Voor de Jeugd H.D. ,DE VLUCHT VOOR HET HUWELIJK". MAANDAG 3 JANUARI 1938 HA ARC EM'S DA'GBCAD' TT Deze raadsels zijn ingezonden door jon gens en meisjes, die Onze Jeugd lezen. Iedere maand worden onder de beste op lossers vier boeken verloot. AFDEELÏNG I (Leeftijd 10 jaar en ouder) 1. (Ingez. door Parkietje.) Ik ben een dikhuidig dier, dat uit 11 letters bestaat. 1 3 7 is een meisjesnaam 8 9 10 is een kleur. 2 5 9 3 geeft men aan paarden 6 5 8 is een jongensnaam 4 7 8 9 is een hondennaam 9 10 11 is een paard 2. (Ingez. door Bruinoogje.) Vul de puntjes in met letters, zoodat je een bekend gezegde krijgt. A.h.e. d. w.l.e. s.h.n. t.c. d z n. 3. (Ingez. door Edelweiss). Mijn geheel is een berijmde spreuk van 34 letters. 17 19 4 13 30 10 gebruiken we dagelijks 11 15 32 2 34 zijn deelen van een jaar. Tegen etenstijd krijgen we 28 29 12 31 24 6 27 8 26 is een riviertje. 21 3 25 9 1 33 7 is een moeilijk werk. 14 18 20 4 22 5 is een klein deel van 't geheel. 12 15 24 28 is hinderlijk. 16 18 19 20 woont in Noorwegen. 17 22 23 24 is niet weinig 25 26 27 is een boom. 29 30 31 32 33 34 doet elastiek. 4. (Ingez. door Jaap Ruygrok v. d. Werven) Strikvragen. a. Ik houd niet van den dag, Ik leef pas in het donker, 'k Bezit geen vederdos Vlieg toch bij 't stargeflonker. b. Een Neerlandsch eiland met een kop. Doet altijd dienst als stop. 5. (Ingez. door Machteld.) Kruisraadsel. xxxxxxxxx een medeklinker een deel van ons gezicht hooren we in de kerk een meisjesnaam. 1 Januari 31 December een duin vrucht speelgoed een medeklinker De kruisjes moeten van boven naar beneden .en van links naar rechts hetzelfde woord noe men. 6. (Ingez. door Mosplantje.) Figuurraadsel, x is een meisjesnaam x ontstaat door den regen x is een klein gaatje x is een voertuig x is een fietsenmerk x is een kleine heuvel is een weg met boomen beplant. De kruisjes noemen een lekkernij, die velen deze week krijgen. AFDEELÏNG II. (Leeftijd 9 jaar en jonger.) 1. (Ingez. door D-uikstertje.) I-Iaal uit onderstaande schuilnamen telkens één letter, zoodat er een nieuwe schuilnaam ontstaat. Deze schuilnaam staat tusschen de andere. Sierduifje, Torteldufije, Sneeuwklokje, Koer- duifje, Duikstertje, Vrouwtje Ulebuut, Wit kopje, Glanselfje, Elpenklokje, Feetje Roze rood. 2. (Ingez. door Tromp.) Verborgen vogels. a. Kan Arie vanmiddag mee fietsen? b. Ik kan niet meespelen. c. Een visch kan met zijn vin koers houden. 3. (Ingez. door de Ruyter.) Vanavond traeteert mijn moeder op den kop van een os, de kop van een leeuw, de staart van een kanarie, de kop van een beer, de kop en de hals van een olifant, de kop en de hals van een leeuw en het kopje van een nachtegaal. Wat krijgen wij? 4. (Ingez. door Marietje.) Vanavond komt een groote familie bij ons op bezoek. Weet je wie? Gex-t Roovad. Greet Mortoo, Na Tet, Jes Feen en Jes Tinch. 5. (Ingez. door Gerard ten H.) Met bl ben ik een kleur heel mooi Met d leg ik op 't weiland neer. Met g heb ik altijd veel haast Met 1 niet noodig, dat je blaast. 6. (Ingez. door Glanselfje.) Kamraadsel. i 4 5 6 7 8 9 1 is een ander woord voor huis 2 is een klein getal 3 is een boom 4 kun je met een griffel op schrijven 5 is een harde schreeuw. 