m
D bent een te
beschaafd man
Dobbelmcmn
lekker, man T
Mr. de Wilde acht Egalisatie
fonds nog onmisbaar.
ÉÉN MAN
«BREEMEN
Weldra benoeming van
gezant te Rome?
DONDERDAG 10 FEBRUARI 1938
HAARLEM'S DAGBLAD
om bij Uw sigaren
winkelier binnen te
loopen en te zeggen:
„geel mij een pakje
tabak".
U zult waarschijnlijk
een pakje tabak van
een bepaald merk
vragen.
U zult zéér waar
schijnlijk een pakje
IBIS vragen. Want U
zult zeer zeker weten,
dat IBIS niet zoo maar
,,'n pakje tabak" is.
EERSTE KAMER.
Groote verliezen zijn niet geleden.
Grootere uitgaven zouden
al het goud doen
wegvloeien.
DEN HAAG Woensdag.
Mr. v. Bönninghausen (N.S.B.) gaf
allerlei beschouwingen ten beste waarvan mis
schien 'de belangrijkste was, de opmerking, dat
het programma van zijn partij geenszins
gelijk wel door tegenstanders beweerd wordt
tegelijkertijd belastingverlaging èn versnel
de schuldaflossing nastreeft!
Hoofdpunt in de dis
cussies vormde heden
Mr. Pollema's aanval
op het Regeeringsbe-
leid inzake het egali
satiefonds. Alleen de
heer de Zeeuw (s.d.)
viel hem bij, doch ove
rigens kreeg de c.h. op
posant van alle kanten
te hooren, dat het on
gelijk aan zijn kant
was. Aldus de heer v.
d. Bergh (lib.), die
overigens wel een
beetje bezwaard scheen
door den grooten goud-
a o a 7 voorraad bij de Neder-
(Sdap')*UW landsche Bank, al
had Mr. Trip hem met
diens pas gehouden rede wel gerustgesteld.
Ook de heer Blomjous (R.K.) achtte het
gewenscht het duo Pollemade Zeeuw aan te
raden met beide beenen op den grond te blij
ven, waarna deze R.K. spreker in den breede
herziening van ons belastingstelsel bepleitte,
vooral ook in verband met de verhouding tus-
schen directe en indirecte belastingen ten na-
deele van de laatste, die 't levenspeil neer
halen. Voorts kwam dit Kamerlid op tegen
mogelijke plannen om verlenging van de
doodehandsbelasting na 1938 voor te stellen.
Na te hebben aangeteekend, dat de heer
Nivard (R.K.) uiteenzette, waarom de om
zetbelasting niet toepasselijk zou wezen op
herstellingsoorden, vermelden we nog, dat ook
Prof. de Savornin Lohman zijn fractie
genoot Pollema bestreed wat diens kritiek met
betrekking tot het egalisatiefonds aangaat,
terwijl daartegen de heer ter Haar (c.h.)
wat meer voor Mr. Pollema's bezwaren scheen
te voelen; alleen wenschte hij niet accoord te
gaan met diens conclusie in zake grootere
royaliteit bij het doen van publieke uitgaven.
Als veertiende spreker de Senaat bleek heel
wat minder op het goud van het stilzwijgen
dan op het zilver van het spreken gesteld zijn!
kwam Jhr. v. Citters (a.r.) op tegen de
methode van steeds weer werken met het
heffen van opcenten. En toen kregen we nog
'n klein politiek kibbelarijtje van Mr. v. Ves-
sem (N.S.B.) tegen den heer de Zeeuw
(s.d.) over de vraag of de N.S.B. het met .haar
ijveren voor devaluatie bij 't rechte eind had
gehad, om voorts bijval te verleenen aan Mr.
Pollema.
