OM EEN KIND
De tentoonstelling, welke door de Amsterdamsche Modelvliegtuigclub in haar lokalen werd
gehouden, trok, vooral van de zijde der jeugd, groote belangstelling
Tijdens dichten mist liep Vrijdag het 9100 ton metende
motortankschip «Onoba» te Krimpen aan den IJssel ge
bouwd voor de Kon. Shellgroep, te water. Het schip in
zijn element
Jan Zeegers, winnaar van de 5 K.M (Ned. kampioenschap) tijdens den traditioneelen veldloop van
D.H C welke Zondag werd gehouden, balanceert over een hindernis
Albert van Dalsum als «Gijsbrecht van Aemstel. in Vondels gelijknamig
treurspel, waarvan Vrijdag in den Stadsschouwburg te Amsterdam de generale
repetitie werd gehouden voorde jubileum-opvoeringen in nieuwe ensceneering
Een scène uit Vondels «Gijsbrecht van Aemstel» tijdens de generale repetitie voor de jubileum
opvoeringen in den Stadsschouwburg te Amsterdam
Eenige fraaie exemplaren op de honden- en kattenshow,
welke Vrijdag in het Krelagehuis te Haarlem werd ge
houden
Een spelmoment
voor het doel der
gasten tijdens den
voetbalwedstrijd
P.S V.-B.V.V.
welke te Eindho
ven werd gespeeld
Mej. Lugt verrichtte Vrijdag te Krimpen
aan den IJssel de tewaterlating van het
nieuwe voor de Kon. Shellgroep ge
bouwde motortankschip «Onoba»
FEUILLETON
ROMAN VAR NORBERT GARAI.
Nadruk verboden.
28)
Het gaat echter alles langs Nicolle heen.
Geen woord van Danny's enthousiast betoog
dringt tot haar door, zij knikt slechts mecha
nisch en is intusschen geheel in haar eigen
dachten verdiept
Maar plotseling krijgt zij een idee. zoo ver
rassend en veelomvattend, dat haar het bloed
naar de wangen stijgt en zij moeite heeft zich
niet te verraden. Het is, of er eensklaps een
electrischen stroom door haar lichaam gaat,
die haar opjaagt uit haar tijdelijke lethargie.
Zij springt van haar stoel op; haar oogen
stralen. „Jongen, jongen", jubelt ze, den totaal
verrasten Danny hartelijk omhelzend. „Jon
gen, Danny, dat is werkelijk phenomenaal.
Danny wordt rood van blijdschap. Een zoo
spontane gevoelsuiting is bij Nicolle iets zeer
ongewoons. Meer dan eens toch geeft haar
rustige, zakelijke houding hem aanleiding tot
de kwellende vraag, of zij werkelijk iets meer
voor hem gevoelt dan hartelijke kameraad
schap.
Hij vermoedt niet. dat een ander in een da;
datgene bereikt heeft, wat hem in jaren van
groote zorg voor Nicolle, niet gelukt is: haar
ziel te verlossen uit de starheid van haar
nuchtere levensbeschouwing; in haar gemoed
het verlangen op te wekken naar een eenheid
van denken en voelen, die hen voor altijd zou
vereenigen.
„Je bent een raadsel vandaag", zegt Danny,
die zijn verbazing nog steeds niet te boven
is. „Wat is er eigenlijk met je aan de hand?"
..Niet vragen!" jubelt ze „Kleine jongens als
jij mogen blij zijn, dat zij een beschermengel
hebben en hebben slechts te doen, wat hun
wordt opgedragen. Hoe lang doe je er over om
twee exemplaren van die teekening te copiee-
ren?"
„Nou, een dag
„Dat is te lang! Je gaat nu onmiddellijk
naar huis en werkt den geheele nacht door.
Morgenochtend om negen uur verwacht ik
je voor de poort van de Estna-fabrieken. Niet
vragen, Danny! Precies om negen uur!"
