RADOX
MENU VAN DE WEEK
Recept
en
donderdag 24 februari 1938
HAAREEM'S DAGBEAD
TO
Charmant Voorjaarscostuumpje
Reeds Februari wekt gedachten op aan ko
mende lentevreugde, en 't optimistisch hart
denkt alweer: hoe zal het straks wel zijn,
als Maart gekomen is en April? Als de heer
lijke zon meer en meer kracht krijgt om den
winterban te breken! Hoe? O, misschien een
apotheose van storm en hagelbuien! Maar
hoe het zij, de zonnige dagen zullen toch
vast en zeker ook weer komen en daarvoor
'is een charmant voorjaarscostuumpje als
onze foto laat zien buitengewoon geschikt.
Het slanke, nauwsluitend japonnetje is van
crêpe imprimé in zwart, rood en wit, het
jasje van ceriseroode wollen stof en het hoed
je geborduurd in dezelfde kleuren. Een bui
tengewoon smaakvolle creatie van het mode
huis Francevramant.
Meisjes Voorjaarsmantel
Deze aardige meisjesmantel voor een meis
je van ongeveer 12 jaar is gebreid van grijs
genuanceerde pinguin wol. Het patroon is ge
woon recht, dus de z.g. ribbels, en er is ge
werkt met een dubbele draad. We hebben
noodig: 20 kluwen wol en twee pennen 110.
4V2.
We beginnen met den rug en zetten daar
voor 96 steken op. Nu breien we bij elke 5de
ribbel voor enachter 2 tezamen en herhalen
dit 18 anaal, dus na 90 ribbels staan er 60 st.
op de pen en zijn we aan 't armsgat. Hierover
kanten we 8 st. af: (3-2-2-1)en dan breien we
door tot het geheel 110 ribbels telt. Nu laten
we aan weerszijden 15 st. voor de schouders
staan en kanten in het midden 14 st. af. De
steken van den schouder breien we schuin op
n.l. van den hals af eerst 10 st., daarna 5 st.
en afkanten.
Linker v 0 or pand. Voor het linkervoor
pand zetten we 48 st, op en minderen op,
dezelfde manier af om de 5de ribbel maar nu
natuurlijk maar aan 'één kant: de voorkant
blijft recht. Als we 90 ribbels gebreid hebben
kanten we voor het armsgat weer 8 st. af en
breien de overige 22 st. nog 17 ribbels op.
Nu kanten we van den hals af eerst 3 st. af,
daarna 2 st. dan 1 st., en weer l st. en de
vorige 15 st. breien we als boven schuin op.
Rechter voor pand. Het rechtervoor-
pand is een spiegelbeeld vair het linker, alleen
komen hier knoopsgaten in. Het eerste
knoopsgat komt na de 64ste ribbel: van den
voorkant af breien we 4 st. en kanten dan
4 st. af, die we teruggaande er weer bij op-
Zétten. in het geheel komen er 6 knoopsgaten
met 8 ribbels er tusschen.
Boordje. Het boordje breien we met een
enkele draad in de lengte, het wordt er dub
bel opgezet met een reepje linnen er tusschen
voor de stevigheid. We zetten 25 st. op de pen
en breien 76 ribbels. Het knoopsgat komt in
de dwarste, dus in dezelfde richting als bij
de mantel, We verdoelen het werk in drieën:
6, 13, en 6 st. die we afzonderlijk 6 ribbels op-
ibreien waarna we het werk weer tezamen
nemen en nog 3 ribbels breien. Er zijn zoo
twee knoopsgaten ontstaan die bij het duibbel-
gelegde boordje net op elkaar vallen.
M 0 u w. We beginnen aan den kop en zet
ten 24 st. op. Om de 4 pennen maken we nu
van den eersten en laatsten steek twee tot er
40 st. opstaan en dan de meerdering om de
twee pennen tot er 48 st. op staan; nu zetten
we er voor en achter in een keer 8 st. bij op
en met de verkregen 64 st. breien we 6 pennen.