Minister De Wilde begon met te verkla
ren, dat momenteel belastingverlaging niet
mogelijk is. Wat ons belastingstelsel betreft,
ongetwijfeld zou 't wel gewenscht wezen
daarin verandering aan te brengen en on
getwijfeld heeft Jhr. v. Citters op zichzelf
gelijk, dat door opcenten de fouten van di
verse belastingen nog vergroot worden. Maar
we moeten hiertoe wel overgaan als er geld
noodig is en zich aan den anderen kant nog
geen. geschikte tijd voordoet om een hervor
ming van het stelsel op touw te zetten.
Zij die klagen over een onjuiste verbin
ding tusschen directe en indirecte belastin
gen hebben gelijk, maar ook hier geldt op
het oogenblik, dat het thans niet anders kan.
Trouwens, de gemeenten dit aan het adres
van den Rotterdamschen wethouder De
Zeeuw zondigen in dit opzicht heusch
heel wat meer dan het Rijk. Naar aanleiding
van een klaagzang van den heer Bruineman
(R.-K.) over den belastingdruk op de groote
gezinnen, toonde Mi'. De Wilde aan, dat de
Nederlandsehe belastingwetgever geenszins
de belangen van het groote gezin verwaar
loost. De klachten van de kasteelbewoners en
van de bezitters van groote landgoederen
zijn niet ongerechtvaardigd zoo merkte
de Minister op doch het zit hem meer in
Mr. J. A. de Wilde
Minister van Financiën
de vermogens- en de verdedigings- dan in
de personeele belasting: daardoor wordt soms
tegen de 100 pet. van het inkomen belast-
Zulke menschen subsidieeren kan natuurlijk
niet, doch men zou wellicht het vermogen
dan op andere wijze kunnen taxeeren. Dit
wil de Minister nog wel eens ernstig over
wegen. Doch voor (geleidelijke) afschaffing
van de grondbelasting, gelijk Mr. v. Rap-
pard had bepleit, voelt de Minister van
Financiën niets. Aangezien een wetsontwerp
inzake de winstbelasting in verregaanden
staat van voorbereiding is, liet Mr. De Wilde
dit punt nu maar verder vrijwel rusten;
alleen stipte hij aan, dat er wel menschen
zijn. die. om zoo te zeggen, van zichzelf een
vennootschap maken om aldus heele vermo
gens belastingloos bijeen te krijgen. Onder
groot gelach der Kamer voegde spr. er aan
toe, dat hij zekere methode, waardoor men
uit die manipulaties nog grootere yoordeelen
kan trekken, maar niet zou vermelden. Blijk
baar vreesde hij anders een te veelvuldig
volgen van dit recept! Over 'n koffieheffing
(door den heer v. d. Bergh aanbevolen) zal
Mr. De Wilde nog eens denken.
Van de belastingen kwam hij via het moei
lijke probleem der fondsen, bij het egalisatie
fonds terecht.
Omtrent de gestie van het fonds kon de
Minister niet meer meedeelen, want dit kan
alleen aan zijn doel beantwoorden als het in
't geheim z'n besluiten neemt, waarvoor m-
tusschen de Minister van Financiën verant
woordelijk blijft.
Zoolang de gulden zwevend blijft, kan het
egalisatiefonds niet worden gemist. Dit in
verband met hier komend vluchtkapitaal
met den hoogst onzekeren toestand in de
wereld op monetair en financieel gebied en
met 't belang, dat sommigen hebben bij
koersfluctuaties.
Dank zij het fonds is bereikt, dat de gulden
niet stuurloos o'p de golven danst als een oude
Scheveningsche bom, maar zijn koers kan
houden. Volgens Mr. de Wilde is 't volstrekt
onjuist, dat het fonds den gulden, die omhoog
wil, op te laag peil zou houden.
De Minister wees er nog met nadruk op,
dat psychologische factoren leiden tot het
binnenkomen van veel buitenlandsch, z.g.n.
vlucht-kapitaal. Doch de toevloed zou ook bij
fixatie van den gulden, in plaats van hem
zwevend te houden, even groot zijn geweest,
gelijk b.v. de gang van zaken in Zwitserland
leert.