6 is een verkorte meisjesnaam. 7 worden brieven mee verzegeld 8 telt 60 minuten. 9 is een vervoermiddel. Langs den rug van de kam lees je een Nieuw- jaarswensch. Iedere tand bestaat uit 3 letters WEDSTRIJD. Inzending ontvangen van: Hein Burser. oud 9 jaar. RAADSELOPLOSSINGEN De raadseloplossingen der vorige week zijn AFDEELÏNG I 1. Op den 49sten dag. 2. Wezelezel. 3. Als het kalf verdronken is, dempt men den put. 4. In 11 dagen. 5. Kerstmis 6. Rome, Bonn. Ems. Bern. Aken. Napels, AFDEELÏNG II 1. Kerstkrans, Kerstboek, Kerstboom. 2. Kerstboom. 3. Engelenhaar, ster, slingers. 4. Kerstboom, boomschors, kerstbrood, broodbakker, kerstkaarten, kaartenbak. 5. Tien, kan, ei, kers, tante, Katrien, Kees. 6. Bal dal gal mal val Goede oplossingen ontvangen van: Duikstertje 6 Edelweiss 6 Karli Pieters 6 Lodi Pieters 6 Molly 5 Viooltje 5 Gymnast 5 Lollypop 6 Welp 6 Bruinoogje 6 Mickey Mouse 6 Kerkje 5 Boertje 6 Floris 5 Zondagskindje 5 Iris 4 Beery 6 Roosje 6 De kleine Stuuiman 6 Viooltje 6 Goudsbloempje 6 De kleine Werk ster 6 Kampeerstertje 6 Hennie Wagenaar 6 Bennie Wagenaar 6 Truus Wagenaar 5 Roze- knopje 6 De kleine Vleister 3 Sneeuwklokje 6 Strijkstertje 6 Sierduifje 6 Parkietje 6 Prikkebeen 5 Winnetou 6 Vergeet mij nietje 4 Jasmijn 4 Vrouwtje Ulebuut 4 Rietzangertje 6 Zonnepit 5 Eikeldopje 5 Linde bloesem 5 Kruidnoot 6 Meidoomtje 4 RUILRUBRIEK BRUINOOGJE, Hofdijkstraat 30, heeft Kwatta, Wennex, Hillebons en plaatjes, Haka 1 x Vader Haas, 2 van Delft, W. W. W., 5 Fran- kens Waardekaartjes. Hiervoor gaarne terug Weegschaal, Droste, Sunlight, Vim enz. Onder de goeede oplossers loof ik 6 prijsjes uit. 15 Januari moet alles in mijn bezit zijn. Denk om naam en leeftijd Hoeveel paarden zijn er nog? Hoewel de auto het aantal paarden heeft doen afnemen zijn er toch niet heel wat over. In Frankrijk b.v. heeft men er nog 3 millioen, in Duitsch- land 3,3 millioen, in Polen 3,9 millioen, in Roemenië 2 millioen in Groot-Brittamnië bijna 2 millioen, terwijl er in de overige Europeesche landen nog gemiddeld in ieder land een half millioen wordt aangetroffen. DE NIEUWJAARSWENSCH VAN DE FEE VAN 'T (ÜEUJK. Een aardigheidje voor onze puzzelaars. In den Oudejaarsnacht had de fee van 't geluk negen kabouters uitgezonden met negen lange borden. Op elk bord stonden negen letters, dus in 't geheel 81 letters. De kabouters moesten deze borden voor de poort van de stad der menschen plaatsen. In een bepaalde volg orde gerangschikt, vormden de letters, van links naar rechts gelezen, een gelukwensch voor de menschen. Maar in het donkere woud struikelden de kabouters over boomwortels, de borden ontglipten aan hun handen en toen zij ze weer opgeraapt hadden, wist geen van de dwei-gjes meer, of hij het goede bord te pakken had. Toch plantten ze de borden op de bepaalde plaats in den grond, maar, o jammer, in de verkeerde volgorde, en toen de menschen op Nieuwjaarsmorgen de rij borden zagen, kon niemand den gelukwensch der goede fee lezen. Zoo hadden de domme kabouters de borden gerangschikt. Wie van jullie ziet er kans, de borden in de juiste volgorde te rangschikken? De oplossingen moeten 15 Januari in mijn bezit zijn. Denk vooral om naam en leeftijd. W. B.