Voor de Jeugd
H.D.
,DE VLUCHT VOOR
HET HUWELIJK".
MAANDAG 3 JANUARI 1938
HA ARC EM'S DA'GBCAD'
TT
Deze raadsels zijn ingezonden door jon
gens en meisjes, die Onze Jeugd lezen.
Iedere maand worden onder de beste op
lossers vier boeken verloot.
AFDEELÏNG I
(Leeftijd 10 jaar en ouder)
1. (Ingez. door Parkietje.)
Ik ben een dikhuidig dier, dat uit 11 letters
bestaat.
1 3 7 is een meisjesnaam
8 9 10 is een kleur.
2 5 9 3 geeft men aan paarden
6 5 8 is een jongensnaam
4 7 8 9 is een hondennaam
9 10 11 is een paard
2. (Ingez. door Bruinoogje.)
Vul de puntjes in met letters, zoodat je een
bekend gezegde krijgt.
A.h.e. d. w.l.e. s.h.n. t.c.
d z n.
3. (Ingez. door Edelweiss).
Mijn geheel is een berijmde spreuk van 34
letters.
17 19 4 13 30 10 gebruiken we dagelijks
11 15 32 2 34 zijn deelen van een jaar.
Tegen etenstijd krijgen we 28 29 12 31
24 6 27 8 26 is een riviertje.
21 3 25 9 1 33 7 is een moeilijk werk.
14 18 20 4 22 5 is een klein deel van 't geheel.
12 15 24 28 is hinderlijk.
16 18 19 20 woont in Noorwegen.
17 22 23 24 is niet weinig
25 26 27 is een boom.
29 30 31 32 33 34 doet elastiek.
4. (Ingez. door Jaap Ruygrok v. d. Werven)
Strikvragen.
a. Ik houd niet van den dag,
Ik leef pas in het donker,
'k Bezit geen vederdos
Vlieg toch bij 't stargeflonker.
b. Een Neerlandsch eiland met een kop.
Doet altijd dienst als stop.
5. (Ingez. door Machteld.) Kruisraadsel.
xxxxxxxxx
een medeklinker
een deel van ons gezicht
hooren we in de kerk
een meisjesnaam.
1 Januari
31 December
een duin vrucht
speelgoed
een medeklinker
De kruisjes moeten van boven naar beneden
.en van links naar rechts hetzelfde woord noe
men.
6. (Ingez. door Mosplantje.) Figuurraadsel,
x is een meisjesnaam
x ontstaat door den regen
x is een klein gaatje
x is een voertuig
x is een fietsenmerk
x is een kleine heuvel
is een weg met boomen beplant.
De kruisjes noemen een lekkernij, die velen
deze week krijgen.
AFDEELÏNG II.
(Leeftijd 9 jaar en jonger.)
1. (Ingez. door D-uikstertje.)
I-Iaal uit onderstaande schuilnamen telkens
één letter, zoodat er een nieuwe schuilnaam
ontstaat. Deze schuilnaam staat tusschen de
andere.
Sierduifje, Torteldufije, Sneeuwklokje, Koer-
duifje, Duikstertje, Vrouwtje Ulebuut, Wit
kopje, Glanselfje, Elpenklokje, Feetje Roze
rood.
2. (Ingez. door Tromp.) Verborgen vogels.
a. Kan Arie vanmiddag mee fietsen?
b. Ik kan niet meespelen.
c. Een visch kan met zijn vin koers houden.
3. (Ingez. door de Ruyter.)
Vanavond traeteert mijn moeder op den
kop van een os, de kop van een leeuw, de
staart van een kanarie, de kop van een beer,
de kop en de hals van een olifant, de kop en
de hals van een leeuw en het kopje van een
nachtegaal. Wat krijgen wij?
4. (Ingez. door Marietje.)
Vanavond komt een groote familie bij ons
op bezoek. Weet je wie? Gex-t Roovad. Greet
Mortoo, Na Tet, Jes Feen en Jes Tinch.
5. (Ingez. door Gerard ten H.)
Met bl ben ik een kleur heel mooi
Met d leg ik op 't weiland neer.
