SCHOPENHAUER, DE „OUDE HEER
VAN FRANKFORT.
ONS WEKELIJKSCH
KNIPPATROON.
ZATERDAG 19 FEBRUARI 1938
HAARDE M'S DAGBDAD
Honderdvijftig jaar geleden geboren.
Pessimist en vrouwenhater".
k OP HL AIR zal de wijsbegeerte wel nim
mer worden. Het ligt ook niet in haar
aard en niet in dien van de moderne
wereld. Maar als er één filosoof is, die
de populariteit althans benadert, is het Arthur
Schopenhauer, de „Oude Heer" van Frankfort
a. d. Main. Namen als Kant en Hegel worden
met verschuldigden eerbied en een geleerd
gezicht uitgesproken, terwijl in stilte gedacht
wordt: vreesefijk knap, maar mij te moeilijk.
Van Schopenhauer echter weten de meesten
wel meer: die vrouwenhater! En inderdaad,
hij heeft onaangename dingen gezegd over het
schoone geslacht, maarniet minder on
aangename over de mannen, die zich dan toch
steeds maar weer lieten inpalmen! Overigens
vormen die losse opmerkingen over de vrouw
geenszins het kenmerkende van Schopen-
hauers filosofie. Wèl hebben zij. tijdens zijn
leven de aandacht op hem gevestigd, nadat
zijn vroegere boeken, waaronder zijn hoofd
werk, doodgezwegen waren. Zoo zal hij wel ten
eeuwigen dage „de vrouwenhater" blijven.
Toch is er nog een andere reden voor de
grootere bekendheid van Schopenhauers wijs
begeerte: de duidelijkheid en ongekunstelde
directheid van zijn betoogen. Zijn werk is ook
voor den leek goed te begrijpen, zoodat de vak-
menschen hem wel eens geringschattend een
dilettant hebben genoemd. Wat hij, in den on-
gunstigen zin, zeker niet geweest is.
Honderdvijftig jaar geleden Schopen
hauer werd op 22 Februari 1788 te Danzig ge
boren beleefde de wijsbegeerte een tijdperk
van kolossale activiteit, vooral in Duitschland.
Emanuel Kant had met zijn nieuwe ideeën een
ware omwenteling te weeg gebracht. Fichte,
Schelling en Hegel voerden zijn leer tot de
uiterste consequentie. Tegelijkertijd verkondig
den Jacobi. Sehleiermacher en anderen hun
geioofsfilosofie. De strijd tusschen deze twee
richtingen, tusschen geloof en rede, woedde
op zijn hevigst, toen de jonge Schopenhauer
zich op de wijsgeerige studiën wierp. Van beide
kanten was reeds vrijwel alles gezegd, wat te
zeggen was, alles ten einde gedacht. Er viel
niet veel nieuws meer te verkondigen in de
oude systemen. Schopenhauer echter sloeg
een geheel anderen weg in. De rede noch de
openbaring is het beginsel der wijsheid, maar
het is de wil, die alles beheerseht, zoo leerde
hij. Wij worden gedreven door een onbewust
streven, waaraan niet te ontkomen is. In de
chemische en physische verschijnselen, in de
planten- en dierenwereld en bij de menschen.
overal toont hij de alleenheerschappij van den
Wil aan. De Wil tot het Leven is sterker dan
alles, gaat ook het intellect te boven. Want
kijk maar eens naar den ontzettenden ge
moedstoestand van een ter dood veroordeelde,
zegt hij en naar de kracht, waarmee iemand,
al had hij nog zoo'n ongelukkig leven, zich
tegen den dood verzet. Die Wil, die zoo sterk
is, komt evenwel voort uit een behoefte, een
gebrek, waarover men smart gevoelt. Eerst
wanneer men zich geheel aan den wil kan
onttrekken, komt er een einde aan alle smar
ten. De kunst en vooral de muziek kan dit
geluk teweegbrengen. Door de kunstgenieting
wordt men altijd nog slechts voor korten
tijd bevrijd van het pijnlijke willen en be-
geeren. Maar het hoogste ideaal vond Scho
penhauer toch wel in het boeddhistische
„nirwana", waarin de wil tot het leven vol
komen opgeheven is. De invloed, die Schopen
hauer van de Indische godsdiensten heeft
ondergaan, is dan ook buitengewoon groot.
