RADOX MENU VAN DE WEEK Recept en donderdag 24 februari 1938 HAAREEM'S DAGBEAD TO Charmant Voorjaarscostuumpje Reeds Februari wekt gedachten op aan ko mende lentevreugde, en 't optimistisch hart denkt alweer: hoe zal het straks wel zijn, als Maart gekomen is en April? Als de heer lijke zon meer en meer kracht krijgt om den winterban te breken! Hoe? O, misschien een apotheose van storm en hagelbuien! Maar hoe het zij, de zonnige dagen zullen toch vast en zeker ook weer komen en daarvoor 'is een charmant voorjaarscostuumpje als onze foto laat zien buitengewoon geschikt. Het slanke, nauwsluitend japonnetje is van crêpe imprimé in zwart, rood en wit, het jasje van ceriseroode wollen stof en het hoed je geborduurd in dezelfde kleuren. Een bui tengewoon smaakvolle creatie van het mode huis Francevramant. Meisjes Voorjaarsmantel Deze aardige meisjesmantel voor een meis je van ongeveer 12 jaar is gebreid van grijs genuanceerde pinguin wol. Het patroon is ge woon recht, dus de z.g. ribbels, en er is ge werkt met een dubbele draad. We hebben noodig: 20 kluwen wol en twee pennen 110. 4V2. We beginnen met den rug en zetten daar voor 96 steken op. Nu breien we bij elke 5de ribbel voor enachter 2 tezamen en herhalen dit 18 anaal, dus na 90 ribbels staan er 60 st. op de pen en zijn we aan 't armsgat. Hierover kanten we 8 st. af: (3-2-2-1)en dan breien we door tot het geheel 110 ribbels telt. Nu laten we aan weerszijden 15 st. voor de schouders staan en kanten in het midden 14 st. af. De steken van den schouder breien we schuin op n.l. van den hals af eerst 10 st., daarna 5 st. en afkanten. Linker v 0 or pand. Voor het linkervoor pand zetten we 48 st, op en minderen op, dezelfde manier af om de 5de ribbel maar nu natuurlijk maar aan 'één kant: de voorkant blijft recht. Als we 90 ribbels gebreid hebben kanten we voor het armsgat weer 8 st. af en breien de overige 22 st. nog 17 ribbels op. Nu kanten we van den hals af eerst 3 st. af, daarna 2 st. dan 1 st., en weer l st. en de vorige 15 st. breien we als boven schuin op. Rechter voor pand. Het rechtervoor- pand is een spiegelbeeld vair het linker, alleen komen hier knoopsgaten in. Het eerste knoopsgat komt na de 64ste ribbel: van den voorkant af breien we 4 st. en kanten dan 4 st. af, die we teruggaande er weer bij op- Zétten. in het geheel komen er 6 knoopsgaten met 8 ribbels er tusschen. Boordje. Het boordje breien we met een enkele draad in de lengte, het wordt er dub bel opgezet met een reepje linnen er tusschen voor de stevigheid. We zetten 25 st. op de pen en breien 76 ribbels. Het knoopsgat komt in de dwarste, dus in dezelfde richting als bij de mantel, We verdoelen het werk in drieën: 6, 13, en 6 st. die we afzonderlijk 6 ribbels op- ibreien waarna we het werk weer tezamen nemen en nog 3 ribbels breien. Er zijn zoo twee knoopsgaten ontstaan die bij het duibbel- gelegde boordje net op elkaar vallen. M 0 u w. We beginnen aan den kop en zet ten 24 st. op. Om de 4 pennen maken we nu van den eersten en laatsten steek twee tot er 40 st. opstaan en dan de meerdering om de twee pennen tot er 48 st. op staan; nu zetten we er voor en achter in een keer 8 st. bij op en met de verkregen 64 st. breien we 6 pennen. Daarna schuinen we de mouw af: eerst voor en achter twee tezamen om de 4 pennen, tot 5 st., dan om de 8 pennen tot 40 st.Deze breien we door tot de mouw de vereischte lengte heeft. Opmaak. De opmaak van een mantel is weer een belangrijke zaak. Eerst worden alle deelen onder een natte doek gestreken en in elkaar genaaid. De kop van de mouw wordt flink ingehaald en op den schouder gezet. De heele mantel wordt gevoerd met een conxbi- neerende kleur b.v. van kunstzij en onder den schouder een stukje linnen genaaid. Nu nog aardige