Vijf origineele blouses Emofhme Als Uw zoon gaat trouwen.... Het belangrijkste RADOX Menu van de week Recepten I) ONDERDAG 13 JANUARI 1938 HAAüEEM'S DAGERAT) 10 SOMS rolt ons leven min of meer een tonig, en als dat misschien te kras k uitgedrukt, dan: gelijkmatig voort. Wij leven van den eenen dag in den anderen, maken ons druk over kleinigheden en vinden dat wij het toch nog zoo slecht niet hebben. Wij hebben veel kleine belangetjes, wij heb ben prettige kennissen, wij vinden ook wel een beetje dat het zoo behoort te zijn. Totdat er plotseling iets belangrijks in ons leven plaats grijpt, iets dat de gelijkmatige gang opeens totaal doet derailleeren, en dat ons met ruwe hand wakker schudt uit een oppervlakkige en vriendelijke zelfgenoegzaam heid, waarin wij leelijk bezig waren, verward te raken. Daarmee verdwijnen met één slag ook alle kleine belangetjes uit ons gezichtsveld, zij doen er niet alleen heelemaal niets meer toe, zij zijn zelfs volkomen verdwenen, en wij kun nen ons niet meer begrijpen dat wij ons er ooit druk over hebben gemaakt. Dat groote, dat gebeurd is, dat is het belangrijkste, daar draait ons leven omheen, en zelfs alle aar dige kennissen zijn op den achtergrond ge komen. Nu doet zich het merkwaardige voor, dat uit den wijden kring van kennissen plotseling de enkele goede vrienden naar voren treden, dat zijn degenen die het meest van ons hou den, dat zijn zij, die het belangrijkste met ons meeleven en die zich kunnen begrijpen dat wij geen tijd en geen lust meer hebben in de kleine dingen van iederen dag. nu dit groote onze aandacht is komen vragen. Dat geldt zoowel voor zorgen, voor verdriet als voor vreugde: de ware vriend weet zich zoo nu en -dan op den achtergrond te hou den, wanneer hij voelt dat dit van hem wordt verlangd. En wanneer dan het leven zich bij het be langrijke gebeuren heeft aangepast, wanneer de noodzakelijke nivelleering heeft plaats ge had, en men tijd heeft om rustig terug te zien op het gebeurde, dan kan het zijn dat men tot verrassende conclusies komt over de men- schen die men tot zijn vriendenkring rekent. Het belangrijkste dat is het groote ge beuren in ons leven, dat is een groote vreug de, een onverwacht verdriet, een zorgenpe- riode, en dan moet men zich niet willen ver snipperen om alles van het leventje van alle dag vast te houden, dan geldt er maar één belang: de groote gebeurtenis. Wat en wie men na zoo'n periode niet meer in de omgeving terugvindt, was dan ook blijkbaar als een onbelangrijke bijkomstig heid in ons leven geslopen, en het is niet waard het er opnieuw in op te nemen. Werkelijk belangrijke gebeurtenissen ook als zoodanig te kunnen zien, dat maakt dat de onbelangrijke en bijkomstige nietigheden vanzelf tot- hun ware proporties worden te ruggebracht. E. E. J.—P. kleine foutjes tegen de gezondheid Als we 't druk hebben of ons dit verbeel den, begaan we iederen dag een groot aan tal kleine fouten tegen onze gezondheid: we weten dit heel best, maar we hebben eenvou dig niet de kracht, er verandering in te bren gen. Bijv.: we eten te vlug en kauwen niet goed. Ook beginnen we onmiddellijk na ons werk met- den maaltijd, inplaats van eerst even tot rust te komen, waardoor alles beter verteert en meer het gestel ten goede komt. Een werkende vrouw mag onder geen enkel voorwendsel haar lunch maar eens een keer tje overslaan, bijv., om naar den kapper te gaan of een boodschap te doen. Even scha delijk als het te weinig eten is het te veel eten en vooi'al het dagelijks een klein beetje te veel eten: dit is erger dan één keer véél te veel, bijv bij een bijzondere gelegenheid. Ook misbruik van thee en koffie is al bui tengewoon schadelijk! Eet niet machinaal en vooral: lees niet onder 't eten. Probeer sto ringen onder den