SPORTBLAD VAN HAARLEM'S DAGBLAD Mijn kijk op het spel Biljarten. MAANDAG 20 DECEMBER 1937 HAARD EM'S DAGBEAD 5 door Criticus Beverwijk—D. E. C De bestuurderen van de clubs in „de Wijk" toonen, dat zij weten, wat een prettige om geving voor spelers en publiek waard is, want evenals de Kennemers, kan ook Beverwijk met recht trotsch zijn op de keurige accomodatie en haar uitstekend terrein, dat de vergelijking met vele eerste klasse velden in den lande glansrijk kan doorstaan. In het vorige seizoen was ik getuige van een vlotte partij voetbal, door de Wij kers in de uitmatch tegen Kinheim ten beste gegeven en daar thans de strijd zou gaan tegen D. E. C., een der kampioenspretendenten van de afdee- ling, verwachtte ik een spannenden kamp niet goed spel van beide zijden. D. E. C. is mij echter schromelijk tegen gevallen en daardoor is het moeilijk, een defi nitief oordeel te vellen over de waarde en de effectiviteit van de door Beverwijk gevolgde tactiek. De roodwitten toch spelen met vier voorwaartsen en twee spillen, die merkwaar digerwijze beiden een verdedigende rol ver vullen. De eene fungeert als stopper tussehen de backs, de andere posteert zich in het mid denveld, is weinig bewegelijk en bepaalt zich hoofdzakelijk tot het onderscheppen van verre, door de tegenpartij naar voren gespeelde pas ses en het wegwerken der door de eigen ver dediging vrij gemaakte ballen. Laatstgenoem de, dus de voorste spil, houdt betrekkelijk wei nig contact met de aanvalslinie, omdat hij het leder zelden of nooit stopt en onder controle brengt, alvorens het verder te spelen, een fout, waaraan bijna alle.spelers in deze match zich schuldig maakten. De opstelling van een stopper-spil (de ach terste dus) brengt met zich mede, dat de backs verder uit elkaar positie kiezen en hun aan dacht aan de vijandelijke buitenspelers be steden. De Beverwijk-backs deden-dit niet, zij vormden met den „stopper" een verdedigend centrum, waarbij niet zelden twee van hen denzelfden speler attaqueerden, terwijl de vleugelvoorwaartsen van D.E.C. aanvankelijk zulk een groote mate van bewegingsvrijheid genoten, dat zij met wat meer capaciteiten en doorzettingsvermogen in de eerste helft een drietal doelpunten hadden kunnen maken. Het pleit niet voor het doorzicht van bedoelde vleugelspelers, om na de pauze beiden zoover naar binnen te komen, dat zij binnen het be reik van de backs der thuisclub vielen, doch i dit gebrek aan spel-inzicht maakt de tac tische fout der Beverwij ksche achterspelers niet lichter. Ik ben er dan ook van overtuigd, dat een dergelijke op elkaar gedrongen verdedigings tactiek de thuisclub tegen een elftal met snel le, doortastende en van hun kansen gebruik makende vleugelspelers duur te staan zal komen. Hieraan dient dus wel de noodige aan dacht te worden besteed. Vervolgens is het m.i. verkeerd, om als axioma de voorhoede uit vier spelers te doen bestaan. Het wordt theoretisch als juist aan vaard (en in de practijk is de waarde daar van gebleken) om in een team met een stap per-spil een binnen-voorwaarts als „schemer" (een zwervende opbouwer van den aanval) op te stellen, mits men over een speler de be schikking heeft, die over de noodige capacitei ten voor die moeilijke taak beschikt. In dit verband blijkt Beverwijk haar eigen weelde niet te kennen, want het team bezit in linksbinnen Maenhout over een zoo voortref felijke technisch en tactisch geschoolde kracht, dat deze speler in menig eerste klasse elftal zou uitblinken. Wat ware dus eenvoudiger en practiseher oplossing dan om Maenhout als „zwerver" te doen fungeeren, een rol, die hij thans wellicht onbewust, op vele momenten met volkomen succes vervulde. Een „schemer" of zwerver, zooals men dat in ons land met een minder geslaagd woord pleegt te noemen, zal er echter in de eerste plaats op uit zijn, kansen voor zijn zich vrij opstellenden middenvoor en voorts voor de buitenspelers te scheppen. Welnu, het klinkt vreemd, maar het is niettemin waar: Bever wijk speelt zonder middenvoor, derhalve zon der aanvalsleider. Willen de beide binnenvoor- waartsen dus eenig contact met elkaar hou den, dan moeten ze noodgedwongen steeds min of meer in het centrum blijven, waardoor de buitenspelers öf geisoleerd worden öf even eens naar binnen moeten komen, wat tot te kort spel en een verwarrende situatie in de nabijheid van het vijandelijk doel leidt. Toen in de tweede helft van de match de D.E.C.