TEMPELIERSSTR. 32 H.D.-V ertellïmig J WAAG UW GEZONDHEID NIET EMSER-WATER II VRIJDAG 11 FEBRUARI 1938 HAARDE M'S DAGBEAD 6 Feeslvergadering van de Clir. Oranje Vereen. „Prins Willem I". Het historische samenspel „Slaet op de trommele". De geboorte van Prinses Beatrix is gisteravond door de Christelijke Oranje Vereeniging „Prins Willem I" gevierd met een zeer druk bezochte feestvergadering in de groote zaal van het Gemeentelijk Concertgebouw. Het openingswoord werd uitgesproken 'door den voorzitter, dr. W. G. Harrenstein, die, na in gebed te zijn voorgegaan, den in houd voorlas van een felicitatietelegram, dat aan Prinses Juliana verzonden zou worden. Luid applaus bewees, dat deze sympathieke geste aller instemming had. Uit de verdere mededeelingen bleek, dat de Commissaris van de Koningin en de burge meester verhinderd waren de bijeenkomst bij te wonen. Zeer op prijs stelde dr. Har renstein de aanwezigheid van den voorzitter der vereeniging „Koninginnedag", ir. P. H. Lefebvre. Sprekende over de viering van de blijde gebeurtenis in den lande zeide dr. Harrenstein, dat zijn kijk op het volk zich in den loop der jaren grondig gewijzigd had. Vijf-en-twintig jaar geleden was hij in cüt opzicht vrij somber gestemd. Thans zal ieder, die het enthousiasme bij de geboorte van Prinses Beatrix gezien heeft, mèt hem kun nen getuigen: „Wat vallen de Hollanders mij mee. Hoe sterk weten zij aan hun vreug de uiting te geven!" De beteekenis van het heugelijke feit had spreker het duidelijkst geschetst gevonden in de rede van dr. Colijn, waarin deze van den hechten band tusschen Nederland en Oranje gewaagde. Het was spreker's innige wensch, dat God's zegen tzou mogen rusten op de Koningin, de Kroonprin ses, den Prins en het 'kleine Prinsesje. Het grootste deel van het programma werd ingenomen door de opvoering van het „his torische samenspel" in drie tafereelen „Slaet op de trommele". Dit stuk, dat in de prach tige costuums van het zestiende eeuwsche Holland ten tooneele werd gebracht, speelt zich af te Delft tijdens en na het beleg van Leiden in 1574. Tal van historische figuren, waaronder in de eerste plaats Willem van Oranje zelf, treden er in op. Behalve een ty pisch historisch beeld: de beraadslagingen en activiteit van den Prins en zijn raadge vers, geeft het stuk de gebeurtenissen weer in de taveerne van Jan Jansz, waar men het geheele wel en wee van den benarden tijd weerspiegeld vindt. Daar in de herberg speelt zich ook de romance af van Anna Jansz. en Maerten de Lepelaer, den dapperen Geus, die er in slaagt een brief van den Prins binnen het belegerde Leiden te voeren, met welke vermetele daad hij den hopmans- titel verdient en een nog schooneren prijs ontvangt in den vorm van de vaderlijke in stemming met het huwelijk tusschen hem en Anna. Het stuk brengt tot uitdrukking, dat een heid van het volk voor het dienen der na tionale zaak noodzakelijk is en dat een na tie, die zich daarvan bewust is, tot groote dingen in staat is. Het publiek leefde met dat alles in hooge mate mee en dit is begrijpelijk, want hier werd een der schoonste bladzijden uit de Nederlandsche geschiedenis in de herinne ring teruggeroepen. Men volgde het verloop der tafereelen in groote spanning en zelfs kwam het eenige malen tot „open doekjes"! De medewerkende dames en heeren verdie nen zeer zeker een woord van lof voor de wijze, waarop zij zich van hun taak gekwe ten hebben. De opvoering liet in het alge meen weinig te wenschen over. Willen wij een opmerking maken, dan be treft dit het articuleeren, waaraan