Daarna schuinen we de mouw af: eerst voor
en achter twee tezamen om de 4 pennen, tot
5 st., dan om de 8 pennen tot 40 st.Deze breien
we door tot de mouw de vereischte lengte heeft.
Opmaak. De opmaak van een mantel is
weer een belangrijke zaak. Eerst worden alle
deelen onder een natte doek gestreken en in
elkaar genaaid. De kop van de mouw wordt
flink ingehaald en op den schouder gezet. De
heele mantel wordt gevoerd met een conxbi-
neerende kleur b.v. van kunstzij en onder den
schouder een stukje linnen genaaid. Nu nog
aardige knoopen en uw mantel is klaar.
SP—TH.
VETWORMPJES?
Meng slechts geregeld wat Radox door Ltw wasch-
water en binnen korten tijd zijn ze verdwenen.
Bij apothekers en erkende drogisten a f0.90
per pak en {0.15 per klein pakje.
(Adv. Ingez Med.)
Gedwongen wandeling
IEDER onzer kent wel de herstellende
patiënten die met het consigne van den
dokter: dagelijks een kleine wandeling,
zich ieder en dag op weg begeven, ten
einde de zoozeer begeerde gezondheid zooveel
mogelijk te bevorderen. Het kan zijn, dat u
met de kinderen wandelt en zoo'n herstel
lende vaak tegenkomt, het is ook mogelijk
dat u op uw dagelijiksche gang naar uw werk
zoo'n eenzame wandelaarster ontmoet, maar
by na altijd zal uw eerste gedachte zijn: wat
lijkt me dat. akelig, om zoo gedwongen te
moeten wandelen. Ik hoop maar dat het mij
nooit overkomt.
Wees er maar van overtuigd, dat de her
stellende zieke het in de meeste gevallen ook
allerminst voor haar genoegen doet, maar zij
is toch gelukkig wanneer zij er wat van weet
te maken.
Natuurlijk zijn er vrouwen die zich in zoo'n
dagelijksch wandelingetje best kunnen schik
ken. die dan door de eene. dan door de andere
kennis of door een familielid worden verge
zeld, maar het is toch maar uitzondering,
wanaieer vrienden en familieleden daartoe
steeds weer tijd hebben.
Dus gaan de meesten, op een enkele keer na,
er alleen op af. En onder haar zijn er, die er
dagelijks weer tegen in opstand komen! Al
heel gauw zijn zij in de burnt waar zij wo
nen, uitgewandeld en verder kunnen zij het
helaas niet brengen. Dezelfde wegen en paad
jes vervelen haar, in de bebouwde buurt ken
nen zij ieder huis, al die straten maken haar
somber en wanneer het dan nog lang achter
elkaar slecht weer is ook, wordt de wandeling
lederen dag met een zucht aanvaard.
Toch zijn ei- vrouwen, die van zulk ge
dwongen gewandel nog heel wat weten te
maken, omdat zij er kans toe zien, er in zes
van de zeven keer per week een wandeling met
een doel van te maken.
Want dat is het eigenlijke mankement van
dit gedwongen wandelen: het is schijnbaar
zonder doel en daardoor zit er niet de minste
pit in, daardoor heeft het geen ruggegraat.
Best, zegt het mevrouwtje met pit, dan zal
ik dat er zelf inbrengen. En zoo verzint zij
dagelijks een doel.
Vandaag gaat zij naar het wol winkeltje in
de buurt om een extra streng blauwe wol, die
ze nog noodig heeft te halen, morgen koopt
ze in dienzelfden wankel een dozijn knoopjes,
den derden dag loopt zij bij den schoenmaker
aan om over een reparatie te spreken, daarna
voert haar weg haar naar een kennis die op
dien tijd altijd met de kinderen gaat wande
len, en zoo verzint zij iederen dag iets dat ge
daan moet worden, dat in negen van de tien
gevallen wel vlugger en econoonischer zou
kunnen worden uitgevoerd, maar dat op deze
langzame manier toch ook wel degelijk aan
zijn doel beantwoordt.