Daarop wendt zij zich tot haar al even ver
baasden vader. „Ja, ja, Daddy, ik geloof, dat je
„De gouden zweep van Poppea", mitsgaders
„De 100.000 van Larry" wel in de Kruisende
golven" zult kunnen gooien. Ziezoo nu ga
ik zoo gauw mogelijk terug naar Kitty".
Zij is bijna de deur uit als Danny, die weer
aan Maud wordt herinnerd haar nog naroept,
dat de politie den volgenden dag om vijf uur
het kind zal komen halen.
Nicolle neemt deze mededeeling echter met
een spottend lachje in ontvangst. „Tot mor-
gegmiddag vijf uur", zegt ze, met beide han
den een afwerende beweging makend, „kan
er nog heel gebeuren!"
Dan neemt ze haastig afscheid, om zich de
straat op te spoeden, waar ze even later in
een publieke telefooncel verdwijnt. Ze laat zich
met Hotel „Golden Sun" verbinden en vraagt
mr. Mitchell te spreken.
Er verloopen twee minuten voor Coverley
aan de telefoon komt.
„Hallo, met Nicolle Osborn".
„Ja, miss Justitia? Wat is er voor nieuws?"
„In de eerste plaats zou ik graag willen
weten, of u al aan uw omgeving gewend bent?"
„Ik verveel me afgrijselijk, zit maar naar de
boomen te staren en
Hij verzwijgt, dat hij reeds zijn vijfde
whiskey geleegd heeft.
.Enfin, voorloopig wacht ik maar gelaten
af tot het u belieft mijn ballingschap hier op
te heffen".
„Ik heb zeer belangrijk nieuws! O moet on
middellijk naar Londen komen. Laten we af
spreken, dat we elkaar treffen bijNee, ik
ben te opgewonden om zoolang te kunnen
wachten. Ik kom u tegemoet met den onder-
grondsche. Wacht u op me voor station May-
fair!"
„Is er zooveel haast bij?"
„Ja, u moet onmiddellijk vertrekken".
„O.K. Voor station Mayfair".
„Hallo, nog één ding. U moet Bigs te spreken
zien te krijgen. Vanavond nog. Kunt u hem
ergens telefonisch bereiken?"
,3igs? Ja, die heb ik een uur geleden al
opgebeld. Hij zou vanavond bij me komen,
om
Even aarzelt hij. Hij kan toch niet zeggen,
dat hij Bigs gevraagd heeft om den nacht
met hem door te komen drinken„Om me
gezelschap te houden in m'n eenzaamheid".
Krachtig! Laat u dan de boodschap achter,
dat Bigs op u moet wachten".
„Uw wil geschiede. U beschikt maar over me
als een generaal, miss
Justitia", vult Nicolle lachend aan. Af
gesproken dus: station Mayfair".
Zij legt de hoorn op de haak, verlaat haastig
de telefooncel en begeeft zich naar een restau
rant in de buurt om een opkomend gevoel van
honger te stillen met een eenvoudig souper
van thee en sandwiches.
Voor het station Mayfair wacht reeds de
blauwe cabriolet. Coverley gaat haar direct
tegemoet. Onwillekeurig omvat z-ijn blik haar
slanke gestalte om dan met stijgende welge
vallen op haar gelaat te blijven rusten.
„Ik heb met een vaartje van honderd kilo
meter hierheen gereden. U begrijpt zeker wel,
dat ik dood-nieuwsgierig ben naar dat buiten
gewoon belangrijke nieuwtje".
Spot maar, mr. Coverley, denkt ze, zeker
van haar succes. Je zult me niet zoo heel lang
meer als een kostschoolmeisje behandelen.
Spoedig genoeg zal ik je het noodige respect
voor miss Justitia hebben bijgebracht.
Zij voelt zich zeldzaam gelukkig. Een schied
bedwelmende levenslust prikkelt haar bloed.
Het is haar te moede alsof zij een hoogen
berg heeft beklomen en nu op haar vroeger
bestaan neerkijkt. Alles, wat haar leven tot
dusver eenigen inhoud heeft gegeven, schijnt
haar nietig en onbeteekenend.
