Krachtig Amerikaansch protest
te Tokio»
Italië's opzegging van het Volkenbondsverdrag
THIJS IJS GAAT DOOR DIK EN DUN
Woensdag 15 december 1937
HAARDEM'S DAGBEAD
De incidenten op de Jangste.
Japan is bereid schadevergoeding te betalen
en bestraffingsmaatregelen te nemen.
Vijftien opvarenden van
de „Panay" omgekomen?
De ambassadeur der Vereenigde
Staten te Tokio heeft de Japansche
regeering een formeele nota over
handigd, waarin krachtig geprotes
teerd wordt tegen het tot zinken
brengen van de „Panay" en drie
Amerïkaansche koopvaardijschepen
en de aandacht wordt gevestigd op
verscheidene gelegenheden in het
verleden waarbij de Japansche strijd
krachten „de rechten der Vereenigde
Staten hebben geschonden",
In de nota wordt gezegd, dat in liet onder
havige geval het optreden der Japansche
strijdkrachten is geschied met volkomen
miskenning van de Amerikaansceh rechten.
Onder deze omstandigheden vraagt en ver
wacht de Amerikaansche regeering van de
Japansche regeering een formeel tot uit
drukking gebrachte betuiging van leedwezen
en aanvaarding van de verplichting tot het
geven van volledige en uitgebreide schade
loosstelling en de verzekering, dat wei-om-
schreven stappen zijn genomen om te verze-
keren, dat de belangen en eigendommen van
het Amerikaansche volk in China niet het
voorwerp zullen worden van een aanval dooi
de Japansche strijdkrachten of onwettige in
menging door Japansche autoriteiten of
strijdkrachten.
In het begin der nota wordt er op gewe
zen. dat de regeering en het volk der Ver
eenigde Staten ten diepste geschokt zijn door
het tot zinken brengen van deze schepen,
waarna een opsomming wordt gegeven van
de voornaamste feiten, o.a. dat deze schepen
zich krachtens een onbetwist en ook niet te
betwisten recht, op de Jangtse bevonden, en,
teneinde het gevaar te vermijden, verschei
dene malen van positie waren veranderd.
Japan's excuses.
De tekst van de officieele Japansche nota,
die de Japansche minister van buitenlandsche
zaken Hirota der Amerikaanschen ambassa
deur heeft doen toekomen is gisteren gepubli
ceerd.
Deze vermeldt o.a.: „Wegens het slechte
zicht hebben de Japansche vliegtuigen, hoewel
zij tamelijk laag vlogen geen enkel kentee-
ken kunnen onderscheiden, dat aangaf of het
Amerikaansche schepen of oorlogsschepen wa
ren. Daarom zijn de „Panay" en de schepen
der Standard Oil Company aangezien voorChi-
Voorloopige regeering te Peking
geïnstalleerd.
„Val van Nanking slechts een voorspel," zegt
prins Konoje.
WAT THANS DOOR JAPAN BEZET IS
Volgens een bericht van het Japansche
persbureau Domei uit Peking, is daar, zooals
aangekondigd, gistermorgen de „voorloopige
regeering der republiek China" gevormd.
De installatie der nieuwe regeering ge-ij
schiedde op plechtige wijze indeTsjoejentang-
hal in de „verboden stad", waarboven de vijf
kleurige oorspronkelijke vlag der Chineesche
republiek woei, die door de Nanking-regeering
vervangen was door de Kwomintangvlag.
Na de plechtigheid vingen de wetgevende,
uitvoerende en rechterlijke commissies direct
haar werkzaamheden aan. De voorzitter van
de wetgevende commissie, Tangercho, ver
klaarde tegenover Chineesche en Japansche
journalisten, dat de voorloopige regeering
voorloopig voor rust en orde in het land zal
zorgen en daarna uitgebreide maatregelen zal
nemen voor het tot stand brengen van vol
komen eensgezindheid tusschen het Chi
neesche en het Japansche volk.
