H" Met blijdschap Jac. van Weert H. J. v.dJeer C.Booy&Zoon Hollandsche en Spaansche kunst te Londen. INGEZONDEN /TUKKEN OPENING ANEGANG f-tunezc Sierlijk en Goedkoop VRIJDAG 4 FEBRUARI 193S HAARDE M'S D A G B E A D 13 Van Dijck, de schepper van den Engelschen „hof-stijl". rEDEN, na 300 jaren, lijkt ons de 17de eeuw wel eens een tijd, waarin vrij wel alles, dat in Europa op kunstge bied gebeurde, bewonderenswaardig' was, of het Bernini's plannen voor de St. Pie- ter te Rome waren, of Greco's schilderingen in Spanje, of de werken der tallooze meesters in de Nederlanden. Nader bezien was echter ook in de 17de eeuw niet alles botertje tot den boom. Europa was in twee vijandige kampen verdeeld en de scheidingslijn tusschen katholieken en pro testanten liep soms midden door een land of door een volk heen. Het religieuze en politieke antagonisme weerspiegelde zich natuurlijk ook in de beeldende kunsten, op welk gebied ook nog de meest uiteenloopende aesthetische theorieën opgeld deden. Mysticisme en realis me, classicisme en barok hadden in de 17de eeuwsche kunstwereld hun volgelingen en op de groote Londensche tentoonstelling zijn alle deze kunstrichtingen naast elkaar te zien. Twee hoofdstroomingen zijn er van begin af te onderscheiden. De eene is de kunst der pro- testantsche Nederlanden, een kunst van rea lisme en naturalisme, waarover wij in een vo rig artikel uitvoerig gesproken hebben. De an dere strooming is de kunst der katholieke lan den. De roomsch-katholieke kerk had nooit in de onverwachte overwinning der Noordelijke provincies berust en al tegen het einde der 16de eeuw werd een breed opgezet tegen offensief ontketend. Een vloed van mysticis me overstroomde Europa. Het uitte zich in de literatuur, in de dichtkunst en natuurlijk ook in de beeldende kunsten. Het meest karakteristieke stuk van dit genre is het groote schilderij van Greco, de smalle, ruim anderhalve meter hooge „Aanbidding dei- Herders", dat door den Koning van Roemenië voor de tentoonstelling afgestaan is en daar als de eenige buitenlandsche inzending hangt. Het formaat, de compositie, de verwrongen gestalten, de impulsieve beweging van het ge heel, licht en kleur, alles in dit schilderij is op één doel geconcentreerd, alles hypnotiseert den beschouwer, suggereert hem een onaard- sche, mystieke stemming, werkt op zijn zin tuigen, bedwelmthem, verontrust hem en sleept hem mee. Deze merkwaardige stemming vinden wij ook in andere documenten uit dien tijd, zoo in een brief, waarin de schrijver over een monnik vertelt, die eiken ochtend in een kleine kerk te Rome preekte. Deze monnik was zoo uitgeteerd en zoo mager, dat zijn gelaat onder den kap niet te zien was; aileen zijn oogen glommen als een paar gloeiende houts kolen en het leek wel alsof niet een mensche- lijk wezen, maar slechts een booze monniks kap op den preekstoel heen en weer fladde rend, onophoudelijk dreigementen en ver- wenschingen tegen de verstarde gemeente slingerdeDat was de geest der contra reformatie, in deze atmosfeer zijn de schilde rijen van Greco, sommige beelden van Berni ni en werken van Spaansche kunstenaars ontstaan en deze geestesgesteldheid mag men niet uit het oog verliezen, wil men de kunst van deze meesters goed begrijpen. Realisten. Ondanks de mystlsche stroomingen wist zich echter, overal in Europa, het realisme een weg te banen. Zelfs in Spanje, waar de contra- 1 reformatie zich het