De natuurlijke consequentie van Schopen
hauers theorie is het troostelooze pessimisme,
dat uit al zijn geschriften spreekt. Immers
steeds streven wij naar iets,, dat wij ontberen,
hetgeen ons smart veroorzaakt. Bereiken wij
echter, wat wij wenschen, dan vallen wij ten
prooi aaneen grenzenlooze verveling. Tus
schen verdriet en verveling worden wij heen
en weer geslingerd!.
Het pessimisme is een veel voorkomend ver
schijnsel in den tijd der Romantiek, waarin
Schopenhauer leefde. Uit de gedichten van tal
van romantische kunstenaars klonk dezelfde
toon van somberheid en melancholie, zij het
dan dat de dichters slechts hun stemming
uitvierden en hun pessimisme niet streng
filosofisch beredeneerden als Schopenhauer
deed. Maar de tranen vloeiden wel in breede
stroomen door de literatuur van het eind der
18de en het begin der 19de eeuw. Goethe's
Werther, de Oden van Klopstock en de Night
Thoughts van Young, droef-sentimenteel
allen, zijn als voorbeelden te noemen. Maar
veel sterker verwant met Schopenhauers som
bere filosofie zijn de gedichten van zijn tijd
genoot Lord Byron. De helden van Byron zijn
in hun reddelooze eenzaamheid, hun gevoel
van hartgrondigen afkeer van de wereld, hun
diep besef van ongelukkigheid juist zooals
Schopenhauer den mensch zag. Het filosofisch
pessimisme van den Frankforter wijsgeer komt
merkwaardig overeen met de beroemde „By-
ronic mood" van den Engelschen romanticus.
Op dit pessimisme zonder eenige hoop heeft
Schopenhauer een bijzonder schoone ethiek
opgebouwd.
Schopenhauer.
Dit leven op de ongelukkigst denkbare al
ler werelden was immers niet alleen hem,
maar tevens al zijn medemenschen bescho-
Voor hen moest men dus een diep medelijden
koesteren, een medelijden, waardoor men
iedereen zou vergeven, iedereen zou eerbie
digen en iedereen zou helpen. Gedreven door
dit allen omvattende medelijden zou men
slechts gerechtigheid en menschlievendheid
kunnen betrachten.
Schopenhauers karakter.
De man, die dit uitzonderlijke filosofische
stelsel opbouwde, is een merkwaardige figuur
geweest. Een moeilijk, eenzelvig mensch met
een somber karakter, reeds van nature ge
neigd tot het pessimisme, dat zijn leer en
zijn geheele levenshouding!zoozeer beheerseh
te. In sommige perioden van zijn leven ver
ergerde zijn somberheid tot een ziekelijke af
wijking. Daarbij leed hij aan hevige angst
psychosen, die zijn bestaan zoo nu en dan
schier ondraaglijk maakten. Niettegennstaan-
de deze omstandigheden en ondanks de te
leurstelling over zijn aanvankelijke misken
ning bleef Schopenhauer gestaag doorwer
ken, zoodat hij bij zijn dood 21 September
I860 een zeer omvangrijk oeuvre naliet.
Het belangrijkste van al zijn werken is
wel ,Die Welt als Wille und Vcrstellung"
(1819), waarin eigenlijk zijn geheele wijsbe
geerte is samengevat, het resultaat van zijn
filosofische studiën, die hij eerst na den dood
van zijn vader (1805) had opgevat. Want de
oude Schopenhauer, een vermogend koopman
van Hollandsche afkomst, had zijn zoon voor
den handel bestemd. Arthurs opleiding ging
dan ook geheel in die richting. Ter voltooiing
hiervan maakte hij een langdurige reis door
bijkans alle landen van Europa, welke on
getwijfeld zijn wereldvisie sterk heeft be
ïnvloed.
Miskenning.
Zijn eerste filosofische publicaties verwier
ven niet de aandacht, die zij verdienden. De
officieele wetenschappelijke wereld negeerde
den onafhankelijken, maar oprechten jonge
man geheel. Weliswaar was Goethe, voor wien
Schopenhauer een groote bewondering
koesterde, enthousiast over „Die Welt als
Wille", maar hij ondernam niets om het werk
meer bekendheid te geven. Schopenhauer
maakte in dezen tijd een reis door Italië,
die niet minder dan zeven jaar duurde.