Met g heb ik altijd veel haast
Met 1 niet noodig, dat je blaast.
6. (Ingez. door Glanselfje.) Kamraadsel.
i
4 5 6 7 8 9
1 is een ander woord voor huis
2 is een klein getal
3 is een boom
4 kun je met een griffel op schrijven
5 is een harde schreeuw.
6 is een verkorte meisjesnaam.
7 worden brieven mee verzegeld
8 telt 60 minuten.
9 is een vervoermiddel.
Langs den rug van de kam lees je een Nieuw-
jaarswensch. Iedere tand bestaat uit 3 letters
WEDSTRIJD.
Inzending ontvangen van:
Hein Burser. oud 9 jaar.
RAADSELOPLOSSINGEN
De raadseloplossingen der vorige week zijn
AFDEELÏNG I
1. Op den 49sten dag.
2. Wezelezel.
3. Als het kalf verdronken is, dempt men
den put.
4. In 11 dagen.
5. Kerstmis
6. Rome, Bonn. Ems. Bern. Aken. Napels,
AFDEELÏNG II
1. Kerstkrans, Kerstboek, Kerstboom.
2. Kerstboom.
3. Engelenhaar, ster, slingers.
4. Kerstboom, boomschors, kerstbrood,
broodbakker, kerstkaarten, kaartenbak.
5. Tien, kan, ei, kers, tante, Katrien, Kees.
6. Bal dal gal mal val
Goede oplossingen ontvangen van:
Duikstertje 6 Edelweiss 6 Karli Pieters 6 Lodi
Pieters 6 Molly 5 Viooltje 5 Gymnast 5
Lollypop 6 Welp 6 Bruinoogje 6 Mickey Mouse
6 Kerkje 5 Boertje 6 Floris 5 Zondagskindje 5
Iris 4 Beery 6 Roosje 6 De kleine Stuuiman 6
Viooltje 6 Goudsbloempje 6 De kleine Werk
ster 6 Kampeerstertje 6 Hennie Wagenaar 6
Bennie Wagenaar 6 Truus Wagenaar 5 Roze-
knopje 6 De kleine Vleister 3
Sneeuwklokje 6 Strijkstertje 6 Sierduifje 6
Parkietje 6 Prikkebeen 5 Winnetou 6 Vergeet
mij nietje 4 Jasmijn 4 Vrouwtje Ulebuut 4
Rietzangertje 6 Zonnepit 5 Eikeldopje 5 Linde
bloesem 5 Kruidnoot 6 Meidoomtje 4
RUILRUBRIEK
BRUINOOGJE, Hofdijkstraat 30, heeft
Kwatta, Wennex, Hillebons en plaatjes, Haka
1 x Vader Haas, 2 van Delft, W. W. W., 5 Fran-
kens Waardekaartjes. Hiervoor gaarne terug
Weegschaal, Droste, Sunlight, Vim enz.
Onder de goeede oplossers loof ik 6 prijsjes
uit. 15 Januari moet alles in mijn bezit zijn.
Denk om naam en leeftijd
Hoeveel paarden zijn er nog? Hoewel de
auto het aantal paarden heeft doen afnemen
zijn er toch niet heel wat over. In Frankrijk
b.v. heeft men er nog 3 millioen, in Duitsch-
land 3,3 millioen, in Polen 3,9 millioen, in
Roemenië 2 millioen in Groot-Brittamnië bijna
2 millioen, terwijl er in de overige Europeesche
landen nog gemiddeld in ieder land een half
millioen wordt aangetroffen.
DE NIEUWJAARSWENSCH VAN DE FEE
VAN 'T (ÜEUJK.
Een aardigheidje voor onze puzzelaars.
In den Oudejaarsnacht had de fee van 't
geluk negen kabouters uitgezonden met negen
lange borden. Op elk bord stonden negen
letters, dus in 't geheel 81 letters. De kabouters
moesten deze borden voor de poort van de stad
der menschen plaatsen. In een bepaalde volg
orde gerangschikt, vormden de letters, van
links naar rechts gelezen, een gelukwensch
voor de menschen. Maar in het donkere woud
struikelden de kabouters over boomwortels,
de borden ontglipten aan hun handen en
toen zij ze weer opgeraapt hadden, wist geen
van de dwei-gjes meer, of hij het goede bord
te pakken had.