De woordvoerder van het Japansche hoofd
kwartier te Tientsin wenschte de voorloopige
regeering geluk en sprak de hoop uit, dat het
nieuwe bewind, „dat rechtmatig' de tradities
van China overneemt, een gezonde ontwik
keling zal toonen".
De Japansche minister-president, prins
Konoje, heeft in de Japansche pers een ver
klaring gepubliceerd, waarin hij het land ge
luk wenscht met de verovering van Nanking.
„Japan zal niet falen in zijn politiek een
duurzamen vrede in het Verre Oosten te
grondvesten. De verantwoordelijkheid voor
het conflict ligt bij Nanking. Deze plaats is
thans teruggevallen tot een gewone provin
ciale hoofdplaats. Japan zal gaarne mede
werken aan de welvaart van het onschuldige
Chineesche volk en de Japansche regeering
zal met de nieuwe Chineesche regeering sa
menwerken".
Konoje bracht verder hulde aan de dap
pere Chineesche soldaten die voor de kwade
zaak strijden". Ilij betreurde de schade, welke
aan de buitenlandsche belangen is toege
bracht en bevestigde, dat de nieuwe Chi
neesche regeering deze belangen zal weten
te beschermen. Hij verklaarde verder te hopen
dat de buitenlandsche mogendheden de
positie van Japan in het Verre Oosten zullen
begrijpen. Japan is hier de stabiliseerendp
macht.
Tenslotte zeide sprins Konoje, dat
de val van Nanking slechts een voor
spel is en het begin van langdurige
vijandelijkheden.
sche schepen, welke vluchtende Chineesche
troepen aan boord hadden. Zij werden ge
bombardeerd en tot zinken gebracht. Aange
zien het in het licht van het bovenstaande
duidelijk is, dat het incident geheel moet
worden toegeschreven aan een misverstand,
betreurt de Japansche regeering levendig, dat
schade is toegebracht aan een oorlogsschip der
Vereenigde Staten en aan andere schepen
en slachtoffers te betreuren zijn. Zij biedt
hierbij haar oprechte verontschuldiginggen
aan. De Japansche regeering zal alle aange
richte schade vergoeden en tegenover dege
nen, die verantwoordelijk zijn voor het inci
dent, passende maatregelen nemen.
Voorts heeft zij strenge bevelen doen
toekomen aan de autoriteiten ter plaatse met
het doel een herhaling van dergelijke inci
denten te voorkomen.
De Japansche regeering hoopt innig, dat de
zeer vriendschappelijke betrekkingen tus
schen Japan en de Vereenigde Staten door
deze ongelukkige aangelegenheid niet zullen
worden geschaad."
De Japansche pers beperkt zich tot
het weergeven van de communiqués
van het ministerie van buitenland
sche zaken en van de marineautoritei-
ten, zonder verder commentaar. De
persoonlijke boodschap van presi
dent Roosevelt aan den keizer heeft
in Japan veel opzien gebaard, aan
gezien de persoon van den keizer hei
lig is en boven alle partijen staat. Men
herinnert er evenwel aan, dat keizer
Meiji ook persoonlijk stappen heeft
gedaan 0111 zijn leedwezen te betuigen
toen in 1894 de Russische Tsare-
witsj tijdens zijn verblijf in Japan
door een politieman werd aangevallen
en gewond.
De houding van Engeland.
Naar men te Londen verwacht zal ook de
Britsche regeering vandaag een krachtig ge
stelde nota over de incidenten op de Jangtsè
aan de Japansche regeering zenden. Men
meent, dat de tekst in de kabinetszitting van
heden zal worden goedgekeurd. Chamberlain
en Eden hebben gisteravond overleg gepleegd,
terwijl ook de andere ministers van alles op de
hoogte worden gehouden.
Naar alle waarschijnlijkheid zal de nota
eisehen, dat volledige schadevergoeding be
taald wordt, dat onmiddellijk doeltreffende
maatregelen worden genomen om verdere
voorvallen van dezen aard te voorkomen, dat
algemeene waarborgen zullen worden gege
ven voor de veiligheid van Britsche onderda
nen, schepen en ander eigendommen.
