m D bent een te beschaafd man Dobbelmcmn lekker, man T Mr. de Wilde acht Egalisatie fonds nog onmisbaar. ÉÉN MAN «BREEMEN Weldra benoeming van gezant te Rome? DONDERDAG 10 FEBRUARI 1938 HAARLEM'S DAGBLAD om bij Uw sigaren winkelier binnen te loopen en te zeggen: „geel mij een pakje tabak". U zult waarschijnlijk een pakje tabak van een bepaald merk vragen. U zult zéér waar schijnlijk een pakje IBIS vragen. Want U zult zeer zeker weten, dat IBIS niet zoo maar ,,'n pakje tabak" is. EERSTE KAMER. Groote verliezen zijn niet geleden. Grootere uitgaven zouden al het goud doen wegvloeien. DEN HAAG Woensdag. Mr. v. Bönninghausen (N.S.B.) gaf allerlei beschouwingen ten beste waarvan mis schien 'de belangrijkste was, de opmerking, dat het programma van zijn partij geenszins gelijk wel door tegenstanders beweerd wordt tegelijkertijd belastingverlaging èn versnel de schuldaflossing nastreeft! Hoofdpunt in de dis cussies vormde heden Mr. Pollema's aanval op het Regeeringsbe- leid inzake het egali satiefonds. Alleen de heer de Zeeuw (s.d.) viel hem bij, doch ove rigens kreeg de c.h. op posant van alle kanten te hooren, dat het on gelijk aan zijn kant was. Aldus de heer v. d. Bergh (lib.), die overigens wel een beetje bezwaard scheen door den grooten goud- a o a 7 voorraad bij de Neder- (Sdap')*UW landsche Bank, al had Mr. Trip hem met diens pas gehouden rede wel gerustgesteld. Ook de heer Blomjous (R.K.) achtte het gewenscht het duo Pollemade Zeeuw aan te raden met beide beenen op den grond te blij ven, waarna deze R.K. spreker in den breede herziening van ons belastingstelsel bepleitte, vooral ook in verband met de verhouding tus- schen directe en indirecte belastingen ten na- deele van de laatste, die 't levenspeil neer halen. Voorts kwam dit Kamerlid op tegen mogelijke plannen om verlenging van de doodehandsbelasting na 1938 voor te stellen. Na te hebben aangeteekend, dat de heer Nivard (R.K.) uiteenzette, waarom de om zetbelasting niet toepasselijk zou wezen op herstellingsoorden, vermelden we nog, dat ook Prof. de Savornin Lohman zijn fractie genoot Pollema bestreed wat diens kritiek met betrekking tot het egalisatiefonds aangaat, terwijl daartegen de heer ter Haar (c.h.) wat meer voor Mr. Pollema's bezwaren scheen te voelen; alleen wenschte hij niet accoord te gaan met diens conclusie in zake grootere royaliteit bij het doen van publieke uitgaven. Als veertiende spreker de Senaat bleek heel wat minder op het goud van het stilzwijgen dan op het zilver van het spreken gesteld zijn! kwam Jhr. v. Citters (a.r.) op tegen de methode van steeds weer werken met het heffen van opcenten. En toen kregen we nog 'n klein politiek kibbelarijtje van Mr. v. Ves- sem (N.S.B.) tegen den heer de Zeeuw (s.d.) over de vraag of de N.S.B. het met .haar ijveren voor devaluatie bij 't rechte eind had gehad, om voorts bijval te verleenen aan Mr. Pollema. Minister De Wilde begon met te verkla ren, dat momenteel belastingverlaging niet mogelijk is. Wat ons belastingstelsel betreft, ongetwijfeld zou 't wel gewenscht wezen daarin verandering aan te brengen en on getwijfeld heeft Jhr. v. Citters op zichzelf gelijk, dat door opcenten de fouten van di verse belastingen nog vergroot worden. Maar we moeten hiertoe wel overgaan als er geld noodig is en zich aan den anderen kant nog geen. geschikte tijd voordoet om een hervor ming van het stelsel op touw te zetten. Zij die klagen over een onjuiste verbin ding tusschen directe en indirecte belastin gen hebben gelijk, maar ook hier geldt op het oogenblik, dat het thans niet anders kan. Trouwens, de gemeenten dit aan het adres van den Rotterdamschen wethouder De Zeeuw zondigen in dit opzicht heusch heel wat meer dan het Rijk. Naar aanleiding van een klaagzang van den heer Bruineman (R.