Toch plantten ze de borden op de bepaalde
plaats in den grond, maar, o jammer, in de
verkeerde volgorde, en toen de menschen op
Nieuwjaarsmorgen de rij borden zagen, kon
niemand den gelukwensch der goede fee lezen.
Zoo hadden de domme kabouters de borden
gerangschikt.
Wie van jullie ziet er kans, de borden in de
juiste volgorde te rangschikken?
De oplossingen moeten 15 Januari in mijn
bezit zijn. Denk vooral om naam en leeftijd.
W. B.—Z.
W. B.-Z.
POSTZEGELRUBRIEK.
1932
10 12 18 20 24 24 30
30 40 40 50 50 60 64
1932 Seipel.
1932 Winterhulp
ISeh.
4
ISch.
1933 F. I. S.
12+12
24 4 24
30 30
50 50
OOSTENRIJK
Aanvulling III.
In 1932 verschenen de frankeerzegels met
landschappen in kleiner formaat n.l. 24 x 28
m.M. Ze vertoonen wel dezelfde afbeeldingen
als de groote zegels van 1929. De waarden zijn
10 gr. (geelbruin) 12 gr. (blauwgroen) 18 gr.
(blauwgroen) 20 gr. (grijs) 24 gr. (karmijn)
24 gr. (violet) 30 gr. (donkerviolet) 30 gr. (rd.
karmijn) 40 gr. (blauw) 40 gr. (violet) 50 gr.
(blauw) 50 gr. (violet) 60 gr. (grijsgroen) 64
gr. (grijs-groen).
In ditzelfde jaar verscheen een zegel met
beeltenis van Monseigneur Seipel, een wel
dadigheidszegel, waarvan de baten ten goede
kwamen aan de oorlogsverminkten. De waarde
is 50 gr. en 50 gr. toeslag (blauwviolet) afme
ting 38 x 32 mM.
Eind 1932 verschenen de gebruikelijke wel
dadigheidszegels voor het Winter hulpwerk
met afbeeldingen van beroemde schilders.
Waarden zijn 12 en 12 gr. (groen F. G.
Waldmüller) 24 en 24 gr. (d. violet Moritz
Schwind) 30 en 30 gr. (rd. karmijn Rudolf
Alt) 40 en 40 gr. (grijsblauw H. Makart) 64
en 64 gr. (sepia G. Klimt) 1 en 1 sch. (lila
A. Egger-Lienz) Grootte 38 x 32 mM.
Ter gelegenheid der Ski-Wereldkampioen^
schappen verscheen een weldadigheidsserie
met afbeeldingen van skiërs in het jaar 1933,
de waarden zijn 12 en 12 gr. (donkergroen)
24 en 24 gr. (violet) 30 en 30 gr. (karmijn) 50
en 50 gr. (ultram.) Grootte 32 x 28 mM. Zie het
schetsje.
Nieuwe deelnemex*s::
223. M. Spronk, Atjehstraat 140.
228. J. Koopman, G. O. Gracht 60.
Zij moeten nog even geduld hebben, want
de zendingen zijn nog in omloop.
Aanmeldingen niet eerder dan 10 Jan. 1938.
Rustenburgerlaan 23.
Zeer Geachte Mevrouw Blomberg-Zeeman,
Mede namens ons allen dank ik U hartelijk
voor al de aardige cadeautjes die U ons ge
zonden hebt en waar de kinderen erg blij
mee waren. Wilt U ook de Rubriekertjes na
mens ons allen danken. Jammer dat er geen
een was om van het feest mee te genieten.
S. VERBROECK,
Besturend Zuster Haarl. Kindertehuis
IN UTTIRIN^
MUZIEK
Haarlem's Gemengd Koor
BACHCONCERT.