Het is mogelijk, dat op bestraffing der ver
antwoordelijken niet zal worden aangedron-
Volgens te New-York ontvangen
berichten zijn van de 76 personen,
die zich aan boord van de „Panay"
bevonden, 61 gered.
De overlevenden van de „Panay"
worden aan boord van het Britsche
oorlogsschip „Lady Bird" en van het
Amerikaansche oorlogsschip „Oahu"
naar Sjanghai gebracht. De schepen
worden voorafgegaan door Japansche
mijnenvegers ter bescherming. Zij zul
len alleen overdag reizen, zoodat zij
vermoedelijk Vrijdag te Sjanghai zul
len aankomen.
Koning George 42 jaar.
Koning George vierde gisteren in Bucking
ham Palace zijn 42en verjaardag. Te Windsor
werd een 5000 jaar oude gewoonte hersteld,
door ter gelegenheid van 's konings verjaar
dag 21 saluutschoten af te vuren.
Joegoslavië
Vriendschapsbanden met
Frankrijk bevestigd.
Na de besprekingen tusschen den Fran-
schen minister Delbos en Stojadinowitsj is
een communiqué uitgegeven van den volgen
den inhoud: „Ter gelegenheid van het of
ficieele bezoek van Delbos aan de Joego
slavische regeering op 12, 13 en 14 December
te Belgrado, hebben de Fransche minister van
van buitenlandsche zaken en de Joego-Sla-
vische premier en minister van buitenland
sche zaken verscheidene besprekingen ge
voerd. Tijdens deze gedachtenwisselingen heb
ben Delbos en Stojadinowitsj alle problemen
besproken betreffende de onderlinge Fransch-
Joego-Slavische belangen en den algemeenen
politieken toestand. De besprekingen tusschen
de beide minister verliepen in volstrekte har
monie en in een geest van traditioneele
vriendschap tusschen beide landen, welke
bevestigd is in de recente verlenging van het
vriendschapspact tusschen Frankrijk en
Joego-Slavië, tijdens het officieele bezoek van
Stojadinowitsj aan Parijs.
De beide ministers waren eensgezind in de
erkenning, dat het nuttig en noodig is voor
de belangen van de beide staten, die lid zijn
van den Volkenbond, zoowel als voor de zaak
van den algemeenen vrede in Europa de
samenwerking voort te zetten in denzelfden
geest van vriendschap en vertrouwen. Terzelf-
dertijd constateerden Delbos en Stojadino
witsj met voldoening, dat de Dinsdag te Bel
grado onderteekende handelsovereenkomst
betere voorwaarden verzekert voor de ont
wikkeling van den ruilhandel tusschen beide
landen".
Lijk van Weidmaim's zesde
slachtoffer gevonden.
Begraven in het bosch van Fontainebleau.
Havas meldt, dat men op aanwijzingen van
Weidmann het lijk van zijn zesde slacht
offer, Jeanne Keller, ontdekt heeft in den z.g.
,Grot der Bandieten", op een kilometer van
Barbizon in het bosch van Fontainebleau.
Het lijk lag dicht aan de oppervlakte op een
plaats, waar des zomers veel wandelaars ko-1
men, d-ich die des winters verlaten is.
Conflict bij de Parijsche
magazijnen opgelost.
Reeds waren enkele zaken „bezet."
Dinsdag verluidde te Parijs, dat alle groote
maagzijnen door het personeel zouden wor
den bezet. Bij deze beweging zouden onge
veer 40.000 personen betrokken zijn. De po
litie heeft eenige winkels doen ontruimen.
Een vakvereenigingsdelegatie der bedienden
begaf zich des avonds naar het ministerie
van Arbeid om overleg te plegen met de
werkgeversgedelegeerden.
De minister van Arbeid, Février, deed nog
denzelfden avond een scheidsrechterlijke
uitspraak in het conflict, welke tot gevolg
had dat het werk in de magazijnen heden
morgen op de normale wijze kon worden
hervat.