Reeds tijdens zijn verblijf in het land „wo
die Zitronen blühen" werd de wijsgeer ge
kweld door abnormale neerslachtigheid en
angst. Na zijn terugkeer in Duitschland werd
zijn toestand er niet beter op. Nog steeds
bleef de reactie op zijn werk uit. zoowel van
de zijde der filosofie-professoren als van het
groote publiek. Bij deze deceptie voegde zich
allerlei tegenslag in zijn particuliere leven,
deels van financieelen, deels van anderen
aard. Een proces, waarin hij gewikkeld werd,
verloor hij, een deel van zijn vermogen ver
dween door speculaties en tenslotte stierven
achtereenvolgens zijn moeder en zijn zuster,
welke laatste vooral bijzonder door hem ge
acht werd. Vrees voor de cholera-epidemie
deed hem in 1831 uit Berlijn naar Frankfort
vluchten, waar hij tot zijn dood zou blijven.
Ook hier veroverde hij aanvankelijk niet de
vooraanstaande plaats in de wetenschappe
lijke wereld, die hem toekwam. Pas in 1851,
met de uitgave van zijn „Parerga und Para-
lipomena" kwam de keer ten goede. De be
kende scherpe aforismen over de vrouwen,
die in dit werk voorkwamen, brachten spoe
dig zijn naam op aller lippen en bezorgden
hem de faam een vrouwenhater te zijn. Maar
al is die vrouwenhater nooit getrouwd ge
weest. toch bleek ook hij niet onkwetsbaar
voor de aanvallen der liefde. In Berlijn had
hij een langdurige verhouding met een ac
trice, die hij nog in zijn testament bedacht.
Ook in Italië schijnt hij een liefdesavontuur
gehad te hebben, dat zelfs zijn ontmoeting
met Byron, den man, die ondanks alle mo
gelijke verschilpunten, juist in zijn melan
cholie zoo met hem overeenkwam, verhin
derde. Over dit incident brengt hij openhar
tig verslag uit aan een vriend,..Hij vertelt,
hoe mij van Goethe een introductie bij Byron
gekregen had en op het punt stond hiervan
gebruik te maken. Tijdens een wandeling
met zijn Dulcinea op de Venetiaansche Lido
echter snelde de Engelschman hen te paard
voorbij, waardoor de Italiaansche schoone
zoo m vervoering geraakte, dat zij den ge-
heelen dag over den beroemden dichter bleef
spreken. Hetgeen Schopenhauer deed beslui
ten. uit vrees voor jalouzie, van zijn bezoek
af te zien!
Hoe het ook zij. zijn uitvallen tegen de
zwakke sexe hadden hef goede gevolg, dat
ook zijn andere boeken thans eindelijk in
ruime mate een afzetgebied vonden. De
„Oude Heer" van Frankfort was een be
roemdheid geworden.
Dien grooten naam heeft hij behouden tot
op den huidigen dag. En terecht, want in
dien men zich niet laat afschrikken door zijn
weinig opgewekte ideeën, dan is in zijn wer
ken een schat van wijsheid envan
schoonheid te vinden. Immers in Schopen
hauer leefde behalve de wijsgeer ook de
kunstenaar.
In de wijsbegeerte van zijn tijd is Schopen
hauer een alleenstaande figuur gebleven. Hij
heeft geen school, geen kring van leerlin
gen om zich heen gevormd. Zoo eenzaam als
hij in zijn leven was, zoo eenzaam bleef hij
in de filosofie. Hij is er niet minder interes
sant om.
R. H. J. PFAFF.
Persil blijft steeds Persil!
De prijs kan nimmer zakken
De prijs staat in verband
Met den inhoud van de pakken
Clinge Doorenbos.
(Adv. mgez Med.)
Het zilveren jubileum van
Louis van Tulder.
De huldiging op 24 Februari.
