SCHOPENHAUER, DE „OUDE HEER VAN FRANKFORT. ONS WEKELIJKSCH KNIPPATROON. ZATERDAG 19 FEBRUARI 1938 HAARDE M'S DAGBDAD Honderdvijftig jaar geleden geboren. Pessimist en vrouwenhater". k OP HL AIR zal de wijsbegeerte wel nim mer worden. Het ligt ook niet in haar aard en niet in dien van de moderne wereld. Maar als er één filosoof is, die de populariteit althans benadert, is het Arthur Schopenhauer, de „Oude Heer" van Frankfort a. d. Main. Namen als Kant en Hegel worden met verschuldigden eerbied en een geleerd gezicht uitgesproken, terwijl in stilte gedacht wordt: vreesefijk knap, maar mij te moeilijk. Van Schopenhauer echter weten de meesten wel meer: die vrouwenhater! En inderdaad, hij heeft onaangename dingen gezegd over het schoone geslacht, maarniet minder on aangename over de mannen, die zich dan toch steeds maar weer lieten inpalmen! Overigens vormen die losse opmerkingen over de vrouw geenszins het kenmerkende van Schopen- hauers filosofie. Wèl hebben zij. tijdens zijn leven de aandacht op hem gevestigd, nadat zijn vroegere boeken, waaronder zijn hoofd werk, doodgezwegen waren. Zoo zal hij wel ten eeuwigen dage „de vrouwenhater" blijven. Toch is er nog een andere reden voor de grootere bekendheid van Schopenhauers wijs begeerte: de duidelijkheid en ongekunstelde directheid van zijn betoogen. Zijn werk is ook voor den leek goed te begrijpen, zoodat de vak- menschen hem wel eens geringschattend een dilettant hebben genoemd. Wat hij, in den on- gunstigen zin, zeker niet geweest is. Honderdvijftig jaar geleden Schopen hauer werd op 22 Februari 1788 te Danzig ge boren beleefde de wijsbegeerte een tijdperk van kolossale activiteit, vooral in Duitschland. Emanuel Kant had met zijn nieuwe ideeën een ware omwenteling te weeg gebracht. Fichte, Schelling en Hegel voerden zijn leer tot de uiterste consequentie. Tegelijkertijd verkondig den Jacobi. Sehleiermacher en anderen hun geioofsfilosofie. De strijd tusschen deze twee richtingen, tusschen geloof en rede, woedde op zijn hevigst, toen de jonge Schopenhauer zich op de wijsgeerige studiën wierp. Van beide kanten was reeds vrijwel alles gezegd, wat te zeggen was, alles ten einde gedacht. Er viel niet veel nieuws meer te verkondigen in de oude systemen. Schopenhauer echter sloeg een geheel anderen weg in. De rede noch de openbaring is het beginsel der wijsheid, maar het is de wil, die alles beheerseht, zoo leerde hij. Wij worden gedreven door een onbewust streven, waaraan niet te ontkomen is. In de chemische en physische verschijnselen, in de planten- en dierenwereld en bij de menschen. overal toont hij de alleenheerschappij van den Wil aan. De Wil tot het Leven is sterker dan alles, gaat ook het intellect te boven. Want kijk maar eens naar den ontzettenden ge moedstoestand van een ter dood veroordeelde, zegt hij en naar de kracht, waarmee iemand, al had hij nog zoo'n ongelukkig leven, zich tegen den dood verzet. Die Wil, die zoo sterk is, komt evenwel voort uit een behoefte, een gebrek, waarover men smart gevoelt. Eerst wanneer men zich geheel aan den wil kan onttrekken, komt er een einde aan alle smar ten. De kunst en vooral de muziek kan dit geluk teweegbrengen. Door de kunstgenieting wordt men altijd nog slechts voor korten tijd bevrijd van het pijnlijke willen en be- geeren. Maar het hoogste ideaal vond Scho penhauer toch wel in het boeddhistische „nirwana", waarin de wil tot het leven vol komen opgeheven is. De invloed, die Schopen hauer van de Indische godsdiensten heeft ondergaan, is dan ook buitengewoon groot. De