sterkst gelden deed, schil derde Murillo, behalve zijn zoetelijke Madon na's, zeer realistische scènes met bedelaars en straatjongens. Velasquez, de grootste Spaan sche schilder van zijn tijd, maakte portretten van een wonderlijk naturalisme, dat eeuwen lang de he'ele Europeesche schilderkunst be- invloed heeft. Hij is op de Londensche ten toonstelling met drie prachtige schilderijen vertegenwoordigd: het portret van zijn be diende Juan de Pareja, uit de collectie van Lord Radnor en twee werken uit de collectie van den Hertog van Wellington. Deze laat ste, een Mansportret en de zoogenaamde „Wa terdrager van Sevïlla" werden destijds door Joseph Napoleon in Spanje buitgemaakt; Wel lington, de voorvader van den tegenwoordigen eigenaar, heeft ze Napoleon, na den slag van Vittoila, weer.afgenomen en kreeg ze van den Spaanschen koning Ferdinand ten geschenke aangeboden. Het naturalisme van Velasquez is echter van een geheel anderen aard dan het realisme van zijn Hollandsche tijdgenooten. Zijn voornaam ste werken waren zijn Koningsportretten, die niet alleen de persoon van den Monarch, maar evenzeer de idee van het absolutisme uit beeldden. Absolutisme en kerk gingen in die dagen hand in hand en beiden gebruikten de beeldende kunsten als propagandamiddel voor hun ideeën en prestige. De 17-de eeuwsche mensch was zeer ontvankelijk voor alles wat „kolossaal" en „noch nicht dagewesen" was, een mentaliteit, welke in sommige landen ook heden nog niet heelemaal verdwenen is. De hoogste toren en het grootste schilderij maken op de massa meer indruk dan de mooiste to ren en het beste schilderij. Zoo kwamen wer ken tot stand als de tien vierkante meter groote „Aanbidding der Koningen", die Ru bens in elf dagen" voor 920 gulden in het klooster der „Dames Blanches" te Leeuwen, geschilderd heeft en waarvan de rekening nog in het archief van het klooster bewaard wordt. Het schilderij zelf werd, in 1783, na de ophef fing van het klooster, met andere schilderijen te Brussel geveild en bevindt zich tegenwoor dig in het bezit van den Hertog van West minster. Een nog grooter stuk is het eveneens door Rubens geschilderde portret van den eer sten Hertog van Buckingham. De galante her tog prijkt er levensgroot op een levensgroot paard, omringd door den Vrede, den Overvloed, de Overwinning, de Jaloezie, de Engelsche vloot en meer dergelijke attributen. Het paard is kennelijk door de vele naaktfiguren ge ïrriteerd en het geheel maakt den indruk van een autobus, die per ongeluk een melksalon binnengereden is. Deze Hertog van Buckingham was een dei- meest geportretteerde mannen van zijn tijd. Gunsteling van Koning James I en later van Charles I, werd hij met eere overladen, ont ving de titels graaf, markies, hertog, admiraal en was op één na de rijkste man van het ko ninkrijk. Zijn maritieme en militaire expedi ties brachten hem minder roem in dan zijn overwinningen op den dansvloer. Zoo werd hij, tijdens een diplomatieke missie in Frank rijk, bij een zeer intensieve flirt met de Fran- sche koningin betrapt, wat beide naties hem kwalijk namen: de Franschen, omdat ze van hem geen liefdesverklaringen maar een lee- hing verwachtten, en de Engelschen, omdat Greco, Murillo en Velasquez. de koningin katholiek was. Met het Engelsche parlement leefde hij voortdurend op voet van oorlog en tenslotte verklaarde het Lagerhuis hem tot „Staatsvijand no. 1", waarop hij door een soldaat, die