BETOOGINGEN TE WEENEN. Het groote Avontuur pi vjcaS ^JUwf6WS c-s tyr}}» W^-amCj'Uf,,?: pJt £<m m! Et f/rrctt W W» Y<>i-Vlïet< &ea<«>. '^Ct-8 eW>t»e$ Vt M>Ó.V1S 3fca«i t?«.f isugS, WjJWr.' 4.tt£0*l&«£«' G&g/m FEUILLETON Roman uit de Tropen door FRANS DEMERS. W Plotseling hoorde Riefenberg gerucht ach ter zich. Hij keerde zich om en stond tegen over een haast onkenbaar geworden Ada Hjen. Haar lichaam was gehuld in een nauwslui- sluitend en laag neervallend kleed van gouden pailletten. Het haar was in wilde golving ach terover gekaand en aan de oorbellen hingen groote gouden ringen. De gouden schilfers van het kleed hadden een doffe glinstering in den rossen gloed van het vuur. Ada Hjen werd gevolgd door haar boy Fweloe en door een zestal schier naakte, indrukwekkende negers met lange lansen. Zij glimlachte toen ze zag met welke verbaasde blikken Riefenberg haar aanstaarde. Wel, vroeg ze eindelijk, heb ik iets van een koningin of niet? Ik kan moeilijk zeggen aan wat u mij doet denken, zei Riefenberg, maar in dit ge heimzinnige en grootsche decor maakt u op mij een onvergetelijken indruk. Even stonden ze samen aan den rand. van den afgrond en keken naar de hellewereld in de diepte. Plotseling weerklonk gebons van tam-tams. Dat was het teeken, dat de stamvergadering een aanvang ging nemen. Ada greep Riefenberg bij den arm. Ik weet niet, fluisterde ze, maar telkens als ik hierheen moet komen, voel ik mij on gerust en ditmaal ben ik bang. Daar beneden op de vlakte, kan ik die primitieve kinderen beheerschen, maar hier is het alsof er andere onzichtbare machten zijn, die de mijne in de schaduw stellen. Ik heb steeds den indruk dat, moest een van de priesters tijdens de ver gadering overeind springen en mijn hoofd eischen, niemand mij zou verdedigen. En nu u er is, lijkt de toestand mij nog meer ge spannen. Ik vind het wel vreeselijk, antwoordde Riefenberg, dat ik, in plaats van u te helpen u in een nog moeilijkeren toestand heb ge brachtIk heb Nee, onderbrak zij hem met klem, ik vind het heerlijk, dat ik voor u iets heb kunnen doen. Alles wat u is overkomen is toch door mijn schuld gebeurd. Zoo bedoel ik het dus niet. Ik ben alleen bang voor u. Riefenberg nam Ada's hand. Et dank u, maar zoo gemakkelijk zou den die kannibalen het nog niet hebben. Laten we dat maar eens afspreken. Wij beschikken toch nog altijd over bliksem en donder? Laten we niet zonder uw geweer deze vergadering bij wonen. Fweloe kreeg opdracht naar de spelonk te loopen en kwam spoedig terug met het wa pen. Het werd geladen met vijf kogels, terwijl de journalist een flinke reserve op zak stak. Om niet al te zeer aanleiding te geven tot argwaan, zou de neger het geweer dragen en onder Riefenberg's bereik leggen. Nu moet u even luisteren, zei Riefen berg verder. Ik heb er geen idee van, welke wending die zaak zal nemen, maar als een van die kerels het waarlijk te bont maakt, wijst gij hem mij eenvoudig aan. Zonder te aarzelen zal ik hem neerschieten. Dat middel tje hebt ge vermoedelijk sedert uw aankomst niet meer toegepast. Dat zou toch vreeselijk zijn, meende Ada Als ons eigen leven in gevaar is, mo- ïen wy niet aarzelen. Daarop liepen ze langs de spelonken en be- •eikten een oppervlakte, welke eenerzijds op een bergwand, anderzijds op den krateraf grond uitliep. Vlakbij, in die diepte, strekten zich tier kleine, in werking