Het groote Avontuur ■Mm >."4 ^7-J. vT?£ De Fransche kruiser «Jeanne d Are» bracht een bezoek aan Bali. Terwille van de uniformen der zeerobben moesten bij het landen Balineesche koelies met draagstoelen behulpzaam zijn De Franschman J. Vernet (rechts achter hét stuur) in zijn kleine Fiat, de klein ste wagen, die aan de Monte Carlo Rallye deelneemt, bij den start te Amsterdam Gevechtswagens voor Ned. Indië. Metde«Baloeran» zijn wederom pant ser-auto's te Tand jong Priok aange bracht voor het IndischeLeger. Een der wagens wordt uitgeladen Aan den controle-post te Venlo voor de Monte Carlo Rallye. - Het Nederlandsche team Stemerdink (links) en Buyze Minister prof. dr. J. R. Slotemaker de Bruïne bij aankomst te Praag, waar hij aan de universiteit tot doctor honoris causa promoveerde De vernieuwde zweminrichting aan de Mauritskade te Den Haag, welke heden geopend wordt met internationale zwemwedstrijden Als Roode Kruis-zuster heeft deze Oostersche jonge vrouw, dochter van een der vooraanstaande families in Sjanghai, haar diensten aan haar land beschikbaar gesteld FEUILLETON Roman uit de Tropen door FRANS DEMERS. 18) De auto werd ergens achtergelaten en meer dan een half uur liepen de mannen langs den oever. Zij bereikten eindelijk een open ruimte, waar het water van de rivier uit de bedding was afgeleid. Honderden negers stonden daar ha de modder, die in metalen kruiwagens werd geladen en over planken naar een hooger ge legen plaats gebracht. Daar werd het slijk in een metalen goot geworpen en meegesleurd door stroomend water. Het kwam terecht op de geribde rangschikkingstafels met trappen. De zware goudschilfers en steenen bleven op den bodem liggen en van tijd tot tijd werden de tafels leeggemaakt, zoodat men het goud er met de handen kon afnemen. Riefenberg stond in bewondering voor dit eenvoudige en toch zoo wonderbare bedrijf en de directeur moest hem alles haarfijn vertel- len Als een vlijtige schooljongen maakte hij aanteekeningen. Daarna mocht hij zelf een pan nemen en deze met modder vullen. Tot over de enkels stond hij in het drabbige water het slijk te wasschen en toen alles was ver dwenen, ontdekte hij op den zwarten bodem van de pan de gouden schittering van een paar schilfertjes. Dat is nu de oude, klassieke goudzoekers methode. lichtte de directeur toe. Wij ge bruiken baar alleen nog maar om het ge halte aan goud van de bedding te bereke nen. Wat een goud, wat een goud, jubelde Riefenberg, met een vreemden glans in de1 oogen. En heel de vallei is nog vol, lachte Ber- teau en wees naar de droge, met kreupelhout overdekte vlakte tusschen de bergen, want door de eeuwen heen heeft de rivier haar bed ding wie weet hoeveel keeren verplaatst. Toen het middag was, gingen ze bescher ming zoeken tegen de heete zonnestralen onder het afdak van den blanken opzichter, die voor brood, ham en koffie had gezorgd. Die negers moeten zich hier rijk stelen, zei Riefenberg. O, maar dat gaat niet zoo gemakke lijk, antwoordde de opzichter. De een houdt den ander te zeer in het oog en als de goud tafels geledigd worden, gaat het kostbare goedje in aanwezigheid van iedereen, de bus sen in. Na even te hebben uitgerust, werd de tocht voortgezet tot in de voornaamste groeven, waar een groote baggerkraan de kruiwagens ver ving. Het was over vijven, toen de twee mannen, vermoeid en verschroeid, opnieuw de auto hadden bereikt. Hierbij laten we het voor den eersten dag, verklaarde Berteau. Morgen kunnen wij dan een bezoek brengen aan de bergontgin- ning. Als u niet te vermoeid is, zou ik u willen vragen mij nog even naar het kantoor te vergezellen. Ik vermoeid, riep Riefenberg uit, dat be staat niet. In feite was de journalist nog meer mee gevallen dan de directeur had durven ver wachten na dien eersten, ongunstigen indruk. Het leek hem wel een waanwijze snoever te zijn, maar zijn beroepsbelangstelling was werkelijk merkwaardig. En och, iedereen heeft zijn gebreken, overwoog hij Op het kantoor zat de secretaris nog te wachten. U kunt gerust weggaan, zei Berteau. Ik heb hier maar voor een paar minuten werk. Is er niets bijzonders gebeurd tijdens mijn afwezigheid? Neen, antwoordde de bediende, die blij was naar huis te mogen gaan. Terwijl hij de deur van zijn kantoor sloot, wendde hij zich tot Riefenberg U had hem moeten doorsturen naar de garage, bromde Berteau, daar mijnheer van nacht hier blijft. De journalist scheen even te aarzelen. - Laat maar, zei hij