over zijn soldij ontevreden was vermoord werd. Zelfs op zijn doodsbed is hij nog geportreteerd en wel door Van Dijck; ook dit doek hangt thans op de Londensche ten toonstelling. Daar is trouwens ook een aller bekoorlijkst portret van Buckingham's vrouw te vinden, dat door den Utrechtschen schilder P. Moreelse vervaardigd is. Rubens' schetsen en zijn werken van kleine afmetingen zijn over het algemeen beter dan de geweldige composities. Het beste wat van den meester op deze tentoonstelling te zien is, is ongetwijfeld het landschap bij Laeken, uit het bezit van den Engelschen koning. Deze en andere landschappen schilderde Rubens niet voor den verkoop, maar voor zijn eigen pleizier. Ze zijn veel persoonlijker en interes santer dan de groote, op bestelling gemaakte, doeken. Wie echter in Londen het mooiste werk van Rubens zien wil, moet naar de Na tional Gallery gaan, waar op het oogenblik, als bruikleen van den heer Goulbenkian, het portret van des schilders vrouw hangt. Het is een van de prachtigste schilderijen, die ge maakt zijn, sedert de olieverf uitgevonden is. Van Dijck en zijn navolgers. Rubens' leerling, Anthonie van Dijck, komt op de Londensche tentoonstelling beter voor den dag dan zijn leermeester. Dit is ook niet te verwonderen. Van Dijck was de schepper van den Engelschen „hof-stijl". Op de por tretten uit zijn laten „Engelschen" tijd, beeldt hij zijn modellen uit als volmaakte „dandies", druipend van élégance en nonchalance. De meeste van deze portretten zijn nog in het bezit van de families, voor welke Van Dijck ze geschilderd heeft en op het vasteland krijgt men haast nooit werkelijk goede exemplaren van dezen stijl te zien. Veel ervan zijn trou wens tamelijk vervelend, hetgeen de „experts" niet willen toegeven. Die stukken echter, welke geheel door den meester zelf geschilderd zijn, zooals het dubbele portret van Catherina Rivers en Lady Thimbley (uit de collectie van Lord Spencer) boeien den beschouwer door een meesterlijke conceptie en een brilliante uit voering. Ook het vroegere werk van Van Dijck is op de tentoonstelling goed vertegenwoor digd, zoo door het uitstekende portret van den Franschen kunsthandelaar Langlois, uit de collectie van Viscount Cowdray. Van Dijck's „mondaine" portretten brachten hem een ongekend succes en veel geld; tal van schilders begonnen zijn stijl te imiteeren en hun voortbrengselen vormen een goed deel van de „Engelsche" schilderkunst der 17-de eeuw. De knapste onder hen was ongetwijfeld Wil liam Dobson, Van Dijck's opvolger als hof schilder. Op het vasteland is Dobson een on bekende en het is een verdienste van deze tentoonstelling, dat hier eenige van zijn ver geten werken aan het licht gebracht worden. Hij is eenigszms onpersoonlijk, maar zeer knap en hij weet in zijn beste werken de door Van Dijck bereikte effecten verbazend goed te produceeren. Een andere „Engelsche" mees ter is de in Westfalen uit Hollandsche ouders geboren Pieter Lely, die evenals Dobson, Van Dijck nabootste en soms buitengewoon bekoor lijke schilderijen wist te maken. De Duitse hers Soest en Kneller, alsmede Cornelis Janson van Ceulen (in Engeland Johnson genaamd), de Nederlander Mij tens en de Vlaming Van So- mer, representeeren op de tentoonstelling de rest van de „Engelsche" school. Fransche kunst. Fransche kunstwerken zijn in Londen min der talrijk dan Hollandsche en Vlaamsche. De uiteenloopende tendenzen der