—Z. W. B.-Z. POSTZEGELRUBRIEK. 1932 10 12 18 20 24 24 30 30 40 40 50 50 60 64 1932 Seipel. 1932 Winterhulp ISeh. 4 ISch. 1933 F. I. S. 12+12 24 4 24 30 30 50 50 OOSTENRIJK Aanvulling III. In 1932 verschenen de frankeerzegels met landschappen in kleiner formaat n.l. 24 x 28 m.M. Ze vertoonen wel dezelfde afbeeldingen als de groote zegels van 1929. De waarden zijn 10 gr. (geelbruin) 12 gr. (blauwgroen) 18 gr. (blauwgroen) 20 gr. (grijs) 24 gr. (karmijn) 24 gr. (violet) 30 gr. (donkerviolet) 30 gr. (rd. karmijn) 40 gr. (blauw) 40 gr. (violet) 50 gr. (blauw) 50 gr. (violet) 60 gr. (grijsgroen) 64 gr. (grijs-groen). In ditzelfde jaar verscheen een zegel met beeltenis van Monseigneur Seipel, een wel dadigheidszegel, waarvan de baten ten goede kwamen aan de oorlogsverminkten. De waarde is 50 gr. en 50 gr. toeslag (blauwviolet) afme ting 38 x 32 mM. Eind 1932 verschenen de gebruikelijke wel dadigheidszegels voor het Winter hulpwerk met afbeeldingen van beroemde schilders. Waarden zijn 12 en 12 gr. (groen F. G. Waldmüller) 24 en 24 gr. (d. violet Moritz Schwind) 30 en 30 gr. (rd. karmijn Rudolf Alt) 40 en 40 gr. (grijsblauw H. Makart) 64 en 64 gr. (sepia G. Klimt) 1 en 1 sch. (lila A. Egger-Lienz) Grootte 38 x 32 mM. Ter gelegenheid der Ski-Wereldkampioen^ schappen verscheen een weldadigheidsserie met afbeeldingen van skiërs in het jaar 1933, de waarden zijn 12 en 12 gr. (donkergroen) 24 en 24 gr. (violet) 30 en 30 gr. (karmijn) 50 en 50 gr. (ultram.) Grootte 32 x 28 mM. Zie het schetsje. Nieuwe deelnemex*s:: 223. M. Spronk, Atjehstraat 140. 228. J. Koopman, G. O. Gracht 60. Zij moeten nog even geduld hebben, want de zendingen zijn nog in omloop. Aanmeldingen niet eerder dan 10 Jan. 1938. Rustenburgerlaan 23. Zeer Geachte Mevrouw Blomberg-Zeeman, Mede namens ons allen dank ik U hartelijk voor al de aardige cadeautjes die U ons ge zonden hebt en waar de kinderen erg blij mee waren. Wilt U ook de Rubriekertjes na mens ons allen danken. Jammer dat er geen een was om van het feest mee te genieten. S. VERBROECK, Besturend Zuster Haarl. Kindertehuis IN UTTIRIN^ MUZIEK Haarlem's Gemengd Koor BACHCONCERT. Het „Bachconcert", waarniee H.G.K. Zon dagnamiddag de rij der openbare muziekuit voeringen van het nieuw ingetreden jaar opende was geen ,3ach"-concert maar een „Bachconcert", en het programma er van was geen ,.Bach"programma een „Bachpro- gramma". Men moet met het Haarlemsche muziekleven bekend zijn om dat te beseffen. Op de „Bach"concerten wordt wel eens iets van Bach gespeeld, maar zelden. Op het concert dat H.G.K. 2 Jan. 1937 gaf werden uitsluitend werken van Bach uitgevoerd. Deze exclusiviteit behoeft geen bedenking uit te lokken. Bach's oeuvre is zóó omvang rijk, dat men bij de samenstelling van een Bachprogramma niet gauw in herhalingen behoeft te vervallen, en de macht en veelzij digheid van den in zijn werken levenden geest zijn zóó groot dat de hoorder telkens weer vex-bluft en getroffen van nieuwe vond sten kennis neemt. Maar dit Bachprogram ma leek op 't eerste gezicht niet gelukkig gekozen. Drie koralen achtereen, voorts twee in dezelfde