Nadat de uitspraak was gedaan, heeft het
bestuur der vakvereeniging den employés
medegedeeld, dat zij direct de magazijnen r—
enkele waren door het personeel „bezet"
moesten ontruimen
Winterhanden P |J R O L
Winteruoeten Doos M cent By
Winterteenen J Apoth. en Drogist.
(Adv. Ingez Med.)
Ierland erkent Abessynië als
Italiaansch bezit.
Medcdeeling van De Valera.
De Iersche president De Valera heeft in
zijn hoedanigheid van minister van buiten
landsche zaken in den Dail medegedeeld, dat
de Iersche vertegenwoordiger bij de regeering
van Valencia nog geaccrediteerd is. Er be
staat echter ook diplomatiek contact met
generaal Franco.
Verder maakt De Valera bekentd,
dat de geloofsbrieven van den toe-
ko.nstigen Ierschen gezant te Rome
aan den koning van Italië en keizer
van Abessynië gericht zullen worden.
Naderend offensief der Spaansche
Nationalisten?
Grens bij La Linea gesloten.
Madrid weer gebombardeerd.
Havas meldt uit Gibraltar:
De rechtsche Spaansche autoriteiten heb
ben de grens bij La Linea gesloten. Men heeft
dezen maatregel in verband gebracht met het
gerucht, dat de ronde doet over een komend
offensief. De boot, die den dienst onderhoudt,
is niet van Algeciras vertrokken.
De rechtsche artillerie heeft gistermiddag
de hoofdstad bestookt. Onmiddellijk lagen de
straten verlaten. De granaten vielen in de
binnenwijken. Er zijn verscheidene dooden
en gewonden gevallen.
STOFFELIJK OVERSCHOT VAN DUITSCIIEN
EMIGRANT IN FRANKRIJK GEVONDEN?
Barones Kerstin Hamilton heeft aan het
Zweedsche blad „Svenska Dagbladet" mede
gedeeld, dat het lichaam, dat bij Dyon is ge
vonden en waarbij haar visitekaartje lag,
mogelijk het stoffelijk overschot is van den
verdwenen Duitschen emigrant dr. Ileinrich
Hellmund. Zij heeft een half jaar geleden
met hem kennis gemaakt. Hellmund, die
Duitschland had moeten verlaten, had zich
via Zwitserland en Frankrijk naar Zweden
begeven. Hij schreef een filosofisch werk en
de barones wilde hem helpen het uit te geven.
Sedert eind Juni heeft zij evenwel niets meer
van hem gehoord.
Lidmaatschap duurt tot einde 1939 voort.
Een verplichting aan het
Internationaal Gerechtshof.
e op 11 December j.l. door Italië on
dernomen stap verdient niet alleen
belangstelling in verband met de
mogelijke politieke consequenties
maar ook met het oog op de rechtsgevol
gen.
Allereerst zij er nog eens nadrukkelijk op
gewezen, dat we alleen maar.te doen hebben
met een opzegging van het Bondslidmaat
schap die eerst over twee jaar rechtskracht
verkrijgt. Tot 11 December 1939 is en blijft
Italië lid, niet slechts met dezelfde verplich
tingen, doch eveneens met de zelfde rechten
als het vóór den Hen December bezat. Het
kan dan ook elk oogenblik, waarop het daartoe
lust mocht gevoelen, actief deelnemen aan
de Bondswerkzaamheden, zoowel in den Raad
waar het een permanenten zetel inneemt
in de vergadering als in de commissies enz.
Dat het bestaan van een opzeggingstermijn
van twee jaar zijn nut kan hebben, heeft
indertijd het gebeurde met Spanje geleerd.
Want nadat genoemd land in 1926 had aan
gekondigd, dat het zich uit de Bond wenschte
terug te trekken, heeft het vóór in 1928 het
beslissende oogenblik aanbrak, doen weten,
dat het op zijn aanvankelijk genomen be
slissing terugkwam.
