H"
Met blijdschap
Jac. van Weert
H. J. v.dJeer
C.Booy&Zoon
Hollandsche en Spaansche kunst
te Londen.
INGEZONDEN
/TUKKEN
OPENING
ANEGANG
f-tunezc
Sierlijk en Goedkoop
VRIJDAG 4 FEBRUARI 193S
HAARDE M'S D A G B E A D
13
Van Dijck, de schepper van
den Engelschen „hof-stijl".
rEDEN, na 300 jaren, lijkt ons de 17de
eeuw wel eens een tijd, waarin vrij
wel alles, dat in Europa op kunstge
bied gebeurde, bewonderenswaardig'
was, of het Bernini's plannen voor de St. Pie-
ter te Rome waren, of Greco's schilderingen
in Spanje, of de werken der tallooze meesters
in de Nederlanden.
Nader bezien was echter ook in de 17de
eeuw niet alles botertje tot den boom. Europa
was in twee vijandige kampen verdeeld en de
scheidingslijn tusschen katholieken en pro
testanten liep soms midden door een land of
door een volk heen. Het religieuze en politieke
antagonisme weerspiegelde zich natuurlijk ook
in de beeldende kunsten, op welk gebied ook
nog de meest uiteenloopende aesthetische
theorieën opgeld deden. Mysticisme en realis
me, classicisme en barok hadden in de 17de
eeuwsche kunstwereld hun volgelingen en op
de groote Londensche tentoonstelling zijn alle
deze kunstrichtingen naast elkaar te zien.
Twee hoofdstroomingen zijn er van begin af
te onderscheiden. De eene is de kunst der pro-
testantsche Nederlanden, een kunst van rea
lisme en naturalisme, waarover wij in een vo
rig artikel uitvoerig gesproken hebben. De an
dere strooming is de kunst der katholieke lan
den. De roomsch-katholieke kerk had nooit in
de onverwachte overwinning der Noordelijke
provincies berust en al tegen het einde der
16de eeuw werd een breed opgezet tegen
offensief ontketend. Een vloed van mysticis
me overstroomde Europa. Het uitte zich in
de literatuur, in de dichtkunst en natuurlijk
ook in de beeldende kunsten.
Het meest karakteristieke stuk van dit genre
is het groote schilderij van Greco, de smalle,
ruim anderhalve meter hooge „Aanbidding dei-
Herders", dat door den Koning van Roemenië
voor de tentoonstelling afgestaan is en daar
als de eenige buitenlandsche inzending hangt.
Het formaat, de compositie, de verwrongen
gestalten, de impulsieve beweging van het ge
heel, licht en kleur, alles in dit schilderij is
op één doel geconcentreerd, alles hypnotiseert
den beschouwer, suggereert hem een onaard-
sche, mystieke stemming, werkt op zijn zin
tuigen, bedwelmthem, verontrust hem en
sleept hem mee. Deze merkwaardige stemming
vinden wij ook in andere documenten uit dien
tijd, zoo in een brief, waarin de schrijver over
een monnik vertelt, die eiken ochtend in een
kleine kerk te Rome preekte. Deze monnik was
zoo uitgeteerd en zoo mager, dat zijn gelaat
onder den kap niet te zien was; aileen zijn
oogen glommen als een paar gloeiende houts
kolen en het leek wel alsof niet een mensche-
lijk wezen, maar slechts een booze monniks
kap op den preekstoel heen en weer fladde
rend, onophoudelijk dreigementen en ver-
wenschingen tegen de verstarde gemeente
slingerdeDat was de geest der contra
reformatie, in deze atmosfeer zijn de schilde
rijen van Greco, sommige beelden van Berni
ni en werken van Spaansche kunstenaars
ontstaan en deze geestesgesteldheid mag men
niet uit het oog verliezen, wil men de kunst
van deze meesters goed begrijpen.
Realisten.
