Europeesche kunst in de 17de eeuw Voortreffelijke rede van prof. Anema. „MIJNHARDTJES" DONDERDAG 13 JANUARI 1938 HAAREE M'S DA'GBEAD Londensche Academie exposeert meester werken der Hollandsche School. Portret van den Franschen kunsthandelaar Francois Langlois, door Ant. van Dyck, uit de collectie van Viscount Cowdray. Prachtige collectie Rernbrandts. ALS het heden 11 niet bevalt, als de po litiek u verveelt, als u vindt, dat de tijden slecht zijn, dat de moderne meubelen ongemakkelijk, de belas tingen te hoog en de japonnen van mevrouw te duur zijn, enfin, als u eens naar de „goede oude tijden" verlangt, kom dan eens in de Lon densche Royal Academie of Arts en loop eens door de pas geopende tentoonstelling: „De Europeesche kunst in de 17de eeuw". U krijgt hier niet enkel schilderijen en teekeningen te zien, maar ook meubelen, kleeren en gebruiks voorwerpen, alles uit de „Gouden Eeuw" en niet alleen uit één enkel land, maar haast uit alle landen van Europa. Ik denk niet, dat het deze idee van een „vlucht uit het heden" was die den President der Academie, Sir William Llewellyn, deed besluiten deze tentoonstelling in te richten. Maar het ongewilde effect wordt al dadelijk bij het binnentreden bereikt, Wie hier komt, vergeet voor een urtje de kranten berichten uit China, de beurs, het nog niet in gevulde formulier voor de Personeele Belas ting, zelfs den grijzen Londenschen motregen, welke buiten onophoudelijk op de zwarte trot- toirs neerval en op het zelfingenomen gezicht van Sir Joshua Reynolds, die zijn steenen pen seel boven de keurig op een rijtje staande Roll's-Royces uitstee'kt. Wie hier vandaan gaat, weet dan ook, dat in de „Gouden Eeuw" de stoelen ook vrij ongemakkelijk waren, en dat er japonnen waren zóó mooi en zóó kost baar, dat een eerlijk man soms 12 jaar lang hard moest werken om er één énkele te kun nen betalen. Alleen de Rernbrandts waren een tijd lang goedkoop, maar toen was de „Gou den Eeuw" eigenlijk al weer achter den rug. De beroemde Londensche tentoonstellingen van „Vlaamsche kunst", „Hollandsche kunst" enz. tot en met „Chineesche kunst" hebben meer bezoekers naar de Royal Academie ge trokken dan ons land inwoners telt. Dit succes deed de idee opkomen een nieuwe reeks ten toonstellingen te doen plaats vinden, welke niet meer aan de kunst van één enkel land gewijd zouden zijn, maar aan de kunst van alle landen gedurende één enkele eeuw. De eerste tentoonstelling van deze reeks heeft de 17de eeuw tot motto. Pioniers der Kunst Elke tijd heeft haar kunst die afhankelijk is van politieke, economische en sociale fac toren welke in deze periode beslissend zijn. Gedurende het eind van de 16e en het begin van de 17de eeuw werd de toekomst van Eeuropa in dien Noord-Westelijken uithoek van het continent gesmeed, waar een jong volk voor zijn vrijheid en zijn geloof den strijd aangebonden had tegen de wereldmacht van de Spaansche monarchie en van de Katholieke Kerk. Deze historische strijd van vrijheid tegen dwang en de historische zege van de democratie op het totalitaire absolutisme wa ren de belangrijkste politieke factoren der 17de eeuw, en het is daarom ook niet toevallig dat de Hollandsche kunst in het middelpunt der Londensche tentoonstelling staat. Vier van de tien zalen herbergen onze 17de-eeuwsche meesters, die de wereld een volkomen nieuwe schilderkunst gebracht hebben. Dit wil niet zeggen, dat deze kunst niet, zooals elke andere, uit tradities van vroegere generaties voortge komen is en gedeeltelijk ook invloeden uit het buitenland in zich opgenomen heeft. Maar toen Frans Hals zijn „Malle Babbe" schilderde of Hobbema zijn landschappen, bestond ex- buiten Holland niets wat ook maar eenigszins daarop leek. Deze nieuwe kunst is natuurlijk niet „zoomaar" ontstaan, omdat de schilders plotseling besloten hadden „nu eens iets heel nieuws" te