knoopen en uw mantel is klaar. SP—TH. VETWORMPJES? Meng slechts geregeld wat Radox door Ltw wasch- water en binnen korten tijd zijn ze verdwenen. Bij apothekers en erkende drogisten a f0.90 per pak en {0.15 per klein pakje. (Adv. Ingez Med.) Gedwongen wandeling IEDER onzer kent wel de herstellende patiënten die met het consigne van den dokter: dagelijks een kleine wandeling, zich ieder en dag op weg begeven, ten einde de zoozeer begeerde gezondheid zooveel mogelijk te bevorderen. Het kan zijn, dat u met de kinderen wandelt en zoo'n herstel lende vaak tegenkomt, het is ook mogelijk dat u op uw dagelijiksche gang naar uw werk zoo'n eenzame wandelaarster ontmoet, maar by na altijd zal uw eerste gedachte zijn: wat lijkt me dat. akelig, om zoo gedwongen te moeten wandelen. Ik hoop maar dat het mij nooit overkomt. Wees er maar van overtuigd, dat de her stellende zieke het in de meeste gevallen ook allerminst voor haar genoegen doet, maar zij is toch gelukkig wanneer zij er wat van weet te maken. Natuurlijk zijn er vrouwen die zich in zoo'n dagelijksch wandelingetje best kunnen schik ken. die dan door de eene. dan door de andere kennis of door een familielid worden verge zeld, maar het is toch maar uitzondering, wanaieer vrienden en familieleden daartoe steeds weer tijd hebben. Dus gaan de meesten, op een enkele keer na, er alleen op af. En onder haar zijn er, die er dagelijks weer tegen in opstand komen! Al heel gauw zijn zij in de burnt waar zij wo nen, uitgewandeld en verder kunnen zij het helaas niet brengen. Dezelfde wegen en paad jes vervelen haar, in de bebouwde buurt ken nen zij ieder huis, al die straten maken haar somber en wanneer het dan nog lang achter elkaar slecht weer is ook, wordt de wandeling lederen dag met een zucht aanvaard. Toch zijn ei- vrouwen, die van zulk ge dwongen gewandel nog heel wat weten te maken, omdat zij er kans toe zien, er in zes van de zeven keer per week een wandeling met een doel van te maken. Want dat is het eigenlijke mankement van dit gedwongen wandelen: het is schijnbaar zonder doel en daardoor zit er niet de minste pit in, daardoor heeft het geen ruggegraat. Best, zegt het mevrouwtje met pit, dan zal ik dat er zelf inbrengen. En zoo verzint zij dagelijks een doel. Vandaag gaat zij naar het wol winkeltje in de buurt om een extra streng blauwe wol, die ze nog noodig heeft te halen, morgen koopt ze in dienzelfden wankel een dozijn knoopjes, den derden dag loopt zij bij den schoenmaker aan om over een reparatie te spreken, daarna voert haar weg haar naar een kennis die op dien tijd altijd met de kinderen gaat wande len, en zoo verzint zij iederen dag iets dat ge daan moet worden, dat in negen van de tien gevallen wel vlugger en econoonischer zou kunnen worden uitgevoerd, maar dat op deze langzame manier toch ook wel degelijk aan zijn doel beantwoordt. Daarbij komt nog dat het in dezen tijd van het jaar heel wat opwekken der is om te moe ten wandelen dan in het najaar: voor wie er oog voor heeft, is ei dagelijks een verande ring, een vooruitgang in de natuur merkbaar en een zonnige voorjaarsdag houdt zóóveel beloften in, dat het veel hoopvoller is dan een niet minder mooien en warmen Oetoberdag. Bovendien is de gedachte, dat het voorjaar niet lang meer op zich laat wachten, opwek kend genoeg om de herstellende ook in dit opzicht te stimuleeren. Wanneer zij die wandelingen, die toch bijna altijd maar tijdelijk zijn, gaat zien aLs een dagelijkschen stap vooruit op den weg naar het volkomen herstel, en zij ziet kans om ze zoo te maken, dat zij niet als doelloos .edrentel behoeven te worden beschouwd, dan zullen zij niet alleen minder bezwaarlijk worden, met meer lust worden ondernomen, maar zij zullen ook meer effect op den ge zondheidstoestand hebben. Waarom het dan tenslotte toch ook begonnen was. E. E. J.