Ondanks de mystlsche stroomingen wist zich
echter, overal in Europa, het realisme een weg
te banen. Zelfs in Spanje, waar de contra- 1
reformatie zich het sterkst gelden deed, schil
derde Murillo, behalve zijn zoetelijke Madon
na's, zeer realistische scènes met bedelaars en
straatjongens. Velasquez, de grootste Spaan
sche schilder van zijn tijd, maakte portretten
van een wonderlijk naturalisme, dat eeuwen
lang de he'ele Europeesche schilderkunst be-
invloed heeft. Hij is op de Londensche ten
toonstelling met drie prachtige schilderijen
vertegenwoordigd: het portret van zijn be
diende Juan de Pareja, uit de collectie van
Lord Radnor en twee werken uit de collectie
van den Hertog van Wellington. Deze laat
ste, een Mansportret en de zoogenaamde „Wa
terdrager van Sevïlla" werden destijds door
Joseph Napoleon in Spanje buitgemaakt; Wel
lington, de voorvader van den tegenwoordigen
eigenaar, heeft ze Napoleon, na den slag van
Vittoila, weer.afgenomen en kreeg ze van den
Spaanschen koning Ferdinand ten geschenke
aangeboden.
Het naturalisme van Velasquez is echter van
een geheel anderen aard dan het realisme van
zijn Hollandsche tijdgenooten. Zijn voornaam
ste werken waren zijn Koningsportretten, die
niet alleen de persoon van den Monarch, maar
evenzeer de idee van het absolutisme uit
beeldden. Absolutisme en kerk gingen in die
dagen hand in hand en beiden gebruikten de
beeldende kunsten als propagandamiddel voor
hun ideeën en prestige. De 17-de eeuwsche
mensch was zeer ontvankelijk voor alles wat
„kolossaal" en „noch nicht dagewesen" was,
een mentaliteit, welke in sommige landen ook
heden nog niet heelemaal verdwenen is. De
hoogste toren en het grootste schilderij maken
op de massa meer indruk dan de mooiste to
ren en het beste schilderij. Zoo kwamen wer
ken tot stand als de tien vierkante meter
groote „Aanbidding der Koningen", die Ru
bens in elf dagen" voor 920 gulden in het
klooster der „Dames Blanches" te Leeuwen,
geschilderd heeft en waarvan de rekening nog
in het archief van het klooster bewaard wordt.
Het schilderij zelf werd, in 1783, na de ophef
fing van het klooster, met andere schilderijen
te Brussel geveild en bevindt zich tegenwoor
dig in het bezit van den Hertog van West
minster. Een nog grooter stuk is het eveneens
door Rubens geschilderde portret van den eer
sten Hertog van Buckingham. De galante her
tog prijkt er levensgroot op een levensgroot
paard, omringd door den Vrede, den Overvloed,
de Overwinning, de Jaloezie, de Engelsche
vloot en meer dergelijke attributen. Het paard
is kennelijk door de vele naaktfiguren ge
ïrriteerd en het geheel maakt den indruk van
een autobus, die per ongeluk een melksalon
binnengereden is.
Deze Hertog van Buckingham was een dei-
meest geportretteerde mannen van zijn tijd.
Gunsteling van Koning James I en later van
Charles I, werd hij met eere overladen, ont
ving de titels graaf, markies, hertog, admiraal
en was op één na de rijkste man van het ko
ninkrijk. Zijn maritieme en militaire expedi
ties brachten hem minder roem in dan zijn
overwinningen op den dansvloer. Zoo werd
hij, tijdens een diplomatieke missie in Frank
rijk, bij een zeer intensieve flirt met de Fran-
sche koningin betrapt, wat beide naties hem
kwalijk namen: de Franschen, omdat ze van
hem geen liefdesverklaringen maar een lee-
hing verwachtten, en de Engelschen, omdat
Greco, Murillo en Velasquez.
