Haatte* s da$Uad 50.000 ZONDERLINGE LEVENS 40.000 (40428) Litteraire Kantteekeningen. advertenties van Vraag en Aanbod in op sLot^ I ZATERDAG 8 JANUARI 1938 HAARLEM'S DAGBLAD Corambé er is geen encyclopedie ter wereld, die dien naam vermeldt, geen burgerlijke stand die hem inschreef, geen mensch die hem ooit de hand drukte. En toch heeft hij geleefd, deze Co rambé, inniger, dieper en zinvoller dan menig mensclienkind. Velen hebben hem gekend, al droeg hij een anderen of mogelijk in het ge heel geen naam. Corambé: zóó doopte George Sand als kind de gestalte harer droomen, die de belichaming van alle men- schelijke goedheid beeldde, het Ideaal der humaniteit, de hoogste vervulling van alle heimelijke wenschen Corambé. Op een ver borgen plek in den tuin had de kleine George Sand, die toen nog goed en wel Aurore Dupin heette, hem zoowaar een altaar gewijd, waar voor zij knielde, haar gebeden fluisterde en haar innigste verlangens stamelde en dat zij schaamtevol en gekwetst onder de aarde be groef, toen enkele vriendinnetjes het hadden ontdekt Corambé: symbool van het Vol maakte waar naar George Sand elk uur van haar op-aard-zijn hunkerde en een levenlang tevergeefs zocht. George Sand als studente, In 1804 werd ze geboren in een der kleine huurkamers aan de Seine, die haar ouders be woonden: Sophie Delaborde, een grillig dan seresje, dat zich het meest thuisvoelde in de bonte variété-wereld der Lichtstad en de ca- vallerie-officier Maurice Dupin, trouw soldaat van Napoleon, stammend uit een voornaam geslacht, welks traditie door zijn oude moeder op het statige landgoed te Nohant in hooge eere werd gehouden. Nog altijd had Maurice over dit ongeoorloofde huwelijk met geen woord durven reppen: stellig had de waardig- gestrenge Madame Dupin van zulk een mésal liance niet willen hooren. Maar nu maakte de geboorte van Aurore aan deze verstolenheid een einde. Wonder boven wonder vond de lieftallige baby zoozeer genade in de oogen der grootmoeder, dat zij terwille van het kleinkind ook de moeder een verblijf op het landgoed waardig keurde. Lang hield moeder Sophie het in de deftige omgeving, waar de étiquette streng in acht genomen «werd, niet uit. Ze vluchtte terug naar haar loszinnige bohémiën-wereld en liet de opvoeding van Aurore, vooral na den dood van Maurice, die in de Napoleontische gelederen in Spanje streed en bij een val van zijn paard om het leven kwam, in de handen van de grootmoe der, Aurore had deze gestrenge oude dame, wier rimpelig gezicht en zwarte japonnen haar heilzame schrik inboezemden, niet lief, zeker niet, nadat Madame Dupin den nimbus, dien het kind om het hoofd der moeder droomt, ontluisterde door grove zinspelingen op de onwettige geboorte van Aurore's broertje Hip- polyte. Al mocht Corambé, de engelenbewaarder van haar liefste droomen, Aurore troosten met de teederste beloften en haar de strofen influisteren van haar eerste verzen, al mocht de trouwhartige oude Deschartres, die haar op het landgoed huisonderricht gaf, naast onderwijzer ook een vriend en vader voor haar zijn, ze was toch de eenzame, wier on stuimige levensdrang alleen in droom en ge dachte ontlading kon vinden. Droom en werkelijkheid. Zooals het in de kringen der welgestelde burgerij gewoonte was, zou Aurore enkele jaren in een klooster gaan doorbrengen ter voltooiing van haar opvoeding. Maar het meisje, dat in het Parijsche Couvent des Anglaises haar intrede deed, bleek al gauw heel andere verlangens te hebben dan haar luchthartige vriendinnen die er. zooals zij, niet aan dachten om zich te verdiepen in de werken der wijsgeeren en dichters en voor godvruchtige overpeinzingen