Het „Bachconcert", waarniee H.G.K. Zon
dagnamiddag de rij der openbare muziekuit
voeringen van het nieuw ingetreden jaar
opende was geen ,3ach"-concert maar een
„Bachconcert", en het programma er van
was geen ,.Bach"programma een „Bachpro-
gramma". Men moet met het Haarlemsche
muziekleven bekend zijn om dat te beseffen.
Op de „Bach"concerten wordt wel eens iets
van Bach gespeeld, maar zelden. Op het
concert dat H.G.K. 2 Jan. 1937 gaf werden
uitsluitend werken van Bach uitgevoerd.
Deze exclusiviteit behoeft geen bedenking
uit te lokken. Bach's oeuvre is zóó omvang
rijk, dat men bij de samenstelling van een
Bachprogramma niet gauw in herhalingen
behoeft te vervallen, en de macht en veelzij
digheid van den in zijn werken levenden
geest zijn zóó groot dat de hoorder telkens
weer vex-bluft en getroffen van nieuwe vond
sten kennis neemt. Maar dit Bachprogram
ma leek op 't eerste gezicht niet gelukkig
gekozen. Drie koralen achtereen, voorts twee
in dezelfde maatsoort geschreven koren, dan
nog eens twee koralen en verder twee so
nates voor hobo en klavier: dat scheen bin
nen de omlijsting van een Orgslpreludium en
het openingskoor der 190ste Cantate een op
volging, die eerder theoretisch interessant
dan afwisselend kon heeten. Toch viel 't bij
uitvoering mee. Want de dirigent Jan Booda
vermeed bij de koralen eentonigheid door een
zeer gevarieerde wijze van vertolking; het
koor „Fallt mit Danken" gaf hij in gedempte
kleuren om alle schittering, waartoe ook het
machtige orgel bijdroeg, voor het volgende
koor. „Herrscher des Himmels" te bewaren.
En de beide koralen uit de cantate ..Singt
dem Herrn" zijn zóó verschillend van bouw
en behandeling, dat monotonie daar van
zelf uitgesloten is. Het eerste dier beide is
door 3 recitatieven ondex-brokenéén voor
bas, één voor tenor en één voor alt. De bas
zong het mooist en was wat betreft stern-
materiaal de meerdere van den tenor; de alt
zou beter voldaan hebben als zij minder sterk
gevibreerd en geen neiging tot toonopdrij-
ving getoond had.
Van de twee sonates voor hobo en klavier
bleek die in Es beknopter en liefelijker dan
die in A, waarin zelfs het voortreffelijke spel
van Jaap Stotijn den indruk van langdradig
heid niet verhinderen kon. Jan Booda speel
de de klavierpartijen volgzaam en correct;
alleen zou in de eerst gespeelde sonate bij
het staccatospel van de hobo een gelijksoor
tig spel van 't klavier me aanbevelenswaard
hebben geschenen. Ongemotiveerd waren de
bijvalsbetuigingen der hoorders tusschen de
verschillende deelen, vooral tusschen de
langzame en de daai'opvolgende snelle, omdat
die in elkaar over behooren te gaan.
Piet Halsema opende het concert met het
groote Orgelpreludium in e min., dat hij in
gi-ooten stijl speelde.
De grootste verrassing van dit Bachconcert
was het koor uit de cantate „Singet dem
Heri-n". Welk een rijkdom van vormen, welk
een meesterschap in de uitdrukking, welk
een stralende pracht in het „Allelujah!" Hoe
Het dorp aan de grens.
door J. P. BALJé.
TOEN de trein al lang weer vertrok
ken was, zag de stationchef van het
kleine Brabantsche grensdorp je nog
steeds de lange, magere figuur van
den eenigën reiziger, die was uitgestapt op
het perron staan. De man droeg een don
kere bril en leunde op een wandelstok, ter
wijl hij in de andere hand een klein valiesje
droeg. Hij scheen kennelijk te weifelen en de
chef stapte op hem toe.
„Kan ik u misschien van dienst zijn?"
vroeg hij hulpvaardig.