natuurlijke consequentie van Schopen hauers theorie is het troostelooze pessimisme, dat uit al zijn geschriften spreekt. Immers steeds streven wij naar iets,, dat wij ontberen, hetgeen ons smart veroorzaakt. Bereiken wij echter, wat wij wenschen, dan vallen wij ten prooi aaneen grenzenlooze verveling. Tus schen verdriet en verveling worden wij heen en weer geslingerd!. Het pessimisme is een veel voorkomend ver schijnsel in den tijd der Romantiek, waarin Schopenhauer leefde. Uit de gedichten van tal van romantische kunstenaars klonk dezelfde toon van somberheid en melancholie, zij het dan dat de dichters slechts hun stemming uitvierden en hun pessimisme niet streng filosofisch beredeneerden als Schopenhauer deed. Maar de tranen vloeiden wel in breede stroomen door de literatuur van het eind der 18de en het begin der 19de eeuw. Goethe's Werther, de Oden van Klopstock en de Night Thoughts van Young, droef-sentimenteel allen, zijn als voorbeelden te noemen. Maar veel sterker verwant met Schopenhauers som bere filosofie zijn de gedichten van zijn tijd genoot Lord Byron. De helden van Byron zijn in hun reddelooze eenzaamheid, hun gevoel van hartgrondigen afkeer van de wereld, hun diep besef van ongelukkigheid juist zooals Schopenhauer den mensch zag. Het filosofisch pessimisme van den Frankforter wijsgeer komt merkwaardig overeen met de beroemde „By- ronic mood" van den Engelschen romanticus. Op dit pessimisme zonder eenige hoop heeft Schopenhauer een bijzonder schoone ethiek opgebouwd. Schopenhauer. Dit leven op de ongelukkigst denkbare al ler werelden was immers niet alleen hem, maar tevens al zijn medemenschen bescho- Voor hen moest men dus een diep medelijden koesteren, een medelijden, waardoor men iedereen zou vergeven, iedereen zou eerbie digen en iedereen zou helpen. Gedreven door dit allen omvattende medelijden zou men slechts gerechtigheid en menschlievendheid kunnen betrachten. Schopenhauers karakter. De man, die dit uitzonderlijke filosofische stelsel opbouwde, is een merkwaardige figuur geweest. Een moeilijk, eenzelvig mensch met een somber karakter, reeds van nature ge neigd tot het pessimisme, dat zijn leer en zijn geheele levenshouding!zoozeer beheerseh te. In sommige perioden van zijn leven ver ergerde zijn somberheid tot een ziekelijke af wijking. Daarbij leed hij aan hevige angst psychosen, die zijn bestaan zoo nu en dan schier ondraaglijk maakten. Niettegennstaan- de deze omstandigheden en ondanks de te leurstelling over zijn aanvankelijke misken ning bleef Schopenhauer gestaag doorwer ken, zoodat hij bij zijn dood 21 September I860 een zeer omvangrijk oeuvre naliet. Het belangrijkste van al zijn werken is wel ,Die Welt als Wille und Vcrstellung" (1819), waarin eigenlijk zijn geheele wijsbe geerte is samengevat, het resultaat van zijn filosofische studiën, die hij eerst na den dood van zijn vader (1805) had opgevat. Want de oude Schopenhauer, een vermogend koopman van Hollandsche afkomst, had zijn zoon voor den handel bestemd. Arthurs opleiding ging dan ook geheel in die richting. Ter voltooiing hiervan maakte hij een langdurige reis door bijkans alle landen van Europa, welke on getwijfeld zijn wereldvisie sterk heeft be ïnvloed. Miskenning. Zijn eerste filosofische publicaties verwier ven niet de aandacht, die zij verdienden. De officieele wetenschappelijke wereld negeerde den onafhankelijken, maar oprechten jonge man geheel. Weliswaar was Goethe, voor wien Schopenhauer een groote bewondering koesterde, enthousiast over „Die Welt als Wille", maar hij