mm
Instanfine
Kunst in Haarlem en
daarbuiten.
fet fl
|fh
kJwT ttïSi »,-r
WOENSDAG 5 JANUARI '1938
HAAREEM'S DA'GBEAD'
Bezwaren tegen invoering der
Zondagswet van 1815.
Verschillende Eerste-Kamerleden
noemen haar verouderd.
Erkenning der lijkverbranding niet lang meer
te keer en?
Verschillende Eerste-Kamerleden maakten
er volgens het Voorloopig Verslag op de be-
grooting van Binnenlandsche Zaken voor
1938 bezwaar tegen, dat de regeering deze
wet van 1 Maart 1815, die door het gewoonte
recht grootendeels haar kracht heeft ver
loren. tot pieuw leven wil trachten te wek
ken. De wet past huns inziens niet meer op
de huidige toestanden; in verscheidene op
zichten kan zij zelfs niet meer tot gelding
komen, omdat latere wetten het onderwerp
voor bepaalde gebieden zijn gaan regelen
(drankwet, winkelsluitingswet, e.d.) Een
strikte en uniforme toepassing zou trouwens
zonder twijfel op groot verzet stuiten. Men
denke zich slechts in, dat een internationale
voetbalwedstrijd op Zondagmiddag zou wor
den verboden.
Enkele leden verklaarden deze opmerkin
gen ten volle te onderschrijven. De Zondags
wet achtten ook zij geheel verouderd en niet
meer te strooken met de rechtsovertuiging
van de groofce meerderheid der bevolking.
Naar hun gevoelen vraagt de Calvinistische
volksgroep vaak te veel voor zich en druk
ken haar eischen op het Nederlandsche volk,
waarin nu eenmaal een groote verscheiden
heid van inzichten leeft.
Verscheidene leden verklaarden Zondags
heiliging voor te staan, doch ten aanzien
van een regeling der Zondagsrust van mee
ning te zijn, dat daarbij met de in verschil
lende streken des lands vaak sterk uiteen-
loopende wenschen der bevolking rekening
behoort te worden gehouden.
Zij oordeelden derhalve een nieuwe Zon
dagswet gewenscht, waarin algemeene rege
len worden opgenomen en aan de gemeente
besturen de bevoegdheid wordt toegekend
om nadere, verder strekkende, voorzieningen
te treffen.
Begrafeniswet.
Verschillende leden begrepen niet het ver
zet tegen lijkverbranding. Zij vroegen zich
af, welke rechtsgrond voor een verbod zou
zijn aan te wijzen. Naar hun gevoelen kwam
ook hier tot uiting een streven naar geeste
lijke onderdrukking. Zij wenschten een wet,
welke aan de crematie geen noodelooze
moeilijkheden in den weg zou leggen.
Poeloe Gosong als oliestation.
Groote plannen van de B. P. M.
Het is in den laatsten tijd opgevallen,
schrijft de correspondent te Semarang van
het Soer. Hbld.. dat de B. P. M. een groote
activiteit aan den dag legt in de residentie
Japara-Rembang, waar haar kortgeleden
concessie is verleend tot het opsporen van
olielagen.
De groote opsporings-activiteit geldt ove
rigens ook de N. K. P. M. welke maatschap
pij eveneens kortgeleden vergunning heeft
gekregen tot het verrichten van opsporings
werkzaamheden in dezelfde residentie. In-
tusschen is thans nog niet bekend in hoe
verre de olieboringen succes hebben gele
verd. Belangrijker is hetgeen ons bij persoon
lijk bezoek aan de residentie Pati/Rembang
ter oore is gekomen.
Ongeveer 10 K.M. van het plaatsje Lasem
verwijderd, ligt de kustdesa Dasoen, waar de
werkplaatsen van de groote scheepsbouw
maatschappijen van Berendsen staan.
Een drie kilometer van de kust van de
desa verwijderd ligt in zee een koraalrif
door de visschers Poeloe Gosong genoemd
waarvoor de betrokken maatschappij reeds
eenigen tijd een levendige belangstelling aan
den dag legt. Men heeft er bereids een woning-
op gezet voor een employé van de maatschap
pij. Hij is belast met het toezicht op de vele
in de woning ondergebrachte instrumenten.
Verscheidene oud-scheepskapiteins zijn
reeds hier geweest voor opmetingswerkzaam-
heden en grondonderzoek.