soms wel eens wat ontbrak. De decors en costuums de den het uitstekend. Het was een imposant schouwspel, al die statige uniformen en ge waden uit dat verre verleden! Het muzikale gedeelte van den avond be rustte bij het muziekcorps „Arti et Religio- ne", dat tal van populaire nummers ten ge- hoore bracht. De samenzang onder leiding van den heer Sj. Buwalda bleek een succes van de eerste grootte. De „gelegenheidsteksten" op beken de melodieën werden met groote animo mee gezongen. De heer Buwalda leidde den mas sazang op origineele wijze en toonde daarbij tevens zijn conférencierstalent. De bijeenkomst, die zeer geslaagd mag heeten, werd met'het gemeenschappelijk ge zongen „Wilhelmus" besloten. MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON. hl een vorig nummer namen wij een klacht van een werklooze op over Maatschappelijk Hulpbetoon te Haarlem. Toen er in zijn gezin een 7 maandsch kindje geboren werd, waren er geen kleertjes, hoewel hij de aanvraag reeds langen tijd daarvoor had ingezonden. In een bijschrift zette de directeur van Maat schappelijk Hulpbetoon uiteen waarom het niet mogelijk is, zoo lang van te voren een uit zet te geven. Thans ontvangen wij een brief van een anderen werklooze die o.a. schrijft: De klacht over Maatschappelijk Hulpbetoon is m.i. ongegrond. Ik althans heb andere er varingen. In mijn gezin is een tweeling ge boren. Op dat tweede kind had ik natuurlijk niet gerekend. Binnen 12 uur na de geboorte heeft Maatschappelijk Hulpbetoon mij het allernoodigste verstrekt. De belangstelling' die wij van de huisbezoekster van M.H. onder vonden, was allerhartelijkst. De klagende werklooze had zelf ook maat regelen kunnen nemen voor een uitzet door middel van het bekende Spaarfonds van Mi nister Romme. Ik heb dat ook gedaan. Nu was ik in staat daardoor bijzondere uitgaven te dekken, zelfs konden wij in die dagen eenige fleur is ons gezin brengen. Maatschappelijk Hulpbetoon moet op som mige punten wel eens hartvochtig zijn, maar mijn ervaring is, dat als men beleefd tegen het personeel optreedt er, als het noodig is, altijd hulp en troost te vinden is. HANDELSBLAD GRATIS Zij, die zich thans abonneeren ont vangen het Handelsblad deze maand GRATIS. Abonnementen 1.90 per maand en ƒ5.50 per kwartaal. Buiten Amsterdam verhoogd met 20 cent per maand voor verzending. Abonnementen op te geven bij het Bijkantoor Handelsblad (WENSING'S Alg. Adv -Bureau) Telefoon 10209. (Adv. Ingez. Med.) Geslaagde Oranje-avond van het N. J. V. Ds. P. Bootsma schetst de beteekenis van Oranje. De afdeeling Haarlem van het Nationaal Jongerenverbond had gisteravond in Hotel „De Leeuwerik" een Oranje-avond georgani seerd die veel belangstelling trok. De bijeenkomst werd geopend met het spe len van het eerste couplet van het Wilhelmus waarna de voorzitter de heer P. A. J. van Kes- sel eenige welkomstwoorden sprak. Ds. P. Bootsma, leger-predikatn sprak ver volgens over: ,,'t Was Oranje, 't is Oranje, 't blijft Oranje boven". Wij Nederlanders zijn menschen van de vrijheid, aldus ving spr. aan. Door die vrijheid bestaan er echter in ons volk verschillen. Eén ding bindt ons echter samen: wij zijn burgers van hetzelfde vaderland, onderdanen van Koningin Wilhelmina. Het vereenigingspunt van ons gansche volk is: Oranje. Dit is in de laatste weken wel dui delijk gebleken. Wie onze historie leest die moet wel direct getroffen worden door de groote plaats die Oranje hierin bezet. Oranje staat altijd op den voorgrond en in het middelpunt. In tijden van voorspoed is het altijd met onze