TEMPELIERSSTR. 32
H.D.-V ertellïmig
J
WAAG UW
GEZONDHEID NIET
EMSER-WATER
II
VRIJDAG 11 FEBRUARI 1938
HAARDE M'S DAGBEAD
6
Feeslvergadering van de Clir.
Oranje Vereen. „Prins Willem I".
Het historische samenspel „Slaet op de
trommele".
De geboorte van Prinses Beatrix
is gisteravond door de Christelijke
Oranje Vereeniging „Prins Willem I"
gevierd met een zeer druk bezochte
feestvergadering in de groote zaal
van het Gemeentelijk Concertgebouw.
Het openingswoord werd uitgesproken
'door den voorzitter, dr. W. G. Harrenstein,
die, na in gebed te zijn voorgegaan, den in
houd voorlas van een felicitatietelegram, dat
aan Prinses Juliana verzonden zou worden.
Luid applaus bewees, dat deze sympathieke
geste aller instemming had.
Uit de verdere mededeelingen bleek, dat de
Commissaris van de Koningin en de burge
meester verhinderd waren de bijeenkomst
bij te wonen. Zeer op prijs stelde dr. Har
renstein de aanwezigheid van den voorzitter
der vereeniging „Koninginnedag", ir. P. H.
Lefebvre. Sprekende over de viering van de
blijde gebeurtenis in den lande zeide dr.
Harrenstein, dat zijn kijk op het volk zich
in den loop der jaren grondig gewijzigd had.
Vijf-en-twintig jaar geleden was hij in cüt
opzicht vrij somber gestemd. Thans zal ieder,
die het enthousiasme bij de geboorte van
Prinses Beatrix gezien heeft, mèt hem kun
nen getuigen: „Wat vallen de Hollanders
mij mee. Hoe sterk weten zij aan hun vreug
de uiting te geven!" De beteekenis van het
heugelijke feit had spreker het duidelijkst
geschetst gevonden in de rede van dr. Colijn,
waarin deze van den hechten band tusschen
Nederland en Oranje gewaagde. Het was
spreker's innige wensch, dat God's zegen tzou
mogen rusten op de Koningin, de Kroonprin
ses, den Prins en het 'kleine Prinsesje.
Het grootste deel van het programma werd
ingenomen door de opvoering van het „his
torische samenspel" in drie tafereelen „Slaet
op de trommele". Dit stuk, dat in de prach
tige costuums van het zestiende eeuwsche
Holland ten tooneele werd gebracht, speelt
zich af te Delft tijdens en na het beleg van
Leiden in 1574. Tal van historische figuren,
waaronder in de eerste plaats Willem van
Oranje zelf, treden er in op. Behalve een ty
pisch historisch beeld: de beraadslagingen
en activiteit van den Prins en zijn raadge
vers, geeft het stuk de gebeurtenissen weer
in de taveerne van Jan Jansz, waar men
het geheele wel en wee van den benarden
tijd weerspiegeld vindt. Daar in de herberg
speelt zich ook de romance af van Anna
Jansz. en Maerten de Lepelaer, den dapperen
Geus, die er in slaagt een brief van den
Prins binnen het belegerde Leiden te voeren,
met welke vermetele daad hij den hopmans-
titel verdient en een nog schooneren prijs
ontvangt in den vorm van de vaderlijke in
stemming met het huwelijk tusschen hem en
Anna.
Het stuk brengt tot uitdrukking, dat een
heid van het volk voor het dienen der na
tionale zaak noodzakelijk is en dat een na
tie, die zich daarvan bewust is, tot groote
dingen in staat is.
Het publiek leefde met dat alles in hooge
mate mee en dit is begrijpelijk, want hier
werd een der schoonste bladzijden uit de
Nederlandsche geschiedenis in de herinne
ring teruggeroepen. Men volgde het verloop
der tafereelen in groote spanning en zelfs
kwam het eenige malen tot „open doekjes"!
De medewerkende dames en heeren verdie
nen zeer zeker een woord van lof voor de
wijze, waarop zij zich van hun taak gekwe
ten hebben. De opvoering liet in het alge
meen weinig te wenschen over.
Willen wij een opmerking maken, dan be
treft dit het articuleeren, waaraan soms wel
eens wat ontbrak. De decors en costuums de
den het uitstekend. Het was een imposant
schouwspel, al die statige uniformen en ge
waden uit dat verre verleden!