-K.) over den belastingdruk op de groote gezinnen, toonde Mi'. De Wilde aan, dat de Nederlandsehe belastingwetgever geenszins de belangen van het groote gezin verwaar loost. De klachten van de kasteelbewoners en van de bezitters van groote landgoederen zijn niet ongerechtvaardigd zoo merkte de Minister op doch het zit hem meer in Mr. J. A. de Wilde Minister van Financiën de vermogens- en de verdedigings- dan in de personeele belasting: daardoor wordt soms tegen de 100 pet. van het inkomen belast- Zulke menschen subsidieeren kan natuurlijk niet, doch men zou wellicht het vermogen dan op andere wijze kunnen taxeeren. Dit wil de Minister nog wel eens ernstig over wegen. Doch voor (geleidelijke) afschaffing van de grondbelasting, gelijk Mr. v. Rap- pard had bepleit, voelt de Minister van Financiën niets. Aangezien een wetsontwerp inzake de winstbelasting in verregaanden staat van voorbereiding is, liet Mr. De Wilde dit punt nu maar verder vrijwel rusten; alleen stipte hij aan, dat er wel menschen zijn. die. om zoo te zeggen, van zichzelf een vennootschap maken om aldus heele vermo gens belastingloos bijeen te krijgen. Onder groot gelach der Kamer voegde spr. er aan toe, dat hij zekere methode, waardoor men uit die manipulaties nog grootere yoordeelen kan trekken, maar niet zou vermelden. Blijk baar vreesde hij anders een te veelvuldig volgen van dit recept! Over 'n koffieheffing (door den heer v. d. Bergh aanbevolen) zal Mr. De Wilde nog eens denken. Van de belastingen kwam hij via het moei lijke probleem der fondsen, bij het egalisatie fonds terecht. Omtrent de gestie van het fonds kon de Minister niet meer meedeelen, want dit kan alleen aan zijn doel beantwoorden als het in 't geheim z'n besluiten neemt, waarvoor m- tusschen de Minister van Financiën verant woordelijk blijft. Zoolang de gulden zwevend blijft, kan het egalisatiefonds niet worden gemist. Dit in verband met hier komend vluchtkapitaal met den hoogst onzekeren toestand in de wereld op monetair en financieel gebied en met 't belang, dat sommigen hebben bij koersfluctuaties. Dank zij het fonds is bereikt, dat de gulden niet stuurloos o'p de golven danst als een oude Scheveningsche bom, maar zijn koers kan houden. Volgens Mr. de Wilde is 't volstrekt onjuist, dat het fonds den gulden, die omhoog wil, op te laag peil zou houden. De Minister wees er nog met nadruk op, dat psychologische factoren leiden tot het binnenkomen van veel buitenlandsch, z.g.n. vlucht-kapitaal. Doch de toevloed zou ook bij fixatie van den gulden, in plaats van hem zwevend te houden, even groot zijn geweest, gelijk b.v. de gang van zaken in Zwitserland leert. Ook het feit, dat vele Nederlanders liever niet meer in den vreemde beleggen veroor zaakt een goudtoevloed. Alles tezamen kan men gerust zeggen, dat de gulden op den hul digen koers zijn financieel-economisch even wicht heeft gevonden. En nu moet de regee ring met behulp van het egalisatiefonds zor gen voor 'n tegenwicht als abnormale krach ten 't evenwicht dreigen te verbreken. Van het vluchtkapitaal geldt overigens, „zoo zie je het, en zoo zie je het niet". En nu is met het oog op de noodige liquiditeit het goud het beste middel. Als Mr. Pollema uitroept, dat het volksvermogen thans in dor goud wordt belegd, voert deMinister hiertegen aan, dat het heelemaal geen volksvermogen is en dat er tegenover dat goud schulden staan. Heel ons doen en laten met 't egalisatiefonds ge schiedt in het belang van onze nijvere koop lieden, landbouwers enz. Mr. de Wilde verze kerde nog eens met groote stelligheid, dat bij de credietverleening aan de Fransche Spoor wegen zelfs niet gedacht is aan 't egalisatie fonds, om voorts te ontkennen, dat genoemd fonds in werkelijkheid 200 milliöen zou heb ben verloren, al moge de schijn wellicht meer in die richting wijzen. Nog zeer lang kunnen we met het fonds voortgaan, zooals het nu is, en mocht er