De reiziger scheen te schrikken. Een
beetje onzeker draaide hij zich in de rich
ting van den stationchef, en een verlegen
lachje kwam hem om den mond.
..Ik ben bijna blind", zei de man als ver
ontschuldigend. „maar als ik eenmaal op het
stationspleintje sta. gaat het weer wel. Ik ben
hier namelijk geboren, en mijn heele jeugd
bracht ik in dit dorp door
De chef leidde hem naar buiten. „En nu
komt u zeker uw familie bezoeken?" vroeg
hij intusschen ieuwsgierig.
De ander lachte opnieuw verlegen. „Dat
niet", zei hij, „ik heb hier geen familie meer.
Maar de dokter zei, dat deze omgev^xg mijn
oogen goed zou doen. Het kwam namelijk
door een ziekte. Deze gezonde omgeving zou
mij m'n gezicht weer terug kunnen geven,
zei de dokter. Ik moest naar Brabant en
toen dacht ik aan m'n geboortedorpje
Op het pleintje bedankte hij den stations
chef. „Veel geld heb ik niet", bekende hij,
„weet u misschien een goedkoop pension,
waar ik een paar maanden zou kunnen blij
ven?"
„Neeeaarzelde de chef. „er komen
hier haast nooit touristen, er is hier alleen
een herberg, waar men kan overnachten.
Maar wacht eens, misschien
De groene glazen schenen hem vol ver
wachting aan te staren. „Misschien
vroeg de reiziger, „weet u toch iets?"
„U zoudt het kunnen probeei-en bij Jef. den
zonderling. Die was hier gisteren en hij
klaagde, dat hij het zoo eenzaam had in zijn
huisje. Hij woont in het bosch. wel een
kwartier lbopen van het dorp".
Er kwam een rimpel in het voorhoofd van
den man. „Een zonderling". weifelde hij,
..dat klinkt niet erg aanlokkelijk".
„Nou ja", lachte de chef. „zoo noemen we
hem. Omdat hij zoo eenzaam woont, en soms
dagenlang onder water blijft. Maar hij is
goed bij z'n verstand".
„Dan zou ik daar eens heen kunnen gaan,
overwoog de vx-eenxdeling. ..zou ik het gemak
kelijk kunnen vinden?"
„U moet het dorp door", legde de stations
chef uit. „en dan den eersten wee rechts.
Maar wacht, daar is Nel uit de „Gouden Os"
die moet toch een heel eind dien kant uit
Ze zal u wel een, eindje op weg willen helpen
Hè Nel!"
De dochter van den herbergier Schouwaert
keek op. „Hier is iemand, die naar Jef moet.
Hij kan heel slecht zien. Wil ie hem een
eindie meenemen?"
i Nel lachte. Dc. vreemdeling constateerde,
dat er iets aanstekelijks in haar lach zat.
„Natuurlijk!" klonk haar jonge, heldere
stem. „Gaat u maar mee".
Ze groetten den chef, en zwaar steunend
op zijnstok liep hij naast Nel.
„Ik heet Louis van Duimen", vertelde hij,
„en ik heb vroeger hier gewoond. Vriendelijk
dat u mij helpen wilt".
Zij praatten met elkaar en hij vertelde
van zijn ziekte en zijn slechte oogen. Het
was prettig haar stem te hooren, vond hij,
en zij bracht hem tot vlak bij Jef's huisje.
Hij bedankte haar. In een opwelling van me
delijden zei ze: „Kom morgen een kop koffie
bij ons halen. Ons café ligt aan den grooten
weg. geen minuut van de grens. U kan niet
misloopen".
„Graag", antwoordde hij, en de glimlach
om zijn mond maakte zijn gezicht veel jon
ger, „het was een geluk, u te ontmoeten".
Ze bloosde en draaide zich snel om. ..Tot
morgen", groette ze. Toen ze een eindje weg
was, keek zij nog even om. Ze zag zijn lange,
ietwat geborgen gestalte voor de deur van
Jef's woning staan, een beetje onwennig en
zielig. Gek, waarom had ze medelijden met
dien vreemdeling, ze was anders toch niet
zoo week van natuur
Nel was den volgenden morgen juist aan
het buffet bezig, toen ze zijn aarzelende,
schuifelende voetstappen op het verschge-
stiuoide zand hoorde.
