Europeesche kunst in de 17de eeuw
Voortreffelijke rede van prof. Anema.
„MIJNHARDTJES"
DONDERDAG 13 JANUARI 1938
HAAREE M'S DA'GBEAD
Londensche Academie exposeert meester
werken der Hollandsche School.
Portret van den Franschen kunsthandelaar Francois Langlois, door Ant. van
Dyck, uit de collectie van Viscount Cowdray.
Prachtige collectie Rernbrandts.
ALS het heden 11 niet bevalt, als de po
litiek u verveelt, als u vindt, dat de
tijden slecht zijn, dat de moderne
meubelen ongemakkelijk, de belas
tingen te hoog en de japonnen van mevrouw
te duur zijn, enfin, als u eens naar de „goede
oude tijden" verlangt, kom dan eens in de Lon
densche Royal Academie of Arts en loop eens
door de pas geopende tentoonstelling: „De
Europeesche kunst in de 17de eeuw". U krijgt
hier niet enkel schilderijen en teekeningen te
zien, maar ook meubelen, kleeren en gebruiks
voorwerpen, alles uit de „Gouden Eeuw" en
niet alleen uit één enkel land, maar haast uit
alle landen van Europa. Ik denk niet, dat het
deze idee van een „vlucht uit het heden" was
die den President der Academie, Sir William
Llewellyn, deed besluiten deze tentoonstelling
in te richten. Maar het ongewilde effect wordt
al dadelijk bij het binnentreden bereikt, Wie
hier komt, vergeet voor een urtje de kranten
berichten uit China, de beurs, het nog niet in
gevulde formulier voor de Personeele Belas
ting, zelfs den grijzen Londenschen motregen,
welke buiten onophoudelijk op de zwarte trot-
toirs neerval en op het zelfingenomen gezicht
van Sir Joshua Reynolds, die zijn steenen pen
seel boven de keurig op een rijtje staande
Roll's-Royces uitstee'kt. Wie hier vandaan
gaat, weet dan ook, dat in de „Gouden Eeuw"
de stoelen ook vrij ongemakkelijk waren, en
dat er japonnen waren zóó mooi en zóó kost
baar, dat een eerlijk man soms 12 jaar lang
hard moest werken om er één énkele te kun
nen betalen. Alleen de Rernbrandts waren een
tijd lang goedkoop, maar toen was de „Gou
den Eeuw" eigenlijk al weer achter den rug.
De beroemde Londensche tentoonstellingen
van „Vlaamsche kunst", „Hollandsche kunst"
enz. tot en met „Chineesche kunst" hebben
meer bezoekers naar de Royal Academie ge
trokken dan ons land inwoners telt. Dit succes
deed de idee opkomen een nieuwe reeks ten
toonstellingen te doen plaats vinden, welke
niet meer aan de kunst van één enkel land
gewijd zouden zijn, maar aan de kunst van
alle landen gedurende één enkele eeuw. De
eerste tentoonstelling van deze reeks heeft de
17de eeuw tot motto.
Pioniers der Kunst
Elke tijd heeft haar kunst die afhankelijk
is van politieke, economische en sociale fac
toren welke in deze periode beslissend zijn.