tenslotte verhooging van het ka pitaal noodig zijn, dan zal de Regeering zich niet schamen om daartoe de medewerking van de Staten-Generaal te vragen intus- schen zoover is het thans nog allerminst. Wat wilde Mr. Pollema nu eigenlijk met zijn rede? Op deze vraag het antwoord te vinden viel den Minister moeilijk, wenscht hij 't ega lisatiefonds afgeschaft te krijgen, wil hij den koers van den gulden doen stijgen? De spre ker beweerde wel 'n ander middel te hebben, doch hij verzweeg welk en dat gaat toch niet aan. Het vorige jaar had die afgevaardigde aanschaffing van groote voorraden aanbe volen. Dat is op zichzelf heel nuttig, maar niet uit monetair oogpunt, want hoe kan men dan, als het op 'n gegeven oogenblik noodig is, vol doende liquide zijn? Is men dat niet, dat zou devaluatie onontbeerlijk zijn. Daarom ge looft de Minister, dat hij de adviezen van de leiding van de Nederlandsehe Bank waarde voller moet achten, dan wat Mr. Pollema raadzaam scheen te vinden. Hoe deze c.h. af gevaardigde op meer uitgaven kan aandrin gen was den Minister heelemaal 'n raadsel. Zou men heden dit recept-Pollema toepassen, dan ware over 'n paar dagen van al 't goud. dat thans hier is, niets meer over. Zeer plas tisch lichtte de Minister deze stelling toe door 'n vergelijking met een spaarbank, waarin plots 't vertrouwen verloren dreigt te gaan. De Minister besloot met een beroep op den heer Pollema om toch vertrouwen te stellen in het door de Regeering ten aanzien van den gulden en 't egalisatiefonds gevoerde beleid. Toen hij eindigde met gewag te maken van het vertrouwen door de wereld in ons finan cieel beleid aan den dag gelegd, klonk er ap plaus op de, zoowel wat vorm als inhoud be treft, voortreffelijke rede. E. v. R. Colleges van Gedeputeerden tegen naamsverandering van Gemeenten. Mededeeling van regeering' nog niet doorgestuurd. Niet alleen van de zijde van verscheidene der betreffende gemeenten, ook door Gedepu teerde Staten van verschillende provinciën, zijn naar de Tel. verneemt, bij de regeering ernstige bezwaren ingebracht tegen de door haar vastgestelde nieuwe benamingen van een groot aantal gemeenten in ons vader land. Gedeputeerde Staten maken bezwaar, dat zij in deze aangelegenheid op eenmaal zijn ge plaatst voor een voldongen feit. Hun gevoelen is door de regeering niet gevraagd, plotseling is uit de lucht gevallen het verzoek der re geering aan Gedeputeerde Staten om de nieuwe, soms belangrijk gewijzigde, bena mingen voortaan te bezigen en deze uitnoodi- ging door te geven aan de gemeentebesturen. Eenige colleges van Gedeputeerde Staten hebben volgens het blad besloten aan dit ver zoek tot mededeeling aan de gemeentebestu ren vooralsnog niet te voldoen. Zij hebben aan de regeering kenbaar gemaakt, dat naar haar meening alleen de wetgever bevoegd is namen te wijzigen van gemeenten, welker namen bijv bij grenswijzigingswetten zijn vastgesteld. De vraag rijst ook, of wettelijke indeelingen van gemeenten, waarin de oude benamingen voorkomen, onder andere voor verkiezingen belastingen en justitie wel ongewijzigd rechts kracht zullen behouden. En zoo is er meer, dat de vraag opwerpt, of met een eenvoudige cir culaire deze gewichtige aangelegenheid wel als afgedaan kan worden beschouwd. Afgezien nog van de bezwaren, die uit historische over wegingen tegen tal van wijzigingen kunnen opkomen. Nijkerksche Mauritius wordt middelpunt van een geschil. De slager lieeft in elk geval zijn 8 mille. Enkele weken geleden kwam de sensationeele mededeeling, dat te Nijkerk een oranje Mauritius-zegel van 1847 zou zijn ontdekt, welke een zeer groote waarde een bedrag van f 50.000 werd genoemd -zou hebben. Een slager, in wiens bezit de zegel is geweest, zou hem voor f 8.000 aan twee Amsterdamsche ex perts hebben verkocht. Als een stortbad kwam dezer da gen de verklaring