Aangenomen intusschen, dat Italië niet het
Spaansche, doch het Japansche en Duitsehe
voorbeeld zal volgen, zal het dus na 11 De
cember 1939 geen lid meer zijn, mits het op
het oogenblik van uittreden al zijn interna
tionale verplichtingen, daaronder begrepen
die van het handvest, zal hebben vervuld. Het
ligt voor de hand, dat over dat punt verschil
van meening kan rijzen. In dat geval zou
let wel bij toepassing van wat rechtens
zou dienen te geschieden t.a.v. die strijd
vraag door het Internationaal Gerechtshof
in Den Haag moeten worden beslist.
De Italiaansche
Volkenbondsambtenaren.
Als dan eenmaal Italië ex-Bondslid is, wil
da t nog geenszins zeggen, dat van Volken-
bondsstandpunt bekeken (wat Rome zou wen-
schen eh -doen, blijve hier buiten beschou
wing), alle Italianen welke in een of andere
Bondsfunctie werkzaam zijn, die zouden
moeten neerleggen. Tenslotte is het de Bond,
die de ambtenaren van het Secretariaat aan
stelt en hij is daarbij volkomen vrij om ook
burgers van niet bij den Bond aangesloten
landen te benoemen, gelijk bijv. met verschil
lende Amerikanen het geval is.
Wat voor het Secretariaat geldt, gaat na
tuurlijk ook op voor andere Geneefsche or
ganen, samengesteld uit personen, die daarin
niet zitting hebben als vertegenwoordigers
van hun land en aangesteld door hun Re
geering, maar benoemd door en in dienst
van den Bond.
Een sprekend voorbeeld levert hiervan de
permanente mandatencommissie, die o.a. ook
een Japanner in haar midden telt, welke even
actief aan haar werkzaamheden deelneemt
als de overige leden met uitzondering van
den Italiaan, die sedert ©enigen tijd blijk
baar van thuis niet meer naar Genève mag
gaan! Ofschoon hij in deze commissie juist
zitting heeft (althans zoo hoort hij zich te
gedragen) volkomen onafhankelijk ten op
zichte van zijn eigen regeering.
En andere, door den Volkenbond in het
leven geroepen, overigens zelfstandige instel
ling, het Permanente Hof van Internationale
Justitie in Den Haag (kortheidshalve verder
hier aangeduid als het Internationaal Ge
rechtshof) telt onder de leden een
Italiaan van groot gezag, den voor-
treffelyijken jurist, rechter Anzilotti. Deze
kan rustig rechter blijven, zelfs indien Italië
mocht mèdedeelen, dat het zich los wenscht
te maken van het Statuut van het Interna
tionaal Gerechtshof. Niet alleen, dat de rech
ters in het Vredespaleis hun verkiezing dan
ken aan de Volkenbondsvergadering en den
Volkenbondsraad, maar bovendien: het rech-
tersambt staat open ook voor juristen uit
landen, welke geen partij bij het Statuut
zijn. Zoo heeft het Hof van den beginne af
steeds een Amerikaan in zijn midden gehad,
terwijl nog altijd de Vereenigde Staten niet
tot het Statuut zijn toegetreden.
ONZE DACELIJKSCHE KINDERVERTELLINC
Thijs keek nog even naar den verdwijnenden wagen.
Laat me er uit, wel voor den waterslang nog an toe, laat me er
uit! brulde de boef zenuwachtig.
Dat zou je zeker wel willen, hè? lachte Thijs. Mis, mannetje,
dat gaat zoo maar niet! Ik zal je even wat beter binden en dan ga
jij fijn met me mee naar de politie! Ken je Speurgraag? Ja, mooi,
hij zal blij zijn als hij jou weer ziet. Zulke schooiers als jij hooren
in de gevangenis!
Laat me er uit! schdeeuwde Steelgraag weer. Laat me er uit,
anders zal ik jeEn hij hief dreigend zijn vuist op tegen Thijs,
die zich naar stond te lachen.