Het ligt n.l. zoo vernam het blad in de be
doeling, van de kust af een brug te slaan
naar hc koraalrif, waarover tevens olielei-
dingen afgelegd kunnen worden.
Poeloe Gosong zal dan het belangrijkste
oliestation in den archipel worden. Hier zul
len de olie-schepen in de toekomst laden.
De beslissing over de uitvoering van de
plannen zal eind Januari vallen.
Twee doodelijke ongelukken te
Amsterdam.
Oude man stak onverwacht over.
Zestienjarige jongen lette niet goed op het
verkeer.
De 68-jarige J. Nagel, wonende aan de
Oud-Diemerlaan te Amsterdam, had eenig
tuinderswerk in de Watergraafsmeer ver
richt en keerde Dinsdagmiddag om twaalf
uur, zijn klompen nog aan, per fiets naar
huis terug. Komende van den middenweg,
wilde hij tusschen da beide vluchtheuvels
op de Hartveldschebrug op de grens tus
schen de gemeente Amsterdam en Diemen,
oversteken naar het rijwielpad langs het wa
ter van de Keulsche vaart, Uit de richting
Diemen naderde een vrachtauto van een be
steldienst tusschen Weesp en Rotterdam. De
chauffeur van de vrachtauto, die eveneens
tusschen de vluchtheuvels door moest om
naar de Weesperziide te komen, zag den man
aarzelen en meende, dat hij door kon rijden.
De wielrijder stak echter plotseling den weg
over. De chauffeur haalde nog naar links uit,
zoodat hij met het linkervoorwiel op den
vluchtheuvel terecht kwam, maar kon niet
voorkomen, dat de wielrijder werd aangere
den. De man werd van zijn fiets geslingerd
en sloeg tegen den grond. Het bleek, dat hij
er zeer ernstig aan toe was en eenige zware
hoofdwonden had opgeloopen. Medische hulp
mocht niet meer baten en korten tijd na
het ongeval gaf de oude man den geest.
Enkele uren later is op een ander gedeelte
van den Middenweg wederom een ongeluk
gebeurd, waar thans een 16-jarige jongen
om het leven is gekomen.
Deze reed met zijn fiets in de richting Be
tondorp. Bij het passeeren van twee wielrij
ders, ter hoogte van den Nieuwen weg, week
de jongen te veel naar links. Tijdens deze
manoeuvre keek hij achter zich, waardoor
hij een uit de tegengestelde richting komen
de personenauto niet bemerkte en met een
hevigen slag tegen den wagen reed.
Zwaar gewond bleef de jongen op den
weg liggen. Met ernstige verwondingen aan
het hoofd werd hij per G.G.D. naar het Onze
Lieve vrouwegasthuis vervoerd, waar hij
korten tijd later is overleden.
Hoofdpifn én juist nul
Hoe moeilijk it het soms zich goed
te houden en niemand iets te loten
merken. Hef lukt nauwelijks.
i:lnstontine echter zal de pijn onmid
dellijk doen verdwijnen!
Onthoudt daarom
voprkem! pljPfip!
4Adv. Ingez. Med.)
Veel werk voor onze zeesleepers.
O.m. negen reizen naar Kaapstad.
In de komende maanden heeft L. Smit en
Co's internationale sleepdienst een groot
aantal sleepreizen uit te voeren en allereerst
vertrekken Vrijdag a.s. de sleepbooten .Indus"
„Schelde" en „Donau" met baggermateriaal
naar Curacao.
Na het volbrengen van dit werk zullen de
„Indus" en de „Donau" naar Maassluis terug-
keeren, doch de „Schelde" zal vandaar via Da
kar een sleepreis naar Kaapstad verrichten,
Voorts heeft de sleepdienst een opdracht
ontvangen van de Hollandsche Aannemings
maatschappij in den Haag, die in Kaapstad
een groot havenwerk moet uitvoeren, om een
groot kwantum baggermateriaal naar Kaap
stad te sleepen. Deze opdracht zal waarschijn
lijk negen reizen in beslag nemen.
De sleepbooten „Ganges", „Seine", „Oost
zee" en „Ebro" vertrekken begin Februari met
baggermateriaal naar Kaapstad. De sleepboot
„Witte Zee" zal, na het binnenbrengen van
het Engelsche stoomschip „Blue Peter", drie
maanden te Fayal op de Azoren gestationneerd
blijven.