Ook het feit, dat vele Nederlanders liever
niet meer in den vreemde beleggen veroor
zaakt een goudtoevloed. Alles tezamen kan
men gerust zeggen, dat de gulden op den hul
digen koers zijn financieel-economisch even
wicht heeft gevonden. En nu moet de regee
ring met behulp van het egalisatiefonds zor
gen voor 'n tegenwicht als abnormale krach
ten 't evenwicht dreigen te verbreken. Van
het vluchtkapitaal geldt overigens, „zoo zie je
het, en zoo zie je het niet". En nu is met het
oog op de noodige liquiditeit het goud het
beste middel. Als Mr. Pollema uitroept, dat
het volksvermogen thans in dor goud wordt
belegd, voert deMinister hiertegen aan, dat
het heelemaal geen volksvermogen is en dat
er tegenover dat goud schulden staan. Heel
ons doen en laten met 't egalisatiefonds ge
schiedt in het belang van onze nijvere koop
lieden, landbouwers enz. Mr. de Wilde verze
kerde nog eens met groote stelligheid, dat bij
de credietverleening aan de Fransche Spoor
wegen zelfs niet gedacht is aan 't egalisatie
fonds, om voorts te ontkennen, dat genoemd
fonds in werkelijkheid 200 milliöen zou heb
ben verloren, al moge de schijn wellicht meer
in die richting wijzen. Nog zeer lang kunnen
we met het fonds voortgaan, zooals het nu is,
en mocht er tenslotte verhooging van het ka
pitaal noodig zijn, dan zal de Regeering zich
niet schamen om daartoe de medewerking
van de Staten-Generaal te vragen intus-
schen zoover is het thans nog allerminst.
Wat wilde Mr. Pollema nu eigenlijk met zijn
rede? Op deze vraag het antwoord te vinden
viel den Minister moeilijk, wenscht hij 't ega
lisatiefonds afgeschaft te krijgen, wil hij den
koers van den gulden doen stijgen? De spre
ker beweerde wel 'n ander middel te hebben,
doch hij verzweeg welk en dat gaat toch niet
aan. Het vorige jaar had die afgevaardigde
aanschaffing van groote voorraden aanbe
volen. Dat is op zichzelf heel nuttig, maar niet
uit monetair oogpunt, want hoe kan men dan,
als het op 'n gegeven oogenblik noodig is, vol
doende liquide zijn? Is men dat niet, dat zou
devaluatie onontbeerlijk zijn. Daarom ge
looft de Minister, dat hij de adviezen van de
leiding van de Nederlandsehe Bank waarde
voller moet achten, dan wat Mr. Pollema
raadzaam scheen te vinden. Hoe deze c.h. af
gevaardigde op meer uitgaven kan aandrin
gen was den Minister heelemaal 'n raadsel.
Zou men heden dit recept-Pollema toepassen,
dan ware over 'n paar dagen van al 't goud.
dat thans hier is, niets meer over. Zeer plas
tisch lichtte de Minister deze stelling toe door
'n vergelijking met een spaarbank, waarin
plots 't vertrouwen verloren dreigt te gaan.
De Minister besloot met een beroep op den
heer Pollema om toch vertrouwen te stellen
in het door de Regeering ten aanzien van den
gulden en 't egalisatiefonds gevoerde beleid.
Toen hij eindigde met gewag te maken van
het vertrouwen door de wereld in ons finan
cieel beleid aan den dag gelegd, klonk er ap
plaus op de, zoowel wat vorm als inhoud be
treft, voortreffelijke rede.
E. v. R.
Colleges van Gedeputeerden tegen
naamsverandering van Gemeenten.
Mededeeling van regeering' nog niet
doorgestuurd.
Niet alleen van de zijde van verscheidene
der betreffende gemeenten, ook door Gedepu
teerde Staten van verschillende provinciën,
zijn naar de Tel. verneemt, bij de regeering
ernstige bezwaren ingebracht tegen de door
haar vastgestelde nieuwe benamingen van
een groot aantal gemeenten in ons vader
land.