van een bekend postzegelexpert, den heer R. Kingma dat de zegel vrijwel waardeloos zou zijn. De Nijkerksche slager is ook van deze mededeeling geschrokken, maar niet zoo heel erg, want de f 8000 is aan hem uitbetaald en dat vindt hij, niet ten onrechte, een heel belangrijk ding. Bij het verkoopen van den zegel heeft hij zich, naar hij aan Het Volk heeft ver klaard, tegenover de beide Amsterdamsche koopers verbonden hun naam niet aan derden te noemen, zoolang zij den zegel niet van de hand hebben gedaan. De heer Kingma, aan wien het schilderijtje aanvankelijk door den slager was vertoond, heeft na een kort onderzoek verklaard, dat de zegel niets bijzonders was. De tegenwoordige eigenaars beweren nu, dat de heer Kingma, verstoord omdat de zegel hem indertijd niet is opgevallen en hem dus is voorbijgegaan, stemming poogt te maken, om zoo te trachten, eventueele koopers af te schrikken. En reeds dreigt men een aanklacht bij de justitie in te zullen dienen, wanneer de heer Kingma zijn beweringen niet met fei ten staaft wat overigens, volgens ver schillende experts, hem niet mogelijk zal zijn. Zoo strijden de philatelisten over valsch of echt of heelemaal geen Mauritius-zegel en bij dezen stand van zaken is de Nijkerksche slager nog in de meest gunstige positie: hij heeft in elk geval met f 1.25 acht mille ver diend. zich vergissen 1 ran .t*r en 't zijn duizenden die dagelijks VAN BREEMEN'S KOLEN STOKEN SCHOUWTJESLAAN 23 TELEFOON 10070 - HAARLEM (Adv. Ingez. Med.) Beleediging of plagerij? Tong tegen hoofdinspecteur uitgestoken. Een Haarlemmer had zonder eenige aan wijsbare reden „iets" tegen een hoofd inspecteur van politie te Haarlem. Om zijn misnoegen tegenover den politieman kenbaar te maken stak hij op zekeren dag, toen de in specteur hem een aanmerking maakte, zijn tong tegen hem uit. De inspecteur- had hem aangeboden geen proces-verbaal op te maken als hij excuses aanbood, wat hij weigerde. Wegens beleediging veroordeelde de politie rechter den man tot zeven dagen gevangenis straf. Woensdag vorderde de procureur-generaal bij het Amsterdamsche Hof bij de behandeling in hooger beroep bevestiging van het vonnis. De Haarlemmer is reeds eenige malen ver oordeeld wegens mishandeling van een ambte naar in functie. De verdediger nir. de Leeuw meende, dat hier geen beleediging is gepleegd. De inspecteur is door verd's handeling niet in eer en goeden naam aangetast. Het tong uitsteken is eerder te beschouwen als een onaangename wijze van plagen. Het Hof zal op 23 Februari beslissen of hier beleedigd of geplaagd is. (A.N.P.) UIT DE STAATSCOURANT. Bij Kon. besluit is met ingang van 1 Maart 1938 aan ir. W. Kamp te 's Gravenhage op zijn ;erzcek eervol ontslag verleend als hoofdin genieur bij den dienst der Zuiderzeewerken, met dankbetuiging voor de door hem als zoo danig bewezen diensten. Geloofsbrieven aan Koning van Italië, Keizer van Abessynië reeds gereed. Kwestie in Engelsche Lagerhuis besproken. In antwoord op een in het Engelsche La gerhuis gestelde vraag over het Nederlandsehe voorstel inzake de erkenning van de verove ring van Abessynië door Italië zeide Eden, dat hij tegen het einde van het vorig jaar verno men had, dat de Nederlandsehe regeering in overleg was getreden met de regeeringen der andere staten, die toetraden tot de overeen komst van Oslo, over de mogelijkheid overeen stemming te bereiken inzake de voorwaarden waarop zij hun vertegenwoordigers te Rome zouden kunnen benoemen. Aleer definitieve stappen te ondernemen was de Nederlandsehe regeering voornemens over leg te plegen met de regeeringen van Groot- Brittannië en Frankrijk. Het initiatief in deze aangelegenheid be rustte uitsluitend bij de Nederlandsehe regee ring, aldus Eden. Op een vraag of de Nederlandsehe regeering met de goedkeuring en het gezag der Britsche regeering was