ondernam niets om het werk meer bekendheid te geven. Schopenhauer maakte in dezen tijd een reis door Italië, die niet minder dan zeven jaar duurde. Reeds tijdens zijn verblijf in het land „wo die Zitronen blühen" werd de wijsgeer ge kweld door abnormale neerslachtigheid en angst. Na zijn terugkeer in Duitschland werd zijn toestand er niet beter op. Nog steeds bleef de reactie op zijn werk uit. zoowel van de zijde der filosofie-professoren als van het groote publiek. Bij deze deceptie voegde zich allerlei tegenslag in zijn particuliere leven, deels van financieelen, deels van anderen aard. Een proces, waarin hij gewikkeld werd, verloor hij, een deel van zijn vermogen ver dween door speculaties en tenslotte stierven achtereenvolgens zijn moeder en zijn zuster, welke laatste vooral bijzonder door hem ge acht werd. Vrees voor de cholera-epidemie deed hem in 1831 uit Berlijn naar Frankfort vluchten, waar hij tot zijn dood zou blijven. Ook hier veroverde hij aanvankelijk niet de vooraanstaande plaats in de wetenschappe lijke wereld, die hem toekwam. Pas in 1851, met de uitgave van zijn „Parerga und Para- lipomena" kwam de keer ten goede. De be kende scherpe aforismen over de vrouwen, die in dit werk voorkwamen, brachten spoe dig zijn naam op aller lippen en bezorgden hem de faam een vrouwenhater te zijn. Maar al is die vrouwenhater nooit getrouwd ge weest. toch bleek ook hij niet onkwetsbaar voor de aanvallen der liefde. In Berlijn had hij een langdurige verhouding met een ac trice, die hij nog in zijn testament bedacht. Ook in Italië schijnt hij een liefdesavontuur gehad te hebben, dat zelfs zijn ontmoeting met Byron, den man, die ondanks alle mo gelijke verschilpunten, juist in zijn melan cholie zoo met hem overeenkwam, verhin derde. Over dit incident brengt hij openhar tig verslag uit aan een vriend,..Hij vertelt, hoe mij van Goethe een introductie bij Byron gekregen had en op het punt stond hiervan gebruik te maken. Tijdens een wandeling met zijn Dulcinea op de Venetiaansche Lido echter snelde de Engelschman hen te paard voorbij, waardoor de Italiaansche schoone zoo m vervoering geraakte, dat zij den ge- heelen dag over den beroemden dichter bleef spreken. Hetgeen Schopenhauer deed beslui ten. uit vrees voor jalouzie, van zijn bezoek af te zien! Hoe het ook zij. zijn uitvallen tegen de zwakke sexe hadden hef goede gevolg, dat ook zijn andere boeken thans eindelijk in ruime mate een afzetgebied vonden. De „Oude Heer" van Frankfort was een be roemdheid geworden. Dien grooten naam heeft hij behouden tot op den huidigen dag. En terecht, want in dien men zich niet laat afschrikken door zijn weinig opgewekte ideeën, dan is in zijn wer ken een schat van wijsheid envan schoonheid te vinden. Immers in Schopen hauer leefde behalve de wijsgeer ook de kunstenaar. In de wijsbegeerte van zijn tijd is Schopen hauer een alleenstaande figuur gebleven. Hij heeft geen school, geen kring van leerlin gen om zich heen gevormd. Zoo eenzaam als hij in zijn leven was, zoo eenzaam bleef hij in de filosofie. Hij is er niet minder interes sant om. R. H. J. PFAFF. Persil blijft steeds Persil! De prijs kan nimmer zakken De prijs staat in verband Met den inhoud van de pakken Clinge Doorenbos. (Adv. mgez Med.) Het zilveren jubileum van Louis van Tulder. De huldiging op 24 Februari. Het Uitvoerend C.omité voor de huldiging- van Louis van Tulder, bestaande uit: Mi'. M. van Toulon van der Koog voorzitter: Jan Booda, secretaris, van der Vinnestraat 15, telefoon 11796, giro 182837; mevrouw Jo