-middenlinie door aanvallend spel trachtte, den 10 achterstand in te halen en de Beverwijk-voorhoede meer bewegingsvrij heid kreeg, nam rechtsbinnen A. Marcx zijn eigenlijke plaats als middenvoor in en onmid dellijk wist Maenhout daarvan met een groot aantal prachtig berekende through-passes ge bruik te maken. Het gevolg was, dat A. Marcx, die voor de rust steeds met zijn rug naar het vijandelijk doel voor niets had staan wachten, plotseling zeer productief werd en den D.E.C.- keeper voortdurend in moeilijkheden bracht. Spoedig had de thuisclub toen een veiligen 30 voorsprong, waarop in het eerste gedeelte van den strijd wel niemand had mogen rekenen. Indien ik dan hier een raad mag geven, moet deze als volgt luiden: de backs Vessies en J. Kuyer verder uit elkaar en als bewakers van de vleugelspelers; de spil Th. Kuyer, die verdedigend goed werk verricht, als stopper; de beiöe uitstekende, hardwerkendeen zeer enthousiaste kanthalfs W. Kuyer en A. de Rui ter meer naar het midden om onderling con tact voor het opbouwen van den aanval te ver krijgen en de binnenspelers der tegenpartij voor hun rekening te nemen; Maenhout als zwerver, die ook op tijd voor het vijandelijk doel aanwezig kan zijn; G. de Ruiter rechts binnen met wat meer bewegelijkheid en A. Ir. Th. P. Tromp (staande) spreekt op de jaarverg. v. d. Ned. Roeibond. Links op de foto de heer W. Jongejani Rechts Dr. A. A. J. H. Marres en Dr. R. J. Th. Meurer. Marcx middenvoor. Als de vleugelspelers dan op de zijlijnen blijven, zoodat men het spel open kan houden, zal Beverwijk met minder moeite betere resultaten bereiken, omdat het team over de spelers beschikt, die in dit sy steem passen. Deze beschouwing zou onvolledig zijn, als daarin niet het goede spel van keeper Hooger- werf en rechtsbuiten Koning vermeld werd. Tenslotte zij den Beverwijk-spelers aanbe volen, zich te oefenen in het stoppen en „dood maken" van den bal, waardoor onzuiver en te hoog plaatsen voorkomen kan worden en tot besluit dient er op gewezen, hoe noodzakelijk het is, de tegenstanders bij het ingooien van den bal doelmatig te dekken. CRITICUS HOCKEY Reeds vier punten voorsprong voor B. M. H. C. Togo met een 2—0 nederlaag naar huis terug. De thuisclub telde een invaller voor L. de Roos, waarvoor M. Oei stond opgesteld, die zich na een zwak begin behoorlijk herstelde, speciaal in de tweede helft. Het begin was voor de gasten, die een snel en sluitend spel te zien gaven. Vooral de lin kervleugel weerde zich geducht, zoodat het in den Haarlemschen slagcirkel wel eens even spande. De beide backs, Brusse en Stücker had den er echter weer goed het oog in, zoodat Dalmeyer niet te veel kreeg, dat weinige deed hij goed. B. M. H. C. had, zooals gebruikelijk, weer tijd noodig om zich in te spelen; deze periode werd gelukkig zonder doelpunten voor de gas ten overleefd. Eerst in het tweede gedeelte van de eerste helft kwamen de goede aanvallen van B. M. H! C., maar Anjema in het Haagsche doel handhaafde zijn reputatie op solide wijze. Een doorbraak van A. de Roos wist de kee per af te stoppen, maar toch wist A. de Roos den bal nog eens te schieten en nu was het schot onhoudbaar (10). Het Togo-overwicht was verdwenen; steeds weer- viel B. M. H. C. aan. Een voorzet van Gunning sloeg Schmeink direct door in het Haagsche doel ('20). Met dezen stand kwam de rust. In de tweede helft was B. M. H. C. hoofd zakelijk aanvallend en zonder een soliden keeper als Anjema in het Haaagsche doel was Togo zwaar geslagen geweest. De Haagsche aanvallen waren wel niet on gevaarlijk, maar de Haarlemsche verdedi ging was er volkomen tegen opgewassen. Even voor tijd had Togo wel erg veel geluk, toen A. de Roos n#. prachtig solo-werk eenige Haagsche spelers en ook den keeper wist te passeeren. De bal stuitte echter tegen den paal terug. Met een sterk overwicht voor B. M. H. C. kwam het einde. 