nationale gevoelens bergafwaarts ge gaan. De troon van Oranje is gefundeerd op het offer dat Oranje gebracht heeft.. Ge woonlijk wordt een troon gefundeerd op ver overing. Bij ons is het echter net omgekeerd, het geslacht Oranje Nassau heeft zich altijd beschikbaar gesteld voor den groei van ons volk. Reeds door Willem de Zwijger, terecht Va der des Vaderlands genoemd, die zich de zaak van het verdrukte Nederlandsche volk aan trok is het in Holland Oranje geworden. Oranje komt altijd weer boven. Het huwelijk' van Prins Bernhard met Prin ses Juliana heeft van ons volk een bange vrees weggenomen. De geboorte van Prinses Beatrix heeft den band tusschen Nederland en Oranje nog verstevigd. Helaas is er een tijd geweest waarin' men trachtte Oranje te vergeten. De oprichting van het N. J. V. beschouwde spreker als een kreet om het „Oranje boven" weer te her stellen. Wij mogen het N. J. V. dankbaar zijn dat deze Bond den strijd tegen de afbraak heeft aangebonden. Het Nederlandsche Volk verheugt zich thans in het geluk van het Prinselijk Paar. Het jubileumsjaar van H. M. Koningin Wil helmina is ditmaal wel zeer gelukkig aange vangen. Oranje zal ons blijven voorgaan en leiden, Oranje de waarborg voor onze vrij heid en onze eenheid. Wij gaan nu weer blij verder en zeggen ,,'t was Oranje, 't is Oranje en 't blijft Oranje boven" leve onze Prinses Beatrix; aldus be sloot Ds. Bootsma zijn enthousiaste toespraak. Na deze rede droeg' de heer G. Grondsma vaderlandaehe liederen voor o.a. „Scheeps- praet" van Huygens een gedicht van Jan Prins opgedragen aan Prinses Juliana en een tweetal gedichten van Adema van Scheltema. De heer Grondsma had met deze -uitstekende voordrachten veel succes. Na de pauze werd de interessante Marine film: „Hoe onze marine reilt en zeilt" ver toond. Het was een bijzonder geslaagde avond die ten volle den naam Oranje-avond verdiende. PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE RADIO CENTRALE OP ZATERDAG. 12 FEBRUARI 1938. Progr. I. Hilversum II. Progr. II. Hilversum I. Progr. III. 8.00 Keulen. 9.20 Parijs Radio. 12.05 Londen Regional. 12.35 Keulen. 1.20 Ned. Brussel. 1.35 Keulen. 2.20 Ned. Brussel. 3.20 Keulen. 5.20 Fransch Brussel. 6.20 Parijs Ra dio. 6.35 Fransch Brussel. 7.20 Keulen. 9.20 Ned. Brussel. 10.30 Keulen. Progr. IV. 8.00 Ned. Brussel. 9.20 Diversen. 10.35 Londen Regional. 11.35 Droitwich. 2.20 Londen Regional. 4.40 Droitwich. Progr. V. 8.00 Diversen. 7.00 Eigen gramo- foonplatenconcert: verzoekprogramma. 8.00 —12.00 Diversen. EXAMENS. Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Am sterdam voor het doet. ex. in de rechtsge leerdheid (cum laude) de heer P. Mann- heimer.. Het Ongeluk. NSTAPPEiN heeren voor de vlucht Bom bay—Singapore", zei de kleine bruine kerel met den bril, en maakt een uit- noodigende beweging. „Wat mankeert hem", dacht majoor Bent, ter wijl hij zich door de nauwe deur van de „Specht" naar binnen wrong. „Wat noodigt die gek me uit tot een vlucht BombaySinga pore; ik weet zelf wel, dat ik naar Singapore ga vliegen. Of weet hij het niet?" Zweetdrop pels stonden op 's majoors voorhoofd. Hij zat in z'n stoel zonder te weten, dat hij was gaan zitten. Vóór hem zaten kolonel De Wit en juf frouw Rost. En, jawel, daar zat ook de kleine bruine kerel met den bril, gescheiden van hem door de cabinegang. Buiten sprongen de motoren aan. Onrustig in zijn veeren rollend wiegde de „Specht" over het vliegveld. Een stoot die vervloekte gaten Vermoeid sloot majoor Bent de oogen. Ba tavia het hotel „Rembrandt" Koel en zoutig de