Gedurende het eind van de 16e en het begin
van de 17de eeuw werd de toekomst van
Eeuropa in dien Noord-Westelijken uithoek
van het continent gesmeed, waar een jong
volk voor zijn vrijheid en zijn geloof den strijd
aangebonden had tegen de wereldmacht van
de Spaansche monarchie en van de Katholieke
Kerk. Deze historische strijd van vrijheid
tegen dwang en de historische zege van de
democratie op het totalitaire absolutisme wa
ren de belangrijkste politieke factoren der 17de
eeuw, en het is daarom ook niet toevallig dat
de Hollandsche kunst in het middelpunt der
Londensche tentoonstelling staat. Vier van de
tien zalen herbergen onze 17de-eeuwsche
meesters, die de wereld een volkomen nieuwe
schilderkunst gebracht hebben. Dit wil niet
zeggen, dat deze kunst niet, zooals elke andere,
uit tradities van vroegere generaties voortge
komen is en gedeeltelijk ook invloeden uit het
buitenland in zich opgenomen heeft. Maar
toen Frans Hals zijn „Malle Babbe" schilderde
of Hobbema zijn landschappen, bestond ex-
buiten Holland niets wat ook maar eenigszins
daarop leek. Deze nieuwe kunst is natuurlijk
niet „zoomaar" ontstaan, omdat de schilders
plotseling besloten hadden „nu eens iets heel
nieuws" te gaan maken. Veeleer was ze onder
den dwang der omstandigheden geboren, on
der den dwang der sociale en economische
factoren voortgekomen uit de politieke en reli
gieuze emancipatie, den strijd en de over-
winning. Het tegenoffensief van het Spaan
sche absolutisme en van de Katholieke Kerk
werd niet uitsluitend te velde uitgevochten
maar ook met wapens, welke wij tegenwoordig
„propaganda en volksvoorlichting" zouden
noemen Deze propaganda werd met behulp
van geschriften en tractaten, vooral echter
door het middel van de beeldende kunsten ge
leid. In die dagen toch bereikte het schilderij
in de kerk of het standbeeld op een plein veel
grootere deelen des volks dan het geschreven
of gedrukte woord. Zoodoende waren de mo
narchie en de kerk de grootste opdrachtgevers
der beeldende kunstenaars en had de kunst
der Katholieke landen een sterk propagandis
tisch karakter.
Ontstaan der genrestukken.
In de Noordelijke Nederlanden ontbraken
deze machten; er ontbrak hun dwang, echter
ook geld. In Holland waren toen noch de pa
leizen aan welker muren drie-meter-hooge
portretten of „Kruisingen" konden hangen,
noch waren er vorsten, die ze bestelden en
betaalden. Daarentegen nam de algemeene
welvaart na de oorlogen zienderoogen toe:
handel en scheepvaart bloeiden en brachten
Steeds meer rijkdom in 't land; huizen werden
gebouwd en moesten versierd worden. Zoo
kwam de vraag naar schilderijen van klein
formaat en de nieuwe opdrachtgever dicteerde
nieuwe thema's.
Het mysticisme was in den ban. Den nieu
wen mensch, burger der jongste republiek,
interesseerde vooral de reeële wereld: het
land dat hij en zijn vaderen verdedigd had
den, de zee en de schepen die hem rijkdom
brachten, het „gewone volk" waaruit hij
voortgekomen was en de „deftige burger
stand" waartoe hij graag gerekend wilde
worden. Zoo ontstonden de „genres" der rea
listische Hollandsche kunst: het landschap,
het zeestuk, het boerenstuk en het zooge
naamde „burgerlijke interieur". Zoo zien wij
op de Londensche tentoonstelling prachtige
landschappen van Hobbema, Ruysdael, Cuyp
e.a. zeegezichten van Capelle, van de Velde
enz., boerenstukken van Ostade en Jan Steen,
en stille, vooi-name intérieurs van Vermeer
van Delft, Pieter de Hoogh, Metsu e.a.
Het genie: Rembrandt.
Boven al deze „specialisten" staat één ge
nie: Rembrandt. Hij voelde zich door alle
thema's aangetrokken, hem interesseerden
alle technieken. Hij was universeel, ti-agisch
en misschien minder symbolisch voor zijn
eeuw dan wij denken. Het tragische open
baart zich ons al dadelijk, in de eerste zaal,
welke aan de Hollandsche kunstgewijd is en
waar drie zelfportretten van Rembrandt
naast elkaar gehangen zijn. Drie zelfportret
ten uit verschillende jaren, de meester als
jongeling, als man en als grijsaard: de meest
authentieke biografie.... Uit het vroegste,
1632 gedateerde portret, blikt een jonge man
vol zelfvertrouwen op den beschouwer; het
dunne snoi-retje en de elegante groote hoed
verraden den dandy. Dit portret moet kort
na Rembrandt's vestiging te Amsterdam
ontstaan zijn. Later kwam het in het bezit
der familie Orléans, werd gedurende de
Fransche revolutie naar Engeland gebracht
en door Lord Egremont gekocht. Van diens
nazaten heeft de „kranten-lord" Viscount
Rothei-mere het verworven, die het voor de
tentoonstelling afstond.