Het muzikale gedeelte van den avond be
rustte bij het muziekcorps „Arti et Religio-
ne", dat tal van populaire nummers ten ge-
hoore bracht.
De samenzang onder leiding van den heer
Sj. Buwalda bleek een succes van de eerste
grootte. De „gelegenheidsteksten" op beken
de melodieën werden met groote animo mee
gezongen. De heer Buwalda leidde den mas
sazang op origineele wijze en toonde daarbij
tevens zijn conférencierstalent.
De bijeenkomst, die zeer geslaagd mag
heeten, werd met'het gemeenschappelijk ge
zongen „Wilhelmus" besloten.
MAATSCHAPPELIJK HULPBETOON.
hl een vorig nummer namen wij een klacht
van een werklooze op over Maatschappelijk
Hulpbetoon te Haarlem. Toen er in zijn gezin
een 7 maandsch kindje geboren werd, waren
er geen kleertjes, hoewel hij de aanvraag
reeds langen tijd daarvoor had ingezonden. In
een bijschrift zette de directeur van Maat
schappelijk Hulpbetoon uiteen waarom het
niet mogelijk is, zoo lang van te voren een uit
zet te geven.
Thans ontvangen wij een brief van een
anderen werklooze die o.a. schrijft:
De klacht over Maatschappelijk Hulpbetoon
is m.i. ongegrond. Ik althans heb andere er
varingen. In mijn gezin is een tweeling ge
boren. Op dat tweede kind had ik natuurlijk
niet gerekend. Binnen 12 uur na de geboorte
heeft Maatschappelijk Hulpbetoon mij het
allernoodigste verstrekt. De belangstelling' die
wij van de huisbezoekster van M.H. onder
vonden, was allerhartelijkst.
De klagende werklooze had zelf ook maat
regelen kunnen nemen voor een uitzet door
middel van het bekende Spaarfonds van Mi
nister Romme. Ik heb dat ook gedaan. Nu was
ik in staat daardoor bijzondere uitgaven te
dekken, zelfs konden wij in die dagen eenige
fleur is ons gezin brengen.
Maatschappelijk Hulpbetoon moet op som
mige punten wel eens hartvochtig zijn, maar
mijn ervaring is, dat als men beleefd tegen het
personeel optreedt er, als het noodig is, altijd
hulp en troost te vinden is.
HANDELSBLAD GRATIS
Zij, die zich thans abonneeren ont
vangen het Handelsblad deze maand
GRATIS.
Abonnementen 1.90 per maand en
ƒ5.50 per kwartaal. Buiten Amsterdam
verhoogd met 20 cent per maand voor
verzending.
Abonnementen op te geven bij het
Bijkantoor Handelsblad
(WENSING'S Alg. Adv -Bureau)
Telefoon 10209.
(Adv. Ingez. Med.)
Geslaagde Oranje-avond van het
N. J. V.
Ds. P. Bootsma schetst de beteekenis van
Oranje.
De afdeeling Haarlem van het Nationaal
Jongerenverbond had gisteravond in Hotel
„De Leeuwerik" een Oranje-avond georgani
seerd die veel belangstelling trok.
De bijeenkomst werd geopend met het spe
len van het eerste couplet van het Wilhelmus
waarna de voorzitter de heer P. A. J. van Kes-
sel eenige welkomstwoorden sprak.
Ds. P. Bootsma, leger-predikatn sprak ver
volgens over: ,,'t Was Oranje, 't is Oranje, 't
blijft Oranje boven".
Wij Nederlanders zijn menschen van de
vrijheid, aldus ving spr. aan. Door die vrijheid
bestaan er echter in ons volk verschillen. Eén
ding bindt ons echter samen: wij zijn burgers
van hetzelfde vaderland, onderdanen van
Koningin Wilhelmina.
Het vereenigingspunt van ons gansche volk
is: Oranje. Dit is in de laatste weken wel dui
delijk gebleken.
Wie onze historie leest die moet wel direct
getroffen worden door de groote plaats die
Oranje hierin bezet. Oranje staat altijd op
den voorgrond en in het middelpunt.