zeewind. En juffrouw Rost streek met haar zachte vingers door z'n haar. Waarom had ko lonel De Wit zoo ironisch geglimlacht, toen deze hem met juffrouw Rost in de club trof? Oude Don Juan. En waarom bibberden die wanden zoo? O ja, 't was waar ook, hij zat in den „Specht" en vloog van Bombay naar Sin gapore. Heel gewoon. Neen, niet gewoon, hee- lemaal niet. Hoe, bliksem, kwam hij hier? Niets, niets, niets, geen herinneren. Een gat tusschen Bombay en hotel Rembrandt in Batavia. Ergens mankeerde een schakel. Koude schrik sloeg majoor Bent om het hart. Waar was hij toch. Hij voelde zich hulpeloos als een verdwaald kind. Waarom hoorde hij geen stem? Een of ander menschelijke stem, waaraan je kon hooren of alles werkelijkheid wasMet tegenzin boog hij- zich naai den kleinen bruinen kerel. „Pardon, één vraag, misschien een gekke, maarwaarheen vliegen we eigenlijk?" „Ergens heen, majoor. Misschien naar het niets, misschien naar een wereld, die niemand van ons kent. Te onduidelijk om te verklaren". Majoor Bent keek den man niet begrijpend aan; zijn handen krampten ineen. De bruine kerel zag er bleek uit. Z'n oogen keken on onderbroken in die van den majoor, wien het leek of die oogen ergens naar binnen keken. „Idioot! U zei toch bij het begin van de A LS DE NIEREN niet behoorlijk werken, kun nen verschijnselen ontreden ale rugpijn, eplt, stijve en pijnlijke gewrichten, verstoorde nachtrust en verlies van kracht. En wel, doordat het bloed dan niet gezuiverd wordt Van de erin voorkomende onzuiverheden door deze bloodflltreerende organen. Laat het zoo ver niet komen: voorkomen te beter dan genezen. Gebruik tijdig Foster's Rugpijn Nieren Pillen, sinds Jaren bekend als het dlurotlsch middel bij uitnemendheid. Zorg, dat uw bloed steeds zuiver, krachtig en leven gevend blijft. (Adv. Ingez. Med.) Kapperszaak C. J. Hamburg verplaatst. De heer C. J. Hamburg, die vier jaar lang in het perceel Spaarnwouderstraat 23 met veel succes een Dameskapsalon heeft gedreven, heeft zich door de voortdurende toeneming van het aantal clientèle genoodzaakt gezien, naar een ruimere behuizing uit te zien. Die heeft hij gevonden in het flinke hoekhuis Spaarnwouderstraat 29, waar hij zijn salon naar de eischen van den modernen tijd heeft ingericht. In zijn oiide zaak had hij slechts de beschikking over drie cabines, thans over vijf. De salon is luxueus ingericht met stalen meubelen. De nieuwste machinerieën en hulp middelen zijn hier aanwezig, o.a. een zooge naamde wervelwindkap, voor het nieuwste droogsysteem. Ook wordt hier een nieuw systeem permanent in gebruik gebracht. Dat is het N.AJVI. First Permanenttoestel, dat het mogelijk maakt dat de dame, die er mee be diend wordt, in het geheel niet met draden in aanraking komt; zij heeft bovendien geen last van stoom, warmte, zwarte op het hoofd en zij geniet een volkomen bewegingsvrijheid. Ook van buiten maakt de nieuwe salon een fraaien indruk door de twee étalage-kasten, één voor parfumeriën en toiletartikelen, de ander voor het exposeeren van haarwerken, enz. EEN MOTIE. HEEMSTEDE Vrijdag. Onderstaande motie is aangenomen op een, openbare vergadering van de „Communistische Partij Nederland" afdeeling Heemstede, ge houden in „Het Wapen van Heemstede". „Spreekt haar afkeuring uit over de hande lingen van de Nederlandsche Regeering in zake de erkenning van de verovering van Abessinië door Italië; zij is van meening, dat deze handeling den vrede en de zelfstan digheid van ons volk schaadt en dringt er bij de Regeering ten sterkste op aan, trouw te blijven aan de