de koningin katholiek was. Met het Engelsche
parlement leefde hij voortdurend op voet van
oorlog en tenslotte verklaarde het Lagerhuis
hem tot „Staatsvijand no. 1", waarop hij door
een soldaat, die over zijn soldij ontevreden was
vermoord werd. Zelfs op zijn doodsbed is hij
nog geportreteerd en wel door Van Dijck; ook
dit doek hangt thans op de Londensche ten
toonstelling. Daar is trouwens ook een aller
bekoorlijkst portret van Buckingham's vrouw te
vinden, dat door den Utrechtschen schilder
P. Moreelse vervaardigd is.
Rubens' schetsen en zijn werken van kleine
afmetingen zijn over het algemeen beter dan
de geweldige composities. Het beste wat van
den meester op deze tentoonstelling te zien
is, is ongetwijfeld het landschap bij Laeken,
uit het bezit van den Engelschen koning. Deze
en andere landschappen schilderde Rubens
niet voor den verkoop, maar voor zijn eigen
pleizier. Ze zijn veel persoonlijker en interes
santer dan de groote, op bestelling gemaakte,
doeken. Wie echter in Londen het mooiste
werk van Rubens zien wil, moet naar de Na
tional Gallery gaan, waar op het oogenblik,
als bruikleen van den heer Goulbenkian, het
portret van des schilders vrouw hangt. Het is
een van de prachtigste schilderijen, die ge
maakt zijn, sedert de olieverf uitgevonden is.
Van Dijck en zijn navolgers.
Rubens' leerling, Anthonie van Dijck, komt
op de Londensche tentoonstelling beter voor
den dag dan zijn leermeester. Dit is ook niet
te verwonderen. Van Dijck was de schepper
van den Engelschen „hof-stijl". Op de por
tretten uit zijn laten „Engelschen" tijd, beeldt
hij zijn modellen uit als volmaakte „dandies",
druipend van élégance en nonchalance. De
meeste van deze portretten zijn nog in het
bezit van de families, voor welke Van Dijck
ze geschilderd heeft en op het vasteland krijgt
men haast nooit werkelijk goede exemplaren
van dezen stijl te zien. Veel ervan zijn trou
wens tamelijk vervelend, hetgeen de „experts"
niet willen toegeven. Die stukken echter, welke
geheel door den meester zelf geschilderd zijn,
zooals het dubbele portret van Catherina
Rivers en Lady Thimbley (uit de collectie van
Lord Spencer) boeien den beschouwer door een
meesterlijke conceptie en een brilliante uit
voering. Ook het vroegere werk van Van Dijck
is op de tentoonstelling goed vertegenwoor
digd, zoo door het uitstekende portret van den
Franschen kunsthandelaar Langlois, uit de
collectie van Viscount Cowdray.
Van Dijck's „mondaine" portretten brachten
hem een ongekend succes en veel geld; tal van
schilders begonnen zijn stijl te imiteeren en
hun voortbrengselen vormen een goed deel van
de „Engelsche" schilderkunst der 17-de eeuw.
De knapste onder hen was ongetwijfeld Wil
liam Dobson, Van Dijck's opvolger als hof
schilder. Op het vasteland is Dobson een on
bekende en het is een verdienste van deze
tentoonstelling, dat hier eenige van zijn ver
geten werken aan het licht gebracht worden.
Hij is eenigszms onpersoonlijk, maar zeer
knap en hij weet in zijn beste werken de door
Van Dijck bereikte effecten verbazend goed
te produceeren. Een andere „Engelsche" mees
ter is de in Westfalen uit Hollandsche ouders
geboren Pieter Lely, die evenals Dobson, Van
Dijck nabootste en soms buitengewoon bekoor
lijke schilderijen wist te maken. De Duitse hers
Soest en Kneller, alsmede Cornelis Janson van
Ceulen (in Engeland Johnson genaamd), de
Nederlander Mij tens en de Vlaming Van So-
mer, representeeren op de tentoonstelling de
rest van de „Engelsche" school.
Fransche kunst.
Fransche kunstwerken zijn in Londen min
der talrijk dan Hollandsche en Vlaamsche. De
uiteenloopende tendenzen der Fransche schil
derkunst worden er echter op interessante
wijze gedemonstreerd. In Frankrijk, zooals
in Spanje, waren hof en kerk de groote op
drachtgevers. Wij zien dus ook hier werken,
die een zeker programmatisch karakter heb
ben, zooals religieuze composities, of de ge-
wild-heroische portretten van Rigaud, Largil-
lière en Philippe de Champaigne. De Fransche
zin voor de juiste verhoudingen en voor de
realiteit liet echter al gauw een oppositie tegen
dezen, door Rubens beïnvloeden, hofstijl op
komen. De oppositie kwam uit twee verschil
lende kampen, welker aesthetische neigingen
onderling niets met elkaar te maken hadden.