—P. Een pilote leert zweefvliegen Heerlijke ,echt vrouwelijke" sport! De beroemde vliegster Thea Rasche ver telde onlangs aan een verslaggever, hoe zij van rasechte, verknochte motor-enthousiaste zweef vliegster werd. En tevens welke erva ringen zij opdeed op haar eersten tocht, zonder motor. Een gesprek, dat nu het vliegen en vooral het zweefvliegen hoe langer hoe meer in 't middelpunt van de belangstel ling der dames komt te staan vast ook voor onze lezeressen wel interessant is. We laten dus Thea Rasche zelf aan het woord: „Tot dusver had ik wat je noemt een echt „motorcomplex". De motor was m'n aller beste vriend geworden hij verliet me nooit. En m'n ooren kenden geen grooter verruk king dan zijn bronzen liedde allermooi ste muziek, die een motorvlieger zich den ken kan! Hem te temmen, alles er uit te halen wat er in zit, de machine volkomen te leeren be- •heerschen zoowel in de kunstvlueht als in gevaarvolle oogenblikken, hem te leiden over honderden kilometers, over bergen, woestij nen, oceanen, dat was m'n hoogste geluk. En nu ben ik voor 't eerst van m'n leven mijn vriend den motor een klein beetje on trouw geworden. Nooit had ik gedacht, dat dit mogelijk was! 't Kwam zoo: in 1924 zag ik voor 't eerst mijn vliegleeraar Paul Baumer in zijn be roemd zweefvliegtuig „Roter Vogel" vliegen en Udet zijn „Kolibri". En Baumer probeer de toen al, me met zijn zweefvliegenthou- siasme aan te steken, maar tevergeefs de eindelooze verten lokten me. Ik wilde vreemde landen en volken leeren kennen en daai-bij kon alleen mijn beste vriend, de motor mij helpen! Jaren gingen voorbij en telkens als ik van verre tochten in Duitschland terugkeerde, hoorde ik opgewonden verhalen over de groote vlucht, die de zweefvliegerij daar en in andere landen nam. Maarmij, als ec'hte motoiwliegster. leek het altijd nog een beetje dom. dat gebruik maken van ieder luohtlaagje, van ieder gering temperatuurs- versohilletje, dab moeizaam worstelen om iedere meter hoogte, dat zweven van wolk Geen wissewasjes, maar een levenstaak „Nu heb ik den heelen dag gesjouwd, exx als ik me afvraag, wat ik nu eigenlijk gedaan heb, dan weet ik het heuseh niet!" klaagt het huis vrouwtje. En een ander valt begrijpend bij„Ja, hè kind, 't zijn allemaal van die dingen, van niets. Ons leven bestaat nu eenmaal uit kleinig heden, wat zul je eraan doen?" En met een tweevoudige gelaten zucht ein digt het gesprekje. „Hoe is 't mogelijk, dat jullie met al die kleine klusjes je dag kunt zoekbrengen?" vat dan een derde huisvrouw de draad weer op. „Ik heb geen hulp en moet alles zelf doen. Nou, dan weet je heusch wel, wat je te doen hebt. Géén dingen, die geen naam hebben, maar echte werkzaamheden, hoor: bedden op maken, stofzuigen, afwasschen, eten koken. En dan de kleinigheidjes er nog bij. Maar idle spaar ik op en dan doe ik ze eens per week af". „Je bent volmaakt!" zuchten de twee huis vrouwen, die geen oi-ganisatie in haar werk kennen en dus den heelen dag met het naloo- pen van onnoozele kleinigheden zoekbrengen. „Heelemaal niet", zegt het dappere vrouw tje-alleen, maar ik moet noodgedwongen m'n tijd uitbuiten". „Ik zou 't niet kunnen!" „Dat zou je wèl, als je eei'st maar eens moest!" En hier stokt dan weer 't gesprek, want waar twee werkwijzen wortelend in twee verschil lende levensopvattingen lijnrecht tegen over elkaar staan, daar is 't praten meteen uit. Daar valt niet meer te praten; er valt alleen te constateeren, hoe ver en ver de actieve, de strijdbare levensopvatting te verkiezen is boven de passieve, de laat-maar-waaien methode. We kennen ze allemaal, die twee soorten van huisvrouwen: de vrouw, die alles zelf moet doen en dus