In tijden van voorspoed is het altijd met
onze nationale gevoelens bergafwaarts ge
gaan. De troon van Oranje is gefundeerd op
het offer dat Oranje gebracht heeft.. Ge
woonlijk wordt een troon gefundeerd op ver
overing. Bij ons is het echter net omgekeerd,
het geslacht Oranje Nassau heeft zich altijd
beschikbaar gesteld voor den groei van ons
volk.
Reeds door Willem de Zwijger, terecht Va
der des Vaderlands genoemd, die zich de zaak
van het verdrukte Nederlandsche volk aan
trok is het in Holland Oranje geworden.
Oranje komt altijd weer boven.
Het huwelijk' van Prins Bernhard met Prin
ses Juliana heeft van ons volk een bange
vrees weggenomen. De geboorte van Prinses
Beatrix heeft den band tusschen Nederland en
Oranje nog verstevigd.
Helaas is er een tijd geweest waarin' men
trachtte Oranje te vergeten. De oprichting
van het N. J. V. beschouwde spreker als een
kreet om het „Oranje boven" weer te her
stellen.
Wij mogen het N. J. V. dankbaar zijn dat
deze Bond den strijd tegen de afbraak heeft
aangebonden.
Het Nederlandsche Volk verheugt zich thans
in het geluk van het Prinselijk Paar.
Het jubileumsjaar van H. M. Koningin Wil
helmina is ditmaal wel zeer gelukkig aange
vangen. Oranje zal ons blijven voorgaan en
leiden, Oranje de waarborg voor onze vrij
heid en onze eenheid.
Wij gaan nu weer blij verder en zeggen
,,'t was Oranje, 't is Oranje en 't blijft Oranje
boven" leve onze Prinses Beatrix; aldus be
sloot Ds. Bootsma zijn enthousiaste toespraak.
Na deze rede droeg' de heer G. Grondsma
vaderlandaehe liederen voor o.a. „Scheeps-
praet" van Huygens een gedicht van Jan Prins
opgedragen aan Prinses Juliana en een
tweetal gedichten van Adema van Scheltema.
De heer Grondsma had met deze -uitstekende
voordrachten veel succes.
Na de pauze werd de interessante Marine
film: „Hoe onze marine reilt en zeilt" ver
toond.
Het was een bijzonder geslaagde avond die
ten volle den naam Oranje-avond verdiende.
PROGRAMMA VAN DE HAARLEMSCHE
RADIO CENTRALE OP ZATERDAG.
12 FEBRUARI 1938.
Progr. I. Hilversum II.
Progr. II. Hilversum I.
Progr. III. 8.00 Keulen. 9.20 Parijs Radio.
12.05 Londen Regional. 12.35 Keulen. 1.20 Ned.
Brussel. 1.35 Keulen. 2.20 Ned. Brussel. 3.20
Keulen. 5.20 Fransch Brussel. 6.20 Parijs Ra
dio. 6.35 Fransch Brussel. 7.20 Keulen. 9.20
Ned. Brussel. 10.30 Keulen.
Progr. IV. 8.00 Ned. Brussel. 9.20 Diversen.
10.35 Londen Regional. 11.35 Droitwich. 2.20
Londen Regional. 4.40 Droitwich.
Progr. V. 8.00 Diversen. 7.00 Eigen gramo-
foonplatenconcert: verzoekprogramma. 8.00
—12.00 Diversen.
EXAMENS.
Geslaagd aan de Gem. Universiteit te Am
sterdam voor het doet. ex. in de rechtsge
leerdheid (cum laude) de heer P. Mann-
heimer..
Het Ongeluk.
NSTAPPEiN heeren voor de vlucht Bom
bay—Singapore", zei de kleine bruine
kerel met den bril, en maakt een uit-
noodigende beweging.
„Wat mankeert hem", dacht majoor Bent, ter
wijl hij zich door de nauwe deur van de
„Specht" naar binnen wrong. „Wat noodigt
die gek me uit tot een vlucht BombaySinga
pore; ik weet zelf wel, dat ik naar Singapore
ga vliegen. Of weet hij het niet?" Zweetdrop
pels stonden op 's majoors voorhoofd. Hij zat
in z'n stoel zonder te weten, dat hij was gaan
zitten. Vóór hem zaten kolonel De Wit en juf
frouw Rost. En, jawel, daar zat ook de kleine
bruine kerel met den bril, gescheiden van
hem door de cabinegang.