heel wat minder ontvankelijk waren dan Aurore. Ver van het groote leven, gevangen in. haar eigen droom van een wereld, groeide een meisje op met meer dan de gewone ernst der Jeugdjaren. Blijmoediger werd haar leven er, na dit drie jarig kloosterverblijf, niet op. Verlaten lag het landgoed Nohant, dat weinig bezoekers telde eenzaam waren de lanen in den vergevorder den herfst; en binnen, in het sombere kasteel, lag de grootmoeder zwaar ziek. Wekenlang verzorgde Aurore haar met aandoenlijke toewijding, tot het oogenblik kwam, waarop zij misschien niet met liefde, maar zeker met eerbied en verstandelijke dankbaarheid de oude dame ten afscheid de oogen moest toedrukken. Hoe gansch anders, hoeveel zonniger en ge lukkiger na deze indrukwekkende doodserva ring, scheen het leven op het kasteel du Ples- sis welks bewoners, Angèle en James du Plessis. maar een zoo gulle gastvrijheid ver leenden. Gevoelig en dankbaar voor elke har telijkheid en van nature geneigd tot idali- seeren zag zij in Casimir Dudevant, dien zij op het Kasteel ontmoette, veeleer een Prins van 'naar droomen dan de goedmoedige bee- reboer, die niets van den galanten ridder had. niet eens wist te zeggen of hij wel verliefd was en met zijn volslagen gebrek aan fijngevoe ligheid er allerminst de man naar was om de hooggespannen verlangens van deze bijzon dere vrouw in vervulling te doen gaan. Och. wat wist Aurore van het leven, de achttien jarige. toen zij in alle eenvoud in het huwe lijk trad en met haar boerschen sprookjesprins naar Nohant toog? Bekoorlijk was het laiid- «chap, idyllisch het kasteel, vól was haar hart GEORGE SAND. 1 van offervaardige liefde. Maar nog geen jaar was verstreken of AUrore moest zichzelf be kennen, dat dit huwelijk een jammerlijke ver gissing was. Haar levensgezel bleek meer oog te hebben voor zijn akkers dan voor Auro re's idealen en meer aandacht te besteden aan de pachten dan aan den overvloed van liefdesgeluk, waarmee zijn vrouw hun beider leven wilde doorstralen. Wat Corambé haar influisterde kon Casimir Dudevant nimmer verstaan, dat begreep Aurore wel. Zoo vertrouwde zij aan haar dag boek toe. wat eigenlijk voor hem bestemd was: heel haar vurig verlangen, haar den ken, haar droomen. De geboorte van Maurice en Solange bracht, hoezeer Aurore had ge hoopt, geen wending ten goede. En al kon zij in de teedere zorg voor het tweetal alle liefde leggen, die in haar was, de kloof tusschen man en vrouw werd er des te dieper, de ont goocheling en het voortdurend misverstand nog ondragelijker door. In 1330 nam Aurore afscheid van Casimir en haar kinderen en vluchtte ze naar Parijs.. Een schrijfster maakt naam. In een kleine zolderkamer aan de Quai Saint-Michel had ze haar intrek genomen, in het hart van Parijs, dat met z'n tintelend leven op haar aanstormde met de speelsche heftigheid van een voorjaarswind. Dat was eerst recht het leven genieten in heel zijn volheid. Aurora ging van museum naar thea ter, van bibliotheek naar atelier, ze genoot van de verkwikkende wandelingen in het stille Luxembourg, al viel het stadsleven haar ook zwaar. Het fijne schoeisel was binnen twee dagen kapot, op mijn overschoenen gleed ik voortdurend uit ik was moe en verkouden en zag schoenen en kleeren met angstwek kende snelheid vergaan!" Ja, de Balzac had niet voor niets gespot, dat een zelfstandige vrouw in Parijs minstens over een inkomen van 25.000 franken moest beschikken, wilde ze kunnen leven. En Aurore's toelage bedroeg niet meer dan 3000 frankenDapper sloeg zij zich met letterkundigen arbeid door de moeillijkheden heen. Wonderlijk snel maakte zij naam; onder het pseudoniem van