collectieve veiligheid en den Volkenbond". ®is reeds sedert eeuwen het "-béste middel tegen HOEST INFLUENZA. (Adv. Ingez. Med.) denkt aan „ei", aan advocaat, aan de beste advocaat, dus aan u betaalt 4» »l8t S0 p. "J «it HIET-IPPPVIOUOMOP I mSér 4P»<»« J"ie7,°M™ t30).O.W»«« I„»tM«° u succes 1 15.IiMHH (Adv. Ingez. Med.) vlucht zelf, dat we van Bombay naar Singa pore vliegen De bruine werd nog een tikje bleeker; bij z'n bruine tint leek-ie nu grijs. „Dat was de werkelijkheid van toen, die van nu is anders". „Ik vindt dit buitengewoon mysterieus uit gedrukt", zei majoor Bent spottend. Maar het was hem heelemaal niet spottend te moede. De vermoeide trekken van den bruine wer den soepeler; hij maakte nu een tamelijk Europeeschen indruk. „Neemt u mij niet kwalijk indien ik me een beetje onduidelijk heb uitgedrukt", zei hij op z'n gluiperigen conversatietoon. „Dat is mijn gewoonte wanneer de geest over mij komt. De bedoeling van mijn woorden zal u duidelijk zijn, indien ik u vertel, dat u binnen 5 minuten een sigaret zult opsteken, die de benzinedampen, welke zich tengevolge van een defect in de leiding hier hebben gevormd, tot explosie zal brengen". „U is gek!", stootte majoor Bent uit. Het gezieh van den bruine bleef onbewogen. „Ik zag de ramp zoojuist in een visioen. En mijn visioenen zijn tot nu met afschuwelijke zekerheid waar geworden". „Aziatische poppekast! Als zich hier in de cabine werkelijk benzinedampen hebben ver zameld, zooals u zegt, dan steek ik eenvoudig geen sigaret op en de explosie blijft waar ze is". De bruine kerel schokt vriendelijk maar afwijzend met de schouders. „Het is het noodlot en u kunt het niet ver anderen". „U zult een teleurstelling' beleven, meneer. meneer De bruine lachte. „Waarom waarschuwt u eigenlijk de andere „Werkloosheid en Welvaart". Lezing van ir. R. A. Verwey. Voor de leden van de Haarlemsche Studie- vereeniging van Maatschappelijke Werk(st)ers alhier en eenige genoodigde autoriteiten hield Donderdagavond ir. R. A. Verwey, directeur van den Rijksdienst der Werkloosheidsverze kering en Arbeidsbemiddeling te 's Graven- hage, een lezing over het onderwerp: „Werk loosheid en Welvaart", De lezing werd gehouden in de Raadszaal ten Stadhuize. Onder de aanwezigen was de heer J. Vader, directeur van den Dienst der Werkloosheidsbestrijding. Voorzitter was de heer P. Koen, waarnemend directeur van den Gemeentelijken Dienst tot Bestrijding der Werkloosheid, die een kort ope ningswoord sprak. Hierna was het woord aan 11-. Verwey, die de werkloosheid welke de laatste jaren in Neder land gekomen is, een grote ramp noemde. In 1922 en 1923 meende men al in een groote crisis te verkeeren; toen werd het weer beter; in den zomer van 1929 was men nog zeer op timistisch maar daarna kwam de catastrophe, Jaren achtereen steeg de werkloosheid voort durend tot het midden van 1936. In 1937 werd de toestand veel beter en Januari 1938 heeft weer een beter beeld gegeven. De groote be proeving' is doorstaan. Het gebruik van de Arbeidsbeurs neemt steeds toe maar de cijfers die betreffende de inschrijvingen bij de beurzen gegeven worden geven geen beeld van tie werkloosheid, al wordt dit wel eens gedacht. Intusschen is het verheugend, dat meer en meer van de beurzen wordt gebruik gemaakt. Tegenover de werkloosheid staat in ons land een merkwaardige welvaart. Teekenend voor die welvaart zijn de cijfers die betrekking heb ben op de sterfte aan tuberculose en die de laatste jaren voortdurend zijn gedaald, zoodat zij in ons land nu het laagst van Europa zijn. Een