maaltijd, bijv. door de telefoon tot een minimum te beperken. Eet niet vlak voor 't naar bed gaan. en gebruik zeker geen volledigen maaltijd: hierop volgt haast altijd een slapelooze nacht. Velen van ons hebben een soort minach ting voor menschen, die op hun nachtrust gesteld zijn: we meenen vaak ten onrechte dat een tekort aan slaap net zoo goed kan worden aangevuld door een koude douche of zooiets. Niets is minder waar: door een onvoldoen de nachtrust zullen we wel niet onmiddel lijk ziek worden, maar langzamerhand ra ken we toch onze geestelijke frischheid kwijt, we worden overspannen, prikkelbaar, dof. we kunnen niet meer intens van 't leven genie ten. Is dat niet zonde en jammer? Boven dien is er niets, dat zóó leelijk en oud maakt als gebrek aan slaap! En daarom: maak dit kleine foutje niet: als ge u op uw best voelt door steeds om elf uur of om half elf of zelfs om tien uur naar bed te gaan. Ga dan op dat uur Bedenk ook, dat ieder uur vóór middernacht dubbel telt! Als U van Uw man houdt.... Hecht dan groote waarde aan de stille, ver trouwelijke avonduren.' Schep een rustige sfeer in huis. Misschien was hij van plan uit te gaan. maar door de harmonie en de gezel ligheid van uw huiskamer, door de liefdevolle rust van uw wezen werd hij teruggehouden. Wat een heerlijke overwinning voor een lief hebbend vrouwenhart. Maarspreek er niet over! Beschaam zijn vertrouwen niet. Er zijn mannen, die zich heelemaal in zichzelf terug getrokken hebben omdat hun vrouw met vriendinnen babbelde over hun ..interessant karakter". Er zijn ook mannen, die het nooit meer kunnen vergeten, dat hun vrouw een enkelen keer misbruik maakte van een ver trouwelijk uur, b.v. om 'n nieuwen hoed los te krijgen. En er zijn vrouwen, die dit we tende graag haar heele garderobe zouden offeren om zijn vertrouwen terug te winnen als het te laat is! Weet te luisteren. Iedere man heeft het ver langen om zijn vrouw deelgenoote te maken van zijn innerlijk leven, zijn werk. zijn strijd. Met een enkel woord kunt u het gesprek bren gen op zijn geliefdkoosd onderwerp.en soms kunt u hem er met een enkel woord af brengen, al haar de omstandigheden het eischen. Praat niet teveel. Er zijn stiltes, die men moet breken, maar met zooveel tact, dat dp ziel van den ander niet gekwetst wordt; er zijn echter ook stiltes, die men met rust moet laten. Gelukkig het menschenpaar, dat na vele huwelijks-jaren samen zwijgen kan zonder zich te ergeren of te vervelen. Als hij ontstemd of nerveus is, tracht dan niet hem met woorden te kalmeeren: soms zijn een liefdevol voorkomen van kleine wen- schen. een rustige houding, en belangstellend afwachten voldoende. Laat hem de voldoe- van deze modellen komen u zeker te pas 't Is nog steeds alles blouses wat de klok slaat. Vlugge, sportieve modelletjes bij een tweedrokje of wandelpak, gekleede blouses van de kostbaarste stoffen voor namiddag- en avonddracht. Blouses zijn te allen tijde een prettige aan vulling van onze garderobe; ze geven een ver rassend element en brengen gemakkelijk va riatie aan zonder dat onze portemonnaie er al te zeer door wordt bezwaard. Daarom heeft iedere verstandige vrouw op 't moment min stens twee of drie blouses tot haar beschik king. Onze teekening laat u een vijftal origineele modellen zien: Links boven een blouse van glimmend satijn in goudbruin of een andere warme tint. Het voorpand eindigt in een slip, die langs den rug loopend. van voren op den rok wordt bevestigd door een clip of gesp, die moet passen bij het sieraad, dat aan den hals wordt gedragen. Op een zwart zijden rokje, dat gerust flink lang mag zijn, zal deze blouse een uitstekend effect maken, b.v. op een concert of diner. Daarnaast een zeer elegant model, gedacht in jade-groene zijde en eveneens gedragen op