George Sand had zij nu al een drietal romans de we reld ingestuurd en wat meer zei: de streng ste criticus dier dagen Sainte-Beuve, had haar lof toegezwaaid. Met een galgenhumor, die haar een leven lang niet verlaten zou, kon ze getuigen: *„Ik heb geld, succes, menschen die zich mijn vrienden noemen Parijs heeft mij noodig. De tijd is bezet, mijn hart is leeg. Wat een dom ding, het hart. Het noemt het succes een schijnsucces, de vrien den lasterlijk belanghebbenden, het vergif tigt de vreugde door denken." „Mijn hart is leeg" de vluchtige liaison met Prosper Merimée was voor beiden waarlijk niet meer dan een speelsche verstrooiing. Het eerste groote liefdesavontuur van haar leven zou zich pas komen aandienen in de gestalte van den dandy-dichter, het „enfant-chéri", met zijn droomerige blauwe oogen en verfijnd gezicht, de 23-jarige jongeman, die „de hoop van den Franschen poeëtenbent" werd ge noemd en de mysteries van Parijs misschien beter kende dan de latere Eugène Sue in de gestalte van Alfred de Musset. Het was op een soirée ten huize van den in vloedrijken eigenaar der Revue des deux Mon- des, Buloz, dat zij elkaar ontmoetten. De zelfingenomen pronker, die in schrijvende vrouwen onverdragelijke blauwkousen zag, had zich al laatdunkend over de aanstaande ont moeting uitgelaten: „Mij wordt vanavond dé groote attractie van Parijs, George Sand, op gediend ik moet me wat moed indrinken". Nu, ze kwam, de groote attractie, onbevangen, en lieftallig; en de man die er prat op ging, iedere vrouw te veroveren, bleek na de eerste visite aan George Sand al zoo veroverd te zijn, dat hij vroeg: „Ik zou nu een boek van u kunnen leenen, om een voor wendsel te hebben, morgen terug te komen. Maar ik heb ook zonder boek een reden. Mag ik?" Was het de sleur der dagelijksche omgevmg, die deze juist ontloken liefde belette, zich te ontplooien? De Musset was. na een korten vleug van arbeidzaamheid, die hem enkele van zijn schoonste verzen in de pen gaf, terugge vallen in zijn oude leven en ging zich als voorheen in vrij-liederlijk gezelschap te buiten aan de absinth, die zijn lichaam ondermijnde. George, zielsgelukkig eerst, kon niet nalaten, ieder gevoel, iedere gedachte te toetsen aan haar ideaal van waarachtige liefde. Opnieuw ondervond ze, dat haar hart de vreugde door denken vergiftigde October 1833 is het, als beiden naar Venetie vertrekken in de hoop, het liefdesgeluk te redden, dat zoo beklemmend bedreigd werd. Daar, in de lagunenstad, dat wonderlijk meng sel van Zuidelijke exotiek en noordelijke som- l Emmy van Lokhorst. Van Aangezicht tot Aangezicht. A'damQuerido. Er zullen lezers zijn die met de figuur van Nico Onnes in dezen roman verlegen zitten. Ook misschien nog wel met sommige feiten en toestanden, die, de schrijfster voor dezen niet al te karaktervasten held in het leven riep. Maar toch wel het meest met Nico, dien zij langs zulke uitgerekend-vreemde paden uiteindelijk naar het geluk voert. Tegenover zijn tegenspeelsters, de beide vrouwen Ma rianne en Lucie, komt hij toch wel een beetje knullig voor het voetlicht te staan en is geen bepaalde reclame voor het overwicht, waarop het sterkere geslacht zich nog steeds pleegt te beroemen. Zelfs als hij eindelijk bij zijn ge luk is aangeland, heeft hij het feitelijk tegen beiden afgelegd en vraagt de lezer zich af of mevrouw Van Lokhorst de bestaansmogelijk heid van haar Nico Onnes wel voldoende ver antwoord acht en of er geen disharmonie be staat tusschen wat zij hem laat doen en den als fondant smakenden uitleg, die zij hem en den vrouwen in den mond legt. Die uitleg krijgt aan het slot zelfs een eenigszins Chris