vècht om haar tijd uit te buiten, die om half zeven opstaat om er nog een kwartiertje gymnastiek uit te persen, die den heelen dag systematisch doorwerkt, alles stipt op tijd klaar heeft, misschien haar eigen klee- ren naait en toch altijd tijd heeft voor onvoor ziene dingen: een les overhooren, een half uurtje uit met de jongste, een middagbezoekje (maar dan van tevoren afspreken, hoor!). En die bovendien zich in dien roes van arbeids vreugde blij exx gelukkig voelt en zich 's avonds met een zucht van ontspanning welvoldaan ter ruste legt. En dan: de vrouw, die hulp genoeg heeft, zoodat haai' huishouding eigenlijk op rolletjes moest loopen, maar die toch op de een of an dere manier kans ziet, haar dagen om en bij huis zoek te brengen, niet met een eigen taak, die ze vlug en goed vervult, maar met allerlei onnoozelheden, die zoo opeens in haar opkomen. Dit is de vrouw, die „heel eventjes uitgaat om een rolletje machinezij", dan op 't gezicht van een „pracht van een lap" heelemaal haar tijd vergeet, een vriendin tegenkomt, zich door deze laat meetronen om samen te gaan lun chen en daii tenslotte zonder rolletje zij thuiskomt. Om 's avonds te zuchten„O. kind, ik heb den heelen dag gesjouwd en als je me nu vraagt.... enz. enz. (Zie boven). Is deze vrouw dan zoo'n lui wezen, zoo'n monster van gemakzucht? O, neen, heelemaal niet, 't kan, wat men zoo gewoonlijk noemt, „een alleraardigst type, een schat van een mensch" zijn, maar 't is doorjammer van haar, dat ze er deze passieve levenshouding op na houdt. Menige huisvrouw, die in 't begin van haar huwelijk „rondslenterde" en haar dagexx met nuttelooze kleinigheden vulde, heeft later, toen de kinderen haar volle- aandacht vroegeix, ge leerd een actief, geconcentreerd leven te lei- deii met een vaste dag-indeeling. En 't gezin is er stukken op vooruitgegaan, ookals er wèl een dienstmeisje op over kon schieten. Thea Rasche vertelt over haar eersten tocht zonder motor. tot wolk, om dan opeens weer op onverklaar bare manier -„af te zakken". Maar in 1936 werd ik toch zoo nieuwsgie- rigy dat ik zoo eens langs m'n neus weg in formeerde naar zweèfvlieglessen en toen vernam ik, dat iederen Zondag vlak bij Ber lijn een troepje zweef vliegenthousiasten bij een komt om die sport te beoefenen. Vliegenthousiasten uit alle lagen van de maatschappij: studenten, arbeiders, H.B.S.- jongens, beambten, kooplui, dames en hee- ren uit de elite: staan daar allemaal broe derlijk en zusterlijk bijeen, werken en zwoegen samen en er zijn uitstekende instructeurs. Nu ben ik ook eindelijk lid van deze vlieg- gemeenschap, en een enthousiast lid. We zijn met z'ix dertigexx of veertigen en we moeten stuk voor stuk den heelen dag zwoegen om op z*n allermooist drie keer te kunnen star ten. De rest van den dag wordt besteed met het aansleepen van zware touwen en het weg sleepen van gelande vliegtuigen! 't Groote oogenblik is eindelijk aangebro ken Ik zit voor ,'t eerst in een zweefkisfc en voel me als een piepjong beginnelingetje. Achter me aan 't tweede stuur zit mijn in structeur, net als heel vroeger bij de motor- Want 't is nu ook weer niet noodig, dat men „alles zelf moet doen" om een .actief, strijd baar, volwaardig arbeidsleven te lijden. De huisvrouw, die er personeel op xia kan hou den, mag dit gerust dankbaar aanvaarden als een groot voorrecht, waardoor haar tijd ge deeltelijk vrijkomt voor belangrijker dingen dan stofzuigen en kopjes wasschen. Maal laten 't dan ook belangrijke dingen zijn en geen wissewasjes. Vooreerst is een stipte werkverdeeling, waar aan ieder zich houdt, voor iedere huishouding noodzakelijk. Zijn er dingen, waarvan de huis vrouw weet, dat niemand ze beter kan doen dan zij zelf, welnu dan neemt ze die op zich, en stelt