een zwarten rok. Drie driehoekjes van smockwerk aan schouders en taille geven deze blouse iets heel aparts. Envoudiger. maar bijzonder aardig van coupe is de blouse daarnaast, waarvoor wollen crêpe wel het meest geschikte materiaal is. De mouwen zetten zich voort in de schouder stukken en deze loopen uit in smalle slippen, die om den hals worden geknoopt. In roest- roode crêpe zal dit modelletje bij 'n sportief geruit rokje een uitstekend geheel vormen. Daaronder nog twee betrekkelijk simpele modellen: Links een blouse van wollen stof teffen of gestippeld). Een breede platte plooi omgeeft het vestje en herhaalt zich aan de schouwers: dit kleedt bijzonder jeugdig. Rechts een ander, niet minder aantrekkelijk model in wol. Het schouderstuk loopt van voren iets puntig uit en hieronder wordt de ruimte verdeeld. Stellig brengt een van deze modellen u wel op een idee om zelf eens iets leuks te maken! ning. dat hij uit zichzelf die moeilijke stem ming te boven is gekomen. Als hij zegt: „Laat de huishouding nu maar eens de huishouding en ga mee uit", doe bet dan zonder gezeur en met uw heele hart. Zul ke avonden zijn kostbaar, menige vrouw heeft ze, door een misplaatste huisvrouwelijke ijver, voorgoed uit haar leven zien verdwijnen. VETWORMPJES? Meng slechts geregeld wat Radox door Uw wasch- water en binnen korten tijd zijn ze verdwenen. Bij apothekers en erkende drogisten a f 0.90 per pak en f 0.15 per klein pakje. (Adv. Ingez. Med.) Maandag: Varkenskarbonaden Groene kool. Aardappelen. Gebraden appelen. Dinsdag: Vermicellisoep. Hutspot. Klapstuk. Sinaasappel. Woensdag: Ribstuk. Stoofperen. Aardappelen. Flensjes Donderdag: Haché (van rest ribstuk) Roode kool. Aardappelen. Appelmoes. Vrijdag: Gekookte kabeljauw. Aardappelen. Mosterdsaus Rijst met bitter koekjes. Zaterdag: Bruine boonen. Gebakken spek. Gebakken uien. Aardappelen. Tutti frutti. Zondag: Pikante selderieknol Boonensoep. Kalfsoesters. Brusselsch lof. Aardappelen. Kabinetpudding. VEGETARISCHE MENU'S. 1. Magere groentesoep boter en suiker. Gebakken eieren 3. Gevulde eieren Veldsla met biet (eiboter) Gebakken Gekookte rijst. Aardappelen. Kerrysaus. Chocoladevla. Kropsla. 2. Knolselderijsoep 4. Jachtschotel van Stamppot van rauwe Sftone» zuurkool. Griesmeelpudding met Rij st met krenten en gestoofde vruchten Gevulde eieren: Eieren kunnen met verschillende soorten geurige boter gevuld worden. Ze worden dan gegeven b.v. bij rijst en kerrysaus of tomaten saus. met mayonnaise en wat sla, of als hors d'ouvre. De eieren moet men zeker 9 a 10 minuten laten koken, de dooiers moeten kruimig zijn. Ze worden behalveerd, in de lengte of in de breedte, bij voorkeur met een draad garen, wat het beste gaat. Van onderen snijdt men een klein stukje af, zoodat de eieren goed blijven staan. Voor het vulsel begint men met de boter tot room te roeren, hierbij voegt men de dooiers, die voorzichtig uit de witten geno men zijn en door een zeef gewreven worden. Men heeft nu de eiboter. Hierdoor roert men naar smaak wat tomatenpuree, fijne ge raspte oude kaas, fijngehakte peterselie fijn gehakte selderij en als men ze niet voor vege tariërs klaar maakt een paar ansjovissen, wat gerookte zalm, haring e.d. De visch moet dan ook door de zeef gewreven worden en met de boter en eidooier vermengd, worden. Voor 4 eieren neemt men 2 flinke lepels bo ter en maakt de massa op smaak af, met wat men er aan toe wil voegen, bovendien wat zout peper en maggiaroma. De eiwitten kunnen gevuld worden door het mengsel er in te spuiten met behulp van een spuitzakje. Men kan ook de helften glad maken met een warm, vochtig gemaakt mes, of hiermee een versiering er op maken. Als garneering ge bruikt men een" klein stukje tomaat, een fijn blaadje peterselie of een paar klappertjes. Het