telijk tintje, de titel van het boek duikt daar op als fragment van een bijbeltekst. Als het spel begint is Nico getrouwd met Marianne. Dat wil zeggen: het lijkt zoo voor de buitenwereld, maar van hun huis bewonen zij elk een ander gedeelte en zij willen geen kindertjes. Zij zijn blijkbaar getrouwd, omdat zij als kinderen tezamen zijn opgevoed en Nico blijkt in het vervolg van het verhaal bo vendien aan een moedercomplex te lijden. Twee ongewoonheden die een vruchtbaren bodem voor een roman kunnen opleveren, zoo men er in slaagt een aanvaardbaar conflict te construeeren. wat. op een afstand gezien, niet zoo moeilijk lijkt. Als op een morgen Nico met zijn blauw two- seatertje naar het station rijdt om met den In 1933 werden meer dan geplaatst. Dat was een gebeurtenis Nu komt de per jaar reeds in zicht, want in 1937 werden er 46829 geplaatst. berheid, stonden ze lang hand in hand voor het raam van hun huurkamer en zagen ze over de fantastisch weerspiegelende watervlakte, waarop de romantische gondels aan- en af dreven zagen zij het zélfde beeld en dach ten er beiden iets anders bijTerwijl George Sand in extase knielde voor een Madonna van BeDini en zich koesterde aan de warme moe derlijkheid, die haar uit de Moeder Gods in de verlangende ziel stroomde, ging Musset eigen wegen, zocht hij een kring, waarin hij zijn Parijsche leven kon voortzetten. NieuWe ontgoocheling Kort daarop lag Alfred de Musset zwaar ziek: zijn zwakke gestel, zijn overgevoelige zenuwen hadden de emoties niet kunnen door staan. En terwijl de Musset vocht met sloopende ijlkoortsen, voelde George Sand, hoe opnieuw het liefdesgeluk haar ontgleed, hoe een droom de mooiste van haar jonge leven ver schrompelen ging tot onvatbare nietigheid Had zij dan waarlijk dokter Pagello,' dien de Musset behandelde, lief? Het gebeurde in het nevenvertrek, dat de medicus plots George in zijn armen sloot en haar een kus op den mond drukte. Ze liet hem begaan het gordijn van het slaapvertrek bewoog, de Musset was uit zijn bed gekomen en vroeg om water. Had hij goed gezien? Wat het een koortsvisioen, dat vreeselijke, dat trouwelelooze beeld? George bekende, de breuk was onvermijdelijk; nau welijks hersteld vertrok de Musset naar Pa rijs. Tijden van wroeging en ontbering braken nu voor Aurora aan: ze sloeg zich er moedig doorheen, schreef verwoed aan haar bundel Italiaansche Reisbrieven, maar verzuimde niet, om de Musset epistels vol goedheid en teedere zorg te zenden. Merkwaardig: waarom kan zij nu geen vrede vinden in een vriendschappe lijk samenleven met dr. Pagello? Wat is dat Ja, heusch, er zijn automobilisten, die hun wagen niet afsluiten als ze hem onbeheerd laten' staan Ideaal, zooïetsvoor los kopende Jongens om zoo n auto even te „leenen"' voor 'n „vrooliiken avond l" En wat erop volgt Politie rechtbank Brengt hen niet in verleiding: sluit uw auto af li trein verder te gaan en een jeugdvriend, die uit Indië met verlof is, een bezoek te gaan brengen, is in zijn onderbewustzijn dat con flict al aanwezig: hij voelt dat er iets met hem gebeuren gaat. Welnu, er gebeurt inderdaad iets met hem, dat nu niet direct iedereen overkomen kan. In de gesprekken met zijn vriend Coert vraagt deze hem of hij zijn zes jarig dochtertje aan Nico en Marianne, die immers toch geen kinderen hebben mag toe vertrouwen, als hij straks weer naar Indië terug gaat. Hij zelf is weduwnaar en het kind zal bij zijn vrienden het tehuis en de opvoe ding vinden, die hij het in Indië niet kan geven. De onverwachte vraag brengt Nico in vol slagen verwarring met zich zelf, niet alleen weigert hij bot maar hij is geheel uit zijn lood