De felste tegenstanders van den hof-stijl
waren de klassicistische schilders Nicolas
Poussin en Claude Lorrain. Zij volgden de
theorieën van Raffael en de Antieken. Wil
men beleefd blijven, zoo kan men hun schil
derijen „academisch" noemen. Maar zoodra
echter deze schilders (vooral Claude Lorrain)
de academische theorieën vergaten, schiepen
ze onvergetelijke meesterwerken. Zulke mees
terwerken zijn Claude's teekeningen naar de
natuur, die een der glanspunten van deze ten
toonstelling vormen. De andere reactie tegen
den Franschen hof-stijl, tevens tegen de aca
demische kunst der Poussinisten, was de rea
listische school, waarvan de gebroeders Le
Nain de meest bekende figuren zijn. Zij zoch
ten hun onderwerpen in het volksleven en de
inhoud van hun schilderijen doet aan de ge
lijktijdige Hollandsche en Vlaamsche kunst
denken. Op de tentoonstelling is van deze
schildersfamilie door eenige bijzonder aardige
stukken, uit de collecties van den Hertog van
Leeds en van Lord Mount Temple, alsmede uit
het Dulwich college, vertegenwoordigd.
Het minst geslaagd is de Italiaansche afdee-
ling. Op het gebied van schilderkunst is bij
voorbeeld van Carravaggio, den grooten en
interessantsten Italiaanschen meester uit deze
periode, geen enkel origineel schilderij aan
wezig. Carravaggio's invloed op de gehecle
Europeesche schilderkunst was buitengewoon
groot. Zijn werken, waarin licht-en-donker
effecten en een sterk naturalisme een zeer
persoonlijken stijl vormden, vonden navolgers
in vrijwel alle landen. In Holland waren het
vooral de meesters uit de Utrechtsche school:
Honthorst, Terbruggen en Baburen. In Frank
rijk, Valentin de Boulogne en Dumesnil de la
Tom-. Zelfs Rubens is een tijd lang onder den
invloed van Carravaggio geweest, zooals het
op deze tentoonstelling aanwezige schilderij
„Oude vrouw met kaars", duidelijk aantoont.
Het andere 17-de eeuwsche Italiaansche genie,
Lorenzo Bernini, komt in Londen eveneens
onvoldoende tot zijn recht. Deze leemten wor
den eenigszms goedgemaakt door de zeer
mooie teekeningen en voorwerpen van kunst
nijverheid, die od de tentoonstelling bijeenge
bracht zijn.
Al deze schilderijen, teekeningen, etsen,
meubelen, beelden, miniatures, tapisseriën,
muziekinstrumenten, costuums, oude natuur
kundige instrumenten (deze laatste op rijk
gebeeldhouwde voetstukken) en al het kant,
zilver, glas en borduurwerk geven den bezoe
ker van de Londensche tentoonstelling een
interessanten kijk op de Europeesche kunst
en beschaving der 17de eeuw.
Dr. N. S. TRIVAS.
Voor den inhoud dezer rubriek stelt de
Redactie zich niet verantwoordelijk.
Van ingezonden stukken, geplaatst oj niet
geplaatst, wordt de kopij den inzender niet
teruggegeven
De gelijkstelling der Indische
Pensioenen.
Haarlem, 3 Februari 1938.
Geachte redactie,
Er wordt den laatsten tijd in uw blad nog
al eens een opmerking' gemaakt dooi- de
oud-gepensionneerden van land- en zee
macht over de gelijkstelling der Indische
pensioenen.
Ondergeteekende heeft als .korporaal ge
diend van 1891 t. m. 1897, is daarna tijdelijk
afgekeurd en na een jaar in Nederland fi
naal afgekeurd. Hij geniet nu van 1 Januari
1925 af een pensioen van f 236 gulden, zegge
tweehonderd zes en dertig per jaar, om over
de vroegere jaren maar niet te spreken! Hij
is tevens drager van de Atjeh- en de Lom
bok-medaille.