verder vast, hoe ze de rest van den dag nuttig kan besteden. Er is voor een huisvrouw met veel vrijen tijd. die een actief leven wil leiden en haar eigenlijke huishouding in een paar uurtjes onder de knie heeft, nog zoo oneindig veel goeds en nuttigs te doen: Ze kan haar eigen kleeding naaien, dit zoo serieus op vatten, alsof ze voor een diploma werkte en hierdoor bereiken, dat alles wat ze draagt een fein, eigen cachet heeft, ze kan de kleeding van haar kinderen in de perfectie verzorgen, belangstellen in het werk en gedachteleven van haar man, zich op de hoogte stellen van maatschappelijk en geestelijk leven, waardoor haar blik verruimd wordt en ze kan last not least op maatschappelijk gebied prachtig werk doen. Natuurlijk kunt u deze lijst zelf aanvullen met tientallen andere, belangrijke bezig heden. Ik heb er ook heelemaal niet naar gestreefd, volledig te zijn, ik deed maar een greep. Laten we echter dit in 't oog houden: 't Gaat er niet 0111, w a t we doen, maar h o e we het doen. Er is geen werk te klein, maar ook geen werk te groot voor een vroixw, die haar schouders eronder zet. Maar ze moet het voelen als een volwaardig werk, als een dagtaak, die voldoe ning geeft en geeft het leven haar die volledige dagtaak niet, dan moet ze er naar zoeken en niet ophouden, vóór ze haar gevonden heeft. Geen vrouw, die een zware taak heeft, mag zich hierover beklagen, want 't is dat weet u allemaal wel! verbazingwekkend, wat een vrouw en moeder of een maatschappelijk werkster, door liefde en toewijding gedreven, tot stand kan brengen. Maar ook: geen vrouw, die 't wat gemakkelijker heeft, mag toestaan, dat de tijd haar bij den neus neemt en haar dagen met plotseling opduikende wissewasjes voorbijvliegen. Er is veel en goed werk te doen en de we reld snakt, xi u meer dan ooit misschien, naar werkende handen en toegewijde harten. Het is beter Uw .gordijnen niet zelf te wasschen. Ver mijdt de kans op krimpen en verkleuren. Laat Uw over gordijnen en vitrages liever door Peeperkorn reini gen. Het is heelemaal niet duur en spaart U bovendien zeer veel werk. HEEMSTEDE TELEFOON 28890 (Adv. Ingez. Med.) vliegles. Dexi eersten tocht mag ik enkel maar „meevoelen". Reeds de start brengt me als motorvliegster een beetje uit m'n evexvwicht, want plotseling stijgt de machixxë bijna lood- x'echt, als een soort draak, de lucht in daar moet je aan wennen. Instinctief pro beer ik oudergewoonte te „drukken", als een lachende stem me toeroept: „Nog meer op trekken!" Dit is de tweede verrassing, dat men zoo gemoedelijk zoxider stemverheffing met elkaar praten kan! Maar de derde komt: bij 't uitzweven van de machine op 250 M. ko men we in een „warmtezak" terecht en we stijgen in prachtige gelijkmatige bogexi wéér 200 M. zonder motor! Dat is een wonderlijk gevoel, 't gevoel: de lucht leeft je xnoet er alleexx maar gebruik van weten te ma ken! Als mijn instructeur de kurve wat ver der xxeemt, zakken we op eens af, maar zoo dra hij in den bovenstroom terug is, stij gen we weer. Er behooren wèl eexx fijn vlieginstinct, een door lange oefening en ervaring aaxi te lee ren kennis van luchtstroomingexi en een goed observeeren vaxi de xxatuur toe om een echte zweefvlieger te zijn. Maar o, wat een vreugde! Hoog in de lucht, onder de wolkexi, zoo geruischloos en vredig voort te zwevenja, de zweefvliegerij heeft me xiu heelemaal ingepalmd, i:k vind het een zeldzaam, heerlijke echt-vrouwe- lijke sport! Bij den tweeden start mocht ik het be sturen van het vliegtuig zelf op xxxe nemen: dan nog een derde vlxxcht met een anderen leeraar exx toexx was men blijkbaar over me tevreden en liet me heelemaal alleen los. 