geslagen en ontdekt nu dat zijn eigen huwe lijk een mislukking is. Nadat Coert en Nico nog een beetje in de groote stad zijn uit geweest en een cabaret bezocht hebben, gaat Nico naar den trein maar mist dien en moet een volgenden ne men. Derhalve gaat hij een uurtje in het park wandelen en op een bank naar de zwanen in den vijver zitten kijken. En nadenken over de gesprekken met Coert. Uit het huis bij den vijver klinkt muziek, men speelt er Bach. Maar uit dat huis komt ook een blond jong meisje, dat voor iemand schijnt te vluchten en die langs de bank komt waarop Nico zit te pein zen en hem vraagt of ze even bij hem mag komen zitten tot de meneer, die haar achter volgt met zijn attenties, voorbij is. Dat is Lucie Gheel. die bij haar oom den professor in huis is en in zijn laboratorium werkt, maar van professor's aangenomen zoon Berry niet gediend is. Die geheele ontmoeting, met Bach en de zwanen en de vlucht voor in haar, dat haar onweerstaanbaar terugdrijft naar Parijs, naar de Musset? Een hereeniging bleek onmogelijk: de pogingen daartoe waren voor beiden een kwelling en zoo gingen deze beide kunstenaarsleven voorgoed uit elkan der. Weer is George Sand alleen: ze vlucht naar het landgoed te Nohant. dat nu. na de defini tieve scheiding van Dudevant, haar eigendom is, en schrijft er in één adem haar roman „Simon". Het eenige lichtpunt in deze grauwe verlatenheid zijn de ontmoetingen met den componist Franz Liszt en zijn trouwe levens gezellin Marie d'Agoult. Bijna zou men hun samenzijn idyllisch kunnen noemen: Liszt zit aan den vleugel, naast hem in bewonderende aanbidding Marie en niet ver daarvan George Sand, tevreden-gelukkig met een handwerkje. Maar al gauw is ook deze vredige intimiteit verstoord: Liszt vertrekt naar Italië, George ijlt naatr Parijs, waar haar moeder zwaar ziek ligt en kort daarop sterft. Ze is nu 36 jaar, George Sand, beroemd, ge vierd, omringd door vrienden en vriendinnen die tot de prominenten der kunstwereld be- hooren en is toch eenzamer dan ooit, zelfs als een kleine amourette met den gouverneur van haar- zoon, Mallefille, wat warmte en kleur aan haar leven geeft. Het is niets anders dan een kortstondige episode, die bruusk wordt af gesloten als het noodlot een nieuwe en tevens laatste groote liefde op haar weg plaatst, die zich aankondigt als een droom van onverdeeld geluk en eindigt als de wrangste tragedie van haar leven: de liefde voor Frédéric Chopin Chopin schrijft een prélude Het was geen liefde op het eerste gezicht: Chopin, die zoo juist een verloving had verbro ken, voelde niet veel voor een ontmoeting met deze geletterde vrouw, die bovendien nog zulk een avontuurlijk verleden had. Toch nam hij de uitnoodiging, naar Nohant te komen. aan. En ziet, in George's nabijheid, raakten zijn nerveuse vingers toetsen aan, hoorde zijn oor klanken, die versmolten tot meesterwerken van de innigste liefelijkheid. De langdurige reis naar Mallorca. die üi ver band met Chopin's broze gezondheid werd on dernomen, werd voor beiden een onvergete lijke gelukzaligheid. Nooit was George's hart hart lichter, haar oog glanzender dan bij de aankomst in Palma. Ook Chopin was verrukt; aan Fontana schreef hij in extase: „De hemel glanst als een turkoois, de zee is glazuur, de Berry via een appelboom, is allerliefst beschre ven. Alleen als men probeert het in daagsche woorden na te vertellen gaat veel van de charme verloren en wordt de situatie nog al daas. Er gebeurt verder niets, alleen mist Nico ook den laatsten trein en moet een hotel op zoeken. Dien nacht verandert hij zijn leven. Hij laat zijn vrouw in onrust en schrijft haar den vol genden dag