welvaartverschijnsel is ook de toeneming van den gemiddelden levensduur die te con- stateeren is. Dan neemt het aantal leerlingen van middelbare scholen, lycea en gymnasia voortdurend toe, evenals het aantal studenten aan de Universiteiten. De koopkracht van de loonen werd over het algemeen grooter. Het aantal rijwielen nam zelfs in de crisisjaren toe; die groei is nog sterker bij het aantal motorrijtuigen. Er kwam eenige verandering in de voeding in den loop der jaren, maar het gebruik per hoofd der bevolking werd grooter Bij de Rijkspostspaarbank wordt steds meer gespaard; zulk een groei vertoonen ook de Boerenleenbanken. Men mag dus zeggen, dat de feitelijke volkswelvaart intact is gebleven, in weerwil van vermindering van inkomsten en vermogens. Er wordt wel eens gezegd, dat de criminali teit tegenwoordig zoo groot is, maar zij is thans niet grooter dan in 't begin van de eeuw al was er een tijdelijke groote toeneming in de oorlogsjaren, waarop weer een sterke ver mindering' volgde. Van bijzonder gunstigen invloed voor ons land is wat spreker zou willen noemen „de regeering van de Oranjetraditie". Nederland mag zich daarmede gelukkig prijzen: men zie maar naar andere landen! Tenslotte vestigde spr. de aandacht op het verband tusschen werkloosheid en welvaart. Rationalisatie en mechanisatie hebben veel werkkrachten uit de bedrijven verdreven niaar op verschillende gebieden waren weer werkkrachten noodig, die vroeger niet noodi; waren. Toch is deze compensatie op den duur niet voldoende gebleken. De werkloosheid is een ramp; men mag op het oogenblik wel rekenen op een half mil- lioen werkloozen. De welvaart verloopt in rampspoedigheid. Daarom moet de werkloos heid worden omgezet in „werken", de steun -moet worden omgezet in productie. Hier is een taak niet zoozeer voor de regeering, maar voor de maatschappij in haar geheel. Het be drijfsleven zelf doet op dit gebied al meer. Wordt deze lijn doorgetrokken, dan zal op den duur een tijd komen van welvaart en blijd schap, zooals er nog nooit is geweest. Ook voor de maatschappelijke werkers ligt hier een verheffende taak. Hierna was er gelegenheid tot het stellen van wagen. passagiers niet? Ieder zou toch volgens u nadat u aan mijn visioen hebt getwijfeld door het opsteken van een sigaret de ramp kunnen verooroorzaken. Het rooken is toch in deze vliegtuigen toegestaan". Majoor Bent wilde opspringen, maai* hij kon niet. Net of hij werd vastgehouden. En hij voelde hoe, hij tegen z'n wil zijn étui te voor schijn haalde. Z'n vinger speelden afwezig, naar ge woon be, met een sigaret. Hij smaakte zelfs duidelijk de gewone voorvxeugde van het genot van rooken. „Dat is toch versc-hikkelijk!" hoorde hij op hetzelfde oogenblik z'n stem als uit de verte tot den bruine zeggen. „Maar doe nu toch iets kerel! Doe iets! Jij duivel, jij...." Automatisch ging z'n hand met de sigaret naar z'n mond en hij kon niet verder spreken, Z'n linkerhand zocht naar den aansteker De bruine zag hem met de vriendelijke, hof felijke onverschilligheid van den Oosterling aan. y „Mijn visioen heeft mij laten zien, dat ik de eenige overlevende zal zijn", zei hij met een fluw-eelen stem. „Ik weet ook, dat u in uw tasch eenige duizenden guldens meedraagt. Geeft u het geld aan mijVoor u is het waar deloos, aangezien u over eenige minuten niet meer tot de levenden zult behooren. Het zou bij u en met u verbranden. Bij mij is het veilig. Het zou dwaas zijn het te laten verbranden. Een levende heeft nog iets aan geld, een doode niet". Majoor Bent voelde de hand van den