schaaltje garneert men met wat veldsla of kropsla. Pikante selderijluiol: Een dikke selderij knol wordt dim afgeschild en mooi afgerond. Dan legt men den knol in kokend water met een weinig zout. laat hem driekwart gaar worden, neemt hem eruit en laat hem afkoelen. Men snijdt er dan van boven een plakje af en holt den knol voor zichtig uit. Wat peterselie, uitjes en hardge kookt ei worden fijngehakt, verder wordt evenveel koud wild of ander vleesch toege voegd en alles tezamen met mayonnaise door- eengemengd. Men vult nu den knol met dit mengsel, het plakje dat men er afgesneden had. gaat weer bovenop. Moeilijke overgang voor een liefhebbende moeder Ja, ik weet 't wel: vele van mijn lezeressen glimlachen stil voor zich heen bij het lezen van dit opschrift en misschien knuffelen ze even het lieve kereltje, dat in z'n kruippakje op haar schoot zit. Maar de tijd vliegt snel en als eenmaal het oogenblik gekomen is dat ditzelfde kereltje zegt: „Moeder, ik ga trouwen", dan lijkt het u ongetwijfeld nog onmogelijk kort geleden dat u hem in zijn kruippakje op schoot had. Er komt voor ons allemaal, moeders van opgroeiende jongens een moeilijke tijd, als het huwelijk van een van hen, of misschien van den eenige, een feit wordt, als hij 't ouder lijk huis verlaat en dit is vooral een belang rijk punt als een andere vrouw dan zijn moeder de eerste plaats in zijn leven gaat in nemen. Moeilijk? Och kom, zóó sentimenteel zijn we niet. We weten immers al van hun geboorte af, dat we onze kinderen niet altijd kunnen vasthouden, we gunnen hun zoo heel graag het geluk van een eigen gezinsleven en wij houden in de meeste gevallen zelf nog zooveel over! Dit is schoon en verstandig gezegd en 't is de volle theoretische waarheid, maar meestal gaat het in de praktijk een klein beetje anders: meestal moet er in dat dwaze onberedeneerde moederhart van ons heel wat worden overwonnen vóór die overgang glans rijk is doorstaan en we niet alleen erin berus ten, maar zelfs naar waarheid kunnen ver klaren, dat we allemaal erbij gewonnen heb ben! Dit komt, omdat er misschien wel geen idea ler verhouding denkbaar is dan die van een moeder tot haar opgroeienden of volwassen zoon. Ik heb psychologen hooren uitleggen, waar om dit zoo is en 't leek me alles zeer logisch en volkomen aansluitend bij de praktijk van het leven. Immers: tusschen moeder en zoon bestaat niet die onbewuste - of wilt u liever „onderbewuste" rivaliteit, die de verhoudingen moeder-dochter en vader-zoon kunnen aan kleven. Als het huwelijk harmonisch is, dan ziet moeder graag in haar volwassen jongen het evenbeeld van den vader; is zij in haar huwe lijk teleurgesteld dan kan hij, die misschien karaktereigenschappen openbaart, die zij in haar man mist, haar tot een grooten troost zijn temeer omdat een vrouw van nature voor het kind toegeeflijker is dan voor den echtgenoot. En van het standpunt van den jongen uit geredeneerd: wat is er heerlijker dan een moeder te bezitten, voor wie men zoo'n beetje zorgen kan en die zelf zoo uitstekend zorgt en al onze wenschen kleine, stoffelijke wenschen, die feitelijk kinderachtig, maar daarom niet minder werkelijk zijn! ver vult! En dus.er heeft zich in den loop der ja ren tusschen moeder en zoon een innige band gevormd, of beter gezegd: de band, die er reeds bij de geboorte was, is verdiept en verstevigd geworden. Moeder vindt haar zoon, ondanks al z'n ge breken, die z ij beter kent dan iemand ter we reld, een fijne kerel, de zoon is bereid zijn moeder te verdedigen tegen ieder, die ook maar een kleinigheid op haar te zeggen heeft. En nu komt daar opeens in het leven van den jongen die andere vrouw, of liever: ze komt niet, maar ze i s er, zoodra hij maar één keer haar naam genoemd heeft en ze is met een op de