maatsoort geschreven koren, dan nog eens twee koralen en verder twee so nates voor hobo en klavier: dat scheen bin nen de omlijsting van een Orgslpreludium en het openingskoor der 190ste Cantate een op volging, die eerder theoretisch interessant dan afwisselend kon heeten. Toch viel 't bij uitvoering mee. Want de dirigent Jan Booda vermeed bij de koralen eentonigheid door een zeer gevarieerde wijze van vertolking; het koor „Fallt mit Danken" gaf hij in gedempte kleuren om alle schittering, waartoe ook het machtige orgel bijdroeg, voor het volgende koor. „Herrscher des Himmels" te bewaren. En de beide koralen uit de cantate ..Singt dem Herrn" zijn zóó verschillend van bouw en behandeling, dat monotonie daar van zelf uitgesloten is. Het eerste dier beide is door 3 recitatieven ondex-brokenéén voor bas, één voor tenor en één voor alt. De bas zong het mooist en was wat betreft stern- materiaal de meerdere van den tenor; de alt zou beter voldaan hebben als zij minder sterk gevibreerd en geen neiging tot toonopdrij- ving getoond had. Van de twee sonates voor hobo en klavier bleek die in Es beknopter en liefelijker dan die in A, waarin zelfs het voortreffelijke spel van Jaap Stotijn den indruk van langdradig heid niet verhinderen kon. Jan Booda speel de de klavierpartijen volgzaam en correct; alleen zou in de eerst gespeelde sonate bij het staccatospel van de hobo een gelijksoor tig spel van 't klavier me aanbevelenswaard hebben geschenen. Ongemotiveerd waren de bijvalsbetuigingen der hoorders tusschen de verschillende deelen, vooral tusschen de langzame en de daai'opvolgende snelle, omdat die in elkaar over behooren te gaan. Piet Halsema opende het concert met het groote Orgelpreludium in e min., dat hij in gi-ooten stijl speelde. De grootste verrassing van dit Bachconcert was het koor uit de cantate „Singet dem Heri-n". Welk een rijkdom van vormen, welk een meesterschap in de uitdrukking, welk een stralende pracht in het „Allelujah!" Hoe Het dorp aan de grens. door J. P. BALJé. TOEN de trein al lang weer vertrok ken was, zag de stationchef van het kleine Brabantsche grensdorp je nog steeds de lange, magere figuur van den eenigën reiziger, die was uitgestapt op het perron staan. De man droeg een don kere bril en leunde op een wandelstok, ter wijl hij in de andere hand een klein valiesje droeg. Hij scheen kennelijk te weifelen en de chef stapte op hem toe. „Kan ik u misschien van dienst zijn?" vroeg hij hulpvaardig. De reiziger scheen te schrikken. Een beetje onzeker draaide hij zich in de rich ting van den stationchef, en een verlegen lachje kwam hem om den mond. ..Ik ben bijna blind", zei de man als ver ontschuldigend. „maar als ik eenmaal op het stationspleintje sta. gaat het weer wel. Ik ben hier namelijk geboren, en mijn heele jeugd bracht ik in dit dorp door De chef leidde hem naar buiten. „En nu komt u zeker uw familie bezoeken?" vroeg hij intusschen ieuwsgierig. De ander lachte opnieuw verlegen. „Dat niet", zei hij, „ik heb hier geen familie meer. Maar de dokter zei, dat deze omgev^xg mijn oogen goed zou doen. Het kwam namelijk door een ziekte. Deze gezonde omgeving zou mij m'n gezicht