Bos- Vincent; mr. A. Beets; mej. A. D. J. de Josse- lin de Jong, S. Laarkamp en mr. J. F. de Vilder, heeft de volgende circulaire verspreid: In dit concertseizoen is onze begaafde te norzanger Louis van Tulder pp verschillende plaatsen in ons land gehuldigd, naar aanlei ding van het feit, dat hij vóór 25 jaar zijn zangersloopbaan begon in een uitvoering van Joseph Haydn's „Die Jahreszeiten" bij de Ko ninklijke Oratorium vereeniging te Amster dam. Spoedig na dit eerste optreden werd hij een zeer geziene medewerker op het concert podium en nam daar weldra een voorname plaats in, zoowel in het binnen- als buiten land. Bij de verschillende oratoriumvereenigin- gen vervulde hij jaar op jaar belangrijke par tijen, in het kortstondig bestaan van de Ne- dèrlandsche Opera gaf hij ook daaraan zijn beste krachten, bij de groote orkestvereni gingen verleende hij geregeld zijn solistische medewerking. De partij van den .Evangelist" in de Matthaus-Passion bracht hij naar alle kan ten uit. ook geregeld naar het buitenland, in totaal minstens 225 maal en dezen zomer zong hij in het Kurhaus te Scheveningen voor de 100e maal de tenorpartij in Beetho ven's 9e Symphonie. Geen wonder, dat verschillende Comité's in den lande met enthousiasme aan het werk zijn gegaan, om den populairen en sympa thieken zanger hulde te brengen bij zijn ju bileum. In Haarlem zal dit geschieden op 24 Februari a.s„ na afloop van de uitvoering van Haarlem's Gemengd Koor, waar Louis van Tulder de tenorpartij zal zingen in „Psalmus Hongaricus" van Zoltan Kodaly, onder leiding van Jan Booda. Deze huldiging zal gebracht worden door het geheele muzieklievende publiek van Haarlem. Van Tulder moet op dezen avond den dank ontvangen voor al hetgeen hij in deze vele jaren het publiek heeft geschonken en daar om verzoekt het Comité u een bijdrage te willen geven voor het jubileumgeschenk, dat hem dien avond aangeboden zal worden. Moge een overweldigend aantal muziek liefhebbers. ieder op zijn wijze, een steentje bijdragen, om den gevierd en zanger op 24 Februari a.s. blijk te geven. dat. zijn prachtige zang en hoogst muzikale kunst hun hart ge- grenen heeft. Zend het ingesloten kaartje met uwen naam of een paar vriendelijke woorden terug aan Jan Booda. de secretaris van het Uit voerend Comité en zend uwe bijdrage op Postrekening 182837 of per postwissel even eens aan dit adres. Maak den eere-avond van Louis van Tulder tot een voor hem .onvergetelijken avond! AGENDA. Heden: ZATERDAG 19 FEBRUARI Stadsschouwburg: Louis Davids en Henriette Davids in „Amsterdam Follies". 8.15 uur. Firma Gerzon, Groote Houtstraat: Dickens- markt. 2.30—5.30 en 8—10.30 uur. Des middags en des aVonds Marionettentheater. Kunsthandel Pictura, Gierstraat 31: Ten toonstelling van werken van Maarten Krabbé. 10—6 uur. Palace Filmac: 11—5 uur: Doorloopend 50 minuten wereldnieuws. Rembrandt Theater: Benjamino Gigü in Moederlied. Op het tooneel: Joe Petersen. 2.30 7 en 9.15 uur. Luxor Sound Theater: Saratoga met Clark Gable en Jean Harlow. 2.30, 7 en 9.15 uur. Frans Hals Theater: De Indische graftem pel II: Monument eener groote liefde. 2.30, 7 en 9.15 uur. Cinema PalaceUitstel van executie. 7- en 9.15 uur. Spaarne Theater: Politie-auto Nr. 17 en Joe Brown. 8 uur. Teyler's Museum, Spaarne 16. Geopend op werkdagen van 113 uur, behalve 's Maan dags. Toegang vrij. ZONDAG 20 FEBRUARI Stadsschouwburg: Louis Davids en Henriette Davids in „Amsterdam Follies". 