Het tweede zelfportret (uit de coll. Hey-
woodLonsdale) moet jaren later ontstaan
zijn. De meester ziet er veel ouder uit. Nog
kijkt hij trots de wereld in, maar de zorge
loosheid van het jeugdige zelfportret is ver
dwenen; de blik is zorgelijker geworden, het
licht zachter, de kleur dieper en het schilde
rij mooier. Op het derde portret, dat vermoe
delijk omstreeks 1660, dus een tiental jaren
voor Rembrandt's dood geschilderd is, zien
wij een ouden man. Geen spoor van élégance,
ij delheid of zelfbewustheid. Geen spoor ook
van wanhoop of neerslachtigheid. Diepe wijze
oogen fonkelen uit het donker van den ach-
tergi-ond, uit de diepte van een oude vuile
vernis. De oogen verraden leed en berusting;
geen pose, geen geste, maar welk een schil
derij Dit portret is kort na den oorlog dooi
den Italiaansche Marchese Guido Serra di
Cassano voor een luttel bedrag van de hand
gedaan en bevindt zich thans in het bezit
van Mrs. W. R. Mitchell, die onlangs een bod
van 125.000 gulden van de hand gewezen zou
hebben.
Behalve de zelfportretten herbergt de Lon
densche tentoonstelling nog vier andere
schilderijen van Rembi-andt, alle belangrijk
genoeg om er een heel artikel aan te wijden.
Wij zullen deze verzoeking echter weerstaan
en hier enkel over het „Portret van Admiraal
Cornelis Tromp" hebben, dat tot de laatste
werken van den meester behoort en sinds
meer dan 60 jaren niet in het openbaar ten
toongesteld was. Of het 1667 gedateerde por
tret werkelijk den admiraal voorstelt, die
toen pas 38 jaar oud was, is niet zeker. Maar
wie het model ook zijn moge, het portret be
hoort tot de geweldigste en mooiste werken
uit des meesters laten, tr-agischen tijd. Inte
ressant is, dat het gedurende de 18e eeuw
als „Van Tromp bij Frans Hals" bekend was,
totdat in 1821 op een tentoonstelling de volle
signatuur van Rembrandt ontdekt werd. De
ruimte ontbreekt ons om op de overige schil
derijen van den meester, op zijn etsen en op
de vele teekeningen in te gaan. welke hier
te zien zijn en waarvan de mooiste uit de
Koninklijke verzameling op Windsor Castle,
uit de collectie van den Hertog van De
vonshire en uit het Ashmolean Museum in
Oxford afkomstig zijn.
Leerlingen van den Meester.
Geen andere Hollandsche meester heeft
gedurende de 17e eeuw zoo vele leerlingen
gehad als Rembrandt. De meeste zijn in
Londen met nog vrijwel onbekende wei'ken
vertegenwoordigd. Tot de belangrijkste be-
hooren de twee prachtige vroege schilderijen
van Nicolaes Maes „De Keuken" xiit de col
lectie Lord Swaytley en het „Melkmeisje" uit
de verz. Rothschild. Dit laatste schilderij
maakte vroeger deel uit van de Amsterdam-
sche collectie van Loon, welke in 1878 en bloc
door de Rothschilds gekocht werd. Sinds
meer dan 70 jaar was dit schilderij op geen
publieke tentoonstelling te zien. Het heeft
nog al de kwaliteiten, welke alleen de vroege
wei'ken van Maes bezitten, werken zooals ze
tegenwoordig, helaas, nog enkel maar in En-
gelsche particuliere verzamelingen voorko
men.