Daarbij komt nog dat het in dezen tijd van
het jaar heel wat opwekken der is om te moe
ten wandelen dan in het najaar: voor wie er
oog voor heeft, is ei dagelijks een verande
ring, een vooruitgang in de natuur merkbaar
en een zonnige voorjaarsdag houdt zóóveel
beloften in, dat het veel hoopvoller is dan een
niet minder mooien en warmen Oetoberdag.
Bovendien is de gedachte, dat het voorjaar
niet lang meer op zich laat wachten, opwek
kend genoeg om de herstellende ook in dit
opzicht te stimuleeren.
Wanneer zij die wandelingen, die toch
bijna altijd maar tijdelijk zijn, gaat zien aLs
een dagelijkschen stap vooruit op den weg
naar het volkomen herstel, en zij ziet kans
om ze zoo te maken, dat zij niet als doelloos
.edrentel behoeven te worden beschouwd, dan
zullen zij niet alleen minder bezwaarlijk
worden, met meer lust worden ondernomen,
maar zij zullen ook meer effect op den ge
zondheidstoestand hebben. Waarom het dan
tenslotte toch ook begonnen was.
E. E. J.—P.
Een pilote leert zweefvliegen
Heerlijke ,echt vrouwelijke" sport!
De beroemde vliegster Thea Rasche ver
telde onlangs aan een verslaggever, hoe zij
van rasechte, verknochte motor-enthousiaste
zweef vliegster werd. En tevens welke erva
ringen zij opdeed op haar eersten tocht,
zonder motor. Een gesprek, dat nu het
vliegen en vooral het zweefvliegen hoe langer
hoe meer in 't middelpunt van de belangstel
ling der dames komt te staan vast ook
voor onze lezeressen wel interessant is.
We laten dus Thea Rasche zelf aan het
woord:
„Tot dusver had ik wat je noemt een echt
„motorcomplex". De motor was m'n aller
beste vriend geworden hij verliet me nooit.
En m'n ooren kenden geen grooter verruk
king dan zijn bronzen liedde allermooi
ste muziek, die een motorvlieger zich den
ken kan!
Hem te temmen, alles er uit te halen wat
er in zit, de machine volkomen te leeren be-
•heerschen zoowel in de kunstvlueht als in
gevaarvolle oogenblikken, hem te leiden over
honderden kilometers, over bergen, woestij
nen, oceanen, dat was m'n hoogste geluk.
En nu ben ik voor 't eerst van m'n leven
mijn vriend den motor een klein beetje on
trouw geworden. Nooit had ik gedacht, dat
dit mogelijk was!
't Kwam zoo: in 1924 zag ik voor 't eerst
mijn vliegleeraar Paul Baumer in zijn be
roemd zweefvliegtuig „Roter Vogel" vliegen
en Udet zijn „Kolibri". En Baumer probeer
de toen al, me met zijn zweefvliegenthou-
siasme aan te steken, maar tevergeefs
de eindelooze verten lokten me. Ik wilde
vreemde landen en volken leeren kennen en
daai-bij kon alleen mijn beste vriend, de
motor mij helpen!
Jaren gingen voorbij en telkens als ik van
verre tochten in Duitschland terugkeerde,
hoorde ik opgewonden verhalen over de
groote vlucht, die de zweefvliegerij daar en
in andere landen nam. Maarmij, als
ec'hte motoiwliegster. leek het altijd nog een
beetje dom. dat gebruik maken van ieder
luohtlaagje, van ieder gering temperatuurs-
versohilletje, dab moeizaam worstelen om
iedere meter hoogte, dat zweven van wolk
Geen wissewasjes, maar
een levenstaak
„Nu heb ik den heelen dag gesjouwd, exx als
ik me afvraag, wat ik nu eigenlijk gedaan heb,
dan weet ik het heuseh niet!" klaagt het huis
vrouwtje.
En een ander valt begrijpend bij„Ja, hè
kind, 't zijn allemaal van die dingen, van niets.
