DE NATIONALE FEESTDAG. Het groote Avontuur Minister-president dr. H. Colijn en jhr. mr. F. Beelaerts van Blokland arriveerden Dinsdag ten paleize Soestdijk, om bij de geboorte-aangifte van het Prinsesje als getuigen te fungeeren. Bij hun aankomst werden zij ontvangen door jhr. mr. C. Dedel, particulier-secretaris van Z. K. H. Prins Bernhard Pleziertochtjes op het IJsselmeer stonden op het feestprogramma voor jong Volendam. Een opgewekt groepje aan boord De St. Jansbasiliek te Den Bosch in floodlight bij de feestelijke viering der blijde gebeurtenis Smaakvolle versiering op den Dam te Amsterdam ter gelegenheid van de geboorte van het Prinsenkind De Oranjeboom, uit het Prinsdom Orange naar Amsterdam overgebracht, werd op den nationalen feestdag door den burgemeester der hoofdstad, dr. W. de Vlugt, in het Leidscheboschje geplant BUI l Vii'XVOsr SlWSCIXi^M :ü:r KQXiVKm;;; j HA«!. .KONfNKX'jKT notx.iiwrs PRINSES JULIANA; DHR NEDERLANDEN të HKOKNM0R6&N OOOiïNiOÓS BKVALÏ-&N V SN 'J-Nu i OiXHTER |i| 1 ELkE KO.m-KUiKj. i PRINSES JULI A X A Ufciu-T HÊpi'N" DJF.N ft"" JANt AK? SVDJ Ht-T !,i;V£K OCSCHOMCK i rt-Nf. roNKK- ïnxmtR Graaf J. P. van Limburg Stirum, Neder- landsch gezant te Londen, leest met zijn echtgenoote de tijding der blijde gebeurtenis in het vaderland Volendam viert den nationalen feestdag. Een dans om den Oranjeboom op de binnenplaats der school De buitengewone Nederlandsche Staatscourant, waarin de geboorte van de vorstelijke telg is afgekondigd. De versiering werd ontworpen door den Haagschen teekenaar Jac. H. Moller, terwijl de uitvoering in zwart en oranje geschiedde FEUILLETON Roman uit de Tropen door FRANS DEMERS. 21) In u, in mij, in iedereen schuilt 'n misdadi ger. Onze misdadige instincten sluimeren. Een ongewone gebeurtenis kan ze wakker maken. Ik "heb Riefenberg steeds aangezien voor een goeden, jovialen kerel, maar die geheimzinnige moord in het flatgebouw zal tegen hem wor den uitgespeeld, te meer daar hij dank, zij de tusschenkomst van een bevriend procureur des Konings, om zoo te zeggen aan het rech terlijk verhoor werd onttrokken. Daarom, waarde vriend, als ik u een goeden raad mag geven, loop niet te onstuimig van stal. Het is uw recht en zelfs uw plicht Riefen berg op discrete wijze te verdedigen, maar pak bijvoorbeeld met uw premie niet uit voor er meer licht in de zaak is. Dat zal mijns in ziens niet lang op zich laten wachten. Daarop nam de rechter afscheid. De dagbladdirecteur liep nadenkend heen en weer. Tenslotte bleef hij voor het venster staan en keek naar buiten, in de drukke straat Een dagblad ven ter liep aan den overkant en zwaaide met een krant naar de voorbijgan gers. Lees de extra-editie van de „Ster' over de gruwelijke misdaad in het goudland van Kongo, riep hij onverpoosd. Twee, driemaal klonk deze pijnlijke zin m de ooren van den directeur. Toen ging hij naar zijn bureau en scheurde langzaam de bijdrage van den rechtskundigen medewerker aan stukken. Spoorloos verdwenen. Een oogenblik na de vreeselijke ontdekking in de kluis stond gansch Mongbwaloe in rep en roer. Inlandsche planters en bedienden ren den op fietsen langs de wegen om al de blan ken op te roepen voor een buitengewone ver gadering. De commissaris van politie had dezen maatregel voorgeschreven, waarna hij zich telefonisch in verbinding stelde met het centraal commissariaat te Nizi en den ge westbestuurder. Na een korte beraadslaging werd het volgende plan opgesteld: onmiddel lijk zouden twee auto's vertrekken, de eene om de grensposten van Oeganda, Engelsch- Egyptisch Soedan en Pransch-Bvenaars-Afrika te waarschuwen; de andere om het gerecht te Wahenia op de hoogte te brengen. In afwach ting daarvan zouden overal klopjachten wor den ingericht. De commissaris van politie had een land kaart van den muur gerukt en op het bureau neergelegd. Samen met Dubois en den onder directeur-generaal van Nizi werd het wegen net bestudeerd. Er waren slechts drie voor auto's berijdbare wegen, de eene loopend over Nizi naar Wahenia, de andere van Nizi naar het Eduard-meer en de derde van Mongbwaloe naar Aba aan de Soedaneesche grens met een kleine vertakking naar de Fransche koloniën. Ik ben de meening toegedaan, zei eindelijk de commissaris, dat wij hier ofwel met een zeer eenvoudige ofwel met een zeer ingewik kelde zaak hebben te doen. Als de roofmoor denaar per auto ls gevlucht, moeten we onver mijdelijk, eer we enkele uren verder zijn,, zijn moor hebben gevonden. Dat is gemakkelijk gezegd, mopperde Dubois. De commissaris wees met zijn potlood op de kaart. Zeg mij dat eens. zeide hij, hoe een auto over "deze stroomen kan geraken zonder een beroen te doen op de overzetters. En ik kan u verzekeren dat de negers op dat punt een ver bazend geheugen hebben. Dat is het ei van Columbus, riep de onder-directeur uit. En dat was het inderdaad, want er was geen weg, die niet op zijn minst een paar keer werd onderbroken door breerde stroomen. Dubois keek