8.15 uur. Gemeentelijke Concertzaal: „Blanke Ballast" door het Gezelschap Jan Nooy, 8.15 uur. Gebouw Haarl. Kegelbond, Tempeliersstraat: Dancing band „The Margians". Kunsthandel Pictura, Gierstraat 31: Ten toonstelling van werken van Maarten Krabbé. 25 uur. Frans Hals Theater: Dr. W. G. N. van der Sleen: voordracht met lichtbeelden en film over „Menschen, Dieren en Natuurschoon in Zuid-Afrika", 11.30 uur. Rembrandt Theater: Zwitsersche film „Een volk m de Alpen", 11.30 uur. Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. O vier veen: Soirée-Dansante Hotel „Van Ouds het Raadhuis", 8 uur. MAANDAG 21 FEBRUARI Stadsschouwburg, Wilsonsplein: Het A. B. C. Cabaret met de revue ..Daar zit muziek in!". 8.15 uur. Hotel „De Leeuwerik", Kruisstraat 30: Kun stenaars Getuigenisavond, 8.15 uur. Kunsthandel Pictura, Gierstraat 31: Ten toonstelling van werken van Maarten Krabbé. 10—6 uur. Palace Filmac: 115 uur: Doorloopend 50 minuten wereldnieuws. Bioscoopvoorstellingen 's middags en des avonds. ROOSTER VAN APOTHEKEN (Samengesteld door den Inspecteur der Volksgezondheid) Voor de apotheken, die toestemming ge vraagd hebben, om 's avonds en 's nachts en Zondags te sluiten, is door den Inspecteur der Volksgezondheid een sluitingsrooster op gemaakt. Van Zaterdag 19 Februari 's avonds 8 uur tot en met Vrijdag 25 Febr. zijn de volgende apotheken op Zondag, 's avonds na acht uur en des nachts geopend. J. Dienske. Firma Duïjm en Keur Keizer straat 6. Tel 10378 J. Samplonius, Firma Begemann en Sneltjes Kruisweg 30, Tel 10043. J. M. Meisner, Marnix-Apotheek, Marnix- straat 65, Tel. 23525. HET VRIEST HA, BOEREKOOL Wf MISSCHIEN V c<S£y, -7 MAAR STEENKOOL ZEKER VAN «•ft» FRANS PERQUIN (Adv. Ingez. Med.) Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel. De heer A. F. Haccou over economische verdedigingsvoorbereiding. Voor de leden van het Departement Haar lem der Ned. Mij. voor Nijverheid en Handel trad Vrijdagavond in een der zalen van de Sociëteit .De Vereeniging" de heer A. F. Haccon, commandant van de Burgerwacht te Bloemendaal, als spreker op, met het on- derwerp: „Economische Verdedigingsvoorbe reiding". Deze voorbereiding aldus spr., moet krach tig ter hand worden genomen. Spr. zette eerst het karakter uiteen van den oorlog der toekomst, zooals de militaire deskundigen zich die voorstellen. Een oor logsverklaring zal er niet zijn; politieke en economische spanningen zullen de nadering van een oorlog aanduiden. Er behoeft slechts een incident zich voor te doen en de oorlog is begonnen. Het zal een allen en alles om vattende oorlog zijn. De geheele bevolking zal worden ingeschakeld in het economisch oorlogsproces en gevrijwaard voor doodsge vaar zal niemand zijn. Wil een volk een oorlog kunnen voeren dan moet het hebben een goed geleide en ge oefende weermacht, een sterke regeering, een economische defensie voor de voorziening van oorlogs- en levensmiddelen en tenslotte zal de burgerbevolking door organisatie be schermd moeten zijn tegen het daadwerke lijk oorlogsgevaar, waaraan ieder bloot staat. Spr. zou zijn onderwerp eigenlijk liever willen noemen: economische oorlogsvoorbe reiding. De oorlogseconomie dient in vredestijd reeds te worden voorbereid en als het noodig is geheel of gedeeltelijk te worden uitge voerd. Het organiseeren van de productie volgens een vast plan is een eerste eisch; die productie moet door den Staat worden ge leid. De Staat moet sterk ingrijpen in het economisch leven; wij zien dit trouwens nu reeds overal om ons heen, in Duitschland, Engeland, Frankrijk. De behoeften in oor logstijd zijn grooter, maar meer eenzijdig en daardoor zal de organisatie der productie eenvoudiger zijn in vredestijd dan gedurende een oorlog. Van belang Is ook de geestelijke weerkracht van een volk, zijn uithoudingsvermogen, vin dingrijkheid enz. Ook van deze factoren moet gebruik gemaakt worden bij de oorlogsvoor bereiding. 