gaan maken. Veeleer was ze onder den dwang der omstandigheden geboren, on der den dwang der sociale en economische factoren voortgekomen uit de politieke en reli gieuze emancipatie, den strijd en de over- winning. Het tegenoffensief van het Spaan sche absolutisme en van de Katholieke Kerk werd niet uitsluitend te velde uitgevochten maar ook met wapens, welke wij tegenwoordig „propaganda en volksvoorlichting" zouden noemen Deze propaganda werd met behulp van geschriften en tractaten, vooral echter door het middel van de beeldende kunsten ge leid. In die dagen toch bereikte het schilderij in de kerk of het standbeeld op een plein veel grootere deelen des volks dan het geschreven of gedrukte woord. Zoodoende waren de mo narchie en de kerk de grootste opdrachtgevers der beeldende kunstenaars en had de kunst der Katholieke landen een sterk propagandis tisch karakter. Ontstaan der genrestukken. In de Noordelijke Nederlanden ontbraken deze machten; er ontbrak hun dwang, echter ook geld. In Holland waren toen noch de pa leizen aan welker muren drie-meter-hooge portretten of „Kruisingen" konden hangen, noch waren er vorsten, die ze bestelden en betaalden. Daarentegen nam de algemeene welvaart na de oorlogen zienderoogen toe: handel en scheepvaart bloeiden en brachten Steeds meer rijkdom in 't land; huizen werden gebouwd en moesten versierd worden. Zoo kwam de vraag naar schilderijen van klein formaat en de nieuwe opdrachtgever dicteerde nieuwe thema's. Het mysticisme was in den ban. Den nieu wen mensch, burger der jongste republiek, interesseerde vooral de reeële wereld: het land dat hij en zijn vaderen verdedigd had den, de zee en de schepen die hem rijkdom brachten, het „gewone volk" waaruit hij voortgekomen was en de „deftige burger stand" waartoe hij graag gerekend wilde worden. Zoo ontstonden de „genres" der rea listische Hollandsche kunst: het landschap, het zeestuk, het boerenstuk en het zooge naamde „burgerlijke interieur". Zoo zien wij op de Londensche tentoonstelling prachtige landschappen van Hobbema, Ruysdael, Cuyp e.a. zeegezichten van Capelle, van de Velde enz., boerenstukken van Ostade en Jan Steen, en stille, vooi-name intérieurs van Vermeer van Delft, Pieter de Hoogh, Metsu e.a. Het genie: Rembrandt. Boven al deze „specialisten" staat één ge nie: Rembrandt. Hij voelde zich door alle thema's aangetrokken, hem interesseerden alle technieken. Hij was universeel, ti-agisch en misschien minder symbolisch voor zijn eeuw dan wij denken. Het tragische open baart zich ons al dadelijk, in de eerste zaal, welke aan de Hollandsche kunstgewijd is en waar drie zelfportretten van Rembrandt naast elkaar gehangen zijn. Drie zelfportret ten uit verschillende jaren, de meester als jongeling, als man en als grijsaard: de meest authentieke biografie.... Uit het vroegste, 1632 gedateerde portret, blikt een jonge man vol zelfvertrouwen op den beschouwer; het dunne snoi-retje en de elegante groote hoed verraden den dandy. Dit portret moet kort na Rembrandt's vestiging te Amsterdam ontstaan zijn. Later kwam het in het bezit der familie Orléans, werd gedurende de Fransche revolutie naar Engeland gebracht en door Lord Egremont gekocht. Van diens nazaten heeft de „kranten-lord" Viscount Rothei-mere het verworven, die het voor de tentoonstelling afstond. Het tweede zelfportret (uit de coll. Hey- woodLonsdale) moet jaren later ontstaan zijn. De meester ziet er veel ouder uit. Nog kijkt hij trots de wereld in, maar de zorge loosheid van het jeugdige zelfportret is ver dwenen; de blik is zorgelijker geworden, het licht zachter, de kleur dieper en het schilde rij mooier. Op het derde portret, dat vermoe delijk omstreeks 1660, dus een tiental jaren voor Rembrandt's dood geschilderd is, zien wij een ouden man. Geen spoor van élégance, ij delheid of zelfbewustheid. Geen spoor ook