weer terug kunnen geven, zei de dokter. Ik moest naar Brabant en toen dacht ik aan m'n geboortedorpje Op het pleintje bedankte hij den stations chef. „Veel geld heb ik niet", bekende hij, „weet u misschien een goedkoop pension, waar ik een paar maanden zou kunnen blij ven?" „Neeeaarzelde de chef. „er komen hier haast nooit touristen, er is hier alleen een herberg, waar men kan overnachten. Maar wacht eens, misschien De groene glazen schenen hem vol ver wachting aan te staren. „Misschien vroeg de reiziger, „weet u toch iets?" „U zoudt het kunnen probeei-en bij Jef. den zonderling. Die was hier gisteren en hij klaagde, dat hij het zoo eenzaam had in zijn huisje. Hij woont in het bosch. wel een kwartier lbopen van het dorp". Er kwam een rimpel in het voorhoofd van den man. „Een zonderling". weifelde hij, ..dat klinkt niet erg aanlokkelijk". „Nou ja", lachte de chef. „zoo noemen we hem. Omdat hij zoo eenzaam woont, en soms dagenlang onder water blijft. Maar hij is goed bij z'n verstand". „Dan zou ik daar eens heen kunnen gaan, overwoog de vx-eenxdeling. ..zou ik het gemak kelijk kunnen vinden?" „U moet het dorp door", legde de stations chef uit. „en dan den eersten wee rechts. Maar wacht, daar is Nel uit de „Gouden Os" die moet toch een heel eind dien kant uit Ze zal u wel een, eindje op weg willen helpen Hè Nel!" De dochter van den herbergier Schouwaert keek op. „Hier is iemand, die naar Jef moet. Hij kan heel slecht zien. Wil ie hem een eindie meenemen?" i Nel lachte. Dc. vreemdeling constateerde, dat er iets aanstekelijks in haar lach zat. „Natuurlijk!" klonk haar jonge, heldere stem. „Gaat u maar mee". Ze groetten den chef, en zwaar steunend op zijnstok liep hij naast Nel. „Ik heet Louis van Duimen", vertelde hij, „en ik heb vroeger hier gewoond. Vriendelijk dat u mij helpen wilt". Zij praatten met elkaar en hij vertelde van zijn ziekte en zijn slechte oogen. Het was prettig haar stem te hooren, vond hij, en zij bracht hem tot vlak bij Jef's huisje. Hij bedankte haar. In een opwelling van me delijden zei ze: „Kom morgen een kop koffie bij ons halen. Ons café ligt aan den grooten weg. geen minuut van de grens. U kan niet misloopen". „Graag", antwoordde hij, en de glimlach om zijn mond maakte zijn gezicht veel jon ger, „het was een geluk, u te ontmoeten". Ze bloosde en draaide zich snel om. ..Tot morgen", groette ze. Toen ze een eindje weg was, keek zij nog even om. Ze zag zijn lange, ietwat geborgen gestalte voor de deur van Jef's woning staan, een beetje onwennig en zielig. Gek, waarom had ze medelijden met dien vreemdeling, ze was anders toch niet zoo week van natuur Nel was den volgenden morgen juist aan het buffet bezig, toen ze zijn aarzelende, schuifelende voetstappen op het verschge- stiuoide zand hoorde. „Hallo!" begroette ze hem, „de koffie staat al op". Hij keek blij verrast. .