'Daarbij moet ook geschat worden welke behoeften een volk heeft, welk deel m den landbouw enz. moet werkzaam blij ven en welk deel in 't geheel niets meer doen han. De Duitsehe opvatting in dezen is: vóór alles gaat de weermacht, maar spr. vindt deze opvatting cru, al is natuurlijk de weermacht hóógst belangrijk. Vredesindus- trieën moeten worden omgezet in oorlogs industrieën; reeds voor den oorlog moeten in dit opzicht kleine kernen worden gevormd, die in den oorlog dadelijk uitgebreid kunnen worden. Maatregelen moeten worden genomen waardoor men het hoofd kan bieden aan de gewijzigde behoeften. De menschen moeten worden gebruikt daar, waar zij van het meeste nut voor den Staat zullen zijn. De productie mag niet worden ontwricht, door dat er te veel menschen aan worden ont trokken. Tot de economische oorlogsvoorbereiding behoort ook de scholing van vrouwelijke en jeugdige arbeidskrachten; vakmenschen zijn evenzeer noodig als „vechtjassen"; het leger moet in zijn nabijheid organisaties van vak menschen hebben. Vrouwen moeten dienst baar worden gemaakt, bijvoorbeeld bij de luchtbescherming, ook hij de productie voor oorlogsdoeleinden en voor de behoeften dei- burgerlijke bevolking. Een moderne oorlog heeft niet alleen sol daten te velde maar ook soldaten thuis en beider taak is even zwaar. Maatregelen moeten voorts genomen wor den voor geregelden toevoer van grondstoffen. Duitschland werpt zich thans met volle ener gie op de oplossing van dit probleem. Natuur lijke producten zullen vaak moeten worden vervangen door synthetischebepaalde bedrij - ven zullen hiervoor vanzelf ontstaan. Voor ons land zal uitbreiding van voorraden van verschillende producten noodig zijn. Spr. noemde in dit verband: koffie, thee, vee koeken, rubber. Vooral de voorraad rubber is zeer klem. In Zweden worden op het oogen- blik enorme sommen besteed aan voorraad- vorming. Na de pauze behandelde spr. nog in bijzon derheden de omzetting van de nationale- en oorlogsindustrie. Een toekomstige oorlog zal in dit opzicht enorme eïschen stellen, die na tuurlijk ook al gelden voor het industrieele oorlogsvoorbereidingsplan. En er moet een in nig verband bestaan tusschen de verschillen de bedrijfstakken. Een zeer belangrijk ding is ook het verkeers wezen, dat in dienst moet worden gesteld van het oorlogsapparaat, echter, zóó dat verkeers middelen niet worden onttrokken aan punten waar zij op een bepaald oogenblik noodig zijn. Een mobiel arbeiderscorps moet steeds ge reed zijn om vernielde groote verkeerswegen te herstellen. Moet in vredestijd overproductie worden tegengegaan, in oorlogstijd moet juist worden gezorgd, dat er geen onderproductie komt. Elk winstbejag op leveringen aan den Staat moet onmogelijk zijn. Medewerking van den Staat bij den handel met het buitenland is noodzakelijk. (In den wereldoorlog hadden wij de N.O.T.) Het geld en bankwezen komt dadelijk na het uitbreken van den oorlog onder Staatscontrole. Van het allergrootste belang is het pro ductievermogen van een volk: is het vermogen groot dan behoeft de Staat zelf niet zoo rijk te zijn, om oorlog te kunnen voeren, altham gedurende eenigen tijd: men zie naar Italië en Japan. Noodwetten die in den oorlog noodig zullen zijn, moeten gereed liggen: moeten zij bij het bijzin van den oorlog nog ontworpen