OM EEN KIND Z Exc. K. Teler, de nieuwe gezant van Estland, is Zaterdag ter over handiging van zijn geloofsbrieven door H. M. de Koningin ontvangen. Rechts: jhr A. G. Sickinge, ceremoniemeester van H. M. de Koningin Z. Exc. minister prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruine tijdens zijn rede bij de her denkingsplechtigheid van het 60-jarig bestaan van het Nederlandseh Schoolmuseum te Amsterdam Een aantal Nederlandsche schaatsenrijders, die aan de wereldkampioenschappen te Oslo op 22 en 23 Januari as. zullen deelnemen, zijn Zaterdag van het Centraal Station te Amsterdam derwaarts vertrokken FEUILLETON ROMAN VAN NORBERT GAR AI. Nadruk verboden. 23) Stom verbaasd staart Nicolle hem aan. Wat was dat? Heeft zij goed verstaan? Gordon? Wat heeft hij met Gordon te maken? „Ach, dat is waar ook", zegt hij glimlachend en het ontgaat Nicolle niet, dat zijn lichte oogen nu plotseling een goedige uitdrukking hebben. „U weet immers nog niet.... Tja, maar als rechtgeleerde had u toch eigenlijk direct moeten combineeren, dat mr. Mitchell niemand anders is dan de gezochte Conrad Cover ley Nicolle vermag geen woord over de lippen te brengen. Deze verrassing is zoo onverwacht gekomen, dat zij nog niet in staat is behoorlijk te denken. Instinctief maakt zij een beweging, alsof zij wil opstaan. „Maar miss Osborn", hoort zij hem zeggen, rustig, zonder eenige opwinding. „Loopt u nog niet weg! Waarom wilt u zich uit de voeten maken? Als u beslist de uitgeloofde belooning wil verdienen, maakt u dan hier gebruik van de telefoon. Alstublieft belt u de politie maar gerust op!" Hij staat op, legt beide handen op haar schouders en zegt op vaderlijken toon: „Kom, kom, meisje, niet zoo gauw van streek raken. U bent zoo bleek geworden ineens U zult u toch wel kunnen beheerschen als het noodig, wat?" De blik van zijn grijze oogen is zoo dwingend en boort zich zoo diep in de hare, dat zij zich geheel aan hem voelt overgeleverd. „U u bent Cover ley?" stamelde zij. „Om 's hemels wil, weet u dan niet, dat u door de politie wordt gezocht?" „O, ik wordt al een paar jaren achtervolgd", antwoordt hij met een sarcastisch lachje, ter wijl hij zijn handen van haar sehouderr laat glijden. „Tot dusver echter zonder resultaat, zooals u ziet. Ik versta de kunst me onzicht baar te maken Eerst nu slaagt Nicolle erin zich over dit alles een meening te vormen en als de geheele situatie goed tot haar doordringt legt zij plot seling verlegenheid af. „Wat heeft dat allemaal te beteekenen?" vraagt zij woedend. „Hoe durft u mijn vader zoo te bedriegen? Waarom hebt u hem gezegd, dat u een secretaresse zoekt? Waarom hebt u mij hier heen gelokt?" Hij staat nu vlak voor haar, de beenen ver uiteen, zijn handen diep in de zakken van zijn colbert. „Mijn kind bevindt zich bij u. Die Gordon, die het door leugens en een meineed heeft weten te brengen, dat er een bevel tot inhech tenisneming tegen mij is uitgevaardigd, mis bruikt mijn kind als lokaas. Het is er hem slechts om te ioen mij te pakken te krijgen en in de gevangenis te brengen. Maar ditmaal vergist hij zich, de schurk. Hij zelf zal binnen kort veilig achter de tralies zitten. En mijn kind Hij spreekt nu op merkwaardig grmimigen toon, kort aangebonden, alsof hij bevelen uit deelt. „Mijn kind zal bij u blijven. Ik zal u rijk maken. U zult trouwen. Uw verloofde zal binnenkort een groot man en dan zult