1 De Haarlem-keeper Vijgeboom maakt een aanval van Blauw Wit onschadelijk. Jaarvergadering Ned. Roeibond. Het bestuur had een voorstel ingediend de nationale kampioenschappen imperatief voor te schrijven, in het belang van de roeisport. Ieder jaar worden deze nationale kampioen schappen uitgeschreven en wel in dezelfde nummers, welke door de F.I.S.A. zijn vastge steld ten aanzien van de Europeesche kam pioenschappen. Iedere roeier mag hoogstens voor twee kampioenschapnummers inschrij ven. Het bestuur beslist of en zoo ja welke ploegen mogen deelnemen aan de Europeesche kampioenschappen, aan Olympische Spelen of soortgelijke wedstrijden. De mogelijkheid in het artikel is opengelaten om de beste ver tegenwoordiging, hetzij in den vorm van een vereenigingsploeg, hetzij in den vorm van een gecombineerde ploeg, naar het buitenland af te vaardigen. Nationale kampioenschappen zijn in de eerste plaats een vereenigingsbeiang, maar anderzijds is het nationaal roeibelang, alle voorwaarden te scheppen voor de beste internationale vertegenwoordiging. Na eenige discussie werd deze reglements wijziging aangenomen. Een voorstel van het bestuur werd aange nomen tot het schrappen van de bepaling van het reglement voor de roeiwedstrijden door heeren, luidende: „Hij, die behoort of behoord heeft tot de arbeiders, ambachtslieden, dienst- of werk- boden, of die als arbeider door handenarbeid in zijn levensonderhoud voorziet of heeft voor zien". De Leidsche vrouwelijke studenten-roeiver- eeniging „De Vliet" stelde een aantal wijzigin gen voor op 't reglement der dameswedstrijden. Door deze voorstellen wordt het stijlsnelroeien gemaakt tot een combinatie van het race- roeien als bij de heeren en het stijl roeien, hetgeen in het belang van de ontwik keling van het damesroeien mag worden ge noemd. Besloten werd in de van 1938 een jeugdroei- dag door den N.R.B. te houden. Het propa- geeren van het jeugdroeien op de scholen zal met kracht ter hand worden genomen. Medi sche keuring is verplichtend. Oprichting van jeugdroei-afdeelingen wordt aanbevolen. De volgende wedstrijddata werden vastge steld: 3 April Amsterdamsche Roeibond (Head of the river race) 15 Mei Nederlandsche Studentenroeibond (Varsity) 28 en 29 Mei Koninklijke. 10 en 11 Juni Hollandia. 18 en 19 Juni Argo. 2 en 3 Juli De Hoop. 17 Juli Holland-beker W. V. en Amsterdam sche Roeibond. 31 Juli nationale kampioenschappen. De Varsity wordt ditmaal niet op Hemel vaartsdag gehouden. Aan de orde was vervolgens de verkiezing van bestuursleden wegens periodiek aftreden van de heeren W. Jongejan en ir. H. J. van der Leeuw en wegens tusschentijds aftreden van dr. R. J. Th. Meurer. De heer Jongejan werd bij acclamatie voor den tijd van vier jaar herkozen. In de va- cature van ir. Van der Leeuw, voor drie jaren, werd de heer C. Sterk (Amsterdam) met 38 stemmen benoemd tegen 37 stemmen op mr. P. Blussé van Oudalblas (Rotterdam)In de va cature van dr. Meurer werd voorzien door de benoeming van den heer C. W. Kok (Amster dam), welke benoeming voor twee jaren geldt. VOETBALNIEUWS „ALCMARIA VICTRIX" 40 JAAR Eerewedstrijd tegen „Haarlem" op Tweeden Kerstdag. Op 1 Januari a.s. herdenkt de Alkmaarsche Voetbalvereeniging „Alcmaria Victrix" haar veertig-jarig bestaan. Aangezien de Nieuw jaarsdag door zijn bijzonder karakter zich niet tot een feestelijke herdenking leent, zal