van wanhoop of neerslachtigheid. Diepe wijze oogen fonkelen uit het donker van den ach- tergi-ond, uit de diepte van een oude vuile vernis. De oogen verraden leed en berusting; geen pose, geen geste, maar welk een schil derij Dit portret is kort na den oorlog dooi den Italiaansche Marchese Guido Serra di Cassano voor een luttel bedrag van de hand gedaan en bevindt zich thans in het bezit van Mrs. W. R. Mitchell, die onlangs een bod van 125.000 gulden van de hand gewezen zou hebben. Behalve de zelfportretten herbergt de Lon densche tentoonstelling nog vier andere schilderijen van Rembi-andt, alle belangrijk genoeg om er een heel artikel aan te wijden. Wij zullen deze verzoeking echter weerstaan en hier enkel over het „Portret van Admiraal Cornelis Tromp" hebben, dat tot de laatste werken van den meester behoort en sinds meer dan 60 jaren niet in het openbaar ten toongesteld was. Of het 1667 gedateerde por tret werkelijk den admiraal voorstelt, die toen pas 38 jaar oud was, is niet zeker. Maar wie het model ook zijn moge, het portret be hoort tot de geweldigste en mooiste werken uit des meesters laten, tr-agischen tijd. Inte ressant is, dat het gedurende de 18e eeuw als „Van Tromp bij Frans Hals" bekend was, totdat in 1821 op een tentoonstelling de volle signatuur van Rembrandt ontdekt werd. De ruimte ontbreekt ons om op de overige schil derijen van den meester, op zijn etsen en op de vele teekeningen in te gaan. welke hier te zien zijn en waarvan de mooiste uit de Koninklijke verzameling op Windsor Castle, uit de collectie van den Hertog van De vonshire en uit het Ashmolean Museum in Oxford afkomstig zijn. Leerlingen van den Meester. Geen andere Hollandsche meester heeft gedurende de 17e eeuw zoo vele leerlingen gehad als Rembrandt. De meeste zijn in Londen met nog vrijwel onbekende wei'ken vertegenwoordigd. Tot de belangrijkste be- hooren de twee prachtige vroege schilderijen van Nicolaes Maes „De Keuken" xiit de col lectie Lord Swaytley en het „Melkmeisje" uit de verz. Rothschild. Dit laatste schilderij maakte vroeger deel uit van de Amsterdam- sche collectie van Loon, welke in 1878 en bloc door de Rothschilds gekocht werd. Sinds meer dan 70 jaar was dit schilderij op geen publieke tentoonstelling te zien. Het heeft nog al de kwaliteiten, welke alleen de vroege wei'ken van Maes bezitten, werken zooals ze tegenwoordig, helaas, nog enkel maar in En- gelsche particuliere verzamelingen voorko men. Wij zijn hier op de Hollandsche schilde rijen vrij uitvoerig ingegaan, niet alleen om dat dit thema den Hollandschen lezer het meest interesseert, maar ook omdat deze af deeling in vele opzichten de belangrijkste is. Dit neemt niet weg, dat ook in de andere af deelingen stukken van buitengewone kwa liteit te vinden zijn: zeldzame, mooie en in teressante wei'ken van groote meesters. In een volgend artikel komen wij hierop uit voeriger terug. Voor diegene onder onze le zers, die op een kunsttentoonstelling met voorkeur op valsche schilderijen jagen, ver melden wij. dat in Londen ook hiervoor ge zorgd is; de obligate „valsche Frans Hals" ontbreekt er niet. Dr. N S. TRTVAS. EERSTE KAMER. Mr. van Lanschof ingenomen met het kabinet. Van de kritische gemoedsgesteldheid, die Dinsdag een belangrijk deel van de Kamer bleek te vervullen, was niets meer merkbaar. Voor zoover er iemand zich van de discussies iets hoefde aan te trekken, was het de Mi nister-President, welke van den heer De Zeeuw (s.-d.) allerlei kritiek in ontvangst had' te nemen. Deze afgevaardigde verstaat echter, in tegenstelling tot zijn partijgenoot Vorrink, niet de kunst zijn gehoor te boeien. Volgens dezen senator was het onduidelijk in hoeverre de positief-christelijke beginselen als bindmiddel voor een kabinetsformatie dienst konden doen, terwijl z.i. de tegenstel ling, die hierin tegenover anderen opsloten lag, bovendien onjuist te achten viel. Met een beroep op wat er aan de verkiezingen was voorafgegaan en voorts op hetgeen aan vankelijk na den stembusstrijd was geschied, betoogde de heer De Zeeuw, dat Dr. Colijn tenslotte een ,,Ersatz"-kabinet had gevormd, nl. een ander kabinet dan hij zelf had ge- wenscht. In belangrijke mate moest men de schuld hiervan zoeken in het a.