Het Uitvoerend C.omité voor de huldiging-
van Louis van Tulder, bestaande uit: Mi'. M.
van Toulon van der Koog voorzitter: Jan
Booda, secretaris, van der Vinnestraat 15,
telefoon 11796, giro 182837; mevrouw Jo Bos-
Vincent; mr. A. Beets; mej. A. D. J. de Josse-
lin de Jong, S. Laarkamp en mr. J. F. de
Vilder, heeft de volgende circulaire verspreid:
In dit concertseizoen is onze begaafde te
norzanger Louis van Tulder pp verschillende
plaatsen in ons land gehuldigd, naar aanlei
ding van het feit, dat hij vóór 25 jaar zijn
zangersloopbaan begon in een uitvoering van
Joseph Haydn's „Die Jahreszeiten" bij de Ko
ninklijke Oratorium vereeniging te Amster
dam.
Spoedig na dit eerste optreden werd hij
een zeer geziene medewerker op het concert
podium en nam daar weldra een voorname
plaats in, zoowel in het binnen- als buiten
land.
Bij de verschillende oratoriumvereenigin-
gen vervulde hij jaar op jaar belangrijke par
tijen, in het kortstondig bestaan van de Ne-
dèrlandsche Opera gaf hij ook daaraan zijn
beste krachten, bij de groote orkestvereni
gingen verleende hij geregeld zijn solistische
medewerking.
De partij van den .Evangelist" in de
Matthaus-Passion bracht hij naar alle kan
ten uit. ook geregeld naar het buitenland, in
totaal minstens 225 maal en dezen zomer
zong hij in het Kurhaus te Scheveningen
voor de 100e maal de tenorpartij in Beetho
ven's 9e Symphonie.
Geen wonder, dat verschillende Comité's in
den lande met enthousiasme aan het werk
zijn gegaan, om den populairen en sympa
thieken zanger hulde te brengen bij zijn ju
bileum. In Haarlem zal dit geschieden op 24
Februari a.s„ na afloop van de uitvoering
van Haarlem's Gemengd Koor, waar Louis
van Tulder de tenorpartij zal zingen in
„Psalmus Hongaricus" van Zoltan Kodaly,
onder leiding van Jan Booda.
Deze huldiging zal gebracht worden door
het geheele muzieklievende publiek van
Haarlem.
Van Tulder moet op dezen avond den dank
ontvangen voor al hetgeen hij in deze vele
jaren het publiek heeft geschonken en daar
om verzoekt het Comité u een bijdrage te
willen geven voor het jubileumgeschenk, dat
hem dien avond aangeboden zal worden.
Moge een overweldigend aantal muziek
liefhebbers. ieder op zijn wijze, een steentje
bijdragen, om den gevierd en zanger op 24
Februari a.s. blijk te geven. dat. zijn prachtige
zang en hoogst muzikale kunst hun hart ge-
grenen heeft.
Zend het ingesloten kaartje met uwen
naam of een paar vriendelijke woorden terug
aan Jan Booda. de secretaris van het Uit
voerend Comité en zend uwe bijdrage op
Postrekening 182837 of per postwissel even
eens aan dit adres.
Maak den eere-avond van Louis van Tulder
tot een voor hem .onvergetelijken avond!
AGENDA.
Heden:
ZATERDAG 19 FEBRUARI
Stadsschouwburg: Louis Davids en Henriette
Davids in „Amsterdam Follies". 8.15 uur.
Firma Gerzon, Groote Houtstraat: Dickens-
markt. 2.30—5.30 en 8—10.30 uur. Des middags
en des aVonds Marionettentheater.
Kunsthandel Pictura, Gierstraat 31: Ten
toonstelling van werken van Maarten Krabbé.
10—6 uur.
Palace Filmac: 11—5 uur: Doorloopend 50
minuten wereldnieuws.
Rembrandt Theater: Benjamino Gigü in
Moederlied. Op het tooneel: Joe Petersen. 2.30
7 en 9.15 uur.
Luxor Sound Theater: Saratoga met Clark
Gable en Jean Harlow. 2.30, 7 en 9.15 uur.
Frans Hals Theater: De Indische graftem
pel II: Monument eener groote liefde. 2.30, 7
en 9.15 uur.
Cinema PalaceUitstel van executie. 7- en
9.15 uur.
Spaarne Theater: Politie-auto Nr. 17 en Joe
Brown. 8 uur.
Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op
werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan
dags. Toegang vrij.
ZONDAG 20 FEBRUARI
Stadsschouwburg: Louis Davids en Henriette
Davids in „Amsterdam Follies". 8.15 uur.
Gemeentelijke Concertzaal: „Blanke Ballast"
door het Gezelschap Jan Nooy, 8.15 uur.