„Alles loopt me hier mee", vond hij, „die Jef, de zonderling, is een goeie kerel. Ik mag bij hem wonen, en 't kost me vrijwel niets. Als ik maar voor de menage zorg, is het al best, zegt hij, want daar heeft ie een broertje aan dood". Hij lachte opgewekt. „Oh, ik voel het, hier in mijn goeie, ouwe dorpje zal ik weer heele- maal opknappen, hier zullen mijn oogen ge nezen, en ik zal weer kunnen zienals ieder ander". Ze bracht hem zijn koffie, en ze praatten over het dorp. Hoe het nu was, en hoe het twintig jaar terug er uit zag. Hij leefde er heelemaal bij op, en Nel vond het jammer, dat er andere bezoekers kwamen en ze be dienen moest. Vrijwel iederen morgen was Louis van Duimen voortaan in de „Gouden Os". Altijd zat hij in het hoekje bij het raam en als er geen klanten waren, kwam Nel bij hem zit ten. Vaak al had ze hem aangeboden in den tuin te gaan zitten, daar was het heerlijk en het zou beter voor hem zijn, dan in de gelag kamer, maar verlegen had hij haar dan ge zegd, dat hij het hier zoo prettig vond. Al sprak hij weinig met de bezoekers, hij hoorde toch hun gesprekken en het deed hem goed weer eens te hooren vertellen over zijn geliefde Bx-abant. Er groeide een ixmige sympathie tusschen hen beiden, maar nooit werd daar over ge sproken. Slechts één keer had hij haar hand wat langer vastgehouden. Het was de eenige maal. dat hij op een dieper gevoel voor haar zinspeelde: „Jij bent zoo goed voor me. Nel" had hij gezegd, „wat zal ik gelukkig zijn als ik je gezicht eens goed zien kan. Nu ik alles zoo wazig, zoo onwezenlijkMaar ik wéét 1at je er lief uitziet, zooiets voel je". Ze had niet geweten, wat te antwoorden en een beetje bruusk had ze haar hand terug getrokken. Maar sinds dien morgen was ze vaak verstrooid en betrapte ze zichzelf er nu en dan op, dat ze over een toekomst mijmex'de, dien nooit werkelijkheid zou kunnen worden. Louis was immers een arme slokker, die nauwelijks een kopje koffie kon betalen, dat hij hier dronk en dxxs zeker geen vrouw zou kunnen onderhouden. Ze moest dat uit haar hoofd zettexx Twee maanden na Louis' komst in het dorp waren de poppen weer aan het dansen. De smokkelaars hadden zich een beelen tijd koest gehouden, maar nu was het lieve leven weer begonnen. Het was op een koudexx herfstmorgen, dat Chiel Schouwaert zijn dochter, die de vloer aan het schrobben was, waarschuwde: „Denk er om, Nel, als de gendarmes soms komen, dan weet je niets en heb je nooit iets gehoord. Hier komen nooit smokkelaaxxs en is nooit over smokkelen gesproken, begrepen?" Nel knikte. „Is er wat gebeurd?", informeer de ze. „Zwaar geschoten, vanxiacht!" knikte Schou waert, „ik werd er om drie uur wakker van. Het ééne schot na het andere, 't Zou me niets verwonderen, als er ongelukken gebeurd zijn' Den heelen morgen voelde Nel zich zonder ling onrustig. Waar bleef Louis vandaag? An ders was hij er altijd om half elf. Nu was het al elf uur en hij had zich nog niet laten zien. Om half twaalf hield ze het niet meer uit. Gejaagd hasatte ze zich naar Jef's woning in het bosch. De onrust deed haar bijna hard loopen. Het was, of er iets onheilspellends rond Jef's huisje ging. Ze klopte op de deur. maar nie.mand antwoordde. Aarzelend pro beerde ze de deixr te openen en het bleek dat ze niet gesloten was. Ze liep de voorkamer binnen. In een hoek stond Louis' dikke stok, waar hij altijd op steunde, op de tafel lag zijn groene bril. Ze kon een rilling niet onder drukken, ze had een gevoel, alsof die