tot den secretaris, ik moet nog een en ander uit de auto hebben. Ik zal den chauffeur wel zelf wegzen den. Hij was den directeur in diens kantoor ge volgd en stond bij het venster, met het ge laat naar buiten gekeerd. Hij keek naar het eenzame pleintje, dat zich vor het egbouw uitstrekte en scheen ernstig na te den ken. Ziezoo, klonk het achter hem, dat is in orde. Beslist keerde de journalist zich om. Mag ik u nog een paar vragen stel len?, vroeg hij aan den directeur. Zooveel ge maar wilt, werd hem geant woord, als gij er maar aan denkt, dat mijn vrouw ons om zeven uur verwacht. Riefenberg ging zitten en haalde zijn schrijf boek te voorschijnDe directeur dicteerde hem de namen vo>i rip verschillende goudvelden en vroeg zich af wat voor belang een dergelijke inlichting voor de lezers van een dagblad kon hebben. Ook het gebezigde personeel scheen Riefenberg belang in te boezemen. Het is vreemd, zei hij, met hoe weinig blanken u dat klaarspeelt. Behalve uw secre taris heb ik vandaag maar twee blanke op zichters ontmoet. Dat is zoo antwoordde Berteau, maar morgen zult ge er meer van zien. Bij de berg- ontglnning zijn verscheidene ingenieurs werk zaam. Daarna hadden de twee mannen het over de globale goudproductie. Het was of Riefen- b^rg duizelde, toen hij het getal hoorde uit spreken. Kijk maar eens even, lachte Berteau. Hij haalde den sleutel van de brandkluis uit zijn zak. Op de witte schijf in de deur vormde hij een geheim woord. De sleutel knarste in het slot. Zooveel goud zult u nog wel nooit bij elkaar hebben gezien, zei hij en duwde de deur open. Gevolgd door Riefenberg stapte hij naar binnen. Mevrouw Bertau had voor 'n extra lekker avondmaal gezorgd. In de ruime, gezellige eet zaal stond de tafel feestelijk gedekt. De kris tallen glazen glinsterden op het sneeuw-blan- ke tafellaken, waarop enkele kleurige bloemen waren gestrooid. De kok had het den ganschen dag- druk gehad en de twee tafelboys liepen rond met een wit schort voor. Er heerschte een stemming van de groote dagen: als er bijvoorbeeld bezoek was van den directeur- generaal of van een der heeren van het be- stuurscomité. Mevrouw Bertau had, na een laatsten in spectietocht met dat negerpersoneel was men nooit gerust een sierlijk avondkleedje aangedaan en zat te wachten. Om den tijd te dooden bladerde zij in een tijdschrift. Het ver wonderde haar ten zeerste, dat de heeren er nog niet waren om half zeven. Zij hadden wel een. afspraak gemaakt voor zeven uur, maar het sprak toch vanzelf, dat-de mannen zouden beginnen met een bad te nemen, na een gan schen dag in het modderland te hebben rond- geloopen. Om half zeven waren zij er echter niet om zeven uur ook niet en om half acht zat mevrouw nog altijd in het tijdschrift te bla deren. Om acht uur begon mevrouw zich boos te maken; om half negen was ze echt boos. De kok kwam aan de deur van den salon kijken en zei, dat het zou misloopen met zijn gebraad en dat de soep stond koud te worden. Zet ze terug op het vuur, kreeg hij ten antwoord. Ze is al tot op de helft uitgekookt,, weer legde hij lakoniek. Aan die negers zou men zich dood erge ren. De klok sloeg negen uuren toen begon mevrouw zich ongerust te maken. Al laten de mannen op het gebied van stiptheid tegenover hun vrouw veel te wensehen over, zij was niet- gewoon door mijnheer Berteau zoo over het hoofd te worden gezien. Ja, nu was ze er 'toch zenuwachtig bij geworden. In de eetzaal was ruimte genoeg en daar liep ze heen en weer naast de feestelijk gedekte tafel. Tenslotte werd de toestand onhoudbaar en zij greep de telefoon. Zij haakte af en voerde eerst een praatje met Pietro. Pietro was de negerklerk, die te Mongbwaloe het ambt van telefonist uitoefende. Hallo Pietro? Ja mevrouw Berteau, antwoordde Pietro, want hij kende de stem van de directeurs- vrouw, zooals trouwens al de stemmen van de personen, die bij het kleine netje waren aan gesloten. Luister eens, hebt gij niet gehoord, of de directeur telefonisch een afspraak heeft ge maakt met iemand? Dat is stellig niet gebeurd, mevrouw Bel dan even het kantoor op. Het kantoor werd opgebeld, maar er kwam •een antwoord. Eii de secretaris van den directeur? Die heeft -geen telefoon, zei Pietro. Mevrouw dacht even na en vroeg toen aan- iuiting met mijnheer Dubois. Dat was de oogst-geplaatste ingenieur na haar man. Hij -am persoonlijk aan de telefoon. (Wordt vervolgd).

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 12