Gebouw Haarl. Kegelbond, Tempeliersstraat:
Dancing band „The Margians".
Kunsthandel Pictura, Gierstraat 31: Ten
toonstelling van werken van Maarten Krabbé.
25 uur.
Frans Hals Theater: Dr. W. G. N. van der
Sleen: voordracht met lichtbeelden en film
over „Menschen, Dieren en Natuurschoon in
Zuid-Afrika", 11.30 uur.
Rembrandt Theater: Zwitsersche film „Een
volk m de Alpen", 11.30 uur.
Bioscoopvoorstellingen 's middags en des
avonds.
O vier veen: Soirée-Dansante Hotel „Van
Ouds het Raadhuis", 8 uur.
MAANDAG 21 FEBRUARI
Stadsschouwburg, Wilsonsplein: Het A. B. C.
Cabaret met de revue ..Daar zit muziek in!".
8.15 uur.
Hotel „De Leeuwerik", Kruisstraat 30: Kun
stenaars Getuigenisavond, 8.15 uur.
Kunsthandel Pictura, Gierstraat 31: Ten
toonstelling van werken van Maarten Krabbé.
10—6 uur.
Palace Filmac: 115 uur: Doorloopend 50
minuten wereldnieuws.
Bioscoopvoorstellingen 's middags en des
avonds.
ROOSTER VAN APOTHEKEN
(Samengesteld door den Inspecteur der
Volksgezondheid)
Voor de apotheken, die toestemming ge
vraagd hebben, om 's avonds en 's nachts en
Zondags te sluiten, is door den Inspecteur
der Volksgezondheid een sluitingsrooster op
gemaakt.
Van Zaterdag 19 Februari 's avonds 8 uur
tot en met Vrijdag 25 Febr. zijn de volgende
apotheken op Zondag, 's avonds na acht uur
en des nachts geopend.
J. Dienske. Firma Duïjm en Keur Keizer
straat 6. Tel 10378
J. Samplonius, Firma Begemann en Sneltjes
Kruisweg 30, Tel 10043.
J. M. Meisner, Marnix-Apotheek, Marnix-
straat 65, Tel. 23525.
HET VRIEST
HA, BOEREKOOL Wf
MISSCHIEN V
c<S£y, -7
MAAR
STEENKOOL
ZEKER
VAN
«•ft»
FRANS PERQUIN
(Adv. Ingez. Med.)
Ned. Mij. voor Nijverheid en
Handel.
De heer A. F. Haccou over economische
verdedigingsvoorbereiding.
Voor de leden van het Departement Haar
lem der Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel
trad Vrijdagavond in een der zalen van de
Sociëteit .De Vereeniging" de heer A. F.
Haccon, commandant van de Burgerwacht
te Bloemendaal, als spreker op, met het on-
derwerp: „Economische Verdedigingsvoorbe
reiding".
Deze voorbereiding aldus spr., moet krach
tig ter hand worden genomen.
Spr. zette eerst het karakter uiteen van
den oorlog der toekomst, zooals de militaire
deskundigen zich die voorstellen. Een oor
logsverklaring zal er niet zijn; politieke en
economische spanningen zullen de nadering
van een oorlog aanduiden. Er behoeft slechts
een incident zich voor te doen en de oorlog
is begonnen. Het zal een allen en alles om
vattende oorlog zijn. De geheele bevolking
zal worden ingeschakeld in het economisch
oorlogsproces en gevrijwaard voor doodsge
vaar zal niemand zijn.
Wil een volk een oorlog kunnen voeren dan
moet het hebben een goed geleide en ge
oefende weermacht, een sterke regeering, een
economische defensie voor de voorziening
van oorlogs- en levensmiddelen en tenslotte
zal de burgerbevolking door organisatie be
schermd moeten zijn tegen het daadwerke
lijk oorlogsgevaar, waaraan ieder bloot staat.
Spr. zou zijn onderwerp eigenlijk liever
willen noemen: economische oorlogsvoorbe
reiding.