Zij snelt, zonder een woord te spreken, Co
verley voorbij naar dien auto, Verbaasd volgt
hij haar. Daar rijdt hij, overeenkomstig haar
wensch, 'n stillen landweg op. Reeds na eenige
minuten verzoekt zij hem te stoppen.
En hier, in de nachtelijke eenzaamheid van
het land, vertelt zij hem haar plan.
Hij staart voor zich uit; geen woord van
hetgeen zij vertelt, ontgaat hem. Langen tijd
zit hij in diep nadenken verzonken, alles
nauwkeurig overwegend, wat zij hem heeft
meegedeeld en als hij eindelijk het hoofd
naar haar toewendt, straat zijn gelaat van
vreugde.
„Meisje", zegt hij, Nicolle's hand nemend,
„dat is een prachtig dat is een schitterend
idee!"
De opwinding heeft hem plotseling zoo te
pakken, dat hij uit den wagen springt en
eenige malen op en neer loopt. Dan blijft hij
•weer voor het portier staan om in een enthou
siasten stortvloed van woorden van zijn bui
tengewone waardeering blijkt te geven. Als 't
schitterend bedacht plan slaagt, zal hij haar
eiken wensch vervullen. Hij zal haar levens
lang een behoorlijke jaarlijksche uitkeerïng
geven, een villa, een auto, juweelen
„Wat zoudt u er van zeggen", vraagt ze
bijna fluisterend en aarzelend. ,als ik u ver
zocht om. wanneer mijn idéé werkelijk goed
blijkt te zijn, één speciale wensch te vervul
len?"
„Elke wensch onverschillig wat
„Dan zou ik willen, dat u mij beloofde
niet meer te zullen drinken".
Verbluft kijkt hij haar aan. Dan buigt hij
schuldbewust het hoofd, opent het portier en
neemt weer achter het stuur plaats.
,,'t Zou geen zin hebben u dat te belo
venmompelt hij zoo zacht, dat zij zijn
woorden nauwelijks verstaat. „Ik heb het
mezelf al een paar maal beloofd enzon-,
der resultaat".
Zij wil hem tegenspreken, maar met een on
geduldige handbeweging snijdt hij haar ant
woord af.
De opgewekte stemming, waarin zij beiden
verkeerden, is verdwenen. Zeer zakelijk her
haalt hij nog eens alle voorbereidingen, welke
voor den volgenden dag getroffen moeten
worden. Dan vraagt hij beleefd, maar met
ijzige terughoudendheid, waarheen hij haar
kan brengen.
Misschien wilt u zoo goed zijn mij naar
station Mayfair terug te brengen", zegt zij
kort. Zij geeft zich geen moeite haar verbitte
ring te verbergen. Hij mag gerust bemerken,
dat zij menschen, die te zwak zijn om verder
felijke neigingen te overwinnen, veracht.
Bij het station verlaat zij zwijgend den
wagen en reikt Coverley met afgewend gelaat
de hand.
„Goeden nacht!" zegt zij fluisterend.
„Goeden nacht!" herhaalt hij kort, om daar
na snel weg te rijden.
Droom en Werkelijkheid.
Kitty is van het oogenblik af, waarop zij
met Maud uit de autobus is gehaald, vervuld
van een verbeten woede tegen alle rechercheurs
van de wereld.
Diverse pogingen van Kaynes en Brow-
nell om haar aan het verstand te brengen, dat
slechts hun plicht dit optreden noodzakelijk
maakte, blijven zonder resultaat. Zij keurt het
tweetal zelfs geen blik waardig zoodat hun
tenslotte niets anders overblijft dan zich in
him tuinhuis terug te treken.
Tot laat in den avond blijft Kitty met haar
zorgen alleen. Noch Nicolle, noch Danny laat
zich zien. Het is reeds middernacht, als Kitty
het lange, vergeefsche wachten moe, einde
lijk besluit haar slaapsalet op te zoeken.
(Wordt vervolgd)