opgetreden,antwoordde Eden ontkennend, hieraan toevoegende, dat de Ne derlandsehe regeering onlangs wel de Britsche regeering officieel in kennis heeft gesteld van haar initiatief in deze aangelegenheid. De Belgische regeering zou volgens de Tel. hebben besloten in de geloofs brieven van haar gezant te Rome, re kening houden met de feitelijke heer schappij van Italië over Abessynië. Eenzelfde besluit zou ook reeds door de Nederlandsehe regeering zijn ge nomen, zoodat binnenkort weer een Nederlandsehe gezant te Rome zal zijn geaccrediteerd. De tekst van de geloofsbrieven van den Ne der landschen gezant moet reeds klaar zijn en zijn opgesteld in overeenstemming met het Italiaansche protocol. Het Volk heeft te bevoegder plaatse inlich tingen trachten te krijgen, doch men verklaar de daar niets te kunnen meedeelen. Jan Cupido ondernam 71 reddings- tochten. Over den persoon van schipper Jan Cupido, die Woensdag, naar wij reeds hebben gemeld, op Terschelling overleed, vernemen wij nog, dat hij in de jaren 1908 tot 1921 in totaal 71 reddingstochten heeft ondernomen. Daarbij redde hij 261 personen. Hij verwierf o.a. de zilveren medaüle van de Noord- en Zuidhol- landsche Redding Maatschappij met twee gespen, benevens de kleine gouden medaille. Deze laatste werd hem verleend voor de door hem ondernomen poging tot redding van de opvarenden van het Amerikaansche s.s. „Liber ty G.L.O.", op 5 December 1919. Zooals bekend is de „Liberty G.L.O." nabij Terschelling in een mijnenveld gekomen en doormidden gebroken. Met Jan Cupido is één van de beste schip pers van de Noord- en Zuidhollandsche Red ding Maatschappij heengegaan. De regeling voor het terrazzo» bedrijf. Iedere vreemdeling moet een vergunning aanvragen. De regeeringspersdienst meldt: In de Staatscourant van 9 Februari 1938 is verschenen het Kon. Besluit van 17 Januari 1938, waarbij voor de zelfstandige uitoefening door vreemdelingen van het terrazzobedrijf een vergunning van den minister van econo mische zaken verplicht wordt gesteld. Bedoeld besluit verstaat onder „terrazzo bedrijf" het bedrijf, bestaande in het ver vaardigen van kunstgraniet, terrazzo, kunst zandsteen en andere soortgelijke, door men ging van steenslag (grof en gemalen) al of niet uitsluitend met cement, verkregen pro ducten. Een vergunning voor het zelfstandig uit oefenen van het terrazzobedrijf is vereischt in de navolgende gevallen: 1. "Voor den vreemdeling, die hier te lande zelfstandig dit bedrijf uitoefent: a. indien de zaak hier te lande is of zal worden gevestigd, voor eiken buitenlandschen firmant van een vennootschap onder firma, beheerend vennoot van een commanditaire vennootschap e. d. is een afzonderlijke ver gunning vereischt; b. indien de zaak in het buitenland is ge vestigd en hier te lande een bijkantoor of andere nederzetting heeft of wenscht op te richten. 2. Voor den vreemdeling, wiens bedrijf in het buitenland is gevestigd en die hier werk- zaaamheden ten behoeve van derden verricht of doet verrichten. Bedoeld worden hier o.a. alle werkzaamhe den, verband houdende met de uitvoering van opdrachten of bestellingen in Nederland, als mede werkzaamheden strekkende tot het ver krijgen van opdrachten of bestellingen hier te lande. Niet zijn hieronder begrepen werkzaamhe den als het doen van inkoopen door vreemde lingen, het plaatsen van opdrachten enz. 3. Voor het buiten het Koninkrijk gevestigd lichaam (vreemde onderneming), indien dit hier te lande een bijkantoor of andere neder zetting heeft c.q. wenscht op te richten. Bovendien zal voortaan een vergunning van den minister van economische zaken ver eischt zijn voor den vreemdeling, die bestuur der is of een bestuurstaak vervult bij een in Nederland gevestigden rechtspersoon, die het terrazzobedrijf uitoefent. Ingevolge een even eens in bovengenoemde staatscourant gepu bliceerd