Wij zijn hier op de Hollandsche schilde
rijen vrij uitvoerig ingegaan, niet alleen om
dat dit thema den Hollandschen lezer het
meest interesseert, maar ook omdat deze
af deeling in vele opzichten de belangrijkste
is. Dit neemt niet weg, dat ook in de andere
af deelingen stukken van buitengewone kwa
liteit te vinden zijn: zeldzame, mooie en in
teressante wei'ken van groote meesters. In
een volgend artikel komen wij hierop uit
voeriger terug. Voor diegene onder onze le
zers, die op een kunsttentoonstelling met
voorkeur op valsche schilderijen jagen, ver
melden wij. dat in Londen ook hiervoor ge
zorgd is; de obligate „valsche Frans Hals"
ontbreekt er niet.
Dr. N S. TRTVAS.
EERSTE KAMER.
Mr. van Lanschof ingenomen
met het kabinet.
Van de kritische gemoedsgesteldheid, die
Dinsdag een belangrijk deel van de Kamer
bleek te vervullen, was niets meer merkbaar.
Voor zoover er iemand zich van de discussies
iets hoefde aan te trekken, was het de Mi
nister-President, welke van den heer De
Zeeuw (s.-d.) allerlei kritiek in ontvangst
had' te nemen. Deze afgevaardigde verstaat
echter, in tegenstelling tot zijn partijgenoot
Vorrink, niet de kunst zijn gehoor te boeien.
Volgens dezen senator was het onduidelijk
in hoeverre de positief-christelijke beginselen
als bindmiddel voor een kabinetsformatie
dienst konden doen, terwijl z.i. de tegenstel
ling, die hierin tegenover anderen opsloten
lag, bovendien onjuist te achten viel. Met
een beroep op wat er aan de verkiezingen
was voorafgegaan en voorts op hetgeen aan
vankelijk na den stembusstrijd was geschied,
betoogde de heer De Zeeuw, dat Dr. Colijn
tenslotte een ,,Ersatz"-kabinet had gevormd,
nl. een ander kabinet dan hij zelf had ge-
wenscht. In belangrijke mate moest men de
schuld hiervan zoeken in het a.-r. kamp. Dat
de inzichten omtrent zondagsheiliging, erf-
scheiding, uitstootmg van de gehuwde vrouw
uit haren arbeid, op gemeenschappelijke
overtuiging zouden berusten, betwistte de heer
De Zeeuw, die verder o.m. beweerde, dat Dr.
Colijn thans in de praktijk tijdens den
electoralen veldtocht gedane beloften niet
gestand deed. Maardit was nog slechts
kinderspel vergeleken bij de gedragingen van
de Roomsch-Katholieken, die verkeerd had
den gedaan met elke samenwerking met de
sociaal-democraten van stonde af aan te wil
len uitsluiten. Nu moesten ze het gelag be
talen, want allerlei, wat ze anders allicht
verwezenlijkt hadden kunnen zien, zou nu
achterwege blijven.
De heer De Zeeuw verklaarde zich als ex-
ontwapenaar niet te schamen te erkennen,
dat ook in zijn oogen heden ten dage bit
tere noodzaak tot versterking van de weer
macht dwingt, doch tevens gaf hij te ver
staan. dat defensie te veel uitgaven eischt
ten koste van hetgeen er op sociaal-econo
misch gebied zou dienen te geschieden.
Voorts kreeg Minister Slotemaker de
Bruine nog een veeg uit den pan wegens zijn
te slap optreden binnen het kabinet. Hij had
eens een voorbeeld aan zijn ambtgenoot v.
Dijk moeten nemen, dan ware het hem zeker
gelukt wat meer voor Onderwijs los te krij
gen.
Prof. Lohman (c. h.) maakt er den R.K.