dat hij nooit meer terugkomt. Hij gaat als ingenieur op zoek naar werk en cor respondeert en passant op zwaar-op-de-hand- sche wijze met Lucie Gheel. Het ligt niet in mijn bedoeling de verdere ontwikkeling van Nico's conflicten uit te ra felen en na te vertellen. Dat zou menigeen het lezen sparen en het is juist het doel dezer notities dat men zelf lezen gaat. De lezer be hoeft zich alleen niet ongerust te maken over Nico's lot: tout va pour le mieux dans le meil- leur des mondes. Hij trouwt later met Lucie en is heel gelukkig, maar als er nu een kindje komen zal, loopt hij weer weg. Hij is nu een maal geen „persoon waar je staat op kunt maken" zooals dat heet en is ook een beetje een pathologisch geval. Hij komt weer terug ook: juist op den dag van Lucie's bevalling en dan Is alles weer goed. Marianne heeft Coert's dochtertje opgevoed en lief gekregen. Langzamerhand is zij in haar innigst wezen losgeraakt van Nico en heeft Coert, die haar al gevraagd had zijn vrouw te worden, door de vele corresponden ties met hem over het kind, leeren begrijpen en waardeeren. Zij stemt «thans toe in zijn wenschen en vertrekt met Anneke naar Indië, aan de boot uitgeleid door Nico en Lucie. Een volmaakt bevredigend slot derhalve van een boek dat voor mijn gevoel een vreemd mengsel is van ouderwetsche romantiek en nieuwerwetsche bemoeienis met quaesties van psychologie en levensinzicht. Ik had mij het werk van Mevr. Van Lokhorst sterker voor ge- steld: vooral die voortdurende brievenschrij- verij bewijst mijns inziens een tekort aan beel dende kracht en een te veel aan vaak vrij slap gezeur. Dat er technisch op de schrij verij van iemand a!s deze auteur niets aan te merken valt constateer ik gaarne. J. H. DE BOIS. bergen smaragd. En de lucht? Zoo moet de lucht in den hemel zijn." Maar de regentijd kwam en de armelijke behuizing, waarmee zij zich in het primitieve Palma tevreden moesten stellen, bood matig beschutting tegen het ruwe klimaat. Chopin's hoest verergerde en de huisheer, doodsbenauwd voor ,.de tering", zegde hem de huur op. Met moeite vonden zij onderdak in het verlaten Kartuizer klooster, dat tusschen rotsen en zee verscholen lag. Somber was de vervallen omgeving, triest de aanblik van de oude kerk hoven. Chopin's melancholische stemming kwelde hem herhaaldelijk met bijna ondrage lijke angsten. Op een namiddag verliet George Sand met haar kinderen het huis voor een wandeltocht. Het werd noodweer, de hevige stortregens gingen met een vreeselijk onweer gepaard. In doodsangst wachtte Chopin tot diep in den nacht op George's terugkeer. Hij zat voor de vleugel, in wanhoop, en speelde speelde een der heerlijkste préludes, die hij ooit componeerdeopus 28. No. 15 in des, de beroemde regendrup-prélude. „Later bekende hij mij." schrijft George Sand, „dat hij alles ha een droom had gezien en tenslotte droom en werkelijkheid niet meer van elkaar wist te onderscheiden. Hij zag, hoe hij in een meer verdronken lag en voelde zware, ijskoude wa terdruppels in gelijke tusschenpoozen op zijn borst vallen Zeven jaren duurde dit samenzijn, dat de spamiing van een zoo lu jggestemde liefde niet vermocht te verdrag-en. Oneenigheid met George's zoon Maurice en de steun die Chopin verleende aan Solange, toen zij vanwege haar huwelijk met. den beeldhouwer Clésinger in onmin raakte met haar moeder, verhaastten de onvermijdelijke scheiding. Kort daarna stierf Chopin Als de Februari-omwenteling uitbreekt, werpt George Sand zich met al haar vurigheid in den strijd voor de republiek: ze schrijft pamfletten, staat op de tribune, strijdt met den fakkel in de hand zij aan zij met de groo- ten