eerste plaats in zijn leven. Misschien valt de keuze van onzen zoon ons heel erg tegen, misschien zij we ervan over tuigd, dat het meisje hem niet gelukkig zal maken, misschien kunnen we honderd en één onaangename trekjes in haar karakter op noemen, misschien en dat is haast nog er ger! vinden we 't een lief meisje, maar niet voor hem. En toch wordt er nu van ons ge vraagd, dat we al deze gedachten opzij zetten en ons bescheiden terugtrekken op onze nieu we plaats. Zoodra de keuze van onzen zoon vaststaat moet ook onze keus vaststaan: we zeuren niet en fronsen niet, maar we kiezen een houding van welwillendheid en liefdevol afwachten. Onze zoon, dien we natuurlijk in ons hart nog zoo'n beetje als een kind beschouwen (en hij vindt dit eigenlijk wel aardig!) mogen we van nu af aan niet meer als een kind behan delen. Hij is een man geworden en heeft er recht op, dat we hem als een volkomen gelijke beschouwen, wiens levenskeus we even ernstig opvatten als we het indertijd de onze deden. En als we dan deze houding hebben aan genomen, wat dan? Wel, dan komt nog het moeilijkste: de om gang met „haar". Laten we dezen omgang, die zeker zijn moei lijkheden zal meebrengen, niet opvatten als een bagatel, maar ook niet al te pijnlijk. Alle begin is moeilijk: juist omdat we zoo heel graag een goede verhouding willen en eigenlijk niets liever zouden wenschen dan in de vrouw van onzen zoon een dochter te zien, doen we misschien een beetje tè enthousiast en tè hartelijk. En dan kruipt het jonge meis je, voor wie van een goede verhouding met haar schoonmoeder veel afhangt, soms in haar schulp. Ook kan het zijn, dat we, uit pure angst om iets te bederven, haar te koel tege moet treden en dan gaat liet meisje misschien in deze houding iets zien van de kritiek der nooit tevreden schoonmoeder. Maar ik ben ervan overtuigd: als we den moed niet opgeven en ons ondanks enkele te leurstellingen toch steeds het ideaal voor oogen houden: twee kinderen te hebben in plaats van één, dan zal alles op den duur goed worden. Misschien hebben wij, ouderen, er geen flauw begrip van. hoe verlangend de jeugd, die zelfstandige, geëmancipeerde, schijnbaar sterke jeugd is naar toenadering tot ons. Maar dan moet die toenadering voor hen ook de moeite waard zijn. Dan moet het meisje dat de vrouw van onzen zoon zal zijn, ook in ons vinden een levend mensch, een vriendin, die haar begrijpt en van wie ze zonder vooropgezette didactiek iets leeren kan. We moeten met terzijdestelling van onze eigen teleurgestelde gevoelens misschien alles doen wat we kunnen om de natuurlijke kloof tusschen twee geslachten te overbruggen. En dit kan alleen wanneer we volledig mensch zijn en dat jonge vrouwtje, dat in ons leven komt. niet als een rivale, evenmin als een klein kind, maar als een mensch beschou wen en tegemoet treden. Nu wordt de knol op een grooten ronden schotel gezet en geheel met mayonnaise be dekt. Bovenop komt een mooi groen struikje peterselie, zoodat de knol precies lijkt op een ananas. Harde eieren worden gehalveerd, het dooier wordt eruit gehaald en in de halve witten doet men hetzelfde vulsel als in den knol. Tenslotte legt men een garneering van groene slablaadjes om den knol en hierop af wisselend een gevulde eihelft en een schijfje tomaat. Het geheel bestuift men dan nog met een z.g. „mimosa-garnituur", waaxwoor we de overgebleven, hardgekookte eidooiers gebrui ken. We wrijven deze over een grove zeef, zoo dat vlokjes ontstaan. FLITSEN UIT DE LICHTSTAD. De groote lijnen van onze wintermode ken nen we natuurlijk reeds lang van binnen en van buiten! Maar misschien interesseeren ons enkele details, zooals ze op dit moment te Parijs worden gedragen: Zwarte, getailleerde mantels, vergezeld van zeer kleine, puntige vilthoedjes, die