Fransche schil derkunst worden er echter op interessante wijze gedemonstreerd. In Frankrijk, zooals in Spanje, waren hof en kerk de groote op drachtgevers. Wij zien dus ook hier werken, die een zeker programmatisch karakter heb ben, zooals religieuze composities, of de ge- wild-heroische portretten van Rigaud, Largil- lière en Philippe de Champaigne. De Fransche zin voor de juiste verhoudingen en voor de realiteit liet echter al gauw een oppositie tegen dezen, door Rubens beïnvloeden, hofstijl op komen. De oppositie kwam uit twee verschil lende kampen, welker aesthetische neigingen onderling niets met elkaar te maken hadden. De felste tegenstanders van den hof-stijl waren de klassicistische schilders Nicolas Poussin en Claude Lorrain. Zij volgden de theorieën van Raffael en de Antieken. Wil men beleefd blijven, zoo kan men hun schil derijen „academisch" noemen. Maar zoodra echter deze schilders (vooral Claude Lorrain) de academische theorieën vergaten, schiepen ze onvergetelijke meesterwerken. Zulke mees terwerken zijn Claude's teekeningen naar de natuur, die een der glanspunten van deze ten toonstelling vormen. De andere reactie tegen den Franschen hof-stijl, tevens tegen de aca demische kunst der Poussinisten, was de rea listische school, waarvan de gebroeders Le Nain de meest bekende figuren zijn. Zij zoch ten hun onderwerpen in het volksleven en de inhoud van hun schilderijen doet aan de ge lijktijdige Hollandsche en Vlaamsche kunst denken. Op de tentoonstelling is van deze schildersfamilie door eenige bijzonder aardige stukken, uit de collecties van den Hertog van Leeds en van Lord Mount Temple, alsmede uit het Dulwich college, vertegenwoordigd. Het minst geslaagd is de Italiaansche afdee- ling. Op het gebied van schilderkunst is bij voorbeeld van Carravaggio, den grooten en interessantsten Italiaanschen meester uit deze periode, geen enkel origineel schilderij aan wezig. Carravaggio's invloed op de gehecle Europeesche schilderkunst was buitengewoon groot. Zijn werken, waarin licht-en-donker effecten en een sterk naturalisme een zeer persoonlijken stijl vormden, vonden navolgers in vrijwel alle landen. In Holland waren het vooral de meesters uit de Utrechtsche school: Honthorst, Terbruggen en Baburen. In Frank rijk, Valentin de Boulogne en Dumesnil de la Tom-. Zelfs Rubens is een tijd lang onder den invloed van Carravaggio geweest, zooals het op deze tentoonstelling aanwezige schilderij „Oude vrouw met kaars", duidelijk aantoont. Het andere 17-de eeuwsche Italiaansche genie, Lorenzo Bernini, komt in Londen eveneens onvoldoende tot zijn recht. Deze leemten wor den eenigszms goedgemaakt door de zeer mooie teekeningen en voorwerpen van kunst nijverheid, die od de tentoonstelling bijeenge bracht zijn. Al deze schilderijen, teekeningen, etsen, meubelen, beelden, miniatures, tapisseriën, muziekinstrumenten, costuums, oude natuur kundige instrumenten (deze laatste op rijk gebeeldhouwde voetstukken) en al het kant, zilver, glas en borduurwerk geven den bezoe ker van de Londensche tentoonstelling een interessanten kijk op de Europeesche kunst en beschaving der 17de eeuw. Dr. N. S. TRIVAS. Voor den inhoud dezer rubriek stelt de Redactie zich niet verantwoordelijk. Van ingezonden stukken, geplaatst oj niet geplaatst, wordt de kopij den inzender niet teruggegeven De gelijkstelling der Indische Pensioenen. Haarlem, 3 Februari 1938. Geachte