der revolutie: een Louis Blanc, een Leroux, tot de laatste revolutieklanken met de troons bestijging van Napoleon III zijn weggestorven, haar vrienden verbannen zijn en George voor de zooveelste maal in haar leven alleen staat. Ze is nu een oude vrouw geworden, heur haar is vergrijsd, haar levendige oogen beginnen hun glans te verliezen; de tragiek van een leven heeft de onstuimigheid van deze ge niale vrouw weten te bedwingen. Ze heeft nu troost en berusting gevonden in een samenle ven met den teekenaar Manceau, geen grootsch man, geen Corambé, maar een trouw hartelijk levensgezel. 8 Juni 1876 overleed ze, George Sand, wier stormachtig léven, zooals Brugmans het uit drukte, alle idealen, illusies, hartstochten, triomfen en teleurstellingen had gekend en steeds weer sterker, grooter en moediger uit den strijd te voorschijn was gekomen/ C. J. E. DINAUX. 149, 'si Oefening waarmee deze week be ginnen, is een uitstekende lenigmakende oefening. Ook de kracht der armen speelt hierbij een rol. Een oefening, die dus zéér aan te raden is, vooral ook voor nieuwe lingen, want moeilijk is het niet. We be ginnen, zooals de stippellijn aangeeft, op de knieën. Probeert u zich nu eens zóó ver op te krullen, dat de kin de knieën raakt. Als efen kat, die een sprong neemt, als een veer, die plot seling ont spannen wordt, schiet het lichaam naar voren, zoodat u languit op den grond ligt. De handen zijn hierbij naast de schou ders. Nu een krachtige duw van de armen en u zit weer terug in de uitgangshouding. Een voudig, nietwaar? Maar 't kan ook wel wat moeilijker! Per slot van rekening oefenen we nu al zóó trouw iederen ochtend ons gym- nastiekprogramma, dat u het ook wel zóó "kan probeeren: Lr plaats van langs den grond te schieten, doet u het schuin omhoog, om dan veerend op de armen neer te komen, en zacht gaan liggen. Ook de terug-duw zóó krachtig, dat het lichaam langs een hoogen boog weer in de gebogen houding komt. Nog één wenk: Of u nu de eerste of de tweede manier van uitvoering doet, de voeten en de knieën wor den niet verplaatst. En nu aan den slag! Is twintig keer herhalen te veel gevergd? Oefening 150 is weer eens een extratje voor de nreest getrainden. Herinnert u zich nog van verleden jaar, hoe we in dien hoogen rug- waartschen boog kwamen? Het kan van rug ligging uit op den grond, waarbij u zichzelf opduwt, door de handen bij de schouders te plaatsenden de knieën iets te buigen; u kunt zich ook door een gedienstigen geest laten op sjorren; tenslotte kan het ook door langs den muur. achterover, de handen steeds lager te plaatsen. Is één van deze methodes gelukt, dan beurtelings een been strekken. Na dit zware nummertje weer een lichter, bestemd voor twee personen. Het is oefening 151, waarbij een van de twee languit gaat liggen (gezicht naar den grond) en de armen naar voren gestrekt. De ander gaat met ge spreide beenen er overheen staan, bukt diep voorover en pakt de polsen, om daarna num mer één op te trekken in de houding, die de teekening aangeeft. Het goede van deze oefe ning is, dat u er allebei wat aan hebt; toch is het na vijfmaal herhalen gewenscht, van functie te verwisselen We eindigen deze week met - een spring oefening. Bij deze oefening (nummer 152) be ginnen we weer op handen en knieën. We springen dan op. en komen zoo neer. dat de knieën tusschen de handen komen. Daarna langs denzelfden weg weer terug. Deze oefe ning kan ook heel hoog uitgevoerd worden. Het is dan lang niet gemakkelijk en het zal wel noodig zijn, een paar kussens neer te leggen. JULES KAMMEIJER, Leeraar Lich. Opv. M.O,

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 13