Buiten sprongen de motoren aan. Onrustig
in zijn veeren rollend wiegde de „Specht" over
het vliegveld. Een stoot die vervloekte
gaten
Vermoeid sloot majoor Bent de oogen. Ba
tavia het hotel „Rembrandt" Koel en zoutig
de zeewind. En juffrouw Rost streek met haar
zachte vingers door z'n haar. Waarom had ko
lonel De Wit zoo ironisch geglimlacht, toen
deze hem met juffrouw Rost in de club trof?
Oude Don Juan. En waarom bibberden die
wanden zoo? O ja, 't was waar ook, hij zat in
den „Specht" en vloog van Bombay naar Sin
gapore. Heel gewoon. Neen, niet gewoon, hee-
lemaal niet. Hoe, bliksem, kwam hij hier?
Niets, niets, niets, geen herinneren. Een gat
tusschen Bombay en hotel Rembrandt in
Batavia. Ergens mankeerde een schakel.
Koude schrik sloeg majoor Bent om het hart.
Waar was hij toch. Hij voelde zich hulpeloos
als een verdwaald kind. Waarom hoorde hij
geen stem? Een of ander menschelijke stem,
waaraan je kon hooren of alles werkelijkheid
wasMet tegenzin boog hij- zich naai
den kleinen bruinen kerel.
„Pardon, één vraag, misschien een gekke,
maarwaarheen vliegen we eigenlijk?"
„Ergens heen, majoor. Misschien naar het
niets, misschien naar een wereld, die niemand
van ons kent. Te onduidelijk om te verklaren".
Majoor Bent keek den man niet begrijpend
aan; zijn handen krampten ineen. De bruine
kerel zag er bleek uit. Z'n oogen keken on
onderbroken in die van den majoor, wien het
leek of die oogen ergens naar binnen keken.
„Idioot! U zei toch bij het begin van de
A LS DE NIEREN niet behoorlijk werken, kun
nen verschijnselen ontreden ale rugpijn,
eplt, stijve en pijnlijke gewrichten, verstoorde
nachtrust en verlies van kracht. En wel,
doordat het bloed dan niet gezuiverd wordt
Van de erin voorkomende onzuiverheden door
deze bloodflltreerende organen. Laat het zoo
ver niet komen: voorkomen te beter dan
genezen. Gebruik tijdig Foster's Rugpijn
Nieren Pillen, sinds Jaren bekend als het
dlurotlsch middel bij uitnemendheid. Zorg,
dat uw bloed steeds zuiver, krachtig en leven
gevend blijft.
(Adv. Ingez. Med.)
Kapperszaak C. J. Hamburg
verplaatst.
De heer C. J. Hamburg, die vier jaar lang
in het perceel Spaarnwouderstraat 23 met veel
succes een Dameskapsalon heeft gedreven,
heeft zich door de voortdurende toeneming
van het aantal clientèle genoodzaakt gezien,
naar een ruimere behuizing uit te zien. Die
heeft hij gevonden in het flinke hoekhuis
Spaarnwouderstraat 29, waar hij zijn salon
naar de eischen van den modernen tijd heeft
ingericht. In zijn oiide zaak had hij slechts
de beschikking over drie cabines, thans over
vijf. De salon is luxueus ingericht met stalen
meubelen. De nieuwste machinerieën en hulp
middelen zijn hier aanwezig, o.a. een zooge
naamde wervelwindkap, voor het nieuwste
droogsysteem. Ook wordt hier een nieuw
systeem permanent in gebruik gebracht. Dat
is het N.AJVI. First Permanenttoestel, dat het
mogelijk maakt dat de dame, die er mee be
diend wordt, in het geheel niet met draden in
aanraking komt; zij heeft bovendien geen last
van stoom, warmte, zwarte op het hoofd en
zij geniet een volkomen bewegingsvrijheid.
Ook van buiten maakt de nieuwe salon een
fraaien indruk door de twee étalage-kasten,
één voor parfumeriën en toiletartikelen, de
ander voor het exposeeren van haarwerken,
enz.
EEN MOTIE.
HEEMSTEDE Vrijdag.
Onderstaande motie is aangenomen op een,
openbare vergadering van de „Communistische
Partij Nederland" afdeeling Heemstede, ge
houden in „Het Wapen van Heemstede".