DE MOORD TE GROEDE.
Het gerechtshof te Den Bosch heeft arrest
gewezen in de zaak tegen den landbouwer F.
J. G. wonende te Groede, die aldaar op 4
Maart 1937 den landbouwersknecht A. v. d.
Wege met een revolver heeft doodgeschoten.
Het noodlottig schot had G. gelost, nadat de
landbouwersknecht v. d. Wege hem had mis
handeld, terwijl diens patroon toesnelde, om
hem met een knuppel te slaan. Door de recht
bank te Middelburg is G. wegens doodslag tot
vijf jaar gevangenisstraf veroordeeld.
Het gerechtshof in den Haag heeft in hoo-
ger beroep G. veroordeeld tot drie jaar gevan
genisstraf. Bij arrest van den hoogen raad is
de zaak verwezen naar het gerechtshof te den
Bosch, waar zij op 22 December j.l. werd be
handeld.
De advocaat-generaal heeft toen op grond
van noodweer-exces ontslag van rechtsver
volging geëischt, waarna het hof G. onmid
dellijk in vrijheid heeft gesteld. Het hof heeft
thans op grond van noodweer-exces G. ont
slagen van rechtsvervolging.
Polderreglement vervalsclit?
Tegen inwoner van Vogelenzang weer zes
maanden geëischt.
In hooger beroep stond Dinsdag voor het
Amsterdamsche Hof een inwoner van Voge
lenzang terecht, omdat hij een polderregle
ment zou hebben vervalscht. De man was
vroeger secretaris van een kleinen polder en
is door het bestuur ontslagen. Hij kwam van
deze beslissing in beroep bij het ambtenaren
gerecht te Amsterdam. Tijdens de behande
ling van zijn klaagschrift diende hij stukken
in, wat tengevolge had, dat hij wegens
valschheid in geschrifte werd vervolgd. De
rechtbank te Haarlem legde hem zes maan
den gevangenisstraf op.
Verdachte zou een valsch polderreglement
hebben gemaakt door op een gedrukt formu
lier verschillende doorhalingen en bijvoe
gingen aan te brengen en te onderteekenen
met de handteekening van een der bestuur
ders.
Ten tweede was hem ten laste gelegd, dat
hij zelf zijn benoeming op zegel had gesteld
en valschelijk onderteekend. Van dit tweede
feit werd hij echter vrijgesproken.
Voor het Hof verklaarde de verdachte, dat
het geen oogenblik zijn bedoeling was ge
weest stukken te vervalschen. Indertijd was
het reglement zóó vastgesteld als hij had
ingestuurd bij de stukken voor het ambte
narengerecht, hij had echter verzuimd er op
te zetten, dat het een afschrift was.
De procureur-generaal mr. J. Versteeg
vorderde wegens valschheid in geschrifte zes
maanden gevangenisstraf. Z.i. stond niet
vast, dat het geheele reglement aan de fan
tasie van verd. was ontsproten, doch zeer
zeker heeft hij het stuk met den naam van
een ander onderteekend.
De verdediger pleitte clementie.
Arrest 18 Januari.
Wie dit bord
voor zich ziet
moet x t r a
voorzichtig
zijn, want hij
nadert 'n voor-
rangsweg (óók
het verkeer
Yan links laten
vóórgaan!)
Koningin in de residentie
H.M. de Koningin, die eenige dagen op het
paleis Soestdijk heeft doorgebracht, is Dins
dagavond om 7 uur per auto in de residentie
teruggekeerd, waar zij haar intrek heeft ge
nomen in het paleis Noordeinde.
Haagsche parkeerverordening
goedgekeurd.
Voor andere gemeenten heeft zulk een goed
keuring nog niet plaats gehad.
Naar wij vernemen heeft de Kroon de
Haagsche parkeerverordening voor onbe-
paalden tijd goedgekeurd. Den Haag ver
keert daarbij in een uitzonderingspositie,
daar voor andere gemeenten een dergelijke
goedkeuring niet heeft plaats gehad.