En dat noemt men rvu de gelijkstelling!
Met dank voor -de plaatsing.
J. B.
Oud-korporaal I. L.
Arbeid van gehuwde vrouwen.
Geachte heer hoofdredacteur,
Zooals steeds heb ik ook thans met be
langstelling uw artikel in het nummer van
uw Iblad van 22 dezer gelezen, getiteld: „.Ar
beid van gehuwde vrouwen" en als vanzelf
ook het stuk. daarop betrekking hebbend,
van mevrouw Van den Bergh van Eysinga-
Elias in hetzelfde nummer.
Ik geloof met zeer velen van meening te
zijn, dat in de distributie van arbeidsmoge
lijkheden alleen dan iets te bereiken valt ter
vermindering van de werkloosheid, wanneer
een strenge wettelijke toepassing in praktijk
wordt gebracht. Ik onderschat niet de moei
lijkheden om een regeling te dien opzichte
tot stand te brengen, maar moeilijk gaat
ook, als de wil er maar is. Ik erken ook, dat
velen bij izoo'n totstandkoming een strop
zullen hebben, maar daar gaat het niet om;
er is nog nooit een wet in het leven geroe
pen, waar iedereen mee weg liep. Principieele
bezwaren moeten we nu maar eens op zij
zetten, die leuze kunnen we ons in deze tij
den niet permitteeren.
Het is hier niet de vraag of men gerech
tigd is in te grijpen in de menschelijke vrij
heid van arbeid, (waarmede soms toch al
reeds heel vreemd wordt omgesprongen, blij
kens eenige jaren geleden opgedane erva
ring mijnerzijds), evenmin de vraag of de
Hollandsche echtparen al of niet mans ge
noeg zijn zelf samen te bepalen of het noo-
dig en mogelijk is, dat ook moeder de vrouw
mee verdient, of dat de opvoeding der kin
deren gebaseerd is op een dubbel inkomen
(eenvoudig het toppunt), maar het is de
vraag wat het zwaarst weegt, en dat is m.i.
de bestrijding der werkloosheid, waarvoor
alles moet wijken wat maar eenigszins mo
gelijk is, en dat is veel, omdat dat nummer
één is, en elke gelegenheid of maatregel, die
kan bijdragen tot vermindering der werk
loosheid (want daarmede is het nog steeds
diep-treurig gesteld) moet worden aange
grepen, in het belang van volk en land. De
economische toestand van ons volk in het
afgeloopen ijaar is helaas slecht gebleven,
met als gevolg dat ook de geestelijke toe
stand van ons volk slecht bleef.
Het is van mij heusch geen jaloersehheid
dat ik het fout vind dat in veel gezinnen
man en vrouw elk een inkomen hebben,
maar ik vind het onbillijk tegenover de tal
looze werkloozen. omdat daardoor aan velen
een kans ontnomen wordt om aan den slag
te komen. Ook kan ik niet gelooven, dat er
sprake van zal zijn de menschelijke energie
en ondernemingsgeest te remmen, dat zou
het paard achter den wagen spannen zijn,
daar dit niets te maken heeft met de distri
butie van arbeidsmogelijkheden. Ik ben van
meening dat men er meer van zal schrik
ken, wanneer men er over gaat doordenken
wat er van terecht moet komen als er, zoo
als tot nu toe. zoo goed als niets gedaan
wordt om de enorme werkloosheid te beteu
gelen en te verminderen, waaraan een ge
slacht bezig is ten onder te gaan, dan de
wijziging der vooruitzichten van kinderen in
sommige gezinnen, gebaseerd op de dubbele
arbeidstaak der ouders. De uitblinkers komen
er toch wel, daarvoor is gelegenheid genoeg.
Goedkoop zullen de uitvoering en controle
wel niet worden, maar dat is gemotiveerd voor
het doel; de controle op de rijwiel- en omzet
belasting was ook niet goedkoop, vooral op de
laatste niet; doch dat zijn maar bijzaken.