redactie, Er wordt den laatsten tijd in uw blad nog al eens een opmerking' gemaakt dooi- de oud-gepensionneerden van land- en zee macht over de gelijkstelling der Indische pensioenen. Ondergeteekende heeft als .korporaal ge diend van 1891 t. m. 1897, is daarna tijdelijk afgekeurd en na een jaar in Nederland fi naal afgekeurd. Hij geniet nu van 1 Januari 1925 af een pensioen van f 236 gulden, zegge tweehonderd zes en dertig per jaar, om over de vroegere jaren maar niet te spreken! Hij is tevens drager van de Atjeh- en de Lom bok-medaille. En dat noemt men rvu de gelijkstelling! Met dank voor -de plaatsing. J. B. Oud-korporaal I. L. Arbeid van gehuwde vrouwen. Geachte heer hoofdredacteur, Zooals steeds heb ik ook thans met be langstelling uw artikel in het nummer van uw Iblad van 22 dezer gelezen, getiteld: „.Ar beid van gehuwde vrouwen" en als vanzelf ook het stuk. daarop betrekking hebbend, van mevrouw Van den Bergh van Eysinga- Elias in hetzelfde nummer. Ik geloof met zeer velen van meening te zijn, dat in de distributie van arbeidsmoge lijkheden alleen dan iets te bereiken valt ter vermindering van de werkloosheid, wanneer een strenge wettelijke toepassing in praktijk wordt gebracht. Ik onderschat niet de moei lijkheden om een regeling te dien opzichte tot stand te brengen, maar moeilijk gaat ook, als de wil er maar is. Ik erken ook, dat velen bij izoo'n totstandkoming een strop zullen hebben, maar daar gaat het niet om; er is nog nooit een wet in het leven geroe pen, waar iedereen mee weg liep. Principieele bezwaren moeten we nu maar eens op zij zetten, die leuze kunnen we ons in deze tij den niet permitteeren. Het is hier niet de vraag of men gerech tigd is in te grijpen in de menschelijke vrij heid van arbeid, (waarmede soms toch al reeds heel vreemd wordt omgesprongen, blij kens eenige jaren geleden opgedane erva ring mijnerzijds), evenmin de vraag of de Hollandsche echtparen al of niet mans ge noeg zijn zelf samen te bepalen of het noo- dig en mogelijk is, dat ook moeder de vrouw mee verdient, of dat de opvoeding der kin deren gebaseerd is op een dubbel inkomen (eenvoudig het toppunt), maar het is de vraag wat het zwaarst weegt, en dat is m.i. de bestrijding der werkloosheid, waarvoor alles moet wijken wat maar eenigszins mo gelijk is, en dat is veel, omdat dat nummer één is, en elke gelegenheid of maatregel, die kan bijdragen tot vermindering der werk loosheid (want daarmede is het nog steeds diep-treurig gesteld) moet worden aange grepen, in het belang van volk en land. De economische toestand van ons volk in het afgeloopen ijaar is helaas slecht gebleven, met als gevolg dat ook de geestelijke toe stand van ons volk slecht bleef. Het is van mij heusch geen jaloersehheid dat ik het fout vind dat in veel gezinnen man en vrouw elk een inkomen hebben, maar ik vind het onbillijk tegenover de tal looze werkloozen. omdat daardoor aan velen een kans ontnomen wordt om aan den slag te komen. Ook kan ik niet gelooven, dat er sprake van zal zijn de menschelijke energie en ondernemingsgeest te remmen, dat zou het paard achter den wagen spannen zijn, daar dit niets te maken heeft met de distri butie van arbeidsmogelijkheden. Ik ben van meening dat men er meer van zal schrik ken, wanneer men er over gaat doordenken wat er van terecht moet komen als er, zoo als tot nu toe. zoo goed als niets gedaan wordt om de enorme werkloosheid te beteu gelen en