Ons leven bestaat nu eenmaal uit kleinig
heden, wat zul je eraan doen?"
En met een tweevoudige gelaten zucht ein
digt het gesprekje.
„Hoe is 't mogelijk, dat jullie met al die
kleine klusjes je dag kunt zoekbrengen?" vat
dan een derde huisvrouw de draad weer op.
„Ik heb geen hulp en moet alles zelf doen.
Nou, dan weet je heusch wel, wat je te doen
hebt. Géén dingen, die geen naam hebben,
maar echte werkzaamheden, hoor: bedden op
maken, stofzuigen, afwasschen, eten koken.
En dan de kleinigheidjes er nog bij. Maar idle
spaar ik op en dan doe ik ze eens per
week af".
„Je bent volmaakt!" zuchten de twee huis
vrouwen, die geen oi-ganisatie in haar werk
kennen en dus den heelen dag met het naloo-
pen van onnoozele kleinigheden zoekbrengen.
„Heelemaal niet", zegt het dappere vrouw
tje-alleen, maar ik moet noodgedwongen m'n
tijd uitbuiten".
„Ik zou 't niet kunnen!"
„Dat zou je wèl, als je eei'st maar eens
moest!"
En hier stokt dan weer 't gesprek, want waar
twee werkwijzen wortelend in twee verschil
lende levensopvattingen lijnrecht tegen
over elkaar staan, daar is 't praten meteen uit.
Daar valt niet meer te praten; er valt alleen
te constateeren, hoe ver en ver de actieve, de
strijdbare levensopvatting te verkiezen is boven
de passieve, de laat-maar-waaien methode.
We kennen ze allemaal, die twee soorten van
huisvrouwen: de vrouw, die alles zelf moet
doen en dus vècht om haar tijd uit te buiten,
die om half zeven opstaat om er nog een
kwartiertje gymnastiek uit te persen, die den
heelen dag systematisch doorwerkt, alles stipt
op tijd klaar heeft, misschien haar eigen klee-
ren naait en toch altijd tijd heeft voor onvoor
ziene dingen: een les overhooren, een half
uurtje uit met de jongste, een middagbezoekje
(maar dan van tevoren afspreken, hoor!). En
die bovendien zich in dien roes van arbeids
vreugde blij exx gelukkig voelt en zich 's avonds
met een zucht van ontspanning welvoldaan
ter ruste legt.
En dan: de vrouw, die hulp genoeg heeft,
zoodat haai' huishouding eigenlijk op rolletjes
moest loopen, maar die toch op de een of an
dere manier kans ziet, haar dagen om en bij
huis zoek te brengen, niet met een eigen
taak, die ze vlug en goed vervult, maar met
allerlei onnoozelheden, die zoo opeens in haar
opkomen.
Dit is de vrouw, die „heel eventjes uitgaat
om een rolletje machinezij", dan op 't gezicht
van een „pracht van een lap" heelemaal haar
tijd vergeet, een vriendin tegenkomt, zich door
deze laat meetronen om samen te gaan lun
chen en daii tenslotte zonder rolletje zij
thuiskomt. Om 's avonds te zuchten„O. kind,
ik heb den heelen dag gesjouwd en als je me nu
vraagt.... enz. enz. (Zie boven).
Is deze vrouw dan zoo'n lui wezen, zoo'n
monster van gemakzucht? O, neen, heelemaal
niet, 't kan, wat men zoo gewoonlijk noemt,
„een alleraardigst type, een schat van een
mensch" zijn, maar 't is doorjammer van haar,
dat ze er deze passieve levenshouding op na
houdt.
Menige huisvrouw, die in 't begin van haar
huwelijk „rondslenterde" en haar dagexx met
nuttelooze kleinigheden vulde, heeft later, toen
de kinderen haar volle- aandacht vroegeix, ge
leerd een actief, geconcentreerd leven te lei-
deii met een vaste dag-indeeling. En 't gezin
is er stukken op vooruitgegaan, ookals er
wèl een dienstmeisje op over kon schieten.