Intusschen verheugt het mij dat er eindelijk
eens een minister is, die het niet alleen ernstig
meent, maar die ook iets wil doen tot vermin
dering der werkloosheid, den grootsten geesel
van dezen tijd, waarvoor het gemotiveerd is
dat er, zooals gewoonlijk met het invoeren van
een nieuwe wet, offers vallen in het belang
van het algemeen. Ik hoop zelfs dat deze mi
nister nog een stap verder zal gaan en den
moed heeft, nog andere maatregelen toe te
passen in het belang der bestrijding van de
werkloosheid, waarvan het niet op mijn weg
ligt ze te noemen. Maar dan zou misschien de
minister in conflict komen met het heilige
huisje, genaamd „politiek" of wel het huidige
stelsel.
Mogelijkheden voor een dubbele arbeidstaak
der ouders blijven altijd wel bestaan, b.v. wan
neer beide ouders arts zijn.
Dat. volgens Mevrouw Van den Bergh van
Eysïnga, deze wet de zelfstandigheid en de
waardigheid van het Néderlandsche gezin en
de vrijheid van beweging van de gehuwde Ne-
derlandsche vrouw aanrandt, klinkt wel erg
theatraal, en daar geloof ik niet veel van.
Maar aangenomen dat dit wel het geval zou
zijn, dan behoort daarvan iets prijs gegeven
te worden in het belang van de volkswelvaart
Om in deze richting iets te bereiken, waartoe
het uiteindelijk toch zal moeten komen, op
welke wijze idan ook, moeten we in deze meer
dan waanzinnige wereld probeeren af te zien
van den haat, het wantrouwen, het egoïsme
en nog veel meer leelijks en ons werken daar
op te richten, dat ten goede komt aan een
gezonde samenleving, want daaraan mankeert
eigenlijk alles.
In dit verband wijs ik ten slotte nog op het
ingezonden stuk in hetzelfde nummer van Uw
blad als boven bedoeld, getiteld: „Hapert er
iets aan onze samenleving?', dat mij uit het
hart gegrepen is.
Met dank voor de verleende plaatsruimte,
Hoogachtend.
II. J. WARNIER.
NED. VEREEN. VAN HUISVROUWEN.
Het bestuur van de afd. Haarlem en om
streken der Ned. Vereen, van Huisvrouwen
heeft voor de leden voor Februari 1938 het
volgend programma opgemaakt.
Woensdag 9 Febr. Kindermiddag in den
Stadsschouwburg onder leiding van prof.
Davola, ter eere van de geboorte van Prinses
Beatrix.
Dinsdag 15 Febr. Lezing van den heer J.
B. Schuil over Jeanne d'Arc in de Tuinzaal
van het Concertgebouw.
Maandag 2-1 Febr. Lezing van ir. C. Wolter-
beek, voorzitter van de Ned. Vereen, voor
Luchtbescherming, afd. Haarlem, over het
onderwerp: „Luchtbescherming" in het ge
bouw „Zang en Vriendschap". (Na de pauze
zal de bedrijfsleider van de N.V. Mij. „de
Betuwe" een causerie houden over Rijno-
tomatensap, gefabriceerd uit Hollandsche
tomaten)
LEZING OVER WERKLOOSHEID EN
WELVAART.
De lezing van ir. R. A. Verwey, directeur
van den Rijksdienst der Werkloosheidsver
zekering en Arbeidsbemiddeling te 's-Gra-
venhage, over „Werkloosheid en Welvaart",
welke op 31 Januari 1.1. niet kon doorgaan,
zal thans worden gehouden op Donderdag
avond 10 Februari a.s. in de Raadszaal ten
Stadhuize (ingang Prinsenhof).
WETHOUDER W. J. B. v. LIEMT.
De wethouder voor Armenzorg enz. de
heer w. J. B. van Liemt is van 7 tot 21 Fe
bruari afwezig.
DE TIJD EN DE FAMILIE CONWAY.
De leden van de afdeeling Haarlem van
Het Nederlandsch Tooneelverbond waren
gisteren uitgenoodigd voor de voorstelling
van „De Tijd en de Familie Conway" door
Het Hofstad Tooneel. De opvoering had
ook ditmaal een zeer groot succes. Na Can
dida was dit de tweede voorstelling in dit
seizoen, welke voor de leden van het Too-
neelverbond werd gegeven.