Tweede Kamerleden 'n verwijt van, dat zij
juist dezen eenen bewindsman als hun zonde
bok hadden uitgekozen. In 't algemeen achtte
hij het wel gewenscht den Roomsch-Katholie
ken voor te houden, dat zij niet vrijwel uit
sluitend hun eigen „vierspan" de 4 R.K.
Ministers naar de oogen moeten kijken.
Overigens bleek er tusschen dezen spreker
en den R.K. fractie-aanvoerder Mr. v. Lan-
schot in tal van opzichten overeenstemming
te bestaan. Zoo waren zij het er over eens, dat
er thans een „zuiver", een „volbloed parlemen
tair kabinet" aan het bewind is, en dat de
positief-christelijke grondslag instemming
verdient. Over ordening denken ze echter niet
gelijk. Volgens Prof. Lohman is daar oppassen
de boodschap, zoodat hij alle voorstellen op
ordeningsgebied op hun eigen waarden zal
beoordeelen. Nog zij van dezen spreker ver
meld, dat hij allerminst bleek over te loopen
van vertrouwen in de S. D. A. P. in haar hui
dige gedaante en dat hij de versterking van
onze defensie van harte kon toejuichen.
Mr. v. Lanschot (R.K.) wees er op, dat
de kiezers alleen de Kamer, niet het Kabinet
samenstellen, en dat nu eenmaal een groot
stuk openbare meening die van de onver
schillige, kleurlooze, massa zich voor het
optreden van Dr. Colijn had uitgesproken
Welnu, conform die uitspraak was gehandeld.
Spr. begroette het Kabinet met sympathie,
namens zijn fractie en hij bezwoer de recht-
sche groepen vooral naar samenwerking te
streven. „Sluit de gelederen" diende het pa
rool te wezen, wat geenszins gelijk staat met
bepleiten van „Kadavergehorsam". De heer v.
Lanschot zette verder nog uiteen dat en waar
om thans niet (meer) mogelijk was. wat in
1933 wel kon: de vorming van een Ministerie
op breede basis en hij wees er o.a. op. welk
een aanmerkelijk verschil van inzicht er bleek
te bestaan aangaande de defensie tusschen
Minister v. Dijk (uitbundig geprezen door
Prof. de Savornin Lohman) en den v. d. oud-
Minister Mr. Oud. Tenslotte rekende hij voor,
dat ter rechterzijde de onderlinge meenings-
verschillen nog 't kleinst zijn.
Minister de Wilde kreeg een pluimpje (en
de R.K. financieele specialiteit aan de over
zijde, Mr. Teulings, met zijn optimisme, een
zacht standje) wegens zijn degelijk beleid.
Hem gaf Mr. v. Lanschot de beste wenschen
op den weg naar conversie mee. Trouwens het
heele kabinet kreeg vriendelijke woorden te
hooren; het mag zich in de sympathie van de
R.K. Eerste Kamerleden verheugen.
E. v. R.
Het verbaan van de „Hannah".
Bemanning voor een deel Nederlanders.
ROTTERDAM, 12 Januari. Naar wij van
de N.V. Stoomschipmaatschappij ..Hannah"
vernemen, had zij hedenochtend nog geen
bericht van den gezagvoerder van het op 47
mijl van Valencia door een onbekenden on
derzeeër getorpedeerde stoomschip ..Hannah"
ontvangen.
De bemanning van het schip bestaat uit 31
koppen en is slechts voor een deel van Neder-
landsche nationaliteit.
JksTvrfsfafiytw&idtyVete
12 cachets 50 ct. 2 stuks 10 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
(Adv. Ingez, Med.)
Ernstige dierenmishandeling door
oude vrouw.
Steekpartij met ernstige gevolgen.
Maandagavond ontstond tusschen de 22-
jarige S. en de 18-jarige van E. te Geffen
(N.B.) ruzie over een mollenklem. De twist
liep zoo hoog, dat Van E. een mes trok, waar
mede hij S. een steek in den borst toebracht.