te verminderen, waaraan een ge slacht bezig is ten onder te gaan, dan de wijziging der vooruitzichten van kinderen in sommige gezinnen, gebaseerd op de dubbele arbeidstaak der ouders. De uitblinkers komen er toch wel, daarvoor is gelegenheid genoeg. Goedkoop zullen de uitvoering en controle wel niet worden, maar dat is gemotiveerd voor het doel; de controle op de rijwiel- en omzet belasting was ook niet goedkoop, vooral op de laatste niet; doch dat zijn maar bijzaken. Intusschen verheugt het mij dat er eindelijk eens een minister is, die het niet alleen ernstig meent, maar die ook iets wil doen tot vermin dering der werkloosheid, den grootsten geesel van dezen tijd, waarvoor het gemotiveerd is dat er, zooals gewoonlijk met het invoeren van een nieuwe wet, offers vallen in het belang van het algemeen. Ik hoop zelfs dat deze mi nister nog een stap verder zal gaan en den moed heeft, nog andere maatregelen toe te passen in het belang der bestrijding van de werkloosheid, waarvan het niet op mijn weg ligt ze te noemen. Maar dan zou misschien de minister in conflict komen met het heilige huisje, genaamd „politiek" of wel het huidige stelsel. Mogelijkheden voor een dubbele arbeidstaak der ouders blijven altijd wel bestaan, b.v. wan neer beide ouders arts zijn. Dat. volgens Mevrouw Van den Bergh van Eysïnga, deze wet de zelfstandigheid en de waardigheid van het Néderlandsche gezin en de vrijheid van beweging van de gehuwde Ne- derlandsche vrouw aanrandt, klinkt wel erg theatraal, en daar geloof ik niet veel van. Maar aangenomen dat dit wel het geval zou zijn, dan behoort daarvan iets prijs gegeven te worden in het belang van de volkswelvaart Om in deze richting iets te bereiken, waartoe het uiteindelijk toch zal moeten komen, op welke wijze idan ook, moeten we in deze meer dan waanzinnige wereld probeeren af te zien van den haat, het wantrouwen, het egoïsme en nog veel meer leelijks en ons werken daar op te richten, dat ten goede komt aan een gezonde samenleving, want daaraan mankeert eigenlijk alles. In dit verband wijs ik ten slotte nog op het ingezonden stuk in hetzelfde nummer van Uw blad als boven bedoeld, getiteld: „Hapert er iets aan onze samenleving?', dat mij uit het hart gegrepen is. Met dank voor de verleende plaatsruimte, Hoogachtend. II. J. WARNIER. NED. VEREEN. VAN HUISVROUWEN. Het bestuur van de afd. Haarlem en om streken der Ned. Vereen, van Huisvrouwen heeft voor de leden voor Februari 1938 het volgend programma opgemaakt. Woensdag 9 Febr. Kindermiddag in den Stadsschouwburg onder leiding van prof. Davola, ter eere van de geboorte van Prinses Beatrix. Dinsdag 15 Febr. Lezing van den heer J. B. Schuil over Jeanne d'Arc in de Tuinzaal van het Concertgebouw. Maandag 2-1 Febr. Lezing van ir. C. Wolter- beek, voorzitter van de Ned. Vereen, voor Luchtbescherming, afd. Haarlem, over het onderwerp: „Luchtbescherming" in het ge bouw „Zang en Vriendschap". (Na de pauze zal de bedrijfsleider van de N.V. Mij. „de Betuwe" een causerie houden over Rijno- tomatensap, gefabriceerd uit Hollandsche tomaten) LEZING OVER WERKLOOSHEID EN WELVAART. De lezing van ir. R. A. Verwey, directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsver zekering en Arbeidsbemiddeling te 's-Gra- venhage, over „Werkloosheid en Welvaart", welke op 31 Januari 1.1. niet kon doorgaan, zal thans worden gehouden op Donderdag avond 10 Februari a.s. in de Raadszaal ten