Naar aanleiding van deze goedkeuring
schrijft ons de K.NA.C.:
Ondanks het feit, dat de regeering blijkens
haar vroegere verklaringen afwijzend tegen
over de z.g. parkeerheffingen stond, is zij
dus toch gezwicht voor den aandrang welke
het Haagsche gemeentebestuur in dezen
heeft uitgeoefend. Het gevolg is idus, dat de
automobilisten in Den Haag voor het gere
geld laten staan van hun voertuig voor of
nabij perceelen, waar zij wonen of werken,
een extra belasting zullen moeten betalen.
Het is te hopen, dat het Haagsche ge
meentebestuur tenslotte het onbillijke van
deze extra-heffing, welke daarenboven voor
een gemeente als Den Haag als een onwaar
dige bron van inkomsten moet worden be
schouwd, zal inzien en tot intrekking van
dit besluit zal overgaan.
Tot zoolang zullen de automobilisten in
Den Haag zich aan de Haagsche verordening
hebben te onderwerpen.
HOLLANDSCHE SOCIËTEIT VAN
LEVENSVERZEKERINGEN N.V.
Dinsdag werd 'n vergadering gehouden te Am
sterdam van aandeelhouders van de Holl. Socië
teit ter benoeming van 'n commissaris als op
volger van wijlen den heer mr. J. Bierens de
Haan. De voorzitter der vergadering, de heer
J. van Hasselt, wijdde eenige woorden aan de
nagedachtenis van den overledene.
Deze maakte als commissaris deel uit van
verschillende besturen, maar weinige waren
er, waaraan hij zijn hart zoo zeer verpand had
als aan de Hollandsche Sociëteit. Haar bedrijf
had zijn volle belangstelling.
In het bijzonder verdiepte hij zich in de be
leggingsvraagstukken, ten aanzien waarvan
zijn groote ervaring en zijn werkzaamheden in
de Nederl. Handel-Maatschappij hem tot
een juist oordeel in staat stelden. Bovenal
waardeerde men in hem den perfect gentle
man. Aandeelhouders verliezen in mr. J. Bie
rens de Haan een toegewijd vertegenwoordi
ger van hun belangen, een commissaris van
hooge standing.
Daarna is de heer C. J. baron Collot d'Es-
cury, directeur der Nederlandsche Handel-
Maatschappij, tot commissaris benoemd.
Uhde en de douanier Rousseau.
In de krant van Vrijdag besprak ik Wil
helm Uhde's von Bismarck bis Picasso en be
loofde terug te komen op de soort kunstwer
ken die deze interessante collega in zijn
meest actieve jaren propageerde.
Ik noemde zijn grootste liefde die voor de
werken van Picasso, Bracque en Rousseau en
wil vandaag in het bijzonder over den laat
sten iets navertellen omdat voor een bepaalde
neiging in de kunstwaardeering diens figuur
representatief is.
Geschilderd is er en wordt er nog steeds
door gansche volksstammen, die meenden een
schilderij te kunnen maken, wanneer zij de
eerste handgrepen van het vak, het omgaan
met verf en penseelen zichzelf bijgebracht
hadden. Zeer vaak lijkt het resultaat naar
niets, doch een enkel maal heeft zoo iemand
een aangeboren kleurgevoeligheid die, als het
ware, buiten hem om, aan zijn palet en werk
wijze iets geeft, waardoor zijn werk niet al
leen buiten alle traditie komt te staan, doch
tevens van een zeer persoonlijke ontroering
blijk geeft. Het zijn die zeldzame, geboren
artisten-naturen, meestal van een heerlijke
naieveteit en betrouwbaarheid die alleen maar
door de omstandigheden wat laat begonnen
zijn zich door de materie der verf te uiten en
wier schildervaardigheid alleen maar achter
hun vaak rijke gevoelsleven aanhuppelt, of
zelfs geheel achterblijft. Zij zijn verwant
aan doch niet de gelijken der zoogenaamde
Zondagsschilders, zoo vaak door de vakbroe
ders gesmaad. De laatsten zijn de pure dilet
tanten, die voor hun genoegen iets na-doen
wat al door anderen beter gedaan werd. De
eersten brengen een eigen persoonlijkheid in
het spel, een persoonlijkheid die aanvankelijk
niet schilderkunstig gefundeerd werd, maar
daarentegen vol zit van aan anderen onge
kende gemoedsberoering. Meer van geestelij
ke dan van picturale beteekenis kan men dat
dan noemen.