HEEMSTEDE
AANBESTEDING.
Voor rekening van de N.V. Albert Heijn
te Zaandam had gisteren alhier de aanbeste
ding plaats van het verbouwen van perceel
Jan van Goyenstraat 2.
Laagste inschrijver was H. Onrust te Zaan
dam voor f 10.300.
IJMUIDEN
NIEUWE IJSFABRIEK VOOR DE VEM.
Trawlers zullen rechtstreeks uit de fabriek
worden geladen.
Naar wij vernemen is aan den aannemer
Cupido de bouw opgedragen van een ijsfa
briek voor de Vem. Er zullen aan de Traw
lerkade eenige gebouwen worden gesloopt en
op den vrijgekomen grond zal de fabriek
worden gebouwd.
Deze uitbreiding houdt ongetwijfeld ver
band met het in de vaart brengen van groo
te trawlers door genoemde reederij. Schepen
als de Erin nemen per reis c.a. 60 ton ijs
mee en de in Engeland in aanbouw zijnde
trawlers gebruiken zeker niet minder.
Voor het afgeven van het ijs aan de boo
ten zal een bijzondere installatie gebouwd
worden, zooals men die veel in Engeland
ziet. Van het fabrieksgebouw tot aan de
remming komt een jjsl'eider. waardoor het ijs
direct uit de fabriek in de ijsburakers der
trawlers kan worden gevoerd, zoodat het
ijsladen met karren of auto's niet meer noo-
dig is.
BLOEMEN DAAL
WINTERLEZING VER. VOOR JEUGDWERK.
Donderdagavond sprak in het Jeugdhuis ds.
A. K. Straatsma uit 's-Gravenhage over: „De
trilogie van Gulbrandssen",
De spreker werd met een enkel woord inge
leid door den voorzitter, drs. J. C. van Dijk.
In een helder betoog schetste ds. Straatsma
de groote levensvraagstukken in de bekende
trilogie van de sterke, machtige, rijke, trot-
sche familie op Björndalshoeve.
Nadat van de twee zonen er een gestorven
was, volgde spr. den overgeblevene tot zijn
sterven, om de groote draad te volgen in
zijn leven, die leidt tot God.
Eerst de dood van zijn broer, later van de
zachtmoedige Dorothea, die tegenover zijn
„mannenplichten": rechtvaardigheid en
wraak stelt: barmhartigheid is meer.
De derde stoot komt als vrouw Therese
sterft en twee mannen op de hoeve achter
blijven, vader en zoon.
Als deze huwt met Adelheit en later twee
jongens sterven, reageeren de ouders en de
oude Dag zeer verschillend op dit gebeuren.
Wij zien den vader den Stervensberg be
klimmen en als hij den dood heeft gezien is
hij een ander mensch, maar een mensch,
die niemand begrijpt.
Een dominé brengt den ouden Dag over het
doode punt. Maar de hulp van den bisschop
(mysticisme) of van Dorothea (humanisme)
laten plaats voor twijfel en doen hem in
iedere goede daad een aflaat zien.
Tot hij op zijn sterfbed, grootsch als zijn
leven was, uitroept: „Er is maar één weg naar
het geluk en deze is Christus".
Voor spr. is de hoofdgedachte van de trilo
gie. dat wij met eiken vezel van ons wezen
aan het Christendom gebonden zijn. Hij
had hier in dit evangelisch einde van den
ouden Dag ook gaarne het einde van het boek
gezien en vindt de verzoening tusschen Adel-
heid in haar man onbevredigend.
Hij sprak eindelijk de hoop uit. dat Gul-
branssen nog veel zal geven, maar dan een
duidelijk antwoord geeft op de vraag, wat hij
met het Christendom bedoelt, waaraan wij
met vreugde gebonden zijn met heel ons
leven, waardoor wij liet kunnen begrijpen.
EEN MOOIE HERINNERING.