de officieele viering op Zaterdag 8 en Zondag 9 Januari a.s. plaats hebben. Op het groene vekl zal de jubileerende club haar achtste lustrum reeds op den twee den Kerstdag herdenken door het spelen van een eere-wedstrijd tegen „Haarlem". Toch zal ook de Nieuwjaarsdag als eigen lijke verjaardag niet geheel en al onopge merkt voorbijgaan. Op dien cUg zal n.l. des middags van 1—2 uur, het carillon van den beroemden Waagtoren ter eere van de jubi- laresse worden bespeeld. De eigenlijke herdenking heeft op Zater dag 8 Januari plaats. Dan recepieert het be stuur van 35 uur in „De Harmonie". Des avonds wordt in hetzelfde gebouw een groot feest georganiseerd, waarop tevens de bonds- vlag van den K.N.V.B. zal worden uitge reikt. Op Zondag 9 Januari heeft op Alcmaria's terrein te half twee de internationale rug bywedstrijd Nederland'Roemenië plaats. Te kwart voor drie is een ontmoeting georgani seerd tussehen Alcmaria's huidig eerste elftal en „Oud-Alcmaria". Luxemburg-Zuid Nederland (0—5) Zondagmiddag is voor ongeveer 2590 toe schouwers te Dudelingen een voetbalwed- 1 strijd gespeeld tussehen Luxemburg en Zuid- Nederland, welke in een geflatteerde 50 zege voor onze landgenooten is geëindigd. Er deed zich een onaangenaam feit voor, doordat de linkshalf van Luxemburg. Touba, kort voor het einde van den wedstrijd, die op een meer dan slecht veld werd gespeeld, een dubbele beenbreuk opliep. (De Nederlandsche bïljartkampioen Sioeerinq heeft met een serie vMn 330 caramboles libre zijn eigen Nederlwidsch record verbeterd.) Ik krijt bedaard mijn pomerans, Ik hef mijn keu, kalm en geduldig, Want haast bedierf al vaak een kans, Dus mik ik lang en zeer zorgvuldig. Ik heb ook aan 't effect gedacht, Dat ik vooruit met zorg bereken. Tenslotte stoot ik hard of zacht, Nadat 'k die vraag ook heb bekeken. Nu raak ik vast den tweeden bal, Den rooden of den andren witten. Maar het wordt toch een „mis" geval. En 'k ga maar weer gelaten zitten. Als ik een serie maak van zes, Op klein biljart dan, welbegrepen, Dan vind ik dat al een succes, Dat ik wel aan den balk mag strepen. Nu lees 'k, dat onze kampioen Driehonderddertig wist te scoren, In serie achtereen en toen Toch zijn partij nog heeft verloren. Daar sta ik neen, daar zit ik nou, Er rest mij slechts, mij af te vragen, Wat doe ik eiglijk in de kou, Als ik me aan biljart ga wagen? 't Verschil is waarlijk al te groot Tussehen ons twee op 't groene laken. Wanneer ik, extra goed op stoot, Er bij de gratie tien kan maken. Enfin, ik zoek mijn troost maar weer In het besef: wil 't mij niet lukken, Naast eiken Sweering zijn er meer Dan duizend hopelooze krukken. P. GASUS. ZWEMMEN. Jopie Waalberg geklopt. De Alkmaarsche „overdekte" was Zondag avond geheel uitverkocht ter gelegenheid van de jaarlijksche nationale zwemwedstrijden der Alkmaarsche Waterratten. Dat talrijke publiek heeft kunnen genie ten van uitstekende zwemsport, waarbij het aan de noodige sensatie niet heeft ontbro ken. De grootste sensatie van den avond was de overwinning van mej. Heesclaars op Jopie Waalberg op de 100 M. schoolslag. De Rotterdamsche dankte deze overwin ning aan den vlinderslag, dien zij op de eer ste 50 meter toepaste. Daardoor kreeg zij bijna twee meter voorsprong. Toen zij echter op de derde 25 meter een gewonen school slag ging zwemmen, haalde Jopie Waalberg den achterstand in; het laatste keerpunt werd gelijk genomen! Het hockey-elftal van H. B. S. V. 1. n. r., eerste rij: Koppen, v. d. Kas- teele, Oosterveld, Erkelens, De Jong. Tweede rij Figee Jr., Schalekamp, Rol Derde rij: v. d. Boom, Horbach, Hazevoet. De Haarlemsche Kegelbond had Zaterdag en Zondag wiklwedstrij- den uitgeschreven. Ook voor niet- leden was er gelegenheid, zich in de kegelsport te oefenen. Twee deelnemers probeeren een haas of een konijn te verdienen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1937 | | pagina 9