Nu was omstreeks 1900 schildertechnisch
wel weer zoo ongeveer een dier hoogtepunten
bereikt, die in de historie door een tijd van
stilstand die immers achteruitgang is
plegen gevolgd te worden. Renoir, Degas.
om maar enkele namen te noemen, zijn niet
gemakkelijk te overtreffen figuren, als het op
het mooi-schilderen, „la belle peinture" aan
komt. Een zekere vermoeidheid kwam daarna
en het werd merkbaar, dat die visueele, uiter
lijke pracht een weinig in discrediet kwam
en men een werk met geestelijken inhoud weer
daarvoor in de plaats wenschte stellen. Daar
bij gino- het veelal tusschen a estheten en cri
tici die° het laatste propageerden en het pu
bliek dat de eerste, gewende kunst bleef ver
kiezen (voor een goed deel althans). Een
man als Uhde erkent zelf, dat hij wel den
aanleg had een kunst die innerlijk meer leefde
dan uiterlijk schitterde, te propageeren.
Op pag. 116 van zijn boek zegt hij: „Volko
men Duitsch in mijn vorming, met een nei
ging naar de idee, eer dan naar de materie;
en gemakkelijk van het aardsche vrij, beleef
de ik in Parijs voor het eerst het ware, leven
brengend contact met een door de zinnen te
vatten geestelijke schoonheid."
Die vond hij en vonden vele anderen, in
de naieve, maar zeker niet ongevoelige schil
derwerken van den douane-beambte Rous
seau; hetzelfde zou hij vinden in die van een
oude dienstbode in Senlis die Seraphine heet
te en die gezindheid voor het kinderlijke, het
0 -r
Gezicht op de brug van Sèvres.
ongetraind-gevoelige zou een tijd lang over de
wereld doorwerken en een zekere beteekenis
hebben. In Holland zou Jan Toorop een schil
der ontdekken in den veldwachter van Kat
wijk en Borel en Frederik van Eeden zouden
aan een Utrechtsch beambte van de Staats
spoor, De Winter genaamd, een zij het korte,
dan toch levendige artistieke glorie bezorgen.
Een bakkersknecht uit Amsterdam ontpopte
zich als artist in Thorn Prikker's dagen en
werd bezongen in het tijdschrift van Prikker's
broer, den journalist, dat „De Arbeid" heette
en slechts kort bestond. Uit dien bakker
groeide de schilder Van Daalhoff, die verle
den week zijn zeventigsten verjaardag vierde,
de kunst getrouw bleef en een oeuvre schiep
dat in zijn beperking voor de kunstproduc
tie van waarde blijft.
Dergelijke verschijningen zijn niet onge
woon in perioden die op grooten picturalen
bloei volgen, ze waren de eerste niet en zullen
misschien de laatste evenmin zijn. Zeldzamer
is het feit, dat aan die productie een gelds
waarde werd toegekend, als die voor Rous
seau's arbeid vóór den oorlog van 1914 gold.
Doch daarover willen wij het nu niet hebben.
Wel over de artistieke appreciatie ervan, die
eenerzijds hoog opgevoerd, anderzijds tot bij
na nul gereduceerd werd. Alweer zal ook hier
de belangelooze criticus Tijd de juiste lijn
trekken die noch te hoog, noch te laag zal loo-
pen.
Op ons plaatje zien de lezers een gezicht op
de brug van Sèvres. Men ziet dat de proble
men der luchtvaart den schilder evenzeer in
teresseerden, als het picturale geval. Mis
schien ook dat het landschap als zoodanig
door hem met een kinderlijke naieveteit be
keken werd. In de kleur die men hier mist,
was Rousseau inderdaad vol finesses, die de
gewone Zondagsschilders missen. De schilderij
bevond zich in de Russische staatsverzame-
ling, waar het uit de groote collectie Schtschu-
kin was aangeland. Doch reeds ongeveer
twaalf jaren geleden schijnt het moeite ge
kost te hebben een tiental doeken van Rous
seau binnen de muren van het museum te
houden. Critici en zelfs jonge schilders pro
testeerden er tegen dat ze tusschen, wat zij
noemden, goede kunst bleven hangen.
Zoo ziet men alweer dat kunstappreciatie
zelfs onder de bentgenooten een moeilijk geval
is.