„Hallo!" begroette ze hem, „de koffie staat
al op".
Hij keek blij verrast. .„Alles loopt me hier
mee", vond hij, „die Jef, de zonderling, is
een goeie kerel. Ik mag bij hem wonen, en
't kost me vrijwel niets. Als ik maar voor de
menage zorg, is het al best, zegt hij, want
daar heeft ie een broertje aan dood". Hij
lachte opgewekt. „Oh, ik voel het, hier in
mijn goeie, ouwe dorpje zal ik weer heele-
maal opknappen, hier zullen mijn oogen ge
nezen, en ik zal weer kunnen zienals
ieder ander".
Ze bracht hem zijn koffie, en ze praatten
over het dorp. Hoe het nu was, en hoe het
twintig jaar terug er uit zag. Hij leefde er
heelemaal bij op, en Nel vond het jammer,
dat er andere bezoekers kwamen en ze be
dienen moest.
Vrijwel iederen morgen was Louis van
Duimen voortaan in de „Gouden Os". Altijd
zat hij in het hoekje bij het raam en als er
geen klanten waren, kwam Nel bij hem zit
ten. Vaak al had ze hem aangeboden in den
tuin te gaan zitten, daar was het heerlijk en
het zou beter voor hem zijn, dan in de gelag
kamer, maar verlegen had hij haar dan ge
zegd, dat hij het hier zoo prettig vond. Al
sprak hij weinig met de bezoekers, hij hoorde
toch hun gesprekken en het deed hem goed
weer eens te hooren vertellen over zijn geliefde
Bx-abant.
Er groeide een ixmige sympathie tusschen
hen beiden, maar nooit werd daar over ge
sproken. Slechts één keer had hij haar hand
wat langer vastgehouden. Het was de eenige
maal. dat hij op een dieper gevoel voor haar
zinspeelde: „Jij bent zoo goed voor me. Nel"
had hij gezegd, „wat zal ik gelukkig zijn als
ik je gezicht eens goed zien kan. Nu ik alles
zoo wazig, zoo onwezenlijkMaar ik wéét
1at je er lief uitziet, zooiets voel je".
Ze had niet geweten, wat te antwoorden en
een beetje bruusk had ze haar hand terug
getrokken. Maar sinds dien morgen was ze
vaak verstrooid en betrapte ze zichzelf er nu
en dan op, dat ze over een toekomst mijmex'de,
dien nooit werkelijkheid zou kunnen worden.
Louis was immers een arme slokker, die
nauwelijks een kopje koffie kon betalen, dat
hij hier dronk en dxxs zeker geen vrouw zou
kunnen onderhouden. Ze moest dat uit haar
hoofd zettexx
Twee maanden na Louis' komst in het dorp
waren de poppen weer aan het dansen. De
smokkelaars hadden zich een beelen tijd
koest gehouden, maar nu was het lieve leven
weer begonnen.
Het was op een koudexx herfstmorgen, dat
Chiel Schouwaert zijn dochter, die de vloer
aan het schrobben was, waarschuwde: „Denk
er om, Nel, als de gendarmes soms komen, dan
weet je niets en heb je nooit iets gehoord. Hier
komen nooit smokkelaaxxs en is nooit over
smokkelen gesproken, begrepen?"
Nel knikte. „Is er wat gebeurd?", informeer
de ze.
„Zwaar geschoten, vanxiacht!" knikte Schou
waert, „ik werd er om drie uur wakker van.
Het ééne schot na het andere, 't Zou me niets
verwonderen, als er ongelukken gebeurd zijn'
Den heelen morgen voelde Nel zich zonder
ling onrustig. Waar bleef Louis vandaag? An
ders was hij er altijd om half elf. Nu was het
al elf uur en hij had zich nog niet laten
zien.
Om half twaalf hield ze het niet meer uit.