Gedeputeerde Staten maken bezwaar, dat
zij in deze aangelegenheid op eenmaal zijn ge
plaatst voor een voldongen feit. Hun gevoelen
is door de regeering niet gevraagd, plotseling
is uit de lucht gevallen het verzoek der re
geering aan Gedeputeerde Staten om de
nieuwe, soms belangrijk gewijzigde, bena
mingen voortaan te bezigen en deze uitnoodi-
ging door te geven aan de gemeentebesturen.
Eenige colleges van Gedeputeerde Staten
hebben volgens het blad besloten aan dit ver
zoek tot mededeeling aan de gemeentebestu
ren vooralsnog niet te voldoen. Zij hebben aan
de regeering kenbaar gemaakt, dat naar haar
meening alleen de wetgever bevoegd is namen
te wijzigen van gemeenten, welker namen bijv
bij grenswijzigingswetten zijn vastgesteld.
De vraag rijst ook, of wettelijke indeelingen
van gemeenten, waarin de oude benamingen
voorkomen, onder andere voor verkiezingen
belastingen en justitie wel ongewijzigd rechts
kracht zullen behouden. En zoo is er meer, dat
de vraag opwerpt, of met een eenvoudige cir
culaire deze gewichtige aangelegenheid wel
als afgedaan kan worden beschouwd. Afgezien
nog van de bezwaren, die uit historische over
wegingen tegen tal van wijzigingen kunnen
opkomen.
Nijkerksche Mauritius wordt
middelpunt van een geschil.
De slager lieeft in elk geval zijn 8 mille.
Enkele weken geleden kwam de
sensationeele mededeeling, dat te
Nijkerk een oranje Mauritius-zegel
van 1847 zou zijn ontdekt, welke een
zeer groote waarde een bedrag
van f 50.000 werd genoemd -zou
hebben. Een slager, in wiens bezit
de zegel is geweest, zou hem voor
f 8.000 aan twee Amsterdamsche ex
perts hebben verkocht.
Als een stortbad kwam dezer da
gen de verklaring van een bekend
postzegelexpert, den heer R. Kingma
dat de zegel vrijwel waardeloos zou
zijn. De Nijkerksche slager is ook
van deze mededeeling geschrokken,
maar niet zoo heel erg, want de
f 8000 is aan hem uitbetaald en dat
vindt hij, niet ten onrechte, een heel
belangrijk ding.
Bij het verkoopen van den zegel heeft hij
zich, naar hij aan Het Volk heeft ver
klaard, tegenover de beide Amsterdamsche
koopers verbonden hun naam niet
aan derden te noemen, zoolang zij den
zegel niet van de hand hebben gedaan.
De heer Kingma, aan wien het schilderijtje
aanvankelijk door den slager was vertoond,
heeft na een kort onderzoek verklaard, dat
de zegel niets bijzonders was.
De tegenwoordige eigenaars beweren nu,
dat de heer Kingma, verstoord omdat de
zegel hem indertijd niet is opgevallen en
hem dus is voorbijgegaan, stemming poogt
te maken, om zoo te trachten, eventueele
koopers af te schrikken.
En reeds dreigt men een aanklacht bij
de justitie in te zullen dienen, wanneer de
heer Kingma zijn beweringen niet met fei
ten staaft wat overigens, volgens ver
schillende experts, hem niet mogelijk zal
zijn.
Zoo strijden de philatelisten over valsch of
echt of heelemaal geen Mauritius-zegel en
bij dezen stand van zaken is de Nijkerksche
slager nog in de meest gunstige positie: hij
heeft in elk geval met f 1.25 acht mille ver
diend.
zich vergissen
1
ran
.t*r
en 't zijn duizenden
die dagelijks
VAN BREEMEN'S
KOLEN STOKEN
SCHOUWTJESLAAN 23
TELEFOON 10070 - HAARLEM
(Adv. Ingez. Med.)
Beleediging of plagerij?