eenigs- zins doen denken aan de kwartiermutsen van onze miliciens, maar dan voorzien van een heele bos zwart lint, waarvan soms één lintje als keelband fungeert. Op een heel eenvoudig donker mantel pakje met nauwsluitend jasje draagt de Pa- risienne een lange „shawl", gemaakt van twee vossen, uitloopend in de beide staar ten, die bijna tot den rokzoom reiken (de eene een tikje korter dan de andere) óf een geknoopte shawl, bestaande uit één vos, waarbij zijn kameraad tot een mof is ver werkt. Meisjesjurk met lange mouwen Deze jurk voor een meisje van ongeveer 12 tot 14 jaar, is gebreid van donkerblauwe wol met een sjaaltje van roode wol. We hebben noodig 500 gr. blauwe 4 draads wol en 50 gr. roode 2 dr. Voorts 2 pennen no. 3y2 en 2 pennen no. 4 (voor het sjaaltje). We beginnen de jurk van onderen te •breien en zetten voor den achterkant 130 st. op. We breien eerst 20 pennen recht en dan 1 pen recht. 1 pen averecht. Als we hier van 90 toeren hebben minderen we om de 5 pennen voor en achter aan de pen tot we 84 st. over hebben. We zijn nu aan de taille, breien nog 20 pennen en meerderen nu weer om de 5 pennen 1 st. tot 90 st. We breien door tot 40 pennen boven de taille en kanten voor het armsgat 10 st. af. (4321). Bij 30 toeren boven het armsgat zijn we aan het jukstuk en breien we alleen nog maar recht. Na 12 ribbels breien we 22 st. voor den schouder schuin op, door eerst 16, dan 12, dan 8, dan 4 st. te breien. De schouder is natuurlijk aan den halskant het hoogst. De middelste 26 st. worden afgekant voor den hals. Voorpand. Het voorpant breien we tot het jukstuk in 2 stukken, de linkerhelft is smal ler dan de rechter. Voor de rechterhelft zet ten we 90 st. op, voor de linker 50 st. Elk pand heeft een rechten en een schuinen kant, waar we afminderen en meerderen als bij het achterpand. Het jukstuk begint ech ter 10 pennen eerder dan bij het achterpand. Zijn we met de beide helften tot het jukstuk dan leggen we 5 st. van het voorpand naar achteren daar dit de plooi wordt. De overige steken van de 2 voorpanden worden op ,1 pen gezet, zoo, dat de plooi over het smalle pand valt. Hier moeten we 5 dubbele steken breien. Nu breien we 4 ribbels van het juk stuk en maken het splitje waar het sjaaltje onder door komt. We breien 25 st. kanten 20 st. af en breien weer 25 st. Teruggaande zetten we er weer 1-2 st. bij op en maken het rechtergedeelte van het voorpand eerst klaar. Hebben we 5 ribbels boven de nieuw- opgezette steken dan maken we een knoops gat van 4 st. breed 2 st. van den kant. Na nog 5 ribbels kanten we de steken voor den hals af tot er nog 22 st. voor den schouder overblijven, breien door tot het jukstuk 17 ribbels lang is en breien den schouder schuin op. De linkerhelft is het spiegelbeeld van de rechter, natuurlijk zonder knoopsgat. De schouders van de jurk worden aan elkaar gebreid, de zijnaden en de plooi op de machine gestikt. Mouw. Voor de mouw zetten we 25 st. op, meerderen om de 2 pennen 1 st. tot 50 st.. zetten er nu nog aan weerskanten 10 st. bij oo en breien 10 nennen. Nu minderen om de andere pen tot 56 st. en breien door tot den elleboog, ongeveer 75 toeren. Om dc 4 toer minderen we tot we 40 st. over hebben, breien 16 pennen recht en kanten af. De mouw dicht stikken en inzetten met alle ruimte op den kop van den schouder. Das. Voor het dasje zetten we 30 st. op, breien alles recht, maar meerderen iederen keer voor aan de pen heengaande en min deren in de teruggaande toeren. Na 120 rib bels is het dasje af. We knoopen er korte franje aan. Het dasje wordt achter op de >nrk vastgehecht. Voor de 6 gebreide knoopen maken we lapjes, waarvoor we 15 st. opzetten. Om de jurk wordt een roode ceintuur ge dragen.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 8