De oorlogseconomie dient in vredestijd
reeds te worden voorbereid en als het noodig
is geheel of gedeeltelijk te worden uitge
voerd. Het organiseeren van de productie
volgens een vast plan is een eerste eisch; die
productie moet door den Staat worden ge
leid. De Staat moet sterk ingrijpen in het
economisch leven; wij zien dit trouwens nu
reeds overal om ons heen, in Duitschland,
Engeland, Frankrijk. De behoeften in oor
logstijd zijn grooter, maar meer eenzijdig
en daardoor zal de organisatie der productie
eenvoudiger zijn in vredestijd dan gedurende
een oorlog.
Van belang Is ook de geestelijke weerkracht
van een volk, zijn uithoudingsvermogen, vin
dingrijkheid enz. Ook van deze factoren moet
gebruik gemaakt worden bij de oorlogsvoor
bereiding. 'Daarbij moet ook geschat worden
welke behoeften een volk heeft, welk deel
m den landbouw enz. moet werkzaam blij
ven en welk deel in 't geheel niets meer
doen han. De Duitsehe opvatting in dezen
is: vóór alles gaat de weermacht, maar spr.
vindt deze opvatting cru, al is natuurlijk de
weermacht hóógst belangrijk. Vredesindus-
trieën moeten worden omgezet in oorlogs
industrieën; reeds voor den oorlog moeten in
dit opzicht kleine kernen worden gevormd,
die in den oorlog dadelijk uitgebreid kunnen
worden.
Maatregelen moeten worden genomen
waardoor men het hoofd kan bieden aan de
gewijzigde behoeften. De menschen moeten
worden gebruikt daar, waar zij van het
meeste nut voor den Staat zullen zijn. De
productie mag niet worden ontwricht, door
dat er te veel menschen aan worden ont
trokken.
Tot de economische oorlogsvoorbereiding
behoort ook de scholing van vrouwelijke en
jeugdige arbeidskrachten; vakmenschen zijn
evenzeer noodig als „vechtjassen"; het leger
moet in zijn nabijheid organisaties van vak
menschen hebben. Vrouwen moeten dienst
baar worden gemaakt, bijvoorbeeld bij de
luchtbescherming, ook hij de productie voor
oorlogsdoeleinden en voor de behoeften dei-
burgerlijke bevolking.
Een moderne oorlog heeft niet alleen sol
daten te velde maar ook soldaten thuis en
beider taak is even zwaar.
Maatregelen moeten voorts genomen wor
den voor geregelden toevoer van grondstoffen.
Duitschland werpt zich thans met volle ener
gie op de oplossing van dit probleem. Natuur
lijke producten zullen vaak moeten worden
vervangen door synthetischebepaalde bedrij -
ven zullen hiervoor vanzelf ontstaan. Voor
ons land zal uitbreiding van voorraden van
verschillende producten noodig zijn. Spr.
noemde in dit verband: koffie, thee, vee
koeken, rubber. Vooral de voorraad rubber is
zeer klem. In Zweden worden op het oogen-
blik enorme sommen besteed aan voorraad-
vorming.
Na de pauze behandelde spr. nog in bijzon
derheden de omzetting van de nationale- en
oorlogsindustrie. Een toekomstige oorlog zal
in dit opzicht enorme eïschen stellen, die na
tuurlijk ook al gelden voor het industrieele
oorlogsvoorbereidingsplan. En er moet een in
nig verband bestaan tusschen de verschillen
de bedrijfstakken.
Een zeer belangrijk ding is ook het verkeers
wezen, dat in dienst moet worden gesteld van
het oorlogsapparaat, echter, zóó dat verkeers
middelen niet worden onttrokken aan punten
waar zij op een bepaald oogenblik noodig zijn.
Een mobiel arbeiderscorps moet steeds ge
reed zijn om vernielde groote verkeerswegen
te herstellen.
Moet in vredestijd overproductie worden
tegengegaan, in oorlogstijd moet juist worden
gezorgd, dat er geen onderproductie komt. Elk
winstbejag op leveringen aan den Staat moet
onmogelijk zijn.
Medewerking van den Staat bij den handel
met het buitenland is noodzakelijk. (In den
wereldoorlog hadden wij de N.O.T.) Het geld
en bankwezen komt dadelijk na het uitbreken
van den oorlog onder Staatscontrole.
Van het allergrootste belang is het pro
ductievermogen van een volk: is het vermogen
groot dan behoeft de Staat zelf niet zoo rijk
te zijn, om oorlog te kunnen voeren, altham
gedurende eenigen tijd: men zie naar Italië
en Japan.