Tong tegen hoofdinspecteur uitgestoken.
Een Haarlemmer had zonder eenige aan
wijsbare reden „iets" tegen een hoofd
inspecteur van politie te Haarlem. Om zijn
misnoegen tegenover den politieman kenbaar
te maken stak hij op zekeren dag, toen de in
specteur hem een aanmerking maakte, zijn
tong tegen hem uit. De inspecteur- had hem
aangeboden geen proces-verbaal op te maken
als hij excuses aanbood, wat hij weigerde.
Wegens beleediging veroordeelde de politie
rechter den man tot zeven dagen gevangenis
straf.
Woensdag vorderde de procureur-generaal
bij het Amsterdamsche Hof bij de behandeling
in hooger beroep bevestiging van het vonnis.
De Haarlemmer is reeds eenige malen ver
oordeeld wegens mishandeling van een ambte
naar in functie.
De verdediger nir. de Leeuw meende, dat hier
geen beleediging is gepleegd. De inspecteur is
door verd's handeling niet in eer en goeden
naam aangetast. Het tong uitsteken is eerder
te beschouwen als een onaangename wijze
van plagen.
Het Hof zal op 23 Februari beslissen of hier
beleedigd of geplaagd is. (A.N.P.)
UIT DE STAATSCOURANT.
Bij Kon. besluit is met ingang van 1 Maart
1938 aan ir. W. Kamp te 's Gravenhage op zijn
;erzcek eervol ontslag verleend als hoofdin
genieur bij den dienst der Zuiderzeewerken,
met dankbetuiging voor de door hem als zoo
danig bewezen diensten.
Geloofsbrieven aan Koning van Italië,
Keizer van Abessynië reeds gereed.
Kwestie in Engelsche Lagerhuis
besproken.
In antwoord op een in het Engelsche La
gerhuis gestelde vraag over het Nederlandsehe
voorstel inzake de erkenning van de verove
ring van Abessynië door Italië zeide Eden, dat
hij tegen het einde van het vorig jaar verno
men had, dat de Nederlandsehe regeering in
overleg was getreden met de regeeringen der
andere staten, die toetraden tot de overeen
komst van Oslo, over de mogelijkheid overeen
stemming te bereiken inzake de voorwaarden
waarop zij hun vertegenwoordigers te Rome
zouden kunnen benoemen.
Aleer definitieve stappen te ondernemen was
de Nederlandsehe regeering voornemens over
leg te plegen met de regeeringen van Groot-
Brittannië en Frankrijk.
Het initiatief in deze aangelegenheid be
rustte uitsluitend bij de Nederlandsehe regee
ring, aldus Eden.
Op een vraag of de Nederlandsehe regeering
met de goedkeuring en het gezag der Britsche
regeering was opgetreden,antwoordde Eden
ontkennend, hieraan toevoegende, dat de Ne
derlandsehe regeering onlangs wel de Britsche
regeering officieel in kennis heeft gesteld van
haar initiatief in deze aangelegenheid.
De Belgische regeering zou volgens
de Tel. hebben besloten in de geloofs
brieven van haar gezant te Rome, re
kening houden met de feitelijke heer
schappij van Italië over Abessynië.
Eenzelfde besluit zou ook reeds door
de Nederlandsehe regeering zijn ge
nomen, zoodat binnenkort weer een
Nederlandsehe gezant te Rome zal
zijn geaccrediteerd.
De tekst van de geloofsbrieven van den Ne
der landschen gezant moet reeds klaar zijn en
zijn opgesteld in overeenstemming met het
Italiaansche protocol.
Het Volk heeft te bevoegder plaatse inlich
tingen trachten te krijgen, doch men verklaar
de daar niets te kunnen meedeelen.
Jan Cupido ondernam 71 reddings-
tochten.