u ge legenheid hebben uw erkentelijkheid te toonen door goed voor mijn kind te zijn". Nicolle is voorloopig niet in staat een woord uit te brengen. Ze moet dit alles eerst even verwerken. Wat die man haar daar vertelt, is bijna grotesk! Een sinds eenige jaren ge zochte misdadiger leidt de politie om den tuin laat zich echter niet vangen maar wreekt zich op den man, die zijn achtervolging heeft be werkstelligd door dezen zelf in de gevangenis te brengen Een allerzotste constellatie! Een misdadiger. Misdadiger....? Hij zelf zegt, dat hij onschuldig is. Misschien spreekt hij de waarheid. „Als u werkelijk onschuldig bent", zegt zij haastig, „dan moet u zich met de autoritei ten in verbinding stellen en een nieuw onder zoek aanvragen. Als er reden is om aan de geloofwaardigheid der getuigen te twijfelen, kan een zaak opnieuw worden onderzocht. En dat is toch het geval, als Gordon zich aan een of andere onwettige handeling heeft schuldig gemaakt „Juffrouw Justitia. voorloopig bent u nog geen ideale adviseuse. Een nieuw onderzoek? Hoe wou u dat klaarspelen? Ik heb toch geen enkel middel om dat illustre tweetal te dwin gen hun meineed van destijds te erkennen? Ik bezit geen enkel bewijs, niet En als Nicolle zwijgt, vervolgt hij grimmiL „Alles onzin! Nee, dan zijn de wetten zooals die in het Australische oerwoud heerschen.. veel eenvoudiger en rechtvaardiger. Ik zal de beide schurken niet direct in de gevangenis helpen, maar hun een wenk geven, zoodat ze tijd zullen hebben om Engeland te verlaten. En dan hoop ik ergens in het buitenland met hen af te rekenen. Ik zal hen opjagen, zooals ze mij ongejaagd hebben!" „Maar dat is immers dwaasheid", protesteer de Nicolle. „Als u onschuldig bent, moet er toch een mogelijkheid bestaan om dat te be wijzen". „Ach, breekt u zich daarover maar niet het hoofd!" zegt hij op een zoo schoolmeester- achtigen toon, dat zij zich even gekrenkt voelt. „Ik hoor heusch ook niet tot de dom- sten. Gelooft u maar gerust, dat ik ook al eens hier en daar geïnformeerd heb Ik zou bijvoorbeeld die beide heerschappen kunnen opzoeken en hen, onder bedreiging een aan klacht wegens deviezensmokkelarij tegen hen te zullen indienen, kunnen dwingen om hun vroeger afgelegde verklaringen Dat zou afpersing zijn", valt Nicolle hem in de rede. „Dat moet u in geen geval doen!" „Afpersing? Alsof mij daar nog wat aan gelegen zou zijn! Maar het heeft, geen nut Ze zouden natuurlijk zoo spoedig mogelijk de beenen nemen en mij van het buitenland uit aanvallen. In dat geval zou ik geen dag langer in Engeland kunnen blijven". In een haar zelf nog onverklaarbare, dooi de opwinding, waarin zij verkeert nog toe nemende gevoeligheid beseft Nicolle, hoe zwaar deze man, ondanks het masker van on verschilligheid, waarachter hij zich verschuilt, met zijn verleden te kampen heeft. Het wekt haar medelijden op. „Ik wil u helpen", zegt zij, plotseling een besluit nemend. „Wat? u wilt mij helpen? U verbeeldt zich nogal zoo wat. Brengt u eerst nog maar eens een jaartje op de schoolbanken door. Als ik te helpen was, zou ik mezelf allang hebben geholpen". Nicolle springt overeind. In haar donkere oogen, die hem onvervaard aankijken, ligt een ijzeren wil. „U zult toch niet zoo laf zijn den strijd om uw goed recht op te geven? Als u inderdaad onschuldig bent, moet u er alles op zetten om u van den smaad, welke op u rust, te bevrij