Thea Rasche vertelt over haar eersten tocht
zonder motor.
tot wolk, om dan opeens weer op onverklaar
bare manier -„af te zakken".
Maar in 1936 werd ik toch zoo nieuwsgie-
rigy dat ik zoo eens langs m'n neus weg in
formeerde naar zweèfvlieglessen en toen
vernam ik, dat iederen Zondag vlak bij Ber
lijn een troepje zweef vliegenthousiasten bij
een komt om die sport te beoefenen.
Vliegenthousiasten uit alle lagen van de
maatschappij: studenten, arbeiders, H.B.S.-
jongens, beambten, kooplui, dames en hee-
ren uit de elite: staan daar allemaal broe
derlijk en zusterlijk bijeen, werken en zwoegen
samen en er zijn uitstekende instructeurs.
Nu ben ik ook eindelijk lid van deze vlieg-
gemeenschap, en een enthousiast lid. We zijn
met z'ix dertigexx of veertigen en we moeten
stuk voor stuk den heelen dag zwoegen om
op z*n allermooist drie keer te kunnen star
ten. De rest van den dag wordt besteed met
het aansleepen van zware touwen en het weg
sleepen van gelande vliegtuigen!
't Groote oogenblik is eindelijk aangebro
ken Ik zit voor ,'t eerst in een zweefkisfc en
voel me als een piepjong beginnelingetje.
Achter me aan 't tweede stuur zit mijn in
structeur, net als heel vroeger bij de motor-
Want 't is nu ook weer niet noodig, dat men
„alles zelf moet doen" om een .actief, strijd
baar, volwaardig arbeidsleven te lijden. De
huisvrouw, die er personeel op xia kan hou
den, mag dit gerust dankbaar aanvaarden als
een groot voorrecht, waardoor haar tijd ge
deeltelijk vrijkomt voor belangrijker dingen
dan stofzuigen en kopjes wasschen. Maal
laten 't dan ook belangrijke dingen zijn
en geen wissewasjes.
Vooreerst is een stipte werkverdeeling, waar
aan ieder zich houdt, voor iedere huishouding
noodzakelijk. Zijn er dingen, waarvan de huis
vrouw weet, dat niemand ze beter kan doen
dan zij zelf, welnu dan neemt ze die op zich,
en stelt verder vast, hoe ze de rest van den dag
nuttig kan besteden. Er is voor een huisvrouw
met veel vrijen tijd. die een actief leven wil
leiden en haar eigenlijke huishouding in een
paar uurtjes onder de knie heeft, nog zoo
oneindig veel goeds en nuttigs te doen: Ze kan
haar eigen kleeding naaien, dit zoo serieus op
vatten, alsof ze voor een diploma werkte en
hierdoor bereiken, dat alles wat ze draagt een
fein, eigen cachet heeft, ze kan de kleeding
van haar kinderen in de perfectie verzorgen,
belangstellen in het werk en gedachteleven
van haar man, zich op de hoogte stellen van
maatschappelijk en geestelijk leven, waardoor
haar blik verruimd wordt en ze kan last not
least op maatschappelijk gebied prachtig
werk doen.
Natuurlijk kunt u deze lijst zelf aanvullen
met tientallen andere, belangrijke bezig
heden.
Ik heb er ook heelemaal niet naar gestreefd,
volledig te zijn, ik deed maar een greep. Laten
we echter dit in 't oog houden: 't Gaat er niet
0111, w a t we doen, maar h o e we het doen.
Er is geen werk te klein, maar ook geen werk
te groot voor een vroixw, die haar schouders
eronder zet. Maar ze moet het voelen als een
volwaardig werk, als een dagtaak, die voldoe
ning geeft en geeft het leven haar die volledige
dagtaak niet, dan moet ze er naar zoeken en
niet ophouden, vóór ze haar gevonden heeft.