Stadhuize (ingang Prinsenhof). WETHOUDER W. J. B. v. LIEMT. De wethouder voor Armenzorg enz. de heer w. J. B. van Liemt is van 7 tot 21 Fe bruari afwezig. DE TIJD EN DE FAMILIE CONWAY. De leden van de afdeeling Haarlem van Het Nederlandsch Tooneelverbond waren gisteren uitgenoodigd voor de voorstelling van „De Tijd en de Familie Conway" door Het Hofstad Tooneel. De opvoering had ook ditmaal een zeer groot succes. Na Can dida was dit de tweede voorstelling in dit seizoen, welke voor de leden van het Too- neelverbond werd gegeven. HEEMSTEDE AANBESTEDING. Voor rekening van de N.V. Albert Heijn te Zaandam had gisteren alhier de aanbeste ding plaats van het verbouwen van perceel Jan van Goyenstraat 2. Laagste inschrijver was H. Onrust te Zaan dam voor f 10.300. IJMUIDEN NIEUWE IJSFABRIEK VOOR DE VEM. Trawlers zullen rechtstreeks uit de fabriek worden geladen. Naar wij vernemen is aan den aannemer Cupido de bouw opgedragen van een ijsfa briek voor de Vem. Er zullen aan de Traw lerkade eenige gebouwen worden gesloopt en op den vrijgekomen grond zal de fabriek worden gebouwd. Deze uitbreiding houdt ongetwijfeld ver band met het in de vaart brengen van groo te trawlers door genoemde reederij. Schepen als de Erin nemen per reis c.a. 60 ton ijs mee en de in Engeland in aanbouw zijnde trawlers gebruiken zeker niet minder. Voor het afgeven van het ijs aan de boo ten zal een bijzondere installatie gebouwd worden, zooals men die veel in Engeland ziet. Van het fabrieksgebouw tot aan de remming komt een jjsl'eider. waardoor het ijs direct uit de fabriek in de ijsburakers der trawlers kan worden gevoerd, zoodat het ijsladen met karren of auto's niet meer noo- dig is. BLOEMEN DAAL WINTERLEZING VER. VOOR JEUGDWERK. Donderdagavond sprak in het Jeugdhuis ds. A. K. Straatsma uit 's-Gravenhage over: „De trilogie van Gulbrandssen", De spreker werd met een enkel woord inge leid door den voorzitter, drs. J. C. van Dijk. In een helder betoog schetste ds. Straatsma de groote levensvraagstukken in de bekende trilogie van de sterke, machtige, rijke, trot- sche familie op Björndalshoeve. Nadat van de twee zonen er een gestorven was, volgde spr. den overgeblevene tot zijn sterven, om de groote draad te volgen in zijn leven, die leidt tot God. Eerst de dood van zijn broer, later van de zachtmoedige Dorothea, die tegenover zijn „mannenplichten": rechtvaardigheid en wraak stelt: barmhartigheid is meer. De derde stoot komt als vrouw Therese sterft en twee mannen op de hoeve achter blijven, vader en zoon. Als deze huwt met Adelheit en later twee jongens sterven, reageeren de ouders en de oude Dag zeer verschillend op dit gebeuren. Wij zien den vader den Stervensberg be klimmen en als hij den dood heeft gezien is hij een ander mensch, maar een mensch, die niemand begrijpt. Een dominé brengt den ouden Dag over het doode punt. Maar de hulp van den bisschop (mysticisme) of van Dorothea (humanisme) laten plaats voor twijfel en doen hem in iedere goede daad een aflaat zien. Tot hij op zijn sterfbed, grootsch als zijn leven was, uitroept: „Er is maar één weg naar het geluk en deze is Christus". Voor spr. is de hoofdgedachte van de trilo gie. dat wij met eiken vezel van ons wezen aan het Christendom gebonden zijn. Hij had hier in dit evangelisch einde van den ouden Dag ook gaarne het einde van het boek gezien en vindt de verzoening tusschen Adel- heid in haar man onbevredigend. Hij sprak