Over den persoon van schipper Jan Cupido,
die Woensdag, naar wij reeds hebben gemeld,
op Terschelling overleed, vernemen wij nog,
dat hij in de jaren 1908 tot 1921 in totaal 71
reddingstochten heeft ondernomen. Daarbij
redde hij 261 personen. Hij verwierf o.a. de
zilveren medaüle van de Noord- en Zuidhol-
landsche Redding Maatschappij met twee
gespen, benevens de kleine gouden medaille.
Deze laatste werd hem verleend voor de door
hem ondernomen poging tot redding van de
opvarenden van het Amerikaansche s.s. „Liber
ty G.L.O.", op 5 December 1919. Zooals bekend
is de „Liberty G.L.O." nabij Terschelling in een
mijnenveld gekomen en doormidden gebroken.
Met Jan Cupido is één van de beste schip
pers van de Noord- en Zuidhollandsche Red
ding Maatschappij heengegaan.
De regeling voor het terrazzo»
bedrijf.
Iedere vreemdeling moet een vergunning
aanvragen.
De regeeringspersdienst meldt:
In de Staatscourant van 9 Februari 1938 is
verschenen het Kon. Besluit van 17 Januari
1938, waarbij voor de zelfstandige uitoefening
door vreemdelingen van het terrazzobedrijf
een vergunning van den minister van econo
mische zaken verplicht wordt gesteld.
Bedoeld besluit verstaat onder „terrazzo
bedrijf" het bedrijf, bestaande in het ver
vaardigen van kunstgraniet, terrazzo, kunst
zandsteen en andere soortgelijke, door men
ging van steenslag (grof en gemalen) al of
niet uitsluitend met cement, verkregen pro
ducten.
Een vergunning voor het zelfstandig uit
oefenen van het terrazzobedrijf is vereischt
in de navolgende gevallen:
1. "Voor den vreemdeling, die hier te lande
zelfstandig dit bedrijf uitoefent:
a. indien de zaak hier te lande is of zal
worden gevestigd, voor eiken buitenlandschen
firmant van een vennootschap onder firma,
beheerend vennoot van een commanditaire
vennootschap e. d. is een afzonderlijke ver
gunning vereischt;
b. indien de zaak in het buitenland is ge
vestigd en hier te lande een bijkantoor of
andere nederzetting heeft of wenscht op te
richten.
2. Voor den vreemdeling, wiens bedrijf in
het buitenland is gevestigd en die hier werk-
zaaamheden ten behoeve van derden verricht
of doet verrichten.
Bedoeld worden hier o.a. alle werkzaamhe
den, verband houdende met de uitvoering van
opdrachten of bestellingen in Nederland, als
mede werkzaamheden strekkende tot het ver
krijgen van opdrachten of bestellingen hier
te lande.
Niet zijn hieronder begrepen werkzaamhe
den als het doen van inkoopen door vreemde
lingen, het plaatsen van opdrachten enz.
3. Voor het buiten het Koninkrijk gevestigd
lichaam (vreemde onderneming), indien dit
hier te lande een bijkantoor of andere neder
zetting heeft c.q. wenscht op te richten.
Bovendien zal voortaan een vergunning
van den minister van economische zaken ver
eischt zijn voor den vreemdeling, die bestuur
der is of een bestuurstaak vervult bij een in
Nederland gevestigden rechtspersoon, die het
terrazzobedrijf uitoefent. Ingevolge een even
eens in bovengenoemde staatscourant gepu
bliceerd Kon. Besluit van 4 Februari no. 27,
zal ten aanzien van bestuurders van deze
rechtspersonen voortaan geen vergunning
ingevolge de wet vari> 16 Mei tot regeling van
het verrichten van arbeid door vreemdelin
gen (Staatsblad no. 257) meer verplicht zijn.
De aandacht wordt erop gevestigd, dat ook
voor vreemdelingen, die het terrazzobedrijf
reeds zelfstandig uitoefenen, een vergunning
vereischt is.
Belanghebbenden wordt verzocht hun ver
gunningsaanvragen zoo spoedig mogelijk in
te dienen bij den minister van economische
zaken, Bezuidenhout 30, Den Haag,. Daarbij
dient gebruik te worden gemaakt van de
vereischte formulieren, welke verkijgbaar zijn
bij de kamers van koophandel en fabrieken.