Gejaagd hasatte ze zich naar Jef's woning in
het bosch. De onrust deed haar bijna hard
loopen. Het was, of er iets onheilspellends
rond Jef's huisje ging. Ze klopte op de deur.
maar nie.mand antwoordde. Aarzelend pro
beerde ze de deixr te openen en het bleek
dat ze niet gesloten was. Ze liep de voorkamer
binnen. In een hoek stond Louis' dikke stok,
waar hij altijd op steunde, op de tafel lag
zijn groene bril. Ze kon een rilling niet onder
drukken, ze had een gevoel, alsof die twee
eenzame voorwerpen, zonder welke zij Louis
nooit gezien had, iets angstaanjagends
hadden.
Uit de achterkamer hoorde ze plotseling
een gesteun. Ixx een paar stappen was ze bij
de tusschendeur. Op het bed lag Jef, de zon
derling. Om zijn hoofd zat een slordig, bloede-
i-ig verband.
„Jef", steunde ze, „Jef, waar is Louis?"
„Ze hebben hem te pakken", zei de zon
derling, zoo zacht, dat ze het nauwelijks kon
hooren: „vannacht, in de bosschenHet is
uit met onsik kon nog ontsnappen....
'k ben nog geen vijf minuten thuismaar
straks zullen zo me halendie ellendige
gendarmesHij zuchtte diep en het
duurde lang, voor hij weer kon spreken: ..'t
Geeft niks't is nu toch gedaanhij
was de ziel van ons werk. hier aan de
grens... en overal in Brabanthij was
onze aanvoerderalles ging van hem
uit
Het was of alles in haar verstarde. „Jef.
vroeg ze toonloos, „ishij dood?"
Voor het eerst besefte Jef iets van haar
leed. Hij verbeet zijn eigen pijn en maakte
een mat gebaar met zijh hand „Arme meid",
fluisterde Jef. de zondei'ling, „dwars door het
hert hebben ze hem geschoten en hij was
zoo'n knappe, kerel de beste smokk-l*
van de grens.... iemand met hersens, meid".
Buiten klonken de voetstappen van de
•endarmes al Maar Nel hoorde het niet. Als
•erwezen keek ze naar de groene bril, die ze
daar in de voorkamer op tafel zag liggen, de
-rroene bril, die de oogen vei'borgen hadden.
~Me nu voor ?oed gesloten waren
(Nadruk vex-boden.
Auteursrechten voorbehouden)
simpel en alledaagsch schijnt tegenover deze
grootschheid het beroemde Hallelujah van
Handel! Voor de kennismaking met dit stuk
mogen we Booda erkentelijk zijn.
Dat het onder Booda's leiding staande koor
zijn taak schitterend volbracht spreekt van
zelf: het is sinds jaren in Bach's werk thuis.
Ook het .Hachorkest". dat- eigenlijk geen
Bachorkest was, want het bevatte niet de
vereischte blazers werkte ondanks zijn gele-
genheïds-samexistelling hoogst verdienstelijk.
Overbodig leek me de medewerking van een
vleugel, .want Emmy van Eden kon zelfs bij
de grootste krachtsinspanning de toon van
het instrument tegenover koor. ox-kest en
orgel niet hoorbaar maken. Met een clavecin
kan dit natuurlijk nog minder, maar dat
wordt er nu eenmaal door velen bij noodig
geacht, al is 't maar uit piëteit..
K. DE JONG.
FILMN1EUWS
Amusement van het beste soort
Kostelijke filmcomedie.
Franchot Tone speelt tezamen met zijn vrouw
Joan Crawford en Clark Gable in de brillante
filmcomedie „De Vlucht voor het Huwelijk".
Joan Cx-awford, Clark Gable en Franchot Tone
dat is een driemanschap zooals zelfs Holly
wood maar zelden oplevert. Dit drietal teza
men ixi één film waarborgt eenige uren van
amusement zooals alleen Amerika dat kan op
leveren. Een vlot scenaxio, flitsende dialogen
met de specifieke Amerikaansche humor en
daarbij nog de ixitnemende regie van W. S. van
Dyke hebben van de „Vlucht voor het Huwe
lijk" een amusementsfilm gemaakt van het
beste soort. Men voelt dat de spelers zelf ple
zier hebben in deze vlotte geschiedenis, men
voelt ook dat hier meesters in hun vak aan
het wex-k zijn.