twee eenzame voorwerpen, zonder welke zij Louis nooit gezien had, iets angstaanjagends hadden. Uit de achterkamer hoorde ze plotseling een gesteun. Ixx een paar stappen was ze bij de tusschendeur. Op het bed lag Jef, de zon derling. Om zijn hoofd zat een slordig, bloede- i-ig verband. „Jef", steunde ze, „Jef, waar is Louis?" „Ze hebben hem te pakken", zei de zon derling, zoo zacht, dat ze het nauwelijks kon hooren: „vannacht, in de bosschenHet is uit met onsik kon nog ontsnappen.... 'k ben nog geen vijf minuten thuismaar straks zullen zo me halendie ellendige gendarmesHij zuchtte diep en het duurde lang, voor hij weer kon spreken: ..'t Geeft niks't is nu toch gedaanhij was de ziel van ons werk. hier aan de grens... en overal in Brabanthij was onze aanvoerderalles ging van hem uit Het was of alles in haar verstarde. „Jef. vroeg ze toonloos, „ishij dood?" Voor het eerst besefte Jef iets van haar leed. Hij verbeet zijn eigen pijn en maakte een mat gebaar met zijh hand „Arme meid", fluisterde Jef. de zondei'ling, „dwars door het hert hebben ze hem geschoten en hij was zoo'n knappe, kerel de beste smokk-l* van de grens.... iemand met hersens, meid". Buiten klonken de voetstappen van de •endarmes al Maar Nel hoorde het niet. Als •erwezen keek ze naar de groene bril, die ze daar in de voorkamer op tafel zag liggen, de -rroene bril, die de oogen vei'borgen hadden. ~Me nu voor ?oed gesloten waren (Nadruk vex-boden. Auteursrechten voorbehouden) simpel en alledaagsch schijnt tegenover deze grootschheid het beroemde Hallelujah van Handel! Voor de kennismaking met dit stuk mogen we Booda erkentelijk zijn. Dat het onder Booda's leiding staande koor zijn taak schitterend volbracht spreekt van zelf: het is sinds jaren in Bach's werk thuis. Ook het .Hachorkest". dat- eigenlijk geen Bachorkest was, want het bevatte niet de vereischte blazers werkte ondanks zijn gele- genheïds-samexistelling hoogst verdienstelijk. Overbodig leek me de medewerking van een vleugel, .want Emmy van Eden kon zelfs bij de grootste krachtsinspanning de toon van het instrument tegenover koor. ox-kest en orgel niet hoorbaar maken. Met een clavecin kan dit natuurlijk nog minder, maar dat wordt er nu eenmaal door velen bij noodig geacht, al is 't maar uit piëteit.. K. DE JONG. FILMN1EUWS Amusement van het beste soort Kostelijke filmcomedie. Franchot Tone speelt tezamen met zijn vrouw Joan Crawford en Clark Gable in de brillante filmcomedie „De Vlucht voor het Huwelijk". Joan Cx-awford, Clark Gable en Franchot Tone dat is een driemanschap zooals zelfs Holly wood maar zelden oplevert. Dit drietal teza men ixi één film waarborgt eenige uren van amusement zooals alleen Amerika dat kan op leveren. Een vlot scenaxio, flitsende dialogen met de specifieke Amerikaansche humor en daarbij nog de ixitnemende regie van W. S. van Dyke hebben van de „Vlucht voor het Huwe lijk" een amusementsfilm gemaakt van het beste soort. Men voelt dat de spelers zelf ple zier hebben in deze vlotte geschiedenis, men voelt ook dat hier meesters in hun vak aan het wex-k zijn. Na de film „Dancing Lady" is de „Vlucht voor het Huwelijk" de tweede rolprent waarin