zijnde kraters uit. Een ge weldige onstandvastige oranjegloed beefde bo ven den rand van den afgrond en hulde de vlakte in een onheilspellend schijnsel. Tus- schen de rotsblokken krioelde het van ne gers. In het midden stonden vier kerels als razend op de tam-taans te bonzen. In een wild rhythme dansten mannen en vrouwen in wijden kring om hem heen. Zij kronkelden het lichaam als slangen. Soms sloeg een van de dansende vrouwen de hand voor den mond stootte een reeks van scherpe keelklanken uit en sprong uit de rij. Onmiddellijk werd haar plaats ingenomen door een andere vrouw. Als het tempo van het tam-tamgeroffel vertraagde, werden de bewegingen van de dansers ook minder onstuimig en traag, met strakke, nauwelijks bewegende lichamen schoven ze dicht achter elkaar in een wijder en wijder wordenden kring. Toen de inlandsche vrouwen Ada Iljen in het oog kregen, liepen ze naar haar toe, klap ten in de handen en begeleidden haar stoeiend tot bij den rotswand. Daar zaten de stam hoofden rond een klein houtvuurtje. Ze rook ten broederlijk uit eenzelfde bolvormige pijp. die van hand tot hand werd overgegeven. Ieder hunner deed een enkelen, indrukwek- kenden trek en vulde keel en longen met den viezen tabaksrook. Ze kwamen overeind, bo gen zich naar den grond en betuigen aan Ada Hjen dezelfde eer als bij haar aankomst. Ook drie gevaarlijk uitgedoste mannen kwa men naar haar toe. De priesters, fluisterde Ada. Een van de kerels was gehuld in een vieze bollende pijgemaakt van gedroogde plantaar dige vezels. Wat. men van zijn beenen zag, was omgeven door rosse dierenvellen. Zijn hoofd was verborgen onder een afstootend houten masker met diepe inkervingen. Hij steunde op een stok en bleef staan voor de blanke vrouw De andere twee kerels laadden reusachtige pluimen op het hoofd en rond de oogen waren witte breede kringen geschilderd. Verder was hun lichaam omhangen met een onzinnige rommel van dierenvellen, kralen en schelpen. Ze sprongen rond Ada Iljen alsof ze gek waren, klapten in de handen en wat ze vertelden klonk Riefenberg in de ooren als het afrate len van een gebed. Wat heeft dat te beteekeriën?, vroeg hij. Dat is zoo hun manier om mij te hul digen, antwoordde Ada Hjen zonder hem aan te kijken. De andere toovenaar zwijgt en dat is de gevaarlijkste. Een van de stamhoofden gaf een teeken aan een van zijn volgelingen en deze sprong luid tierend, met zijn lans zwaaiend, tusschen de menigte. Het tam-tamgeroffel hield op; langzaam naderden de inlanders en kwamen zich in wijden kring rond Ada Hjen en de hoofden scharen. Aan den rand van den af grond ontdekte Riefenberg talrijke afgods beeldjes, omgeven door allerlei vorowerpen, het waren geschenken om de geesten van de afgestorvenen, die in het kraterland verblij ven, mild te stemmen. Ada Hjen had enkele woorden gewisseld met een van de hoofden en van de oogenblik- ken, die het openen van de vergadering vooraf gingen, maakte zij gebruik om vlug nog een paar woorden met Riefenberg te spreken. Maak u voorloopig niet ongerust, zei zij. Eerst komen de geschillen, die zij onder elkaar hebben gehad, aan de beurt. Dat zal wel wat tijd in beslag nemen. Op het juiste ©ogenblik zal ik wel een teeken doen. Zij voelde hoe de gemaskerde priester haar aankeek en zweeg. Riefenberg was achter haar gaan neerzit ten, naast Flewoe. Het geladen geweer lag naast