bruine bij z'n tasch. Dolle, waanzinnige woede maakte zich van hem meesterhij wilde opspringen en en kerel vermoorden, maar z'n hand met den aansteker werd door iets sterks naar z'n mond gestuwd. Mechanisch drukte z'n duim, dun likte een vlammetje naar z'n mond werd grooter.... reusachtigen vulde de geheele ruimte. Majoor Bent voelde een vreeselijke hitte om zich heen, dooa- het raampje zag hij hemel en aarde om het vliegtuig draaien, toen sloot hijduizelig wordend, de oogen Toen na eenige minuten nog geen stoot kwam, opende hij ze weer. Hij zat met hoofd pijn in z'n clubstoel in het hotel „Rembrandt" in Batavia. De exotische kleine hypnotiseur, die kolonel De Wit, juffrouw Rost en hem had beloofd gezamenlijk in diepe slaap een vlieg tuigramp te laten beleven, was verdwenen met de geldtasch van Bent. HEINZ A. TIBEN (Nadruk verboden. Auteursrechten voorbehouden.) 1 Ut "i"-. r GEEF DE HUID. WAAR ZIJ OM VRAAGT! MoridolHaar* heilzamewerklng Is niet oppervlak kig, tnaar tot in de onderste huidlogen. Geef uw huid Meridol, 's nachts vct- overdag dagcrème, ivens een voortreffelijke basis poedert DOOZÊN VANAF 25 a. TUBEN VANAF 30 a. (Adv. Ingez. Med.) Voordracht oud-Kinderrechter Mr. G. T. J. de Jongh. Op uitiioodiging van het bestuur van den Bond voor Sociale Werksters in Haarlem en Omstreken en van het bestuur der Josephine Butlervereeniging hield Mr. G. T. J. de Jongh, oud-kinderrechter te Amsterdam, Donderdag avond m het Wijkgebouw aan de Ged. Oude Gracht 104 een voordracht over de werkzaam heden van „Pro Familia" (Bureau voor Ge zinsmoeilijkheden te Amsterdam). De bijeenkomst, waarvoor vrij veel belang stelling bestond, werd geopend door Jonkvr. B. E. de Ranitz, die een woord van welkom sprak en die haar blijdschap over de groote belangstelling uitte. Zij dankte Mr. De Jongh voor de bereidwilligheid, hier als spreker op te treden, hoewel zijn tijd zeer beperkt is. Mr. De Jongh deelde mede, dat zijn onder werp even goed had kunnen luiden: „Huwe lijksleed en echtscheiding". Door zijn werk als kinderrechter is spreker er toe gekomen, zich met deze aangelegenheid te bemoeien. De hoofdzaak is, kinderen te redden van den on dergang, die meestal het gevolg is van onge lukkige huwelijken. Het waren meestal ouders, die hun kinderen niet konden opvoeden, zooals het behoorde, omdat vader en moeder het niet met elkaar konden vinden. De slechte invloeden hebben helaas hun uitwerking' op de kinderen. Huwe lijksleed is de oorzaak van kinderleed. In de laatste 30 jaar moet het aantal echtschei dingen met minstens vier worden vermenig vuldigd. In Amsterdam worden jaarlijks dui zend echtscheidingen uitgesproken; soms 150 in één rechtzitting. In de groote steden bedraagt het aantal echtscheidingen per 1000 inwoners 0.83; in kleinere steden 0.25 en op 't platteland slechts 0.11. De verschillende, levensomstandigheden spelen hierbij een groote rol. In groote steden stapt men blijkbaar veel lichtzinniger over de ze dingen heen, dan op het platteland. In ge zinnen waar de verhouding niet goed is, gaat ieder zijn eigen weg; er bestaat geen binding. De huiselijkheid is zoek. Radio, bioscoop, bridge zijn bij hen een beletsel geworden, 0111 eens rustig bij elkaar te zitten en te denken. In groote steden is het schaamtegevoel veel ge ringer, dan in de kleine gemeenten. „Wat is er tegen te doen, dat het aantal echtschei dingen zoo ontstellend groot wordt?" vroeg spreker. Bepaald ernstige redenen zijn soms niet eens aanwezig om tot een echtscheiding te komen. Man en vrouw zijn vaak op een ge geven oogenblik