den. Dat bent u aan uw kind verplicht!" „Tegenover mijn kind heb ik slechts één plicht: te verdwijnen. Zoo spoedig mogelijk te verdwijnen". Hij staart met leegen blik aan Nicolle voor bij. „Ach, weet u, daar in Australiëis het me niet altijd even gemakkelijk gevallen over al die dingen heen te komen. Wat moet Maud met een vader beginnen, die zich het drinken heeft aangewend? Ja, miss Osborn, ik ben aan den drank geraakt. Ik heb weliswaar ge zworen, zoolang ik in Engeland ben geen druppel alcohol Er speelt een pijnlijk glimlachje om zijn lippen. „Het spyt me, dat ik het bekennen moet, miss OrbornHet gelukt me niet Ver draaid nog an toe. Het gelukt me niet De jonge medicus, die zijn eersten patient behandeld, de jonge advocaat, die zijn eersten cliënt vertegenwoordigt, de jonge onderwijzer, die zijn eersten leerling onderricht, zij align bezitten nog het ondernemende, offervaardige optimisme van den van den naar daden hun kerenden mensch. Blind voor elke teleurstel ling, storten zij zich op hun eerste taak Aanvankelijk verwonderd, daarna geïntere- resseerd en tenslotte zijn geduld verliezend, verweert Coverley zich tegen de argumenten, welke Nicolle met een haar zelf verrassende eloquentie te berde brengt. Een mensch moet niet direct alle controle over zichzelf verliezen, houdt zij hem voor. Dat zcu wel een heel gemakkelijke oplossing- zijn om te verdwijnen en zich dan niet meer te laten zien. Maar het zou tevens zijn moree- len ondergang beteekenen! Waarom is hij aan den drank verslaafd geraakt? Omdat geen be paald doel voor oogen had, geen taak Hoe vaak heeft Nicolle vroeger al niet in het Adviesbureau voor Vrouwen met gelijk luidende woordeh een mensch voor den onder gang trachten te bewaren? En op de haar eigen openhartige manier vraagt zij ronduit, hoe mr. Coverley zich dat eigenlijk voorstelt' Of hij zijn plicht teger. het kind daarmee acht afgedaan, dat hij het een, uit een financieel oogpunt onbezorgde toekomst verzekert? Of hij dan in 't geheel geen rekening houdt met het moreele nadeel, die hij zijn kind berok kent, als het vandaag of morgen verneemt, dat haar vader een door de politie gezochte misdadiger is? Zijn beter ik zut? eenvoudig weg op te geven, onverschillig in zijn lot te berusten, voor altijd als verrader van fabrieks geheimen te worden aangez:e'n, dat ware om geen harder woord te gebruiken een voudig onverantwoordelijk. Aanvankelijk heeft Coverley voor Nicolles's dringend betoog niet meer over dan een ijzig stilzwijgen en een spottenden blik. Maar lang'- zamerhand onzeker wordend, merkt hij ten slotte bruusk op, dat hij niemand het recht geeft zich met zijn zaken te bemoeien. (Wordt vervolgd; De spoorwegwerkzaamheden rond Utrecht vorderen gestadig. De nieuwe verhoogde spoorbaan in de richting 's-Hertogenbosch is thans gereed gekomen, zoodat de treinen reeds over dit verhoogde gedeelte kunnen passeeren Te Noordwijkerhout zijn Zondag de terreinkampioenschap pen der K.N .M.V. gehouden. De winnaar in de 350 e.c.- klasse, de heer M. Holsheimer De strijd in het verre Oosten Een Japansche afdee- ling tanks in de nabijheid van Tai- yuen tijdens den doortocht door de provincie Sinjuan De heer J. J. Backer Dirks voordracht op de zijn ver voor ondheidsregeling in het laboratorium der gem. universiteit te Amsterdam gadering van het Openbare Gezi

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 14