Geen vrouw, die een zware taak heeft, mag
zich hierover beklagen, want 't is dat weet
u allemaal wel! verbazingwekkend, wat een
vrouw en moeder of een maatschappelijk
werkster, door liefde en toewijding gedreven,
tot stand kan brengen. Maar ook: geen vrouw,
die 't wat gemakkelijker heeft, mag toestaan,
dat de tijd haar bij den neus neemt en haar
dagen met plotseling opduikende wissewasjes
voorbijvliegen.
Er is veel en goed werk te doen en de we
reld snakt, xi u meer dan ooit misschien, naar
werkende handen en toegewijde harten.
Het is beter Uw .gordijnen
niet zelf te wasschen. Ver
mijdt de kans op krimpen
en verkleuren. Laat Uw over
gordijnen en vitrages liever
door Peeperkorn reini
gen. Het is heelemaal niet
duur en spaart U bovendien
zeer veel werk.
HEEMSTEDE
TELEFOON 28890
(Adv. Ingez. Med.)
vliegles. Dexi eersten tocht mag ik enkel maar
„meevoelen". Reeds de start brengt me als
motorvliegster een beetje uit m'n evexvwicht,
want plotseling stijgt de machixxë bijna lood-
x'echt, als een soort draak, de lucht in
daar moet je aan wennen. Instinctief pro
beer ik oudergewoonte te „drukken", als een
lachende stem me toeroept: „Nog meer op
trekken!"
Dit is de tweede verrassing, dat men zoo
gemoedelijk zoxider stemverheffing met
elkaar praten kan! Maar de derde komt: bij
't uitzweven van de machine op 250 M. ko
men we in een „warmtezak" terecht en we
stijgen in prachtige gelijkmatige bogexi wéér
200 M. zonder motor! Dat is een wonderlijk
gevoel, 't gevoel: de lucht leeft je xnoet
er alleexx maar gebruik van weten te ma
ken! Als mijn instructeur de kurve wat ver
der xxeemt, zakken we op eens af, maar zoo
dra hij in den bovenstroom terug is, stij
gen we weer.
Er behooren wèl eexx fijn vlieginstinct, een
door lange oefening en ervaring aaxi te lee
ren kennis van luchtstroomingexi en een goed
observeeren vaxi de xxatuur toe om een echte
zweefvlieger te zijn.
Maar o, wat een vreugde! Hoog in de lucht,
onder de wolkexi, zoo geruischloos en vredig
voort te zwevenja, de zweefvliegerij
heeft me xiu heelemaal ingepalmd, i:k vind
het een zeldzaam, heerlijke echt-vrouwe-
lijke sport!
Bij den tweeden start mocht ik het be
sturen van het vliegtuig zelf op xxxe nemen:
dan nog een derde vlxxcht met een anderen
leeraar exx toexx was men blijkbaar over
me tevreden en liet me heelemaal alleen los.
't Ging prachtig wel „pompte" ik xxog
wat sterk bij 't starten, maar dat heerlijke
glijden, dat zweven zonder motorik kan
't niet beschrijven, zulk een allesomvattend
gevoel vaxx vrijheid en geluk gaf het mij!
Toen ik xia mijn eerste solozweefvlucht laixd-
de, was ik geweldig trotsch bijxia als na
mijn eerste vlucht in 1924 als „motorbaby".
En nu heb ik al m'n a- en b-diploma zweef
vliegen gehaald en c zal bij wat gunstiger
weer dan we den laatsten tijd haddexx
wel spoedig volgen. Zoodat ik alle jonge
vrouwen ter wereld, die hiertoe gelegeilheid
hebbexx, kan aanraden: leert u zweefvliegexi,
't is de sport van de toekomst!"
Practische onderleggers
Een heel aardig erx gemakkelijk handwerkje,
dat ook desnoods door uw dochtertje vaxx tien
jaar kan wox-dexx gemaakt mits u er zelf bij
blijft!
We maken oxxderleggertjes van zeildoek
(effexx geklexxrd tafelzeil) oixx onder die scha
len te leggen.