Wilhelm Uhde is nu zestig jaar geworden
en als voor velen van dien leeftijd is het le
ven en zeker niet het minst het artistieke le
ven van vóór den oorlog van veel glorie be
roofd. Daarbij komt natuurlijk dat de herin
nering veel vermooit, wat men als iets heel
gewoons vroeger ondergaan heeft. Toch is er
veel waars in zijn beschouwing aan het slot
van zijn boek en het is niet alles gemurmel
van den ouden heer, die den loop der dingen
niet heeft kunnen of willen bijhouden. Pa
rijs is veranderd zooals alles veranderd is, en
alles verandert alweer bij den dag en in een
tempo dat voor murmelen geen tijd meer laat.
Uhde heeft zich uit de activiteit der groote
stad teruggetrokken en woont ergens buiten,
thans in Chantilly. En ziet wijsgeerig terug
op zijn leven, waarmee hij niet geheel en al
ontevreden meer is, omdat hij naar hij
meent altijd gepoogd heeft dingen van
geestelijke waarde, dingen van qualiteit, te be
vorderen. Hij sputtert, maar toch niet zoo of
het kan aardig zijn met een paar aanhalingen
van hem te besluiten. Hierin althans blijkt
de gentleman-dealer meer gentleman dan
iets anders.
„Uit ons leven is de geest verdwenen.
Er voor in de plaats kwam het lawaai uit
alle deuren en vensters van radio en gramo-
phoon. Ook het goud verdween en de tooi dei-
vrouwen bestaat uit valsche paarlen en stuk
jes glas die men vroeger naar de negervrou
wen in de kolonies stuurde. Is het te verwon
deren, dat wanneer men met een zoogenaam
de dame in een zoogenaamd elegant restau
rant gaat eten men niet weet, hoe die dame
er uit ziet, daar ze gedurende den maaltijd
voortdurend bezig is haar gezicht opnieuw
met verf te bedekken en men evenmin weet
wat voor vleeschschotel men u voorzet, daar
die zoodanig met een saus belast werd, dat
het even zoo goed zeetong als kip kan zijn wat
er onder zit Gij verwondert u ook niet meer
er over, als aan het tafeltje naast u Ameri
kanen zitten die als eersten gang sardines
eten, als tweede en derde gerecht chocolade
vla nemen en daarbij, ook midden in den win
ter ijswater drinken. De mensch, zooals die
zich vandaag vertoont, verstaat noch de kunst
zich te kleeden, noch hoe te eten. noch hoe
te wonen", enz. enz.
We laten het hierbij. De vriend van Rous
seau, Picasso, Bracque vindt aan het Parijs
van vandaag niet veel meer. Men kan zich
troosten met de wetenschap, dat voor wie
„vroeger" niet gekend heeft het „vandaag"
nog altijd blijft lokken. Maar wie van vroe
ger wat weten wil leze Uhde's herinneringen.
J. H. DE BOLS.
Een halve eeuw geleden
Uit Haarlem's Dagblad van 1888.
5 Januarl
Maandag verscheen de vijfde jaargang
van Halvei-hout Zwart's „Guide to the
Harbour of LL~«iden and the North Sea
Canal for 1888".
Dit voor de vaart op Amsterdam door
het Noordzeekanaal zoo nuttige boekje,
bevat den tijd van hoog en laag water,
de opgave der signalen voor de water
hoogte van de haven van IJmuiden,
benevens zeer vele zeer nuttige en nood
zakelijke aanwijzingen voor gezagvoer
ders van schepen betreffende de vaart
op het Kanaal van Amsterdam.
Een uitslaande kaart geeft een dui
delijk overzicht en aanwijzing van de
ligging der hoofden en het aandoen en
binnenzeilen der haven van IJmuiden,
terwijl tevens de aanleg der tweede
sluis, welke ten Noorden van de bestaan
de zal gemaakt worden, benevens het
plan eener haven voor visschersvaartui-
gen daarop staat geschetst.
Defensie doet groote order bij
Fokker.
Meerdere tientallen van de modernste
toestellen.
Geruimen tijd geleden ging het gerucht,
dat de minister van Defensie voornemens zou
zijn bij de N.V. Nederlandsche Vliegtuigen-
fabriek Fokker een belangrijke opdracht te
plaatsen ten behoeve van de luchtvaartafdee-
ling te Soesterberg.