eindelijk de hoop uit. dat Gul- branssen nog veel zal geven, maar dan een duidelijk antwoord geeft op de vraag, wat hij met het Christendom bedoelt, waaraan wij met vreugde gebonden zijn met heel ons leven, waardoor wij liet kunnen begrijpen. EEN MOOIE HERINNERING. Door tusschenkomst van het gemeentebe stuur is aan de leerlingen van de openbare school voor UL.O. een fraaie leeren boeken legger aangeboden met de opdracht, in ver gulde letters: Bloemendaal, 31 Januari 1938. Hartenlust- school. Herinnering aan de geboorte van Beatrix, Prinses van Oranje. Bovendien ontvingen de kinderen een trac- tatie, SANTPOORT EEN WAARSCHUWING. Het is het bestuur van „Santpoort's Bloei" gebleken, dat personen, waarschijnlijk uit Haarlem afkomstig, die niets met „.Sant poort's Bloei" hadden uit te staan, op den cabaretavond van Zaterdag jl. getracht hebben, en aanvankelijk met succes, buiten de zaal aan bezoekers strikjes te verkoopen, waarbij dezen in de waan werden gebracht, dat dit geschiedde ter bestrijding der kosten van den feestavond. Daar deze lieden dezelfde praktijken onge twijfeld ook bij feest- en propaganda-avonden van andere vereenigingen zullen trachten toe te passen, wil het bestuur van ..Santpoort's Bloei" deze waarschuwing doen hooren. Het bestuur heeft ook de politie met dezen nieuwen vorm van bedelarij in kennis gesteld. AUTOBUS-VERBINDING. De N.V. Stormvogels heeft aan het bestuur van „Santpoort's Bloei" bericht, dat binnen kort een beslissing der Verkeerscommissie te wachten is betreffende het doortx*ekken van den autobusdienst Santpoort (Willem de Zwij gerlaan)Haarlem via Bloemendaal tot Sant poort-dorp. Indien de toestemming verkregen wordt, ligt het in de bedoeling van de directie der N.V. Stormvogels de doortrekking reeds in het komende voorjaar te bewei'kstelligen, waardoor dan de beide deelen van Santpoort (dorp en station) weer wat nader tot elkander zullen zijn gebracht. WELKE VEREENIGING heeft voor Zaterdag 26 Febr. nog een ZAAL NOODIG? Door omstandigheden is de groote zaal van den H. K. B. Tempeliersstraat 235 dien avond vrij. Telefoon 12693. a.s. Zaterdag 3 uur van de MODERN INGERICHTE SHOWROOM van W. BRAKES, ir. Botermarkt 17 TELEFOON 12897 die geheel is ingesteld op den verkoop van radio, stofzuigers, haarden en haardkachels. RIJWIELEN en WASCHMACHINES N.B. Betaling in overleg. geven wij kennis van de VER PLAATSING van onze Babyzaak van Gierstraat naar 1 MAART a.s. Deze maand bizonder lage prij zen in kinderwagens, ledi- kantjes, kinderstoelen, boxes en wandelwagentjes. GIERSTRAAT RIJWIELEN zijn ONVERWOESTBAAR, geheel compleet m. electr. lamp, achterlicht enz. met 3 jaar gar. f 32.50 Ook rijwielen reeds vanaf27.50 ALLEENVERKOOP Schagchelstr. 7 en filiaal hoek Cronjéstraat, H.Nrd. Onze 30 jaar bestaande zaak waarborgt KWALI TEIT en GARANTIE Prima kwalit. RUNDVLEESCH Doorregen lappen v.a. 0.55 p.p. Magere lappen 0.60 Riblappen 0.65 Lende of Rosbief 0.70 Biefstuk of Haas0.95 Blank mager VARKENS- VLEESCH Karbonade 0.55 0.60 0.65 p.p. Filet of fricandeau0.70 Magere lappen0.65 Blank KALFSVLEESCH Lappen 0.70 p.p. Fricandeau 0.80 Biefstuk, Oesters1.00 VOOR DE BOTERHAM: een uitgebreide collectie prima fijne vleeschwaren. Ons bekende LUNCHPAKKET: 1 ons ham, 1 ons rookworst, 1 ons leverworst samen v. 30 cent Alleen in de ELECTR. MODEL SLAGERIJ Barrevoetestraat 17. Tel. 11489

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 3