hem. Hij leunde tegen den steilen rots wand. De stamhoofden laadden plaats geno men naast Ada Tijen. Nadat het stil was geworden rees de ge maskerde priester overeind en prevelde vlug een reeks onverstaanbare woorden. Nu eens met het gelaat naar de kraters gekeerd, dan naar de hoofden, maakte hij vreemde teekens met de haiad. Wat doet die kerel? vroeg Riefenberg. zacht. Hij bezweert de geesten van de afgestor venen. Daarna smeet hij het gemaskerde hoofd achterover en begon een vreemden dans. Al de aanwezigen keken naar den hemel. De wolken waren weggedreven en daar stond mat-glan- zend de volle maan boven den rand van de bergen. Nu komt de maan aan de beurt, dacht Riefenberg, want hij wist hoe deze primitieve menschen vóór alles maanaanbidders zijn. Nadat dit vreemde tooneeltje zich had af gespeeld, ging de hoofdpriester zitten. Een van de stamhoofden gaf hem een teeken en Ada Iljen begon te spreken, langzaam zoe kend naar haar woorden. Zij werd hierna ge holpen door haar boy Fweloe. Dan eindelijk kwamen een paar negers voor haar en de hoofden neerzitten en een hunner begon een hartstochtelijk betoog. Dat meende Riefenberg tenminste te kunnen afleiden aiit de houding van den spreker, die voortdurend heftige be wegingen maakte. Af en toe werd hij onderbroken door een keelgeluid van zijn tegenstander, of deze schudde krachtdadig het hoofd. Daarna kwa men de stamhoofden tusschenfaeide en het werd een verward gekakel. Tenslotte beraad slaagden de stamhoofden met Ada Hjen en de priesters. Nadat het dan weer stil was gewor den, velde een hunner de uitspraak, waarop de twee partijen zich verwijderden. Het geding en de uitspraak schenen al de aanwezigen belang in te boezemen, te oor- deelen naar het geroezemoes van stemmen. Van die gelegenheid maakte Ada gebruik om Riefenberg met een paar woorden te vertellen, dat het hier over de teruggave van een bruidschat ging, daar de vrouw van den aan klager enkele dagen na het inlandsche huwe lijk, was gestorven. '(Wordt vervolgd), Een Grumman-amphibie, een voor Ned. Indië geheel nieuw type vliegtuig, landde dezer dagen op Tjililitan. Het toestel werd aangekocht door de Bataalsche Petroleum Mij. Rondom de universiteit te Weenen kwam het deze week wederom tot be toogingen en ongeregeldheden in verband met de internationale gebeurte nissen. De politie moest verschillende malen ingrijpen om de demonstranten te verwijderen De componist-pianist Serge Bortkiewicz (staande), die in ons land vertoeft voor het geven van verschillende concerten, tijdens zijn verblijf te Den Haag ten huize van den heer Hugo van Dalen -~j">r. De heer Ch. F. J. M. van Spaendonck uit Tilburg trad Woensdag te Amster dam in het huwelijk met mej. Pia Dreesmann. Het bruidspaar na de huwelijksvoltrekking Prins Harald, het zoontje van het Noorsche kroon- prinsenpaar is dezer dagen 1 jaar geworden OPO($< tr tanftV&wt) tJ,ctaeciyL' vv> De oorkonde, welke ter herinnering aan de geboorte van H. K. H. Prinses Beatrix Woensdag op Waalsdorp te Den Haag aan het regiment grenadiers is uitgereikt Skiën op gras. De leden van het Engelsche ski-team, die binnenkort aan de internat1""3'» wedstrijden in Noorwegen moeten deelneme reeds in training in hun eigen land De eerste ministerraad der nieuwe Oostenrijksche regee-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Haarlem's Dagblad | 1938 | | pagina 9