-r. kamp. Dat de inzichten omtrent zondagsheiliging, erf- scheiding, uitstootmg van de gehuwde vrouw uit haren arbeid, op gemeenschappelijke overtuiging zouden berusten, betwistte de heer De Zeeuw, die verder o.m. beweerde, dat Dr. Colijn thans in de praktijk tijdens den electoralen veldtocht gedane beloften niet gestand deed. Maardit was nog slechts kinderspel vergeleken bij de gedragingen van de Roomsch-Katholieken, die verkeerd had den gedaan met elke samenwerking met de sociaal-democraten van stonde af aan te wil len uitsluiten. Nu moesten ze het gelag be talen, want allerlei, wat ze anders allicht verwezenlijkt hadden kunnen zien, zou nu achterwege blijven. De heer De Zeeuw verklaarde zich als ex- ontwapenaar niet te schamen te erkennen, dat ook in zijn oogen heden ten dage bit tere noodzaak tot versterking van de weer macht dwingt, doch tevens gaf hij te ver staan. dat defensie te veel uitgaven eischt ten koste van hetgeen er op sociaal-econo misch gebied zou dienen te geschieden. Voorts kreeg Minister Slotemaker de Bruine nog een veeg uit den pan wegens zijn te slap optreden binnen het kabinet. Hij had eens een voorbeeld aan zijn ambtgenoot v. Dijk moeten nemen, dan ware het hem zeker gelukt wat meer voor Onderwijs los te krij gen. Prof. Lohman (c. h.) maakt er den R.K. Tweede Kamerleden 'n verwijt van, dat zij juist dezen eenen bewindsman als hun zonde bok hadden uitgekozen. In 't algemeen achtte hij het wel gewenscht den Roomsch-Katholie ken voor te houden, dat zij niet vrijwel uit sluitend hun eigen „vierspan" de 4 R.K. Ministers naar de oogen moeten kijken. Overigens bleek er tusschen dezen spreker en den R.K. fractie-aanvoerder Mr. v. Lan- schot in tal van opzichten overeenstemming te bestaan. Zoo waren zij het er over eens, dat er thans een „zuiver", een „volbloed parlemen tair kabinet" aan het bewind is, en dat de positief-christelijke grondslag instemming verdient. Over ordening denken ze echter niet gelijk. Volgens Prof. Lohman is daar oppassen de boodschap, zoodat hij alle voorstellen op ordeningsgebied op hun eigen waarden zal beoordeelen. Nog zij van dezen spreker ver meld, dat hij allerminst bleek over te loopen van vertrouwen in de S. D. A. P. in haar hui dige gedaante en dat hij de versterking van onze defensie van harte kon toejuichen. Mr. v. Lanschot (R.K.) wees er op, dat de kiezers alleen de Kamer, niet het Kabinet samenstellen, en dat nu eenmaal een groot stuk openbare meening die van de onver schillige, kleurlooze, massa zich voor het optreden van Dr. Colijn had uitgesproken Welnu, conform die uitspraak was gehandeld. Spr. begroette het Kabinet met sympathie, namens zijn fractie en hij bezwoer de recht- sche groepen vooral naar samenwerking te streven. „Sluit de gelederen" diende het pa rool te wezen, wat geenszins gelijk staat met bepleiten van „Kadavergehorsam". De heer v. Lanschot zette verder nog uiteen dat en waar om thans niet (meer) mogelijk was. wat in 1933 wel kon: de vorming van een Ministerie op breede basis en hij wees er o.a. op. welk een aanmerkelijk verschil van inzicht er bleek te bestaan aangaande de defensie tusschen Minister v. Dijk (uitbundig geprezen door Prof. de Savornin Lohman) en den v. d. oud- Minister Mr. Oud. Tenslotte rekende hij voor, dat ter rechterzijde de onderlinge meenings- verschillen nog 't kleinst zijn. Minister de Wilde kreeg een pluimpje (en de R.K. financieele specialiteit aan de over zijde, Mr. Teulings, met