„Spreekt haar afkeuring uit over de hande
lingen van de Nederlandsche Regeering in
zake de erkenning van de verovering van
Abessinië door Italië; zij is van meening,
dat deze handeling den vrede en de zelfstan
digheid van ons volk schaadt en dringt er
bij de Regeering ten sterkste op aan, trouw
te blijven aan de collectieve veiligheid en
den Volkenbond".
®is reeds sedert eeuwen
het "-béste middel tegen
HOEST INFLUENZA.
(Adv. Ingez. Med.)
denkt aan „ei", aan advocaat,
aan de beste advocaat, dus aan
u betaalt 4» »l8t
S0 p. "J «it HIET-IPPPVIOUOMOP
I mSér 4P»<»« J"ie7,°M™ t30).O.W»««
I„»tM«° u succes
1 15.IiMHH
(Adv. Ingez. Med.)
vlucht zelf, dat we van Bombay naar Singa
pore vliegen
De bruine werd nog een tikje bleeker; bij
z'n bruine tint leek-ie nu grijs.
„Dat was de werkelijkheid van toen, die van
nu is anders".
„Ik vindt dit buitengewoon mysterieus uit
gedrukt", zei majoor Bent spottend. Maar het
was hem heelemaal niet spottend te moede.
De vermoeide trekken van den bruine wer
den soepeler; hij maakte nu een tamelijk
Europeeschen indruk.
„Neemt u mij niet kwalijk indien ik me
een beetje onduidelijk heb uitgedrukt", zei hij
op z'n gluiperigen conversatietoon. „Dat is
mijn gewoonte wanneer de geest over mij
komt. De bedoeling van mijn woorden zal u
duidelijk zijn, indien ik u vertel, dat u binnen
5 minuten een sigaret zult opsteken, die de
benzinedampen, welke zich tengevolge van
een defect in de leiding hier hebben gevormd,
tot explosie zal brengen".
„U is gek!", stootte majoor Bent uit.
Het gezieh van den bruine bleef onbewogen.
„Ik zag de ramp zoojuist in een visioen. En
mijn visioenen zijn tot nu met afschuwelijke
zekerheid waar geworden".
„Aziatische poppekast! Als zich hier in de
cabine werkelijk benzinedampen hebben ver
zameld, zooals u zegt, dan steek ik eenvoudig
geen sigaret op en de explosie blijft waar
ze is".
De bruine kerel schokt vriendelijk maar
afwijzend met de schouders.
„Het is het noodlot en u kunt het niet ver
anderen".
„U zult een teleurstelling' beleven, meneer.
meneer
De bruine lachte.
„Waarom waarschuwt u eigenlijk de andere
„Werkloosheid en Welvaart".
Lezing van ir. R. A. Verwey.
Voor de leden van de Haarlemsche Studie-
vereeniging van Maatschappelijke Werk(st)ers
alhier en eenige genoodigde autoriteiten hield
Donderdagavond ir. R. A. Verwey, directeur
van den Rijksdienst der Werkloosheidsverze
kering en Arbeidsbemiddeling te 's Graven-
hage, een lezing over het onderwerp: „Werk
loosheid en Welvaart",
De lezing werd gehouden in de Raadszaal
ten Stadhuize. Onder de aanwezigen was de
heer J. Vader, directeur van den Dienst der
Werkloosheidsbestrijding. Voorzitter was de
heer P. Koen, waarnemend directeur van
den Gemeentelijken Dienst tot Bestrijding
der Werkloosheid, die een kort ope
ningswoord sprak.
Hierna was het woord aan 11-. Verwey, die de
werkloosheid welke de laatste jaren in Neder
land gekomen is, een grote ramp noemde. In
1922 en 1923 meende men al in een groote
crisis te verkeeren; toen werd het weer beter;
in den zomer van 1929 was men nog zeer op
timistisch maar daarna kwam de catastrophe,
Jaren achtereen steeg de werkloosheid voort
durend tot het midden van 1936. In 1937 werd
de toestand veel beter en Januari 1938 heeft
weer een beter beeld gegeven. De groote be
proeving' is doorstaan.
Het gebruik van de Arbeidsbeurs neemt
steeds toe maar de cijfers die betreffende de
inschrijvingen bij de beurzen gegeven worden
geven geen beeld van tie werkloosheid, al
wordt dit wel eens gedacht. Intusschen is het
verheugend, dat meer en meer van de beurzen
wordt gebruik gemaakt.