Door tusschenkomst van het gemeentebe
stuur is aan de leerlingen van de openbare
school voor UL.O. een fraaie leeren boeken
legger aangeboden met de opdracht, in ver
gulde letters:
Bloemendaal, 31 Januari 1938. Hartenlust-
school. Herinnering aan de geboorte van
Beatrix, Prinses van Oranje.
Bovendien ontvingen de kinderen een trac-
tatie,
SANTPOORT
EEN WAARSCHUWING.
Het is het bestuur van „Santpoort's Bloei"
gebleken, dat personen, waarschijnlijk uit
Haarlem afkomstig, die niets met „.Sant
poort's Bloei" hadden uit te staan, op den
cabaretavond van Zaterdag jl. getracht hebben,
en aanvankelijk met succes, buiten de zaal
aan bezoekers strikjes te verkoopen, waarbij
dezen in de waan werden gebracht, dat dit
geschiedde ter bestrijding der kosten van den
feestavond.
Daar deze lieden dezelfde praktijken onge
twijfeld ook bij feest- en propaganda-avonden
van andere vereenigingen zullen trachten toe
te passen, wil het bestuur van ..Santpoort's
Bloei" deze waarschuwing doen hooren.
Het bestuur heeft ook de politie met dezen
nieuwen vorm van bedelarij in kennis gesteld.
AUTOBUS-VERBINDING.
De N.V. Stormvogels heeft aan het bestuur
van „Santpoort's Bloei" bericht, dat binnen
kort een beslissing der Verkeerscommissie te
wachten is betreffende het doortx*ekken van
den autobusdienst Santpoort (Willem de Zwij
gerlaan)Haarlem via Bloemendaal tot Sant
poort-dorp. Indien de toestemming verkregen
wordt, ligt het in de bedoeling van de directie
der N.V. Stormvogels de doortrekking reeds in
het komende voorjaar te bewei'kstelligen,
waardoor dan de beide deelen van Santpoort
(dorp en station) weer wat nader tot elkander
zullen zijn gebracht.
WELKE VEREENIGING
heeft voor Zaterdag 26 Febr.
nog een
ZAAL NOODIG?
Door omstandigheden is de
groote zaal van den H. K. B.
Tempeliersstraat 235 dien avond
vrij. Telefoon 12693.
a.s. Zaterdag 3 uur
van de MODERN INGERICHTE
SHOWROOM van
W. BRAKES, ir.
Botermarkt 17
TELEFOON 12897
die geheel is ingesteld op den
verkoop van radio, stofzuigers,
haarden en haardkachels.
RIJWIELEN en
WASCHMACHINES
N.B. Betaling in overleg.
geven wij kennis van de VER
PLAATSING van onze Babyzaak
van Gierstraat naar
1 MAART a.s.
Deze maand bizonder lage prij
zen in kinderwagens, ledi-
kantjes, kinderstoelen, boxes
en wandelwagentjes.
GIERSTRAAT
RIJWIELEN
zijn ONVERWOESTBAAR,
geheel compleet m. electr.
lamp, achterlicht enz.
met 3 jaar gar.
f 32.50
Ook rijwielen reeds
vanaf27.50
ALLEENVERKOOP
Schagchelstr. 7 en filiaal
hoek Cronjéstraat, H.Nrd.
Onze 30 jaar bestaande
zaak waarborgt KWALI
TEIT en GARANTIE
Prima kwalit. RUNDVLEESCH
Doorregen lappen v.a. 0.55 p.p.
Magere lappen 0.60
Riblappen 0.65
Lende of Rosbief 0.70
Biefstuk of Haas0.95
Blank mager VARKENS-
VLEESCH
Karbonade 0.55 0.60 0.65 p.p.
Filet of fricandeau0.70
Magere lappen0.65
Blank KALFSVLEESCH
Lappen 0.70 p.p.
Fricandeau 0.80
Biefstuk, Oesters1.00
VOOR DE BOTERHAM: een
uitgebreide collectie prima fijne
vleeschwaren.
Ons bekende LUNCHPAKKET:
1 ons ham, 1 ons rookworst, 1
ons leverworst samen v. 30 cent
Alleen in de
ELECTR. MODEL SLAGERIJ
Barrevoetestraat 17. Tel. 11489