Kon. Besluit van 4 Februari no. 27, zal ten aanzien van bestuurders van deze rechtspersonen voortaan geen vergunning ingevolge de wet vari> 16 Mei tot regeling van het verrichten van arbeid door vreemdelin gen (Staatsblad no. 257) meer verplicht zijn. De aandacht wordt erop gevestigd, dat ook voor vreemdelingen, die het terrazzobedrijf reeds zelfstandig uitoefenen, een vergunning vereischt is. Belanghebbenden wordt verzocht hun ver gunningsaanvragen zoo spoedig mogelijk in te dienen bij den minister van economische zaken, Bezuidenhout 30, Den Haag,. Daarbij dient gebruik te worden gemaakt van de vereischte formulieren, welke verkijgbaar zijn bij de kamers van koophandel en fabrieken. Nadere inlichtingen kunnen worden inge wonnen bij het departement van economi sche zaken, telefoon letter G. den Haag. toe stel 407 en bij de kamers van koophandel en fabrieken. (Adv. Ingez. Med.) De K. L. M. maakt liet in de West goed. In 1937 6300 passagiers vervoerd. De resultaten van het K.L.M.-bedrijf in West-Indië geven vooral den laatsten tijd het beeld van een verheugenden vooruitgang. In verband met het feit, dat tusschen ons Cura cao en Coro een stad in Venezuela niet ver van de kust tusschen Maracaibo en Caracas belangrijke handelsbetrekkingen bestaan, is men er thans toe overgegaan een proefdienst naar deze stad te openen en men verwacht, dat deze nieuwe lijn alleszins levensvatbaar heid zal hebben. Reeds werden verscheidene extra-vluchten van Willemstad naar Coro ge maakt. Niet alleen het luchtnet, doch ook de vloot en het personeel, dat in de West te werk ge steld is, breiden zich nog steeds uit. De Fokker F VIH „Duif" is op het vliegveld Hato in ge reedheid gebracht voor het verrichten van luchtfotografisch werk. terwijl dit toestel te vens beschikbaar woi*dt gehouden voor het uitvoeren van bijzondere vluchten, zooals b.v. ziekenvervoer. Op het oogenblik heeft de K.L.M. drie vlieg tuigbestuurders op Curagao, nl. de heeren Vi- cellio, André de la Porte en Rüpplin von Kef- filcon. Zeer binnenkort echter zal nog' een vier de vliegtuigbestuurder naar West-Indië wor den gezonden, n.l. de heer N. W. Bos. De vooruitgang van het K. L. M.-bedrijf in de West moge tenslotte nog blijken uit het feit dat in het afgeloopen jaar 6300 passagiers op het West-Indisch luchtnet werden vervoerd tegen 3500 in 1936. (Adv. Ingez. Med.) Aanbieding van geschenken ten paleize Soestdijk. Twee verpleegsters hebben Woensdag ha- mens de vereeniging B'.( ij stand) A.(an) 'z.üe- kenhuizen) E.(n) S.(anatoria) aan de Konin gin en Prinses Juliana een gedenkboek aan geboden in verband met het 10-jarig bestaan dier vereeniging. Woensdagmiddag arriveerden voor het pa leis Soestdijk twee autobussen uit Hulst, waar in een deputatie van de kinderen uit Hulst, bestaande uit 14 meisjes en 1 jongen, gezeten was, vergezeld door ouders en andere belang stellenden, tezamen ongeveer zestig personen, De kleine meisjes waren in Oranje jurken gekleed, terwijl de grootere witte japonnetjes droegen, gesierd met roode en blauwe strikken. De kinderen, die een bloemstuk mee had den gebracht, waarop een lint met de woor den „Hulde aan het Prinselijk gezin", werden op het paleis ontvangen door den kamerheer van de Prinses, mr. J. C, baron Baud. die het geschenk namens het Prinselijk Paar aan vaardde. Een deputatie van den Twentschen kloot- schietersbond, waarvan afdeelingen in geheel Twente zijn gevestigd, heeft Woensdagmiddag ten paleize een krentenbrood aangeboden dat niet minder dan 70 pond woog. Het geschenk was vergezeld van een oorkon de, gesteld in Twentsch dialect, welke oor konde ten paleize vertaald werd door den bonsdsvoorzitter, den heer J. B Zwaferink De secretaris van Prins Bernhard, Jhr. Dcdel nam het cadeau onder dankbetuiging in ont vangst.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 5