Tegenover de werkloosheid staat in ons land
een merkwaardige welvaart. Teekenend voor
die welvaart zijn de cijfers die betrekking heb
ben op de sterfte aan tuberculose en die de
laatste jaren voortdurend zijn gedaald, zoodat
zij in ons land nu het laagst van Europa zijn.
Een welvaartverschijnsel is ook de toeneming
van den gemiddelden levensduur die te con-
stateeren is. Dan neemt het aantal leerlingen
van middelbare scholen, lycea en gymnasia
voortdurend toe, evenals het aantal studenten
aan de Universiteiten. De koopkracht van de
loonen werd over het algemeen grooter. Het
aantal rijwielen nam zelfs in de crisisjaren
toe; die groei is nog sterker bij het aantal
motorrijtuigen. Er kwam eenige verandering
in de voeding in den loop der jaren, maar het
gebruik per hoofd der bevolking werd grooter
Bij de Rijkspostspaarbank wordt steds meer
gespaard; zulk een groei vertoonen ook de
Boerenleenbanken. Men mag dus zeggen, dat
de feitelijke volkswelvaart intact is gebleven,
in weerwil van vermindering van inkomsten
en vermogens.
Er wordt wel eens gezegd, dat de criminali
teit tegenwoordig zoo groot is, maar zij is
thans niet grooter dan in 't begin van de eeuw
al was er een tijdelijke groote toeneming in
de oorlogsjaren, waarop weer een sterke ver
mindering' volgde.
Van bijzonder gunstigen invloed voor ons
land is wat spreker zou willen noemen „de
regeering van de Oranjetraditie". Nederland
mag zich daarmede gelukkig prijzen: men zie
maar naar andere landen!
Tenslotte vestigde spr. de aandacht op het
verband tusschen werkloosheid en welvaart.
Rationalisatie en mechanisatie hebben veel
werkkrachten uit de bedrijven verdreven
niaar op verschillende gebieden waren weer
werkkrachten noodig, die vroeger niet noodi;
waren. Toch is deze compensatie op den duur
niet voldoende gebleken.
De werkloosheid is een ramp; men mag op
het oogenblik wel rekenen op een half mil-
lioen werkloozen. De welvaart verloopt in
rampspoedigheid. Daarom moet de werkloos
heid worden omgezet in „werken", de steun
-moet worden omgezet in productie. Hier is een
taak niet zoozeer voor de regeering, maar
voor de maatschappij in haar geheel. Het be
drijfsleven zelf doet op dit gebied al meer.
Wordt deze lijn doorgetrokken, dan zal op den
duur een tijd komen van welvaart en blijd
schap, zooals er nog nooit is geweest. Ook
voor de maatschappelijke werkers ligt hier
een verheffende taak.
Hierna was er gelegenheid tot het stellen
van wagen.
passagiers niet? Ieder zou toch volgens u
nadat u aan mijn visioen hebt getwijfeld
door het opsteken van een sigaret de ramp
kunnen verooroorzaken. Het rooken is toch in
deze vliegtuigen toegestaan".
Majoor Bent wilde opspringen, maai* hij
kon niet. Net of hij werd vastgehouden. En hij
voelde hoe, hij tegen z'n wil zijn étui te voor
schijn haalde. Z'n vinger speelden afwezig,
naar ge woon be, met een sigaret. Hij smaakte
zelfs duidelijk de gewone voorvxeugde van het
genot van rooken.
„Dat is toch versc-hikkelijk!" hoorde hij op
hetzelfde oogenblik z'n stem als uit de verte
tot den bruine zeggen. „Maar doe nu toch
iets kerel! Doe iets! Jij duivel,
jij...."
Automatisch ging z'n hand met de sigaret
naar z'n mond en hij kon niet verder spreken,
Z'n linkerhand zocht naar den aansteker
De bruine zag hem met de vriendelijke, hof
felijke onverschilligheid van den Oosterling
aan. y
„Mijn visioen heeft mij laten zien, dat ik
de eenige overlevende zal zijn", zei hij met een
fluw-eelen stem. „Ik weet ook, dat u in uw
tasch eenige duizenden guldens meedraagt.
Geeft u het geld aan mijVoor u is het waar
deloos, aangezien u over eenige minuten niet
meer tot de levenden zult behooren. Het zou bij
u en met u verbranden. Bij mij is het veilig.