't Ging prachtig wel „pompte" ik xxog wat sterk bij 't starten, maar dat heerlijke glijden, dat zweven zonder motorik kan 't niet beschrijven, zulk een allesomvattend gevoel vaxx vrijheid en geluk gaf het mij! Toen ik xia mijn eerste solozweefvlucht laixd- de, was ik geweldig trotsch bijxia als na mijn eerste vlucht in 1924 als „motorbaby". En nu heb ik al m'n a- en b-diploma zweef vliegen gehaald en c zal bij wat gunstiger weer dan we den laatsten tijd haddexx wel spoedig volgen. Zoodat ik alle jonge vrouwen ter wereld, die hiertoe gelegeilheid hebbexx, kan aanraden: leert u zweefvliegexi, 't is de sport van de toekomst!" Practische onderleggers Een heel aardig erx gemakkelijk handwerkje, dat ook desnoods door uw dochtertje vaxx tien jaar kan wox-dexx gemaakt mits u er zelf bij blijft! We maken oxxderleggertjes van zeildoek (effexx geklexxrd tafelzeil) oixx onder die scha len te leggen. De vorm dien lx op de teekexiing ziet stelt eexi wingex-dblad voor. Dit wordt op de gewenschte grootte gemaakt. Eerst van papier, daarna op zeildoek gelegd en ixitgeknipt. Teixslotte wordt het met borduurkaxxtoen van dezelfde tint of iets donkerder omgewerkt. Natuurlijk is groen de meest geschikte Meur. Ook als onderlegger voor karaf met glazen of voor een fruitschaal op het buffet zal dit motief heel aaxxlig staan! (Adv. Ingez. Med.* Maandag: Biefstuk Aaixiappelen Andijvie (bus) Griesmeelpudding Gestoofde abrikozen Dinsdag Gebakkexi bokking Roode kool Aardappelen Vaxiïllevla met bitterkoekjes Woensdag: Roastbeef Gedroogde appelëxx Aardappelen Rijstebrij Donderdag: Vleeschpannekoek Dunsel of veldsla Gebakken aardappelen Sixiaasappelvla Vrijdag: Magere tomatensoep Brusselsch lof. Harde eieren Aardappelen Gort met rozijxien Zaterdag: Erwtexisoep Rijst met appelexx Zondag: Kalfsbiefstuk Aardappelpuree - Doperwtjes uit blik. Broodschotel met bitterkoekjes. VEGETARISCHE MENU'S. 1. Zakeierexi (ge pocheerde eieren) Spinazie Aardappelpuree Paxnxekoeken 2. Spinaziesoep Roode kool Appelmoes Aardappelen Havexmoutkoekj es 3. Aardappelpuree met kaas Gestoofde prei Rijst met krentexx met boter en suiker 4. Schijngehakt Gesmoorde savoyekool Aardappelen Beschuit met bessexisap Gerechteix van siixaasappelen. Sinaasappelvla Benoodigdlxeden: sap van 2 a 3 groote sinaasappelen en 1 citroen pl.nx. iy2 d.L., pl.m. 75 gr. basterdsuiker, 4 eieren. Bereidixxg: De eidooiers in een gave ge- enxailleerde pan kloppen met de suiker. Naai;, verkiezing wat geraspte sinaasappelschil er door roeren. Als de massa schuimig is erx licht van kleur, 11a pl.m. 10 minuten Moppen het gezeefde sap toevoegexx en de vla op het vuur laten binden, maar niet door laten ko ken. De vla vermexigen met het stijfgeklopte eiwit en de vla/ nog even verwarmen. Tijdens het verwarmen dé massa oxnleggen, tot het eiwit gaar is en de vla bij het koud worden niet meer uitzakt. Droge biscuits of vanillewafeltjes er bij ge ven. Gevulde sinaasappelen BenoodigdhedexiSap vaxx 6 sixxaasappelen, sap van l citroen, samen pl.m. 2y2 d.L., pl.m. 80 gr. suiker, 1/4 L .slagroom, 2 eiwitten, 8 blaadjes gelatine. Bereiding: Mooie, gave sixxaasappelen afbor stelen, doorsnijden en heel voorzichtig uit persen, zoodat de schillen niet kapot gaan. De schillen van bixxnen schoonmaken, door de witte velletjes met resten vruehtvleesch er aaix te verwijderen. Het sap zevenen meten. De room met de eiwitten stijfkloppen en de gela tine hx een klein beetje water oplossen, de sui ker toevoegen, het sap er bijgieten en daxi voorzichtig bij de geslagen room gieten, waarvan men een klein beetje achterhoudt. Als de massa stijf begint te wordexx de halve sinaasappel hiermee vullen. Als ze heelemaal stijf zijn, het randje xxetjes bijsnijden en de helften garneerexx xxxet gespoten room, en eexx geconfijt vruchtje.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 14