wor den, aan komt er niets ^van. En centraal orgaan is noodig, dat zich bezig houdt met de economische oorlogsvoorberei ding; in dit orgaan moeten zitting hebben vertegenwoordigers van de departementen van algemeen bestuur en van de verschillen de bedrijfstakken. Ook moet nog in vredestijd worden vorbe- reid het instellen van het economisch leven op meer normale omstandigheden van den oorlog-. De economsiche demobilisatie moet dus worden voorbereid. Zeer groote moeilijk heden zullen daarbij te overwinnen zijn; er moet worden gezorgd, dat er geen chaos ont staat. Spr. zeide tenslotte, dat in ons land veel achterstand is in te halen maar daaraan wordt nu hard gewerkt. Moge in het komende jaar in dit opzicht veel bereikt worden. De voorzitter ir. J. H. Teiders, dankte den inleider voor de duidelijke wijze, waarop hij zijn onderwerp behandeld had. Onderwijzers moeien allen vóór 31 Maart gekeurd zijn. Blijkens een beschikking van den minister van onderwijs is de beëindiging van den ter mijn, binnen welken allen, die verbonden zijn aan een inrichting van onderwijs, moeten zijn voorzien van een medische verklaring als be doeld in het t. b. c.-wet je van 7 December 1934. thans bepaald op 31 Maart 1938. TOONEELVOORSTELLING TEN BATE VAN „PRO JUVENTUTE". Op 18 Maart a-s. zal in den Stadsschouw burg een opvoering worden gegeven van Os car Wilde's comedie ,Eady Windermere's Waaier". Met zeer veel succes is dit stuk op gevoerd te Hilversum door een aantal dames en heeren uit het Gooi. die bereid zijn be vonden een reprise in Haarlem te geven. De heer Ru Muller zal evenals in Hilversum, de regie van het stuk op zich nemen. Men heeft in overweging genomen, na afloop van de voorstelling een souper te organiseeren in de zalen van de sociëteit „Trou moet Blycken" De opbrengst van de recette zal, na aftrek van de onkosten, ten bate komen van de ver eeniging „Pro Juventute" te Haarlem. OVERLEDEN ZWERVER LIET RUEVI £1800 NA. In het R.K. ziekenhuis te Raalte is een zwerver overleden een zekere K„ die, voordat hij werd opgenomen, bij een boer uit de om geving een kistje in bewaring had afgegeven. Toen dit, na 'smans overlijden, werd onder zocht, bleek het f 1875 aan geld te bevatten. Een japon voor verschillende gelegenheden. De moderne vrouw is practisch; ze denkt er niet meer aan, om voor de enkele malen dat ze 's middags ergens theeën gaat, of iets der gelijks, een of een paar middagjurken te heb ben. Nee, de moderne vrouw kiest japonne tjes, die ze met kleine veranderingen zoowel in huis als in haar beroep of om uit te gaan, kan dragen. Het spreekt vanzelf, dat ze materiaal kiest van heel goede kwaliteit in een mooie neu trale tint, als tabaksbruin, zwart, donker groen. donkerblauw. Het jurkje op onze afbeelding is gedragen met een fleurige strik van geruite taftzijde, een leuk kantoorjaponnetje. Wil men het als middag jurk dragen dan laat men de strik weg en garneert de japon met knoopjes van strass; de gesp van de ceintuur is dan van het zelfde materiaal. De mouwen zijn aan de schouders ingerimpeld. Benoodigd materiaal: 2«/„ meter van 130 centimeter breedte. Het patroon is te ver krijgen in maat 42: bovenwijdte: 96 centi meter; taillewijdte 74 centimeter en heup wijdte 104 centimeter. Door het al of niet aanknippen van naden kan men het patroon passend maken voor het eigen figuur Prijs van het patroon 26 ets. Het is van Maandag af gedurende een week verkrijg baar bij de bureaux van ons blad Gr. Hout straat 93 en Soendaplein 37.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 13