Naar verluidt is aan bedoeld voornemen
dezer dagen definitief uitvoering gegeven en
zijn de desbetreffende contracten reeds tot
stand gekomen.
De directie van de Fokkerfabrieken, tot wie
wij ons om inlichtingen hebben gewend, deelde
ons mede. het bovenstaande te kunnen beves
tigen. Inlichtingen omtrent aantal en soort
der betrokken vliegtuigen kon men ons even
wel niet verstrekken.
Aangenomen mag echter worden,
dat de thans bestelde vliegtuigen
behooren tot de nieuwste producten
van de Fokkerfabrieken en dat der
halve de luchtmacht zal worden uit
gebreid met eenige tientallen der
nieuwste Fokker-jagers van het type
D. 21, eenige tientallen snélle twee-
motorige gevechtsvliegtuigen van het
reeds dadelijk na zijn verschijnen op
de Parijsche Luchtvaartsalon in 1936
zooveel opzienbarend type G. 1, en de
in het najaar gereed gekomen twee-
motorige luchtkruisers T. 5, alsmede
een aantal soortgelijke doch zwaarder
bewapende luchtkruisers van een
iets zwaarder type.
Ambtenaar gebruikte gemeente
geld om familie te helpen.
Een jaar gevangenisstraf geëischt.
De vroegere gemeentesecretaris van Huissen,
J. Th. M. K., heeft Dinsdag voor de rechtbank
te Arnhem terecht gestaan ter zake van ver
duistering van gelden tot een bedrag van
415.—. toebehoorende aan het Crisis Comité
B. van de gemeente Huissen, welk bedrag K.
als secretaris-penningmeester van dit comité
onder zijn berusting had. De verdachte legde
een volledige bekentenis af. Het geld had hij
besteed om zijn familie te helpen. De zaak,
welke door zijn vader en broers gedreven werd,
had n.l. aanzienlijke tekorten opgeleverd. Verd.
betuigde zijn spijt over het gebeurde.
De officier van justitie eischte een gevange
nisstraf van een jaar.
De verdediger merkte in zijn pleidooi op,
dat deze verdachte van zijn meerderjarigheid
af door zijn familie is uitgebuit om de zaak
van zijn vader boven water te houden. Zijn
leven is een aaneenschakeling van geldzorgen
geweest, waarvan hij nimmer iemand iets ver
telde.
Op een gegeven moment hebben de schuld-
eischers het hem zoo moeilijk gemaakt, dat
hij zijn schuld met geld van de gemeente
heeft afbetaald, met het voornemen het te
kort zoo spoedig mogelijk aan te zuiveren.
Over de terugbetaling van de andere schulden
is een regeling getroffen.
Mede met het oog op den delicaten gezond
heidstoestand van den verdachte drong pl. aan
op een voorwaardelijke veroordeeling.
Uitspraak 18 Januari a.s.
Een „bemiddelingsaffaire" voor de
Utreclitsche rechtbank.
Tegen twee jongelui zes weken gevangenis*
straf geëischt.
Voor de Utrechtsche rechtbank stonden
Dinsdagmiddag twee Amersfoortsche jongelie
den terecht, verdacht van het verleenéh van
„bemiddeling" om dienst te nemen bij de
regeeringstroepen in Spanje.
Uit het getuigenverhoor kwam niet vast te
staan, dat de beide verdachten strafbare han
delingen hadden verricht, zoodanig, dat men
hier niet kon spreken van actieve „bemid
delaars". Wel hadden zij personen te woord
gestaan en gepolst om van hen te vernemen
of zij er zin in hadden dienst te nemen bij de
regeeringstroepen in Spanje. Afspraak was,
dat de gegadigden zich met een fiets, een ver
schooning en een geldig paspoort op een be
paald punt in Amersfoort zouden vervoegen,
waarna verdere maatregelen zouden worden
getroffen om hen naar de plaats van bestem
ming te brengen. Tot zoover is het echter niet
gekomen, daar de verdachten er de lucht van
kregen, dat het een en ander niet pluis was,
en zich volledig uit deze zaak hadden terugge
trokken.
De officier van justitie achtte de beide ver
dachten schuldig en eischte een gevangenis
straf van zes weken.
De verdediger vroeg vrijspraak voor de bei
de verdachten.
De rechtbank zal over veertien dagen uit
spraak doen.