Aanvankelijk liet de toestand van S. zich
niet ernstig aanzien. Woensdag echter ver
ergerde deze dermate, dat overbrenging naar
het grotziekengasthuis in den Bosch nood
zakelijk was.
Van E. is door de marechaussee aangehou
den. Na door den officier van Justitie in den
Bosch te zijn verhoord is hij ingesloten.
feugdige misdadigers te Boskoop
De Boskoopsche politie heeft vijf jongens
van 1617 jaar aangehouden, die zich aan
verschillende kleine diefstallen schuldig
maakten, waarvan evenwel geen aangifte
werd gedaan. Dezer dagen werd opnieuw een
pet uit een kleedingmagazijn ontvreemd,
waardoor de politie mede kennis van ge
noemde diefstallen kreeg. Het onderzoek
leidde tot opsporing van tien personen, te
gen wie ter zake van heling proces-verbaa1
werd opgemaakt Twee van de jongens, di'
als hoofddaders worden beschouwd, ziji
naar Den Haag overgebracht, teneinde vooi
den Officier van Justitie te worden geleid
Naar verbeteriug der handels
betrekkingen tusschen de Oslo-
staten.
Op 17 Januari begint een conferentie te
Kopenhagen.
De regeeringspersdienst deelt mede:
Op 17 Januari a.s. zal te Kopenhagen een
bijeenkomst plaats hebben van de deskundi
gen van de landen, die partij zijn bij de over
eenkomst van Oslo van 22 December 1930, te
weten België, Denemarken, Luxemburg, Fin
land, Nederland, Noorwegen en Zweden.
De delegatie, welke Nederland zal vertegen
woordigen, is als volgt samengesteld:
1. dr. H. M. Hirsehfeld, directeur-generaal
van handel en Nijverheid van het departe
ment van economische zaken, voorzitter;
2. mr. G. H. C. Hart, hoofd van de 8e af-
deeling van het dept. van koloniën;
3. H. A. Hooft, chef van de afdeeling consu
laire- en handelszaken van het departement
van buitenlandsche zaken.
4. dr. A. H. Philipse, referendaris aan het
departement van economische zaken.
De conferentie heeft ten doel, om, aan de
hand van de sinds de laatste te 's-Gravenhage
gehouden besprekingen verkregen ervaring,
na te gaan, welke middelen alsnog zouden
kunnen worden overwogen, om te komen tot
verbetering of uitbreiding van de tusschc ic
landen der groep bestaande handelsbeL .a-
kingen
Tienduizend fietsen worden jaar
lijks te Amsterdam gestolen.
AMSTERDAM, 12 Jan. Het aantal fiet
sendieven te Amsterdam is blijkens het re
quisitoir, dat de Officier van Justitie Woens
dag tegen een fietsendief hield, nog zeer groot.
Per dag worden in de hoofdstad niet minder
dan dertig fietsen, d.i. 10.000 per jaar,, ge
stolen.
Twee maanden gevangenisstraf gerequirccrd.
„Het is vreeselijk. zooals deze juf
frouw den hond heeft toegetakeld, het
is een schandelijk staal je van dieren
mishandeling, waarvoor een strenge
straf dient te worden opgelegd", voeg
de de Officier van Justitie te Amster
dam een bejaarde juffrouw uit Broek
in Waterland toe, tegen wie hij een
onvoorwaardelijke gevangenisstraf van
twee maanden eischte.
De vrouw, die Woensdag in het bankje der
verdachten plaats nam, is in het gelukkige
bezit van een hondje. Het beest had teedere
connecties aangeknoopt met een „buurhond"
en zeer tot ongenoegen van de oude vrouw
kwam de hond van de buren regelmatig op
bezoek bij haar viervoeter.