Het zou dwaas zijn het te laten verbranden.
Een levende heeft nog iets aan geld, een doode
niet".
Majoor Bent voelde de hand van den bruine
bij z'n tasch. Dolle, waanzinnige woede maakte
zich van hem meesterhij wilde opspringen
en en kerel vermoorden, maar z'n hand met
den aansteker werd door iets sterks naar z'n
mond gestuwd. Mechanisch drukte z'n duim,
dun likte een vlammetje naar z'n mond
werd grooter.... reusachtigen vulde de
geheele ruimte.
Majoor Bent voelde een vreeselijke hitte om
zich heen, dooa- het raampje zag hij hemel
en aarde om het vliegtuig draaien, toen
sloot hijduizelig wordend, de oogen
Toen na eenige minuten nog geen stoot
kwam, opende hij ze weer. Hij zat met hoofd
pijn in z'n clubstoel in het hotel „Rembrandt"
in Batavia. De exotische kleine hypnotiseur,
die kolonel De Wit, juffrouw Rost en hem had
beloofd gezamenlijk in diepe slaap een vlieg
tuigramp te laten beleven, was verdwenen
met de geldtasch van Bent.
HEINZ A. TIBEN
(Nadruk verboden.
Auteursrechten voorbehouden.)
1
Ut "i"-. r
GEEF DE HUID.
WAAR ZIJ OM
VRAAGT!
MoridolHaar*
heilzamewerklng
Is niet oppervlak
kig, tnaar tot in de
onderste huidlogen. Geef uw
huid Meridol, 's nachts vct-
overdag dagcrème,
ivens een voortreffelijke basis
poedert
DOOZÊN VANAF 25 a. TUBEN VANAF 30 a.
(Adv. Ingez. Med.)
Voordracht oud-Kinderrechter
Mr. G. T. J. de Jongh.
Op uitiioodiging van het bestuur van den
Bond voor Sociale Werksters in Haarlem en
Omstreken en van het bestuur der Josephine
Butlervereeniging hield Mr. G. T. J. de Jongh,
oud-kinderrechter te Amsterdam, Donderdag
avond m het Wijkgebouw aan de Ged. Oude
Gracht 104 een voordracht over de werkzaam
heden van „Pro Familia" (Bureau voor Ge
zinsmoeilijkheden te Amsterdam).
De bijeenkomst, waarvoor vrij veel belang
stelling bestond, werd geopend door Jonkvr.
B. E. de Ranitz, die een woord van welkom
sprak en die haar blijdschap over de groote
belangstelling uitte. Zij dankte Mr. De Jongh
voor de bereidwilligheid, hier als spreker op
te treden, hoewel zijn tijd zeer beperkt is.
Mr. De Jongh deelde mede, dat zijn onder
werp even goed had kunnen luiden: „Huwe
lijksleed en echtscheiding". Door zijn werk als
kinderrechter is spreker er toe gekomen, zich
met deze aangelegenheid te bemoeien. De
hoofdzaak is, kinderen te redden van den on
dergang, die meestal het gevolg is van onge
lukkige huwelijken.
Het waren meestal ouders, die hun kinderen
niet konden opvoeden, zooals het behoorde,
omdat vader en moeder het niet met elkaar
konden vinden. De slechte invloeden hebben
helaas hun uitwerking' op de kinderen. Huwe
lijksleed is de oorzaak van kinderleed. In de
laatste 30 jaar moet het aantal echtschei
dingen met minstens vier worden vermenig
vuldigd. In Amsterdam worden jaarlijks dui
zend echtscheidingen uitgesproken; soms 150
in één rechtzitting.
In de groote steden bedraagt het aantal
echtscheidingen per 1000 inwoners 0.83; in
kleinere steden 0.25 en op 't platteland slechts
0.11. De verschillende, levensomstandigheden
spelen hierbij een groote rol. In groote steden
stapt men blijkbaar veel lichtzinniger over de
ze dingen heen, dan op het platteland. In ge
zinnen waar de verhouding niet goed is, gaat
ieder zijn eigen weg; er bestaat geen binding.