zijn optimisme, een zacht standje) wegens zijn degelijk beleid. Hem gaf Mr. v. Lanschot de beste wenschen op den weg naar conversie mee. Trouwens het heele kabinet kreeg vriendelijke woorden te hooren; het mag zich in de sympathie van de R.K. Eerste Kamerleden verheugen. E. v. R. Het verbaan van de „Hannah". Bemanning voor een deel Nederlanders. ROTTERDAM, 12 Januari. Naar wij van de N.V. Stoomschipmaatschappij ..Hannah" vernemen, had zij hedenochtend nog geen bericht van den gezagvoerder van het op 47 mijl van Valencia door een onbekenden on derzeeër getorpedeerde stoomschip ..Hannah" ontvangen. De bemanning van het schip bestaat uit 31 koppen en is slechts voor een deel van Neder- landsche nationaliteit. JksTvrfsfafiytw&idtyVete 12 cachets 50 ct. 2 stuks 10 ct. Bij Apoth. en Drogisten. (Adv. Ingez, Med.) Ernstige dierenmishandeling door oude vrouw. Steekpartij met ernstige gevolgen. Maandagavond ontstond tusschen de 22- jarige S. en de 18-jarige van E. te Geffen (N.B.) ruzie over een mollenklem. De twist liep zoo hoog, dat Van E. een mes trok, waar mede hij S. een steek in den borst toebracht. Aanvankelijk liet de toestand van S. zich niet ernstig aanzien. Woensdag echter ver ergerde deze dermate, dat overbrenging naar het grotziekengasthuis in den Bosch nood zakelijk was. Van E. is door de marechaussee aangehou den. Na door den officier van Justitie in den Bosch te zijn verhoord is hij ingesloten. feugdige misdadigers te Boskoop De Boskoopsche politie heeft vijf jongens van 1617 jaar aangehouden, die zich aan verschillende kleine diefstallen schuldig maakten, waarvan evenwel geen aangifte werd gedaan. Dezer dagen werd opnieuw een pet uit een kleedingmagazijn ontvreemd, waardoor de politie mede kennis van ge noemde diefstallen kreeg. Het onderzoek leidde tot opsporing van tien personen, te gen wie ter zake van heling proces-verbaa1 werd opgemaakt Twee van de jongens, di' als hoofddaders worden beschouwd, ziji naar Den Haag overgebracht, teneinde vooi den Officier van Justitie te worden geleid Naar verbeteriug der handels betrekkingen tusschen de Oslo- staten. Op 17 Januari begint een conferentie te Kopenhagen. De regeeringspersdienst deelt mede: Op 17 Januari a.s. zal te Kopenhagen een bijeenkomst plaats hebben van de deskundi gen van de landen, die partij zijn bij de over eenkomst van Oslo van 22 December 1930, te weten België, Denemarken, Luxemburg, Fin land, Nederland, Noorwegen en Zweden. De delegatie, welke Nederland zal vertegen woordigen, is als volgt samengesteld: 1. dr. H. M. Hirsehfeld, directeur-generaal van handel en Nijverheid van het departe ment van economische zaken, voorzitter; 2. mr. G. H. C. Hart, hoofd van de 8e af- deeling van het dept. van koloniën; 3. H. A. Hooft, chef van de afdeeling consu laire- en handelszaken van het departement van buitenlandsche zaken. 4. dr. A. H. Philipse, referendaris aan het departement van economische zaken. De conferentie heeft ten doel, om, aan de hand van de sinds de laatste te 's-Gravenhage gehouden besprekingen verkregen ervaring, na te gaan, welke middelen alsnog zouden kunnen worden overwogen, om te komen tot verbetering of uitbreiding van de tusschc ic landen der groep bestaande handelsbeL .a- kingen Tienduizend fietsen worden jaar lijks te Amsterdam gestolen. AMSTERDAM, 12 Jan. Het aantal fiet sendieven te Amsterdam is blijkens het re quisitoir, dat de Officier van Justitie Woens dag tegen een fietsendief hield, nog zeer groot. Per dag worden in de hoofdstad niet minder dan dertig fietsen, d.i. 10.000 per jaar,, ge stolen. Twee maanden gevangenisstraf gerequirccrd. „Het is vreeselijk. zooals deze juf frouw den hond heeft toegetakeld, het is een schandelijk staal je van dieren mishandeling, waarvoor een strenge straf dient te worden opgelegd", voeg de de Officier van Justitie te Amster dam een