peinzend voor zich uit. Och, mengde hij zich in het gesprek, aan dat eitje van Columbus zal de misdadiger wel vóór ons hebben gedacht. Daarbij, als ik mijn idee mag zeggen, is dit niet het werk van iemand, die voor den eersten keer een voet in Kongo zet. Ik ben overtuigd dat alles gebeur de volgens een wel overwogen plan en dat doortrapte handlangers in het vreeselijke ge val zijn betrokken. De commissaris speelde met zijn potlood Accoord, zei hij, maar zelfs in dat geval blijft de situatie dezelfde. Het zal een wedren blijven om het eerst bij de grens te komen. En ik acht het mogelijk dat de misdadigers en zijn handlangers even goed als wij weten welk gevaar verbonden is aan de vlucht langs de hoofdwegen. Mogelijk zullen ze trachten langs het binnenland de grenzen te bereiken, maar dat kan niet gebeuren zonder de aan dacht te trekken van de bevolking der dorpen uit de streek. Toen het bij de hand zijnde gedeelte van het Europeesche personeel in het kantoor was vergaderd nam de heer Dubois het woord om te vragen of iedereen bereid was om, vergezeld door een paar inlanders, den omtrek af te zoeken. Spoedig daarna was iedereen op weg. Het geroffel van tantams gonsde door de lucht en ^an dorp tot dorp werd de boodschap aan de nlandsche hoofden overgemaakt om mee te helpen zoeken. Ondertusschen stelde de politie-commissaris een uitvoerig proces-verbaal op over het vree- selijk geval. Het lijk van Berteau werd naar het hospitaal overgebracht en er werd overge gaan tot het verhoor van de personen, die den vorigen dag in aanraking waren geweest met den voortvluchtigen journalist. Van het groot ste belang was de verklaring van Berteau's secretaris. Deze herinnerde zich immers scherp hoe, op het oogenblik dat hij het kantoor ver liet, de kwestie van Riefenberg's auto was te berde gekomen en hoe de journalist deze niet naar de garage wilde doen brengen. In den namiddag kwam plotseling een neger in dolle vaart binnen. Het zweet liep hem over het gelaat. Bwana, hijgde hij, de auto gevonden op den weg naar Nizi. De aanwezigen sprongen overeind. Geen minuut later zat Dubois achter het stuur van zijn auto, vergezeld voor den commissaris. Op ongeveer 30 K.M. afstand van Mongbwaloe ontwaarden zij bij een bocht van den weg een paar inlanders, die met de armen zwaaiden. Zij stapten uit en ontdekten in den afgrond langs den weg de mijnauto, waarmede Riefen- ,berg op bezoek was gekomen. Aan den rand van den afgrond wos een berm gemaakt om de vervoermiddelen eventueel tegen een nood lottige buiteling te beschermen. De veronge lukte wagen was dus opzettelijk over den berm gedreven. De twee mannen kwamen langs een omweg in de vallei en troffen bij de deerlijk gehavende en verwrongen auto den mijnbediende aan, die den wagen had ont dekt. Er in of er om was geen spoor te vin den van iets, dat aan Riefenberg zou heb ben kunnen toebehoord. Wat heb ik u gezegd, jubelde Dubois, die kerel heeft handlangers. Hij was naar den weg in de hoogte. Daar stonden medeplich tigen te wachten met een andere auto en laar mee zijn ze op de vlucht gegaan, de rich ting van Nizi uit De commissaris van politie zuchtte: Of ze zijn hierlangs verdwenen en hij wees de richting uit van het donkere woud. De avond kwam zonder dat er meer licht in de zaak was gekomen. Den volgenden dag bracht men nieuws van de veerponten. De overzetters herinnerden zich heel goed dat er den nacht van de misdaad geen enkele auto werd overgezet. Bij al de rivieren werd een onderzoek ingesteld. Overal kreeg men de zelfde ontkendende antwoorden, zoodat men tenslotte met zekerheid kon gelooven dat de roofmoordenaar en zijn handlangers een an deren weg hadden gezocht om te ontkomen. Dus in geen geval per auto. Directeur-generaal Benoit was te Nizi aan gekomen in gezelschap van een hooggeplaatst ambtenaar en een substituut van den procu reur des Konings. De rapporten van Dubois en den commissaris van politie werden inge keken. Een geheimzinnig geval, zei de staats ambtenaar hoofdschuddend. Een meesterlijke misdaad, was het oor deel van den substituut. Benoit liep vloekend en tierend heen en weer. H- sloeg met de vlakke hand tegen een landkaart aan den muur, op het grensgebied van Oeganda. Hier, riep hij, hier moet politie komen, alle meters een man als het moet, zoover de grens van Oeganda zich uitstrekt. Geloof me die moordenaars, die gouddieven zijn op weg door de wildernis naar Kakamega, waar het gestolen goud sedert jaar en dag terecht komt. Ja, Benoit kon het bij het rechte eind heb ben, want Kakamega was het centrum van het goudland van Oeganda, waar honderden goudzoekers waren gevestigd, want indivi- dueele gouddelving was er sedert een paar jaren toegelaten en of het goud nu uit de alluvionaire mijnen van Loepoeta kwam of uit die van Oeganda, wie kon het zien? Daar om ook was Kakamega het ideale afzetgebied voor gestolen goud. (Wordt vervolgd)

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 8