Crawford. Gable en Tone weer tezamen suelen en men kan slechts wenschen dat de Holly- woodsche producers aangemoedigd door het groote succes van deze films het hierbij niet zullexi laten. Gable en Tone zijn in „De Vlucht voor het Huwelijk" twee journalisten die voor New Yorksche sensatie-bladen werken.De een wordt erop uitgestuurd om het huwelijk van een schatrijk meisje, Sally Parker te verslaan en de ander zal een ondex-houd hebben met een baron die vaxx plan is een stratosfeer vlucht te begixinen. Sally Parker, wie zou het anders zijn dan Joan Crawford, besluit echter om vaxx haar huwelijk af te zien en met behulp van Gable, die de vliegcostuums van den Baron steelt slaagt zij er in te ontvluchten. Tezamen met haar redder, die echter verzwijgt dat hij joux-nalist is begint dan een stratosfeexwlucht, zooals er maar zelden een begonnen zal zijn. En met een zitten we dan midden in de kostelijkste verwikkelingen. Hoe dat alles goed afloopt, welke avonturexi het drietal Tone heeft zich inmiddels ook bij hen gevoegd, in Frank rijk beleven, het is allemaal amusement van een gehalte, zooals wij dit maar al te weinig zien. Regisseur van Dyke heeft een vaart in deze film gelegd, die zelfs voor Amerikaansche be grippen verbazingwekkend is. Er komen scè nes in voor en we denken hier vooral aan de avonturen in het paleis van Fontainebleau. die von onweerstaanbare komische kracht zijn. Om over den nachtwaker, kostelijk type van Do nald Mak en zijn hond Bismarck maar te zwijgen. Aan den andex-en kant geeft de film ook weer een kostelijke kijk op de bijzondere Ame rikaansche nxentaliteit. Als ge b.v. ziet hoe in Amerika op de x-edactie-bureaux gewerkt wordt dan hebt ge soms moeite om niet 'n glim lach te bedwingen Verfrisschende gezonde humor, opgediexxd op de meest smakelijke wijze, wat kan men in deze sombere wintersche dagen meer verlan gen? „De Vlucht voor het Huwelijk" is even mousseerend en opwekkend als een clraxxk die vooral bij den overgang van het Oude naar het Nieuwe Jaar nog al eens gebruikt wordt. Alleexi.de angst voor den volgenden mor gen behoeft ge niet te hebben en dat is een niet te versmaden voordeel! NED. BOND TOT HET REDDEN VAN DRENKELINGEN De droeve lijst In het tijdvak van 28 November tot 28 De cember 1937 verdronken in ons land: 2 jon gens beneden 16 jaar, 1 meisje idem, 18 maxx- nen en 1 vrouw, te zarnen 22 dooden. Bij auto ongevallen te water verdronken in deze 4 we ken geen inzittenden. Gered werden of wisten 2ich te redden in bovengenoemd tijdvak 6 jongens, geen meisjes, 43 mannen, geen vrouwen, te zamen 49 gered den; bovendien werden gered of wisten zich te -edden bij 12 genoteerde auto's die te water reden 22 personen, in totaal gered 71 personen. Van het getal 49 werden zwemmend gered 2 jongens en 1 man; zelf wisten zich zwem mend te redden 1 jongen en 3 mannen. Met boothulp werden gered 33, met handx-eiking 7, met een scheepshaak l en ook 1 met behulp van een reddinghaak. 8 auto's, die door glad heid van den weg of door mist in slooten ge raakten, zonder ernstige'gevolgen van de in zittenden, werden niet ingeschreven.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 11