bejaarde juffrouw uit Broek in Waterland toe, tegen wie hij een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van twee maanden eischte. De vrouw, die Woensdag in het bankje der verdachten plaats nam, is in het gelukkige bezit van een hondje. Het beest had teedere connecties aangeknoopt met een „buurhond" en zeer tot ongenoegen van de oude vrouw kwam de hond van de buren regelmatig op bezoek bij haar viervoeter. Op zekeren dag besloot zij radicaal een einde te maken aan de vrijage; zij wierp een kom kokend water over den bezoeker, die kermend een goed heenkomen zocht. Het arme dier was deerlijk verbrand en met wonden overdekt kwam het thuis. De veearts constateerde di rect, dat óf een bijtende vloeistof óf kokend water was gebruikt om het beest te verjagen. Van de ontstane huidondsteking en de brand wonden is de hond thans echter hersteld. De vrouw hield vol, dat zij onschuldig was. Wel had zij heet water over het straatje ge gooid, maar dat deed zij iederen dag. In geen geval had zij den hond opzettelijk geraakt. RIJWIEL- EN MACHINEFABRIEK V/H H. BURGERS. Deventer, 12 Januari. Naar wij vernemen, zal in de op 27 Januari a.s. te houden jaar- lijksche algemeene vergadering van aandeel houders van de N.V. Eerste Nederlandsche rijwiel- en machinefabriek v/h Burgers worden voorgesteld, een dividend uit te keeren van 6 pCt. (vorig jaar nihil). HULPVAARDIGHEID MET DEN DOOD BEKOCHT. Woensdag schrok in de Bornschestraat te Hengelo een voor een melkwagen ge spannen paard. Het paard liep daarop weg naar de volgende klant van den melkboer. De 65-jarige ongehuwde gepensionneerde arbei der B. Dijkman, zag het geval en wilde het paard tot stilstand brengen. Ongelukkiger wijze greep hij het dier aan den verkeerden kant bij de teugels, met het gevolg, dat hij onder de hoeven van het paard terecht kwam en daarna den wagen over zich heen kreeg. Zeer ernstig gewond werd hij opgenomen. De man is na enkele oogenblikken overleden. Overval met berooviiij» Vrijmoedig met fondsgelden omgesprongen. Penningmeester wordt thans sinds Vrijdag vermist. Men maakt zich te Zuilen (bij Utrecht) ernstig ongerust over den 64-jarigen A. K„ die als meesterknecht op de borstelfabriek te Zuilen werkzaam is en die sedert j.l. Vrijdag spoorloos is verdwenen K. verliet des morgens te kwart over zeven zijn woning, doch hij kwam niet op de fabriek, welke op korten af stand van zijn woning is gelegen. Bij het on derzoek, dat de politie instelde, kwam vast te staan, dat K., die de gelden van verschillende fondsen beheerde, nogal vrijmoedig met dit geld is omgesprongen. Een dezer dagen zouden de gelden naar een andere bank worden over gebracht. Jongeman met een bijl „bewerkt". EMMEN, 12 Januari. In den nacht van Zondag op Maandag is te Nieuw-Dordreeht, gemeente Emmen, de 24-jarige KI. Boekholt uit Weerdingen door twee nog niet bekende mannen overvallen en van een bedrag van 325 gulden beroofd. Boekholt was bij zijn verloofde, mej. W. te Nieuw-Dordrecht, op bezoek geweest en begaf zich in den nanacht omstreeks vier uur op weg naar huis. Op den Veenweg. niet ver van de woning van het meisje, werd B. door twee mannen aangehouden. De een sloeg hem met een bijl, de ander beroofde het slachtoffer van een portemonnaie, waarin zich een be drag van ongeveer 325 gulden bevond. Hierop namen de aanvallers de vlucht. B. strompelde naar de woning van zijn verloofde, van waar uit de politiie werd gewaarschuwd. Later kon de aangevallene, die niet ernstig gewond was, zich te Emmen naar een dokter begeven om verbonden te worden. De politie laat zich over den stand van het onderzoek niet uit, evenwel werd reeds een vermoedelijke verdachte aangehouden. Er wordt een bepaald spoor gevolgd^. De bijl is later in de omgeving van de plaats van den overval teruggevonden.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5