van meening, dat ze van el kaar moeten gaan. Dus worden de noodige maatregelen genomen, voor de toewijzing van de kinderen, de kwestie van het verleenen van een toelage enz. Minister Goseling is voorne mens, een wet in te dienen, waarbij het aan tal echtscheidingen bij verstek wordt tegen gegaan. Veel verwachtingen koestert spreker er echter niet van, al zal het aantal echtschei dingen wel eenigszins verminderen. En dan is er tóch geen waarborg, dat het huwelijksgeluk grooter wordt. Dat hangt er van af, welke op vattingen man en vrouw van het huwelijk hebben. Man en vrouw moeten een offer we ten te brengen; niet altijd zijn zin willen heb ben; eikaars fouten vergeven en als het ware naar elkaar toegroeien. Een kind moet in een gelukkige en vroolijke sfeer worden grootge bracht. Men moet komen tot betere begrippen en toestanden. De huiselijkheid moet in eere worden hersteld. Kinderen moeten prettige herinneringen van het ouderlijk huis mee ne men, als zij het leven in gaan, opdat zij later zelf brave en behoorlijke menschen kunnen worden. De heele maatschappij moet aan de verbetering van de toestanden meewerken, predikant, dokter enz. Gelukkig zijn er symp tomen waar te nemen van een ontwakend le ven. Men moet er zich rekenschap van geven, wat men zelf in deze richting kan doen. Op verschillende plaatsen in ons land zijn bureaux opgericht in den geest van „Pro Familia". De bedoeling is, nog meer bureaux in ons land op te richten, waarin personen van zekere erva ring zitting moeten nemen, om de menschen te wijzen op het ernstige van de zaak. Men moet verzoenend optreden en blijkt absoluut een echtscheiding niet te voorkomen te zijn, dan moet alles in het werk worden gesteld om het leed van de kinderen en ook van de ouders zoo gering mogelijk te maken. Op die wijze kan veel nuttig werk verricht worden, want de medewerkers aan deze bureaux zullen weldra een zeer groote ervaring verkrijgen, wat er misschien toe kan leiden, dat men in de toekomst een betere wetgeving op dit ge bied krijgt. Spreker schetste het werk, dat het bureau te Amsterdam verricht. Voor allerlei aangele genheden komen menschen van eiken leeftijd naar dit bureau om raad in te winnen. Ge tracht wordt, zooveel mogelijk aan deze ver zoeken te voldoen, al moeten vaak heel groote moeilijkheden worden overwonnen. Iemand gaat wel eens naar het bureau, als het kwaad reeds te veel is ingevreten. Dat doet denken aan sommige menschen op het platteland, die pas doktershulp inroepen, als ze stervende zijn. Toch zou het te wenschen zijn, dat op vele plaatsen in het land zulke bureaux wor den opgericht, ook al is het vaak geen dank baar werk. dat verricht moet worden. Er moet een dam tegen het kwaad worden opgeworpen; men moet op de bres springen voor de kinde ren, want er wordt zoo vaak te veel met kin deren gemarchandeerd; zij komen dan zoo vaak in verkeerde handen, Er moet eerst door een daartoe gerechtigd lichaam een degelijk onderzoek worden ingesteld, eer men beslist aan wie de kinderen bij een echtscheiding moeten worden toegewezen. Dat kunnen deze bureaux het beste doen; zij zullen een vrucht baar veld vinden en oneindig nuttig werk kunnen verrichten. Dan zal het blijken, dat „Pro Familia" even onontbeerlijk is geworden als „Pro Juventute'dat veertig jaar geleden als een klein plantje is begonnen, maar dat is uitgegroeid tot een stevige struik met vertak kingen over het geheele land. De presidente dankte Mr. de Jongh voor zijn heldere en boeiende rede.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 10