De huiselijkheid is zoek. Radio, bioscoop, bridge
zijn bij hen een beletsel geworden, 0111 eens
rustig bij elkaar te zitten en te denken. In
groote steden is het schaamtegevoel veel ge
ringer, dan in de kleine gemeenten. „Wat is
er tegen te doen, dat het aantal echtschei
dingen zoo ontstellend groot wordt?" vroeg
spreker. Bepaald ernstige redenen zijn soms
niet eens aanwezig om tot een echtscheiding
te komen. Man en vrouw zijn vaak op een ge
geven oogenblik van meening, dat ze van el
kaar moeten gaan. Dus worden de noodige
maatregelen genomen, voor de toewijzing van
de kinderen, de kwestie van het verleenen van
een toelage enz. Minister Goseling is voorne
mens, een wet in te dienen, waarbij het aan
tal echtscheidingen bij verstek wordt tegen
gegaan. Veel verwachtingen koestert spreker
er echter niet van, al zal het aantal echtschei
dingen wel eenigszins verminderen. En dan is
er tóch geen waarborg, dat het huwelijksgeluk
grooter wordt. Dat hangt er van af, welke op
vattingen man en vrouw van het huwelijk
hebben. Man en vrouw moeten een offer we
ten te brengen; niet altijd zijn zin willen heb
ben; eikaars fouten vergeven en als het ware
naar elkaar toegroeien. Een kind moet in een
gelukkige en vroolijke sfeer worden grootge
bracht. Men moet komen tot betere begrippen
en toestanden. De huiselijkheid moet in eere
worden hersteld. Kinderen moeten prettige
herinneringen van het ouderlijk huis mee ne
men, als zij het leven in gaan, opdat zij later
zelf brave en behoorlijke menschen kunnen
worden. De heele maatschappij moet aan de
verbetering van de toestanden meewerken,
predikant, dokter enz. Gelukkig zijn er symp
tomen waar te nemen van een ontwakend le
ven. Men moet er zich rekenschap van geven,
wat men zelf in deze richting kan doen. Op
verschillende plaatsen in ons land zijn bureaux
opgericht in den geest van „Pro Familia". De
bedoeling is, nog meer bureaux in ons land op
te richten, waarin personen van zekere erva
ring zitting moeten nemen, om de menschen
te wijzen op het ernstige van de zaak. Men
moet verzoenend optreden en blijkt absoluut
een echtscheiding niet te voorkomen te zijn,
dan moet alles in het werk worden gesteld
om het leed van de kinderen en ook van de
ouders zoo gering mogelijk te maken. Op die
wijze kan veel nuttig werk verricht worden,
want de medewerkers aan deze bureaux zullen
weldra een zeer groote ervaring verkrijgen,
wat er misschien toe kan leiden, dat men in
de toekomst een betere wetgeving op dit ge
bied krijgt.
Spreker schetste het werk, dat het bureau
te Amsterdam verricht. Voor allerlei aangele
genheden komen menschen van eiken leeftijd
naar dit bureau om raad in te winnen. Ge
tracht wordt, zooveel mogelijk aan deze ver
zoeken te voldoen, al moeten vaak heel groote
moeilijkheden worden overwonnen. Iemand
gaat wel eens naar het bureau, als het kwaad
reeds te veel is ingevreten. Dat doet denken
aan sommige menschen op het platteland, die
pas doktershulp inroepen, als ze stervende
zijn. Toch zou het te wenschen zijn, dat op
vele plaatsen in het land zulke bureaux wor
den opgericht, ook al is het vaak geen dank
baar werk. dat verricht moet worden. Er moet
een dam tegen het kwaad worden opgeworpen;
men moet op de bres springen voor de kinde
ren, want er wordt zoo vaak te veel met kin
deren gemarchandeerd; zij komen dan zoo
vaak in verkeerde handen, Er moet eerst door
een daartoe gerechtigd lichaam een degelijk
onderzoek worden ingesteld, eer men beslist
aan wie de kinderen bij een echtscheiding
moeten worden toegewezen. Dat kunnen deze
bureaux het beste doen; zij zullen een vrucht
baar veld vinden en oneindig nuttig werk
kunnen verrichten. Dan zal het blijken, dat
„Pro Familia" even onontbeerlijk is geworden
als „Pro Juventute'dat veertig jaar geleden
als een klein plantje is begonnen, maar dat is
uitgegroeid tot een stevige struik met vertak
kingen over het geheele land.
De presidente dankte Mr. de Jongh voor
zijn heldere en boeiende rede.