Op zekeren dag besloot zij radicaal een einde
te maken aan de vrijage; zij wierp een kom
kokend water over den bezoeker, die kermend
een goed heenkomen zocht. Het arme dier was
deerlijk verbrand en met wonden overdekt
kwam het thuis. De veearts constateerde di
rect, dat óf een bijtende vloeistof óf kokend
water was gebruikt om het beest te verjagen.
Van de ontstane huidondsteking en de brand
wonden is de hond thans echter hersteld.
De vrouw hield vol, dat zij onschuldig was.
Wel had zij heet water over het straatje ge
gooid, maar dat deed zij iederen dag. In geen
geval had zij den hond opzettelijk geraakt.
RIJWIEL- EN MACHINEFABRIEK
V/H H. BURGERS.
Deventer, 12 Januari. Naar wij vernemen,
zal in de op 27 Januari a.s. te houden jaar-
lijksche algemeene vergadering van aandeel
houders van de N.V. Eerste Nederlandsche
rijwiel- en machinefabriek v/h Burgers worden
voorgesteld, een dividend uit te keeren van
6 pCt. (vorig jaar nihil).
HULPVAARDIGHEID MET DEN DOOD
BEKOCHT.
Woensdag schrok in de Bornschestraat te
Hengelo een voor een melkwagen ge
spannen paard. Het paard liep daarop weg
naar de volgende klant van den melkboer. De
65-jarige ongehuwde gepensionneerde arbei
der B. Dijkman, zag het geval en wilde het
paard tot stilstand brengen. Ongelukkiger
wijze greep hij het dier aan den verkeerden
kant bij de teugels, met het gevolg, dat hij
onder de hoeven van het paard terecht kwam
en daarna den wagen over zich heen kreeg.
Zeer ernstig gewond werd hij opgenomen. De
man is na enkele oogenblikken overleden.
Overval met berooviiij»
Vrijmoedig met fondsgelden
omgesprongen.
Penningmeester wordt thans sinds Vrijdag
vermist.
Men maakt zich te Zuilen (bij Utrecht)
ernstig ongerust over den 64-jarigen A. K„ die
als meesterknecht op de borstelfabriek te
Zuilen werkzaam is en die sedert j.l. Vrijdag
spoorloos is verdwenen K. verliet des morgens
te kwart over zeven zijn woning, doch hij
kwam niet op de fabriek, welke op korten af
stand van zijn woning is gelegen. Bij het on
derzoek, dat de politie instelde, kwam vast te
staan, dat K., die de gelden van verschillende
fondsen beheerde, nogal vrijmoedig met dit
geld is omgesprongen. Een dezer dagen zouden
de gelden naar een andere bank worden over
gebracht.
Jongeman met een bijl „bewerkt".
EMMEN, 12 Januari. In den nacht van
Zondag op Maandag is te Nieuw-Dordreeht,
gemeente Emmen, de 24-jarige KI. Boekholt
uit Weerdingen door twee nog niet bekende
mannen overvallen en van een bedrag van 325
gulden beroofd.
Boekholt was bij zijn verloofde, mej. W. te
Nieuw-Dordrecht, op bezoek geweest en begaf
zich in den nanacht omstreeks vier uur op
weg naar huis. Op den Veenweg. niet ver van
de woning van het meisje, werd B. door twee
mannen aangehouden. De een sloeg hem met
een bijl, de ander beroofde het slachtoffer
van een portemonnaie, waarin zich een be
drag van ongeveer 325 gulden bevond. Hierop
namen de aanvallers de vlucht. B. strompelde
naar de woning van zijn verloofde, van waar
uit de politiie werd gewaarschuwd. Later kon
de aangevallene, die niet ernstig gewond was,
zich te Emmen naar een dokter begeven om
verbonden te worden.
De politie laat zich over den stand van het
onderzoek niet uit, evenwel werd reeds een
vermoedelijke verdachte aangehouden. Er
wordt een bepaald spoor gevolgd^.
De bijl is later in de omgeving van de plaats
van den overval teruggevonden.