Nadere inlichtingen kunnen worden inge
wonnen bij het departement van economi
sche zaken, telefoon letter G. den Haag. toe
stel 407 en bij de kamers van koophandel en
fabrieken.
(Adv. Ingez. Med.)
De K. L. M. maakt liet in de West
goed.
In 1937 6300 passagiers vervoerd.
De resultaten van het K.L.M.-bedrijf in
West-Indië geven vooral den laatsten tijd het
beeld van een verheugenden vooruitgang. In
verband met het feit, dat tusschen ons Cura
cao en Coro een stad in Venezuela niet ver
van de kust tusschen Maracaibo en Caracas
belangrijke handelsbetrekkingen bestaan, is
men er thans toe overgegaan een proefdienst
naar deze stad te openen en men verwacht,
dat deze nieuwe lijn alleszins levensvatbaar
heid zal hebben. Reeds werden verscheidene
extra-vluchten van Willemstad naar Coro ge
maakt.
Niet alleen het luchtnet, doch ook de vloot
en het personeel, dat in de West te werk ge
steld is, breiden zich nog steeds uit. De Fokker
F VIH „Duif" is op het vliegveld Hato in ge
reedheid gebracht voor het verrichten van
luchtfotografisch werk. terwijl dit toestel te
vens beschikbaar woi*dt gehouden voor het
uitvoeren van bijzondere vluchten, zooals b.v.
ziekenvervoer.
Op het oogenblik heeft de K.L.M. drie vlieg
tuigbestuurders op Curagao, nl. de heeren Vi-
cellio, André de la Porte en Rüpplin von Kef-
filcon. Zeer binnenkort echter zal nog' een vier
de vliegtuigbestuurder naar West-Indië wor
den gezonden, n.l. de heer N. W. Bos.
De vooruitgang van het K. L. M.-bedrijf in
de West moge tenslotte nog blijken uit het feit
dat in het afgeloopen jaar 6300 passagiers op
het West-Indisch luchtnet werden vervoerd
tegen 3500 in 1936.
(Adv. Ingez. Med.)
Aanbieding van geschenken ten
paleize Soestdijk.
Twee verpleegsters hebben Woensdag ha-
mens de vereeniging B'.( ij stand) A.(an) 'z.üe-
kenhuizen) E.(n) S.(anatoria) aan de Konin
gin en Prinses Juliana een gedenkboek aan
geboden in verband met het 10-jarig bestaan
dier vereeniging.
Woensdagmiddag arriveerden voor het pa
leis Soestdijk twee autobussen uit Hulst, waar
in een deputatie van de kinderen uit Hulst,
bestaande uit 14 meisjes en 1 jongen, gezeten
was, vergezeld door ouders en andere belang
stellenden, tezamen ongeveer zestig personen,
De kleine meisjes waren in Oranje jurken
gekleed, terwijl de grootere witte japonnetjes
droegen, gesierd met roode en blauwe strikken.
De kinderen, die een bloemstuk mee had
den gebracht, waarop een lint met de woor
den „Hulde aan het Prinselijk gezin", werden
op het paleis ontvangen door den kamerheer
van de Prinses, mr. J. C, baron Baud. die het
geschenk namens het Prinselijk Paar aan
vaardde.
Een deputatie van den Twentschen kloot-
schietersbond, waarvan afdeelingen in geheel
Twente zijn gevestigd, heeft Woensdagmiddag
ten paleize een krentenbrood aangeboden dat
niet minder dan 70 pond woog.
Het geschenk was vergezeld van een oorkon
de, gesteld in Twentsch dialect, welke oor
konde ten paleize vertaald werd door den
bonsdsvoorzitter, den heer J. B Zwaferink
De secretaris van Prins Bernhard, Jhr. Dcdel
nam het cadeau onder dankbetuiging in ont
vangst.