De vorm dien lx op de teekexiing ziet stelt eexi
wingex-dblad voor. Dit wordt op de gewenschte
grootte gemaakt. Eerst van papier, daarna op
zeildoek gelegd en ixitgeknipt. Teixslotte wordt
het met borduurkaxxtoen van dezelfde tint of
iets donkerder omgewerkt.
Natuurlijk is groen de meest geschikte Meur.
Ook als onderlegger voor karaf met glazen
of voor een fruitschaal op het buffet zal dit
motief heel aaxxlig staan!
(Adv. Ingez. Med.*
Maandag:
Biefstuk
Aaixiappelen
Andijvie (bus)
Griesmeelpudding
Gestoofde abrikozen
Dinsdag
Gebakkexi bokking
Roode kool
Aardappelen
Vaxiïllevla met
bitterkoekjes
Woensdag:
Roastbeef
Gedroogde appelëxx
Aardappelen
Rijstebrij
Donderdag:
Vleeschpannekoek
Dunsel of veldsla
Gebakken aardappelen
Sixiaasappelvla
Vrijdag:
Magere tomatensoep
Brusselsch lof.
Harde eieren
Aardappelen
Gort met rozijxien
Zaterdag:
Erwtexisoep
Rijst met appelexx
Zondag:
Kalfsbiefstuk
Aardappelpuree -
Doperwtjes uit blik.
Broodschotel met
bitterkoekjes.
VEGETARISCHE MENU'S.
1. Zakeierexi (ge
pocheerde eieren)
Spinazie
Aardappelpuree
Paxnxekoeken
2. Spinaziesoep
Roode kool
Appelmoes
Aardappelen
Havexmoutkoekj es
3. Aardappelpuree
met kaas
Gestoofde prei
Rijst met krentexx
met boter en suiker
4. Schijngehakt
Gesmoorde savoyekool
Aardappelen
Beschuit met
bessexisap
Gerechteix van siixaasappelen.
Sinaasappelvla
Benoodigdlxeden: sap van 2 a 3 groote
sinaasappelen en 1 citroen pl.nx. iy2 d.L., pl.m.
75 gr. basterdsuiker, 4 eieren.
Bereidixxg: De eidooiers in een gave ge-
enxailleerde pan kloppen met de suiker. Naai;,
verkiezing wat geraspte sinaasappelschil er
door roeren. Als de massa schuimig is erx
licht van kleur, 11a pl.m. 10 minuten Moppen
het gezeefde sap toevoegexx en de vla op het
vuur laten binden, maar niet door laten ko
ken. De vla vermexigen met het stijfgeklopte
eiwit en de vla/ nog even verwarmen. Tijdens
het verwarmen dé massa oxnleggen, tot het
eiwit gaar is en de vla bij het koud worden
niet meer uitzakt.
Droge biscuits of vanillewafeltjes er bij ge
ven.
Gevulde sinaasappelen
BenoodigdhedexiSap vaxx 6 sixxaasappelen,
sap van l citroen, samen pl.m. 2y2 d.L., pl.m.
80 gr. suiker, 1/4 L .slagroom, 2 eiwitten, 8
blaadjes gelatine.
Bereiding: Mooie, gave sixxaasappelen afbor
stelen, doorsnijden en heel voorzichtig uit
persen, zoodat de schillen niet kapot gaan. De
schillen van bixxnen schoonmaken, door de
witte velletjes met resten vruehtvleesch er aaix
te verwijderen. Het sap zevenen meten. De
room met de eiwitten stijfkloppen en de gela
tine hx een klein beetje water oplossen, de sui
ker toevoegen, het sap er bijgieten en daxi
voorzichtig bij de geslagen room gieten,
waarvan men een klein beetje achterhoudt.
Als de massa stijf begint te wordexx de halve
sinaasappel hiermee vullen. Als ze heelemaal
stijf zijn, het randje xxetjes bijsnijden en de
helften garneerexx xxxet gespoten room, en eexx
geconfijt vruchtje.