Noodwetten die in den oorlog noodig zullen
zijn, moeten gereed liggen: moeten zij bij
het bijzin van den oorlog nog ontworpen wor
den, aan komt er niets ^van.
En centraal orgaan is noodig, dat zich bezig
houdt met de economische oorlogsvoorberei
ding; in dit orgaan moeten zitting hebben
vertegenwoordigers van de departementen
van algemeen bestuur en van de verschillen
de bedrijfstakken.
Ook moet nog in vredestijd worden vorbe-
reid het instellen van het economisch leven
op meer normale omstandigheden van den
oorlog-. De economsiche demobilisatie moet
dus worden voorbereid. Zeer groote moeilijk
heden zullen daarbij te overwinnen zijn; er
moet worden gezorgd, dat er geen chaos ont
staat.
Spr. zeide tenslotte, dat in ons land veel
achterstand is in te halen maar daaraan
wordt nu hard gewerkt. Moge in het komende
jaar in dit opzicht veel bereikt worden.
De voorzitter ir. J. H. Teiders, dankte den
inleider voor de duidelijke wijze, waarop hij
zijn onderwerp behandeld had.
Onderwijzers moeien allen vóór
31 Maart gekeurd zijn.
Blijkens een beschikking van den minister
van onderwijs is de beëindiging van den ter
mijn, binnen welken allen, die verbonden zijn
aan een inrichting van onderwijs, moeten zijn
voorzien van een medische verklaring als be
doeld in het t. b. c.-wet je van 7 December 1934.
thans bepaald op 31 Maart 1938.
TOONEELVOORSTELLING TEN BATE VAN
„PRO JUVENTUTE".
Op 18 Maart a-s. zal in den Stadsschouw
burg een opvoering worden gegeven van Os
car Wilde's comedie ,Eady Windermere's
Waaier". Met zeer veel succes is dit stuk op
gevoerd te Hilversum door een aantal dames
en heeren uit het Gooi. die bereid zijn be
vonden een reprise in Haarlem te geven. De
heer Ru Muller zal evenals in Hilversum, de
regie van het stuk op zich nemen. Men heeft
in overweging genomen, na afloop van de
voorstelling een souper te organiseeren in de
zalen van de sociëteit „Trou moet Blycken"
De opbrengst van de recette zal, na aftrek
van de onkosten, ten bate komen van de ver
eeniging „Pro Juventute" te Haarlem.
OVERLEDEN ZWERVER LIET RUEVI
£1800 NA.
In het R.K. ziekenhuis te Raalte is een
zwerver overleden een zekere K„ die, voordat
hij werd opgenomen, bij een boer uit de om
geving een kistje in bewaring had afgegeven.
Toen dit, na 'smans overlijden, werd onder
zocht, bleek het f 1875 aan geld te bevatten.
Een japon voor verschillende
gelegenheden.
De moderne vrouw is practisch; ze denkt er
niet meer aan, om voor de enkele malen dat
ze 's middags ergens theeën gaat, of iets der
gelijks, een of een paar middagjurken te heb
ben. Nee, de moderne vrouw kiest japonne
tjes, die ze met kleine veranderingen zoowel
in huis als in haar beroep of om uit te gaan,
kan dragen.
Het spreekt vanzelf, dat ze materiaal kiest
van heel goede kwaliteit in een mooie neu
trale tint, als tabaksbruin, zwart, donker
groen. donkerblauw.
Het jurkje op onze afbeelding is gedragen
met een fleurige strik van geruite taftzijde,
een leuk kantoorjaponnetje. Wil men het als
middag jurk dragen dan laat men de strik
weg en garneert de japon met knoopjes van
strass; de gesp van de ceintuur is dan van het
zelfde materiaal. De mouwen zijn aan de
schouders ingerimpeld.
Benoodigd materiaal: 2«/„ meter van 130
centimeter breedte. Het patroon is te ver
krijgen in maat 42: bovenwijdte: 96 centi
meter; taillewijdte 74 centimeter en heup
wijdte 104 centimeter. Door het al of niet
aanknippen van naden kan men het patroon
passend maken voor het eigen figuur
Prijs van het patroon 26 ets. Het is van
Maandag af gedurende een week verkrijg
baar bij de bureaux van ons blad Gr. Hout
straat 93 en Soendaplein 37.