Maar nu werd het Thijs toch te bar. Hij pakte het touw stevig beet
en na verloop van vijf minuten had hij Steelgraag gebonden.
Zoo, nu mag je er uit. Geef me maar een hand, alhoewel je
eigenlijk te vies bent, om aan te raken. Vooruit, een, twee, driese
kootje. Mooi, en nu vooruit)
Volgt Italië het door Brazilië, Japan en
Duitschland gegeven voorbeeld, dan zal het
echter Statuut-staat blijven. Het gevolg hier
van kan zelfs wezen, dat het, ook na 11 De
cember 1939, ondanks het feit, dat het dan
buiten den Volkenbond staat, eventueel toch
zoowel in den Raad als in de vergadering bij
de verkiezing voor de rechtersplaatsen kan
meestemmen! Dit is mogelijk dank zij een
bepaling, opgenomen terf gelegenheid van de
herziening die 't Statuut in 1929 heeft onder
gaan, welke herziening sinds 1 Februari 1936
van kracht is geworden. Het slot van art. 4
van het Statuut houdt nJ. tegenwoordig in,
dat behoudens het bestaan van een speciaal
accoord, de Volkenbondsvergadering op voor
stel van den Raad de voorwaarden zal rege
len, waaronder een staat, die, het Statuut ge
accepteerd hebbende overigens geen lid van
den Bond is, aan de rechtersvenkiezingen kan
deelnemen. Uit hoofde hiervan kon de As-
semblée op 3 Octoberd 1936 besluiten, dat in
dien een staat-niet-Bondslid, doch wel partij
bij het Statuut, aan den secretaris-generaal
mocht kenbaar, maken aan de rechtersverkie-
zingen te wenschen deel te nemen, zulk een
staat in de vergadering zijn stem zou mogen
uitbrengen. En ten behoeve van Brazilië,
Duitschland en Japan is zelfs besloten, bij
wijze van voorloopige, tot 1 Januari 1949 gel
dende regeling (zonder dat zulks verder voor
de toekomst iets zou mogen prejudicieeren),
dat zij bovendien mede een stem zullen mo
gen uitbrengen in den Raad.
Met andere woorden dit drie tal kreeg dus
in dit opzicht dezelfde bevoegdheid, die Bonds
leden bezitten, welke een raadszetel innemen.
Deze kunnen immers altijd zoowel in den
Raad als in de Vergadering in elk van de
beide colleges moet men de volstrekte meer
derheid behalen om tot rechter gekozen te
worden hun stem uitbrengen. Na vermeld
te hebben, dat Brazilië en Japan in Mei j.l.
inderdaad aldus meewerkten aan de verkie
zing van Prof. de Visscher tot lid van het In
ternationaal Gerechtshof (in tegenstelling
tot deze twee landen, bleek Duitschland den
wensch om mee te stemmen niet te hebben
kenbaar gemaakt) moge ik dus concludee-
ren, dat Italië, als het eenmaal Bondslid af
is, in elk geval de bevoegdheid heeft in de
Vergadering mee te stemmen ter vervulling
van rechterlijke vacatures. Dat recht kan
het doen gelden
Nog niet los van Den Haag.
Maar daarnaast, en dat is ongetwijfeld iets,
wat waarlijk ook nog wel de aandacht ver
dient, blijft het met betrekking tot het In
ternationaal Gerechtshof tot 1941 aan een
verplichting vastzitten.
