisch geen enkele beteekenis. Die lui doen eenvoudig wat ze willen. Zeker, dat deed Duitschland ook, toen het in 1914 in strijd met wat rechtens toelaatbaar was, België's onzijdigheid schond. Den moreelen slag, dien het zichzelf daarmee toebracht, is het echter nog altijd, bijkans een kwarteeuw later, niet te boven, Ziet daar de beteekenis van het door de openbare meening acht doen slaan op wat rechtens mag en niet mag. En uit een practische overweging kan een zich rekenschap geven van de hier geschetste rechtspositie van waarde zijn, voor het geval op het een of andere oogenblik Italië laat het louter wezen, omdat zulks dan in zijn kraam te pas zou komen van zijn rechten, gelijk die hier zijn weergegeven, gebruik zou wenschen te maken. Hoezeer een dergelijke figuur werkelijkheid kan worden, is o.a. tot nu toe wel gebleken met Japan, dat immers in meer dan één opzicht nog een band met Ge nève is blijven onderhouden. Zelfseen financieelen band. Want nog maar kort gele den heeft het zijn aandeel betaald in bekosti ging van uitgaven voor technisch Volken- bondswerk, waaraan het had deelgenomen! DR. E. v. RAALTE.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 6