Na de film „Dancing Lady" is de „Vlucht
voor het Huwelijk" de tweede rolprent waarin
Crawford. Gable en Tone weer tezamen suelen
en men kan slechts wenschen dat de Holly-
woodsche producers aangemoedigd door het
groote succes van deze films het hierbij niet
zullexi laten.
Gable en Tone zijn in „De Vlucht voor het
Huwelijk" twee journalisten die voor New
Yorksche sensatie-bladen werken.De een wordt
erop uitgestuurd om het huwelijk van een
schatrijk meisje, Sally Parker te verslaan en
de ander zal een ondex-houd hebben met een
baron die vaxx plan is een stratosfeer vlucht te
begixinen.
Sally Parker, wie zou het anders zijn dan
Joan Crawford, besluit echter om vaxx haar
huwelijk af te zien en met behulp van Gable,
die de vliegcostuums
van den Baron
steelt slaagt zij
er in te ontvluchten.
Tezamen met haar
redder, die echter verzwijgt dat hij joux-nalist
is begint dan een stratosfeexwlucht, zooals er
maar zelden een begonnen zal zijn. En met
een zitten we dan midden in de kostelijkste
verwikkelingen. Hoe dat alles goed afloopt,
welke avonturexi het drietal Tone heeft
zich inmiddels ook bij hen gevoegd, in Frank
rijk beleven, het is allemaal amusement van
een gehalte, zooals wij dit maar al te weinig
zien.
Regisseur van Dyke heeft een vaart in deze
film gelegd, die zelfs voor Amerikaansche be
grippen verbazingwekkend is. Er komen scè
nes in voor en we denken hier vooral aan de
avonturen in het paleis van Fontainebleau. die
von onweerstaanbare komische kracht zijn. Om
over den nachtwaker, kostelijk type van Do
nald Mak en zijn hond Bismarck maar te
zwijgen.
Aan den andex-en kant geeft de film ook
weer een kostelijke kijk op de bijzondere Ame
rikaansche nxentaliteit. Als ge b.v. ziet hoe in
Amerika op de x-edactie-bureaux gewerkt wordt
dan hebt ge soms moeite om niet 'n glim
lach te bedwingen
Verfrisschende gezonde humor, opgediexxd
op de meest smakelijke wijze, wat kan men in
deze sombere wintersche dagen meer verlan
gen? „De Vlucht voor het Huwelijk" is even
mousseerend en opwekkend als een clraxxk die
vooral bij den overgang van het Oude naar
het Nieuwe Jaar nog al eens gebruikt wordt.
Alleexi.de angst voor den volgenden mor
gen behoeft ge niet te hebben en dat is een
niet te versmaden voordeel!
NED. BOND TOT HET REDDEN VAN
DRENKELINGEN
De droeve lijst
In het tijdvak van 28 November tot 28 De
cember 1937 verdronken in ons land: 2 jon
gens beneden 16 jaar, 1 meisje idem, 18 maxx-
nen en 1 vrouw, te zarnen 22 dooden. Bij auto
ongevallen te water verdronken in deze 4 we
ken geen inzittenden.
Gered werden of wisten 2ich te redden in
bovengenoemd tijdvak 6 jongens, geen meisjes,
43 mannen, geen vrouwen, te zamen 49 gered
den; bovendien werden gered of wisten zich te
-edden bij 12 genoteerde auto's die te water
reden 22 personen, in totaal gered 71 personen.
Van het getal 49 werden zwemmend gered
2 jongens en 1 man; zelf wisten zich zwem
mend te redden 1 jongen en 3 mannen. Met
boothulp werden gered 33, met handx-eiking 7,
met een scheepshaak l en ook 1 met behulp
van een reddinghaak. 8 auto's, die door glad
heid van den weg of door mist in slooten ge
raakten, zonder ernstige'gevolgen van de in
zittenden, werden niet ingeschreven.