Want wel moge het in 1936 niet meer het
speciale protocol (hehoorende bij art.\ 36 van
het Hof-Statuut tot aanvaarding van de
verplichte rechtspraak van het Hof in rechts
geschillen opnieuw voor 5 jaar geteekend
hebben, gelijk het in 1931 had gedaan, toch
zal het zich aan die rechtspraak tot 1941
hebben te onderwerpen. Dit is een gevolg van
de omstandigheid, dat Italië een van de 23
staten is, welke zijn toegetreden tot de' vier
hoofdstukken van de in 1928 tot stand geko
men Algemeene Acte van Genève inzake ver
zoening, arbitrage en rechtspraak. Ook tot
het hoofdstuk, waarbij de onderteekenaars
daarvan onderling de verplichte rechtspraak
van het Internationaal Gerechtshof over
tusschen hen rijzende rechtsgeschillen heb
ben aanvaard (behalve in het geval, dat zij
het eens mochten worden om zulk een ge
schil aan een scheidsrechterlijk tribunaal te
onderwerpen). Rechtens is Italië.in dezen tot
1941 gebonden, doordat het, na met ingang
van 7 September 1931 tot deze Acte te zijn
toegetreden heeft nagelaten, zes maanden
vóór afloop van de voorgeschreven termijn van
5 jaar, dus zes maanden vóór 7 September
1936 tot opzegging over te gaan. Al mocht dus
Italië, wanneer eenmaal zijn Bondslidmaat
schap tot het verleden zal behooren zelfs
ook het Statuut van het Hof opzeggen, dan
blijft het niettemin via de Algemeene Acte
nog altijd tot 7 September 1941 geboden aan
de verplichting zich in geval van een rechts
geschil met een der andere onderteekenaars
(hieronder Engeland, Frankrijk en o.m. ook
Nederland) van die Acte, aan de rechters in
Den Haag te onderwerpen. Rome moge in
1939 er eventueel over kunnen juichen, dat
het dan los van Genève is, het zal pas na 7
September het „los van den Haag" kun
nen laten hooren. Zoo tenminste is de
rechtspositie.
Deze verdient, dunkt me, op dit oogenblik
alleszins de aandacht. Op zichzelf reeds is de
hier geschetste situatie interessant. Maar
bovendien heeft het, zoowel op grond van
principieele als van practische overwegingen
zin op een en ander te wijzen.
Principieel, aangezien zoo licht de
menschen, ook wel buiten Italië, in
dezen tijd van hoogst bedenkelijke
aantasting en ondermijning van de
r e c h t s g e d a c h„t e, geneigd zijn
te meenen, dat het over twee jaar uit
tredende land met betrekking tot den
Volkenbond en al wat daarmee sa
menhangt, zoo vrij als een vogeltje in
de lucht is. Het kan best wezen, ja,
misschien moet men het zelfs waar
schijnlijk noemen, dat het zich als
zoodanig zal willen gedragen. Dan
heeft het bepaald zin nog eens goed te
onderstreepen, hoezeer het zich ook
daardoor aan het recht zou vergrij
pen.
Dat heeft, zal natuurlijk de nuchtere man
(met de beroemde beide beenen op den bo
dem der werkelijkheid) willen tegenwerpen,
practisch geen enkele beteekenis. Die lui doen
eenvoudig wat ze willen. Zeker, dat deed
Duitschland ook, toen het in 1914 in strijd
met wat rechtens toelaatbaar was, België's
onzijdigheid schond. Den moreelen slag, dien
het zichzelf daarmee toebracht, is het echter
nog altijd, bijkans een kwarteeuw later, niet
te boven, Ziet daar de beteekenis van het
door de openbare meening acht doen slaan op
wat rechtens mag en niet mag.
En uit een practische overweging kan een
zich rekenschap geven van de hier geschetste
rechtspositie van waarde zijn, voor het geval
op het een of andere oogenblik Italië laat
het louter wezen, omdat zulks dan in zijn
kraam te pas zou komen van zijn rechten,
gelijk die hier zijn weergegeven, gebruik zou
wenschen te maken. Hoezeer een dergelijke
figuur werkelijkheid kan worden, is o.a. tot nu
toe wel gebleken met Japan, dat immers in
meer dan één opzicht nog een band met Ge
nève is blijven onderhouden. Zelfseen
financieelen band. Want nog maar kort gele
den heeft het zijn aandeel betaald in bekosti
ging van uitgaven voor technisch Volken-
bondswerk, waaraan het had deelgenomen!
DR. E. v. RAALTE.